Lesbrief Kerst 2015 Thema:
Bijzondere ontmoetingen
Inleiding
pagina 3
Advent
pagina 4
Betekenis kerst
pagina 4
Kerst in andere culturen
pagina 5
Kerstvieringen in andere culturen
pagina 6
Lestips voor docenten in de weken voor kerst
pagina 7
Opdrachten bij de kerstposters 2015
pagina 10
Verhalen en gedichten om te gebruiken in de weken voor kerst
pagina 14
2
Inleiding ‘Bijzondere ontmoetingen’: met dit prachtige thema mogen we op weg gaan naar kerst. Wat betekent ontmoeten voor ons en dan speciaal het woord ‘bijzonder’. Dit roept allerlei beelden op. Duidelijk is dat het meer is dan iets wat je dagelijks meemaakt. Het stijgt daar ver boven uit. Jaren later weet je nog exact waar die ontmoeting plaatsvond en welke gevoelens het bij jou opriep. Meestal leidt het tot grote veranderingen in je leven, omdat deze ontmoetingen meer zijn dan gewoon. Denk maar eens aan voorbeelden als je partnerkeuze. Of dat je iemand ontmoet waar je tegen op kijkt. Zoiets als een popof sportidool, al geldt dit meer voor pubers dan voor studenten. Duidelijk is dat je zo’n ontmoeting niet snel zult vergeten en het laat sporen na van veranderingen. In de Bijbel worden ook bijzondere ontmoetingen tussen God en de mensen beschreven. Soms sprak God rechtstreeks tot mensen of hij gebruikte profeten om zijn boodschap door te geven. Je vindt hiervan voorbeelden in het Oude Testament. Met kerst denken wij terug aan de geboorte van Jezus. Zijn moeder, Maria, werd bezocht door Gabriёl, een engel van God. Hij vertelde haar dat zij zwanger zou worden. Maria kon het bijna niet geloven, want zij was nog maagd en had geen omgang met mannen. Wel had zij een vriend, de timmerman Jozef. Hij kreeg ook een boodschap van God, waarin werd gezegd dat hij trouw moest blijven aan Maria. Ook al was zij zwanger. De geboorte van Jezus zorgde onmiddellijk voor bijzondere ontmoetingen. Herders die in de tijd van Jezus aan de rand van de samenleving stonden, kwamen langs om het kindje Jezus eer te bewijzen. Dat geldt ook voor de ‘Wijzen uit het Oosten’. Zij wisten aan de hand van de sterren dat er iets bijzonders was gebeurd. Mensen die Jezus tegen kwamen in hun leven waren onder de indruk van Hem. Zij waren geboeid door zijn verhalen over God en de wonderen die Hij deed, de manier waarop Hij met de mensen omging. Vele mensen gingen Jezus volgen. Deze verhalen zijn te lezen in het Nieuwe Testament. Ook nu nog worden zijn doen en opvattingen als bijzonder ervaren. In deze lesbrief vind je gedichten, verhalen, posters en lessuggesties om samen met een klas of groep inhoud te geven aan de periode voor kerst. We hopen dat jij er gebruik van kunt maken. Voor reacties en suggesties houden wij ons aanbevolen. Met vriendelijke groet, Simie Aardema, Pastoraal Medewerker Reinder Bakker, Beleidsmedewerker Identiteit
3
Advent De Advent is in het Christendom de benaming voor de aanloopperiode naar kerst. De naam Advent komt van het Latijnse woord Adventus, dat komst betekent. Het is een periode van verlangen en verwachten. In de Adventsperiode bereiden de christenen zich voor op het kerstfeest, wordt de geboorte van Jezus herdacht, de eerste komst, en zijn wederkomst verwacht, de tweede komst. Het nieuwe kerkelijk, liturgisch jaar start met de Advent. De Advent begint vier weken voor Kerstmis. De Advent begint altijd op de zondag, die valt tussen 27 november en 3 december en eindigt op 24 december bij het avondgebed. De lengte van de Adventsperiode kan dus verschillen, maar telt altijd vier zondagen. In huizen, scholen en kerken wordt de Advent symbolisch zichtbaar gemaakt door een kaarsenstandaard of een Adventskrans waarop vier kaarsen staan. Elke zondag wordt een extra kaars aangestoken. Op de laatste zondag voor kerst branden alle kaarsen. Tijdens de Adventsperiode wordt in alle kerken gebruik gemaakt van de liturgische kleur paars, de kleur van boete en inkeer. Alleen op de derde zondag van Advent, kan de kleur roze worden gebruikt daar waar dit gebruikelijk is, om het feestelijk karakter van de zondag weer te geven.
Adventskrans
Betekenis kerst Kerstmis, kerstfeest of het geboortefeest van de Heer is een belangrijk christelijk feest in het kerkelijk jaar. Met kerst wordt door christenen de geboorte van Jezus Christus gevierd. De evangeliën van Lucas en Matteüs beschrijven de geboorte van Jezus. Vooral Lucas geeft veel aandacht aan de geboorte van Jezus in Bethlehem. De evangelist Johannes doet dat op zijn manier. Het kerstfeest wordt in de westers-christelijke wereld en in sommige Kerken van het Oosters christendom gevierd op 25 december. In die Oosterse kerken die de Juliaanse kalender gebruiken voor de liturgische kalender wordt het 13 dagen later gevierd. In veel streken zijn er tevens speciale vieringen op de avond ervoor (kerstavond/middernachtmis) en/of op de dag erna. In West-Europa wordt 25 december als eerste kerstdag en 26 december als tweede kerstdag beschouwd. Het feest is in de recente geschiedenis in grote delen van de westerse wereld een feest geworden zonder religieuze betekenis. Velen vieren kerst zonder stil te staan bij de geboorte van Christus. De gezelligheid en het samenzijn staan centraal.
4
Kerst in andere culturen Moslims en kerst De Islam kent veel vieringen, maar slechts twee feesten: het Suikerfeest en het Offerfeest. De overige islamitische vieringen zijn religieuze hoogtijdagen met een serieuze ondertoon. De data van deze feesten en vieringen worden berekend volgens een maankalender: de Hjira. Het Islamitisch jaar volgt de Koran, die aangeeft dat de zon en de maan door Allah geschapen zijn, en dat de maan de tijdmaat aangeeft. De moslimkalender kent dus geen seizoensgebonden feesten en ook geen schrikkelmaanden. De geboorte van Mohammed wordt wel gevierd, maar niet uitgebreid. Jezus is voor Moslims één van de profeten van de Bijbel. Dit krijgt verder geen speciale aandacht. Hindoes en kerst Het Hindoeïsme heeft een heel andere achtergrond dan het Christendom en de Islam. Hier speelt kerst geen rol. Zij hebben hun eigen religieuze kalender met veel verschillende feesten. Eén van de bekendste is het Divali- of lichtfeest. Divali staat voor overwinning van het licht op de duisternis, van het goede op het kwade, wijsheid op onwetendheid en van de waarheid op de onwaarheid.
Het Divali- of lichtfeest van de Hindoes.
5
Kerstvieringen in andere culturen Drie studenten met een andere culturele achtergrond vertellen in het kort hoe zij kerst vieren en beleven. Het gaat om een student met een Moslim achtergrond, daarna vertellen een Hindoe en een Armeens christen over hun beleving van kerst. Tarik: Moslim Wat betekent kerst voor jou en hoe vieren jullie kerst? Kerst heeft voor mij niet een heel speciale betekenis. Thuis eten we meestal wel wat uitgebreider, maar niet vanwege de geboorte van Jezus. Dit meer omdat we vaak gewoon allemaal thuis zijn, dan kan je het beter gezellig maken. We vieren zelf geen kerst. Wat is jullie belangrijkste religieuze feest en hoe vieren jullie dat? Thuis merk ik niet het verschil qua belangrijkheid tussen de twee belangrijkste feesten: Suikerfeest of Offertfeest. Beide vieren we met evenveel vreugde. Na de Ramadan komt het Suikerfeest. Het gevoel alleen al dat je niet meer hoeft te vasten overdag is al fijn. In de ochtend bezoek je de Moskee, daarna familie en vrienden. Je trekt dan mooie kleding aan en je kan veel hapjes eten. Tijdens het offerfeest is het traditie om een schaap te slachten. Dit doen de meeste families niet zelf, je koopt dan gewoon een stuk vlees bij de slager. Dit eet je samen met familie op en de maaltijden zijn vaak uitgebreid. Het is gezellig om weer bij elkaar te komen. Dit feest duurt ook een paar dagen. Sjanine: Hindoe Wat betekent kerst voor jou en hoe vieren jullie kerst? Ik vind kerst erg leuk, de hele familie komt bij elkaar. Wij zien onze familie best vaak, maar het is altijd erg gezellig om weer bij elkaar te zijn. Wanneer de kerstdagen voorbij zijn, dan kunnen wij niet wachten tot het oudejaarsdag is en wij weer bij elkaar komen. Er wordt onderling besproken bij wie het feestje gehouden wordt. Wij hebben dan feestjes, lekker eten en veel gezelligheid, het is vaak zo dat iedereen wat aanbiedt om mee te nemen. Tevens zijn de cadeautjes ook niet uit beeld, iedereen wordt lekker verwend. Het eten is extra veel en uitgebreid. Lekkere hoofdmaaltijden en de vele hapje die tussendoor worden gegeten. Belangrijkste religieuze feest en hoe vieren jullie dat? In het hindoeïsme hebben wij heel veel feestdagen, maar wij hebben niet een specifieke feest waar we extra nadruk op leggen. Tijdens de feestdagen die in het Hindoeïsme plaatsvinden, dienen de Hindoes vegetarisch te zijn. Tijdens de meeste dagen mag er alcohol genuttigd worden Angelica: Armeens christen Wat betekent kerst voor jou en hoe vieren jullie kerst? Met kerst vieren wij de geboorte / verjaardag van Jezus Christus. Dit doen wij met een mooi versierde kerstboom en kerstverlichting. Belangrijkste religieuze feest en hoe vieren wij dat? Kerst betekent veel voor mij en mijn familie. Wij vieren kerst vanaf 24 december tot 6 januari. In deze periode vergeef je iedereen, zoals God zegt, vergeef een ander om vergeven te worden. In deze periode zijn we vrolijk, dankbaar en vooral samen. We vieren kerstavond, eerste en tweede kerstdag. Dan zitten we met zijn allen om de tafel met kerstcadeautjes en dan bidden we. We gaan naar de kerk en steken daar kaarsen aan. Wij vieren in januari de doop van Jezus Christus, ook dan gaan we naar de kerk om kaarsen aan te steken en te bidden. Elk jaar vieren wij dit met de gehele familie, we wensen elkaar fijne kerstdagen toe! Kerst is voor ons het belangrijkste feest: de verjaardag van Jezus Christus!
6
Lestips voor docenten in de weken voor kerst Bijzondere ontmoetingen met Jezus van Nazareth Wie is deze man die nog steeds miljoenen mensen inspireert? Waarom is Hij bijzonder? Wat maakt dat Jezus een bijzonder iemand is en dat een ontmoeting met hem een onuitwisbare indruk bij mensen achterlaat? Hoe kon het dat Hij met zijn boodschap vele mensen achter zich kreeg? Bijna alle christenen in de wereld zien Jezus als hun voorbeeld en als ‘Verlosser’. Daarvoor gaan we terug naar de Bijbel. In het Oude Testament ( Jesaja 2, 5 en 40), het eerste deel van de Bijbel, belooft God dat de Messias geboren zal worden. Hij is de zoon van God en zal de mensen redden van hun tekortkomingen. Hij zal aanwezig zijn daar waar heelheid, vrede en gerechtigheid niet aanwezig zijn. In het Nieuwe Testament wordt de geboorte van Christus beschreven en het leven dat Hij geleid heeft. Hij reisde door Israel en sprak tot de mensen. Jezus geeft hen richtlijnen voor het leven in de omgang met elkaar. Als mensen zo met elkander leven zullen zij het goed met elkaar hebben. Waar het om gaat in het leven is: “God en de naaste liefhebben als jezelf”. Daarnaast genas hij zieken en deed blinden weer zien. Mensen werden geraakt door Zijn boodschap van eenvoud. Hij vertelde graag over Gods bedoeling met de mensen. Je vindt hieronder zijn boodschap die hij uitsprak op een berg bij het Meer van Galilea: Bergrede uit Mattheus 5 Matteüs 5:1-12. 1 Toen Jezus al die mensen zag, ging hij een berg op. Daar ging hij zitten. Zijn leerlingen kwamen bij hem. 2 Jezus begon zijn leerlingen uitleg te geven over de nieuwe wereld. Hij zei: 3 ‘Het echte geluk is voor mensen die weten dat ze God nodig hebben. Want voor hen is Gods nieuwe wereld. 4 Het echte geluk is voor mensen die verdriet hebben. Want God zal hen troosten. 5 Het echte geluk is voor mensen die vriendelijk zijn. Want aan hen zal God de aarde geven. 6 Het echte geluk is voor mensen die doen wat God wil, en die dat het allerbelangrijkste vinden. Want God zal hun moeite belonen. 7 Het echte geluk is voor mensen die goed zijn voor anderen. Want God zal goed zijn voor hen. 8 Het echte geluk is voor mensen die eerlijk zijn. Want zij zullen God zien. 9 Het echte geluk is voor mensen die vrede sluiten. Want zij zullen kinderen van God genoemd worden. 10 Het echte geluk is voor mensen die lijden omdat ze doen wat God wil. Want voor hen is Gods nieuwe wereld. 11 Het echte geluk is voor jullie. Jullie zullen het moeilijk hebben omdat je bij mij hoort. Misschien schelden de mensen je uit, of willen ze je gevangennemen. Misschien vertellen ze allerlei leugens over je. 12 Als dat gebeurt, moet je blij zijn en vrolijk. Want jullie krijgen een grote beloning in de hemel. Uit de vertaling: “Bijbel in gewone mensentaal” Vragen Wat vind je van de levenslessen die Jezus aan de mensen vertelt? • Wat kun je hiermee in je eigen leven? • Ken je ook mensen uit het heden of verleden die een vergelijkbaar verhaal vertellen aan de wereld? ( Bijvoorbeeld Mahatma Ghandi) • Wat is/was het bijzondere van hun verhaal? • Heb jij weleens iemand ontmoet die voor jou een voorbeeld is in het leven?
7
Bijzondere ontmoetingen in de klas Nodig iemand uit die een bijzonder verhaal heeft te vertellen. Levensverhalen die uitstijgen boven het alledaagse. Wat heeft iemand geïnspireerd om ergens voor te kiezen. Of misschien zijn er personen die spijt hebben van bepaalde keuzes in hun leven. Er zijn vast personen die in de geest van Jezus of vanuit een ander motief goede dingen willen doen voor de gemeenschap. Voorbeelden waaraan je zou kunnen denken zijn: iemand die in de zorg goede dingen doet,een persoon die zich inzet voor de medemens of de gemeenschap, iemand die zorg heeft voor het milieu. Misschien is het interessant een geestelijke uit te nodigen die uitlegt waarom Jezus voor hem/haar een inspiratiebron is. Wellicht ken je iemand voor wie Jezus een voorbeeld is om na te volgen. Het uitnodigen van ex-delinquenten kan ook heel bijzonder zijn. Je kunt een vluchteling/asielzoeker benaderen, die zijn levensverhaal vertelt. Een mogelijkheid is ook iemand uit een andere cultuur aan het woord te laten. Tenslotte kan het boeiend zijn om een persoon uit te nodigen die een verslaving heeft overwonnen. Zo zijn er vele mogelijkheden om met elkaar in gesprek te gaan. Bijzondere ontmoetingen en studenten In deze werkvorm worden studenten uitgedaagd om zelf te vertellen over hun levensloop of over mensen die voor hen een inspiratiebron zijn. Dit kunnen familieleden betreffen of personen uit de nabije omgeving die voor hen een voorbeeld zijn. Je kunt ook denken aan figuren uit de media die een belangrijke rol spelen voor studenten. Voorbeelden hiervan zijn bekende sporters, artiesten, politici, enz. Wat betekenen deze personen voor hen en welke invloed hebben zij op de samenleving? Gebruik eventueel het spel: “Wat is jouw inspiratiebron?” Te bevragen bij Simie of Reinder. Tweet: Bijzondere ontmoeting Stel je zou Jezus kunnen ontmoeten en spreken, welke tweet zou je hiervan ( kunnen) maken. Gedichten maken en verhalen schrijven Sommige studenten kunnen zich beter uitdrukken in een gedicht of een verhaal rond het thema. Dit kan gedeeld worden met de groep. Loesje: Bijzondere ontmoeting Voor de meer creatieve studenten is dit een mogelijkheid om het thema vorm te geven. Presentatie in de groep. Resultaten ophangen in de eigen afdeling. Films Er zijn natuurlijk ontzettend veel films gemaakt over kerst. Sommige hebben een uitsluitend komische ondertoon, andere zijn serieuzer van aard. Bijbels getrouw verhaal over de geboorte van Jezus: • The Nativity Story Genre komedie/ontspanning: • The Christmas Candle • Home Alone • A dog named Christmas • Alles is familie Woordspin maken en het gesprek aangaan De woorden ‘bijzondere ontmoeting’ zou je als uitgangspunt kunnen nemen en noteren wat er bij je boven komt. Acties voor goede doelen Denk aan: • Voedselbanken en/of kerstpakketten samenstellen voor minder bedeelden • Vluchtelingenwerk • Amnesty International • Bezoek aan zorgcentra ( activiteiten, spelletjes met bewoners) • Sponsorlopen/acties • Kaartjes schrijven voor gevangenen, enzovoort
8
Lied 286 Geef de inhoud van Lied 286 creatief (schilderen, kleien, etc.) weer. Waar mensen dwalen in het donker 1 Waar mensen dwalen in het donker, Draai je om en zie het nieuwe licht, Zie het licht dat God ons gaf in Jezus, Zie de mens die ieder mens verlicht, Waar het licht sterker is dan het donker en het daglicht overwint de nacht. Zoek je weg niet langer in het duister, keer je om en zie Gods nieuwe dag.
2 Waar de mensen lijden onder onrecht, in een wereld die geen vrede vindt, heb vertrouwen, draag het kruis met blijdschap, er is licht dat alles overwint. Refrein 3 Steek een kaars aan tegen al het duister, als teken in een bange tijd, dat ons leven niet in wanhoop eindigt, dat de vrede sterker is dan de strijd. refrein
Maak met je groep op een creatieve manier ‘Tekenen van Hoop’.
9
Opdrachten bij de kerstposters 2015 Inleiding Het thema van de posters van dit jaar is ‘bijzondere ontmoetingen’. Bijzonder, omdat die ene ontmoeting iets veranderde of verbeterde in je leven. Misschien juist wel in dit bijzondere jaar 2015……… Bijzonder, omdat deze ontmoeting jou raakte. Op de posters staan verschillende ontmoetingen weergegeven. Het is prachtig om te zien hoe de Bijbelteksten verbonden zijn met uitspraken om ons te inspireren. We hopen dat ook jij die inspiratie mag ervaren op weg naar kerst. Poster 1 Schrijf een verhaal of maak een gedicht waarin je weergeeft wat de belangrijkste gebeurtenis in jouw leven is. Geef ook weer wat deze gebeurtenis veranderde of verbeterde in je leven. Maak met je groep een ‘Verander- of Verbetermuur’. Verwerk daarbij onderstaande aandachtspunten: -
Hoe kunnen wij de wereld veranderen/verbeteren? Wat zouden jullie willen veranderen/verbeteren? Wat zie je al veranderen/verbeteren in je eigen omgeving? Wat zie je al veranderen/verbeteren in de wereld?
Poster 2 Ervaar jij ook dat er iemand is die jouw leidt en naast jou staat? Met wie loop jij op en van wie ervaar jij steun. Maak voor hem of haar een gedicht en geef dit als kerstattentie. Bezoek een instantie waar mensen opgevangen of ondersteund worden, zoals bijvoorbeeld. - het ‘maatjesproject’ - het Aanloophuis - het Leger des Heils - de daklozenopvang Maak een verslag van je bezoek en je ervaringen Houd een ‘bezinningswandeling’ met je groep. Daarin zijn de volgende momenten te onderscheiden: - Stilte - Overpeinzing n.a.v. de tekst van poster 2 - Gesprek Poster 3 Bespreek in je groep de volgende aandachtspunten: Wat maakt dat jij vertrouwen hebt in de toekomst? Wat maakt dat je ondanks tegenslagen vertrouwen hebt? Welke rol speelt geloven en vertrouwen in jouw leven?
10
Poster 1
11
Poster 2
12
Poster 3
13
Verhalen en gedichten om te gebruiken in de weken voor kerst
Van de vrede blijf je dromen
Samen zullen wij weer leren van de vrede, hoe dat moet hoe je onrecht om kunt keren tot iet heels en tot iets goeds. Zodat alles anders wordt, dichterbij de droom van God. Van raketten en van zwaarden maken wij gewoon een ploeg en wij zaaien op de aarde graan voor allen, brood genoeg. Liefde huist in elke straat, niemand wordt er meer soldaat. Van de vrede blijf je dromen, je zult zien, soms, hier en daar, hoe er steeds meer mensen komen die niet vechten met elkaar. Die de wegen gaan van God, tot de aarde hemel wordt.
14
In de nacht Terwijl velen de macht gehoorzaamden en niet meer durfden te geloven in nog een onverwacht wending, Bleven enkelen onderweg, klopten aan deuren, kregen verhalen over drukte en vol zijn te horen, geen gaatje meer in de agenda vrij. Terwijl het verzet leek te minderen, Werd midden in de nacht de hemel helder: De liefde kwam in VredesNaam toch op aarde
Je gelooft het of niet Er komt een nieuwe tijd. Niemand zal nog in de kou staan. Niemand zal nog hongeren. Niemand zal nog vereenzamen. Er komt een nieuwe tijd. Voor iedereen zal er een mantel zijn. Voor iedereen zal er genoeg zijn. Voor iedereen zal er vriendschap zijn. Er komt een nieuwe tijd. Voor ieder is er een mantel om de schouder. Een mantel vol vrolijke blijde kleuren. Een lichtende mantel vol levensmoed. Er komt een nieuwe koning. Wachtend bereiden wij ons voor. Wegen worden recht. Heuvels worden geslecht. In de woestijn bloeit reeds de lelie.
15
Een herberg is geen plaats voor Hem! Maria en Jozef zijn op reis, naar Bethlehem. Ze moeten zich laten inschrijven, want de keizer wil weten hoeveel mensen in zijn land wonen. “Zijn we er al?” vraag Maria. “Bijna,” zegt Jozef. “Wat is het hier druk! Ik hoop dat we vannacht een plek vinden om te slapen.” “Vast wel,” mompelt Jozef. Maar als hij naar al die mensen op de weg kijkt, weet hij het niet zeker. Uren later komen Jozef en Maria in Bethlehem. “Denk je echt dat er voor ons nog een plekje in de herberg is?” vraagt Maria. Eh, ja … als ik vertel dat jij een kindje krijgt, is er vast wel plaats voor ons.” Jozef loopt de herberg in. Het is er heel druk. De kamelen en ezels liggen op het hooi. En boven zitten de gasten. “Hé, meisje, jij daar!” roept Jozef. “Kunnen wij hier slapen?.” “Slapen?” vraagt het meisje dat Hadassa heet. “Dat denk ik niet meneer. We zitten vol. Er kan echt niemand meer bij. Het is boven tjokvol. Iedereen is op reis. Alleen maar omdat de keizer wil weten hoeveel mensen hier wonen. Dan krijgt hij veel geld, meneer, het gaat altijd om geld! Maar eh, ik moet verder, want de gasten willen drinken!” Ze wil alweer doorlopen, maar Jozef houdt haar vast. “Is er echt nergens plaats?” “Nee, het spijt me.” Maar Jozef laat Hadassa niet los. “Wie is de baas van de herberg?” “Mijn vader,” zegt Hadassa. “Ga hem halen,” zegt Jozef. En tegen Maria zegt hij: “Het lijkt wel of ze hier in Bethlehem mensen helemaal niet belangrijk vinden!” Dan stommelt de vader van Hadassa de trap af. Halverwege roep hij al: “We zitten vol.” “Maar, mijn vrouw Maria krijgt bijna een kindje. Ze kan vannacht niet buiten slapen. Dat is veel te koud, en te gevaarlijk.” Hadassa’s vader haalt zijn schouders op. “Tja, da’s vervelend. Maar daar kan ik toch niks aan doen?” “Bij de dieren!”roept Hadassa opeens. “Wat nou bij de dieren?” zegt haar vader. “Kunnen ze niet gewoon tussen de dieren, hieronder, gaan slapen?” “Zomaar tussen de dieren? Dat …” “Geeft niks,” zegt Jozef. “Het maakt niet uit waar we slapen. Als we maar een plek hebben.” “Nou goed. Jullie moeten het zelf weten.” “Dank u wel,”zegt Jozef blij. “Kom Maria,” zegt Jozef. “We hebben een plek. Het is niet mooi, maar dat geeft niet. Hé dikzak!” roept Jozef tegen een kameel die een beetje in de weg ligt. Ga eens opzij!” Maar de kameel blijft gewoon liggen. “Goed, goed,” zegt Jozef, als je het dan maar niet erg, dat we tegen je aan komen liggen. Ze maken snel een bed van stro. Als dat klaar is, zegt Maria: “Ik begrijp het niet.” “Wat niet?” vraagt Jozef. “De engel heeft gezegd dat we een bijzonder kindje krijgen. Maar deze plek is maar heel gewoon.” “Het komt wel goed,” zegt Jozef. “In Bethlehem gaat het alleen om eten en drinken. Om geld. Om mooie slaapplaatsen. Maar bij God gaat het om mensen. Een herberg is geen plaats voor hem.” En dan vallen ze, zomaar tussen de dieren, in slaap.
16
Een droom van vrede “En nu was de toestand zó: de dreiging vanuit AssyIë werd groter en groter. Koning Achas voelde zich beklemd en benauwd worden wanneer hij dacht aan wat er allemaal zou kunnen gebeuren met dat opdringende leger steeds dichter bij zijn grenzen. De twee kleine rijkjes Israël en Syrië hadden hem gevraagd met z’n drieën een verbond te sluiten. Dan zouden ze sterk staan tegen de komende invasie, dachten ze. Maar Achas had niet gewild. Daarop hadden de koningen van Juda en SyriIë een dreigende houding aangenomen: “Wil je niet? Dan hakken wij je in de pan!” Achas was bang. Geregeld controleerde hij de vestingwerken van zijn stad, die de paar duizend inwoners van Jeruzalem moesten beschermen tegen de invallers. De watergangen waren het belangrijkst; in tijden van een beleg, was water een zaak van leven of dood! Op een dag inspecteerde de koning voor de zoveelste keer de watergangen. Van de andere kant kwam Jesaja aanwandelen, zijn kleine jongen aan de hand. Op de plek waaruit een verborgen bron het water omhoog werd gehaald sprak Jesaja de koning aan. Tenslotte kwam hij regelmatig aan het hof. De koning vroeg hem daarom raad voor veldslagen en andere beslissingen. Jesaja zag heel goed hoe verward en onzeker de koning was. Nog dezelfde morgen had God tegen hem gezegd: “Ga jij eens kijken in de watergangen Jesaja, met je zoon ‘Rest-Keert-Terug’, en ga de koning tegemoet, hij heeft je nodig.” “Om je de waarheid te zeggen, Jesaja, zei de koning op vertrouwelijke toon, denk ik erover om maar steun te zoeken bij de Assyriërs zelf. Wat zou je daarvan denken.” “Niet doen heer koning. Nooit doen!” “Jawel, maar jij heb gemakkelijk praten”, hield Achas vol. “Die koningen van Juda en van Syrië bedreigen me nu ook al! Ze willen me dwingen met hen mee te doen. Zo niet goedschiks, dan maar kwaadschiks, zeggen ze! Als ik niet meedoe, gaan zij tot de aanval over misschien! Aan de andere kant …. De Assyriërs de invasie ….” De koning stond te trillen op zijn benen, zoals de bomen van het bos trillen vlak voor de storm. En Jesja zei: “Schei toch uit heer koning! Laat u toch niet van de wijs brengen door die twee dwergrijkjes daar in het Noorden! Die twee walmende vlaspitten! Wie zijn ze eigenlijk! Heus koning, die twee krijgen geen kans!” “Ja maar, zal ik toch maar, tégen hen, met Assyrië samengaan?” bedacht Achas vreesachtig. “En de vijand zelf in uw huis halen? Nooit doen heer koning! Vertrouw op de heer!” En in één korte flitsende zin riep Jesaja de koning tot de orde: “Vertrouw je niet? Dan houd je niet!” “Ja, allemaal goed en wel,” zei de koning. “Maar werkelijk, Jesaja, als er geen wonder gebeurt, dan ….” Vráág dan een wonder, een teken van de Heer uw God,” raadde Jesaja. Maar Achas deed of hij dat niet begreep. Zogenaamd bescheiden, zei hij: “Ach, laat ik dat niet doen. Laat ik Hem daar nu niet mee lastig vallen ….” “Luister toch,” riep Jesaja ongeduldig uit, “is ’t al niet erg genoeg dat u de mensen moe maakt? Moet u mijn God óók nog moe maken met dit soort gepraat? Maar de Heer mijn God zal u een teken geven. Dit teken: …. De jonge vrouw die een kindje verwacht zal een zoon ter wereld brengen. Ze zal hem roepen met de naam: Immanuel! Dat betekent immers: Bij ons is God! Maar – als hij zo groot is geworden dat hij er benul van heeft dat je het kwade moet afwijzen en het goed moet doen, dan zal hij eerst nog boeter en honing moeten eten.” “Gunst wat is dat nu voor een raadsel!” riep Oeri uit. Maar Joram zei langzaam: “Boter en honing …. Kan dat betekenen dat het land in oorlog is geweest? Verwoest, kaalgestroopt? Dat de akkers kaalgeroofd en leeg zijn. En dat die jonge Immanuel met zijn volk zal moeten delen wat er dan nog wel is: wilde honing, en een beetje boter van die paar schapen die altijd wel ergens rondscharrelen?” Hij straalde toen Tobias hem op zijn schouder klopte. “Maar die Immanuel, is die toen nog geboren?” wilde Jochai weten. “Was dat de zoon van de koning?” “Nee, Jochai, hij was het niet”. “Ons volk heeft naar deze Immanuel uitgezien. En steeds als er een nieuwe koningszoon geboren was, stelden onze mensen elkaar de vraag: “Bij-ons-is-God”. En die vraag stellen we elkaar nog steeds”. 17
“Maar hoe ging het nou verder met koning Achas in Jeruzalem?” vroeg Oeri, die er niet zoveel van begreep. Damascus is gevallen. En tien jaar later Samaria ook. Juda bleef nog gespaard. Dat is heel wonderlijk gegaan. Want Jeruzalem is wel degelijk belegerd geweest. Als een vogel in een kooi, ingeklemd tussen rijen van soldaten. Door een geheimzinnig wonder zijn die Assyrische legers toch op een nacht plotseling verdwenen. Een verhaal zegt dat er duizenden gestorven zijn aan één of andere ziekte. Een ander verhaal; dat de koning zijn legers opeens ergens anders dringend nodig had. Maar ’t Noordrijk is vernield, onder de voet gelopen. De mensen zijn gedeporteerd, en alles is gegaan zoals het te voorzien was. Toen Jesaja zijn broedervolk in zo groot verdriet zag, heeft hij een lied gemaakt, omdat hij dacht aan de beloofde bondgenoot: Dit lied: ‘Het volk dat in donkerheid gaan moet ziet een groot licht. Over hen die wonen in een land van dichte duisternis staalt een licht. Luid maakt Gij het gejubel groot maakt Gij de vreugde. Ze verheugen zich voor uw aangezicht zoals bij het vrolijke oogstfeest, en zoals men juicht wanneer de buit verdeeld wordt. Want het juk dat zwaar woog, dat de schouders deed doorzakken, de stok die het aandrukte, Gij hebt hem doormidden gebroken! Want elke laars die dreunend stampt, en elke mantel in bloed gewenteld, zal verbrand worden, een prooi van het vuur. Want een Kind is ons geboren een zoon is ons gegeven, op zijn schouder zal de heerschappij rusten. Zijn verrukkelijke namen roept men uit: Raadsman van de grote God, Held van de vader der eeuwen. Vorst van de Vrede! Groots zal zijn regering zijn en eindeloos de vrede, op de troon van David en over zijn koninkrijk dat hij zal stichten en handhaven met gerechtigheid en recht van nu aan tot altijd En Hij die zich hiervoor inzet Is de Heer!”
18
Terwijl de oude Tobias dit lied had opgezegd haaden zijn rusteloze vinger het pasgesmede zwaard om en om gedraaid. Maar nu nam Jochai het uit zijn gerimpelde handen. “Leg het maar weg,” zei hij zachtjes. “Al is het maar éven.” De oude man knikte. “Gelijk heb je”, zei hij. Hij wilde zich omdraaien en zijn binnengaan. Maar Joram trok Tobias aan zijn mouw. “Maar wij …. Wat hebben wij daaraan,” zei hij met een wat schorre stem. “Een droom van vrede …. Wat hebben wij er mee te maken! Hier, en nu?” “Van die droom zullen telkens weer mensen wakker worden,” antwoordde Tobias met besliste stem. “Wat hebben wij er mee te maken? Dit: dat er toch eindelijk vrede zal zijn. Dat ze de oorlog niet meer zullen leren!”
Ramp over Jeruzalem “Nou ik heb het toch zeker zelf gehoord! Zelfs de muren halen ze neer, zei hij!” Oeri gaf Joram een duw omdat hij ongelovig bleef kijken, turend in de richting van het oploopje aan de stadmuur. Er was iets ongewoons aan de hand. Dat was duidelijk! Heftig gebarende mannen uit het joods kwartier stonden druk te praten met vreemden, verslonst en vuil. Ze zagen eruit of ze dagen gereisd hadden. Kreten van ongelovige verbazing stegen op. Gezichten, die vertrokken waren van angst en ontzetting. Hijgend renden de jongens erheen. Ze wilden erbij zijn! “Nieuwe ballingen aangekomen!” hoorden zij een man schreeuwen. “Ze hebben nieuws …. nieuws over Jeruzalem ….” Nu zagen de jongens de Babylonische soldatenhelmen tussen de mensenmenigte bewegen. “Er zijn weer razzia’s geweest in Jeruzalem …. Nieuwe invallen ….” riep de man. Op dat moment werd hij ruw opzij geduwd door de soldaten. “Doorlopen! Ieereen die hier niets te maken heeft naar zijn huis! Mee jullie!” Dat was tegen de vreemden. Verslagen en verfomfaaid als ze waren lieten ze zich willoos meevoeren …. Eén klaagde nog: “Mijn stad verbrand …. De muren neegehaald ….” Toen hoorden ze hem niet meer. De joodse mannen hadden zich mompelend verspreid. Plotseling kregen ze de jongens in de gaten. En Jochai’s vader, die anders toch beheerst en vriendelijk was viel uit: “Naar huis jullie! Dit is geen plaats voor kinderen!” Zo werden ze weggejaagd. Het had alles bij elkaar nog geen vijf minuten geduurd. Maar thuis gekomen kon Jochai’s vader zich niet meer goed houden. Jochai drukte zich weg. Hij hoorde de jammerklachten van zijn vader, die opgewonden naar zijn riep: “Jeruzalem …. Een overval gedaan …. De stad verbrand …. en alle mannen hebbe ze weggevoerd …. Ontelbare doden en gewonden …. De muren trekken ze omver …. En de tempel, o Hanna, de tempel ….”
19