Bijlage omgevingsaspecten bij het Bestemmingsplan Buitengebied mei 2011
Inhoud 1. Luchtkwaliteitsonderzoek, Gemeente Groningen, Milieudienst (2010); 2. Inventarisatie bodemkwaliteitsgegevens, Gemeente Groningen, Milieudienst (2009); 3. Externe Veiligheidsstudie, Gemeente Groningen, Milieudienst (2011); 4. Kwantitatieve Risicoanalyse deelgebied Winschoterweg, Gemeente Groningen, Milieudienst (2011); 5. Kwantitatieve Risicoanalyse deelgebied Noorddijk, Gemeente Groningen, Milieudienst (2011).
Luchtkwaliteitonderzoek Ten behoeve van de actualisatie bestemmingsplan Buitengebied Wet luchtkwaliteit De Wet luchtkwaliteit1 geeft het kwaliteitsniveau aan waaraan de buitenlucht moet voldoen om ongewenste effecten van luchtverontreiniging op de gezondheid van mensen te beperken. In deze wet zijn luchtkwaliteitsnormen vastgelegd voor onder meer: stikstofdioxide (NO2), fijn stof (PM10), koolmonoxide (CO), benzeen (C6H6), zwaveldioxide (SO2), lood (Pb) en benzo(a)pyreen. Hiervan zijn NO2 en PM10 het meest relevant omdat in Nederland alleen voor deze twee stoffen regelmatig en/of op ruime schaal normoverschrijdingen voorkomen. Berekening luchtkwaliteit De voornaamste bron van luchtverontreiniging in Groningen is het wegverkeer. De bijdrage van het lokale verkeer aan de luchtverontreiniging wordt berekend met behulp van het wettelijk voorgeschreven model. Dit model is mede gebaseerd op gegevens van het Landelijke Meetnet Luchtkwaliteitnet. Zo worden in het model ook de zogenoemde achtergrondconcentraties verdisconteerd (ofwel de luchtverontreiniging van bijvoorbeeld bedrijven, huishoudens en van verder afgelegen bronnen) die worden bepaald op basis van het Landelijke Meetnet Luchtkwaliteit. Ten behoeve van het actualisatie bestemmingsplan Landelijk Gebied is nagegaan wat de concentraties zijn van de genoemde luchtverontreinigende stoffen en of er luchtkwaliteitsnormen worden overschreden. De concentraties zijn berekend voor de Friesestraatweg, Winsumerweg, Rijksweg en de Groningerweg. Met behulp van de Rapportage-tool zijn de concentraties bepaald voor de A7 (richting Hoogezand) en de Noordzeeweg. Voor wegen met gemiddelde weekdagintensiteiten beneden de 7000 voertuigen zijn in het verleden geen luchtkwaliteitsnormen overschrijdingen geconstateerd. Om deze reden zijn de volgende wegen niet meegenomen: Aduarderdiepsterweg, Zijlvesterweg, Hoogeweg, Winschoterweg en de Noorddijkerweg.
Invoer verkeersgegevens Voor de situatie in 2009 zijn de verkeerscijfers van 2004 uit het verkeersmodel Regio Groningen - Assen (RGA), versie 1.2. gebruikt. Voor de situatie in 2019 zijn uit hetzelfde model de prognosecijfers voor 2020 gebruikt. De normen en de (berekende) luchtkwaliteit worden weergegeven in een aantal tabellen: 1. totaaloverzicht: luchtkwaliteitsnormen, huidige situatie en prognoses 2. concentraties van NO2 in 2009 en 2019 3. concentraties van PM10 in 2009 en 2019 4. aantal dagen met een overschrijding van PM10 in 2009 en 2019
1
Kortheidshalve wordt hier gesproken van de ‘Wet luchtkwaliteit’, die op 15 november 2007 in werking is getreden. Formeel betreft het hier de ‘Wet van 11 oktober 2007 tot wijziging van de Wet milieubeheer (luchtkwaliteitseisen)’.
1
CONCLUSIE De onderzochte situatie voldoet aan de luchtkwaliteitsnormen. Dit betekent, dat er vanwege de luchtkwaliteit geen belemmering is voor het vaststellen van het bestemmingsplan Landelijk Gebied. De gezondheidskundige advieswaarde voor fijn stof wordt wel overschreden. Dit betekent, dat de luchtkwaliteit niet optimaal is.
2
Tabel 1: Totaaloverzicht
Luchtkwaliteitsnormen
Stof Stikstofdioxide: NO2 Fijn stof: PM10 Fijn stof: PM10
Benzeen
Huidige situatie (2009) en prognose voor 2019
Norm Grenswaarde jaargemiddelde concentratie = 40 µg/m3 Grenswaarde jaargemiddelde concentratie = 40 µg/m3 Grenswaarde daggemiddelde concentratie = maximaal 35x per jaar > 50 µg/m3 Grenswaarde jaargemiddelde concentratie = 10 µg/m3 Idem met ingang van 1-1-2010 = 5 µg/m3
Koolmonoxide: CO
Grenswaarde 9-uurgemiddelde concentraties = 10.000 µg/m3
Benzo(a)pyreen: B(a)P
Richtwaarde voor de jaargemiddelde concentratie per 1-1-2013 = 1 nanogram per m3
Zwaveldioxide: SO2
O.a. grenswaarde jaargemiddelde concentratie = 20 µg/m3
Lood: Pb
Grenswaarde jaargemiddelde concentratie = 0,5 µg/m3
Geen overschrijdingen: zie tabel 2. Geen overschrijdingen: zie tabel 3. Geen overschrijdingen: zie tabel 4.
Geen normoverschrijdingen. Toelichting: De concentraties in Groningen zitten ver onder de norm. De concentraties in 2009 liggen rond de 0,7 µg/m3. In 2019 liggen de concentraties tevens rond de 0,7 µg/m3. Geen normoverschrijdingen Toelichting: De concentraties in Groningen zitten ver onder de norm. De concentraties in 2009 liggen rond de 580 µg/m3. In 2019 liggen de concentraties rond de 540 µg/m3. Geen normoverschrijdingen Toelichting: De concentraties in Groningen zitten ver onder de norm. De concentraties in 2009 liggen rond de 0,3 ng/m3. In 2019 is de situatie gelijk aan 2009. Geen normoverschrijdingen. Toelichting: De concentraties in Groningen zitten ver onder de norm. De concentraties in 2009 liggen rond de 1,0 µg/m3 . In 2019 is dit iets hoger. Geen normoverschrijdingen. Toelichting: In Nederland komen geen normoverschrijdingen meer voor. Voor Pb wordt verwezen naar provinciale rapportages.
3
Tabel 2: Berekening jaargemiddelde concentratie NO2 Grenswaarde = 40 µg/m3 Straatnaam Friesestraatweg Winsumerweg Groningerweg Rijksweg A7 (richting Hoogezand) Noordzeeweg
Concentratie in 2009 (in µg/m3) 20,5 22,7 16,2 19,7 Resultaten uit de Rapportage-tool > 38 > 38
Prognose voor 2019 (in µg/m3) 14,1 14,7 11,6 12,6 X X
Conclusie: geen normoverschrijdingen Onderbouwing: zie de bijgevoegde rekenbladen
Tabel 3: Berekening jaargemiddelde concentratie PM10 (incl. zeezoutcorrectie2 van 6 µg/m3) Grenswaarde = 40 µg/m3 Straatnaam Friesestraatweg Winsumerweg Groningerweg Rijksweg A7 (richting Hoogezand) Noordzeeweg
Concentratie in 2009 (in µg/m3) 17,5 18,1 17,3 17,4 Resultaten uit de Rapportage-tool < 30 < 30
Prognose voor 2019 (in µg/m3) 15,5 15,7 15,2 15,1 X X
Conclusie: geen normoverschrijdingen Onderbouwing: zie de bijgevoegde rekenbladen
2
In de Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007 is per gemeente het aandeel zeezout bepaald, dat van de jaargemiddelde concentratie mag worden afgetrokken. Deze zgn. zeezoutcorrectie bedraagt voor de gemeente Groningen 6 µg/m3. De berekende concentraties (zie de bijlagen) zijn exclusief de zeezoutaftrek.
4
Tabel 4: Berekening aantal dagen overschrijding voor PM10 (incl. zeezoutcorrectie3 van 6 dgn/jr). Grenswaarde = maximaal 35x per jaar hoger dan 50 µg/m3
Straatnaam
Friesestraatweg Winsumerweg Groningerweg Rijksweg
3
Aantal dagen met een overschrijding in 2009
Aantal dagen met een overschrijding: prognose voor 2019
7 8 6 6
3 4 3 3
Conclusie: geen normoverschrijdingen
3
In de Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007 is bepaald, dat het aantal overschrijdingsdagen van het 24uursgemiddelde van fijn stof moet worden gecorrigeerd voor het in de buitenlucht voorkomende zeezout. Deze zgn. zeezoutcorrectie bedraagt voor alle gemeenten in Nederland 6 dagen per jaar. Deze correctie is in de berekeningen (zie de bijlagen) verwerkt.
5
6
Inventarisatie bodemkwaliteitsgegevens Plangebied Landelijk Gebied Gemeente Groningen
Voorontwerp
Milieudienst, december 2009
Inventarisatie bodemkwaliteitsgegevens Landelijk Gebied 22-12-2009
1
Inhoud
1 2
2.1 2.2 2.3 2.4 3
Inleiding
3
Inventarisatie bodemkwaliteitsgegevens
5
De uitgevoerde inventarisatie Verdachte locaties Ernstige bodemverontreinigingen en saneringen Bodemkwaliteitskaart en -plan
5 5 5 7
Conclusie
8
Bijlage 1 – Inventarisatie lijst Squit
Inventarisatie bodemkwaliteitsgegevens Landelijk Gebied 22-12-2009
2
1
Inleiding Ten behoeve van de actualisatie van het bestemmingsplan Landelijk Gebied is een inventarisatie uitgevoerd naar de aanwezigheid van gegevens over de bodemkwaliteit bij de Milieudienst van de gemeente Groningen. Daarvoor zijn de volgende aspecten beoordeeld: • de locaties die verdacht zijn van een ernstige bodemverontreiniging; • de aanwezigheid van ernstige bodemverontreinigingen; • de locaties waar na sanering een zorgmaatregel van kracht is en mogelijke gebruiksbeperkingen liggen; • de diffuse bodemkwaliteit zoals vastgesteld in de gemeentelijke bodemkwaliteitskaart. Dit bestemmingsplan is een zogenaamd actualisatieplan. De beoordeling van de bodemkwaliteit voor de actualisatie gaat uit van een gebiedsbenadering. Er is geen sprake van ontwikkellocaties. De conclusie (hoofdstuk 3) van dit document is zo opgesteld dat de tekst rechtstreeks kan worden overgenomen in het bestemmingsplan. Het document kan als bijlage bij het bestemmingsplan worden toegevoegd. De inventarisatie is uitgevoerd op 22 december 2009 ten behoeve van de beoordeling van het bestemmingsplan Landelijk Gebied. De inventarisatie is gebaseerd op de op dat moment bij de Milieudienst beschikbare gegevens. Dagelijks worden gegevens aangeleverd en bijgewerkt. Voor een actuele situatie of voor informatie over individuele locaties verwijzen wij daarom naar www.eloket.groningen.nl. Verder bestaat de mogelijkheid om op afspraak rapporten in te zien bij de Milieudienst. Contouren plangebied Het plangebied Landelijk Gebied betreffen grote delen van het buitengebied binnen de gemeente Groningen en wordt enerzijds begrensd door de gemeentegrenzen en anderzijds door de lintbebouwing en de stedelijke bebouwing. De lintdorpen zijn uitgesloten van dit bestemmingsplan.
Inventarisatie bodemkwaliteitsgegevens Landelijk Gebied 22-12-2009
3
De begrenzing van het plangebied is in onderstaand figuur weergegeven.
De functies in dit gebied zijn voornamelijk agrarische functies. Daarnaast zijn enkele bedrijven aanwezig. De lintdorpen behoren niet tot het bestemmingsplangebied.
Inventarisatie bodemkwaliteitsgegevens Landelijk Gebied 22-12-2009
4
2
Inventarisatie bodemkwaliteitsgegevens
2.1
De uitgevoerde inventarisatie Voor de inventarisatie van de bodemkwaliteitsgegevens is gebruik gemaakt van de informatie zoals opgeslagen in het informatiesysteem Squit van de gemeente Groningen. In het systeem Squit zijn in ieder geval die locaties opgenomen: • die verdacht zijn van een geval van ernstige bodemverontreiniging; • waar sprake is van een geval van ernstige bodemverontreiniging: o historisch geval: ontstaan voor 1987 o nieuw geval: ontstaan na 1987 • waar een bodemsanering is uitgevoerd en waar eventuele nazorgmaatregelen of gebruiksbeperkingen van kracht zijn. In bijlage 1 is een lijst opgenomen met de in Squit opgenomen locaties die binnen het betreffende plangebied liggen. Op basis van deze inventarisatie is de beoordeling uitgevoerd.
2.2
Verdachte locaties Uit de Squit-lijst in bijlage 1 blijkt dat binnen het plangebied diverse locaties aanwezig zijn die verdacht zijn van een geval van ernstige bodemverontreiniging. De verdachtmaking kan het gevolg zijn van bodembedreigende activiteiten die in het verleden hebben plaatsgevonden. Het kan ook zijn dat in een eerder bodemonderzoek is vastgesteld dat er bodemverontreiniging aanwezig is waarvan het vermoeden bestaat dat bij nader onderzoek vastgesteld wordt dat het om een geval van ernstige bodemverontreiniging gaat. Binnen het plangebied bevinden zich voornamelijk dempingen en ophogingen. Daarnaast bevinden zich binnen het plangebied diverse bedrijventerreinen en enkele ondergrondse tanks en stortplaatsen waardoor de bodem plaatselijk verontreinigd kan zijn.
2.3
Ernstige bodemverontreinigingen en saneringen Bij een geval van ernstige bodemverontreiniging zijn de functionele eigenschappen die de bodem voor mens, plant of dier heeft ernstig verminderd. Een bodemsanering is dan nodig om de locatie weer geschikt te maken voor het beoogde gebruik.
Inventarisatie bodemkwaliteitsgegevens Landelijk Gebied 22-12-2009
5
Binnen het plangebied bevinden zich vier locaties waar een geval van ernstige bodemverontreiniging is vastgesteld. Alle gevallen zijn voor 1987 ontstaan. Per locatie is nagegaan of er een sanering heeft plaatsgevonden en of er na sanering nog zorgmaatregelen of gebruiksbeperkingen van kracht zijn. De locaties, de sanering en de gebruiksbeperkingen zijn opgenomen in tabel 1. Van de vier locaties waar een ernstige bodemverontreiniging is vastgesteld zijn twee locaties deels gesaneerd. Alle locaties zijn als niet-spoedeisend aangemerkt. Deze hoeven niet binnen vier jaar na afgifte van de beschikking gesaneerd te zijn. Het verrichten van bodemonderzoeken en het uitvoeren van eventuele saneringswerkzaamheden is een verantwoordelijkheid van de veroorzaker, de eigenaar en/of een belanghebbende. De gemeente ziet er daarbij op toe dat de sanering op de juiste manier wordt uitgevoerd. Voor de locaties die verdacht zijn van een geval van ernstige bodemverontreiniging is een bodemonderzoek bij de aanvraag van een bouwvergunning in ieder geval noodzakelijk. De Woningwet en de gemeentelijke bouwverordening regelen in welke gevallen bij de aanvraag van een bouwvergunning een bodemonderzoek moet worden gedaan. Tabel 1: locaties met een ernstige bodemverontreiniging Locatie code
Locatie naam
Beoordeling verontreiniging
Sanering uitgevoerd
GO001401196
Beneluxweg, Oostelijke ringweg Groningerweg / Molenstreek, vml. stortplaats Noorddijkerweg 31
Ernstig, niet spoedeisend
Deelsanering* n.v.t.
Ernstig, niet spoedeisend
Nee
4
Ernstig, niet spoedeisend
Ja
n.v.t.
Weg der Verenigde Naties / Europaweg
Ernstig, niet spoedeisend
Deelsanering* n.v.t.
GR001400021
GR001400326 GR001400302
Zorg na sanering
Zorgmaatregelen en gebruiksbeperkingen na sanering 1. bestemmingswijzigingen melden bij bevoegd gezag Wbb 2. leeflaag in stand houden 3. verharding in stand houden 4. monitoring grondwater 5. verbod graafactiviteiten 6. grondwateronttrekkingssysteem aanwezig
* Bij functiewijzigingen zal nagegaan moeten worden of de sanering voldoende uitgevoerd is voor het beoogde gebruik.
De informatie over de bodemsanering inclusief de genomen beschikkingen bevindt zich in het archief van de Milieudienst. Dossiers zijn op afspraak in te zien (zie voor verdere informatie www.eloket.groningen.nl).
Inventarisatie bodemkwaliteitsgegevens Landelijk Gebied 22-12-2009
6
2.4
Bodemkwaliteitskaart en -plan In de loop van de tijd zijn op allerlei manieren puinhoudend materiaal, kooldeeltjes en ander afval in de bodem terechtgekomen. Bewoning, bedrijvigheid en ook neerslag van luchtverontreiniging heeft op vele plaatsen de bodem belast. Dit heeft geleid tot diffuse, niet tot een bron ter herleiden, bodemverontreiniging. De gemeente Groningen heeft voor haar gehele grondgebied een bodemkwaliteitskaart en een bodembeheerplan in het kader van de vrijstellingsregeling grondverzet opgesteld. De bodemkwaliteitskaart geeft inzicht in deze diffuse bodemkwaliteit. De kaart en het plan zijn op 10 juli 2007 geactualiseerd (besluit 6k van Burgemeester &Wethouders). Uit de bodemkwaliteitskaart blijkt dat voor het plangebied Landelijk Gebied geldt dat de kwaliteit van de bodem ter plaatse van een deel van het plangebied niet is bepaald. Daarnaast geldt dat een deel van de bodem schoon is en delen van het plangebied licht verontreinigd zijn met minerale olie. Voor het meest zuidoostelijke deel van het plangebied geldt dat de bodem licht verontreinigd is met minerale olie en EOX. Indien binnen het plangebied grond wordt afgevoerd of wordt hergebruikt dan dient hiermee rekening te worden gehouden. De regels ten aanzien van hergebruik van grond in de gemeente Groningen zijn vastgelegd in het bodembeheerplan. Eventueel hergebruik of afvoer van grond dient gemeld te worden bij de afdeling Bodem van de Milieudienst van de gemeente Groningen. Voor meer informatie wordt verwezen naar de bodemkwaliteitskaart en het bodembeheerplan. Deze documenten zijn in te zien via de site milieu.groningen.nl.
Inventarisatie bodemkwaliteitsgegevens Landelijk Gebied 22-12-2009
7
3
Conclusie Met deze herziening wordt de bestaande situatie in het gebied vastgelegd. De functies in dit gebied zijn voornamelijk agrarische functies. In het gebied zijn daarnaast enkele bedrijfsterreinen aanwezig. De bodemkwaliteit voldoet over het algemeen aan de normen die gekoppeld zijn aan het gebruik of de huidige functie. In het plangebied zijn echter wel diverse bronnen van verontreiniging aanwezig en is sprake van een diffuse (lichte) verontreiniging van de bodem. Bronverontreiniging Binnen het plangebied bevinden zich diverse locaties die verdacht zijn van een (ernstige) bodemverontreiniging. De verdachtmaking kan het gevolg zijn van bodembedreigende activiteiten in het verleden of een eerder bodemonderzoek. In het plangebied zijn veel dempingen en ophogingen aangemerkt als mogelijk (ernstig) verontreinigde locaties. Daarnaast bevinden zich binnen het plangebied diverse bedrijventerreinen en enkele ondergrondse tanks en stortplaatsen waardoor de bodem plaatselijk verontreinigd kan zijn. Van de vier locaties waar een ernstige bodemverontreiniging is vastgesteld zijn twee locaties deels gesaneerd. Alle locaties zijn als niet-spoedeisend aangemerkt. Deze hoeven niet binnen vier jaar na afgifte van de beschikking gesaneerd te zijn. In onderstaande tabel zijn de locaties met een ernstige bodemverontreiniging weergegeven. Hierbij is tevens aangegeven of er al een sanering heeft plaatsgevonden en of er eventuele gebruiksbeperkingen zijn. Locaties met een ernstige bodemverontreiniging Locatie code
Locatie naam
GO001401196
Beneluxweg, Oostelijke ringweg Groningerweg / Molenstreek, vml. stortplaats Noorddijkerweg 31
GR001400021
GR001400326 GR001400302
Weg der Verenigde Naties / Europaweg
Beoordeling verontreiniging Ernstig, niet spoedeisend
Sanering Zorg na uitgevoerd sanering Deelsanering* n.v.t.
Ernstig, niet spoedeisend
Nee
4
Ernstig, niet spoedeisend
Ja
n.v.t.
Ernstig, niet spoedeisend
Deelsanering* n.v.t.
Zorgmaatregelen en gebruiksbeperkingen na sanering 1. bestemmingswijzigingen melden bij bevoegd gezag Wbb 2. leeflaag in stand houden 3. verharding in stand houden 4. monitoring grondwater 5. verbod graafactiviteiten 6. grondwateronttrekkingssysteem aanwezig
* Bij functiewijzigingen zal nagegaan moeten worden of de sanering voldoende uitgevoerd is voor het beoogde gebruik.
Inventarisatie bodemkwaliteitsgegevens Landelijk Gebied 22-12-2009
8
Diffuse verontreinigingen Als gevolg van jarenlange activiteiten is de bodem belast met een diffuse, niet tot een bron te herleiden, bodemverontreiniging. Uit de bodemkwaliteitskaart van de gemeente Groningen blijkt dat ook in dit plangebied diffuse (lichte) bodemverontreiniging voorkomt. Dit is van invloed op de voorwaarden voor hergebruik van grond. De beoordeling van de bodemkwaliteit voor het bestemmingsplan gaat uit van een gebiedsbenadering en van de beschikbare gegevens op het moment van de inventarisatie. Individuele locaties zullen telkens opnieuw moeten worden beoordeeld op het aspect van geschiktheid. De inventarisatie is uitgevoerd op 22 december 2009 en is gebaseerd op de op dat moment bij de Milieudienst beschikbare gegevens over (potentiële) ernstige verontreinigingen. Dagelijks worden gegevens aangeleverd en bijgewerkt. Voor een actuele situatie of voor informatie over individuele locaties verwijzen wij daarom naar www.eloket.groningen.nl.
Inventarisatie bodemkwaliteitsgegevens Landelijk Gebied 22-12-2009
9
Bijlage 1- Inventarisatie lijst Squit
Inventarisatie bodemkwaliteitsgegevens Landelijk Gebied 22-12-2009
10
Locatie code Locatie naam
Lopende fase
Vervolg taak
Ontstaan
Hoofdcategorie
Roderwolderdijk z.z. GO001400254
Groningerweg, Transferium Kranenburg
Onderzoek op aard
Uitvoeren SP
Voor 1987
Demping/ophogingen
GO001402038
Rijksweg A7, demping nabij Hoogkerk IV
Historisch onderzoek
Uitvoeren OO
Voor 1987
Demping/ophogingen
GO001402047
Rijksweg A7, dempingen verbreding tot A7
Historisch onderzoek
Voldoende onderzocht
Voor 1987
Demping/ophogingen
GO001402053
Roderwolderdijk, dempingen vloeivelden onder A7
Historisch onderzoek
Voldoende onderzocht
Voor 1987
Demping/ophogingen
GR001400302
Weg der Verenigde Naties / Europaweg
SE gereed
Uitvoeren SP
Voor 1987
Demping/ophogingen
Zijlvesterweg e.o. GO001400098
Aduarderdiepsterweg 15
Onderzoek op aard
Uitvoeren NO
Voor 1987
Bedrijfsterrein (Huidig)
GO001400099
Aduarderdiepsterweg 19
Onderzoek op aard
Voldoende onderzocht
Voor 1987
Demping/ophogingen
GO001400108
Aduarderdiepsterweg 22
Onderzoek op aard
Uitvoeren aanvullend OO
Voor 1987
Tanks
GO001401344
Aduarderdiepsterweg, weilanden achter nr. 22
Onderzoek op aard
Voldoende onderzocht
Voor 1987
Demping/ophogingen
GO001401345
Aduarderdiepsterweg, Baggerdepot
Onderzoek op aard
Voldoende onderzocht
Voor 1987
Demping/ophogingen
GO001401472
Aduarderdiepsterweg 21
Onderzoek op aard
Voldoende onderzocht
Voor 1987
Overig
GO001401507
Hoogkerk, kad. D, percelen langs spoorbaan
Onderzoek op aard
Voldoende onderzocht
Voor 1987
Overig
GO001401606
Aduarderdiepsterweg, demping achter nummer 22
Historisch onderzoek
Voldoende onderzocht
Voor 1987
Demping/ophogingen
GO001401618
Historisch onderzoek
Voldoende onderzocht
Voor 1987
Demping/ophogingen
GO001402235
Aduarderdiepsterweg, dempingen polder Zuidwending Aduarderdiepsterweg, fietspad naar Leegkerk
Onderzoek omvang/EUT
Voldoende onderzocht
Voor 1987
Overig
GO001402584
Aduarderdiepsterweg, weilanden achter nr. 14
Onderzoek op aard
Voldoende onderzocht
Voor 1987
Demping/ophogingen
GO001402808
Aduarderdiepsterweg, Golfbaan
Uitvoeren HO
Voor 1987
Demping/ophogingen
GO001402880
Aduarderdiepsterweg, trace
Onderzoek op aard
Uitvoeren OO
Voor 1987
Overig
GO001403943
Aduarderdiepsterweg, dijk Aduarderdiep
Onderzoek op aard
Voldoende onderzocht
GR001400104
Aduarderdiepsterweg, stortplaats
Zorg deelrapportage
Monitoring
Voor 1987
GR001400105
Aduarderdiepsterweg, stortplaats voorzijde nr.22
Zorg deelrapportage
Monitoring
Voor 1987
Stortplaatsen/ged.wijken (Ginjaar-inv) Stortplaatsen/ged.wijken (Ginjaar-inv)
GR001400318
Hoendiep, NS-Emplacement Vierverlaten
SE gereed
Uitvoeren Sanering
Voor 1987
Bedrijfsterrein (Voormalig)
GO001401618
Aduarderdiepsterweg, dempingen polder Zuidwending
Historisch onderzoek
Voldoende onderzocht
Voor 1987
Demping/ophogingen
Inventarisatie bodemkwaliteitsgegevens Landelijk Gebied 22-12-2009
11
Locatie code Locatie naam
Lopende fase
Vervolg taak
Ontstaan
Hoofdcategorie
GO001402235
Aduarderdiepsterweg, fietspad naar Leegkerk
Onderzoek omvang/EUT
Voldoende onderzocht
Voor 1987
Overig
GR001400104
Aduarderdiepsterweg, stortplaats
Zorg deelrapportage
Monitoring
Voor 1987
GO001401729
Friesestraatweg, sloten
Historisch onderzoek
Voldoende onderzocht
Voor 1987
Stortplaatsen/ged.wijken (Ginjaar-inv) Demping/ophogingen
GO001402551
Friesestraatweg, trace
Onderzoek op aard
Uitvoeren Sanering
Voor 1987
Overig
GO001400247
Friesestraatweg 255 - 265
Onderzoek op aard
Uitvoeren SP
Voor 1987
Bedrijfsterrein (Huidig)
GO001400416
Friesestraatweg 430
SE gereed
Voldoende onderzocht
Na 1987
Bedrijfsterrein (Voormalig)
GO001400086
Friesestraatweg 432
SE gereed
Voldoende onderzocht
Voor 1987
Brandstofverkooppunten
GR001400062
Friesestraatweg 432, zorgplicht
SP rapport
Uitvoeren Sanering
Na 1987
Bedrijfsterrein (Huidig)
GO001400248
Friesestraatweg 434
Onderzoek op aard
Uitvoeren aanvullend OO
Voor 1987
Bedrijfsterrein (Voormalig)
GR001400293
Friesestraatweg 452
Onderzoek omvang/EUT
Uitvoeren aanvullend NO
Voor 1987
Bedrijfsterrein (Voormalig)
GO001400049
Hoogeweg, Nieuwbouw v/d wijk Reitdiep
Onderzoek op aard
Uitvoeren aanvullend OO
Voor 1987
Bedrijfsterrein (Voormalig)
GO001403780
Hoogeweg, trace
Onderzoek op aard
Voldoende onderzocht
GO001401872
Kerkstraat, dempingen langs Kerkstraat-Noodweg
Historisch onderzoek
Voldoende onderzocht
Voor 1987
Demping/ophogingen
GO001401487
Kerkstraat 144
Onderzoek op aard
Uitvoeren HO
Voor 1987
Overig
GO001401909
Leegeweg, dempingen polder De Oude Held
Historisch onderzoek
Voldoende onderzocht
Voor 1987
Demping/ophogingen
GO001402761
Leegeweg 38
Historisch onderzoek
Voldoende onderzocht
Voor 1987
Bedrijfsterrein (Huidig)
GO001401917
Lutherstraat, dempingen Gravenburg
Historisch onderzoek
Voldoende onderzocht
Voor 1987
Demping/ophogingen
GO001401937
Noodweg, demping nabij afgebroken boerderij I
Historisch onderzoek
Uitvoeren OO
Voor 1987
Demping/ophogingen
GO001401938
Noodweg, demping nabij afgebroken boerderij II
Historisch onderzoek
Uitvoeren OO
Voor 1987
Demping/ophogingen
GO001402620
Noodweg, Gravenburg
Onderzoek op aard
Voldoende onderzocht
Voor 1987
Demping/ophogingen
GO001402169
Zijlvesterweg, dempingen polder De Eendragt
Historisch onderzoek
Voldoende onderzocht
Voor 1987
Demping/ophogingen
GO001401477
Zijlvesterweg, nabij het Aduarderdiep
Onderzoek op aard
Voldoende onderzocht
Voor 1987
Overig
GO001402170
Zijlvesterweg, sloten
Historisch onderzoek
Voldoende onderzocht
Voor 1987
Demping/ophogingen
GO001402189
Zijlvesterweg 17
Onderzoek op aard
Uitvoeren NO
Voor 1987
Bedrijfsterrein (Voormalig)
GO001400729
Zijlvesterweg 4
Onderzoek op aard
Uitvoeren HO
Voor 1987
Overig
GO001401264
Zijlvesterweg 6
Onderzoek op aard
Voldoende onderzocht
Voor 1987
Overig
Inventarisatie bodemkwaliteitsgegevens Landelijk Gebied 22-12-2009
12
Locatie code Locatie naam
Lopende fase
Vervolg taak
Ontstaan
Hoofdcategorie
GO001401300
Historisch onderzoek
Voldoende onderzocht
Voor 1987
Overig
Voor 1987
Demping/ophogingen
Zijlvesterweg 8a
Koningslaagte GO001401641
Beneluxweg, demping nabij afgebroken boerderij I
Historisch onderzoek
Uitvoeren OO
GO001401642
Beneluxweg, demping nabij afgebroken boerderij II
Historisch onderzoek
Uitvoeren OO
Voor 1987
Demping/ophogingen
GO001401196
Beneluxweg, Oostelijke ringweg
Onderzoek op aard
Voldoende onderzocht
Voor 1987
Demping/ophogingen
GO001401084
Eemshavenweg, nabij viaduct Westerseweg
Uitvoeren HO
Voor 1987
Brandstofverkooppunten
GR001400021
Groningerweg / Molenstreek, vml. stortplaats
Zorg deelrapportage
Monitoring
Voor 1987
GO001401759
Groningerweg, dempingen polder het Witte Lam
Historisch onderzoek
Voldoende onderzocht
Voor 1987
Stortplaatsen/ged.wijken (Ginjaar-inv) Demping/ophogingen
GO001401796
Iepenlaan, dempingen Selwerderhof e.o.
Historisch onderzoek
Voldoende onderzocht
Voor 1987
Demping/ophogingen
GO001401949
Noordzeeweg, demping bij afgebroken boerderij III
Historisch onderzoek
Uitvoeren OO
Voor 1987
Demping/ophogingen
GO001401945
Noordzeeweg, demping Boterdiep Groningerweg
Historisch onderzoek
Voldoende onderzocht
Voor 1987
Demping/ophogingen
GO001401947
Noordzeeweg, demping nabij afgebroken boerderij I
Historisch onderzoek
Uitvoeren OO
Voor 1987
Demping/ophogingen
GO001401948
Historisch onderzoek
Uitvoeren OO
Voor 1987
Demping/ophogingen
GO001401950
Noordzeeweg, demping nabij afgebroken boerderij II Noordzeeweg, dempingen noordelijke ringweg
Historisch onderzoek
Voldoende onderzocht
Voor 1987
Demping/ophogingen
GO001402145
Oude Adorperweg, dempingen
Historisch onderzoek
Voldoende onderzocht
Voor 1987
Demping/ophogingen
GO001403886
Oude Adorperweg, Spoorlijn Groningen-Sauwerd
Onderzoek op aard
Voldoende onderzocht
GO001402274
Oude Adorperweg 1
SE gereed
Voldoende onderzocht
Voor 1987
Tanks
GO001402356
Paddepoelsterweg 12
Onderzoek op aard
Voldoende onderzocht
Voor 1987
Overig
GO001403697
Paddepoelsterweg 8
Onderzoek op aard
Voldoende onderzocht
GO001402430
Voldoende onderzocht
Voor 1987
Overig
GO001402482
Paddepoelsterweg, achter begraafplaats Selwerderho Paddepoelsterweg 14
Onderzoek op aard
Voldoende onderzocht
Voor 1987
Overig
GO001402011
Platvoetspad, dempingen
Historisch onderzoek
Voldoende onderzocht
Voor 1987
Demping/ophogingen
GO001402123
Van der Hoopstraat, dempingen industriet De Hoogte Van Starkenborghkanaal, waterbodem
Historisch onderzoek
Voldoende onderzocht
Voor 1987
Demping/ophogingen
Onderzoek omvang/EUT
Voldoende onderzocht
Voor 1987
Overig
GO001403710
Inventarisatie bodemkwaliteitsgegevens Landelijk Gebied 22-12-2009
13
Locatie code Locatie naam
Vervolg taak
Ontstaan
Hoofdcategorie
Westerseweg 2
Onderzoek op aard
Voldoende onderzocht
Voor 1987
Overig
GO001402162
Winsumerweg, dempingen ruilverkaveling Sauwerd
Historisch onderzoek
Voldoende onderzocht
Voor 1987
Demping/ophogingen
GO001402163
Winsumerweg, dempingen volkstuinen Het Noorden Historisch onderzoek
Voldoende onderzocht
Voor 1987
Demping/ophogingen
GO001401540
Winsumerweg, nabij tunnel Noordzeeweg
Onderzoek op aard
Voldoende onderzocht
Voor 1987
Bedrijfsterrein (Voormalig)
GO001403663
Winsumerweg 6
Onderzoek op aard
Voldoende onderzocht
GO001402464
Wolddijk 103
SP rapport
Voldoende onderzocht
Voor 1987
Overig
GO001400706
Wolddijk 103a
Historisch onderzoek
Uitvoeren aanvullend OO
Voor 1987
Bedrijfsterrein (Huidig)
GO001401629
Bakboordswal, dempingen Lewenborg
Historisch onderzoek
Voldoende onderzocht
Voor 1987
Demping/ophogingen
GO001402488
Bakboordswal, moerriool
Onderzoek op aard
Voldoende onderzocht
Voor 1987
Overig
GO001403546
Bakboordswal, trace
Onderzoek op aard
Voldoende onderzocht
Voor 1987
Overig
GR001400025
Bakboordswal, waterputten Lewenborg
Onderzoek op aard
Uitvoeren NO
Voor 1987
Demping/ophogingen
GO001401459
Oosterseweg, Beijumerbos
Onderzoek op aard
Voldoende onderzocht
Voor 1987
Overig
GO001401942
Historisch onderzoek
Voldoende onderzocht
Voor 1987
Demping/ophogingen
GO001401943
Noorddijkerweg, dempingen omgeving Noorddijkerweg Noorddijkerweg, sloten
Historisch onderzoek
Voldoende onderzocht
Voor 1987
Demping/ophogingen
GO001402107
Stuurboordswal, dempingen Drielanden
Historisch onderzoek
Voldoende onderzocht
Voor 1987
Demping/ophogingen
GO001402668
Stuurboordswal, Drielanden
Onderzoek op aard
Voldoende onderzocht
Voor 1987
Overig
GO001402491
Kardingermaar, dijk + natuur- en groengebieden
Onderzoek op aard
Voldoende onderzocht
Voor 1987
Overig
GO001402480
Lijzijde, trace
Onderzoek op aard
Voldoende onderzocht
Voor 1987
Overig
GO001400839
Midscheeps, trace
Onderzoek op aard
Voldoende onderzocht
Voor 1987
Demping/ophogingen
GO001403430
Noorddijkerweg 25a - 25c
Onderzoek op aard
Voldoende onderzocht
Voor 1987
Overig
GO001403520
Noorddijkerweg 2a
Onderzoek op aard
Voldoende onderzocht
Voor 1987
Overig
GO001403558
Noorddijkerweg 15a
Onderzoek op aard
Voldoende onderzocht
Voor 1987
Overig
GO001403805
Noorddijkerweg 11
Onderzoek op aard
Voldoende onderzocht
Voor 1987
Overig
GO001403806
Noorddijkerweg 25, waterbodem
Onderzoek op aard
Voldoende onderzocht
Voor 1987
Overig
GO001403864
Noorddijkerweg, achter nr 19
Onderzoek op aard
Voldoende onderzocht
Voor 1987
Overig
GO001402400
Lopende fase
Noorddijk
Inventarisatie bodemkwaliteitsgegevens Landelijk Gebied 22-12-2009
14
Locatie code Locatie naam
Lopende fase
Vervolg taak Voldoende onderzocht
Ontstaan
Hoofdcategorie
Voor 1987
Bedrijfsterrein (Huidig)
GR001400211
Noorddijkerweg 3a
Onderzoek op aard
GR001400326
Noorddijkerweg 31
SE gereed
voldoende gesaneerd
Voor 1987
Bedrijfsterrein (Huidig)
GO001400764
Noorddijkerweg 26
Onderzoek op aard
Uitvoeren aanvullend OO
Voor 1987
Bedrijfsterrein (Huidig)
GO001401940
Noorddijkerweg, demping afgebroken boerderij II
Historisch onderzoek
Uitvoeren OO
Voor 1987
Demping/ophogingen
GO001401941
Noorddijkerweg, demping afgebroken boerderij III
Historisch onderzoek
Uitvoeren OO
Voor 1987
Demping/ophogingen
GO001400456
Noorddijkerweg, weilanden achter nr. 24b - 24c
Onderzoek op aard
Uitvoeren aanvullend OO
Voor 1987
Tanks
GO001401459
Oosterseweg, Beijumerbos
Onderzoek op aard
Voldoende onderzocht
Voor 1987
Overig
GO001401563
Rijksweg 149
Onderzoek op aard
Uitvoeren HO
Voor 1987
Bedrijfsterrein (Voormalig)
GO001401939
Noorddijkerweg, demping afgebroken boerderij I
Historisch onderzoek
Uitvoeren OO
Voor 1987
Demping/ophogingen
GO001401942
Historisch onderzoek
Voldoende onderzocht
Voor 1987
Demping/ophogingen
GO001401943
Noorddijkerweg, dempingen omgeving Noorddijkerweg Noorddijkerweg, sloten
Historisch onderzoek
Voldoende onderzocht
Voor 1987
Demping/ophogingen
GO001402491
Kardingermaar, dijk + natuur- en groengebieden
Onderzoek op aard
Voldoende onderzocht
Voor 1987
Overig
GO001402492
Noorddijkerplein, t.o. nr. 1 - 11
Uitvoeren OO
Voor 1987
Overig
GO001402493
Noorddijkerweg, naast nr. 30a
Voldoende onderzocht
Voor 1987
Overig
GO001401440
Noorddijkerweg 2
Onderzoek op aard
Voldoende onderzocht
Voor 1987
Overig
GO001402246
Noorddijkerweg 29
Onderzoek op aard
Voldoende onderzocht
Voor 1987
Overig
GO001402839
Noorddijkerweg, weilanden achter 12 - 18
Onderzoek op aard
Voldoende onderzocht
Voor 1987
Overig
GO001402843
Noorddijkerweg, Bevrijdingsbos thv nr. 22
Historisch onderzoek
Voldoende onderzocht
Voor 1987
Overig
GO001403473
Kardingermaar, oostelijk van Noorddijkerweg
Onderzoek op aard
Voldoende onderzocht
GO001403595
Noorddijkerweg, weilanden naast nr. 8 - 10
Onderzoek op aard
Voldoende onderzocht
GO001402019
Ra, dempingen verlengde Ra
Historisch onderzoek
Uitvoeren OO
Voor 1987
Demping/ophogingen
GO001400955
Rijksweg, trace
Onderzoek op aard
Uitvoeren aanvullend OO
Voor 1987
Overig
GO001403814
Rijksweg 144
Historisch onderzoek
Voldoende onderzocht
GR001400051
Rijksweg 154
SE gereed
Voldoende onderzocht
Voor 1987
Bedrijfsterrein (Voormalig)
Historisch onderzoek
Uitvoeren OO
Voor 1987
Bedrijfsterrein (Huidig)
Winschoterweg/Waterhuizen GO001400708
Winschoterweg 11
Inventarisatie bodemkwaliteitsgegevens Landelijk Gebied 22-12-2009
15
Locatie code Locatie naam
Lopende fase
Vervolg taak
Ontstaan
Hoofdcategorie Bedrijfsterrein (Voormalig)
Winschoterweg 21
Onderzoek op aard
GO001400725
Winschoterweg, grondberging
Onderzoek op aard
Uitvoeren NO
Voor 1987
Demping/ophogingen
GO001400726
Winschoterweg, trace
Onderzoek op aard
Voldoende onderzocht
Voor 1987
Overig
GO001401185
Evertsweg, weilandperceel
Onderzoek op aard
Voldoende onderzocht
Voor 1987
Demping/ophogingen
GO001401589
Euvelgunnetrace
Onderzoek op aard
Voldoende onderzocht
Voor 1987
Overig
GO001401712
Historisch onderzoek
Voldoende onderzocht
Voor 1987
Demping/ophogingen
Historisch onderzoek
Voldoende onderzocht
Voor 1987
Demping/ophogingen
GO001402160
Engelberterweg, dempingen Westerbr-Engelb Polder Rijksweg A7, dempingen trace GroningenHoogezand Winschoterweg, demping oude arm Winschoterdiep
Historisch onderzoek
Voldoende onderzocht
Voor 1987
Demping/ophogingen
GO001402161
Winschoterweg, dempingen Westerbr-Engelb Polder Historisch onderzoek
Voldoende onderzocht
Voor 1987
Demping/ophogingen
GO001402236
Winschoterweg / Oude Roodehaansterweg
Voldoende onderzocht
Voor 1987
Demping/ophogingen
GR001400302
Weg der Verenigde Naties / Europaweg
SE gereed
Uitvoeren SP
Voor 1987
Demping/ophogingen
GO001401471
Helpman, trace zuid, percelen nabij spoor
Onderzoek op aard
Voldoende onderzocht
Voo 1987
Overig
GO001401692
Duinkerkenstraat, dempingen Esserpolder
Historisch onderzoek
Voldoende onderzocht
Voo 1987
Demping/ophogingen
GO001402355
Noorderzanddijk, trace
Onderzoek op aard
Voldoende onderzocht
Voo 1987
Overig
GO001402046
Onderzoek op aard
Uitvoeren aanvullend NO
Voor 1987
GO001400721
Voldoende onderzocht: Voldoende onderzocht voor het beoogde doel van het onderzoek. Onderzoek is niet vanzelfsprekend geschikt voor alle doeleinden OO (fase) NO (fase) HO SP BIO
(fase) orienterend bodemonderzoek (fase) nader bodemonderzoek historisch onderzoek saneringsplan bijzonder inventariserend onderzoek
Inventarisatie bodemkwaliteitsgegevens Landelijk Gebied 22-12-2009
16
Externe Veiligheidsstudie bestemmingsplan buitengebied
April 2011
1
1.
Inleiding
1.1
Externe veiligheidsstudie
Ten behoeve van de beoordeling van het aspect Externe Veiligheid voor het bestemmingsplan ‘buitengebied’ heeft de Milieudienst gemeente Groningen een veiligheidsstudie uitgevoerd. Deze studie bestaat uit de volgende onderdelen: • inventarisatie van de risicobronnen in en nabij het plangebied; • analyse van de invloed risicobronnen op de veiligheidssituatie; • toetsing veiligheidssituatie aan de geldende veiligheidsnormen; • beoordeling van de noodzaak voor een verantwoording groepsrisico; • conclusie. De studie is uitgevoerd in april 2010 en aangepast is april 2011 ten behoeve van de beoordeling van het bestemmingsplan ‘buitengebied landelijk gebied’. De uitkomsten van de studie vormen de basis voor de externe veiligheidsparagraaf van het bestemmingsplan.
1.2
Ligging plangebied
Het plangebied ‘buitengebied landelijk gebied’, zoals deze gedefinieerd is in het bestemmingsplan, bestaat niet uit één aaneengesloten gebied maar is onderverdeeld in vijf subgebieden. De vijf subgebieden zijn alle vijf gesitueerd de randen van de stad (zie figuur 1)
3 4
2
1 5
Legenda subgebieden 1. 2. 3. 4. 5. Figuur 1: plangebied buitengebied- landelijk gebied
2
Roderwolderdijk z.z. Zijlvesterweg e.o. Koningslaagte Noorddijk Winschoterweg / Waterhuizen
2
Toelichting Externe Veiligheid
2.1
Definitie Externe Veiligheid
Externe veiligheid gaat over overlijdensrisico’s die mensen lopen vanwege gebruik, opslag en vervoer van gevaarlijke stoffen over weg, spoor, vaarwegen en door buisleidingen. Gevaarlijke stoffen zijn bij voorbeeld vuurwerk, lpg, chloor, ammoniak en munitie. De term ‘externe’ veiligheid wordt gehanteerd omdat het overlijdensrisico van derden centraal staat. Het gaat om mensen (externen) die zelf niet deelnemen aan de activiteit die het overlijdensrisico met zich meebrengt. In het begrip risico zijn kansen en effecten aan elkaar gekoppeld. Bij externe veiligheid gaat het om ongelukken met kleine kansen en grote effecten. Het beleidsveld externe veiligheid richt zich op de beheersing van deze risico’s.
2.2
Risiconormen
De risiconormering voor externe veiligheid concentreert zich rond twee begrippen, plaatsgebonden risico (PR) en groepsrisico (GR). Hieronder worden deze toegelicht. Het plaatsgebonden risico (PR) geeft het minimale wettelijke niveau voor de bescherming van individuele burgers. Het is de berekende kans per jaar dat een persoon overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongewoon voorval bij een risicobron, aangenomen dat de persoon onafgebroken en onbeschermd op die plaats zou verblijven. In het plaatsgebonden risico zijn twee kansen verwerkt: ○ De kans op het plaatsvinden van een ongeluk waarbij een gevaarlijk stof vrijkomt ○ De kans dat een persoon daadwerkelijk overlijdt als gevolg hiervan. Deze kans mag maximaal 1 op een miljoen (10-6) per jaar zijn. Men kan de kans met een risicocontour ruimtelijk weergeven. Deze contour verbindt plaatsen in de omgeving van de risicobron met een overlijdenskans van één op een miljoen. Binnen de 10-6contour mogen geen nieuwe kwetsbare objecten (zoals woningen en scholen) worden geplaatst.
Met het groepsrisico (GR) wordt een maat gegeven voor de maatschappelijke ontwrichting bij een ramp. Het is de kans per jaar dat een groep van tenminste 10 personen tegelijk overlijdt als rechtstreeks gevolg van de aanwezigheid in het invloedsgebied van een risicobron én een ongewoon voorval binnen die risicobron waarbij een gevaarlijke stof betrokken is. De hoogte van het groepsrisico is afhankelijk van twee factoren: ○ De jaarlijkse kans dat zich een ongeval met een gevaarlijke stof voordoet. ○ Het aantal potentiële slachtoffers in invloedsgebied van een risicovolle activiteit. Het GR legt een relatie tussen deze twee factoren. Men kan het groepsrisico niet ruimtelijk weergeven. Het wordt uitgedrukt in een grafiek, waarin het aantal slachtoffers wordt uitgezet tegen de cumulatieve kans dat de groep slachtoffer wordt van een ongeval met gevaarlijke stoffen: de fN-curve. Het groepsrisico dient te worden bepaald binnen het invloedsgebied van een risicovolle activiteit.
3
Daarnaast speelt het zogenaamde Plasbrand Aandachtsgebied (PAG) een belangrijke rol bij de beoordeling van externe veiligheid. Het PAG betreft het effectgebied van het scenario hittebelasting als gevolg van een plasbrand. Hieronder staat een korte toelichting. Over de meeste transportassen die aangewezen zijn voor het vervoer van gevaarlijke stoffen, worden veel brandbare vloeistoffen worden vervoerd (o.a. benzine, diesel). Bij een ongeluk kan zo een stof uit de wagen of tank vrijkomen en in brand vliegen. Dit verschijnsel heet plasbrand. Het effect dat optreedt bij een ongeval met enkel brandbare vloeistoffen is vooral warmtestraling. Binnen een zone van 30 m langs weg en spoor en binnen 25 m langs vaarwegen kunnen hierdoor slachtoffers vallen. Hierbij wordt uitgegaan van een calamiteit waarbij de gehele wagen- of tankinhoud vrijkomt. De omvang van het effect wordt beïnvloed door de oppervlakte van de plasbrand. Voor trajecten waarover veel brandbare vloeistoffen worden vervoerd, zijn de zogenaamde Plasbrand Aandachtsgebieden (PAG) aangewezen van 25 meter respectievelijk 30 meter.
4
3.
Wettelijk kader
3.1
Inleiding
Om de externe veiligheidsrisico’s te beheersen heeft de Rijksoverheid een aantal nota’s, circulaires en besluiten opgesteld die leidend zijn voor externe veiligheidstaken van de provincie en gemeenten. Het gaat daarbij om wet- en regelgeving waarin risiconormen zijn gesteld voor respectievelijk inrichtingen, transport van gevaarlijke stoffen en buisleidingen. Het Rijksbeleid staat niet op zichzelf. Ook de provincie Groningen en de gemeente Groningen hebben veiligheidskaders vastgesteld.
3.2
Risicobedrijven
Het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen (BEVI 4) bevat veiligheidsnormen voor bedrijven die een risico vormen voor personen buiten het bedrijfsterrein. Daarnaast stelt het Besluit Risico’s Zware Ongevallen (BRZO-1999) eisen aan de meest risicovolle bedrijven in Nederland. Het BEVI verplicht gemeenten en provincies rekening te houden met de externe veiligheid als ze een milieuvergunning verlenen of een bestemmingsplan maken.
3.3
Vervoer gevaarlijke stoffen
Ten aanzien van transportrisico’s zijn de Wet vervoer gevaarlijke stoffen, de Nota Risiconormering Vervoer Gevaarlijke Stoffen (RNVGS5) en de Circulaire ‘Risiconormering Vervoer Gevaarlijke Stoffen6’ verschenen. De circulaire bevat veiligheidsnormen voor het vervoer en voor ruimtelijke ontwikkelingen in de omgeving van transportroutes. Gemeenten dienen hiermee rekening te houden bij het opstellen van ruimtelijke plannen. Binnen kort wordt volgens planning het Besluit Transportroutes Externe Veiligheid (BTEV) vastgesteld. Het BTEV is vergelijkbaar met het BEVI en bevat risiconormen voor transportroutes.
3.4 Hoge druk buisleidingen Voor aardgastransportleidingen geldt het Besluit Externe Veiligheid Buisleidingen (BEVB, 2011), naar analogie van het BEVI. Voor buisleidingen wordt gekeken naar het plaatsgebonden risico en het groepsrisico. 3.5
Beleidsregel Externe Veiligheid gemeente Groningen
In januari 2010 heeft de gemeente Groningen eigen externe veiligheidsbeleid vastgesteld7. Hierin geeft de gemeente Groningen aan, hoe zij binnen haar grenzen met het milieuaspect externe veiligheid om wil gaan. In de Regel worden randvoorwaarden geformuleerd voor nieuwe ontwikkelingen. Daarnaast bevat de Regel een afwegingskader voor de initiatieffase van nieuwe ontwikkelingen.
3.6
Provinciaal Basisnet Groningen
Voor de provinciale wegen heeft de provincie het provinciaal basisnet Groningen opgesteld8. Het provinciaal basisnet bevat daarnaast aanvullende regels voor rijks- en spoorwegen ten behoeve voor extra bescherming van minder zelfredzame personen. Het provinciaal basisnet Groningen betreft een robuust systeem waarin de externe risico's van transport van gevaarlijke stoffen zijn beschouwd en de gevolgen inzichtelijk zijn gemaakt.
4
BEVI, VROM, 2004, laatst gewijzigd 2009 Ministerie van V en W, 2005 6 Ministerie van V en W, in nauwe samenwerking met VROM, 2004 7 Beleidsegel Externe Veiligheid gemeenten Groningen, vastgesteld in 2010 8 “Veilig op weg, veiligheid rondom de weg, De uitwerking: Het provinciaal basisnet Groningen.” Versie: definitief concept 2.1, februari 2010. 5
5
4.
Risicosituatie plangebied
4.1
Inventarisatie risicosituatie bestemmingsplan buitengebied
De Milieudienst van de gemeente Groningen heeft voor het bestemmingsplan een risico-inventarisatie uitgevoerd. Aangezien het buitengebied niet uit één aaneengesloten gebied bestaat, is de risicoinventarisatie voor elk van de 5 gedefinieerde gebieden apart gedaan. De beschrijving van risicobronnen is uitgewerkt per subgebied. Risicobronnen zijn: • Bedrijven/inrichtingen waar gevaarlijke stoffen worden opgeslagen of geproduceerd; • Transportassen voor het vervoer van gevaarlijke stoffen; • Buisleidingen voor transport van aardgas onder hoge druk en voor K1, K2 en K3-vloeistoffen. De inventarisatie bestaat in eerste instantie uit het in kaart brengen van de risicobronnen in en nabij het plangebied en uit een analyse van de invloed die deze bronnen hebben voor de veiligheid.
4.2
Deelgebied 1: Roderwolderdijk z.z.
Rodewolderdijk A7
Hoge druk aardgasleiding
Figuur 2: deelgebied Rodewolderdijk Bedrijven / Inrichtingen Er zijn geen risicovolle bedrijven binnen dit deelgebied aanwezig Transport gevaarlijke stoffen Autosnelweg A7, • vervoer van gevaarlijke stoffen,
6
• • •
plasbrandaandachtsgebied (PAG) 30 m, toetsingsgebied GR 200 m, grenst in het noorden aan het plangebied.
Buisleidingen Hoge druk aardgasleiding, N-505-36-KR-002, • transport van aardgas onder hoge druk, beheer Gasunie, • leidinggegevens: diamater 7 inch en ontwerpdruk 40 bar, • ongevallenscenario: ontsteking van vrijkomend gas, • effectafstand (1% letaliteitgrens): maximaal 70 m (bron: Gasunie), • ligging binnen het plangebied.
4.3
Deelgebied 2: Zijlversterweg e.o.
Hoge druk aardgasleiding
LPGTankstation
Zijlversterweg e.o.
Figuur 3: deelgebied Zijlversterweg e.o. Bedrijven / inrichtingen LPG Tankstation BIM, • reservoirgegevens: ondergronds, waterinhoud 20m3, • ongevallenscenario: BLEVE, vrijkomen van gas onder hoge druk, • effectafstand (1% letaliteitgrens): 150 m (bron: REVI), • ligging binnen het plangebied ter hoogte van de Zijlvesterweg. Transport gevaarlijke stoffen
7
Provinciale weg: N355, • vervoer gevaarlijke stoffen, • deel van het provinciale basisnet, • plasbrandaandachtsgebied (PAG) 30 m, • toetsingsgebied GR 200 m, • ligging binnen het plangebied. Buisleidingen Hoge druk aardgasleiding, N-507-26-KR-003 t/m 006, • transport van aardgas onder hoge druk; beheer Gasunie, • leidinggegevens: diameter 60 inch en ontwerpdruk 40 bar, • ongevallenscenario: ontsteking van vrijkomend gas, • effectafstand (1% letaliteitgrens): maximaal 170 m (bron: Gasunie) • ligging binnen het plangebied aan de noordoostkant van de Friesestraatweg.
4.3
Deelgebied 3: Koningslaagte
Spoorlijn Groningen – Sauwerd Hoge druk aardgasleiding
Hoge druk aardgasleiding
Koningslaagte N361 Winsumerweg
Van Starkenborghkanaal
Figuur 4: deelgebied Koningslaagte
Bedrijven / inrichtingen Er zijn geen risicovolle bedrijven binnen dit deelgebied aanwezig Transport gevaarlijke stoffen Spoorweg, spoorlijn Groningen – Sauwerd (richting Delfzijl / Eemshaven), • vervoer van gevaarlijke stoffen, deel van het landelijk basisnet, • Prmax 11 m, • plasbrandaandachtsgebied (PAG) 30 m, • toetsingsgebied GR 200 m, • ligging: binnen het plangebied
8
Waterweg, Van Starkenborghkanaal (verbinding haven Delfzijl), • vervoer gevaarlijke stoffen, deel van het landelijk basisnet, • Plasbrandaandachtsgebied 25 m, • ligging aan de zuidelijke rand van het plangebied. Buisleidingen 2 hoge druk aardgasleidingen, A-541-04-KR-003 en N-507-31-KR-006, • transport van aardgas onder hoge druk, beheer Gasunie, • leidinggegevens: diameter 4 inch en werkdruk 40 bar, • ongevallenscenario: ontsteking van vrijkomend gas, • effectafstand (1% letaliteitgrens): 45 m (bron: Gasunie), • beide leidingen liggen binnen het plangebied.
4.5
Deelgebied 4: Noorddijk
Noorddijk
Hoge druk aardgasleiding
Figuur 5: deelgebied Noorddijk
Bedrijven / Inrichtingen Er zijn geen risicovolle bedrijven binnen dit deelgebied aanwezig Transport gevaarlijke stoffen Er zijn geen modaliteiten waarover gevaarlijke stoffen worden getransporteerd binnen dit plangebied aanwezig.
9
Buisleidingen 4 Hoge druk aardgasleidingen, N-508-57-KR-001 t/m 003 (Gr), N-508-50-KR-047 t/m 048 (Gr), N508-57-KR-003 (Bedum), N-508-56-KR-001 t/m 003 (Ten Boer), • transport van aardgas onder hoge druk, beheer Gasunie, • leidinggegevens: 1. N-508-57-KR-001 t/m 003: diameter 4 inch werkdruk 40 bar, 2. N-508-50-KR-047 t/m 048: diameter 6 inch werkdruk 40 bar, 3. N-508-57-KR-003: diameter 7 inch werkdruk 40 bar, 4. N-508-56-KR-001 t/m 003: diameter 4 inch werkdruk 40 bar, • ongevallenscenario: ontsteking van vrijkomend gas, • effectafstand (1% letaliteitgrens): 1. N-508-57-KR-001 t/m 003: 45 m, 2. N-508-50-KR-047 t/m 048: 70 m, 3. N-508-57-KR-003: 75 m, 4. N-508-56-KR-001 t/m 003: 45m, •
4.6
ligging: 1. leiding N-508-57-KR-001ligt ten zuidwesten van het bovenste deel van het plangebied, Het rechtereinde van deze buisleiding raakt de grens van dit plangebied, 2. leiding N-508-50-KR-047 t/m 48 ligt binnen het plangebied, 3. leiding N-508-57-KR-003 ligt in het plangebied en kruist deze in het midden verticaal, 4. leiding N-508-56-KR-002 ligt in het plangebied,
Deelgebied 5: Winschoterweg / Waterhuizen
Hoge druk aardgasleiding
A7
Winschoterdiep / Waterhuizen
Spoorlijn Groningen – Zuidbroek
Figuur 6: deelgebied 5 Winschoterdiep / Waterhuizen
Bedrijven / Inrichtingen
10
Er zijn geen risicovolle bedrijven binnen dit deelgebied aanwezig Transport gevaarlijke stoffen Rijksweg A7 Groningen - Hoogezand-Sappemeer, • vervoer gevaarlijke stoffen, • plasbrandaandachtsgebied 30m, • toetsingsgebied GR 200 m, • ligging binnen het plangebied. Spoorweg: Spoorlijn Groningen – Zuidbroek, • vervoer van gevaarlijke stoffen, deel van het landelijk basisnet, • Prmax 11 m, • plasaandachtsgebied (PAG) 30 m, • toetsingsgebied GR 200m, • ligging binnen het plangebied. Buisleidingen 2 Hoge druk aardgasleidingen, N-508-50-KR-036 t/m 39 en N-508-01-KR-002, • transport van aardgas onder hoge druk, beheer Gasunie, • leidinggegevens: 1. N-508-01-KR-002: diameter 13 inch werkdruk 40 bar, 2. N-508-50-KR-036 t/m 39: diameter 6 inch werkdruk 40 bar, • transport van aardgas onder hoge druk; beheerder Gasunie, • ongevallenscenario: ontsteking van vrijkomend gas, • effectafstand (1% letaliteitgrens): 1. N-508-01-KR-002: 140 m (bron: Gasunie) 2. N-508-50-KR-039: 70 m (bron: Gasunie) 3. N-508-50-KR-036 t/m 38: 70 m (bron: Gasunie) • ligging: 1. Leiding N-508-01-KR-002 ligt binnen het plangebied 2. Leiding N-508-50-KR-039 ligt binnen het plangebied 3. Leiding N-508-50-KR-036 t/m 38 liggen binnen het plangebied
4.2
Conclusie inventarisatie
Uit de inventarisatie blijkt dat er zowel binnen het plangebied als in de omgeving van het plangebied een aantal risicobronnen aanwezig zijn. De volgende risicobronnen liggen in één van de vijf subgebieden behorende tot het plangebied: • • •
• • •
LPG- tankstation BIM (deelgebied 2), Provinciale weg N355, Friesestraatweg (deelgebied 2), hoge druk aardgasleidingen:N-505-36-KR-002, N-507-26-KR-003 t/m 006, A-541-04-KR003 en N-507-31-KR-006, leiding N-508-57-KR-003, N-508-56-KR-002, N-508-01-KR-002, N-508-50-KR-039, N-508-50-KR-036 t/m 38 en N-508-50-KR-047 t/m 48 (deelgebieden 1, 2, 3, 4 en 5) spoorlijn Groningen – Sauwerd (richting Delfzijl/Eemshaven) (deelgebied 3), A7 Groningen - Hoogezand-Sappemeer (deelgebied 5), spoorlijn Groningen – Zuidbroek (deelgebied 5).
De volgende risicobronnen grenzen aan of liggen nabij één van de vijf deelgebieden: • • •
A7 Groningen – Drachten (deelgebied 1), hoge druk aardgasleidingen: leiding N-508-57-KR-001(deelgebied 4), Van Starkenborghkanaal (verbinding haven Delfzijl) (deelgebied 3). 11
5.
Nadere bespreking relevante risicobronnen
5.1
Inleiding
De aanwezigheid van risicobronnen heeft consequenties voor de veiligheid van het bestemmingsplan als er harde risicocontouren (PR of PAG) of invloedsgebieden van het groepsrisico (GR) over het plangebied liggen. In dit hoofdstuk worden deze risicobronnen en hun invloed op het bestemmingsplan nader beschreven. Tevens wordt aangegeven of het groepsrisico moet worden verantwoord en of de hoogte ervan aanvaardbaar is. Ook wordt toegelicht of de aanwezigheid van de risicobronnen het treffen van veiligheidsmaatregelen of het opnemen van aanvullende voorschriften noodzakelijk maakt.
5.2
Deelgebied 1: Roderwolderdijk z.z.
Uit de risico-inventarisatie blijkt dat er twee risicobronnen aanwezig zijn in en/of nabij het plangebied. Namelijk, een hoge druk aardgasleiding en de rijksweg A7.
5.2.1 Aardgasleidingen Voor een dergelijke aardgasleiding geldt volgens het Besluit Externe Veiligheid Buisleidingen (BEVB, 2011) een belemmeringenstrook van 4 meter. Uit een onderzoek van de Gasunie blijkt dat het plaatsgebonden risico voor deze leiding volgens de nieuwe risicobenadering op de leiding zelf ligt. Buiten de leiding is geen 10-6 contour aanwezig. Uit de gegevens van de Gasunie blijkt verder dat de leiding een effectafstand van maximaal 70 meter heeft (1% letaliteitgrens). Aangezien de personendichtheid in dit gebied bijzonder laag is, levert deze leiding geen groepsrisico op en heeft deze aardgasleiding geen invloed op de veiligheidssituatie binnen het plangebied.
5.2.2 Rijksweg A7 Uit risicoberekeningen gebaseerd op huidige vervoersstromingen blijkt dat de A7 op dit moment geen geen PR 10-6 -contour buiten de weg heeft. Wel dient er rekening te worden gehouden met het PAG van 30 meter. In deze zone mag in principe geen nieuwbouw worden gerealiseerd. Het invloedsgebied voor deze transportmodaliteit wordt gesteld op 200 m aan weerszijden van de weg. Binnen deze zones is geen bebouwing aanwezig en ook niet toegestaan. Binnen het invloedsgebied zijn weinig tot geen personen aanwezig en daarom vormt de A7 geen belemmering voor het bestemmingsplan.
5.3
Deelgebied 2: Zijlvesterweg e.o.
Uit de inventarisatie blijkt dat de provinciale weg N355, een LPG tankstation en een aardgasleiding vormen risicobronnen binnen het deelgebied 2.
5.3.1 Provinciale weg N355 De N355 maakt deel uit van het Provinciaal Basisnet Groningen (PBG) en heeft geen 10-6 –contour buiten de weg. Naast het PR dient ook rekening te worden gehouden met de effecten van een plasbrand scenario. Voor de weg bedraagt het PAG 30 meter. In deze zone mag in principe geen nieuwbouw worden gerealiseerd. De toetsingszone van de N355 waarbinnen het groepsrisico moet worden bekeken, ligt over het plangebied. De personendichtheid in dit gebied is dusdanig laag dat dit geen groepsrisico oplevert en geen invloed heeft op de veiligheidssituatie binnen het plangebied.
5.3.2 LPG tankstation Rondom een LPG tankstation moet ten opzichte van het vulpunt een vaste veiligheidsafstand worden aangehouden (10- 6 contour). Hier zijn geen kwetsbare objecten toegestaan. Deze afstand is afhankelijk van de vergunde doorzet van het tankstation. Het LPG tankstation heeft een jaarlijkse doorzet van minder dan 1.000 m3. Hiervoor geldt een 10- 6 contour van 35 meter vanaf het vulpunt, 25 meter vanaf het reservoir en 15 meter vanaf de afleverzuil.
12
Figuur 7: Risicocontouren LPG tankstation
Tevens moet rekening worden gehouden met een invloedsgebied voor het groepsrisico van 150 meter rondom het vulpunt en het reservoir. Het invloedsgebied van het LPG tankstation valt binnen het plangebied. Echter, aangezien er (bijna) geen personen in het invloedsgebied aanwezig zijn, heeft dit LPG tankstation geen invloed op de veiligheidssituatie van het plangebied.
5.4
Deelgebied 3: Koningslaagte
Uit de risico-inventarisatie blijkt dat er vier risicobronnen in het deelgebied Koningslaagte aanwezig zijn, namelijk: de spoorlijn Groningen – Sauwerd (richting Delfzijl/Eemshaven), het Van Starkenborghkanaal en twee aardgasleidingen.
5.4.1 Aardgasleidingen Voor aardgasleidingen geldt volgens het BEVB (2011) een belemmeringenstrook van 4 meter. Uit een onderzoek van de Gasunie blijkt dat het plaatsgebonden risico voor de twee leidingen volgens de nieuwe risicobenadering op de leiding zelf ligt. Buiten deze leidingen is geen 10-6 contour aanwezig. Uit de gegevens van de Gasunie blijkt verder dat de leidingen een effectafstand van maximaal respectievelijk 170 en 45 meter hebben (1% letaliteitgrens). Aangezien de personendichtheid in dit gebied bijzonder laag is levert dit geen groepsrisico op en heeft de aanwezigheid van de buisleiding geen invloed op de veiligheidssituatie binnen het plangebied.
5.4.2 Spoorlijn Groningen -Sauwerd De spoorlijn Groningen – Sauwerd (verbinding met Delfzijl en de Eemshaven) loopt door het plangebied. Over deze spoorlijn vindt vervoer van gevaarlijke stoffen plaats. Vervoerd worden alle categorieën gevaarlijke stoffen en maakt deel uit van het landelijk basisnet. Uit onderzoek van de provincie Groningen blijkt dat er op dit moment geen plaatsgebonden risico van 10- 6 buiten het spoor ligt. Uit berekeningen waarbij vergaande vervoersprognoses zijn gebruikt, blijkt verder dat het PR in de toekomst op maximaal 11 meter buiten het spoor zou kunnen komen te liggen. In deze zone mogen geen kwetsbare objecten worden opgericht.
13
Naast het PR dient ook rekening te worden gehouden met de effecten van een plasbrand scenario. Het PAG betreft de zone waarbinnen de effecten van een ongeluk met brandbare vloeistoffen een dodelijk effect hebben. Voor de wegen en het spoor ligt deze grens op 30 meter. In deze zone mag in principe geen nieuwbouw worden gerealiseerd. Dit betekent in dit geval dat er binnen 30 meter vanaf het spoor geen bebouwing mag worden gerealiseerd. In het kader van het bestemmingsplan wordt geen bebouwing toegestaan binnen de risicocontouren. Dit betekent dat het PR ten gevolge van het spoortransport geen belemmering vormt voor het bestemmingsplan. Wat betreft het groepsrisico geldt een toetsingsafstand van 200 meter. Aangezien de personendichtheid binnen dit deelgebied dusdanig laag is, heeft dit geen invloed op de veiligheidssituatie binnen het plangebied.
5.4.3 Van Starkenborghkanaal Het Van Starkenborghkanaal ligt binnen het deelgebied. Het kanaal betreft een zogenaamde ‘zwarte’ vaarweg. Dat zijn binnenvaartroutes met frequent vervoer van gevaarlijke stoffen. Voor het Van Starkenborghkanaal geldt dat het plaatsgebonden risico van 10- 6 als gevolg van het gevaarlijke transport op het water ligt. Dit betekent dat het PR geen belemmering vormt voor het bestemmingsplan en dat aan de wettelijke verankerde grenswaarden wordt voldaan. Naast het PR dient ook rekening te worden gehouden met de effecten van een plasbrand scenario. Een plasbrand is het gevolg van een ongeluk met een schip met brandbare vloeistoffen. Een dergelijke ramp kan tot slachtoffers leiden in een gebied van 25 meter langs de vaarweg, gemeten vanaf de oeverlijn. Daarom zijn in het landelijke Basisnet zogenaamde plasbrandaandachtsgebieden (PAG) aangewezen. In deze zone dient in principe geen nieuwbouw te worden gerealiseerd. Binnen een zone van 25 meter vanaf de kade van het Van Starkenborghkanaal is geen nieuwbouw toegestaan. Hierbij dient te worden opgemerkt dat in de bestaande situatie wel bebouwing staat op minder dan 25 meter vanaf de vaarweg. Het invloedsgebied van het groepsrisico valt over een deel van het plangebied. Conform het Basisnet Water zijn gemeentes in principe verplicht om bij bouwplannen binnen 200 meter langs de vaarweg rekening te houden met het groepsrisico. In het (concept) ‘Besluit transportroutes externe veiligheid’ is bepaald dat het groepsrisico niet hoeft te worden verantwoord als er onder 0,1 maal de oriëntatiewaarde wordt gebleven. Dit betekent in de praktijk dat gemeenten het groepsrisico langs zwarte vaarwegen alleen moeten verantwoorden indien het aantal inwoners de 1.500 per hectare bij dubbelzijdige bebouwing overschrijdt. Bij het Van Starkenborghkanaal is dit niet het geval. Verdere berekening en verantwoording van het groepsrisico kan daarom achterwege blijven. Samenvattend kan worden geconcludeerd dat het Van Starkenborghkanaal voor het bestemmingsplan geen knelpunt oplevert.
5.5
Deelgebied 4: Noorddijk
Uit de inventarisatie van bestaande risicobronnen blijkt dat voor deelgebied Noorddijk geldt dat, vier aardgasleidingen risicobronnen vormen binnen dit plangebied. Twee van deze leidingen liggen binnen het plangebied, één ervan raakt de grens van het plangebied en één van deze buisleidingen ligt buiten het plangebied.
5.5.1 Aardgasleidingen Ook voor deze aardgasleidingen geldt conform het BEVB (2011) een belemmeringenstrook van 4 meter. Er is voor enkele van de bij dit onderzoek betrokken leidingen sprake van een plaatsgebonden risico PR 10-6 buiten de belemmeringenstrook. Er is geen bestaande bebouwing aanwezig binnen deze plaatsgebonden risicocontouren.
14
Verder blijkt uit de gegevens van de Gasunie dat de leidingen een effectafstand hebben van respectievelijk, 45 meter, 70 meter, 45 en 70 meter hebben (1%letaliteitgrens). Het invloedsgebied van één of meer leidingen ligt gedeeltelijk over het plangebied. Met behulp van het rekenprogramma CAROLA versie 1.0.0.50. heeft het Steunpunt Externe Veiligheid van de provincie Groningen een risicoberekening voor beide buisleidingen gemaakt. De berekeningen zijn gemaakt op basis van leidinggegevens van de Gasunie. Er is blijkens de weergave in alle FN-curves geen groepsrisico van betekenis. Het groepsrisico is voor alle leidingen lager dan 0,1 maal de oriëntatiewaarde (zie blijlage voor complete rapportage). In het bestemmingsplan kan volgens Art. 12 van het Besluit externe veiligheid buisleidingen (BEVB) en Art. 8 van de Regeling externe veiligheid buisleidingen (REVB) worden volstaan met een beperkte groepsrisicoverantwoording die onderdeel uitmaakt van deze veiligheidsstudie.
5.5.2
Deelgebied 5: Winschoterweg / Waterhuizen
De inventarisatie van bestaande risicobronnen laat zien dat binnen het deelgebied Winschoterweg / Waterhuizen vormen de A7, de spoorlijn Groningen – Winschoten en 3 hoge druk aardgasleidingen risicobronnen vormen.
5.5.3 Aardgasleidingen Voor de drie aardgasleidingen die binnen het plangebied liggen geldt hetzelfde als voor de andere benoemde aardgasleidingen die geïnventariseerd zijn in het plangebied. Namelijk, er geldt een belemmeringenstrook van 4 meter en het plaatsgebonden risico ligt op de buisleidingen zelf. Uit de gegevens van de Gasunie blijkt dat de aardgasleidingen een effectafstand hebben van respectievelijk 70 meter, 140 meter en 70 meter hebben. Het invloedsgebied van één of meer leidingen ligt gedeeltelijk over het plangebied. Met behulp van het rekenprogramma CAROLA versie 1.0.0.50. heeft het Steunpunt Externe Veiligheid van de provincie Groningen een risicoberekening voor beide buisleidingen gemaakt. De berekeningen zijn gemaakt op basis van leidinggegevens van de Gasunie. Er is blijkens de weergave in alle FN-curves geen groepsrisico van betekenis (zie bijlage). Dat wil zeggen dat de kans op overlijden van een groep van tenminste 10 personen kleiner is dan de kleinste kans die in de FN-curves moet worden getoond: 1 op de miljard (10-9). Het groepsrisico is dus voor alle leidingen lager dan 0,1 maal de oriëntatiewaarde. In het bestemmingsplan kan volgens Art. 12 van het Besluit externe veiligheid buisleidingen (BEVB) en Art. 8 van de Regeling externe veiligheid buisleidingen (REVB) worden volstaan met een beperkte groepsrisicoverantwoording. Deze maakt onderdeel uit van de veiligheidsstudie.
5.5.4 A7 Uit risicoberekeningen gebaseerd op huidige vervoersstromingen blijkt dat de A7 op dit moment geen geen PR 10-6 -contour buiten de weg heeft. Wel dient er rekening te worden gehouden met het PAG van 30 meter. In deze zone mag in principe geen nieuwbouw worden gerealiseerd. Het invloedsgebied voor deze transportmodaliteit wordt gesteld op 200 m aan weerszijden van de weg. Binnen deze zones is geen bebouwing aanwezig en ook niet toegestaan. De afwezigheid van personen in dit gebied maakt dat de A7 geen belemmering voor het bestemmingsplan.
5.5.5 Spoorlijn Groningen - Zuidbroek De spoorlijn Groningen – Zuidbroek loopt door het plangebied. Over deze spoorlijn vindt vervoer van gevaarlijke stoffen plaats en deze spoorlijn maakt deel uit van het landelijk basisnet.
15
Uit onderzoek van de provincie Groningen blijkt dat er op dit moment geen plaatsgebonden risico van 10- 6 buiten het spoor ligt. Uit berekeningen waarbij vergaande vervoersprognoses zijn gebruikt, blijkt verder dat het PR in de toekomst op maximaal 11 meter buiten het spoor zou kunnen komen te liggen. In deze zone mogen geen kwetsbare objecten worden opgericht. Naast het PR dient ook rekening te worden gehouden met de effecten van een plasbrand scenario. Voor het spoor bedraagt het PAG 30 meter. In deze zone is nieuwbouw in principe niet toegestaan Het invloedsgebied van de spoorlijn ligt gedeeltelijk binnen het plangebied. Conform het Basisnet Spoor is de gemeente in principe verplicht om bij bouwplannen binnen 1500 meter langs deze spoorlijn rekening te houden met het groepsrisico. In het (concept) ‘Besluit transportroutes externe veiligheid’ is bepaald dat het groepsrisico niet hoeft te worden verantwoord als er onder 0,1 maal de oriëntatiewaarde wordt gebleven. Dit betekent in de praktijk dat gemeenten het groepsrisico langs spoorwegen alleen moeten verantwoorden indien het aantal inwoners de 1.500 per hectare bij dubbelzijdige bebouwing overschrijdt. Bij de spoorlijn Groningen – Zuidbroek is dit niet het geval. Verdere berekening en verantwoording van het groepsrisico kan daarom achterwege blijven. Samenvattend kan worden geconcludeerd dat de spoorlijn Groningen - Zuidbroek voor de actualisatie van het bestemmingsplan geen knelpunt oplevert.
5.6
Bestrijdbaarheid en zelfredzaamheid
Ten aanzien van de aspecten bestrijdbaarheid en zelfredzaamheid heeft de regionale brandweer Groningen het volgende advies gegeven.
5.6.1 Bestrijdbaarheid Om te bepalen of de brandweer in het plangebied voldoende snel kan optreden, is zowel de opkomsttijd als de tweezijdige bereikbaarheid beoordeeld. Om te bepalen of de brandweer snel kan beschikken over voldoende bluswater, is zowel de beschikbaarheid van primaire (brandkranen) als secundaire (open water) bluswatervoorzieningen beoordeeld. Uit de beoordeling blijkt dat de plangebieden over het algemeen tweezijdig bereikbaar zijn. Door de ligging in het buitengebied geldt voor de plangebieden wel een lange opkomsttijd. Wat betreft bluswatervoorzieningen kan de brandweer in het buitengebied niet optimaal beschikken over bluswater (zogenaamde witte vlekken). Primaire bluswatervoorzieningen zijn niet of nauwelijks aanwezig, Daardoor is de brandweer hoofdzakelijk aangewezen op de secundaire bluswatervoorzieningen. Dit beperkt het snel en effectief bestrijden van incidenten. Vanuit Brandweer Regio Groningen wordt gewerkt aan het project ‘Witte vlekken in de bluswatervoorziening’. In dit plan worden oplossingen aangedragen ten aanzien van de witte vlekken. Locaties uit het buitengebied zijn in het project ‘Plan Witte Vlekken’ opgenomen. Omdat dit project nog niet is afgerond, blijft dit aspect een aandachtspunt. Voor incidenten met de aardgastransportleidingen geldt, dat een gasbrand niet geblust mag worden in verband met explosiegevaar. Dit bemoeilijkt het snel en effectief bestrijden van een gasbrand. De brandweer zal zich bij gas incidenten voornamelijk richten op het bestrijden van secundaire branden en het assisteren bij het ontruimen van de gevarenzone.
5.6.2 Zelfredzaamheid Om te bepalen of de brandweer in het plangebied voldoende snel kan optreden, is zowel de opkomsttijd als de tweezijdige bereikbaarheid beoordeeld. Om te bepalen of de brandweer snel kan beschikken over voldoende bluswater, is zowel de beschikbaarheid van primaire (brandkranen) als secundaire (open water) bluswatervoorzieningen beoordeeld. Uit de beoordeling blijkt dat de plangebieden over het algemeen tweezijdig bereikbaar zijn. Door de ligging in het buitengebied geldt voor de plangebieden wel een lange opkomsttijd. Wat betreft bluswatervoorzieningen kan de brandweer in het buitengebied niet optimaal beschikken over
16
bluswater (zogenaamde witte vlekken). Primaire bluswatervoorzieningen zijn niet of nauwelijks aanwezig, Daardoor is de brandweer hoofdzakelijk aangewezen op de secundaire bluswatervoorzieningen. Dit beperkt het snel en effectief bestrijden van incidenten. Vanuit Brandweer Regio Groningen wordt gewerkt aan het project ‘Witte vlekken in de bluswatervoorziening’. In dit plan worden oplossingen aangedragen ten aanzien van de witte vlekken. Locaties uit het buitengebied zijn in het project ‘Plan Witte Vlekken’ opgenomen. Omdat dit project nog niet is afgerond, blijft dit aspect een aandachtspunt.
6.
Samenvatting en conclusie
Uit de inventarisatie blijkt dat er risicobronnen aanwezig zijn zowel in als nabij de het plangebied (verspreid over de vijf deelgebieden). De invloed van deze individuele risicobronnen zijn bekeken. Hieruit blijkt dat deze geen invloed hebben op de veiligheidssituatie van het plangebied. Op grond van externe veiligheid bestaat er geen bezwaar tegen de actualisatie van het bestemmingsplan. De regionale brandweer heeft daarnaast geconstateerd dat er sprake is van externe veiligheidsrisico’s door transport van gevaarlijke stoffen plaats over de weg, het spoor, het water en door buisleidingen. Daarnaast is er ook sprake van een risicovolle inrichting. Hierdoor is verantwoording van het groepsrisico noodzakelijk. Uit het bestemmingsplan blijkt dat er niet of nauwelijks toename van het groepsrisico is of een overschrijding van de oriënterende waarde. Desondanks zijn in het plangebied effecten mogelijk door de aanwezige risicobronnen. Uit de beoordeling van het aspect bestrijdbaarheid blijkt, er dat in het buitengebied de bereikbaarheid door hoge opkomsttijden niet optimaal is en de bluswatervoorzieningen een aandachtspunt zijn. Momenteel wordt er gewerkt aan het plan ‘Witte vlekken in de bluswatervoorziening’ waarin oplossingen zullen worden aangedragen.
Uit de beoordeling van het aspect zelfredzaamheid blijkt dat er geen objecten zijn voor het langdurig verblijf van groepen verminderd zelfredzame personen.
17
Kwantitatieve Risicoanalyse Bestemmingsplan buitengebied deelgebied Winschoterweg Gemeente Groningen Door: W. Niessink
Samenvatting Groepsrisicoberekening voor de hogedruk gasbuisleidingen van de Gasunie.
2
Inhoud Samenvatting
2
1 Inleiding 4 2 Invoergegevens 2.1 Interessegebied 2.2 Relevante leidingen 2.3 Populatie
5 5 6 8
3 Plaatsgebonden risico 3.1 Figuur 3.1 Plaatsgebonden 3.2 Figuur 3.2 Plaatsgebonden 3.3 Figuur 3.3 Plaatsgebonden 3.4 Figuur 3.4 Plaatsgebonden 3.5 Figuur 3.5 Plaatsgebonden 3.6 Figuur 3.6 Plaatsgebonden 3.7 Figuur 3.7 Plaatsgebonden 3.8 Figuur 3.8 Plaatsgebonden 4 Groepsrisico screening 4.1 Figuur 4.1 Groepsrisico 4.2 Figuur 4.2 Groepsrisico 4.3 Figuur 4.3 Groepsrisico 4.4 Figuur 4.4 Groepsrisico 4.5 Figuur 4.5 Groepsrisico 4.6 Figuur 4.6 Groepsrisico 4.7 Figuur 4.7 Groepsrisico 4.8 Figuur 4.8 Groepsrisico
risico risico risico risico risico risico risico risico
voor voor voor voor voor voor voor voor
screening screening screening screening screening screening screening screening
10 10 11 12 13 14 15 16 17
A-540-01 van N.V. Nederlandse Gasunie A-540-02 van N.V. Nederlandse Gasunie A-540-03 van N.V. Nederlandse Gasunie N-505-39 van N.V. Nederlandse Gasunie N-505-41 van N.V. Nederlandse Gasunie N-508-01 van N.V. Nederlandse Gasunie N-508-50 van N.V. Nederlandse Gasunie N-508-51 van N.V. Nederlandse Gasunie
voor voor voor voor voor voor voor voor
18 19 20 21 22 23 24 25 26
A-540-01 van N.V. Nederlandse Gasunie A-540-02 van N.V. Nederlandse Gasunie A-540-03 van N.V. Nederlandse Gasunie N-505-39 van N.V. Nederlandse Gasunie N-505-41 van N.V. Nederlandse Gasunie N-508-01 van N.V. Nederlandse Gasunie N-508-50 van N.V. Nederlandse Gasunie N-508-51 van N.V. Nederlandse Gasunie
5 FN curves 27 5.1 Figuur 5.1 FN curve voor A-540-01 van N.V. Nederlandse Gasunie voor de kilometer tussen stationing 9140.00 en stationing 10140.00 5.2 Figuur 5.2 FN curve voor A-540-02 van N.V. Nederlandse Gasunie voor de kilometer tussen stationing 8740.00 en stationing 9740.00 5.3 Figuur 5.3 FN curve voor A-540-03 van N.V. Nederlandse Gasunie voor de kilometer tussen stationing 0.00 en stationing 0.00 5.4 Figuur 5.4 FN curve voor N-505-39 van N.V. Nederlandse Gasunie voor de kilometer tussen stationing 0.00 en stationing 0.00 5.5 Figuur 5.5 FN curve voor N-505-41 van N.V. Nederlandse Gasunie voor de kilometer tussen stationing 37930.00 en stationing 38360.00 5.6 Figuur 5.6 FN curve voor N-508-01 van N.V. Nederlandse Gasunie voor de kilometer tussen stationing 160.00 en stationing 1160.00 5.7 Figuur 5.7 FN curve voor N-508-50 van N.V. Nederlandse Gasunie voor de kilometer tussen stationing 21940.00 en stationing 22940.00 5.8 Figuur 5.8 FN curve voor N-508-51 van N.V. Nederlandse Gasunie voor de kilometer tussen stationing 0.00 en stationing 240.00
29
6 Conclusies
30
7 Referenties
31
27 27 27 28 28 28 29
3
Inleiding De risicostudie in dit rapport is uitgevoerd conform de door de overheid gestelde richtlijnen voor het uitvoeren van risicoanalyses aan ondergrondse gelegen hogedruk aardgastransportleidingen [1, 2, 3, 4]. De analyse is uitgevoerd met het pakket CAROLA. CAROLA is een software pakket dat in opdracht van de Nederlandse overheid is ontwikkeld, specifiek ter bepaling van het plaatsgebonden risico en groepsrisico van ondergrondse hogedruk aardgastransportleidingen. Het plaatsgebonden risico is gedefinieerd als de kans per jaar dat een onbeschermd persoon die onafgebroken op dezelfde plaats verblijft, komt te overlijden als gevolg van een ongeval met een potentieel gevaarlijke bron. Het plaatsgebonden risico wordt weergegeven door middel van contouren met een gelijke risicowaarde op een kaart. Het groepsrisico voor buisleidingen is gedefinieerd als de frequentie per jaar per kilometer leiding dat een groep van tenminste tien personen komt te overlijden als gevolg van een ongeval met die buisleiding, waarbij een gevaarlijke stof betrokken is. Het groepsrisico wordt weergegeven in een FN-curve, een dubbel logaritmische grafiek waarbij op de horizontale as het aantal doden (N) wordt gegeven en op de verticale as de cumulatieve frequentie (F) van tenminste N doden. Om te bepalen of de berekende risico’s acceptabel zijn wordt getoetst aan de normen zoals die worden vastgelegd in het Besluit Externe Veiligheid Buisleidingen. Voor het plaatsgebonden risico geldt dat er zich geen (geprojecteerde) kwetsbare objecten mogen bevinden binnen de plaatsgebonden risico contour van 10-6 per jaar. Voor (geprojecteerde) beperkt kwetsbare objecten geldt het 10-6 per jaar PR criterium als richtwaarde. Het groepsrisico is voorzien van een oriëntatiewaarde, die voor buisleidingen gesteld is op F·N2 < 10-2 per jaar per km leiding, waarin F de frequentie per jaar is met N of meer dodelijke slachtoffers. Daarnaast geldt een verantwoordingsplicht, waarbij het bevoegd gezag verplicht wordt gesteld om advies in te winnen bij hulpverleningsdiensten omtrent aspecten als hulpverlening en zelfredzaamheid. Laatstgenoemde aspecten, en daarmee de verantwoordingsplicht, worden in dit rapport niet geadresseerd.
4
Invoergegevens De risicoberekeningen die in dit rapport zijn beschreven zijn uitgevoerd met CAROLA versie 1.0.0.51. De gehanteerde parameterfile heeft versienummer 1.2. De berekeningen zijn uitgevoerd op 27-04-2011. Dit project is opgeslagen onder de naam Winschoterweg Carola (13-04-2011).crp en is laatstelijk bijgewerkt op 27-04-2011. Voor de berekeningen is gebruik gemaakt van de meteorologische gegevens van het weerstation Eelde. In dit hoofdstuk worden de verschillende invoergegevens nader gespecificeerd in de navolgende secties. Interessegebied Het interessegebied is weergegeven in figuur 2.1 Figuur 2.1 Interessegebied voor de uitgevoerde risicoberekeningen
5
Relevante leidingen Op basis van het gespecificeerde interessegebied zijn de volgende aardgastransportleidingen meegenomen in de risicostudie. Eigenaar N.V. Nederlandse Gasunie N.V. Nederlandse Gasunie N.V. Nederlandse Gasunie N.V. Nederlandse Gasunie N.V. Nederlandse Gasunie N.V. Nederlandse Gasunie N.V. Nederlandse Gasunie N.V. Nederlandse Gasunie
Leidingnaa m A-540-01
Diameter [mm]
Druk [bar]
457.00
67.00
Datum aanleveren gegevens 14-04-2011
A-540-02
323.90
66.20
14-04-2011
A-540-03
323.90
66.20
14-04-2011
N-505-39
323.90
40.00
14-04-2011
N-505-41
323.90
40.00
14-04-2011
N-508-01
323.90
40.00
14-04-2011
N-508-50
159.00
40.00
14-04-2011
N-508-51
168.30
40.00
14-04-2011
Er zijn geen leidingen aanwezig waarvan de vervaldatum voor het gebruik van de gegevens is overschreden. Voor deze leidingen kunnen geen risicoberekeningen worden uitgevoerd. De leidingen zijn gevisualiseerd in figuur 2.2.
6
Figuur 2.2 Buisleidingen aanwezig in de omgeving van het interessegebied
Leidingen meegenomen in de risicoberekeningen Leidingen waarvoor de houdbaarheidsdatum van de gegevens verstreken is Voor de in bovenstaande tabel opgenomen leidingen zijn geen risico mitigerende maatregelen verdisconteerd in de bijbehorende risicoberekeningen.
7
Populatie Voor de bepaling van het groepsrisico is het van belang dat de populatie rondom de aardgastransportleidingen wordt geïnventariseerd. De relevante populatie is weergegeven in figuur 2.3 Figuur 2.3 Bevolking meegenomen in de risicoberekeningen
Populatietype
Polygoonpunten
Populatiepolygoon
Wonen Werken Evenement
8
Populatiepolygonen Label Type
Aanta Vervangmod l us Roodehaan noord Werken 10.0 Toevoegen Nieuwe Populatie Roodehaan zuid Wonen 2.0 Toevoegen Nieuwe Populatie Roodehaan N-west Wonen 4.0 Toevoegen Nieuwe Populatie Woortmansdijk Werken 18.0 Toevoegen Nieuwe Populatie Winschoterweg Wonen 4.0 Toevoegen Nieuwe Populatie Rijksweg West Werken 70.0 Toevoegen Nieuwe Populatie Industrie Hoogezand Werken 110.0 Toevoegen Nieuwe Populatie
Populatiebestanden Pad
Type
Aantal
Percentage Personen 100/ 60/ 7/ 1/ 100/ 100
100/ 100/ 7/ 1/ 100/ 100
100/ 10/ 7/ 1/ 100/ 100 100/ 10/ 7/ 1/ 100/ 100
Percentage Personen
9
Plaatsgebonden risico Voor de in voorgaande hoofdstuk genoemde leidingen is het plaatsgebonden risico bepaald. Voor elk van de leidingen wordt het plaatsgebonden risico weergegeven als iso-risicocontouren op een achtergrondkaart. Figuur 3.1 Plaatsgebonden risico voor A-540-01 van N.V. Nederlandse Gasunie
1E-4 1E-5 1E-6 1E-7 1E-8
10
Figuur 3.2 Plaatsgebonden risico voor A-540-02 van N.V. Nederlandse Gasunie
1E-4 1E-5 1E-6 1E-7 1E-8
11
Figuur 3.3 Plaatsgebonden risico voor A-540-03 van N.V. Nederlandse Gasunie
1E-4 1E-5 1E-6 1E-7 1E-8
12
Figuur 3.4 Plaatsgebonden risico voor N-505-39 van N.V. Nederlandse Gasunie
1E-4 1E-5 1E-6 1E-7 1E-8
13
Figuur 3.5 Plaatsgebonden risico voor N-505-41 van N.V. Nederlandse Gasunie
1E-4 1E-5 1E-6 1E-7 1E-8
14
Figuur 3.6 Plaatsgebonden risico voor N-508-01 van N.V. Nederlandse Gasunie
1E-4 1E-5 1E-6 1E-7 1E-8
15
Figuur 3.7 Plaatsgebonden risico voor N-508-50 van N.V. Nederlandse Gasunie
1E-4 1E-5 1E-6 1E-7 1E-8
16
Figuur 3.8 Plaatsgebonden risico voor N-508-51 van N.V. Nederlandse Gasunie
1E-4 1E-5 1E-6 1E-7 1E-8
17
Groepsrisico screening Om in één oogopslag een indruk te krijgen van het groepsrisico wordt het groepsrisico gescreend alvorens voor specifieke segmenten FN-curves te visualiseren. Voor elk van de leidingen wordt per stationing de overschrijdingsfactor van de oriëntatiewaarde van het groepsrisico weergegeven. Deze is berekend door rondom elk punt op de leiding één kilometer segment te kiezen die gecentreerd ligt ten opzichte van dit punt. Voor deze kilometer leiding is een FN-curve berekend en voor deze FN-curve de overschrijdingsfactor. De overschrijdingsfactor is de verhouding tussen de FN-curve en de oriëntatiewaarde. Daarmee is de overschrijdingsfactor een maat die aangeeft in hoeverre de oriëntatiewaarde wordt genaderd of overschreden. Een overschrijdingsfactor kleiner dan 1 geeft aan dat de FN-curve onder de oriëntatiewaarde blijft. Bij een waarde van 1 zal de FN-curve de oriëntatiewaarde raken. Bij een waarde groter dan 1 wordt de oriëntatiewaarde overschreden.
18
Figuur 4.1 Groepsrisico screening voor A-540-01 van N.V. Nederlandse Gasunie
De maximale overschrijdingsfactor van deze kilometer leiding wordt gevonden bij 0 slachtoffers en een frequentie van 0.00E+000. De maximale overschrijdingsfactor voor dit tracé is gelijk aan 0.000E+000 en correspondeert met die kilometer leiding die gekarakteriseerd wordt door stationing 9140.00 en stationing 10140.00. Voor deze kilometer leiding is de FN-curve opgenomen in het volgende hoofdstuk. De betreffende kilometer leiding is gevisualiseerd in figuur 4.1 Figuur 4.1 Kilometer leiding behorende bij de maximale overschrijding van de FN-curve voor A-540-01 van N.V. Nederlandse Gasunie
19
Figuur 4.2 Groepsrisico screening voor A-540-02 van N.V. Nederlandse Gasunie
De maximale overschrijdingsfactor van deze kilometer leiding wordt gevonden bij 0 slachtoffers en een frequentie van 0.00E+000. De maximale overschrijdingsfactor voor dit tracé is gelijk aan 0.000E+000 en correspondeert met die kilometer leiding die gekarakteriseerd wordt door stationing 8740.00 en stationing 9740.00. Voor deze kilometer leiding is de FN-curve opgenomen in het volgende hoofdstuk. De betreffende kilometer leiding is gevisualiseerd in figuur 4.2 Figuur 4.2 Kilometer leiding behorende bij de maximale overschrijding van de FN-curve voor A-540-02 van N.V. Nederlandse Gasunie
20
Figuur 4.3 Groepsrisico screening voor A-540-03 van N.V. Nederlandse Gasunie
De maximale overschrijdingsfactor van deze kilometer leiding wordt gevonden bij 0 slachtoffers en een frequentie van 0.00E+000. De maximale overschrijdingsfactor voor dit tracé is gelijk aan 0.000E+000 en correspondeert met die kilometer leiding die gekarakteriseerd wordt door stationing 0.00 en stationing 0.00. Voor deze kilometer leiding is de FN-curve opgenomen in het volgende hoofdstuk. De betreffende kilometer leiding is gevisualiseerd in figuur 4.3 Figuur 4.3 Kilometer leiding behorende bij de maximale overschrijding van de FN-curve voor A-540-03 van N.V. Nederlandse Gasunie
21
Figuur 4.4 Groepsrisico screening voor N-505-39 van N.V. Nederlandse Gasunie
De maximale overschrijdingsfactor van deze kilometer leiding wordt gevonden bij 0 slachtoffers en een frequentie van 0.00E+000. De maximale overschrijdingsfactor voor dit tracé is gelijk aan 0.000E+000 en correspondeert met die kilometer leiding die gekarakteriseerd wordt door stationing 0.00 en stationing 0.00. Voor deze kilometer leiding is de FN-curve opgenomen in het volgende hoofdstuk. De betreffende kilometer leiding is gevisualiseerd in figuur 4.4 Figuur 4.4 Kilometer leiding behorende bij de maximale overschrijding van de FN-curve voor N-505-39 van N.V. Nederlandse Gasunie
22
Figuur 4.5 Groepsrisico screening voor N-505-41 van N.V. Nederlandse Gasunie
De maximale overschrijdingsfactor van deze kilometer leiding wordt gevonden bij 0 slachtoffers en een frequentie van 0.00E+000. De maximale overschrijdingsfactor voor dit tracé is gelijk aan 0.000E+000 en correspondeert met die kilometer leiding die gekarakteriseerd wordt door stationing 37930.00 en stationing 38360.00. Voor deze kilometer leiding is de FN-curve opgenomen in het volgende hoofdstuk. De betreffende kilometer leiding is gevisualiseerd in figuur 4.5 Figuur 4.5 Kilometer leiding behorende bij de maximale overschrijding van de FN-curve voor N-505-41 van N.V. Nederlandse Gasunie
23
Figuur 4.6 Groepsrisico screening voor N-508-01 van N.V. Nederlandse Gasunie
De maximale overschrijdingsfactor van deze kilometer leiding wordt gevonden bij 0 slachtoffers en een frequentie van 0.00E+000. De maximale overschrijdingsfactor voor dit tracé is gelijk aan 0.000E+000 en correspondeert met die kilometer leiding die gekarakteriseerd wordt door stationing 160.00 en stationing 1160.00. Voor deze kilometer leiding is de FN-curve opgenomen in het volgende hoofdstuk. De betreffende kilometer leiding is gevisualiseerd in figuur 4.6 Figuur 4.6 Kilometer leiding behorende bij de maximale overschrijding van de FN-curve voor N-508-01 van N.V. Nederlandse Gasunie
24
Figuur 4.7 Groepsrisico screening voor N-508-50 van N.V. Nederlandse Gasunie
De maximale overschrijdingsfactor van deze kilometer leiding wordt gevonden bij 0 slachtoffers en een frequentie van 0.00E+000. De maximale overschrijdingsfactor voor dit tracé is gelijk aan 0.000E+000 en correspondeert met die kilometer leiding die gekarakteriseerd wordt door stationing 21940.00 en stationing 22940.00. Voor deze kilometer leiding is de FN-curve opgenomen in het volgende hoofdstuk. De betreffende kilometer leiding is gevisualiseerd in figuur 4.7 Figuur 4.7 Kilometer leiding behorende bij de maximale overschrijding van de FN-curve voor N-508-50 van N.V. Nederlandse Gasunie
25
Figuur 4.8 Groepsrisico screening voor N-508-51 van N.V. Nederlandse Gasunie
De maximale overschrijdingsfactor van deze kilometer leiding wordt gevonden bij 0 slachtoffers en een frequentie van 0.00E+000. De maximale overschrijdingsfactor voor dit tracé is gelijk aan 0.000E+000 en correspondeert met die kilometer leiding die gekarakteriseerd wordt door stationing 0.00 en stationing 240.00. Voor deze kilometer leiding is de FN-curve opgenomen in het volgende hoofdstuk. De betreffende kilometer leiding is gevisualiseerd in figuur 4.8 Figuur 4.8 Kilometer leiding behorende bij de maximale overschrijding van de FN-curve voor N-508-51 van N.V. Nederlandse Gasunie
26
FN curves Voor elk van de eerder genoemde leidingen is het groepsrisico berekend. Een samenvatting van de resultaten hiervan is gegeven in het voorgaande hoofdstuk; in dit hoofdstuk wordt voor elk van de leidingen de daadwerkelijke FN-curve gegeven van de (in termen van groepsrisico) “slechtste” kilometer van het betreffende tracé. Figuur 5.1 FN curve voor A-540-01 van N.V. Nederlandse Gasunie voor de kilometer tussen stationing 9140.00 en stationing 10140.00
Figuur 5.2 FN curve voor A-540-02 van N.V. Nederlandse Gasunie voor de kilometer tussen stationing 8740.00 en stationing 9740.00
Figuur 5.3 FN curve voor A-540-03 van N.V. Nederlandse Gasunie voor de kilometer tussen stationing 0.00 en stationing 0.00
27
Figuur 5.4 FN curve voor N-505-39 van N.V. Nederlandse Gasunie voor de kilometer tussen stationing 0.00 en stationing 0.00
Figuur 5.5 FN curve voor N-505-41 van N.V. Nederlandse Gasunie voor de kilometer tussen stationing 37930.00 en stationing 38360.00
Figuur 5.6 FN curve voor N-508-01 van N.V. Nederlandse Gasunie voor de kilometer tussen stationing 160.00 en stationing 1160.00
28
Figuur 5.7 FN curve voor N-508-50 van N.V. Nederlandse Gasunie voor de kilometer tussen stationing 21940.00 en stationing 22940.00
Figuur 5.8 FN curve voor N-508-51 van N.V. Nederlandse Gasunie voor de kilometer tussen stationing 0.00 en stationing 240.00
29
Conclusies Plaatsgebonden risico Er is voor enkele van de door de Gasunie voor dit onderzoek meegezonden leidingen sprake van een plaatsgebonden risico PR 10-6 buiten de belemmeringenstrook. Deze leidingen liggen niet in de gemeente Groningen. Groepsrisico Het invloedsgebied van één of meer leidingen ligt gedeeltelijk over het plangebied. Er is blijkens de weergave in alle FN-curves geen groepsrisico van betekenis. Dat wil zeggen dat de kans op overlijden van een groep van tenminste 10 personen kleiner is dan de kleinste kans die in de FN-curves moet worden getoond: 1 op de miljard (10-9). Het groepsrisico is dus voor alle leidingen lager dan 0,1 maal de oriëntatiewaarde. In het bestemmingsplan kan volgens Art. 12 van het Besluit externe veiligheid buisleidingen (BEVB) en Art. 8 van de Regeling externe veiligheid buisleidingen (REVB) worden volstaan met een beperkte groepsrisicoverantwoording. Die verantwoording bestaat uit een beschrijving van • de mogelijkheden voor de rampenbestrijding (bereikbaarheid / bestrijdbaarheid) • de mogelijkheden voor personen om zichzelf in veiligheid te brengen (zelfredzaamheid) De regionale brandweer moet in de gelegenheid worden gesteld hierover advies uit te brengen.
30
Referenties [1]
Risicomethodiek aardgastransportleidingen. Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu. Brief 390/06 CEV Lah/pbz-1191. 6 november 2006.
[2]
Risicomethodiek aardgastransportleidingen. Ministerie van VROM. Brief 2006.334302. 7 december 2006.
[3]
Laheij GMH, Vliet AAC van, Kooi ES. Achtergronden bij de vervanging van zoneringafstanden hogedruk aardgastransportleidingen van de N.V. Nederlandse Gasunie. Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu. RIVM-rapport 620121001/2008. 2008.
[4]
M. Gielisse, M.T. Dröge, G.R. Kuik. Risicoanalyse aardgastransportleidingen. N.V. Nederlandse Gasunie. DEI 2008.R.0939. 2008.
31
Kwantitatieve Risicoanalyse Bestemmingsplan buitengebied deelgebied Noorddijk Gemeente Groningen Door: W. Niessink
Samenvatting Groepsrisicoberekening voor de hogedruk gasbuisleidingen van de Gasunie.
2
Inhoud Samenvatting
2
1 Inleiding
4
2 Invoergegevens 2.1 Interessegebied 2.2 Relevante leidingen 2.3 Populatie
5 5 6 8
3 Plaatsgebonden risico 3.1 Figuur 3.1 Plaatsgebonden 3.2 Figuur 3.2 Plaatsgebonden 3.3 Figuur 3.3 Plaatsgebonden 3.4 Figuur 3.4 Plaatsgebonden 3.5 Figuur 3.5 Plaatsgebonden 4 Groepsrisico screening 4.1 Figuur 4.1 Groepsrisico 4.2 Figuur 4.2 Groepsrisico 4.3 Figuur 4.3 Groepsrisico 4.4 Figuur 4.4 Groepsrisico 4.5 Figuur 4.5 Groepsrisico
risico risico risico risico risico
voor voor voor voor voor
screening screening screening screening screening
N-507-49 N-507-50 N-508-50 N-508-56 N-508-57
voor voor voor voor voor
van van van van van
N-507-49 N-507-50 N-508-50 N-508-56 N-508-57
N.V. N.V. N.V. N.V. N.V.
van van van van van
Nederlandse Nederlandse Nederlandse Nederlandse Nederlandse
N.V. N.V. N.V. N.V. N.V.
5 FN curves 21 5.1 Figuur 5.1 FN curve voor N-507-49 van N.V. Nederlandse tussen stationing 0.00 en stationing 40.00 5.2 Figuur 5.2 FN curve voor N-507-50 van N.V. Nederlandse tussen stationing 15530.00 en stationing 16530.00 5.3 Figuur 5.3 FN curve voor N-508-50 van N.V. Nederlandse tussen stationing 29630.00 en stationing 30630.00 5.4 Figuur 5.4 FN curve voor N-508-56 van N.V. Nederlandse tussen stationing 0.00 en stationing 1000.00 5.5 Figuur 5.5 FN curve voor N-508-57 van N.V. Nederlandse tussen stationing 0.00 en stationing 1000.00
10 10 11 12 13 14
Gasunie Gasunie Gasunie Gasunie Gasunie
Nederlandse Nederlandse Nederlandse Nederlandse Nederlandse
15 16 17 18 19 20
Gasunie Gasunie Gasunie Gasunie Gasunie
Gasunie voor de kilometer 21 Gasunie voor de kilometer 21 Gasunie voor de kilometer 22 Gasunie voor de kilometer 22 Gasunie voor de kilometer 22
6 Conclusies
23
7 Referenties
24
3
Inleiding De risicostudie in dit rapport is uitgevoerd conform de door de overheid gestelde richtlijnen voor het uitvoeren van risicoanalyses aan ondergrondse gelegen hogedruk aardgastransportleidingen [1, 2, 3, 4]. De analyse is uitgevoerd met het pakket CAROLA. CAROLA is een software pakket dat in opdracht van de Nederlandse overheid is ontwikkeld, specifiek ter bepaling van het plaatsgebonden risico en groepsrisico van ondergrondse hogedruk aardgastransportleidingen. Het plaatsgebonden risico is gedefinieerd als de kans per jaar dat een onbeschermd persoon die onafgebroken op dezelfde plaats verblijft, komt te overlijden als gevolg van een ongeval met een potentieel gevaarlijke bron. Het plaatsgebonden risico wordt weergegeven door middel van contouren met een gelijke risicowaarde op een kaart. Het groepsrisico voor buisleidingen is gedefinieerd als de frequentie per jaar per kilometer leiding dat een groep van tenminste tien personen komt te overlijden als gevolg van een ongeval met die buisleiding, waarbij een gevaarlijke stof betrokken is. Het groepsrisico wordt weergegeven in een FN-curve, een dubbel logaritmische grafiek waarbij op de horizontale as het aantal doden (N) wordt gegeven en op de verticale as de cumulatieve frequentie (F) van tenminste N doden. Om te bepalen of de berekende risico’s acceptabel zijn wordt getoetst aan de normen zoals die worden vastgelegd in het Besluit Externe Veiligheid Buisleidingen. Voor het plaatsgebonden risico geldt dat er zich geen (geprojecteerde) kwetsbare objecten mogen bevinden binnen de plaatsgebonden risico contour van 10-6 per jaar. Voor (geprojecteerde) beperkt kwetsbare objecten geldt het 10-6 per jaar PR criterium als richtwaarde. Het groepsrisico is voorzien van een oriëntatiewaarde, die voor buisleidingen gesteld is op F·N2 < 10-2 per jaar per km leiding, waarin F de frequentie per jaar is met N of meer dodelijke slachtoffers. Daarnaast geldt een verantwoordingsplicht, waarbij het bevoegd gezag verplicht wordt gesteld om advies in te winnen bij hulpverleningsdiensten omtrent aspecten als hulpverlening en zelfredzaamheid. Laatstgenoemde aspecten, en daarmee de verantwoordingsplicht, worden in dit rapport niet geadresseerd.
4
Invoergegevens De risicoberekeningen die in dit rapport zijn beschreven zijn uitgevoerd met CAROLA versie 1.0.0.51. De gehanteerde parameterfile heeft versienummer 1.2. De berekeningen zijn uitgevoerd op 27-04-2011. Dit project is opgeslagen onder de naam Noorddijk Carola (13-04-2011).crp en is laatstelijk bijgewerkt op 27-04-2011. Voor de berekeningen is gebruik gemaakt van de meteorologische gegevens van het weerstation Eelde. In dit hoofdstuk worden de verschillende invoergegevens nader gespecificeerd in de navolgende secties. Interessegebied Het interessegebied is weergegeven in figuur 2.1 Figuur 2.1 Interessegebied voor de uitgevoerde risicoberekeningen
5
Relevante leidingen Op basis van het gespecificeerde interessegebied aardgastransportleidingen meegenomen in de risicostudie.
zijn
Eigenaar N.V. Nederlandse Gasunie N.V. Nederlandse Gasunie N.V. Nederlandse Gasunie N.V. Nederlandse Gasunie N.V. Nederlandse Gasunie
de
volgende
Leidingnaa m N-507-49
Diameter [mm]
Druk [bar]
219.10
40.00
Datum aanleveren gegevens 14-04-2011
N-507-50
168.30
40.00
14-04-2011
N-508-50
159.00
40.00
14-04-2011
N-508-56
114.30
40.00
14-04-2011
N-508-57
219.10
40.00
14-04-2011
Er zijn geen leidingen aanwezig waarvan de vervaldatum voor het gebruik van de gegevens is overschreden. Voor deze leidingen kunnen geen risicoberekeningen worden uitgevoerd. De leidingen zijn gevisualiseerd in figuur 2.2.
6
Figuur 2.2 Buisleidingen aanwezig in de omgeving van het interessegebied
Leidingen meegenomen in de risicoberekeningen Leidingen waarvoor de houdbaarheidsdatum van de gegevens verstreken is Voor de in bovenstaande tabel opgenomen leidingen zijn geen risico mitigerende maatregelen verdisconteerd in de bijbehorende risicoberekeningen.
7
Populatie Voor de bepaling van het groepsrisico is het van belang dat de populatie rondom de aardgastransportleidingen wordt geïnventariseerd. De relevante populatie is weergegeven in figuur 2.3 Figuur 2.3 Bevolking meegenomen in de risicoberekeningen
Populatietype
Polygoonpunten
Populatiepolygoon
Wonen Werken Evenement
8
Populatiepolygonen Label
Type
Wimpel
Wonen
Aanta l 230.0
Patrijspoort
Wonen
807.0
Drielandenpad
Wonen
865.0
boeg
Wonen
453.0
Noorddijk
Wonen
13.0
Roer
Wonen
257.0
Sloep
Wonen
88.0
Meerpaal
Wonen
73.0
Shufu State
Werken 27.0
Borgweg
Werken 52.0
Harkstederweg
Werken 55.0
N360
Wonen
22.0
Noorddijkerweg west
Wonen
13.0
Noorddijkerweg oost
Werken 21.0
Bakboordswal
Wonen
2.0
Noorddijkerweg 25
Wonen
5.0
Populatiebestanden Pad
Vervangmodus Toevoegen Nieuwe Populatie Toevoegen Nieuwe Populatie Toevoegen Nieuwe Populatie Toevoegen Nieuwe Populatie Toevoegen Nieuwe Populatie Toevoegen Nieuwe Populatie Toevoegen Nieuwe Populatie Toevoegen Nieuwe Populatie Toevoegen Nieuwe Populatie Toevoegen Nieuwe Populatie Toevoegen Nieuwe Populatie Toevoegen Nieuwe Populatie Toevoegen Nieuwe Populatie Toevoegen Nieuwe Populatie Toevoegen Nieuwe Populatie Toevoegen Nieuwe Populatie
Type
Aantal
Percentage Personen
100/ 100/ 7/ 1/ 100/ 100 100/ 90/ 7/ 1/ 100/ 100 100/ 100/ 7/ 1/ 100/ 100
100/ 30/ 7/ 1/ 100/ 100
Percentage Personen
9
Plaatsgebonden risico Voor de in voorgaande hoofdstuk genoemde leidingen is het plaatsgebonden risico bepaald. Voor elk van de leidingen wordt het plaatsgebonden risico weergegeven als iso-risicocontouren op een achtergrondkaart. Figuur 3.1 Plaatsgebonden risico voor N-507-49 van N.V. Nederlandse Gasunie
1E-4 1E-5 1E-6 1E-7 1E-8
10
Figuur 3.2 Plaatsgebonden risico voor N-507-50 van N.V. Nederlandse Gasunie
1E-4 1E-5 1E-6 1E-7 1E-8
11
Figuur 3.3 Plaatsgebonden risico voor N-508-50 van N.V. Nederlandse Gasunie
1E-4 1E-5 1E-6 1E-7 1E-8
12
Figuur 3.4 Plaatsgebonden risico voor N-508-56 van N.V. Nederlandse Gasunie
1E-4 1E-5 1E-6 1E-7 1E-8
13
Figuur 3.5 Plaatsgebonden risico voor N-508-57 van N.V. Nederlandse Gasunie
1E-4 1E-5 1E-6 1E-7 1E-8
14
Groepsrisico screening Om in één oogopslag een indruk te krijgen van het groepsrisico wordt het groepsrisico gescreend alvorens voor specifieke segmenten FN-curves te visualiseren. Voor elk van de leidingen wordt per stationing de overschrijdingsfactor van de oriëntatiewaarde van het groepsrisico weergegeven. Deze is berekend door rondom elk punt op de leiding één kilometer segment te kiezen die gecentreerd ligt ten opzichte van dit punt. Voor deze kilometer leiding is een FN-curve berekend en voor deze FN-curve de overschrijdingsfactor. De overschrijdingsfactor is de verhouding tussen de FN-curve en de oriëntatiewaarde. Daarmee is de overschrijdingsfactor een maat die aangeeft in hoeverre de oriëntatiewaarde wordt genaderd of overschreden. Een overschrijdingsfactor kleiner dan 1 geeft aan dat de FN-curve onder de oriëntatiewaarde blijft. Bij een waarde van 1 zal de FN-curve de oriëntatiewaarde raken. Bij een waarde groter dan 1 wordt de oriëntatiewaarde overschreden.
15
Figuur 4.1 Groepsrisico screening voor N-507-49 van N.V. Nederlandse Gasunie
De maximale overschrijdingsfactor van deze kilometer leiding wordt gevonden bij 0 slachtoffers en een frequentie van 0.00E+000. De maximale overschrijdingsfactor voor dit tracé is gelijk aan 0.000E+000 en correspondeert met die kilometer leiding die gekarakteriseerd wordt door stationing 0.00 en stationing 40.00. Voor deze kilometer leiding is de FN-curve opgenomen in het volgende hoofdstuk. De betreffende kilometer leiding is gevisualiseerd in figuur 4.1 Figuur 4.1 Kilometer leiding behorende bij de maximale overschrijding van de FN-curve voor N-507-49 van N.V. Nederlandse Gasunie
16
Figuur 4.2 Groepsrisico screening voor N-507-50 van N.V. Nederlandse Gasunie
De maximale overschrijdingsfactor van deze kilometer leiding wordt gevonden bij 10 slachtoffers en een frequentie van 4.42E-008. De maximale overschrijdingsfactor voor dit tracé is gelijk aan 4.416E-004 en correspondeert met die kilometer leiding die gekarakteriseerd wordt door stationing 15530.00 en stationing 16530.00. Voor deze kilometer leiding is de FN-curve opgenomen in het volgende hoofdstuk. De betreffende kilometer leiding is gevisualiseerd in figuur 4.2 Figuur 4.2 Kilometer leiding behorende bij de maximale overschrijding van de FN-curve voor N-507-50 van N.V. Nederlandse Gasunie
17
Figuur 4.3 Groepsrisico screening voor N-508-50 van N.V. Nederlandse Gasunie
De maximale overschrijdingsfactor van deze kilometer leiding wordt gevonden bij 10 slachtoffers en een frequentie van 2.22E-010. De maximale overschrijdingsfactor voor dit tracé is gelijk aan 2.219E-006 en correspondeert met die kilometer leiding die gekarakteriseerd wordt door stationing 29630.00 en stationing 30630.00. Voor deze kilometer leiding is de FN-curve opgenomen in het volgende hoofdstuk. De betreffende kilometer leiding is gevisualiseerd in figuur 4.3 Figuur 4.3 Kilometer leiding behorende bij de maximale overschrijding van de FN-curve voor N-508-50 van N.V. Nederlandse Gasunie
18
Figuur 4.4 Groepsrisico screening voor N-508-56 van N.V. Nederlandse Gasunie
De maximale overschrijdingsfactor van deze kilometer leiding wordt gevonden bij 0 slachtoffers en een frequentie van 0.00E+000. De maximale overschrijdingsfactor voor dit tracé is gelijk aan 0.000E+000 en correspondeert met die kilometer leiding die gekarakteriseerd wordt door stationing 0.00 en stationing 1000.00. Voor deze kilometer leiding is de FN-curve opgenomen in het volgende hoofdstuk. De betreffende kilometer leiding is gevisualiseerd in figuur 4.4 Figuur 4.4 Kilometer leiding behorende bij de maximale overschrijding van de FN-curve voor N-508-56 van N.V. Nederlandse Gasunie
19
Figuur 4.5 Groepsrisico screening voor N-508-57 van N.V. Nederlandse Gasunie
De maximale overschrijdingsfactor van deze kilometer leiding wordt gevonden bij 0 slachtoffers en een frequentie van 0.00E+000. De maximale overschrijdingsfactor voor dit tracé is gelijk aan 0.000E+000 en correspondeert met die kilometer leiding die gekarakteriseerd wordt door stationing 0.00 en stationing 1000.00. Voor deze kilometer leiding is de FN-curve opgenomen in het volgende hoofdstuk. De betreffende kilometer leiding is gevisualiseerd in figuur 4.5 Figuur 4.5 Kilometer leiding behorende bij de maximale overschrijding van de FN-curve voor N-508-57 van N.V. Nederlandse Gasunie
20
FN curves Voor elk van de eerder genoemde leidingen is het groepsrisico berekend. Een samenvatting van de resultaten hiervan is gegeven in het voorgaande hoofdstuk; in dit hoofdstuk wordt voor elk van de leidingen de daadwerkelijke FN-curve gegeven van de (in termen van groepsrisico) “slechtste” kilometer van het betreffende tracé. Figuur 5.1 FN curve voor N-507-49 van N.V. Nederlandse Gasunie voor de kilometer tussen stationing 0.00 en stationing 40.00
Figuur 5.2 FN curve voor N-507-50 van N.V. Nederlandse Gasunie voor de kilometer tussen stationing 15530.00 en stationing 16530.00
21
Figuur 5.3 FN curve voor N-508-50 van N.V. Nederlandse Gasunie voor de kilometer tussen stationing 29630.00 en stationing 30630.00
Figuur 5.4 FN curve voor N-508-56 van N.V. Nederlandse Gasunie voor de kilometer tussen stationing 0.00 en stationing 1000.00
Figuur 5.5 FN curve voor N-508-57 van N.V. Nederlandse Gasunie voor de kilometer tussen stationing 0.00 en stationing 1000.00
22
Conclusies Plaatsgebonden risico Er is voor enkele van de bij dit onderzoek betrokken leidingen sprake van een plaatsgebonden risico PR 10-6 buiten de belemmeringenstrook. Er is geen bestaande bebouwing aanwezig binnen deze plaatsgebonden risicocontouren. Groepsrisico Het invloedsgebied van één of meer leidingen ligt gedeeltelijk over het plangebied. Er is blijkens de weergave in alle FN-curves geen groepsrisico van betekenis. Het groepsrisico is voor alle leidingen lager dan 0,1 maal de oriëntatiewaarde. In het bestemmingsplan kan volgens Art. 12 van het Besluit externe veiligheid buisleidingen (BEVB) en Art. 8 van de Regeling externe veiligheid buisleidingen (REVB) worden volstaan met een beperkte groepsrisicoverantwoording. Die verantwoording bestaat uit een beschrijving van • de mogelijkheden voor de rampenbestrijding (bereikbaarheid / bestrijdbaarheid) • de mogelijkheden voor personen om zichzelf in veiligheid te brengen (zelfredzaamheid) De regionale brandweer moet in de gelegenheid worden gesteld hierover advies uit te brengen.
23
Referenties [1]
Risicomethodiek aardgastransportleidingen. Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu. Brief 390/06 CEV Lah/pbz-1191. 6 november 2006.
[2]
Risicomethodiek aardgastransportleidingen. Ministerie van VROM. Brief 2006.334302. 7 december 2006.
[3]
Laheij GMH, Vliet AAC van, Kooi ES. Achtergronden bij de vervanging van zoneringafstanden hogedruk aardgastransportleidingen van de N.V. Nederlandse Gasunie. Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu. RIVM-rapport 620121001/2008. 2008.
[4]
M. Gielisse, M.T. Dröge, G.R. Kuik. Risicoanalyse aardgastransportleidingen. N.V. Nederlandse Gasunie. DEI 2008.R.0939. 2008.
24