BIJLAGE: concept d.d. 30 juni 2011 uitvoeringsprogramma. (Eind 2011 als onderdeel invoegen in Strategische Agenda)
1
HOOFDSTUK 3
Inrichten Welke organisatorische randvoorwaarden moeten er ingevuld zijn om tot een succesvolle uitvoering te komen? Moeten we werken met programma’s en projecten langs de lijnen van project- en programmamanagement? Welke kwaliteitseisen stellen we aan de project- en programmaleiders? Welke kwaliteiten willen we in de projectteams vanuit de gemeenten, onderwijsinstellingen en het bedrijfsleven? Moet er een specifieke uitvoeringsorganisatie komen met relatie naar Zeeland en Zuidvleugel? Wordt er voor dit proces een ‘programmacommissie’ geformeerd bestaande ui de drie O’s die de taak heeft om het Inrichten en straks het Verrichten te bewaken? Etc. NB: dit hoofdstuk zal verdieping krijgen in het najaar 2011 met de externe partners en de overheden. Voor dit moment dus niet relevant.
2
HOOFDSTUK 4
VERRICHTEN De ambitie, de stip op de horizon, moet een vertaling krijgen in programma’s, projecten en activiteiten. Van daaruit wordt duidelijk welke partner voor wat aan de lat staat. De ene keer zal (een vertegenwoordiger uit) het bedrijfsleven de trekker zijn, een andere keer het onderwijs en voor sommige opgaven zal de overheid de leadpartner zijn (gemeente, provincie, waterschap). Uitgangspunt is daarbij, dat de andere twee partners zeer nauw er bij betrokken zijn en blijven. Deze uitvoeringsagenda zal in de tweede helft van 2011 invulling moeten krijgen. Duidelijk is dat de drie O’s in principe in alle programma’s , projecten, activiteiten en processen aanwezig zijn. De trekker kan steeds één van de drie zijn, maar participatie en verantwoordelijkheid nemen door de andere twee O’s is een gegeven. Vanuit de Telosgedachte opererend is het ook een uitgangspunt dat bij ieder programmaplan, projectdefinitie of activiteitenplan ingegaan wordt op de gevolgen voor “economie”, “ecologie” en “sociaal-maatschappelijk”. Op die manier kan vanuit iedere “Telos-pijler” de balans in de gaten gehouden worden.
Om tot een adequate uitvoering te komen is door de drie O’s uitgesproken dat er een uitvoeringsorganisatie moet zijn, die ook voldoende geëquipeerd is om de uitvoering ter hand te nemen. Model hiervoor staat de werkwijze van het economisch ontwikkelingsprogramma Pieken in de Delta. Een programmacommissie, samengesteld uit vertegenwoordigers van de drie O’s, beoordeelde de projecten, die veelal door BOM en Rewin geïnitieerd en voorbereid waren, op hun bijdrage aan de programmadoelen en op basis daarvan of middelen toegekend konden worden. Zo’n werkwijze kan ook voor de uitvoering van de Strategische Agenda gevolgd worden. De Strategische Agenda is het vertrekpunt voor het op te stellen uitvoeringsprogramma. Wat bij het Piekenprogramma bleek, dat er behoefte is aan project- en programmaleiders voor het voor de wal weg roeien van programma’s en projecten. De structuur van die projecten en programma’s is een eenvoudige: vanuit de drie O’s wordt de beoordelende capaciteit aangereikt, zonder dat daar een rekening tegenover staat. Dit hoort bij hun werk. De voeding komt via de projectleider of programmaleider, die in staat moet zijn om de inhoudelijk benodigde capaciteit te organiseren. De middelen daarvoor moeten in een op te zetten of in een bestaande uitvoeringsorganisatie geconcentreerd worden. De drie O’s zijn verantwoordelijk voor de financiering van die organisatie. De voorstellen die hieruit voort komen worden ter besluitvorming voorgelegd aan het bestuur van die organisatie, bestaande uit vertegenwoordigers van de drie O’s met een onafhankelijk voorzitter.
UITVOERINGSPROGRAMMA BIJ STRATEGISCHE AGENDA WEST-BRABANT Opbouw van het programma is als volgt: • De drie pijlers van de agenda (Economie, ecologie en sociaal-maatschappelijk) worden gevuld door aan te geven per speerpunt wat de ambitie is, de resultaten die behaald gaan worden.
3
•
•
De benodigde middelen en fasering en de benodigde organisatie zal daarna per programma en project een invulling krijgen. Door daaraan prestatie-indicatoren te verbinden laten we zien of we doen wat we zeggen. De randvoorwaarden voor de realisering van de speerpunten onder 1 worden gevuld door aan te geven welke speerpunten gekozen zijn, wat de ambitie is, welke resultaten behaald gaan worden. De benodigde middelen en fasering en de benodigde organisatie zal daarna per programma en project een invulling krijgen. Door daaraan prestatie-indicatoren te verbinden laten we zien of we doen wat we zeggen. Het resultaat hieronder is nog niet het eindresultaat. Met name het faseren, prioriteren en inrichten moet in de tweede helft van 2011 gestalte krijgen. De drie O’s hebben aangegeven hier gezamenlijk verantwoordelijkheid voor te willen nemen voor in ieder geval hun eigen aandeel daarin, maar ook voor het geheel.
4
A: DRIE PIJLERS A1: ECONOMIE Maintenance West Brabant (2012-2020) A1.1
Ambitie
Aansluiting NationaleTopgebied(en)
Resultaat
In 2020 staat West Brabant nationaal en internationaal bekend als de Dutch Maintenance Delta. Maintenance sluit aan bij de topgebieden chemie, logistiek en high tech systems . Zo noemt het top gebied chemie o.a. de noodzaak van gekwalificeerde onderhoudsmedewerkers als prioriteit. Het Topgebied Logistiek kent het speerpunt Service logistiek, waar onderhouden als een essentieel onderdeel van de after sales service processen wordt gezien. Het Topgebied High Tech systemen kent enerzijds het onderwerp aerospace, waarbij kansen liggen voor Luchtvaartonderhoud, anderzijds liggen hier veel kansen voor het doorontwikkelen van onderhoudstechnologie. Status Op dit moment werken ruim 11.000 medewerkers in de West Brabantse maintenance-markt, verdeeld over de volgende spelers : Eigenaren (commercieel) 4.100 mdw’s Eigenaren (overheid) 1.200 mdw’s Onderdelenleveranciers 2.400 mdw’s Onderhoudsbedrijven 3.300 mdw’s Groeiperspectief Als trends wordt geprojecteerd op de regio West Brabant, zijn 5 potentiële groeimarkten geïdentificeerd met totaal 1000 nieuwe FTE in 2015, tw: Levensduurverlenging. Het toepassen van levensduurverlenging op de verouderende installaties zal een groeiimpuls geven aan maintenance-markt, met een werkgelegenheidsgroei van ca. 400 FTE in 2015. Condition Monitoring tools & technieken. De opkomst van mechatronica en de toenemende noodzaak om de installatie-toestand te kunnen bewaken levert kansen voor start ups en huidige aanbieders van Condition Monitoringoplossingen, leidend tot een werkgelegenheidgroei in 2015 van ca. 400 FTE. Maintenance management centra. De professionalisering van het onderhoudsvak vraagt om externe aanbieders van maintenance management-oplossingen en van binnen het bedrijf (maintenance excellence divisies), die een werkgelegenheidsgroei van ca. 250 FTE geven in 2015 Internationale revisieworkshops. De regio is het kansrijk om internationale revisieworkshop voor hoogwaardige equipments voor industrieën op te zetten, wat en werkgelegenheidsgroei in 2015 van ca. 130 FTE oplevert. Bio-based maintenance. De groei van de bio-based industrie zal in de komende jaren leiden tot de bouw van
5
trekker: Ondernemers (on), Onderwijs (ow), Overheid (oh) on ow oh
nieuwe bio-based fabrieken en verbouw van bestaande fabrieken in West Brabant. Het onderhoud aan deze fabrieken (bio-based maintenance) zal in 2015 tot ca 200 FTE nieuwe werkgelegenheid opleveren. Bij doorzetting van dit beleid zal de maintenance-markt in 2020 met ruim 3.000 onderhoudsmedewerkers zijn toegenomen toe ten opzichte van 2010. Toplocaties: Aviolanda Woensdrecht is een top locatie die nationale status heeft. Op deze locatie wordt een MRO, Aviation en Technology park ontwikkeld, waar innovatieve en startende bedrijven zich gaan vestigen en waar nieuwe technologieën worden ontwikkeld Onderdelen hiervan zijn ontwikkeling Aviolanda, nieuwbouw LCW, Regional Support Center en een Bedrijfsverzamelgebouw en Incubator alsmede een verdere samenwerking met de NLR en de TU Delft. De binnenhaven van Werkendam vormt binnen het maritieme cluster van Rotterdam tot Gorinchem een belangrijke speler op het gebied van afbouw en onderhoud van binnenschepen. Het Dutch Institute World Class Maintenance (DI-WCM) in Breda kan uitgroeien als toplocatie voor kennisontwikkeling op het vlak van Maintenance. Samen met Universiteit van Tilburg (bijzonder Hoogleraar), de Nederlandse Defensie Academie en de Technische Universiteiten van Delft , Eindhoven en Twente wordt vorm gegeven aan een onderzoek en research programma voor Maintenance (Maintenance University) Vanuit Bergen op Zoom wordt rondom het Markiezaat College van het ROC West Brabant een ‘real life’ concept vorm gegeven aan de Techniek Boulevard, waarin centraal in het procesindustrie cluster van Antwerpen en Rotterdam een nieuwe afdeling voor Engineering Construction & Maintenance wordt opgezet dat een toplocatie wordt voor World Class (maintenance) onderwijs en toegepast onderzoek op MBO en MBO+ niveau. Gezamenlijke uitvoering van werkprogramma’s De agenda van grote private ondernemingen (o.a. Shell, Dow, Sabic) geven richting aan de werkprogramma’s. Om de landelijke ambitie te realiseren dient gezamenlijk met andere stakeholders (o.a. DI-WCM, MEC Aviolanda, etc) te worden samengewerkt. Kennis & onderwijs Voor World Class Maintenance onderwijs is opgezet door Avans en Hogeschool Zeeland en ROC WB. Luchtvaart gerelateerd onderwijs zal vanuit de World Class Aviation Academy worden aangeboden. Verder is er Centrum voor Innovatief vakmanschap (CIV) op maintenance, reliabilty & condition monitoring. De aanwezigheid van een Maintenance University wordt een onderscheidende factor voor de kracht van West Brabant als maintenance-regio. Hiervoor zal intensief samengewerkt worden met o.a. DIWCM en MEC en de landelijke kennisinstellingen.
6
Regiobranding & acquisitie De branding van West Brabant als Dutch Maintenance Delta vereist een gebalanceerd brandingpakket en gerichte acquisitie. Hier zal REWIN samenwerken met o.a BOM en anderen. Financieringsinstrumentarium Doorslaggevend is het ter beschikking hebben en toegang hebben tot investerings- en innovatie financieringsinstrumenten. In de maintenance is in ZW NL de afgelopen 5 jaar voor ruim € 44 mln geïnvesteerd door ruim 300 bedrijven. Voor realisatie van de ambities is voortzetting en versnelling noodzakelijk.
trekker A1.2
Logistiek
Ambitie
In 2015 is West-Brabant een Europese logistieke hotspot. Waar hoogwaardige logistiek en supply chain management een van de belangrijkste pijlers van de regionale economie is. De positie is gebaseerd op: • Dinalog Campus als magneet voor kennis en bedrijvigheid; • Voldoende goed gekwalificeerd personeel; • Logistieke kennis vertaald naar hoger rendement bij bedrijven en investeringen in de regio; werkgelegenheid; • Duurzame ontwikkeling logistieke sector: lagere CO2 footprint, grotere waarde creatie; • West-Brabant maakt deel uit van de Logistieke Delta als verwoord in de Havenvisie 2030 Havenbedrijf Rotterdam..
on
De regionale ambitie voor logistiek wordt voor een belangrijk deel ondersteunt door het nationale beleid in ontwikkeling. Daarin staan drie hoofdthema’s centraal: Nederland als Logistiek netwerk; Ketenregie; Innovatie en vestigingsklimaat. Aansluiting nationaal topgebied(en) beleid
Resultaat
Dit betekent een inzet op voor West Brabant herkenbare thema’s als bijvoorbeeld synchromodaal transportsysteem, mainport en achterlandverbindingen, stimuleren van projecten gericht op slimme logistiek en ketenregie, innovatie en onderzoek, kennisverspreiding naar MKB en onderwijs en arbeidsmarkt.
Status Op dit moment zijn 42.300 personen werkzaam in de logistieke sector in West-Brabant. De gecreëerde toegevoegde waarde is € 2,9 mrd euro. Groeiperspectief De voorziene autonome groei tot 2020 is ruim 5000 arbeidsplaatsen en € 0,8 mrd toegevoegde waarde.
7
ow
oh
Specifieke inzet op kansen, waaronder de ontwikkeling van de Supply Chain campus, leveren een extra banengroei op van 4000 tot 8000 banen. West-Brabant heeft voor de ontwikkeling van de logistieke sector t/m 2020 een goede uitgangspositie. Kansen liggen vooral op het vlak van blijvend aantrekken van EDC’s, waarbij er gewerkt moet blijven worden aan aantal en vakkennis (toekomstige) werknemers. Locaties daarvoor moeten trimodaal ontsloten zijn (Bergen op Zoom, Roosendaal, Oosterhout en Moerdijk). Als naar voorwaarden en succesfactoren voor clusters gekeken wordt, moet er aandacht komen voor risicokapitaal, markten, branding en quality of life in de regio. Ook technologie is een issue. Het is belangrijk om de ICT-infrastructuur te hebben voor bedrijven om logistieke ketenregie te verrichten. Innovatieve en creatieve IT-bedrijven moeten zich kunnen ontwikkelen. Toplocaties De regionale partners willen ervoor zorgen dat de Supply Chain Campus en het innovatieprogramma een extra impuls krijgen. Indicatief is berekend dat door de aantrekking van buitenlandse bedrijven een groei zal optreden van € 1-2 miljard op jaarbasis vanaf 2020. Naast de Campus zal het topinstituut Dinalog zich ontwikkelen als een netwerkorganisatie met substantiële impact in de regio, haar MKB en kennisinstellingen. De gemeente Zundert ontwikkelt een regionaal bedrijventerrein voor de boomteelt sector. Hier is plaats voor handelsbedrijven en dienstverleners uit de regio die willen uitbreiden, maar ook voor nieuwe vestigers uit de agrologistiek en boomteeltsector. Een USP voor het terrein wordt een boomteelt business centre dat een dienstverleningspakket aan kwekers en handelaren biedt. Logistiek park Moerdijk biedt de komende jaren ruimte aan logistieke dienstverleners. Hier wordt gewerkt aan een duurzaam terrein oa door een businesscase uit te werken voor een buisleidingen net voor reststoffen en grondstoffen. Gezamenlijke uitvoering van werkprogramma’s Door de ontwikkeling van innovatieprojecten in samenwerking met regionale partners, maar vooral met bedrijven wordt gewerkt aan de versterking van het logistiek cluster in de regio. Met als doel het uitlokken van investeringen in productontwikkeling en hoogwaardige werkgelegenheid in de regio. Dit langs de lijnen van het innovatieprogramma: service logistiek, regie van goederenstromen, ontwikkeling achterland knooppunten. Een belangrijke basis hiervoor is gelegd met het, mede door REWIN ontwikkelde, door OP Zuid goedgekeurde project Logistic Accelerator. De regio wordt hierdoor aantrekkelijk voor nieuwe vestigers, niet alleen op basis van geografische locatie en kosten niveau, maar ook op basis van beschikbaarheid van een relevant kennisnetwerk, een top vestigingslocatie met een open innovatie omgeving en goed geschoold personeel.
8
Kennis en onderwijs Realiseren van een krachtige regionale logistieke gemeenschap. Een netwerk waarin logistiek MKB, kennisinstellingen (Erasmus universtiteit, TuE, NHTV, Avans, NDLA (voorheen KMA) en ROC WB) en overheden participeren en elkaar ontmoeten op regionale schaal. Hiermee draagt het zogenaamde logistiek kennis DC bij aan: • aansluiting onderwijs- arbeidsmarkt • vitalisering (gezond, energiek en duurzame innovatiekracht) van het logistieke werkveld; • versnelling van “time to market” van innovaties; • versnelling van “knowledge to market”. Regiobranding & Acquisitie De regio als logistieke hotspot moet blijvend in de markt worden gezet. Hieraan wordt in de komende jaren de dimensie van kennis en innovatie hotspot toegevoegd. In de acquisitie wordt samengewerkt met onder andere Stichting Nederland Distributie Land en Dinalog. Financieringsinstrumentarium Beschikbaarheid van (risico)kapitaal is een van de succesvoorwaarden voor de realisatie van het genoemde werkprogramma en het ondersteunen van startende en groeiende bedrijven in de sector. Een slimme combinatie van bestaande fondsen en nieuwe middelen moeten zorgen voor voldoende middelen voor het invullen van de behoefte in de markt.
trekker A1.3
Biobased West Brabant
Ambitie
In 2015 behoort West Brabant op de schaal van Zuid West Nederland (the green chemistry delta) tot de top 3 regio’s in Europa voor Agro meets Chemie (agroreststromen voor chemietoepassingen).
Aansluiting topgebied(en)
De propositie Biobased Zuid West NL 2011-2020 is aangeboden aan de topsectoren Chemie en Agro & Food. Biobased loopt als een rode draad door alle topgebieden heen. Topgebied chemie heeft zich het trekkerschap voor biobased toegeëigend. Zij coördineren het businessplan biobased. De focus van Zuid West NL op “agro meets chemy” sluit hier naadloos op aan. Onder de noemer samen de schouders er onder wil de chemische industrie in 2050 naar 50% hernieuwbare grondstoffen. Hiervoor zijn 4 actiepakketten genoemd: 1. Versterken ondernemerschap en innovativiteit 2. Versterken onderzoek & onderwijs 3. Intensiveren van interactie en samenwerking 4. Creëren juiste randvoorwaarden voor level playing field Er zijn 3 ontwikkellijnen geformuleerd: 1. groene bouwstenen voor de chemie
Resultaat
on
9
ow
oh
2. vergroening procesindustrie 3. agrarische en aquatische grondstoffen Investeringsbevordering gerealiseerd rondom:
Biobased
West
Brabant
wordt
• Toplocaties: Theodorushaven in Bergen op Zoom en de Green Chemistry Campus in het bijzonder wordt de toplocatie voor de ontwikkeling en toepassing van building blocks voor de markt van performanced materials en coatings. Nieuw Prinsenland te Steenbergen wordt met de ontwikkeling van het Agro & Foodcentrum, de glastuinbouw en de grootschalige biovergister in West Brabant de toplocatie voor agrarische grondstoffen. In symbiose met elkaar door ketens te sluiten en kennis en faciliteiten te delen wordt een duurzaam en economisch geheel gevormd. In het havengebied van Moerdijk wordt een grootschalig energienet gevormd, waarmee warmte, CO2 en water onderling wordt uitgewisseld en ook met haar omgeving (o.a. Logistiek Park Moerdijk en Glastuinbouw Spiepolder). De basisinfrastructuur van de buisleidingenstraat biedt daarnaast mogelijkheden om locale kansen (boven)regionaal te verbinden. • Gezamenlijke uitvoering van werkprogramma’s De bedrijven actief binnen het biobasedplatform BiobasedInnovations nemen het voortouw tot de ontwikkeling van meerjaren werkprogramma’s rondom de ontwikkeling en toepassing van biobased building blocks. Sabic en Cargill hebben het voortouw genomen voor een eerste werkprogramma building blocks voor performanced materials. Kennisinstellingen zoals WuR, U Gent, TuDelft, TUE en TNO zitten in Kennisdenktank en worden obv hun expertise geselecteerd en betrokken. • Kennis & onderwijs Het onderwijs is verantwoordelijk voor het aanbieden van voldoende en juist gekwalificeerd personeel binnen de Biobased ambities van West Brabant. Avans Hogeschool is gestart met het Center of Expertise Biobased Economy waar nieuwe afgestemde biobased opleidingen worden gegeven en via het lectoraat invulling wordt gegeven aan practica en onderzoek met inzet van stagiaires. Via Centers of innovatief vakmanschap neemt ROC het voortouw richting het bedieningspersoneel van nieuwe processen. • Regiobranding & acquisitie Op basis van de regiofocus wordt een brand gekozen, zoals de Green Chemistry Delta of the Dutch Biobased Delta. De acquisitie wordt proactief gericht gevoerd om de juiste bedrijven naar West Brabant te halen, die het ecosysteem versterken. • Financieringsinstrumentarium De groeiambities van bedrijven en de werkprogramma’s moeten gefinancierd worden. Het biobased venturefonds (10 mln euro provincie) zal met private partners en publieke
10
e
partners (Europese Investeringsbank en 2 tranche energie agenda provincie) groeien naar een venture fonds van 75 mln euro. Via rijk, provincie en europa zal cofinanciering voor de werkprogramma’s gerealiseerd moeten worden (indicatie 1 mln euro per jaar per werkprogramma).
trekker A1.4
Zorgeconomie
Ambitie
Zorgaanbieders, onderwijs en overheden (lokaal en provinciaal) spannen zich in om in 2020 voldoende en adequaat zorgaanbod voor de West-Brabanders beschikbaar is. • Het BZW platform zorgaanbieders biedt een positionpaper aan met daarin voorstellen hoe te reageren op de voorziene groei met 30% van het aantal ouderen met een chronische ziekte; • De in het convenant van 31 mei 2011 neergelegde intenties en ambities om te komen tot samenwerking tussen de ziekenhuisinstellingen Amphia, Franciscus en Lievensberg worden uitgewerkt; • Investeringen in betere woonkwaliteit (vervangings- en uitbreidingscapaciteit) voor kwetsbare ouderen; • Op het gebied van technologie, zoals de inzet van telematica,communicatiemiddelen, communitybuilding, worden proeven uitgevoerd in de regio; • De drie ziekenhuizen in West-Brabant komen in overleg met Onderwijs en Overheid tot voorstellen voor een toekomstbestendige spreiding van deze voorziening met minder ziekenhuisfunctiekernen dan nu, met daaromheen wel satellieten in de bevolkingskernen waarin ook de spoedzorg een plaats zal krijgen; • Het Kennis- en Innovatiecluster Zorgeconomie (KICZ: kennisinstellingen, ondernemers, zorginstellingen en overheden) komt met voorstellen voor werken in de zorg (10.000 tekort), zorg dichtbij en ondernemerschap in de zorg.
Resultaat
on
ow
oh
trekker A1.5
Toerisme, recreatie en vrijetijdsbesteding
Ambitie
In 2015 wordt in West-Brabant ten opzichte van 2009 een groei van 5% in de bestedingen in de toeristisch-recreatieve sector gerealiseerd. Regie in de regio: vrijetijdsaanbod in de regio en de communicatie daarover is (beter) afgestemd met de verschillende betrokken partijen; Het toeristisch-recreatieve aanbod wordt in West-Brabant vraaggericht verbeterd (kwantitatief en kwalitatief) en verbonden op de gebieden routegebonden recreatie, waterrecreatie (o.a. Brabant aan Zee), culturele infrastructuur, topsportevenementen en verblijfsrecreatie; Gebiedsgerichte en themagerichte profilering van de regio.
Resultaat
11
on
ow
oh
Hierbij wordt ingezet op de variëteit aan thematisch aanbod en het verbinden van de profilering van de diverse gebieden met een eigen identiteit (Baronie, Brabantse Wal, Brabantse Delta, Brabant aan Zee, Nationaal Park Oosterschelde en Brabantse Biesbosch). De gezamenlijk (Ondernemers, onderwijs (NHTV en Hogeschool Zeeland) en overheden) opgestelde Vrijetijdsagenda kent een groot aantal acties waarvoor per jaarschijf een uitvoeringsparagraaf opgesteld wordt. Regionaal evenementenbeleid met als opgave professionaliseren en afstemmen. trekker A1.6
Agro
Ambitie
Boomteelt en Agrofood zijn twee belangrijke West-Brabantse economische accenten • Businessplan regionaal bedrijventerrein boomteelt Zundert (Treeport Zundert) wordt gerealiseerd; • Businessplan Agro Food Cluster Prinsenland wordt gerealiseerd • Zuidwest Nederland (Provincies NB en Zld en Bergen op Zoom en Tholen) stellen een verkenning op naar de mogelijkheden voor de Floriade 2022 in nauw overleg met bedrijfsleven en onderwijs
Resultaat
on
ow
oh
A2. ECOLOGIE trekker A2.1
Water on
Ambitie
Water is vanzelfsprekend een belangrijke drager voor ecologische doelen, maar tegelijkertijd kan ecologie ook meeliften op waterdoelen die niet primair op ecologie gericht zijn. De belangrijkste waterdoelen zijn: 1. Veiligheid en beperken wateroverlast als gevolg van inundaties; 2. Realiseren zoetwatervoorziening en droogtebestrijding; 3. Ecologisch herstel waterlopen en inrichting ecologische verbindingszones; 4. Een goede waterkwaliteit. 5. Eén van de belangrijke randvoorwaarden voor de West-Brabantse economie
Resultaat
De drie O’s zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor het realiseren van de volgende resultaten: • watersysteem wordt robuuster gemaakt door het lokaal aanpassen van waterkeringen, ruimte creëren voor waterberging en waterconservering en het toestaan van natuurlijke processen. • In het zandgebied/beeksysteem (zuid West-Brabant) wordt water langer vastgehouden in de beken van het zandgebied. Het vasthouden van water in deze beken vraagt om het realiseren van een brede zone rond de beek waar natuurlijke beekprocessen leidend zijn. Dit biedt nieuwe kansen voor natuur en
12
ow
oh
•
• •
natuurontwikkeling. In het kleigebied/kreeksysteem (noord West-Brabant) ligt het accent eveneens op een robuuster watersysteem en een verbetering van de zoetwatervoorziening door middel van herstel van het krekensysteem. Herstel zoet-zoutovergangen, daar waar mogelijk. In het overgangsgebied van zand- naar kleigebied wordt het kwelsysteem hersteld
trekker A2.2
Biodiversiteit
Ambitie
Kwaliteit en kwantiteit van water, bodem, lucht, natuur en landschap zijn en blijven de diamantjes van West-Brabant De drie O’s zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor het realiseren van de volgende resultaten: • Biesbosch, Brabantse Wal en het Landschapspark Teteringen – Oosterhout vormen de WestBrabantse landschappen van allure; • Overheden en waterschappen en natuurbeheerders komen met een voorstel voor de realisering van de Ecologische Hoofdstructuur. • De gezamenlijke partners olv de overheid komen met een gezamenlijk West-Brabants plan voor de verbetering van de luchtkwaliteit. • Bij aanpak fysieke infrastructuur, daar waar mogelijk, herstel van ecologische verbindingen; • Herstel van de groen-blauwe dooradering in WestBrabant.
Resultaat
on
ow
oh
trekker A2.3
Klimaat
Ambitie
In West-Brabant staat duurzaamheid centraal bij de keuzes die we maken. De gevolgen van ons doen en laten wordt niet afgewenteld in tijd of ruimte. De drie O’s zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor het realiseren van de volgende resultaten: 1. Vanaf 2014 wordt de duurzaamheidstoets, die aangeeft wat een beleidsvoornemen of een project betekent voor de drie Telos-kapitalen, toegepast. 2. Bij elk besluit wordt inzicht gegeven wat het voorgenomen besluit betekent voor klimaatbestendigheid (adaptatie en mitigatie) en hoe vervolgens klimaatneutraliteit gewaarborgd wordt. 2. Vanaf 2014 wordt elke twee jaar een duurzaamheidsmonitor opgesteld. 3. de CO2-uitstoot is in 2020 met 30% gedaald. 4. in 2020 is 20% van het energiegebruik duurzaam opgewekt. 5. De regio beschikt in 2012 over een regionaal windlocatie plan. 6. de energiebesparing is tot 2020 gemiddeld 2% per jaar. 7. de cradle to cradle gedachte is in 2020 gemeengoed. 8. De regio West-Brabant is in 2020 dé innovatieve regio voor
Resultaat
on
13
ow
oh
duurzaam bouwen
A3. SOCIAAL-MAATSCHAPPELIJK trekker A3.1
Zorg (cure and care)
Ambitie
Aanbod (chronische) zorg (voor ouderen) is primair in de directe omgeving (van die ouderen) beschikbaar • BZW platform zorgondernemers werkt het positionpaper van eind 2011 uit in concrete projecten activiteiten en processen. • Zorgondernemers en gemeenten sluiten een partnership wat moet leiden tot resultaatgerichte afspraken over verantwoordelijkheden voor solidariteit tussen burgers in gemeenschappen en betaalbaarheid irt beschikbare rijksmiddelen; • De gemeente Roosendaal wil met de Focusgroep Zorgeconomie voorop lopen in de regio waar het gaat om de kwaliteit en de kwantiteit van de zorg voor nu en in de toekomst. Het versterken van het keten denken in de zorg, de introductie van nieuwe technologische ontwikkelingen en de opleiding van huidig en toekomstig personeel zijn daarvan belangrijke onderdelen. • Er komen proeftuinen waarin innovatieve samenlevingsen samenwerkingsvormen uitgeprobeerd worden uitgaande van de eigen kracht van ouderen. • Aanbod specialistische zorg ziekenhuizen in WestBrabant is gewaarborgd • Project “de wijkzuster terug” wordt uitgevoerd • De gemeenten bekijken gezamenlijk op welke wijze de mantelzorg, de dagbesteding en de decentralisatie van de AWBZ opgepakt kunnen gaan worden.
Resultaat
on
ow
oh
trekker A3.2
Welzijn
on
Ambitie
1. Jeugd en opvoeders in eigen kracht zetten en via preventie de jeugdzorg zo laat mogelijk en zo licht mogelijk inschakelen; 2. Ook na 2015 is er een goede match tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt van welzijn en zorg, kwantitatief en kwalitatief. Er zijn dan voldoende mensen beschikbaar met de juiste competenties voor de nieuwe taken. 3. Mensen met beperkingen (in veel gevallen ouderen) benutten eigen kracht en hun sociaal netwerk om zorg (gehandicapten- en/ of ouderenzorg) zo laat mogelijk en zo licht mogelijk in te schakelen. 4. Leefbaarheid landelijk gebied (kernen en omgeving) blijft op acceptabel niveau.
Resultaat
1. *Gemeenten, jeugdzorg, onderwijs en welzijn ontwikkelen een programma en projecten/activiteiten gericht op voorkoming uitval en verbetering
14
ow
oh
2.
3.
4. 5.
6.
7.
studieresultaten. *Zelfstandigheid, eigen verantwoordelijkheid, geestelijke en lichamelijke gezondheid, zorg op maat, ingebed in een te versterken sociaal netwerk, zijn daarbij te bereken resultaten. * In 2012 worden drie pilots uitgevoerd; eind 2012 wordt de verdere uitrol ingepland. De gemeenten in West-Brabant zetten in op een naadloze aansluiting van de jeugdgezondheidszorg voor 0-4 jaar en 4-19 jaar; De gemeenten ontwikkelen de Centra voor Jeugd en gezin met als speerpunten: zorg voor jeugd; virtueel CJG, hulpaanbod jeugd 2011-2012; Gemeenten werken de ontwikkelde transitieagenda jeugdzorg af; *Gemeenten, onderwijs, welzijn en zorg ontwikkelen voor eind 2011 een programma en projecten/activiteiten gericht op de ontwikkeling van nieuwe beroepsprofielen, nieuwe opleidingen om nieuwe medewerkers op basis hiervan te scholen en huidige medewerkers om-, her- of bij te scholen. * Binnen dit programma wordt ook voor 1 juli 2012 een ‘flexcentrum’ ontwikkeld waarbij ‘weglekken’ van de huidige medewerkers in verband met bezuinigingen wordt voorkomen en werving van nieuwe medewerkers wordt bevorderd. *Gemeenten, gehandicapten- en ouderenzorg en welzijn ontwikkelen een programma en projecten/activiteiten gericht op voorkoming stijging kosten voor de zorg, in elk geval verlaging van de kosten per cliënt. * Zelfstandigheid, eigen verantwoordelijkheid, geestelijke en lichamelijke gezondheid, zorg op maat, ingebed in een versterken sociaal netwerk, zijn daarbij te bereiken resultaten. * In 2012 worden drie pilots uitgevoerd; eind 2012 wordt de verdere uitrol ingepland. De pilot Leefbaarheid landelijk gebied (kernen en omgeving) komt met concrete oplossingen op gebied van voorzieningen, de bereikbaarheid en de kwaliteit er van. Het project “kansen voor de regio: hoe om te gaan met krimp” geeft een deel van die antwoorden.
trekker A3.3
Kunst, cultuur, (top-)sport
Ambitie
West-Brabant is een zelfbewuste regio waar op gebied van kunst, cultuur en (top-)sport rekening mee gehouden wordt Kunst en cultuur: Een evenredig aantal West-Brabantse projecten maakt op 1 januari 2012 deel uit van het Bidbook BrabantStad Culturele Hoofstad 2018 , met een focus op:: • Het versterken van het concurrerend vermogen van onze regio: het benoemen van toeristische, recreatieve en culturele voorzieningen die van bovenlokaal dan wel regionaal belang worden geacht en een gezamenlijke zorg/verantwoordelijkheid voor deze voorzieningen
Resultaat
15
on
ow
oh
• •
• • • •
•
Verhogen van de verblijfskwaliteit in de regio en gezamenlijke campagnevoering. Verder de ontwikkeling van cultureel erfgoed: ontsluiten en beleefbaar maken van de grote gezamenlijke cultuurhistorie, zoals bijvoorbeeld de Hollandse- en Zuiderwaterlinie; Brabants mozaïek: ondernemingszin, kunst en creativiteit basis voor de relatie stad en platteland; Aandacht voor de kwaliteit van het leven: duurzaamheid en concept Citta Slow als model; Grootschalige evenementen: wat speelt er in de regio, waar kunnen gemeenten elkaar aanvullen; Kennismanagement: een professionaliseringsslag van culturele organisaties op het gebied van (Europese) subsidieaanvragen, organisatie, publiciteit, vrijwilligers, samenwerking e.d. Thematische ontwikkeling; bijvoorbeeld Van Gogh.
(Top-)sport • West-Brabant sluit aan bij het Olympisch plan Brabant en de Agenda van Brabant met een focus op en jaarlijks per onderdeel minimaal één topsportevenement: o Wielersport; o Hippische sport; o Atletiek; o Aangepaste sporten. • Op basis van WB-Wielercultuur wordt het project “De Wielerwereld” uitgevoerd.
16
B. RANDVOORWAARDEN TER ONDERSTEUNING DRIE PIJLERS trekker B.1
Mobiliteit en Bereikbaarheid
Ambitie
De regio West-Brabant duurzaam bereikbaar en leefbaar houden. • Autosnelwegen meer richten op doorstroming doorgaand verkeer met extra aandacht voor de aanwezige knelpunten inclusief de consequenties op het onderliggend wegennet tbv. het lokaal-/ regionaal verkeer; • Spoornet primair voor personenvervoer en secundair voor goederenvervoer. Robuuste spoorverbinding Rotterdam – Belgie met de bocht naar Zeeland (veza) zijn daarvoor absolute randvoorwaarden; • Modalshift via water,- spoor en buis als overheid nadrukkelijker bepleiten en faciliteren: capaciteit vergroten van sluizencomplexen Volkerak, Krammer, Kreekrak, met het oog op zowel de Schelde-Rijn verbinding als de Schelde-Seineroute en voor de recreatievaart de Bergse Diepsluis; • De bereikbaarheid van de regio via de lucht krijgt door vliegveld Seppe een duidelijke impuls; • Openbaar vervoer buitengebied omvormen van aanbod- naar vraaggestuurde systemen • De buisleidingenstraat moet als onderdeel van het multimodaal netwerk binnen de regio optimaal gestimuleerd en benut worden; • Leefbaarheid is randvoorwaarde voor nationale en regionale wegennet; • Basisnet spoor op orde in verband met veiligheidsgaranties voor de regio; • Internetbereikbaarheid landelijk gebied verbeteren; • Verminderen mobiliteit door o.a. thuiswerken te stimuleren; • glasvezelnet uitbreiden; • Upgrade A58 (incl. A4 deel Zoomland-Markiezaat) langs lijn die Stichting A58 voorstelt uitwerken. Knelpunten A27 en A59 prioriteit geven. • Een gezamenlijke aanpak van gemeente, provincie en waterschap in het stimuleren van zowel beroeps- als recreatievaart op het Mark-Dintel-Vliet-stelsel.
Resultaat
on
ow
oh
trekker B.2
Arbeidsmarkt
Ambitie
1. Verbeterde kwalificering van de beroepsbevolking 2. Het beschikbare aanbod zo breed mogelijk benutten 3. Bevordering van mobiliteit en flexibiliteit op de
on
arbeidsmarkt
4. Focus op tekortsectoren en excellente sectoren 5. Versterken en verduurzamen netwerkstructuur WestBrabant
6. Bevorderen instroom leerlingen naar opleidingen voor technische beroepen Resultaat
De eerste vier ambities worden als volgt gerealiseerd: - 80% van de werknemers beschikt over minimaal een
17
ow
oh
startkwalificatie Ontwikkeling van “softskills”bij lager opgeleiden 50% van werknemers met mbo niveau 2 is doorgestroomd naar minimaal mbo 3 - het verhogen van de (netto)participatiegraad tot 80% in 2016 en 85% in 2020 - Stimulering van werknemers om meer dan 12 uur per week te werken - Behoud van werknemers binnen de regio - Uniform regionaal HRM werkgeversbenadering door gemeenten, uwv en kenniscentra - Arbeidsmigranten en kennismigranten gericht inzetten De vijfde en zesde ambitie wordt gerealiseerd door duurzame en blijvende samenwerking tussen de drie O’s : 1. overheid: blijvende inzet op een grotere arbeidsparticpatie bij toenemende vergrijzing a. ontschotten van regelgeving en omvorming naar systeem van „werken naar vermogen‟ b. inzet op „iets doen voor je uitkering‟: actief zijn in welke vorm dan ook c. Wet werken naar vermogen maximaal toepassen voor arbeidsparticipatie; 2. ondernemers: sociale innovatie als succesgenerator bij de schaarste aan beschikbaar talent a. kijk kritisch naar het functiegebouw en hergroepeer waar mogelijk taken (jobcarving) b. maak verbindingen met de inzet van leerwerkplekken/ stages/ vrijwilligerswerk 3. onderwijs: blijvende inzet op kennis en innovatie en doorlopende leerlijnen en inzet op verhoogde instroom opleidingen technische beroepen -
trekker B.3
Onderwijs
Ambitie
De West-Brabantste onderwijskolom (MBO, HBO, WO) wil • Een stevig onderwijsfundament vormen wat de regio aantrekkelijker als vestigingsplaats voor internationale ondernemingen die op hun beurt weer kenniswerkers uit andere delen van de wereld aantrekken; • Talenten ontwikkelen door toekomstige beroepsbeoefenaren op te leiden tot hoog gekwalificeerde professionals, die zichzelf en hun beroep voortdurend blijven ontwikkelen en zich bewust zijn van hun maatschappelijke verantwoordelijkheid ook internationaal gezien; • sociaal-culturele en economische ontwikkelingen in de regio mede ontwerpen en realiseren door voor regionale bedrijven, overheden en organisaties een partner te zijn in het ontwikkelen, delen en creëren van kennis en het doen van praktijkgericht onderzoek; • Schooluitval tot een minimum beperken. 1. De West-Brabantse onderwijskolom (MBO-HBO-WO): • creëert voor de Nederlandse studenten een internationale omgeving; • stimuleert inkomende mobiliteit van docent en student waardoor het internationale karakter wordt bevorderd. • bestaande partnerschappen met internationale partneruniversiteiten worden uitgebreid en zoeken nieuwe partnerschappen, passend bij de
Resultaat
on
18
ow
oh
kwaliteitsambities. Vormen via lectoraten en expertisecentra met de lectoren, docenten en studenten de verbinding naar het MKB, grotere bedrijven en publieke instellingen in de regio en maatschappelijke organisaties buiten de regio; • leiden meer potentiële ondernemers op die hun eigen onderneming kunnen starten bv Starterislift; • Leidt d.m.v. onderzoek en kennisvalorisatie via het Transfer Office, dat NHTV, Avans en UvT delen, tot nieuwe bedrijvigheid als spinn off of start up voortkomend uit de kennis binnen de onderwijsinstellingen. • Doorontwikkelen van het beroepsonderwijs op verschillende niveaus van voldoende kwantitatieve en kwalitatieve omvang met daaraan gekoppeld onderzoeks- en kennisinstituten; • Start in Breda een University College, kleinschalig intensief en residentieel onderwijs; • In het breder verband van de deltaregio kan er aansluiting worden gezocht bij de Hogeschool Zeeland en de Roosevelt Academie. • Maakt onderdeel uit van de realisering en uitbouw van de Internationale School in Breda/West-Brabant. • de ontwikkeling van een academische koepel door NHTV, Avans en NLDA ten behoeve van de economische dragers in de regio bijvoorbeeld in samenwerking met Dinalog op logistiek gebied; • Komt met een plan van aanpak om de toestroom van studenten naar het beroepsonderwjis te vergroten (m.n. op gebied van maintenance, logistiek en zorg) 2. De gemeenten en de onderwijsinstellingen realiseren op basis van het projectplan voortijdig schoolverlaten een substantiële vermindering van voortijdig schoolverlaten. 3. De drie O’s komen via gerichte inspanningen tot een verhoogde instroom van leerlingen in opleidingen voor technische beroepen •
trekker B.4
Ruimtelijke ontwikkeling
Ambitie
In 2030 zijn de meest belangrijke opgaven en programma’s van de uitvoeringsagenda van de Ruimtelijke visie WestBrabant zodanig uitgevoerd en gerealiseerd dat er blijvend evenwicht is tussen bestaande ruimtelijke ambities en strategische keuzes ten aanzien van majeure opgaven op langere termijn, dat het nog steeds goed toeven is in de regio. Het betreft de volgende majeure programma’s: Economie • Herstructurering en revitalisering van bestaande bedrijventerreinen bepaalt mede de vraag naar nieuwe bedrijventerreinen; • Ruimte voor bedrijvigheid wordt bezien op de schaal van DelTri (Stadsregio Rotterdam, Drechtsteden en West-Brabant); • Toekomstige vraag grootschalige bedrijvigheid alleen daar accommoderen waar er sprake is van tenminste trimodale ontsluiting;
Resultaat
19
on
ow
oh
Een plan van aanpak voor tegengaan leegstand kantoren en mogelijke herbestemming wordt gemaakt; • Regionaal worden de afspraken over grootschalige detailhandel uitgewerkt • De economische potenties van vliegveld Seppe worden onderzocht. Landschap en water: • versterken regionale profilering van de Biesbosch • behoud en herstel van belangrijke (natte) cultuurhistorische waarden (bv Zuidelijke waterlinie en turfvaarten) • benutten van natuurlijke kwel ten noorden van de stedenband • ontwikkelen van een adequate zoetwater strategie in de noordwestflank • versterken van het zoetwaternetwerk • ontwikkelen landschapsstrategie in de stedelijke geledingszones Krimp: • ontwikkelen lange termijn strategie krimp/groei (project “Kansen voor de regio – tijdig inspelen op een ander demografisch perspectief voor West-Brabant”) Gebiedsontwikkeling: • integrale gebiedsontwikkeling A4-zuid ook in relatie tot het Schelde-Rijn-kanaal. • integrale gebiedsontwikkeling A27 • havenvisie opstellen voor havens Moerdijk, Bergen op Zoom en Oosterhout in relatie tot havenvisie Rotterdam • versterken regionale profilering Waterpoort optimaliseren van het beekdalsysteem op internationaal niveau • versterken regionale profilering de Brabantse Wal en Grenspark Zoom - Kalmthoutse Heide Wind: • uitwerken regionale visie op windenergie •
trekker B.5
Wonen
Ambitie
Het woningbouwbeleid richting zich primair op de kwalitatieve vraag. • Woningcorporaties, zorginstellingen en overheden werken als “partners’ samen bij het oplossen van de vraag naar woningen; • De oplossing van de kwalitatieve vraag naar woningen zowel binnen de bestaande voorraad als in de nieuw te bouwen woningen wordt per te duiden subregionale woningmarkt neergelegd in een woonvisie; • Deze woonvisie is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van woningbouwcorporaties, zorginstellingen en overheden; • De (sub) regionale woonvisies schenken zowel aandacht aan zorg en welzijn als aan het creëren van een aantrekkelijk vestigingsklimaat.
Resultaat
on
20
ow
oh
trekker B.6
lobby en Public Affairs
Ambitie
West-Brabant is in 2015 een zelfbewuste regio waar rekening mee gehouden wordt! • De lobbyagenda West-Brabant maakt per jaar duidelijk welke lobbyactiviteiten in en door West-Brabant worden verricht. De agenda heeft als vertrekpunt de eigen West-Brabantse beleidsdoelen die raken aan provinciale, landelijke, en/of Brusselse ontwikkelingen. De agenda brengt de West-Brabantse zichtbaarheid in Nederland en Europa in beeld. • Voor lobby en PR sluit de regio aan op de in de regio georganiseerde grotere evenementen, die voor relatiebeheer en netwerken van belang zijn. • Jaarlijks organiseert de Regio West-Brabant zelf een evenement voor haar relaties aansluitend op een dat jaar relevant thema. • sterk uitvoeringsorgaan aangestuurd door drie O’s. • De lobbyactiviteiten van West-Brabant worden geprofessionaliseerd. Enerzijds door het opstellen van een lobbyagenda en anderzijds door de coördinatie van deze activiteiten adequaat te regelen. • Evenementen worden ingezet als middel voor lobby en PR. Dit gebeurt zowel bij bestaande regionale evenementen als met het nieuw op te zetten WestBrabant event.
Resultaat
on
ow
oh
trekker B.7
Middelen
Ambitie
Doelstelling: de 19 gemeenten kiezen voor de meeste effectieve en efficiënte wijze van (samen-) werken teneinde kwetsbaarheid terug te dringen, het verbeteren van de kwaliteit en het versterken van de regio als systeem.
Resultaat
De komende bestuursperiode richt West-Brabant zich op de volgende zes pijlers: 1. Shared services; 2. Verbonden partijen; 3. HRM-projecten; 4. ICT-projecten; 5. Inkoop-projecten; 6. Dienstverlening.
B.8
Governance
Ambitie
De drie O’s nemen, onder regie van de overheid, de verantwoording op zich voor actualisering en de uitvoering van de Strategische Agenda West-Brabant 2012-2020 1. Er komt een Strategisch Overleg met deelnemers uit de drie O’s, onder leiding van een onafhankelijk voorzitter, wat minimaal twee keer per jaar de stand van zaken van de uitvoering van de Strategische
on
ow
oh
trekker
Resultaat
on
21
ow
oh
Agenda beoordeeld; 2. De Regio West-Brabant verzorgt het secretariaat; 3. De drie O’s richten (een) uitvoeringsorganisatie(s) in waarin kennis en deskundigheid aanwezig is om programma’s, projecten en activiteiten ter realisering van de Strategische Agenda te initiëren en zo nodig uit te voeren; 4. Het bestuur van die organisatie heeft een koppeling met het Strategisch Overleg;
22