Bietplanter. Stand van zaken. Hilleshög suikerbieten Betrouwbaarheid bewezen

De

Bietplanter M A A N D B L A D V A N D E C O N F E D E R AT I E V A N D E B E L G I S C H E B I E T E N P L A N T E R S

vzw CBB – Anspachlaan 111 Bus 10 – 1000 Brussel T. 02 513 68 98 – F. 02 512 19 88 – P 806265

Hoofdartikel door Victor Sneessens, Voorzitter van de CBB

Stand van zaken Er is echter een belangrijk punt waarvoor

De daling van de bietenprijs is juist beëin-

een belangrijke inspanning doet voor

aan. Laten we hopen dat we overal aan

de Commissie zeker niet gefeliciteerd

digd in 2009/10. Hoe verklaren dat men

marktregulatie (‘contractualisering’ inbe-

het zaaien zijn wanneer deze krant in de

moet worden. Namelijk voor het project

nu alweer een deel van de compensatie-

grepen).

brievenbus valt, zodat we kunnen stre-

van de vrijhandel met de Andeslanden

steun (gedeeltelijk: 64%) wil intrekken?

De regulatie vernietigen werkt contra-

ven naar goede rendementen zoals vorig

(Colombia en Peru) en Centraal Amerika.

Algemeen beschouwd is de situatie in de

productief. Dit creëert gewoon een extra

jaar.

Onze sector lijkt opnieuw te dienen als

landbouw moeilijk. Maar we vinden geen

probleem.

Intussen zijn de prijzen op de wereld-

pasmunt om gemakkelijk politieke toege-

oplossing door de verschillende produ-

Wij willen in elk geval de regulatie in de

markt gedaald. We moeten de Commis-

vingen te bekomen. Tegenover de vurige

centen tegen elkaar op te zetten. Het Eu-

bietensector behouden. Dit is ook het

sie bedanken voor het in januari genomen

pleitbezorgers van vrijhandel, moeten we

ropees budget is beperkt, de enige optie

algemeen standpunt binnen CIBE, onze

initiatief (bijkomende export van 500.000

onze inspanningen opdrijven.

is dus dat elke sector, wanneer mogelijk,

Europese organisatie.

ton). Zelfs al beperkten de strenge voor-

Momenteel is de belangrijkste zorg op de

waarden de toepassingsmogelijkheden,

boerderijen het niveau van het inkomen.

uiteindelijk heeft dit toch toegelaten de

De situatie voor de teelten is catastrofaal,

verplichte overdracht bij de TS gevoelig te

met prijzen die naar omlaag gaan door

p. 2:

Actualiteit

verminderen.

de graanprijzen. In deze context zorgen

p. 4:

Betaling op 31 maart bij de TS

De daling van de wereldmarkt bevestigt in

alle geruchten en discussies omtrent een

elk geval dat onze uitzaai gebaseerd moet

afvlakking van de premies of enig ander

p. 5:

Verbond Vlaamse Suikerbietplanters Tiense vzw

zijn op ons quotum. De rest (een beetje in-

project van reductie of nadeel voor de

p. 7:

KBIVB

dustriële suiker bij de TS en zeer beperkte

teeltzones voor onrust.

export) is welkom indien het aan de zon

Voor de CBB is het duidelijk dat histori-

p. 12:

Cichorei

en de technische vooruitgang te wijten is.

sche referenties een rechtvaardiging in-

p. 13:

Wereldmarkt

Maar laten we dure illusies vermijden.

houden die moet gerespecteerd worden.

Hilleshög suikerbieten Betrouwbaarheid bewezen Voor toonaangevende suikergehaltes, hoge wortelopbrengsten en lage tarra

De nieuwe standaard in suikerbieten Hilleshög is hét merk van Syngenta Seeds wat suikerbieten betreft. Het merk staat wereldwijd synoniem voor een hoge suikeropbrengst, m.a.w. een maximaal rendement voor de landbouwer én de suikerindustrie. Dit alles maakt dat Hilleshög suikerbieten de nieuwe standaard vormen.

nr. 470 - 44ste jaargang

IN DIT NUMMER

APRIL 2010

De winter was lang, maar de lente breekt

ACTUALITEIT

Vroege en late leveringen bij de TS De premies voor vroege en late leveringen werden ernstig gerevaloriseerd bij de TS ingevolge de twee interprofessionele akkoorden van 1 september en van 8 december 2009. Dit moest nog vertaald worden in een verhoging van de barema’s in percentage. Dit is nu gebeurd. In vergelijking met 2008, verhogen de vroege premies in totaal met 61,88%; de late premies met 50,48%. De enveloppes van de premies bij de TS zijn zo op het niveau van deze bij Iscal Sugar. Dubbel akkoord Ter herinnering: het akkoord van 01.09.2009 voorzag in een algemene revalorisatie met 14% van de barema’s ten opzichte van 2008. Het akkoord van 08.12.2009 was ingewikkelder. Voor vroege leveringen voorzag het in een gemiddelde verhoging met 0,50 e/t. Voor laattijdige leveringen voorzag het een enveloppe van 185.000 e. REVALORISATIE VAN DE VROEGE EN LATE LEVERINGEN BIJ DE TS * Ten opzichte van 2008, Vroege: +61,88% Late: +50,48% * Duur van het akkoord: 5 jaar, 2009-2013 * Betaling van de premies 2009: 31.03.2010

Het akkoord van 8 december werd vertaald in een verhoging van de barema’s uitgaande vanuit de hoofdhypothese van een campagne die gemiddeld op 17 september start. Dit tweede akkoord stemt

dan overeen met een bijkomende verhoging van 42% voor vroege leveringen (hetzij in totaal voor beide akkoorden: een vermenigvuldigingscoëfficiënt van 1,14 x 1,42 = 1,6188 of +61,88%) en van 32% voor late leveringen (hetzij in het totaal voor beide akkoorden: 1,14 x 1,32 = 1,5048 ou +50,48%). Zo is het akkoord over de vroege en late premies afgerond, behalve dat de TS nog een voorbehoud toegevoegd heeft: dat de akkoorden die over de planningen (huidige besprekingen) moeten afgesloten worden geen weerslag hebben op de “enveloppes”. Behalve dat het op de moeilijkheid wijst om tot een duurzaam akkoord te komen bij de TS, haalt dit voorbehoud niet veel uit. Op het vlak van planningen, vragen de planters dat een maximum aan quotum wordt binnengehaald vóór de hoeveelheid buiten het quotum. Gezien de late premies alleen op het quotum verschuldigd zijn (overdracht van het voorgaande jaar inbegrepen), zou het verzoek van de planters er eerder op gericht zijn om de enveloppes te doen verlagen dan ze te verhogen als gevolg van de besprekingen over de planningen.

Rechtzetting Zaadprijzen: Fout in de prijs ROSALINDA KWS bij TS De juiste prijs is 229,26 e/eenheid in plaats van 232,53 e/eenheid zoals aangeduid in de tabel met de zaadprijzen in de vorige kranten (Bietplanter).

De nieuwe barema’s voor vroege en late premies vindt men in onderstaande tabel

TS: Premies voor vroege en late leveringen, 2009-2013 Vroege premies (e/t netto)

Late premies * (e/t netto)

Data

2008

2009-2013

Data

2008

2009-2013

9-sept 10-sept 11-sept 12-sept 13-sept 14-sept 15-sept 16-sept 17-sept 18-sept 19-sept 20-sept 21-sept 22-sept 23-sept 24-sept 25-sept 26-sept 27-sept 28-sept 29-sept 30-sept 1-okt 2-okt 3-okt 4-okt 5-okt

4,1766 3,7303 3,7303 3,3019 3,3019 2,8914 2,8914 2,4988 2,4988 2,1239 2,1239 1,7670 1,7670 1,4278 1,4278 1,1244 1,1244 0,8567 0,8567 0,6247 0,6247 0,4283 0,4283 0,2677 0,2677 0,1249 0,1249

6,7612 6,0387 6,0387 5,3452 5,3452 4,6806 4,6806 4,0450 4,0450 3,4381 3,4381 2,8604 2,8604 2,3113 2,3113 1,8202 1,8202 1,3868 1,3868 1,0113 1,0113 0,6934 0,6934 0,4334 0,4334 0,2022 0,2022

9-dec 10-dec 11-dec 12-dec 13-dec 14-dec 15-dec 16-dec 17-dec 18-dec 19-dec 20-dec 21-dec 22-dec 23-dec 24-dec 25-dec 26-dec 27-dec 28-dec 29-dec 30-dec 31-dec 1-janu 2-janu 3-janu 4-janu 5-janu 6-janu 7-janu 8-janu 9-janu 10-janu 11-janu

0,0536 0,1071 0,1606 0,2142 0,2677 0,3213 0,3748 0,4283 0,4819 0,5355 0,5890 0,6425 0,6961 0,7497 0,8032 0,8567 0,9103 0,9638 1,0174 1,0709 1,1244 1,1780 1,2316 1,2852 1,3388 1,3924 1,4460 1,4996 1,5532 1,6068 1,6604 1,7140 1,7676 1,8212

0,0807 0,1612 0,2417 0,3223 0,4029 0,4835 0,5640 0,6446 0,7252 0,8059 0,8864 0,9669 1,0476 1,1282 1,2086 1,2891 1,3698 1,4503 1,5309 1,6115 1,6920 1,7726 1,8533 1,9339 2,0146 2,0952 2,1759 2,2565 2,3372 2,4178 2,4985 2,5791 2,6598 2,7405

Progressie per dag vóór 9 september

0,0179

0,0290

Progressie per dag na 11 januari

0,0536

0,0807

Vroege 2009-2013 = 1,6188 x Vroege 2008

Late 2009-2013 = 1,5048 x Late 2008

* uitsluitend op bieten binnen het quotum, overdracht inbegrepen.

“ Ik ben PRO vooropkomst in bieten ! ” Ik ben David Jonckheere en baat sinds jaren het akkerbouwbedrijf uit dat ik van mijn ouders heb overgenomen. Een belangrijke teelt in mijn teeltplan, is de bietenteelt. Door mijn ervaring, ben ik ervan overtuigd dat een vooropkomsttoepassing een noodzakelijke start is voor een geslaagde onkruidbestrijding tijdens het hele teeltseizoen. Daarom pas ik altijd en op al mijn bietenpercelen een vooropkomstbehandeling toe.

• Het vergemakkelijkt de naopkomstbehandelingen.

Welke producten pas ik toe in vooropkomst (kort na zaai) ? Fiesta® New: tegen kamille, hondspeterselie, kleefkruid, gevlekte scheerling en de klassieke onkruidflora. Dosis: - op leem- en zandleembodems: 3,5 l/ha Fiesta® New - op klei bodems: 4-5(*) l/ha Fiesta® New

• De enige manier om probleemonkruiden aan te pakken (zoals hondspeterselie, kleefkruid).

Pyramin® 520 SC: tegen kamille en de klassieke onkruidflora.

Waarom ben ik een grote voorstander van een vooropkomstbehandeling? • Het biedt mij zekerheid.

David Jonckheere

• Het maakt de totale onkruidbestrijding goedkoper.

Dosis: - afhankelijk van de grondsoort: 3-4(*) l/ha Pyramin® 520 SC (*)

max. 2,6 kg chloridazon / ha / 3 jaar (voor- en naopkomst)

Fiesta® New: aangeraden door de betere bietenteler. Fiesta® New: erk. nr. 9304/B, bevat 360 g/l chloridazon + 60 g/l quinmerac, Pyramin® 520 SC: erk. nr. 8884/B, bevat 520 g/l chloridazon. Aandachtig het etiket lezen voor gebruik. Gedep. handelsmerk BASF.

2 — 04/2010

De Bietplanter

Fiesta FR-NL V6 90x247mm.indd 1

28/01/10 11:14:02

Herbicide voor bieten: Safari® van DuPont

BEREID U VOOR OP DE TOEKOMST, PAS UW ONKRUIDBESTRIJDINGSSYSTEMEN AAN. DuPontTM Safari®: in water dispergeerbare korrels, bevat 50% triflusulfuron-methyl. Erkenningsnummer: 8475/B.

DuPont Crop Protection Antoon Spinoystraat 6 • 2800 Mechelen • www.bel.ag.dupont.com Het DuPont ovaal, The miracles of scienceTM en Safari® zijn geregistreerde handelsmerken of handelsmerken van DuPont of zijn filialen.

De Bietplanter

04/2010 — 3

TIENSE SUIKERRAFFINADERIJ

Betaling op 31 maart bij de TS Voor Iscal blijft de vroegere informatie wat betreft de bieten buiten quotum (gevaloriseerde hoeveelheden voor export, overdracht, betalingen op 31 maart, ...) onveranderd. Er is inderdaad geen bijkomende export geweest. De globale balans van de hoeveelheden wordt in bijgaande tabel 1 gepresenteerd. Tabel 1: Voorlopige balans campagne 2009/10 in België TS

IS

Overdracht 2008 Prod. 2009 + FR

26.936 615.849 5.439

21.879 225.905 0

48.815 841.754 5.439

Beschikb. (FR inb.) %Q

648.225 133%

247.784 130%

888.736 131%

Quota (Q)

486.235

190.000

676.235

Buiten Quotum (BQ)

161.990

[100]

57.784

212.500

[37] [25]

0 0 37.500 0

5.439 5.600 98.200 39.500

37.500 13.000 6,8%

148.727 63.763 9,4%

FR S.Ind. - swap Export 1 (max) Export 2 (max) ∑ BQ gevaloriseerd Saldo BQ = Overdracht %Q

5.439 5.600 60.701 39.487 111.227 50.763 10,4%

Bij de TS is de situatie anders. De bijkomende export wijzigt alle gegevens (gevaloriseerde hoeveelheden voor export, overdracht, betalingen op 31 maart, ...). Deze gegevens blijven voorlopig, het doel van de TS is te zoeken naar het valoriseren van een maximale hoeveelheid. Zelfs zo blijft de overdracht bij de TS gevoelig hoger dan die bij Iscal, zoals we kunnen zien in de tabel die de balans van de campagne weergeeft. In die balans zien we dat de productie bij de TS nog naar boven herzien is (in vergelijking met de vorige Bietplanter). We zien ook dat de bijkomende export bij de TS (39.487 t) overeenkomt met ongeveer 25% van het beschikbare buiten quotum. Het nut is dus belangrijk geweest. Hierdoor moet ongeveer 69% van het buiten quotum gevaloriseerd worden bij de TS.

[69] [31]

BE

Een eerste kader (hiernaast) ‘Betalingen bij de TS op 31.03.2010’ toont de grote elementen van de betaling op 31 maart bij de TS. Er is vooreerst de betaling van de vroege en late leveringen (+ agio) die moest betaald worden op 31 januari. Er is daarnaast een voorlopige betaling van de bieten buiten quotum die gevaloriseerd moesten worden (essentiële export). Onthouden we hier 3 grote lijnen: * Als alles goed gaat, moet de TS finaal zo een 69% van de bieten buiten quotum valoriseren (precies cijfer: 69,42% ?); * Rekening houden met de onzekerheid, is de betaling op 31 maart beperkt tot 90% van deze hoeveelheid (90% x 69,42% = 62,48%); het saldo zal betaald worden op 22 december (+ agio); * De geboekte prijs bedraagt 20 e/t aan 16°Z.

Bijkomende export Begin dit jaar oversteeg de wereldmarktprijs suiker duidelijk de prijs op de Europese markt. Gezien deze uitzonderlijke prijssituatie en het ter beschikking zijn van belangrijke overschotten buiten quota in Europa, opende de Europese Commissie eind januari de mogelijkheid om 500.000 ton bijkomend te exporteren. Deze export moest plaatsvinden onder zeer strikte voorwaarden (geldigheidsduur van de exportcertificaten beperkt tot 30 dagen, ...). Deze mogelijkheid tot bijkomende export was snel uitgeput: 400.100 ton vanaf de eerste week (8-12 februari); het saldo van 99.900 ton vanaf de tweede week, met een aanvaardingscoëfficiënt beperkt tot 39% (246.100 ton van de vraag). Voor België verkreeg de TS in totaal bijna 38.000 ton. Iscal had geen vraag ingediend, rekening houdend met de voorwaarden (30 dagen vs begin van de minicampagne op 01.04.2010); men moet hier ook in herinnering brengen dat Iscal had kunnen profiteren van een belangrijkere proportie exportcertificaten. Op de wereldmarkt zijn de zeer hoge prijzen ondertussen gezakt ten gevolge van de aankondiging van een hogere productie dan voorzien in India. Brazilië, Australië en Thailand van hun kant vechten de bijkomende export van de EU aan en dreigen met een heropening van een panel bij de WTO.

4 — 04/2010

De Bietplanter

Betaling bij de TS op 31.03.2010 (kader 1) Binnen quotum: Vroege en late premies NB: de premies voor late leveringen zijn verschuldigd op de bieten binnen quotum, overdracht van het voorgaande jaar inbegrepen (saldo van de gecontracteerde hoeveelheden van het jaar + hoeveelheid overeenstemmend met de overdracht van het voorgaande jaar). Buiten quotum: Gevaloriseerd buiten quotum: 69% van het totaal (voorlopig) Voorschot voor 90% van de overeenstemmende hoeveelheid Prijs: 20 e/t (aan 16°Z) Meer uitleg wordt hieronder gegeven in een tweede kader. We vertrekken van de hypothese van een planter die 100 ton bieten buiten quotum heeft. Bieten buiten quotum bij de TS (kader 2) * Gevaloriseerd deel (met betaling in 2 etappes); * Overgedragen deel Hypothese: Een planter heeft 100 t bieten buiten quotum (of 100 t «overblijvende bieten - 1» op het einde van zijn afrekening op 31 januari); hij heeft geen vrijwillige overdracht gevraagd. Voorziene wegen: * 69,42 t zal gevaloriseerd worden als alles goed gaat (Max.); * Het saldo (30,58 t) zal overgedragen worden (verplichte overdracht). Hoeveelheid betaald op 31 maart: Gelimiteerd tot 90% van de hoeveelheid die moet kunnen gevaloriseerd worden; hetzij: 90% x 69,42 = 62,48 t «Overblijvende hoeveelheid - 2», of hoeveelheid bieten buiten quotum geleverd en nog altijd niet betaald op 31 maart: 100 - 62,48 = 37,52 t. Bestemming van deze 37,52 t: Hyp.: de TS kan het maximum exporteren en zo de volledige voorziene hoeveelheid valoriseren (69,42% van de bieten buiten quotum TS). * Overdracht: 30,58 t * Nog te betalen (op 22 december met agio): 69,42 - 62,48 = 6,94 t

Balans op EU niveau De productie- en afzetcijfers voor de EU zijn voorlopige cijfers. Eind februari werd de beschikbare productie 2009/10 (suiker + isoglucose, overdracht van 2008 inbegrepen) door de Commissie geschat op 13,8 Mt binnen quotum en 4,1 Mt buiten quotum. Deze 4,1 Mt buiten quotum vonden voldoende afzet en konden dus volledig gevaloriseerd worden (2,2 Mt in industriële suiker en 2,0 Mt in export). Daarentegen maakten andere schattingen gewag van een productie buiten quotum die duidelijk hoger is (tot 4,7 Mt?), voor een bijna onveranderde gevaloriseerde hoeveelheid (4,1 Mt). Het verschil bevindt zich onder de vorm van verplichte overdracht voor de Europese producenten. Dit zal meer bepaald het geval zijn in België.

VERBOND VLAAMSE SUIKERBIETPLANTERS TIENSE VZW

Vernieuwde receptie 2010 moet efficiënter toezicht mogelijk maken! De wintervergaderingen van het Verbond van Vlaamse Suikerbietplanters van de Tiense kenden een grote belangstelling. De 9 gewestvergaderingen werden bijgewoond door 475 planters wat wil zeggen dat één op de drie planters present waren: van een goede opkomst gesproken! De belangrijkste aandachtspunten tijdens deze vergaderingen waren de receptie 2010 en de veralgemeende introductie van het afdekken van de bietenhopen met vliesdoek. Ook hadden de zesjaarlijkse bestuursverkiezingen plaats die uiteindelijk leidden tot een vernieuwde samenstelling van o.a. het Verbondsbestuur én van de Vlaamse vleugel van het Fabriekscomité Tienen. Receptie 2010 Op elke vergadering werd uitgebreid verslag gegeven van de in de campagne 2009 vastgestelde resultaten en van de positieve, maar ook negatieve punten wat betreft de receptie van de bieten. Het grootste pijnpunt had betrekking op de nakopping van de bieten. Deze essentiële fase in het receptieproces was te vaak het voorwerp van grote ontevredenheid en discussie. Frappante illustraties hiervan werden gegeven tijdens de laat-

ste vergadering van het Fabriekscomité. Nochtans zijn de richtlijnen voor iedereen duidelijk zodat een correcte toepassing ervan in normale omstandigheden geen probleem mag stellen. Om een beter, objectiever, en voor beide partijen permanent toezicht mogelijk te maken, pleit het Verbond en het voltallige Fabriekscomité er reeds geruime tijd voor dat het resultaat van dit onderdeel van het receptieproces zou worden vastge-

De afscheidnemende bestuursleden, van links naar rechts: Leo Peurteners, Luc Deridder, Fernand Lemmens, Jozef Brugmans, Prudent Everaerts en Dirk Billen steld door middel van digitale fotografie. Eventuele klachten van planters zouden dan op basis van dit beeldmateriaal kunnen geëvalueerd worden. Dit digitaal toezicht zou ook toelaten dat de controleurs van het syndicaat hun andere taken met

een geruster gemoed kunnen uitvoeren en het zou kunnen leiden tot een meer respect- en vertrouwensvolle relatie tussen het fabrieks- en controlepersoneel. Voor het overige zijn goede afspraken Vervolg op p.6

Met Cherokee, richt ik al mijn pijlen op roest en Septoria in wintertarwe! s$OELTREFFENDVERBETERDEWERKING s&LEXIBELPASTINALLEPROGRAMMAS s2ENDABELGEGARANDEERDEINVESTERING -EERINFOOPWWWSYNGENTABE

®

3YNGENTA#ROP0ROTECTION.6 2UEDE4YBERCHAMPS " 3ENEFFE4EL &AX INFO SYNGENTABE WWWSYNGENTABE #(%2/+%%®3%nBEVATTENDEGLCHLOORTHALONILGLCYPROCONAZOOL GLPROPICONAZOOL%RK.R"'EBRUIKGEWASBESCHERMINGMIDDELENVEILIG,EESVØØRGEBRUIK EERSTHETETIKETENDEPRODUCTINFORMATIEšISAREGISTEREDTRADEMARKOFA3YNGENTA'ROUP#OMPANY

De Bietplanter

04/2010 — 5

VERBOND VLAAMSE SUIKERBIETPLANTERS TIENSE VZW

Vernieuwde receptie 2010 moet efficiënter toezicht mogelijk maken!

Het Bieteninstituut verzekert nu reeds verder onderzoek over het gebruik van TopTex en de begeleidende maatregelen in diverse klimatologische omstandigheden (o.a. bijkomende bescherming van de basis van de bietenhoop). Ook biedt zich een nieuwe producent met gelijkaardig materiaal aan (Crop Protect). Beide materialen moeten dan ook uitgebreid getest en vergeleken worden. Diversificatiesteun Intussen loopt het project van het Verbond Suikerbietplanters op volle toeren. De planters die tijdens de afgelopen campagne TopTex hebben besteld zullen 6 — 04/2010

De Bietplanter

De inschrijvingen/bestellingen moeten ingestuurd worden voor 20 april 2010. Wie tegen die datum niet heeft gereageerd, wordt verondersteld niet in te gaan op dit aanbod. Vernieuwing van de besturen Tijdens de wintervergaderingen had in elk gewest de zesjaarlijkse bestuursverkiezing plaats. De door het Verbondsbestuur gewijzigde statuten, waarin de procedure wordt beschreven van hoe deze verkiezing moet plaats vinden, bracht met zich mee dat niet zozeer werd gestreefd naar een vast aantal te verkiezen bestuursleden, maar dat elkeen die echt geïnteresseerd was om een bestuursmandaat op te nemen, dit ook kon doen. Met andere woorden, er werd gezocht naar kwaliteit en niet naar kwantiteit! En deze kwaliteit werd, zij het soms na enig aandringen, zeker gevonden! Hiernaast volgen de vernieuwde lijsten van de raden van afgevaardigden, de gewestelijke besturen, het Verbondsbestuur, alsook de vertegenwoordigingen in het Fabriekscomité, het Coördinatiecomité en de CBB. Het uittredende bestuur dankt al de kandidaten en nieuw verkozen afgevaardigden en bestuursleden en wenst hen veel succes in de uitoefening van hun syndicale opdracht. Na afloop van de bestuursvergadering van maandag 8 maart, waar nieuwe en afscheidnemende bestuursleden samen vergaderden, was het tijd voor de traditionele “staatsiefoto’s”. Eric Van Dijck Secretaris Verbond Suikerbietplanters Tiense vzw

Hageland-Noord Hageland-Noord Hageland-Noord Hageland-Noord Hageland-Noord Landen Landen Landen Landen Landen Landen Landen Landen Landen Landen Landen Landen Landen Landen Landen Landen Landen Landen Leuven Leuven Leuven Leuven Leuven Maasland Maasland Maasland Maasland Maasland Pajottenland Pajottenland Pajottenland Pajottenland Pajottenland Pajottenland Pajottenland Pajottenland Pajottenland Riemst Riemst Riemst Riemst Riemst Riemst Riemst Riemst Sint-Truiden Sint-Truiden Sint-Truiden Sint-Truiden Sint-Truiden Sint-Truiden Sint-Truiden Sint-Truiden Sint-Truiden Tienen Tienen Tienen Tienen Tienen Tienen Tienen Tienen Tongeren Tongeren Tongeren Tongeren Tongeren Tongeren Tongeren Tongeren

Nijs Eric Raeymaekers Jos Adams Joris Huys Patrick Frans Nackaerts Coppejans Tom Vanelderen Jean-Paul Pollenus Geert Santermans Jean Menten Joseph Rigo Guy René Moyaers Bovy Stefan Cox Ivo Draelants Dirk Fransis Ludo Melotte Willy Mulkers Luc Princen André Reynaerts Marcel Van Berwaer René Vanelderen Valentin Vanmolle Jos De Coster Raymond Van Acker Walter Decoster Justin Peeters Josse Huybrechts Bernard Frenssen Jos Peurteners Bert Purnot Bert Stakenborg Peter Theuwen Johan Van Ongeval Michel Agneessens Christian Plasman-Van Mello LV Stijn Zelderloo Vanderroost Paul Geerts Olivier Dumortier Steven De Schrijver Anita Van Heghe Koen Vrancken Mathieu Jackers Arnaud Jans Johan Cauffman Marcel Oben Diederik Devue Benoit Haesen Roger Niesten Albert Martin Philippe Rombouts Peter Billen Dirk Swinnen Anne-Marie Baugniet Stefan Vanvuchelen Johan Moïes Philippe Guilliams Robert Claes Frans Lemmens Ronny Guelinckx Koen Vanhulst Koen Henskens Pascal Vandermeulen Frederik Dehertogh Luc Hendrix Johan Taverniers Thierry Fagard Joseph Euben Ernest Roelands Maxime Requilé Jos Engelborghs Luc Peuskens Johan Voets Marc Picard Luc

0475/65.94.85 0496/83.22.73 0479/70.49.65 0478/32.62.87 0479/73.09.19 0479/66.76.75 0475/54.36.88 0476/25.20.54 0476/47.28.51 0479/23.85.06 0474/59.35.89 0476/29.88.00 0475/98.26.05 0496/28.54.90 0479/46.68.10 0479/56.94.57 0495/20.24.22 0478/25.24.28 0475/85.31.20 011/83.23.34 0477/25.61.45 0496/75.46.03 0494/81.31.12 0477/24.63.39 0477/31.09.72 0478/56.19.36 0495/28.34.74 0476/98.07.28 0495/28.13.88 0473/67.30.39 0495/18.21.46 0495/16.22.19 0479/43.47.89 0478/80.34.71 0475/61.27.24 0476/44.50.83 0495/30.20.56 0473/51.85.96 0496/40.18.18 0473/92.22.09 0478/54.65.63 0475/62.15.88 0495/22.27.39 0473/55.04.74 0496/08.64.99 0478/22.00.97 0477/52.82.29 0478/33.85.08 0495/22.13.52 0477/58.00.92 0496/73.45.69 0495/86.19.74 0495/38.83.43 0497/67.00.27 0498/05.45.03 0497/37.56.13 0495/25.38.09 0496/17.52.84 0495/21.31.09 0496/61.43.82 0475/80.49.87 0479/62.03.56 0495/62.60.23 0477/24.66.95 0495/84.49.34 0475/81.54.31 0472/52.08.91 0499/28.08.32 0475/86.39.28 0476/29.83.71 0476/55.23.15 0476/88.01.41

x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x

x

x

x

x

x

x

x

x x x x x x x x x x x x

x x x

x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x

x x x

x x

x

RvB-Coco

AV-Coco

AV-CBB

GSM

Fabriekscomité

Naam

Raad van Bestuur Verbond

Gewest

Algemene Vergadering Verbond

Het thema TopTex zorgde voor heel wat beroering tijdens de vergaderingen. De campagne 2009 was, gezien de barre weersomstandigheden, de ideale campagne om de positieve én negatieve punten van dit materiaal te leren kennen. Negatief is alleszins de lage vorstbescherming van de bieten, waardoor zeker vanaf -5° C een bijkomende afdekking met plastiek noodzakelijk is. Negatief is ook de quasi niet manipuleerbaarheid van dit materiaal als het nat en stijf bevroren is en de grote kwetsbaarheid (scheuren) ervan. Positief is de betere manipuleerbaarheid bij het afdekken van de bietenhoop, de hogere windbestendigheid, de grondtarravermindering, het kleinere verlies aan suiker bij lange bewaring en de stabilisatie van de temperatuur binnen in de hoop bij schommelende buitentemperaturen. Samengevat kan men zeggen dat elke planter die het materiaal tijdens de afgelopen campagne gebruikte zijn eigen TopTexverhaal heeft kunnen schrijven, waarbij de opgedane ervaringen zeer ver uit elkaar lagen. De wildste verhalen kwamen echter vaak van planters die met dit materiaal nog geen enkele ervaring hebben opgedaan! Het staat alleszins vast dat de betrokken planters in een onvoldoende voorbereid avontuur werden gedropt!

Het vernieuwde bestuur, van links naar rechts: Ph. Martin, M. Vrancken, J. Frenssen, E. Euben, R. De Coster, T. Coppejans, P. Rombouts, J. Fagard, R. Lemmens, M. Van Ongeval, K. Guelinckx, J.P. Vanelderen, J. Raeymaekers, A. Jackers en E. Nys.

gewestbestuur

TopTex

Planters die nog geen TopTex hebben besteld, zullen einde maart – begin april een schrijven ontvangen met daarin al de informatie die nodig is om aan dit project deel te nemen en een bestelling te plaatsen. Het Verbond Suikerbietplanters stelt met dit project, dat goedgekeurd werd door de Vlaamse overheid en o.a. milieuvriendelijke landbouwtechnieken bevordert (door middel van het gebruik van vliesdoek minder grondtarra en minder transport realiseren, gekoppeld aan een betere bewaartechniek), al de planters in de gelegenheid om van deze opportuniteit te profiteren, zonder hiertoe wie dan ook te verplichten. Het blijft een vrije keuze van de planter!

gewestvoorzitter

gemaakt voor de vernieuwing van de receptie vanaf 2010. De belangrijkste elementen zijn de heringebruikname van de rupro 25 x 25, de aparte vaststelling van de verschillende tarraonderdelen (grond, kop, plantaardige tarra), de nakopping die voortaan gebeurt op een onderstaal van ± 20 kg en de volautomatische suikergehaltebepaling door middel van het VENEMA-systeem. De beide recepties van Longchamps en Tienen zullen aldus volledig op dezelfde manier werken, wat dan ook moet resulteren in gelijke resultaten voor gelijke leveringen. De systematische onderwaardering van het suikergehalte die door het Verbond werd vastgesteld, en wellicht hoofdzakelijk te wijten is aan de kleinere rupro (22x22), moet dan ook definitief tot het verleden behoren.

op hun afrekening van 31 maart kunnen vaststellen dat het aanvankelijk voorziene te betalen bedrag (± 0,75 à 0,80 Euro/m2 TopTex) gehalveerd is. De andere helft van de vergoeding wordt via het Verbond gefinancierd met Europees geld dat ter beschikking kwam naar aanleiding van de suikerhervorming.

Raad van Afgevaardigden

Vervolg van p.5

x

x x x x x

x x

x

x

x x

x x

x

x x x

x

x

x

x

x x

x x x x

x x

x

x x

x

x

x

x

x x

x x x

x x

x x x

x x

x

x

x

x

x

x x

x x x

x x

x x x

x

x

KONINKLIJK BELGISCH INSTITUUT TOT VERBETERING VAN DE BIET VZW Molenstraat 45, B-3300 Tienen – F. +32 16 820468 – [email protected] – www.irbab-kbivb.be

De suikerbiet en haar teelttechniek P V B C – P R O G R A M M A V O O R L I C H T I N G B I E T C I C H O R E I , I N H E T K A D E R VA N D E P R A K T I J K C E N T R A Rubriek opgesteld en medegedeeld onder de verantwoordelijkheid van het KBIVB, J.-Fr. Misonne Directeur KBIVB, met de financiële steun van de Vlaamse overheid.

Onderzoeksprojectten en voorlichting van het KBIIVB in 2010 Op de Algemene Vergadering van het KBIVB van 18 maart 2010 hebben de ingenieurs een kort overzicht gegeven van het activiteitenprogramma voor het lopende jaar. De belangrijkste projecten worden hierna kort samengevat. Enkele terugkerende activiteiten, evenals studies voor derden, worden niet vermeld. Het activiteitenprogramma wordt onderverdeeld in vier onderzoekslijnen : - De vermindering van input en pesticiden, volgens de Europese doelstellingen in 2018 - De optimalisering van het industriële werktuig en de verlenging van de campagnes - De verhoging van de opbrengst - De bodembescherming en erosiebestrijding De activiteiten van het KBIVB omvatten eveneens : - De voorlichting - De begeleiding en dienstverlening

Dankwoord

1 VERMINDERING VAN DE INPUT & DE PESTICIDEN, EUROPESE DOELSTELLINGEN 2018

1.2.3 Onkruidbestrijding in cichorei

1.1 GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN - ALGEMEENHEDEN 1.1.1 Efficiënter spuiten met behulp van GPS GPS technieken laten toe preciezer te werken. Verschillende constructeurs bieden een grote waaier aan mogelijkheden aan. Het doel van het project is van een correcte onafhankelijke informatie te geven met een beoordeling van het aangeboden materiaal. De verschillende systemen die in aanmerking komen zijn: GPS, DGPS, RTK en gelijkaardige systemen. Het project beoogt de volgende doelstellingen te realiseren: het bekomen van gegevens over de praktische werking van GPS systemen, de bouw op een demotrekker, het testen van verschillende GPS-toepassingen en het communiceren naar de landbouwers toe. Verantwoordelijke van het project: PCLT Samenwerking: PCLT, PCA, LCG, KBIVB Cofinanciering : Vo ADLO 1.2 HERBICIDEN EN ONKRUIDBESTRIJDING 1.2.1 Onkruidbestrijding en herbicidenvergelijking in bieten De onkruidbestrijding in biet wordt moeilijker omwille van de terugtrekking g g van de meeste EC-formuleringen g ((emulsie concentraat), ), gebonden aan het gebruiksverbod van de NPE-solventen (nonyl fenol ethoxylaten) op Europees vlak. De SC en SE formuleringen (Suspensie concentraat en Suspo-emulsies) bieden alternatieven maar vergen een hogere dosis fenmedifam (PMP) om een zelfde werkzaamheid te tonen. De werking van fenmedifam en desmedifam dient geoptimaliseerd te worden omwille van de aangekondigde verdwijning van diverse herbiciden. Twee veldproeven zullen aangelegd worden om de werkzaamheid en de selectiviteit van de g gangbare g formuleringen g te vergelijken, waarbij voor sommige de invloed van de dosis zal bepaald worden. Verantwoordelijke van het project : KBIVB-PVBC Cofinanciering : Vo ADLO 1.2.2 Invloed van geactiveerd bietenzaad op de onkruidbestrijding De veralgemening van zaadactivering heeft de laatste jaren de veldopkomst met ongeveer 2 dagen versneld. In vele gevallen durven de landbouwers (verkeerdelijk !) niet ingrijpen met een eerste FAR tijdens deze periode, hoewel lage FAR systemen zeer selectief zijn. In sommige gevallen zouden de dosissen, in functie van de onkruidbezetting, moeten verhoogd worden om doeltreffend te zijn. Deze studie bekijkt in hoeverre zulke systemen vroeger kunnen ingezet worden om betere onkruidbestrijding te bekomen. Verantwoordelijke van het project : KBIVB-PVBC Cofinanciering : Vo ADLO

Het KBIVB bedankt iedereen die zijn onderzoek en voorlichting stimuleert : - De sector Bieten-Suiker (en gedeeltelijk Cichorei-Inuline); - De overheid op Federaal niveau, Waals (Pilootcentra, Investeringen, DGARNE-Recherche, DGARNE-Développement), Vlaams (Praktijkcentra, IWT, VLIF, ADLO), Europees (INTERREG) en Provinciaal (Vlaams-Brabant); - De veredelaars van bietenzaad en andere vertegenwoordigers van de industrie. Een bijzondere dank aan de onderzoekers en waarnemers die bijdragen aan de goede werking van het onderzoek, alsook aan de andere Belgische centra (CRA-W, ILVO, Universiteiten, …) en aan de Europese collega’s dank zij wie snellere conclusies ten voordele van de teelt worden getrokken.

De proeven worden hoofdzakelijk gericht op moeilijk te bestrijden onkruidsoorten. Voortaan moet rekening gehouden worden met de toekomst en het verdwijnen van bepaalde actieve stoffen. Van de andere kant moet rekening gehouden worden met zulke onkruiden die hogere hoeveelheden vereisen dan erkend en de studie van nieuwe middelen. Het is eveneens interessant om het onderzoek op Dual - Frontier verder te zetten om bingelkruid en hondspeterselie te bestrijden. Ook de kostprijs en de gewasremming bij aanbevolen systemen moeten zo beperkt mogelijk blijven. Alle proeven worden aangelegd volgens een protocol dat een aantal "gezamenlijke" behandelingen met identieke producten en dosissen bevat. Deze laten een erkenning van producten en dosissen toe. Andere objecten die interessant geacht worden of overgelaten aan het oordeel van de projectverantwoordelijken worden eveneens bestudeerd. bestudeerd De groep "plantenbescherming" plantenbescherming vergadert in het begin van het jaar om zijn protocollen te bepalen. Naast ganzenvoet en hondspeterselie, onkruiden die moeilijker te vernietigen zijn, zal bijzondere aandacht besteed worden aan "varkenskers" (Coronopus squamatus), vaak voorkomend in Henegouwen en het Noorden van Frankrijk. Verantwoordelijke van het project : PIBO, CPL-Vegemar, Cosucra Samenwerking : KBIVB-PVBC Cofinanciering : Vo ADLO, ADLO SPW-CP 1.3 FUNGICIDEN EN ZIEKTEN 1.3.1 Ziektenbestrijding en fungicidenvergelijking in bieten Studie van de rentabiliteit van de fungicidenbehandeling in functie van de behandelingsdatum, het gebruikte product en het aantal behandelingen. Vergelijking van de doeltreffendheid van de producten naargelang de aanwezige ziekte(n). Visuele evaluatie van de doeltreffendheid van de b h d li behandelingen en meting i van de d opbrengstparameters b bij de d oogst. Verantwoordelijke van het project : KBIVB-PVBC Cofinanciering : Vo ADLO, SPW-CP 1.3.2 Rasgevoeligheid voor bladschimmelziekten in bieten Sommige rassen zijn minder gevoelig voor bladschimmelziekten (witziekte, cercospora, ramularia en/of roest). De rasgevoeligheid voor ziekten wordt een belangrijk criterium teneinde minder behandelingen uit te voeren en de kosten te drukken. drukken Voorts loopt het aantal effectieve fungiciden het risico drastisch te verminderen naar aanleiding van het herzieningsproject van de Europese Richtlijn 91/414 CEE. Dit project heeft tot doel de variabiliteit van de rasgevoeligheid te tonen door de aanleg van waarnemingspercelen voor rassen. De evolutie van de ziekten zal voor alle rassen bestudeerd worden. Opbrengstproeven, met en zonder fungicide, moeten de belangstelling voor meer resistente rassen bewijzen en de selectie voor deze markt oriënteren.

De Bietplanter

04/2010 — 7

De rasgevoeligheid voor ziekten wordt een belangrijk criterium teneinde minder behandelingen uit te voeren en de kosten te drukken.

Het KBIVB heeft onlangs gewezen op een significante aanwezigheid van bietencystennematoden in de diepere bodemlagen (30-60 cm). De invloed van de rassen en de tussenteelten worden op deze populaties bestudeerd .

1.3.3 Rhizoctonia bruinwortelrot in bieten : Rasgevoeligheid Dit project heeft als doel verschillende dubbel resistente rassen rhizomanie-rhizoctonia te vergelijken in velden met een natuurlijke besmetting door Rhizoctonia solani. Deze proeven worden aangelegd volgens een stripproef (1 rij per ras) met verschillende herhalingen, waarbij één vatbaar ras op verschillende plaatsen in de proef gezaaid wordt. Ziekteontwikkeling tijdens de zomer en bij de oogst (oktober) wordt nauwkeurig waargenomen en in kaart gebracht. Bij een manuele rooi met een individuele quotering van alle bieten volgens een internationale schaal (schaal van 0-7), 0 7) wordt een disease-index disease index berekend en wordt de resistentiegraad van de verschillende rassen bepaald. Verantwoordelijke van het project : KBIVB-PVBC Cofinanciering : Vo ADLO

granulaatinsecticiden carbofuran en carbosulfan waarvan de erkenning ingetrokken werd. Over de werking van Poncho op tripsen en emelten bestaan weinig gegevens. Een proef zal aangelegd worden op een perceel dat gekend is voor de aanwezigheid van deze parasieten. Deze proef azl aangewend worden als communicatiemiddel naar de planters. Verantwoordelijke van het project : Cosucra Samenwerking : KBIVB-PVBC Cofinanciering : SPW-CP

1.3.4 Bladziekten in cichorei

Het project "Verbetering van de kwaliteit van het water door een duurzamer beheer van stikstof en evaluatie op de schaal van het hydrogeologisch bekken" werd neergelegd door verschillende Franse en Belgische onderzoeksinstellingen die werken in de grensoverschrijdende zone Frankrijk-Wallonië vallend onder het Europees programma Interreg IV. Dit project zal over 3 jaar (2010-2012) lopen. De taken worden over acht instellingen verdeeld, het ITB en het KBIVB zijn verantwoordelijk voor de stikstofbemestingsproeven in de biet, in hun respectievelijke streken. De operationele doelstellingen zijn : verbetering van de systemen voor bemestingsadvies, evaluatie van het effect van de landbouw op de uitspoeling van nitraat, de verspreiding van systemen bij p g van landbouwers om hun instanties voor landbouwadvies,, de aansporing bemesting te beredeneren. Verantwoordelijke van het project : FSAGx Samenwerking : CRA-W, Nitrawal, INRA de Laon, LDAR (Laboratoire Départemental d’Analyses et de Recherche, Laon), Chambre d’Agriculture de l’Aisne (Laon), ITB (Paris), KBIVB. Cofinanciering : Interreg IV

In cichorei wordt de druk van bladschimmelziekten steeds groter, waardoor verwacht wordt dat de rentabiliteit van de fungicidenbehandeling toeneemt. toeneemt Haar rentabiliteit hangt af van de gevoeligheid van het cichoreiras en zal volgens de netto-wortelopbrengst, het inulinegehalte en de inulineopbrengst geëvalueerd worden voor 5 rassen. Verantwoordelijke van het project : POVLT Samenwerking : KBIVB-PVBC Cofinanciering : Vo ADLO 1.4 INSECTICIDEN EN PLAGEN 1.4.1 Invloed van suikerbietenrassen

nematoden

op

de

prestatie

van

de

Studie van de reactie van rassen met het tolerantiegen van B. maritima of het resistentiegen Hs1Pro1 van B. procumbens in aanwezigheid van het nematode Heterodera schachtii. Verantwoordelijke van het project : KBIVB Samenwerking a g : CRA-W Cofinanciering : Selectiehuizen 1.4.2 Beheer van nematoden inplanting van tussenteelten

door

de

rassenkeuze

en

de

De resistentie en semi-resistentie bieten (ttz tolerante) hebben een invloed op de vermeerdering van de nematoden. Op korte en middellange termijn, zou de keuze van het type ras een invloed kunnen hebben op de y ((verhoging/verlaging) g g/ g g) van de aaltjespopulaties j p p alsook op p de dynamiek selectiedruk. De goede keuze van planten gebruikt in de tussenteelt (bv. mosterd) is belangrijk: hun mate van resistentie tegen nematoden en hun inplanting worden bestudeerd. Verantwoordelijke van het project : KBIVB Samenwerking : CRA-W Cofinanciering : Selectiehuizen 1.4.3 Gevolgen van de verticale verdeling van nematoden en beheermoglijkheden Het KBIVB heeft onlangs gewezen op een significante aanwezigheid van bietencystennematoden in de diepere bodemlagen. Duitse studies wijzen ook in deze richting. Dit project beoogt te antwoorden over de gevolgen van deze aaltjespopulaties op de opbrengst alsook over de mogelijkheid om deze populaties te beheren met de teelten. Verantwoordelijke van het project : KBIVB Samenwerking : CRA CRA-W W Cofinanciering : Selectiehuizen 1.4.4 Plaagbestrijding & vergelijking van insecticiden in bieten Studie van de selectiviteit en de doeltreffendheid van nieuwe en oude moleculen in de behandeling van bietenzaad. Verantwoordelijke van het project : KBIVB-PVBC Cofinanciering : Vo ADLO 1.4.5 Bodeminsecten en insecten bij opkomst in cichorei Bodeminsecten (vooral ritnaalden, emelten en tripsen) veroorzaken regelmatig schade in de cichoreiteelt. Poncho Beta, zeer recent erkend in cichorei, kan doeltreffend zijn op ritnaalden, doch niet even goed als de

8 — 04/2010

De Bietplanter

1.5 BEMESTING 1.5.1 Bijdrage aan het Project Interreg « SUN » (Sustainable Use of Nitrogen)

1.5.2 Gebruik van bietenrassen die minder minerale stikstof vereisen Het bestuderen en bevorderen van bietenrassen die productief zijn maar die minder minerale stikstof vereisen. De proeven van 2010 zullen het gedrag van gecommercialiseerde rassen nagaan, waarvan sommige waarschijnlijk minder stikstof vereisen, volgens de resultaten van de proeven die tussen 2005 en 2009 bekomen werden. Er zullen in de proeven toenemende stikstofdosissen in rijentoediening toegepast worden (50, 100, 150 kg N/ha). In 2010 zullen de proeven rekening houden zowel met de toegediende minerale stikstof als met de stikstof vrijgekomen uit de bodem en de organische inbreng. De adviezen die door één van beide methodes worden aangeraden (N-Theoretisch, Azobil, …) zullen bevestigd worden volgens de optimale financiële opbrengst. De proeven zullen in 2 platforms van het KBIVB worden aangelegd. Bepaalde bietengenetica zullen in deze proeven getest worden, op vraag van selectioneurs. Verantwoordelijke van het project : KBIVB Cofinanciering : SPW, DGARNE-Développement, Selectiehuizen

2 OPTIMALISERING VAN HET INDUSTRIËLE WERKTUIG & DE VERLENGING VAN DE CAMPAGNES 2.1.1 Bewaring van de bieten op lange termijn en bescherming tegen de vorst Dit project, aangevat in 2008, betreft de opvolging van bietenhopen op lange termijn. De interesse van dit project gaat meer bepaald naar de ontwikkeling van schimmels bij stockage in functie van de graaddagen. Aanleggen van proeven in reële omstandigheden, opvolging van hopen met verschillende gecommercialiseerde rassen en verschillende rooi- of bewaringsmodaliteiten (directe of uitgestelde afdekking). Opmaken van een model voor bewaring van bieten. Opvolging van de omstandigheden bij het rooien en de evolutie van de meteorologie gedurende de bewaring in de hoop. Verantwoordelijke van het project : KBIVB Cofinanciering : SPW, DGARNE-Développement

Proeven over afdekken van hopen volgens verschillende modaliteiten worden opnieuw aangelegd door het KBIVB in 2010. 2.1.2 Bewaring van de bieten op lange termijn : gedrag van de commerciële rassen Dit project heeft als doel de bewaringscapaciteit van verschillende commerciële rassen (of inschrijvingsfase) te verifiëren, door de suikerverliezen tijdens de stockage en de ontwikkeling van de schimmels te meten in het begin en op het einde van de campagne. De proeven worden ook uitgevoerd in geklimatiseerde ruimten met opvolging van de ademhaling. Verantwoordelijke van het project : KBIVB Cofinanciering : SPW, DGARNE-Développement, Selectiehuizen

Het KBIVB voert proeven op siloreinigers uit om de impact op grondtarra en productieverliezen te meten in het kader van gebruik van zeilen van het type Toptex. door het KBIVB voor te stellen. De behandelde thema’s zullen zijn : de bewaring van bieten op lange termijn, termijn de afdekking van de hopen, hopen de opname van silo’s door siloreinigers, de vermindering van de grondtarra, de bescherming van de hopen tegen vorst, de ernst van de vorstschade, … Andere specialisten zullen worden uitgenodigd om hun ervaringen te delen. Demonstraties in afdekken van bietenhopen zullen eveneens georganiseerd worden. Verantwoordelijke van het project : KBIVB-PVBC Cofinanciering : VO ADLO, SPW-CP 2.1.6 Interactie bewaring * rassen * rooidatum in cichorei Het doel van het project is de invloed van het oogsttijdstip van diverse rassen industriële cichorei te onderzoeken op de bewaring en de kwaliteit (gehalte fructose, gehalte glucose, inulinegehalte en de verhouding fructose/glucose). Verantwoordelijke van het project : POVLT Samenwerking : KBIVB-PVBC Cofin n ie ing : Vo ADLO Cofinanciering 2.1.7 Decompacteurs in cichorei Nut van de diepgronders tanden naar gelang de gebruiksomstandigheden. Het ILVO heeft de laatste jaren onderzoek uitgevoerd op het gebruik van diepgronders naargelang de gebruiksomstandigheden. De bedoeling is van een synthese op te maken en duidelijke boodschappen te communiceren naar de praktijk toe. Verantwoordelijke van het project : ILVO Samenwerking : KBIVB-PVBC Cofinanciering : Vo ADLO 2.1.8 Evaluatie van de vorkenrooier Holmer in cichorei

Dank zij een zeer doeltreffende infrastructuur (ademhalingskamer) kan het KBIVB het gedrag van de verschillende bietenrassen ten opzichte van de bewaring bestuderen. 2.1.3 Aanpassing van de suikerbietenteelt aan de klimatologische veranderingen en onderzoek naar nieuwe teeltstrategieën Dit nieuwe project bestaat er in om vroegtijdig te zaaien en zelfs het zaaien van herfstbieten te overwegen. De studie zal betrekking hebben op de effecten van deze nieuwe fytotechnie ten opzichte van de stikstofbemesting, de onkruidbestrijding, schieters, de impasse van fungicidenbehandelingen, het rooien in zomeromstandigheden en de levering op het einde van de zomer, de vermindering van grondtarra. Dit project zal eveneens de mogelijkheid bestuderen om een betere suikeren financiële opbrengst te verkrijgen, om te beantwoorden aan de verlenging van de campagnes door vroegtijdig zaaien, om een bodembedekking in de winter en een betere bescherming van de bodem ((erosie) ) in de lente te verkrijgen. jg Verantwoordelijke van het project : KBIVB Samenwerking : FSAGx, CRA-W Cofinanciering : SPW, DGARNE-Recherche 2.1.4 Opvolging van siloreinigers in bieten Siloreinigers zullen in werking worden in de toeleveringssectoren van de Tiense Suikerraffinaderij en Iscal Sugar. Het KBIVB zal bij voorkeur de g g y met verschillende concepten p en van verschillende reinigingssystemen merken opvolgen : reiniger Ropa Euro Maus met opnametafel van 8 of 10m, Kleine RL 350V met opnametafel van 10 m en Holmer Terra Felis (Vario Clean indien werkzaam) met wachtbunker of opnametafel van 8 of 10 m. De doeltreffendheid van deze siloreinigers op grondtarra en productieverliezen zal opgevolgd worden op hopen afgedekt met zeilen (Toptex of andere). Er zullen metingen worden gedaan op de vermindering van grondtarra en de productieverliezen door wortelbreuk. Verantwoordelijke van het project : KBIVB-PVBC Cofinanciering : VO ADLO 2.1.5 Nationale studiedag « Bewaring op lange termijn » van bieten

In 2009 heeft een bunkerrooier Holmer met een specifieke uitrusting cichorei met succes cichorei gerooid zowel in droge en natte omstandigheden. De bunkerrooier is met een ontbladeraar met 2 scharen uitgerust (één met stalen klepel en de tweede met rubbers), rubbers) zonder kopmessen, met 6 paar trilscharen en een zeefrad met platte spijlen. Het objectief is het berekenen van deze geavanceerde techniek in termen van opbrengstvermeerdering, wortelbreuk, grondtarrareductie en eonomische doeltreffendheid. Deze metingen zullen uitgevoerd worden onder verschillende omstandigheden en in vergelijking met een referentiewerktuig. De werkgroep "mechanisatie" vergadert tijdens de maand juni teneinde de modaliteiten vast te leggen en het werk in het k d kader van de d samenwerking ki mett het h t ILVO te t harmoniseren. h i Verantwoordelijke van het project : ILVO, CRA-W Samenwerking : KBIVB-PVBC Cofinanciering : Vo ADLO, SPW-CP 2.1.9 Informatie over siloreinigers en opslagplaatsen in cichorei Siloreinigers worden de laatste jaren meer en meer gebruikt. Het doel van dit project is de parameters te bestuderen die een optimale werking ( (verlaging l i grondtarra dt en beperking b ki rooiverliezen) i li ) van de d machines hi toelaten. In dit verband zijn de opslagplaatsen van zeer groot belang. Op basis van zijn expertise zal het KBIVB zijn raadgevingen voor suikerbieten aanpassen aan de cichorei, en indien nodig bijkomende metingen uitvoeren. Verantwoordelijke van het project : KBIVB-PVBC Cofinanciering : Vlaams-Brabant

3 VERHOGING VAN DE OPBRENGST 3.1.1 Officiële rassenproeven voor de erkenning en prestatie van de gecommercialiseerde bietenrassen Evaluatie van de teeltwaarde en het gebruik van betere erkende rassen in België, van de teeltwaarde en het gebruik van nieuwe rassen voorgesteld voor de erkenning op de Belgische rassencatalogus, van de onderscheidbaarheid van de erkende of nieuwe rassen en de genetische en landbouwkundige stabiliteit van de rassen in de loop van de laatste 3 jaren. Verantwoordelijke van het project : KBIVB Cofinanciering : Vo, SPW, Semzabel

Een nationale studiedag zal in het begin van de campagne 2010 georganiseerd worden om de resultaten van het onderzoek uitgevoerd

De Bietplanter

04/2010 — 9

5 VOORLICHTING 5.1 WAARNEMINGSVELDEN EN WAARSCHUWINGSDIENST 5.1.1 Wekelijkse waarnemingen en waarschuwing in bieten De waarschuwingsdienst van het KBIVB is gebaseerd op regelmatige waarnemingen in een netwerk van velden in de bietenstreek. De landbouwers worden geïnformeerd over de evolutie van de teelt, ziekten of plagen en de noodzaak van behandelingen. Deze adviezen worden verspreid via mail en de landbouwpers, de landbouwkundige diensten van de suikerfabrieken, de officiële diensten en via www.irbab-kbivb.be, door bv. de evolutie van de gezondheidstoestand van de teelt te illustreren met cartografie. Sinds 2006 heeft het netwerk zich uitgebreid dank zij de medewerking van planters en specialisten van de biet. Sinds 2007 brengen al deze waarnemers direct hun gegevens in via de website van gegevens g worden verzameld en elke week behandeld het KBIVB. Deze g door het KBIVB. Verantwoordelijke van het project : KBIVB-PVBC Samenwerking : externe waarnemers Cofinanciering : Vo ADLO, SPW-CP

Het KBIVB legt elk jaar 6 platforms met rassenproeven aan, in combinatie bi ti mett andere d soorten t proeven. Andere A d meer specifieke ifi k proefsites (rhizoctonia bruinwortelrot, nematoden, …) worden eveneens aangelegd. 3.1.2 Kwaliteit van plantenbezetting

het

bietenzaad

:

opkomstsnelheid

en

Ieder jaar test het KBIVB het commercieel zaad verkocht aan de landbouwers. Naast de officiële kiemtesten voert het KBIVB eveneens testen om de d kiemenergie k te bepalen b l d beter die b gecorreleerd l d moeten zijn met de veldopkomst. Deze testen geven aan de landbouwer een nuttige informatie in verband met de voorzorgen te nemen bij het zaaien. De efficiëntie van de activeringsprocessen worden hier gemeten. Verantwoordelijke van het project : KBIVB-PVBC Cofinanciering : Vo ADLO 3.1.3 Evaluatie van de cichoreirassen op de catalogus Twee rassenproeven worden T d aangelegd: l d één éé door d h het PIBO op leemgrond l d (Tongeren in samenwerking met Orafti) en één door het POVLT in lichte zandleemgrond (Beitem, in samenwerking met Cosucra). Het rassenonderzoek van POVLT bevat ongeveer 11 rassen en probeert uit te maken welke rassen industriële cichorei het meest geschikt zijn voor de Vlaamse maritieme teeltomstandigheden. De belangrijkste facetten van het rassenonderzoek zijn netto-wortelopbrengst, de inuline opbrengst, de teeltveiligheid en de kwaliteit. Deze laatste heeft betrekking op het inulinegehalte, het fructose- en glucosegehalte en de verhouding fructose/glucose. Verantwoordelijke van het project : POVLT, PIBO Samenwerking : KBIVB-PVBC Cofinanciering : Vo ADLO

4 BODEMBESCHERMING EN EROSIE 4 1 1 Ploegloze 4.1.1 Pl l T lt Technieken Teelt T h i k i bieten in bi t Een onderzoeksproject IWT van 4 jaar (2007 - 2011) wordt geleid in samenwerking met de KULeuven en het PCA. Dit project betreft de vergelijkende studie van decompactors en hun invloed op de opbrengst van verschillende teelten. Het omvat eveneens des studie van een hele reeks fysisch-chemische parameters van de bodem. Verantwoordelijke van het project : KULeuven Samenwerking a g : KBIVB,, PCA Cofinanciering : Vo IWT, Syngenta

De gegevens afkomstig van de waarnemingsvelden geïllustreerd met cartografie, regelmatig bijgewerkt.

worden

5.1.2 Uitbreiding van het netwerk van waarnemingen in bieten In het kader van het PVBC wordt een financiering voorzien voor de uitbreiding van het netwerk waarnemingsvelden geleid door CPLVEGEMAR en PIBO. De gegevens worden gecentraliseerd en behandeld door het KBIVB. Verantwoordelijke van het project : PIBO, CPL-VEGEMAR Samenwerking g : KBIVB-PVBC Cofinanciering : Vo ADLO, SPW-CP 5.1.3 Wekelijkse waarnemingen en waarschuwing in cichorei De waarschuwingsdienst van het KBIVB is gebaseerd op regelmatige waarnemingen in een netwerk van velden in de streek van cichoreiproductie. De landbouwers worden geïnformeerd over de evolutie van de teelt, ziekten of plagen en de noodzaak van behandelingen. Deze p via mail en de landbouwpers, p , de adviezen worden verspreid landbouwkundige diensten van de inulinefabrieken, de officiële diensten en via www.irbab-kbivb.be, door bv. de evolutie van de gezondheidstoestand van de teelt te illustreren met cartografie. Sinds 2006 heeft het netwerk zich uitgebreid dank zij de medewerking van planters en specialisten van de cichorei. Sinds 2007 brengen al deze waarnemers direct hun gegevens in via de website van het KBIVB. Deze gegevens worden verzameld en elke week behandeld door het KBIVB. Verantwoordelijke van het project : KBIVB KBIVB-PVBC PVBC Samenwerking : externe waarnemers Cofinanciering : Vo ADLO, SPW 5.2 WEBSITE 5.2.1 Beheer van de website Op de website van het KBIVB (www.irbab-kbivb.be) worden praktische informaties, aanbevelingen en onderzoeksresultaten aan talrijke internauten voorgesteld. Om de site nuttig en aantrekkelijk te houden, door actualisering van de informatie en regelmatige aanpassing en verbetering ervan, vereisen een goede kennis van het beheer van een website. De website zal tevens informatie en aanbevelingen opnemen voor de industriële cichoreiteelt. Verantwoordelijke van het project : KBIVB-PVBC Cofinanciering : Vo ADLO, SPW-CP 5 3 VOORDRACHTEN 5.3 5.3.1 Wintervoordrachten in bieten & Onthaal

Proeven met decompacteurs in het kader van de ploegloze teeltechnieken in teeltwisselingen worden uitgevoerd. De praktische toepassing van de techniek wordt bij de landbouwers toegelicht aan de hand van demonstratieve proeven. 4.1.2 Erosie en verdichting van de bodem in bieten In het kader van het project "Ploegloze teeltechniek" wordt een ander demonstratieproject geleid in het Pajottenland op vraag van de Provincie Vlaams-Brabant. Verantwoordelijke van het project : KBIVB Cofinanciering : Vlaams-Brabant

10 — 04/2010 De Bietplanter

Voor de voordrachten 2009/2010 zal het KBIVB zijn traditionele "Grote Voordrachten" vervangen door vergaderingen van een halve dag voor verschillende groepen (afgevaardigden CBB, landbouwkundigen van suikerfabrieken, landbouwindustrie, pers, officiële, Landbouw Comices…). Deze zullen in kleine groepen uitgenodigd worden te Tienen om de installaties van het Instituut en zijn proefmateriaal te bezoeken. bezoeken De traditionele thema’s van de vergaderingen (advies rassen, nematoden, wortelziekten, bladziekten, onkruidbestrijding, waarnemingsvelden, mechanisatie, vergelijking zaaimachines, reiniging en lading van hopen, bewaring op lange termijn, vermindering van stikstofbemesting, vroege zaai, inkuiling van de pulp, …) zullen aangekaart worden naargelang de desiderata van de deelnemers. Het KBIVB zal eveneens deelnemen aan vergaderingen in samenwerking met de Tiense Suikerraffinaderij, de groep ISCAL Sugar, S d Coördinatie de C ö di ti Comité’s C ité’ van Vlaanderen Vl d en Vlaamse Vl Haspengouw. Verantwoordelijke van het project : KBIVB-PVBC Samenwerking : Landbouwkundigendienst van de suikerfabrieken, Coördinatie Comité van Vlaanderen en Vlaamse Haspengouw, Landbouw Comices Cofinanciering : Vo ADLO, SPW-CP

5.3.2 Wintervoordrachten in cichorei

5.6 DOCUMENTATIECENTRUM

Elke jaar organiseren de producenten van inuline één grote en/of meerdere kleine voordrachten eind februari - begin maart. De proefresultaten, de laatste nieuwigheden en een oproep voor goede teeltpraktijken worden voorgesteld aan de planters. Verantwoordelijke van het project : Cosucra, Orafti Samenwerking : KBIVB-PVBC C fi Cofinanciering i i : Vo V ADLO, ADLO SPW-CP SPW CP

5.6.1 Beschikbaarstelling van bietenliteratuur & abonnementen

5.4 BEZOEK PROEFVELDEN 5.4.1 Bezoek proefvelden in bieten met de SPW Er zullen bezoeken worden georganiseerd in de lente en/of op het einde van de zomer, om de ontwikkelingen van verschillende onderzoeksobjecten zichtbaar te maken en toe te lichten, zoals de onkruidbestrijding, j g, de bestrijding j g van ziekten en p plagen, g , de bemesting g of de mechanisatie. Ter gelegenheid van deze bezoeken zullen presentaties van de resultaten van de proeven van vorige jaren of andere sites door middel van posters gemaakt worden. Verantwoordelijke van het project : KBIVB-PVBC Cofinanciering : SPW-CP 5.4.2 Demonstratieplatform van de Vo in bieten g met de dienst Voorlichting g & Vorming g van het In samenwerking Departement Vo-ADLO worden 2 demonstratieplatforms aangelegd te Melkwezer en Zwalm. Op deze platforms worden, naargelang de mogelijkheden, proeven op rassenkeuze, onkruidbestrijding, bemesting, vergelijking van diepwoelers (project IWT) en een waarnemingsveld aangelegd. Deze platforms zullen bezocht worden met de bietentelers en toegelicht door de ingenieurs van het KBIVB. Verantwoordelijke van het project : KBIVB-PVBC Cofinanciering Co a c e g : Vo o ADLO O 5.4.3 Bezoek proefvelden en demonstratieplatforms in cichorei Elk jaar organiseren de producenten van inuline proefveldbezoeken om de planters te informeren. Deze bezoeken zijn vooral nuttig om de doeltreffendheid en de selectiviteit van de onkruidbehandelingen te tonen. Zij dienen ook om de tussentijdse resultaten over bodembewerking, zaai, opkomst, rassen, groeistand, … mede te delen. Deze bezoeken zijn j een aanvulling g op p de informatie die tijdens j de wintervergadering werd meegedeeld. Verantwoordelijke van het project : Cosucra, Orafti, PIBO Samenwerking : KBIVB-PVBC Cofinanciering : Vo ADLO, SPW-CP 5.5 PUBLICATIES IN DE LANDBOUWPERS 5.5.1 Technische pagina’s in de Bietplanter en andere kranten I d Iedere maand d publiceert bli t het h t KBIVB technische t h i h artikels tik l in i de d centrale t l pagina's van "De Bietplanter", verzonden naar 4.200 bietentelers in Vlaanderen. Deze pagina’s geven advies over seizoensgebonden thema’s (rassen, bemesting, zaaien, insecticide- en fungicidenbescherming, raadgevingen voor het rooien, inkuilen van perspulp, bescherming van de bietenhopen tegen vorst, enz.). Ze vormen een belangrijk kanaal voor de verspreiding van de resultaten verkregen in de demonstratieproeven gefinancierd in het kader van het PVBC. Verantwoordelijke van het project : KBIVB-PVBC Cofinanciering : Vlaams-Brabant, SPW-CP 5.5.2 Jaarverslag van de proefresultaten van het KBIVB In deze jaarlijkse brochure worden de samenvattingen van alle projecten uitgevoerd door het KBIVB in het afgelopen jaar gebundeld. Ze wordt in beperkte oplage uitgegeven t.a.v. vertegenwoordigers van de sector en de Officiële Diensten die het onderzoek subsidiëren. Deze informatie is tevens beschikbaar op de website van het KBIVB. Verantwoordelijke van het project : KBIVB-PVBC Cofinanciering : Vo ADLO, SPW-CP 5.5.3 Fiche : Aanbevolen rassen in bieten Een geschikte rassenkeuze is primordiaal voor om een optimaal opbrengstpotentieel. Zij moet steunen op een goede kennis van de kenmerken van de rassen en van de omstandigheden waarin de rassen zullen groeien. Om de telers hierbij te helpen, zal het KBIVB een fiche uitgeven met de beschrijving van de aanbevolen rassen in 2010. Deze fiche, formaat A5 kleur recto-verso, wordt ingevoegd in De Bietplanter van februari (± 4.200 exemplaren in het Nederlands en ± 5.500 exemplaren in het Frans) (editie van eind januari). Verantwoordelijke van het project : KBIVB-PVBC Cofinanciering : Vo ADLO, SPW-CP 5 5 4 Fiche : Folder ter voorstelling van het KBIVB 5.5.4 Een brochure met een korte beschrijving van de voornaamste activiteiten van het Instituut en het gebruikte materiaal zal worden afgedrukt in een voldoende aantal exemplaren om gedurende meerdere jaren te kunnen uitdelen aan bezoekers en alle andere geïnteresseerden. Deze visitekaart zal ook beschikbaar zijn op de website van het Instituut. Verantwoordelijke van het project : KBIVB-PVBC Cofinanciering : Vo ADLO, SPW-CP 5.5.5 Speciaal « De Bietplanter »

cichorei

Nummer

in

de

krant

Het speciaal nummer wordt onderverdeeld in verschillende actualiteitsartikels gepubliceerd in de "Bietplanter". Door de artikels kunnen wij een update brengen over specifieke onderwerpen en algemene of specifieke informatie verspreiden voor fundamentele periodes in de teelt. De artikels maken het eveneens mogelijk om de resultaten van het toegepast onderzoek of demonstratieve acties in het kader van het centrum te verspreiden. De overgrote meerderheid van de cichoreiplanters ontvangen de Bietplanter. Verantwoordelijke van het project : KBIVB-PVBC Cofinanciering : Vo ADLO, SPW-CP

Sinds 1932 verzamelde de afdeling Documentatie van het KBIVB wetenschappelijke en technische publicaties met betrekking tot de suikerbiet. Tussen 1990 en 2006 werden 26.500 bibliografische referenties (abstracts) van de nieuwe publicaties opgenomen in de databank van de "Internationale Internationale Bibliotheek van de Biet Biet" (B.I.B.). (B I B ) Ze zijn allen opgenomen op de website van het KBIVB en beschikbaar op het Instituut. Verantwoordelijke van het project: KBIVB-PVBC Cofinanciering : Vo ADLO, SPW-CP

6 BEGELEIDING & DIENSTVERLENING 6.1.1 Controle van de zaadkwaliteit van de gecommercialiseerde g zaadloten in bieten Controle van de fysieke kwaliteit en de kiemkracht van het bietenzaad gecommercialiseerd in België, voor rekening van de suikerfabrieken. Het zaad moet voldoen aan de normen die worden vermeld in het lastenboek opgesteld op vraag van de Raad van Bestuur van het KBIVB. Verantwoordelijke van het project : KBIVB Cofinanciering : SUBEL 6.1.2 Controle van de actieve stoffen in de zaadomhulling in bieten Voor enkele zaadloten, zullen bepaalde actieve stoffen gebruikt in het omhulsel door HPLC gedoseerd worden. Verantwoordelijke van het project : KBIVB Cofinanciering : SUBEL 6.1.3 Beta Sana : Bijstand j gezondheidsproblemen in bieten

bijj

de

identificatie

van

De Beta Sana dienst helpt de teler of zijn raadgever bij de diagnose van symptomen van ziekten, plagen en/of schimmels op bieten tijdens de groei of bij de oogst. Deze dienst omvat ook raadplegingen in het veld en voor gebrekkige perspulpsilo‘s. Verantwoordelijke van het project : KBIVB-PVBC Cofinanciering : Vo ADLO, SPW-CP 6.1.4 Verzaaibaarheid op testbank van cichoreizaad De verzaaibaarheid testen geleid door het "Département Génie rural" (CRA-W) dienen om abnormaal gedrag van een zaadlot bij de zaai te identificeren. De testen worden uitgevoerd in een laboratorium vóór de distributie van de loten. De testen worden uitgevoerd op een automatische testbank die de verzaaibaarheid, de aanwezigheid van dubbels en ontbrekende zaden opspoort en dit voor verschillende zaaielementen In totaal worden ongeveer 15 zaadloten op 5 zaai-elementen elementen. zaai elementen ontleed. Voor sommige zaadloten worden verschillende instellingen van de zaai-elementen uit geprobeerd. Enkele testen worden eveneens uitgevoerd tijdens het omhullingproces om de industriëlen hierin te helpen. Verantwoordelijke van het project : CRA-W, Département de Génie Rural Samenwerking : KBIVB-PVBC Cofinanciering : SPW-CP 6.1.5 Zaadcalibratie met Bonner in cichorei Het zaadkaliber is een belangrijke factor, te controleren vooraleer het zaad aan de landbouwers uit te delen. Deze controle wordt uitgevoerd door het KBIVB met het Bonner-systeem (zeefsysteem). Elk jaar wordt het kaliber van een twintigtal stalen bepaald. Verantwoordelijke van het project : KBIVB Cofinanciering : Vlaams-Brabant 6.1.6 Kiemenergie en kiemkracht in cichoreizaad De kiemkracht- en kiemenergie bepaling worden uitgevoerd door het Laboratorium Zaadontleding te Merelbeke, een erkend labo van de Vo, door middel van testen in klimaatkamer. Op aanvraag van Beneo-Orafti, worden commerciële zaadloten gekiemd aan 10°C op substraat en op verschillende diepten gedurende 180 graaddagen. V Verantwoordelijke t d lijk van het h t project j t : Cosucra, C O fti KBIVB Orafti, Samenwerking : POVLT, KBIVB-PVBC Cofinanciering : Vo ADLO Afkortingen ADLO : Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling – Vo CBB : Confederatie van de Belgische Bietplanters CP : Centre Pilote CPL-VEGEMAR CPL VEGEMAR : ex CHPTE CHPTE-CEFA CEFA, Waremme CRA-W : Centre de Recherches Agronomiques Wallon (Gembloux) DGARNE : Direction générale Opérationnelle de l'Agriculture, des Ressources naturelles et de l'Environnement - SPW FSAGx : Faculté des Sciences Agronomiques de Gembloux, actuellement Gembloux Agro-Bio Tech ILVO : Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek (Merelbeke). ITB : Institut Technique de la Betterave Industrielle (Paris) IWT : Instituut voor de Aanmoediging van innovatie door Wetenschap en Technologie in Vlaanderen KBIVB (IRBAB) : Koninklijk Belgisch Instituut tot Verbetering van de Biet KULeuven: Katholieke Universiteit Leuven PCA: Interprovinciaal Proefcentrum voor de Aardappelteelt (Kruishoutem) PIBO : Provinciaal Instituut voor Biotechnisch Onderwijs (Tongeren) POVLT : Provinciaal Onderzoek- en Voorlichtingscentrum voor Land- en Tuinbouw (Rumbeke-Beitem) PVBC Programma PVBC: P V Voorlichting li hti Bi t Cichorei. Biet Ci h i Programme P V l Vulgarisation i ti Betterave Chicorée SPW : Service Public de Wallonie (Waalse overheid) SUBEL : Société Générale des Fabricants de Sucre de Belgique – Algemene Maatschappij der Belgische Suikerfabrikanten VLIF : Vlaams Landbouwinvesteringsfonds Vo : Vlaamse overheid

De Bietplanter 04/2010 — 11

CICHOREI

Cichoreiplanters ongerust Twee landen, drie fabrieken, drie behandelingen Onlangs vond een gezamenlijke vergadering plaats tussen de vertegenwoordigers van de 3 plantersorganisaties van Sensus in Nederland en van de twee Belgische fabrieken, Warcoing en Oreye. De balans van de laatste campagnes werd geanalyseerd en vergeleken (opbrengst, areaal, oogstkwaliteit, campagneduur, …). Er werd een volledige analyse gemaakt van de contractvoorwaarden van de drie fabrieken (transportkost, tarrakost, laadkost, prijs van het zaad …). De vertegenwoordigers van de drie organisaties bestudeerden in detail de elementen van de drie contracten en vergeleken een standaardlevering van een planter die zou geleverd hebben in de drie fabrieken. Op basis van dit voorbeeld, blijkt duidelijk dat het bruto-inkomen per hectare aanzienlijk hoger is bij onze Noorderburen: meer dan 550 EUR per hectare ten opzichte van Oreye en meer dan 350 ten opzichte van Warcoing. Hoe is dit te rechtvaardigen? Bovendien maken de Belgische planters zich terecht zorgen over de toekomst van hun fabrieken als gevolg van de marktevolutie van de afgewerkte producten. Zij vragen zich af welke factoren kunnen optreden die de areaaluitbreidingen in Nederland rechtvaardigen terwijl het areaal duidelijk vermindert in België (min 15%). Zou het feit dat onze Noorderburen blijkbaar oligofructose beter verkopen, alleen aan hun verkooptalent te wijten zijn? Bij de planters van Warcoing …

12 — 04/2010 De Bietplanter

De inkrimping met 15% van het areaal in België (terwijl dit nog verder zal stijgen in Chili voor de volgende oogst) wakkeren de geschilpunten waarmee de planters van Oreye geconfronteerd worden opnieuw aan, vooral wanneer zij vernemen dat een belangrijke hoeveelheid afgewerkt product nog steeds voorradig is. Op de fabrieksvergaderingen kondigt men hen een veelbelovende toekomst aan, en zegt men hen dat men nog enkele jaren geduld moet hebben. Uit ondervinding weten zij dat op enkele jaren zich heel wat gebeurtenissen kunnen voordoen, hetzij op het vlak van de uitrusting of zelfs op dit van de directie van de fabriek. Beperkingen werden aangebracht op de bevoorradingszone voor 2010, en heel wat planters die verafgelegen zijn van de fabriek maken zich grote zorgen voor de toekomst. Het enige positieve punt voor 2010 betreft de prijs van de overtollige tonnen. Deze zal niet onder de drempel van 30 EUR per ton kunnen dalen. Vernieuwing in de vergaderingen van afgevaardigden Een oproep werd gedaan om de ploeg van afgevaardigden voor het cliënteel van Oreye te vernieuwen, zowel aan Nederlandstalige als aan Franstalige kant. Een vergadering van de Nederlandstalige afgevaardigden vond plaats vóór de algemene vergadering, onder meer om over de directie van de Nederlandstalige vleugel te discussiëren. De huidige voorzitter, die met de teelt stopte, wenste reeds enige tijd dat hij vervangen zou worden. De kwestie werd doorgenomen met alle nog actieve vertegenwoordigers, vervoegd door drie nieuwe afgevaardigden (Koen Monard, Karel Kersten en Erwin Liesens). Om de functie van voorzitter op de nemen, was de ploeg het eens om beroep te doen op Karel Kersten, die de taak zal evalueren tijdens de komende maanden, met de hulp van de vroegere voorzitter Bernard Huybrechts.

De vergadering van de Nederlandstalige planters vond plaats in Halle-Booienhoven op 4 maart 2010. Wat de Franstalige afgevaardigden betreft, werd ingevolge verscheidene kandidatuurintrekkingen en een reorganisatie van het cliënteel, ook een oproep gedaan via Le Betteravier alsmede tijdens de algemene vergadering. Enkele planters hebben zich kandidaat gesteld en een geactualiseerde lijst zal in een volgend nummer gepubliceerd worden. Plantersvergaderingen van Oreye De vergadering van de Nederlandstalige planters van Oreye vond plaats op 4 maart in Halle –Booienhoven, deze van de Franstalige planters in Boneffe op 8 maart. Tijdens deze twee vergaderingen werd nogmaals gewezen op de vermindering van het areaal in 2010: de contracten van alle planters zullen lineair met 15% gereduceerd worden, met minimum 100 ton.

De redactie van de Bietplanter wenst al zijn lezers en adverteerders een vrolijk Paasfeest!

De fabriek kondigt aan dat supplementaire verminderingen zouden kunnen worden toegepast in 2011, in het bijzonder voor de planters die buitensporig veel cichorei zouden hebben uitgezaaid in 2010. De Organisatie zal er niettemin over waken dat deze principes zo correct mogelijk worden toegepast. Verscheidene planters reageerden op de wil van de fabriek om een zone met laadverbod (behalve als plantersgroeperingen georganiseerd worden) in te stellen. Er werd aan herinnerd dat dit systeem alles behalve gemakkelijk uit te voeren is. Tijdens de twee algemene vergaderingen werden ook andere punten aangesneden: resultaten en goedkeuring van de rekeningen van de Organisatie, participatie in het cichorei-onderzoek, toekomstperspectieven van Orafti.

De

Bietplanter

vzw CBB – Anspachlaan 111 Bus 10 – 1000 Brussel T. 02 513 68 98 – F. 02 512 19 88

M A A N D B L A D V A N D E C O N F E D E R AT I E V A N D E B E L G I S C H E B I E T E N P L A N T E R S

Hoofdartikel door Philippe Bedoret, voorzitter van de CBB

Stichter: R. BRUYÈRE Verantwoordelijke uitgever: Victor SNEESSENS, Voorzitter CBB Directeur van de publicatie: J.F. SNEESSENS Uitgave en publiciteit Patricia NELISSEN - 02 551 11 75 Verantwoordelijke voor de suikerbiettechniek: KBIVB Tienen Druk: Corelio Printing Jaarabonnement e 12,00 EU-land e 22,00 niet EU-land e 27,00 Landbouwkrediet 103-1038439-25 BTW BE 413.819.420 Tel. 02/513 68 98 Fax 02/512 19 88 E-mail: [email protected] IN DIT NUMMER p. 2: Actueel

p. 3, 4, 5, 6, 11: Verslaggeving CBB-congres Bergen p. 12,14: Bedrijfsnieuws p. 13: Coco Vlaanderen

p. 14: Contractvoorwaarden Orafti

p. 15: Verbond Vlaams-Haspengouw

nr. 441 - 42ste jaargang

Er blijft ook nog enige bekommernis om sommige planters die een overschotproductie hadden in 2009. De fabriek vraagt hen de GLB-aangifte als bewijs voor hun uitzaai 2009, wat het contract allerminst voorziet. De betrokken planters waarvan het saldo van hun rekening nog steeds niet geregeld is, kunnen zich aanmelden bij de Plantersorganisatie van Warcoing (Secretariaat: A.Coudyzer, rue du Rieu

… en de planters van Oreye

DECEMBER 2008

De fabriek had meerjarencontracten voorgesteld, met een systeem van overdracht. Momenteel wordt daar echter van afgezien, een punt dat moeilijk blijft wat de leveringsverplichtingen betreft. Er zijn inderdaad prijsverminderingen voorzien wanneer het contract overschreden wordt, maar eveneens in geval van tekort. Als men de prijsvermindering voor de overtollige tonnages kan begrijpen, dan ligt dat helemaal anders voor de boetes die bij een deficitaire oogst zijn vastgesteld. Men kan begrip opbrengen voor de planters van Warcoing die zeer gevoelig zijn voor de risico’s van overproductie gezien de gebruikelijk lange campagneduur. De oogst duurt regelmatig tot midden januari, met het belangrijke risico dat hun waar beschadigd wordt ingevolge de weersomstandigheden. Voor zij die het zouden vergeten zijn... men heeft met landbouwproductie te maken, en die is van de natuur afhankelijk.

Bouillant 9, 7973 Stambruges). De Plantersorganisatie signaleert anderzijds dat zij geldelijke problemen zou kunnen hebben als men de uizaai verder vermindert en als dit jaar de opbrengsten zouden tegenvallen.

WERELDMARKT SUIKER

Suikerkoers blijft dalen De voorbije weken bleef de suikerkoers op de markten van Londen en New York dalen. Op vrijdag 12 maart 2010 stond de prijs per ton witsuiker voor levering in mei 393 e/t (541 $/ton), terwijl de ruwe suiker op

Sugar Prices #11 and #5 from January 08 750

650

315 e/t (433 $/ton) stond op dezelfde looptijd. En dat terwijl de suikerwe een aantal oorzaken van deze koersdaling en werpen we een blik

550

USD/t

koers begin dit jaar nog hoge toppen scheerde. In dit artikel bekijken

450

op de toekomst. Zal de suikerkoers verder dalen of op peil blijven? Een 350

zaak om op te volgen!

250

Koersdaling sinds februari: oorzaken Sinds 1 februari 2010 zijn de koersen van de ruwe suiker meer dan 32% gedaald in dollarwaarde. De koers van de witte suiker daalde 26% in dollar. De marktactiviteit is sinds half februari sterk teruggelopen omdat de “open interest” daalt. De daling van de netto lange termijn plaatsingen van middelen is ook een factor die de dalende markten mee helpt verklaren. Ook het feit dat vorige week werd aangekondigd dat de productie in India hoger zal liggen dan voorzien, is één van de oorzaken van de dalende koers. In India zal de opbrengst in de streken Maharashtra en Uttar Pradesh hoger

zijn dan oorspronkelijk gedacht. Ook in Brazilië zijn de oogstvooruitzichten veelbelovend.

150 1/1/08

1/4/08

1/7/08

1/10/08

1/1/09

Raw Sugar #11

Op de valutamarkt daalt de dollar in waar-

1/4/09

1/7/09

1/10/09

1/1/10

Refined sugar #5

de ten opzichte van alle andere valuta’s, met een daling van de koersen in de belangrijkste valuta gedurende de laatste twee weken als gevolg. De markt van de suiker is onlosmakelijk verbonden met de ontwikkeling van de koers van de euro ten opzichte van de dollar. Koers binnenkort weer in stijgende lijn? Analisten verwachten dat de koers binnenkort weer zal hernemen. Het huidige

tekort op de wereldmarkt, waarbij het aanbod lager is dan de vraag, speelt ook een belangrijke rol. Ook het feit dat de reserves suiker slechts beperkt zijn, zou de prijs van de suiker terug doen heropleven. De huidige dalende trend kan volgens analisten niet blijven duren, zeker niet omdat het aanbod op de wereldmarkt onzeker is tot midden april. Maar analisten wijzen er wel op dat de recordkoersen, zoals we die begin dit jaar

kenden, niet direct opnieuw bereikt zullen worden. Dit zal de komende maanden blijken. Iets om op te volgen dus! Grafiek suikerkoers Op bovenstaande grafiek ziet u de evolutie van de suikerkoers vanaf januari 2008 tot heden. Duidelijk zichtbaar is de dalende trend van de suikerkoers sinds februari dit jaar.

Bewezen rentabiliteit in de onkruidbestrijding

�

Minder behandelingen, minder remming meer ton / ha

�

Betere selectiviteit, minder remming meer ton / ha

�

Betere werking, minder onkruiden meer ton / ha

www.bayercropscience.be

Minder behandelingen: resultaat van nationale en internationale proeven en marktstudies Betanal® Elite: gedeponeerd handelsmerk van Bayer - Erkenningsnummer: 9453/B - Bevat 71 g/L desmedifam + 91 g/L fenmedifam + 112 g/L ethofumesaat. Het etiket aandachtig lezen voor gebruik.

De Bietplanter 04/2010 — 13 BETANAL-Bieteplanter 247x180-09.1 1

22/12/08 12:08:17

B AY E R C R O P S C I E N C E

Bayer lanceert nieuw maïsherbicide Begin maart stelde Bayer CropScience het nieuwe maïsherbicide Laudis voor. Productmanager Pieter Vanasbroeck gaf de landbouwpers uitgebreid toelichting. Andreas Vandersmissen, technisch adviseur bij Bayer CropScience, besprak de proefresultaten van Laudis. En die zijn veelbelovend. “Maïs is een zeer belangrijke teelt, met het 2de grootste areaal op wereldvlak”, zo stak Pieter Vanasbroeck van wal. In België wordt 250.000 hectare uitgezaaid. Qua opbrengst van korrelmaïs in Europa staat België aan de top. De maïsteelt reageert sterk positief op een intensieve teeltmethode. “Het areaal in België en Luxemburg is de laatste 3 jaar met 16% gestegen”, aldus Vanasbroeck. “Maar”, zo vervolgt hij, “de opbrengstevolutie bekeken over de laatste 6 jaar is zeer beperkt tot nihil. Er is dus nog heel wat potentieel tot opbrengstverhoging, en daarin speelt een goede onkruidbestrijding een belangrijke rol”, aldus nog de productmanager. Vanasbroeck wijst er meteen op dat een gewasveilige herbicidenoplossing hiertoe kan bijdragen. Samenstelling Laudis combineert een nieuwe actieve stof met een safener en een uniek hulpstoffensysteem. De nieuwe actieve stof is tembotrione. Deze stof zorgt ervoor dat het bladgroen, waar de fotosynthese plaatsvindt, zijn bescherming tegen een overdosis licht verliest. Dit resulteert in een verbleking van het onkruid en uiteindelijk sterft het onkruid af. De safener is een beschermstof die werkt als een katalysator en in de maïs de afbraak van de actieve stof versnelt zodat er een optimale gewasveiligheid is. Het hulpstoffensysteem is uitgekiend en uniek. Hierdoor wordt een bredere, snellere en regelmatige werking bekomen. Dankzij de hulpstoffen heeft een druppel spuitvloeistof Laudis een groter contactoppervlak, waardoor de verdeling op het

blad en de opname in het blad sneller verloopt. Een bijkomend voordeel hiervan is dat het product al na 1 uur regenvast is. Proefresultaten Laudis Andreas Vandersmissen, technisch adviseur bij Bayer CropScience, licht ons de resultaten van de proefvelden toe Bayer investeert zeer veel in deze proefpercelen. “Voor Laudis hebben we op heel wat verschillende locaties proeven opgezet. Wat werkingssnelheid betreft, zie je bij een toepassing met Laudis in combinatie met Aspect T reeds na 6 dagen een vergevorderd stadium van resultaat. Aspect T zorgt voor het boostereffect”, aldus Vandersmissen. “Laudis is heel sterk op melganzenvoet, zelfs wanneer die reeds sterk ontwikkeld is. Ook op kamille scoort Laudis zeer goed. Vroeger moest je werken met een vierledige menging tegen kamille, met Laudis is dit sterk vereenvoudigd. Ook op veelknopigen, zoals varkensgras, doet Laudis het beter dan het referentiesysteem. Selectiviteit De selectiviteit van Laudis is zeer goed. In percentage remming uitgedrukt, heeft Laudis in combinatie met Aspect T een remming van minder dan 2%. Klassieke systemen geven dikwijls tot 9 à 11% remming. De safenercomponent in Laudis zorgt ervoor dat het product snel wordt afgebroken in de plant. Wanneer Laudis gecombineerd wordt met Aspect T én een bijkomende derde partner tegen haagwinde bedraagt de remming minder dan 4 à 5%, wat nog zeer goed is.

ONBEHANDELD

ASPECT T 2 + MIKADO 0.75 + EQUIP 1.75

ASPECT T 2 + LAUDIS 2.25

Aanbevelingen

Gewasveiligheid en volggewassen

Laudis kan toegepast worden in alle variëteiten silo- en korrelmaïs. De toepassing van Laudis kan gebeuren tussen het 2 tot 6-bladstadium van de maïs. Maar, net zoals met alle andere na-opkomstproducten, is het best toe te passen op jonge groeiende onkruiden. “Spuit best in het 3 tot 4-bladstadium van de maïs”, raadt Andreas Vandersmissen aan. “Als je later behandelt, is de bladstructuur van de maïs reeds anders, en neemt de maïs meer product op.” De dosis Laudis die aangeraden wordt bedraagt 2,25 liter/ ha. “In combinatie met Aspect T is dit de meest flexibele oplossing. Aspect T zorgt voor de nawerking en het boostereffect”, aldus Vandersmissen.

Het systeem Laudis met Aspect T is zeer gewasveilig, onder andere door de veel minder complexe menging. Deze gewasveiligheid is belangrijk voor de kwaliteit en de opbrengst van de maïs. Laudis heeft een toxicologisch gunstig profiel. Het product heeft weinig impact op dieren. Tevens is het risico op uitspoeling naar het grondwater beperkt. Laudis mag toegepast worden op elk maïsperceel. Laudis zet een nieuwe standaard in de groep van herbiciden met dezelfde werkingswijze. Binnen een normale teeltrotatie zijn er – afhankelijk van de grondbewerking – geen beperkingen wat betreft volgteelten. Na Laudis kunnen zowel granen, voorjaarsteelten (waaronder suikerbieten) als groenten geteeld worden. Bij groenten als volgteelt moet wel geploegd worden.

De minimale gebruiksdosis bedraagt 2 liter/ha. Mengen met andere producten compenseert het verlies van spectrum en snelheidsvoordeel niet als men de dosis Laudis verlaagt. In de praktijk volstaat 2 liter/ha bij klassieke flora. Indien naaldaar aanwezig, volstaat 2 liter/ha tot het 4-bladstadium van de maïs, vanaf het 4 tot het 6-bladstadium wordt dit 2,25 liter/ ha. Echter bij monocultuur in combinatie met gierstgrassen wordt ten sterkste 2,25 liter/ha aanbevolen. Deze aanbevelingen gelden in combinatie met een terbuthylazine-partner.

Tot slot Laudis brengt vernieuwing op verschillende vlakken. Het heeft een krachtige werking op grassen en éénjarige dicotylen. Laudis heeft ook een zeer snelle systemische werking. En het is zeer gewasveilig (goede selectiviteit). “Laudis zal de verwachtingen volledig waarmaken”, besluit Andreas Vandersmissen. Meer informatie? Surf naar www.laudis.be

Raadgevingen van het KBIVB Raadgevingen voor het zaaien Vermijdt om te vochtige gronden te bewerken. De werktuigen veroorzaken dan aangedrukte zones waar de wortels moeilijk kunnen doordringen. Controleer de bandendruk van de tractoren en kies de minimaal aangeraden druk. Dit heeft een aanzienlijke invloed op de aandrukking, beperkt de verdichting van de bodem en maakt het mogelijk om de gronden sneller te behandelen. Gebruik voor de bereiding van het zaaibed, voor zover mogelijk, elementen die toelaten om een identieke aandrukking te hebben als de tractor en dit over de ganse werkbreedte (voor-aandrukking, enz.). Dit zorgt voor een zeer nauwkeurig werk aan de oppervlakte. Stel de machines zo af om kleine kluiten aan de oppervlakte te behouden. Controleer de werkdiepte van de zaaima-

14 — 04/2010 De Bietplanter

chines. Kies voor de zaai in plantaardige resten een diepte van 2,5 cm. De risico’s op dichtslaan van de grond zijn duidelijk minder dan in de geploegde gronden. In de geploegde gronden zal de vroege zaai oppervlakkiger zijn. Zorg ervoor, voor zover mogelijk, om de grond te laten opdrogen en «verbleken», dit vermijdt vele teleurstellingen achteraf. Graszones De opslagplaatsen zijn belangrijk om de grondtarra en de productieverliezen bij het laden van de bieten te beperken. Dit is bijzonder belangrijk in de zones waar de reinigers met opnametafel werken. Behalve de mogelijkheden om bieten te stockeren op stoppels of weide, kan men eveneens voorlopige stockageplaatsen voorzien. In dit geval zal men van de voorbereiding van het zaaibed voor de biet profiteren om deze plaatsen in te

zaaien met gras of witte klaver (8 kg/ha). Het is belangrijk om te weten dat in het geval van siloreinigers met een breedte van 8 m, men stockagelengte van 14 m per hectare bieten moet voorzien. Zaai van dubbel tolerante rassen Ten gevolge van hun grotere schietersgevoeligheid wordt het ten stelligste aanbevolen om de dubbel tolerante rassen rhizomanie - rhizoctonia of rhizomanie nematoden niet te vroeg te zaaien. Men kan beter wachten op zachtere omstandigheden (minimum temperaturen boven 5°C) en een opgewarmde bodem alvorens ze te zaaien. Een te vroege zaai van deze rassen veroorzaakt een reëel risico op een groot aantal schieters per hectare. Stikstofadvies - Algemeenheden De stikstofadviezen op perceelsniveau

houden rekening met veiligheidsfactoren om de aanbevolen dosis te bepalen. Het is dus nutteloos om stikstof in overmaat toe te dienen. Deze overmaat zal het suikergehalte benadelen en dus de financiële opbrengst van de teelt. De techniek van de gelocaliseerde toediening van stikstof bij de zaai, ontwikkeld in de jaren ’90 door het KBIVB, laat een betere valorisatie van de stikstof door de plant toe. Volgens het gehalte aan organische stof in de grond, kan een vermindering van 30%, tot zelfs 50%, van de toe te dienen dosis meststoffen door deze techniek verwezenlijkt worden, zonder de financiële opbrengst van de teelt te benadelen. Meer informatie hieromtrent vindt u in de Technische Gids van het KBIVB: «Stikstofbemesting in suikerbieten» (zie www. irbab-kbivb.be)

S Y N G E N TA C R O P P R OT E C T I O N

Gewasbescherming in harmonie met het milieu Ter voorbereiding van het komende seizoen nodigde Syngenta Crop Protection in februari de landbouwpers uit. We ontmoetten Customer Campaign Manager Edward Vander Linden en zijn medewerkers Bruno Deprez, Guillaume Colmant en Griet Vergauwe op het akkerbouwbedrijf van Guido Lammerant te Koksijde in de polders. Doel van de conferentie was de actuele toestand in de aardappel- en graanteelten te evalueren, evenals het programma Stewardship van bestrijdingsmiddelen en de zaaizaadbehandeling toe te lichten. Gewasbescherming in aardappelen Bruno Deprez, Crop Manager, geeft de stand van zaken van de fungiciden Revus en Shirlan en van het nematicide Nemathorin. Revus, de nieuwe standaard voor de bestrijding van aardappelplaag, bevat 250 l/g actieve stof mandipropamid. Het product wordt preventief toegepast volgens de waarschuwingen of met een interval van 7 dagen. Revus kan behandeld worden met 6 toepassingen per seizoen vanaf de opkomst tot na de bloei (loofgroeifase). Het product heeft als voornaamste eigenschappen dat het supersnel regenvast is, ook na veel regen nog steeds werkzaam is alsmede dat het de nieuwe groei van het uitgroeiend blad beschermt (periode van begin juni tot eind juli). Het is vloeibaar en heeft een lage dosering van 0,6 l/ha en daardoor gemakkelijk in gebruik, en is zeer goed mengbaar met alle producten (minerale olie, andere fungiciden,...). Revus is beschikbaar in verpakkingen van 5 en 10 l. Shirlan, een contactfungicide op basis van fluazinam, blijft een vaste waarde voor de bescherming tegen aardappelplaag. Shirlan wordt toegepast vanaf de bloei om een goede knolbescherming te bekomen. Rhizoctonia is een toenemend probleem in de aardappelteelt in onze streken. Tegen het toenemend probleem, kan het product Amistar, vóór het planten, vollevelds, behandeld worden, of tijdens het planten, behandeling in de rij door aangepaste apparatuur. Amistar kan ook gebruikt worden voor de bestrijding van Alternaria in de aardappelteelt. Amistar is mengbaar met de meeste fungiciden, en kan toegepast worden met een plaagbehandeling, b.v. met Shirlan of Revus. Het product Nemathorin van zijn kant kan gebruikt worden voor de bestrijding van aardappelcystenaaltjes in de bewaaraardappelteelt. Het heeft een nematostatisch (migratie) en een nematicide (dodend) effect op de aaltjes. Sinds 2009 is Nemathorin ook erkend voor de bestrijding van ritnaalden.

Graanteelt in 2010 In de context van lage graanprijzen, stelt Crop Manager Guillaume Colmant de vraag te weten tot hoever men kan besparen in de graanteelt in 2010. In afwezigheid van legering, toont de synthese van de van 2002 tot 2009 gedane proeven aan dat de combinatie van de groeiregulator Moddus + ccc meest loont (meeropbrengst van 325 kg/ha bij geen legering). De groeiregulator Moddus verstevigt de stengelbasis, zorgt voor een matige verkorting, waardoor legering en de eraan verbonden negatieve gevolgen voorkomen worden. Kortom, het gebruik van Moddus is een erg rendabele bescherming, zelfs bij de huidige lage graanprijs. Voor de bestrijding van septoria, spoort de ontwikkeling van stammen die minder gevoelig zijn voor triazolen tot voorzichtigheid aan. Daarom adviseert G. Colmant het gebruik van triazolen aan voldoende dosis en de combinatie van triazolen met chlorothalonil (Bravo, Cherokee,...). Het nieuwe tarwefungicide Cherokee bevat niet minder dan 3 actieve stoffen aan hoge dosissen: chlorothalonil beschermt preventief alle septoriastammen, crypoconazol stopt snel septoria, gele en bruine roest, en propiconazol biedt een langdurige werking tegen deze ziekten. Het product kan, alleen, aan 2 l/ha gebruikt worden, en in combinatie aan 1,25 l/ha met een andere triazool. Vervolgens snijdt G. Colmant het risico van DON (mycotoxines) in tarwe aan, een complexe problematiek die vanaf de teeltinzaai moet bekeken worden. Uit een door Syngenta opgemaakt onderzoek “Clés des Champs” blijkt dat de voornaamste landbouwkundige factoren die het DON-percentage in belangrijke mate beïnvloeden, onder meer voorvrucht, bodembewerking en ras zijn. Andere factoren zijn de kwaliteit van het hakselen van de teeltresten (voorvrucht maïs), de fungicide bescherming en de zaaizaadbehandeling. Maar voor Syngenta is het klimaat de doorslaggevende factor in de productie van mycotoxines in tarwe en blijft oncontroleerbaar. Dus moeten de landbouwkundige parameters van de teelt bekeken worden. Kortom, het DON-percentage enkel beredeneren op de fungicide bescherming zal veelal onvoldoende en riskant blijken. Evolutie van de reglementering van fytoproducten Griet Vergauwe, verantwoordelijk voor de registratie van fungiciden bij Syngenta, wijst erop dat de term stewardship de begeleiding van de gebruikspraktijken van fytoproducten inhoudt ten dienste van het milieu en van de menselijke gezondheid. Eenmaal op de markt, is het de taak om het product op de markt te houden. In België heeft het NAPAN (Nationaal Actie Plan d’Action National) de opdracht om de EU-richtlijn betreffende duurzaam gebruik toe te passen (systeem van regelmatige keuring van spuitapparatuur, specifieke maatregelen om het aquatisch milieu te beschermen tegen vervuiling door pesticiden, toepassing van geïntegreerde bestrij-

Guido Lammerant, met rechts Eward Vander Linden, loofde de nieuwe verpakkinglijn S-pac. De verzegeling is nu ingebouwd in de dop en er is een grotere opening, wat gemakkelijker uitgiet en morsen sterk vermindert. ding stimuleren,...). Kortom, de meeste acties van stewardship zijn van algemene aard, zoals bv. het promoten van goede landbouwpraktijken en de veiligheid van de toepasser. Zij kunnen ook gelinkt zijn aan een groep van producten, bv. zaaizaadbehandelingsmiddelen en aan de producten voor na-oogstbehandelingen. Stewardship is dus teamwork met iedereen en voor iedereen (landbouwers, fyto-ondernemingen, verdelers, overheden, adviseurs, onderzoeksinstituten,...). Behandeling restwater en water van de uitwendige reiniging van de spuitmachine Tot slot gaf landbouwer-gastheer Guido Lammerant toelichting bij de werking van zijn biofilter, die het restwater en het water van de uitwendige reiniging van de spuitmachine behandelt. Het restwater wordt opgevangen in een cisterne van 3.000 l, vanwaar de opslag van de 3.000 l overgepompt wordt naar de bovenste van de 3 rechtstaande containers. Vervolgens treedt er tussen de onderste containers een systeem van communicerende vaten in werking. In de 3 linkse containers zijn achtereenvolgens gras, zegge en wilgen aangeplant zodat het opgenomen water via deze diverse planten kan verdampen, waarna de resterende actieve stoffen afgebroken worden. Het systeem kost tussen de 2500 en 3000 euro en functioneert tussen 1 april en 30 oktober, wat overeenkomt met de periode dat er op het veld gewerkt wordt.

Maximale bestrijding van grassen Toegelaten in meer dan 50 teelten

Syngenta Crop Protection NV, Rue de Tyberchamps 37, B-7180 Seneffe. Tel. 064/52 24 60, Fax 064/52 24 69, [email protected], www.syngenta.be. FUSILADE® MAX : EC - bevattende 125 g/l fluazifop-P-butyl. Erk. Nr. 9476/B. Gebruik gewasbeschermingmiddelen veilig. Lees vóór gebruik eerst het etiket en de productinformatie. ® is a registered trademark of a Syngenta Group Company.

De Bietplanter 04/2010 — 15

LANDBOUWKREDIET

Landbouwkrediet blijft groeien en diversifiëren Op 23 maart jongstleden maakte de groep Landbouwkrediet haar jaarresultaten bekend. Na de zware financiële crisis die in 2007 de kop opstak en die in 2008 het Belgisch banklandschap overspoelde, stond 2009 in het teken van een schuchter herstel. De Groep Landbouwkrediet is vrij ongeschonden uit de diepe crisis gekomen en slaagde erin om op een gezonde manier te groeien. In deze moeilijke tijden werden de 20.000 klanten van het noodlijdende Kaupthing Bank Belgium in de Groep Landbouwkrediet verwelkomd. Dit, samen met een volgehouden diversificatiebeleid en gerichte marketingcampagnes, heeft in 2009 geleid tot uitstekende commerciële volumes, zowel op het vlak van de spaar- en beleggingsactiviteit, als op het vlak van de kredietproductie. Op twee jaar tijd groeide het aantal klanten met 85.000. De Groep Landbouwkrediet boekt in 2009 een winst van 42,7 miljoen euro, dit is een stijging van 23,8% ten opzichte van 2008. Luc Versele, CEO van Landbouwkrediet: “In de financiële storm heeft het Landbouwkrediet opmerkelijk goed standgehouden en heeft het, net als alle andere entiteiten van de Groep, zijn groei- en diversificatiepolitiek gestaag verdergezet. Niet alleen kwamen meer dan 20.000 klanten van ex-Kaupthing Bank Belgium onze Groep vervoegen en werd de personal- en private-bankingactiviteit op kruissnelheid gebracht, 2009 wordt ook gekenmerkt door een nog verder doorgedreven profilering naar de retailcliënteel met een aantrekkelijk aanbod woonkredieten.

feuille. Naast het discretionair beheer via Petercam werd ook een activiteit vermogensbeheer van het Landbouwkrediet opgestart én spelen de private bankers van het Landbouwkrediet een actieve rol in de professionalisering en opwaardering van het beleggingsadvies via de kantoren. Er werd een nieuwe structuur uitgetekend onder leiding van een nieuw aangeworven Directeur en vandaag staat een team private bankers klaar om advies te verstrekken en service te verlenen aan een nieuwe klantengroep binnen het Landbouwkrediet.

De overname van klanten exKaupthing

Commercieel resultaat van Landbouwkrediet Bank

In 2009 heeft de Groep Landbouwkrediet, in twee fases, de klanten van het noodlijdende ex-Kaupthing Bank Belgium overgenomen. In de eerste helft van het jaar werden de 5.000 private-bankingklanten overgenomen door het Landbouwkrediet dat net zijn activiteit personal en private banking had opgestart. Medio 2009 werden de 16.000 onlineklanten verwelkomd bij de onlinedochter van het Landbouwkrediet, Keytrade Bank.

De kredietproductie van het Landbouwkrediet stijgt in 2009 met 7,6% tot bijna 1,7 miljard. De kredietomloop heeft de kaap van 5,8 miljard euro overschreden, dit betekent een stijging van 12,6% tegenover 2008. Een andere hoeksteen waarop de activiteiten van het Landbouwkrediet in de retailmarkt zijn gebaseerd, is het Fideliovoordelenprogramma voor de coöperatoren van de bank. Wie maatschappelijke aandelen koopt van het Landbouwkrediet wordt automatisch Fidelio-klant en heeft recht op een hele reeks bancaire en nietbancaire voordelen. Op die manier wil de bank de relatie met de klant verstevigen en het persoonlijk contact bevorderen. En met succes: in 2009 dienden ruim 18.000 particulieren zich aan als nieuwe coöpe-

De nieuwe activiteit Personal & Private banking Eind 2008 sloot de bank een samenwerkingsovereenkomst met Petercam voor private-bankingklanten die kiezen voor een discretionair beheer van hun porte-

16 — 04/2010 De Bietplanter

rator. 1.200 daarvan werden aangebracht door een bestaande coöperator in een peterschapactie. Dit brengt het totaal aantal coöperatoren op 130.650. Met zijn grote groep Fidelio-klanten (en iedereen die Fidelio-klant wilde worden) voor ogen, zorgde Landbouwkrediet in september voor innovatie in de markt van het gereglementeerd sparen met de lancering van een revolutionaire spaarrekening met een hoog rendement: het Fidelio Step-up Boekje. Voor dit boekje blijven de basisrente en de getrouwheidspremie de eerste 3 jaar gegarandeerd, en klimt de getrouwheidspremie de eerste 3 jaar telkens hoger. De klantendeposito’s stijgen verder met 11,2% en komen uit op 5,4 miljard euro. Het aantal zichtrekeningen stijgt met 12,8%, het aantal bankkaarten met 15,8%. De selfbanking en de homebanking van het Landbouwkrediet winnen jaar na jaar aan succes. Crelan-online.be, waarmee de klanten van thuis uit kunnen bankieren, telde het voorbije jaar 52.511 abonnementen. Het aantal verrichtingen dat via Crelan-online.be uitgevoerd werd, steeg in 2009 met 20,59%. Het voorbije jaar werd de beveiliging van Crelan-online.be nog verder opgedreven door de invoering van de digipass en kregen de gebruikers nog meer mogelijkheden aangeboden in hun homebanking (o.a. printen en downloaden van rekeninguittreksels). Deze initiatieven waren het eerste luik van een ambitieus plan dat van Crelan-online.be het meest toonaangevende e-bankingprogramma moet maken. Crelan-online.be was trouwens ook al een van de pioniers voor de vulgarisering van de zgn. ‘Europese overschrijvingen’ uit het SEPA-project. Dienstverlening Voor een persoonlijk contact, een luisterend oor en een advies op maat kunnen de klanten van het Landbouwkrediet terecht in een van de 257 agentschappen, verspreid over het hele land. Het Landbouwkrediet heeft het voorbije jaar 8 nieuwe agentschappen geopend: in Gentbrugge, Leuven, Overpelt, Lier, HeusdenZolder, Falisolles, Ixelles en Dolhain. Het is het bewijs dat de zelfstandige agenten van het Landbouwkrediet geloven in de

toekomst van hun bank en willen blijven investeren in uitbreiding, modernisering en vernieuwing. Het voorbije jaar opende de bank enkele open-advieskantoren. Bij dit nieuwe concept staan openheid en advies centraal, er zijn geen loketten meer met een kogelvrij glas als scheiding tussen de klant en de agent, in plaats daarvan komen moderne en open ruimtes. Voor het ophalen van cash geld wordt doorverwezen naar de selfbanking, Cash&More, die bij de ingang van het agentschap opgesteld is. Kerncijfers en financieel resultaat Groep Landbouwkrediet Het nettorenteresultaat ligt 4,1% hoger dan verleden jaar. De hogere productievolumes hebben geleid tot een opmerkelijke stijging van het brutorenteresultaat maar, om het renterisico van de bank en de Groep naar de toekomst toe niet te hypothekeren, werden belangrijke dekkingsverrichtingen gerealiseerd die de stijging van het nettorenteresultaat beperkt houden. Het bankproduct van de Groep stijgt met 3,7% tot 265,0 miljoen euro. De kosten nemen toe met 5,1% waardoor de Cost Income Ratio uitkomt op 65,2%. De stijging van de kosten ligt in lijn met de verwachtingen en is het gevolg van investeringen in toekomstprojecten zoals personal en private banking en in de verfraaiing en verbetering van de werkomstandigheden van het personeel. Het brutobedrijfsresultaat van de Groep bedraagt 92,2 miljoen euro. De waardeverminderingen (impairment) dalen globaal met 14,3% ten opzichte van eind 2008. Dit is het resultaat van een drastische vermindering van de impairment op de beleggingsportefeuille (-56,8%) en van een stijging van de waardeverminderingen op de kredietportefeuille, die rekening houdend met de crisis, beperkt is (+9,8%). Het geconsolideerd nettoresultaat in IFRS van de Groep Landbouwkrediet bedraagt 42,72 miljoen euro, dit is een stijging van 23,8% ten opzichte van vorig jaar. Alle entiteiten van de Groep hebben positief bijgedragen tot dit resultaat.