verslag dcw/bicsi voorjaarscongres:
Impact van de cloud onderzoek
Resultaten Hostingonderzoek 2012 koeling
Datacenters missen strategie voor luchtstroommanagement
dcw juni 2012 | in samenwerking met: advancing information transport systems
Rittal Package Deal
powerful !
UPS Green Power 2.0 :
“Reduceer uw Kosten – Verhoog uw Vermogen” De nieuwe Socomec Green Power 2.0 UPS serie. Ongeëvenaarde energy efficiency nu gecombineerd met een Power Factor 1. Voor dé ultieme ‘toekomstbestendige’ kritische stroomoplossing is er nu kW=kVA voor uw datacenter. Daadwerkelijke power factor van 1. 11% meer vermogen dan bij PF = 0.9 Hoogste energy efficiency in de markt in volledige online dubbele conversie (VFI) modus, onafhankelijk gecertificeerd Dé twee ‘knock out’ stoten om uw energie kosten en carbon footprint aanzienlijk te reduceren. Ontdek uw jaarlijkse besparing met de Green Power 2.0 UPS via:
UPS Green Power 2.0 van 10 tot 400 kVA/kW
European UPS N ew p ro d u c t Innovation award
B U R E A U VERITAS
www.socomec.com
PUB 866012
030-760 09 11 of per e-mail
[email protected]
dcw colofon datac e nte rwo r ks is hét vakblad over de technische infrastructuur van datacenters.
jaargang 5, juni 2012, nummer 5 datacenterworks verschijnt tienmaal per jaar. toezending geschiedt op abonne mentbasis en controlled circulation.
Drukkerij Profeeling
Jaren geleden kwam ik hem voor het eerst tegen: een IT-servicemanager. Dat had nog niets met cloudservices te maken, maar alles met het verkopen van IT binnen de eigen organisatie. Zo’n ITservicemanager was (en is dat vaak nog steeds) verantwoordelijk voor alles wat te maken had met een bepaalde ‘service’ die de IT-afdeling aan de interne organisatie aanbood. Vaak ging het om een applicatie, maar soms om iets meer. Bijvoorbeeld een facturatieproces. Het leek het begin te zijn van een hele nieuwe aanpak van IT. Helaas – toch niet. Inmiddels zijn we tien of vijftien jaar verder en menig IT-afdeling functioneert nog precies hetzelfde als destijds. Terwijl de business iets heel anders wil. Die wil kunnen inkopen. Die wil af van verplichte winkelnering. Die wil af van trage en stroperige IT-processen. Een wijziging op een applicatie nodig? Duurt circa drie maanden. Onacceptabel, vindt menig businessorganisatie. Daar zijn tal van nieuwe aanbieders op ingesprongen. Die leveren ook services, maar dan cloudservices. Bovendien pretenderen zij transparantie te bieden.Vooral als het gaat om de kosten. Daarmee is het fenomeen ‘IT as a service’ geboren. Deze trend gaat zeer belangrijk worden voor onze wereld. Vandaar dat het thema een hoofdrol kreeg op het DatacenterWorks/Bicsi Voorjaarscongres 2012 dat eind mei in Rotterdam werd gehouden. De klanten-van-onze-klanten willen weten wat zij kopen en zij willen weten wat dat kost. Onze klanten – interne datacenters dan wel hostingbedrijven – hebben grote moeite die duidelijkheid over kosten te geven. Want nog altijd hebben zij geen software geïnstalleerd die meet hoeveel stroom een rack gebruikt, laat staan dat ze dat door kunnen belasten aan een individuele applicatie. Of firewall. Of load balancer. Of wat staat er eigenlijk allemaal in die racks? Zoals gezegd wordt ‘IT as a service’ één van de belangrijkste trends van de komende jaren. Bent u er klaar voor?
kopij kan worden ingezonden in overleg met de redactie. geplaatste artikelen
Robbert Hoeffnagel
h o o f d r e dacte u r / u itg e v e r
robbert hoeffnagel te l e f o o n +31 (6) 51 28 20 40 e - m a i l
[email protected] e i n d r e dacte u r Ma r ja n va n H o o r n p o sta d r e s r e dacti e
maredijk 17, 2316 vr leiden te l e f o o n 071 - 521 49 98
e - m a i l a dm i n i strati e @fenceworks.nl a dv e rte nti e - e xp lo itati e
bureau voor marketing media hans potharst Commercieel Directeur te l e f o o n +31 (6) 17 44 38 16 e m a i l
[email protected] te l e f o o n +31 (0) 71 5 21 49 98 www.bvmm.nl i n d it n u m m e r b i j d r ag e n va n
jeroen aijtink, michiel van blommestein, vo r m g e v i n g laura willemsen
grafisch ontwerp
druk
vertegenwoordigen niet noodzakelijk de mening van de redactie. de redactie noch de uitgever aanvaarden enige aansprakelijkheid voor de inhoud van
artikelen van derden, ingezonden mededelingen, advertenties en de juistheid van genoemde data en prijzen.
fotokopie en overname van artikelen, geheel of gedeeltelijk op welke wijze dan ook, is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van de redactie en onder vermelding van: ‘overgenomen uit datacenterworks, vakblad over de
technische infrastructuur van datacenters’, met vermelding van de jaargang en het nummer. datacenterworks is een uitgave van fenceworks bv
dcw juni | redactioneel
Bent u er klaar voor?
3
6 10
12
dcw juni | inhoud
6 ingrijpende veranderingen op komst De technische infrastructuur van datacenters gaat de komende jaren ingrijpend veranderen. Die conclusie mogen we na het DatacenterWorks/Bicsi Voorjaarscongres 2012 gerust trekken. Bedrijven en overheden eisen steeds meer transparantie als het gaat om IT-kosten, applicaties zullen steeds vaker en zonder dat dit altijd is te voorspellen, worden ver plaatst, het aantal ‘clouds in a box’ gaat enorm toenemen en ook een trend als ‘Big Data’ gaat enorme gevolgen hebben.
4
10 directe vrije koeling toegankelijker met plenumbox Apac Airconditioning, specialist op het gebied van datacenter- en computerruimtekoeling, maakt directe vrije koeling toegankelijker. Elke luchtgekoelde airconditioner voor computerruimten kan, ongeacht fabricaat, worden geüpgraded met de directe vrije-koelingplenumbox van de specialist.
12 ‘datacenters missen strategie voor luchtstroommanagement’ Al redelijk wat datacenters hebben inmiddels energiebesparende maatregelen getroffen. Energieefficiënte koeling en het gebruik van cold corridors zijn het meest voor de hand liggend. Minder bekend is het nog om een luchtstroommanagementplan te hebben, terwijl daarmee juist veel energiebesparing valt te realiseren. Dat blijkt uit R&D-onderzoek van datacenterfabrikant Minkels. 18 hostingproviders profiteren van innovatie Hostingbedrijven halen rendement uit hun investeringen in innovatie. Toch investeren veel hosters vaak niet meer dan 50 procent van hun brutomarge daarin. Een ander middel om de concurrentiekracht te versterken, is certificering.Vooral de leden van de belangenvereniging Dutch Hosting Provider Association (DHPA) zien dit als een voorwaarde voor groei. Dit blijkt uit het Mazars Hostingonderzoek 2012 dat Blauw Research uitvoerde in opdracht van de DHPA en adviesbureau Mazars. Aan het onderzoek deden bijna honderd hostingbedrijven mee.
24
28 koeling van highdensity-servers Highdensity-servers bieden een uitstekende performance per watt. Afhankelijk van de plek in het datacenter kunnen ze echter voor koelingsproblemen zorgen. Er komen op dit moment servers op de markt die meer dan 40 kW koeling per rack nodig hebben, terwijl de meeste datacenters hooguit 2 kW kunnen leveren. Er is dus een innovatieve aanpak nodig om highdensity-servers te kunnen gebruiken. In een whitepaper van APC wordt ingegaan op de toenemende problemen rond koelingsefficiëntie en power density in bestaande datacenters. 34 column: cloud computing duurzaam? of toch niet? Werken in de cloud, dat moet toch wel duurzaam zijn? Tel je winst maar uit: een lokale IT-infrastructuur wordt ingeruild voor infrastructuur en service op afstand, waardoor geen server of serverpark meer nodig is. Dat klinkt goed, maar is dat ook zo? TNO deed onderzoek naar de groene aspecten van cloud computing, waaruit blijkt dat cloud computing niet per se duurzaam is.
22
28
dcw en verder 16 emerson network power introduceert trellis 22 nieuwe trend: cloud in a box 32 opinie: datacenters presteren beter door integraal beheer 33 verenigingspagina it room infra 48 nieuws van bicsi
Coverfoto Op 24 mei vond op de RDM Campus te Rotterdam het DatacenterWorks/Bicsi Voorjaarscongres 2012 plaats. Ruim 125 mensen bezochten het congres en de bijbehorende informatiemarkt. Centraal thema was dit jaar: de impact van de cloud op het datacenter.
dcw juni | inhoud
18
5
DCW/Bicsi-congres over impact van de cloud
Ingrijpende veranderingen op komst
de technische infrastructuur van datacenters gaat de komende jaren ingrijpend veranderen. die conclusie mogen we na het datacenterworks en bicsi voorjaarscongres 2012 gerust trekken. bedrijven en overheden eisen steeds meer transparantie als het gaat om it-kosten, applicaties zullen steeds vaker en zonder dat dit altijd te voorspellen is, worden verplaatst, het aantal ‘clouds in a box’ gaat enorm toenemen en ook een trend als ‘big data’ gaat enorme gevolgen hebben. Wie een goed beeld wil krijgen van de ontwikkelingen die de komende jaren grote gevolgen gaan hebben voor de technische infrastructuur van het datacenter, doet er goed aan verder te kijken dan ‘alleen maar’ de wereld van power & cooling. Het is vooral de IT-wereld die de toon zet. Misschien wel de ingrijpendste trend die we daar zien, is die naar ‘IT as a service’. Dat is een variant op kreten als ‘software as a service’ (SaaS), maar heeft in dit geval veel minder betrekking op techniek. Het gaat daarentegen juist om de kosten en de manier waarop de IT wordt gefinancierd. Voorheen werd het IT-budget vastgesteld door de directie van de organisatie. Dat gebeurde op basis van een plan waarin een
overzicht werd gegeven van de investeringen die nodig waren om de IT-infrastructuur op peil te houden, knelpunten op te lossen en waar nodig nieuwe hard- of software aan te schaffen. Het benodigde budget werd vastgesteld en de IT-afdeling kon aan de slag.
it as a service
Inmiddels is de wereld ingrijpend veranderd. Er is nu een ontwikkeling in gang gezet waarbij de IT-afdeling niet langer een zak met geld krijgt. De IT-afdeling moet zelf zijn budget gaan verdienen. Hoe? Door ITdiensten te ontwikkelen waar de klant (de diverse afdelingen binnen de eigen businessorganisatie) behoefte aan hebben en voor willen betalen.
Die klant brengt de eigen behoeften in kaart en gaat shoppen: intern, maar ook extern. Hij neemt simpelweg diensten of services af bij die partij die daarvoor het geschiktst lijkt: technisch, maar ook financieel. De IT-manager moet dus producten gaan definiëren die hij aan zijn business kan leveren. Aan die producten moet hij bovendien een prijs koppelen. Een prijs die gebaseerd moet zijn op kosten plus een marge. Het grote probleem is nog altijd die kosten. Daar heeft de IT-afdeling vaak maar een zeer beperkte kijk op. Natuurlijk, ze weten wat een server of een switch kost. De kosten van de technische infrastructuur zijn echter veel minder gemakkelijk toe te wijzen aan IT-diensten. Toch zal dit met de opkomst van ‘IT as a service’ moeten. De huidige generatie DCIM-pakketten (datacenter-infrastructuurmanagement) lijkt maar in beperkte mate klaar voor deze taak. Tot dezelfde conclusie kunnen we komen als we kijken naar de behoefte die vanuit de business bestaat aan zekerheid. Tijdens het DCW/Bicsi-congres gaf Hans Bootsma van Deloitte een overzicht van de ontwikkelingen op het gebied van cloud-assurance.Voorstellen om op dit terrein te komen tot bijvoorbeeld SOC-certificeringen zijn echter nog nagenoeg onbekend in de wereld van DCIM en technische infrastructuur. Maar dergelijke eisen van klanten gaan een grote impact hebben. Zowel interne datacenters als hostingfirma’s zullen de eisen die in SOC-1, SOC-2 en SOC-3 worden gesteld aan een cloudservice doorvertalen naar de technische infrastructuur. De werelden van DCIM en SOCcertificaten liggen echter nog mijlenver uit elkaar.
long distance application mobility
tekst: robbert hoeffnagel
Een ontwikkeling die nu nog futuristisch lijkt, maar die zeer snel op ons afkomt, is die van de ‘long distance application mobility’. Deze trend betekent dat applicaties met tools van bijvoorbeeld VMware snel en gemakkelijk van het ene datacenter naar het andere kunnen worden verplaatst en dat liefst terwijl de applicatie tijdens het verplaatsen ‘gewoon’ door de business wordt gebruikt. Stel dat een grote verzekeringsmaatschappij een groot deel van de administratie regelt via een datacenter in India. Nu besluit een afdeling op het hoofdkantoor in Amsterdam of Londen een grote analyse van
klantgegevens te gaan doen – bijvoorbeeld voor een grote marketingactie rond het EK-voetbal. Die analyse vereist zeer veel processorcapaciteit en dus stroom. Het datacenter in India is daar minder geschikt voor: dure stroom, te kostbaar om de geproduceerde warmte af te voeren. Dus besluiten ze de analyse te doen in een datacenter in Noorwegen, waar de stroom zeer goedkoop is en maximaal van vrije koeling kan worden gebruikgemaakt. Even geschikt is een datacenter in Noord-Canada. Ze besluiten op het laatste moment dat Noorwegen de beste locatie is.VMware verplaatst per direct de applicatie en zonder dat de datacentermanager in Noorwegen dit weet, is de warmteproductie in de betreffende zaal in zijn datacenter ineens volledig gewijzigd. Hoe ga je daar als datacenter mee om? Gaat de samenwerking die onder andere Schneider Electric heeft met VMware ver genoeg dat dit soort situaties kunnen worden opgevangen?
cloud in a box
Tijdens een onlangs gehouden internationale bijeenkomst van gebruikers voorspelde EMC, een grote aanbieder van storage en onder andere moedermaatschappij van VMware, dat hij de komst van vele honderdduizenden private-cloudomgevingen verwacht. Deze ontwikkeling heeft inmiddels al geleid tot de introductie van geheel nieuwe typen hardware. Zo heeft IBM PureSystems gelanceerd, volledig op de applicatie afgestemde hardware. Cisco en EMC hebben samen Vblock geïntroduceerd, een systeem waarin processoren, storage en netwerk in één omgeving zijn ondergebracht en volledig zijn gevirualiseerd. Of wat te denken van Vplex van EMC? Is het een storage-apparaat waarop ook applicaties kunnen ‘draaien’? Is het een server die ook veel storage aan boord heeft? Of is het iets daar tussenin? Er komen tal van nieuwe systeemarchitecturen op het datacenter af. Sterker nog, veel van dergelijke systemen lijken wel een complete straat-met-racks in een datacenter. Daarbij hebben de ontwikkelaars veel aandacht besteed aan de optimalisatie van de systemen – ook als het om warmteproductie en stroomverbruik gaat. De klassieke indeling in servers, netwerkapparatuur en opslagsystemen wordt in elk geval steeds meer terzijde geschoven, ten gunste van nieuwe architecturen.
datacenterworks/bicsi voorjaarscongres 2012
Met ingrijpende gevolgen van dien voor de technische infrastructuur van een computerzaal.
data. De vraag is alleen zo langzamerhand wel: ‘wat gaan we met al die data doen?’ Steeds meer bedrijven komen tot de conclusie dat die data wel eens goud waard zouden kunnen zijn. Neem het voorbeeld van John Deere, een Amerikaanse fabrikant van landbouwmachines. Sinds een aantal jaren brengt dit bedrijf een klein en goedkoop hulpmiddeltje aan op alle landbouwmachines. Hiermee worden monsters van de grond genomen, die op kosten van John Deere worden geanalyseerd en vastgelegd. Die hoeveelheid data heeft ongekende vormen aangenomen, maar inmiddels is daarvoor een prima doel gevonden. Door deze data te combineren met bijvoorbeeld de hoeveelheid regen, type beplanting, bemesting, opbrengst van de grond en dergelijke heeft de fabrikant een grote kaart kunnen ontwikkelen met gegevens over landbouwgronden. Die kennis verkoopt hij nu aan boeren; in combinatie met voor bepaalde typen grond geoptimaliseerde landbouwwerktuigen.We zouden bijna kunnen zeggen: het bedrijf verkoopt nu deze kennis en geeft er gratis een ploeg bij. Het is een van de vele voorbeelden van bedrijven die enorme hoeveelheden gegevens (Big Data) vastleggen en daarmee hun businessmodel hebben kunnen verbeteren.Voor de technische infrastructuur van datacenters betekent deze trend dat de hoeveelheid data die wordt vastgelegd, alleen nog maar verder zal groeien. Er is echter nog een punt dat om aandacht vraagt: welke kennis zouden we kunnen opdoen als we van een computerzaal of datacenter ook simpelweg alle data gaan vastleggen? Komen we in de wereld van de technische infrastructuur dan straks ook tot nieuwe businessmodellen?
big data
managing change
Het DatacenterWorkds/Bicsi Voorjaarscongres 2012 is gehouden op de RDM Campus te Rotterdam en trok ruim 125 deelnemers. Zij konden een informatiemarkt bezoeken, waar zich circa twintig bedrijven presenteerden. Daarnaast hadden zij de keus uit een inhoudelijk programma dat onder andere bestond uit de volgende lezingen: - Mission Critical Infrastructure: DC Availability only a Matter of Power Supply and A/C? Joachim Faulhaber (TüV Informationtechniek) - The Influence of Cloud Computing on Energy Efficiency Paul den Dekker (Schneider Electric) - Classificering en certificering – Pieter Carlier (All IT Rooms) - Nieuwe vormen van zekerheid voor cloudoplossingen Hans Bootsma (Deloitte) - Managing Change in Virtual Environments David Cuthbertson (assetGen) - Emerson’s Trinergy ups: energie besparen in theorie én praktijk - Bart Nieuwenhuis (Emerson Network Power) - We take care of it – Rob Kopmels (PON Power) - The ups ‘in’ The Cloud – Power Protection @ a Higher Level– Ronald Lagenberg (Newave) - NPR 5313 ‘Computerruimtes en datacenters’
Big Data is de vierde en laatste trend die grote invloed gaat hebben op het datacenter. Storage-apparatuur is de laatste jaren zeer goedkoop geworden. De kosten van het opslaan van allerlei gegevens is daarmee dus ook sterk omlaag gekomen. Hierdoor maken veel bedrijven en overheidsinstellingen niet langer weldoordachte keuzes als ‘wat slaan we op en wat niet?’. Ze kiezen er simpelweg voor alles vast te leggen. Daardoor beschikken veel organisaties nu over ongekende hoeveelheden
“Als leverancier van DCIM-oplossingen zijn wij zeker klaar voor dit soort ontwikkelingen”, vertelde Niels Velthuizen van Schneider Electric, hoofdsponsor van het congres. “Met onze software zijn wij in staat om bijvoorbeeld te helpen om tot die financiële transparantie te komen. Bovendien is de samenwerking tussen Schneider Electric en VMware al in een dusdanig stadium dat de softwareomgevingen van beide bedrijven goed met elkaar kunnen samenwerken en bijvoorbeeld kun-
nen inspelen op het verplaatsen van virtuele machines van de ene server naar de andere.” “Voor een goed beheer van een datacenter is het van groot belang dat we grip hebben op alle apparatuur in het datacenter”, vertelde David Cuthbertson van het Britse softwarehuis AssetGen. “Helaas weten veel datacentermanagers niet welke apparatuur zij in huis hebben en welke applicaties hierop draaien. Dat maakt het voor hen erg lastig om tot een optimaal beheer van de technische infrastructuur te komen. In mijn ogen zouden datacentermanagers en IT-managers veel meer moeten gaan samenwerken, zodat we weten welke applicaties en apparatuur waar in het datacenter staan en we een koppeling kunnen gaan leggen tussen verbruik van geld, stroom en dergelijke aan de ene kant en opbrengst (applicaties, gegenereerde informatie en dergelijke) anderzijds.”
soc-1, -2 en -3
En dan waren er natuurlijk nog SOC-1, SOC-2 en SOC-3. De letters ‘SOC’ staan voor ‘service organization control’ en geven een maat voor de manier waarop een aanbieder van clouddiensten zekerheid biedt aan een afnemer van die cloudservice. Daarmee zitten we in de vaak nogal abstracte wereld van governance, riskmanagement en dergelijke. Niet direct een onderwerp dat dagelijks een rol speelt bij technische infrastructuren van datacenters. Dat gaat de komende tijd drastisch veranderen. Steeds meer bedrijven
en overheidsinstellingen ‘ontdekken’ de voordelen van de cloud en gaan serieus onderzoek doen naar de mogelijkheden. Dan kijken zij echter verder dan ‘alleen maar’ de kwaliteit van de technische infrastructuur. Heel belangrijk zijn dan ook – of misschien wel vooral – continuïteit, de vraag of voldaan kan worden aan overheidsregels en wat bijvoorbeeld de risico’s zijn die zij lopen door over te stappen op een clouddienst? Die vragen gaat een organisatie stellen aan de hostingpartner die ze kiest – of het nu gaat om het eigen datacenter of om een hostingpartij. Het is niet meer dan logisch dat die partijen deze vragen op hun beurt weer gaan stellen aan hun eigen toeleveranciers.Voor de verdere groei van de datacenterindustrie is het daarom van groot belang dat dit soort onderwerpen de komende tijd aan de orde gaan komen. Zodat we de grote kans die cloud computing ook voor de datacenterindustrie inhoudt, daadwerkelijk kunnen grijpen. ■
meer weten?
De presentaties die tijdens DatacenterWorks/Bicsi Voorjaarscongres 2012 zijn gehouden, kunnen worden gedownload via: www. datacenterworks/nl/congres.
advertentie
➔ Oog voor samenwerking
All IT Rooms heeft een uitgesproken eigen aanpak en werkwijze. Wij geloven sterk in de opbouw van lange termijn relaties met onze klanten maar ook met onze leveranciers. Onze leveranciers noemen wij niet voor niks onze partners. All IT Rooms werkt aan elke opdracht met een team van specialisten. Hierin is ook een belangrijke rol voor u als klant weggelegd. U bent immers de specialist van uw organisatie. Wij verheugen ons op een prettige samenwerking met u.
Ontdek de passie van all it ROOms all it Rooms B.v. | Lange Kleiweg 50B | 2288 GK Rijswijk | t +31(070)31 98 999 | e
[email protected] | www.allitrooms.com www.allitrooms.com
apac airconditioning, specialist op het gebied van datacenter- en computerruimtekoeling, maakt directe vrije koeling toegankelijker. elke luchtgekoelde airconditioner voor computerruimten kan, ongeacht fabricaat, worden geüpgraded met de directe vrije-koelingplenumbox van de specialist.
CO2-reductie en energiebesparing
10
“Het grote voordeel van het upgraden van de koelinstallatie met onze directe vrije-koelingplenumbox, is dat het gebruik van mechanische koeling (compressoruren) drastisch zal dalen. Hierdoor wordt jaarlijks een flinke energiebesparing gerealiseerd. Onze ervaring is dat computerruimten ruim 95 procent van het jaar zonder compressorgebruik kunnen worden gekoeld”, zegt Edgar Hogenbirk, technisch directeur van Apac. De directe vrije-koelingplenumbox is voorzien van twee jaloezieluchtkleppen, een luchtfilter en een microprocessorregeling. De plenumbox wordt op de nieuwe of bestaande computerrui mte-airco geplaatst. Dankzij deze toepassing blijft de beschikbaarheid van mechanische koeling te allen tijde gewaarborgd. Door een aanzuigopening in de buitenmuur wordt buitenlucht gemengd met de ruimteretourlucht via jaloezieluchtkleppen en aangestuurd op basis van de ruimte-inblaastemperatuur. Deze regeling zorgt ervoor dat buitenlucht met ruimteretourlucht wordt gemengd om de ingestelde en/of gewenste ruimte-inblaastemperatuur te verkrijgen. De vrije koeling wordt vrijgegeven zodra de buitentemperatuur gelijk of lager is dan de ingestelde inblaaswaarde. Met de regeling is het ook mogelijk de onder- en bovenwaarden van de relatieve vochtigheid te bewaken. Wanneer één van deze grenzen wordt overschreden, zal de airconditioner tijdens vrije-koelingbedrijf overschakelen naar mechanisch bedrijf en worden de buitenlucht- en overdrukkleppen dicht gestuurd.
steeds interessanter
De richtlijn voor temperatuur en luchtvochtigheid in computerruimten, zoals gesteld volgens AshraeTC 9.9 of de Bicsi, maakt toepassing van directe vrije koeling steeds interessanter. In het kader van de CO2-reductie zijn enorme besparingen te realiseren, waarbij de beschikbaarheid van de koelinstallatie niet in het geding komt. De microprocessorregeling van de plenumbox creëert een zeer stabiele ruimte-inblaastemperatuur, waardoor een constante temperatuur aan de serverracks wordt aangeboden. De microprocessorregeling maakt het mogelijk op dauwpunt of grenswaarden van de relatieve vochtigheid te regelen, waardoor eenvoudig aan de ruimte-inblaasconditie van Ashrae TC 9.9 of de Bicsi kan worden voldaan. In de microprocessorregeling van de plenumbox wordt een aantal belangrijke parameters bewaakt en geregeld. Dit zijn onder andere ruimte- en inblaasluchttemperatuur, relatieve vochtigheid, onder- en bovengrens van de relatieve vochtigheid en het dauwpunt. Door op deze waarden te regelen en/of te controleren wordt het aandeel buitenlucht tot een minimum beperkt. Dit komt mogelijke vervuiling en de bedrijfszekerheid ten goede. Directe vrije koeling bestaat misschien al veel langer dan je denkt. Het is de eerste en eenvoudigste vorm van het ontrekken van warmte uit een ruimte. Wanneer het bij je thuis erg warm wordt zet je ook een raam of deur open. Het koelen van een
tekst: edgar hogenbirk, technisch directeur apac
dcw juni | energiebesparing
Directe vrije koeling toegankelijker met plenumbox
vier aandachtspunten
Ondanks de enorme voordelen die directe vrije koeling brengt, zijn er wel vier punten waarmee je rekening moet houden als je overweegt directe vrije koeling te gaan toepassen. Het maakt niet uit of dit in een nieuwe of bestaande situatie is. Bouwkundig - De wanden van de ruimte of het bedrijfspand moeten geschikt zijn om relatief grote gaten te maken zonder dat dit de bouwkundige constructie verzwakt. Aanpassingen en/ of verstevigingen zijn vaak mogelijk maar resulteren meestal in aanzienlijke kosten. Relatieve vochtigheid - De relatieve vochtigheid in een computerruimte kan negatieve effecten hebben. Een te lage relatieve vochtigheid geeft kans op statische elektriciteit, terwijl een te hoge relatieve vochtigheid de kans op schimmelvorming of corrosie verhoogt. De grenswaarden van de relatieve vochtigheid worden veelal bepaald door de leverancier van serverapparatuur. Vervuiling - De omgeving van een computerruimte en/of bedrijfspand kan van invloed zijn op mogelijke vervuiling van
filters of de hele ruimte. De aanwezigheid van agressieve stoffen van industrie of snelwegen, maar ook zee (zout water), stof, roet, rook, chemicaliën en/of bloesem kan mogelijke vervuiling veroorzaken tengevolge van de aanzuig van de koelinstallatie. De wijze van de luchtaanzuig van de koelinstallatie in combinatie met luchtfiltering verkleinen de nadelen van deze invloeden. Rook en/of brand - Rookdetectie zorgt direct voor afschakeling van vrije koeling. De buitenlucht- en overdrukklep wordt dicht gestuurd, waarna de mechanische (compressor)koeling het overneemt. Deze vier punten zijn van belang voor de bewustwording van mogelijke ´gevaren´ en de mogelijke oplossingen en te nemen maatregelen. Het zijn overwegingen die je moet maken ten opzichte van een flinke energiebesparing. ■
Een raam openzetten als het warm wordt. dcw juni | energiebesparing
computerruimte door buitenlucht (vrije koeling) is enorm in opkomst, doordat het op een zeer energievriendelijke manier kan worden toegepast. Het toepassingsgebied van directe vrije koeling wordt steeds breder doordat de specificaties van serverapparatuur steeds ruimer worden opgesteld.
11
dcw juni | koeling 12
Een investering in een cold corridor levert een reductie in energiegebruik op tot 30 procent, zo blijkt uit R&D-cijfers van Minkels. Luchtstroom optimalisatie met datacenteraccessoires kan de energiereductie verder vergroten.
Minkels doet onderzoek naar luchtstroomoptimalisatie
Geen strategie voor luchtstroommanagement
al redelijk wat datacenters hebben inmiddels energiebesparende maatregelen getroffen. energie-efficiënte koeling en het gebruik van cold corridors zijn het meest voor de hand liggend. minder bekend is het nog om een luchtstroommanagementplan te hebben, terwijl daarmee juist veel energiebesparing valt te realiseren. dat blijkt uit r&d-onderzoek van
Stroomverbruik vormt een substantieel onderdeel van de operationele kosten van een datacenter. Toch worden in de markt nog niet alle mogelijkheden benut om het energiegebruik terug te dringen. “Vooral een plan voor luchtstroommanagement kan veel energiewinst opleveren”, betoogt Patrick Timmer. Hij is integrated product designer datacenters bij fabrikant Minkels en specialist in luchtstroomoptimalisatie. “Een plan voor luchtstroommanagement en -optimalisatie kan bovendien met relatief beperkte investeringskosten worden gerealiseerd. Dat is het mooie eraan.” Om zijn kennis over luchtstroommanagement met anderen te delen, heeft hij een whitepaper geschreven, getiteld: ‘Rack Airflow Optimisation’ (zie kader: Whitepaper over luchtstroommanagement). “Datacenterketens en corporate datacenters maken weliswaar in toenemende mate gebruik van energie-efficiënte koelingstechnieken, zoals free en fresh air cooling”, zegt Timmer. “Ook worden in veel van zulke datacenters inmiddels cold corridors geïnstalleerd, waarmee warme en koude luchtstromen op energie-efficiënte wijze van elkaar worden gescheiden. Dat is natuurlijk een goede ontwikkeling. Uit onderzoek van onze R&D-afdeling blijkt namelijk dat je met cold corridors tot 30 procent op het energiegebruik kunt besparen. Dat is een mooie eerste stap.”
datacenteraccessoires
Het onderzoek van Minkels’ R&D-afdeling naar luchtstroommanagement laat zien dat er nog veel meer energiebesparing mogelijk is, met relatief eenvoudige middelen en tegen beperkte investeringskosten. “Door luchtstromen in een datacenter te optimaliseren, valt veel energiewinst te behalen. In het whitepaper heb ik bijvoorbeeld een casestudy opgenomen, een voorbeeld uit de praktijk van een corporate datacenter met achttien serverracks. De koelingsoplossing bestaat uit een Crac, verhoogde vloeren en drie cold corridors en heeft een capaciteit van 65 kW redundant vermogen (2N). De totale heat load (IT + ups) bedraagt 19,9 kW. De totale facility load is gecalculeerd op 27,5 kW. In de casestudy is te zien dat de lekkage van koellucht tot wel 86 procent kan worden gereduceerd. Dat vergt geen ka-
“Een plan voor luchtstroomoptimalisatie kan met beperkte investeringskosten worden gerealiseerd.”
dcw juni | koeling
tekst: koen stegeman
datacenterfabrikant minkels.
13
schuimrubber ten opzichte van borstels voor het afdichten van kabeldoorvoergaten in serverracks, en dit hebben we in cijfers kunnen vastleggen. Dat voordeel is echt significant, het verlies van koellucht is met schuimrubber beduidend kleiner. Het is een eyeopener geweest voor onze productontwikkeling, en dus hebben we het product als nieuwe datacenteraccessoire opgenomen in ons portfolio”, stelt Timmer.
waar lekt koellucht?
“Gebruik van datacenteraccessoires zorgt voor een enorme reductie in energiegebruik.”
pitaalintensieve investeringen. Er is alleen wel bepaalde kennis voor nodig om met specifieke datacenteraccessoires op de juiste locaties in het datacenter de nodige infrastructurele aanpassingen te maken. Daar waar ze het meeste effect sorteren. De datacenteraccessoires die bij het corporate datacenter werden gebruikt, zijn standaardaccessoires. Het ging hier om dertig HE blanking panels, 2U side panels, achttien nieuwe luchtstroomgeoptimaliseerde serverracks, geoptimaliseerde schuifdeuren voor de cold corridors, plus een minimalisering van de ruimte tussen de serverracks”, vertelt Timmer.
dcw juni | koeling
grote effectverschillen datacenteraccessoires
14
Datacenteraccessoires die voor luchtstroomoptimalisatie kunnen worden gebruikt, zijn bijvoorbeeld: borstels en schuimrubber (beide bedoeld om kabeldoorvoergaten in een serverrack af te dichten), frontpanelen (metaal of kunststof), kabelklossen en kabelvingers (om te voorkomen dat kabels de luchtstromen blokkeren). “Onze R&D heeft de concrete effecten van de belangrijkste datacenteraccessoires via metingen uitvoerig onderzocht. Ook zijn de reductiepercentages in koelluchtverlies bij het gebruik van verschillende soorten datacenteraccessoires, door R&D in kaart gebracht. In het whitepaper heb ik dit inzichtelijk gemaakt via grafieken”, zegt Timmer. Zo wordt in het whitepaper bijvoorbeeld het effect van borstels en schuimrubber voor kabeldoorvoergaten tegen elkaar afgezet. Ook de effectverschillen tussen metaal en kunststof worden beschreven, onder andere waar het gaat om afdichting van ongebruikte serverracks in een coldcorridoropstelling. “Het R&D-onderzoek laat helder en duidelijk zien dat het gebruik van specifieke datacenteraccessoires en een optimalisering van luchtstromen een enorme reductie in het energiegebruik tot resultaat heeft. Daarom willen we deze onderzoeksresultaten graag delen met de markt.” Tegelijkertijd stelt het Minkels als datacenterfabrikant in staat om op basis van de onderzoeksgegevens het datacenteraccessoiresportfolio verder uit te breiden. “Dankzij het R&D-onderzoek hebben we bijvoorbeeld het voordeel kunnen constateren van
Zoals gezegd moeten datacenteraccessoires op de juiste locaties in het datacenter worden ingezet, daar waar ze het meeste effect sorteren. Er zijn verschillende locaties in een datacenter te vinden waar doorgaans de meeste lekkage van koellucht plaatsvindt. “Het gebruik van cold corridors is een allereerste voorwaarde om koelluchtlekkage te voorkomen.Vervolgens kun je stellen dat de belangrijkste lekkage van koellucht plaatsvindt in het serverrack, onder andere door ongewenste recirculatie van koellucht. Ook slecht afgedichte kabeldoorvoergaten en vloeruitsparingen achter in een serverrack dragen bij aan een verstoorde luchtstroom- en temperatuurhuishouding. In het whitepaper heb ik nog meer voorbeelden van dergelijke locaties met betrekking tot koelluchtlekkage beschreven”, vertelt Timmer. Het geleiden van luchtstromen en het voorkomen van koelluchtlekkage kunnen volgens hem beter worden gemanaged wanneer een en ander in parameters en bijbehorende prestatiecijfers kan worden gevangen. “Voor elk datacenter zal het verschillend zijn op welke locaties in het datacenter luchtstroomoptimalisatie noodzakelijk is. Als datacentermanager wil je grip op de weerbarstigheid van de praktijk krijgen. Om die reden heb ik in het whitepaper universele managementmetrieken opgenomen, oftewel objectief meetbare grootheden voor het meten en analyseren en/of beoordelen van gerealiseerde effectresultaten, waarmee je kunt calculeren op welke locaties en tegen welke investering het meeste resultaat kan worden geboekt door luchtstroomoptimalisatie met specifieke datacenteraccessoires.” In de casestudy in het whitepaper is de managementinsteek ook terug te vinden. Er is bijvoorbeeld niet alleen een berekening gemaakt voor de reductie van koelluchtlekkage. Er zit ook een financiële component in. “Mijn berekeningen laten tevens zien
whitepaper over luchtstroommanagement
Het whitepaper ‘Rack Airflow Optimisation’ is geschreven door Patrick Timmer, als specialist in luchtstroommanagement werkzaam bij Minkels. Het whitepaper telt 28 pagina’s en kan worden gedownload via: www.minkels.nl/whitepaper. In het whitepaper staan onder andere: • Verschillende vormen van koelluchtlekkage • Grafieken met percentuele effectverschillen datacenteraccessoires • Managementformules voor luchtstroomoptimalisatie • Managementformules voor ROI-berekeningoptimalisatie • Casestudy luchtstroomoptimalisatie corporate datacenter (100 m2)
modulaire in-row koeling
“In het whitepaper leg ik heel concreet uit waar en hoe je koelluchtlekkage kunt voorkomen, en welke datacenteraccessoires daarbij het meeste effect sorteren. Het is zeer bruikbare informatie voor op de datacentervloer. Wil je luchtstroomoptimalisatie evenwel écht professioneel aanpakken, dan zul je verder moeten kijken dan alleen het gebruik van datacenteraccessoires. Eigenlijk moet je dan de gehele datacenterinfrastructuur erbij betrekken, wat implicaties heeft voor het algehele management en de basale inrichting van een datacenter.” Timmer vervolgt zijn verhaal: “In dat geval kun je bijvoorbeeld de installatie van luchtstroomgeoptimaliseerde serverracks overwegen. Bij zo’n volledig geprefabriceerd 19”-serverrack, die ‘air tight’ oftewel luchtdicht is uitgevoerd, worden al de benodigde datacenteraccessoires meegeleverd om de luchtstromen maximaal te optimaliseren. Minkels heeft recent een dergelijk product op basis van de R&D-cijfers rond luchtstroommanagement ontwikkeld. Zo kun je bij een luchtstroomgeoptimaliseerde herinrichting van een datacenter, ook denken aan de installatie van metered PDU’s (power distribution units) met ingebouwde intelligentie, met sensoren om temperatuur en luchtdruk te monitoren. Of je kunt het gebruik van specifieke racks voor de huisvesting van netwerkapparatuur overwegen, omdat deze apparatuur vaak gebruikmaakt van zijkoeling. Aanschaf van een modulaire in-row koelingsoplossing zou daarnaast bijvoorbeeld de ongewenste bypass van de cold corridor kunnen voorkomen, plus de bypass van de Crac-units die langs de rand van een ruimte staan opgesteld. Feitelijk verdwijnt door die in-row toepassing het verlies van koellucht dat gepaard gaat met een verhoogde datacentervloer.
invloed op veiligheid en stabiliteit
Optimalisatie van luchtstromen en een adequate luchtstroommanagementstrategie hebben overigens niet alleen impact op het energiegebruik in een datacenter. Ze zijn ook van invloed op de
constructieve luchtstroomoptimalisatie
Wil je luchtstroomoptimalisatie constructief aanpakken, dan zul je verder moeten kijken dan alleen het gebruik van datacenteraccessoires, zoals frontpanelen, borstels voor kabeldoorvoergaten, kabelvingers en kabelklossen. In dat geval zijn de volgende investeringen en/of maatregelen voor luchtstroomverbetering het overwegen waard: • installeer intelligente PDU’s en sensoren voor temperatuur en luchtdruk; • meet temperaturen op individueel rackniveau, daar waar luchtstromen worden verplaatst; • installeer luchtstroomgeoptimaliseerde (geprefabriceerde) racks, om functioneren cold corridor te verbeteren; • gebruik dedicated racks voor netwerkapparatuur, met optimalisatie voor zijkoeling; • installeer in-row (DX) koeling binnen een cold corridor, om afstand tussen koelingsoplossing en IT-apparatuur te verkleinen; • nstalleer DCIM-software om via sensoren koelluchtlekkage te identificeren en te analyseren; • gebruik kabelbakken bovenop de serverracks. stabiliteit, veiligheid en continuïteit, oftewel op het al dan niet goed functioneren van server-, netwerk- en storageapparatuur die in een datacenter wordt ondergebracht. “Wanneer je luchtstromen en koelluchtlekkage optimaliseert, worden de ontwikkeling en het transport van warmte in een datacenter veel voorspelbaarder. Hotspots kunnen daarmee verleden tijd zijn. Het kan betekenen dat de temperatuur in een datacenter gerust iets omhoog kan, omdat je zeker weet dat de lucht in een datacenter overal de gewenste constante temperatuur heeft. Ook dat zorgt weer voor energiebesparing.” Toen Minkels in 2006 als een van de eerste datacenterfabrikanten in Europa met cold corridors op de markt kwam, bracht dat drastische verbeteringen in het beheersen van luchtstromen in het datacenter. Koude en warme luchtstromen werden van elkaar gescheiden, waardoor kortsluiting tussen de twee luchtstromen werd voorkomen. “Dat heeft voor aanzienlijke energiebesparingen gezorgd”, zegt Timmer. “Gaandeweg hebben we vervolgens geconstateerd dat er aanvullend significante verbeteringen in luchtstroombeheersing mogelijk zijn.” In de praktijk blijkt er vaak een significant temperatuurverschil tussen de lucht die de koelingapparatuur verlaat, en de lucht die de IT-apparatuur bereikt. “Dat kan alleen maar het resultaat zijn van koude en warme luchtstromen die zich ongewenst met elkaar vermengen. Het tunen van koelingapparatuur blijkt dan niet altijd te helpen. Sterker, soms maakt dat de situatie erger. Voor ons was dat reden genoeg om eens uitgebreid naar luchtstroomontwikkeling in het datacenter te kijken”, vertelt Timmer. “Uiteindelijk blijkt dus dat niet in de cold corridor, maar vooral in de serverracks aanpassingen moeten worden gemaakt om die ongewenste vermenging van warme en koude luchtstromen en ook de lekkage van koellucht uit het serverrack te voorkomen.” ■
dcw juni | koeling
welke investeringen nodig zijn, en dat het corporate datacenter in de beschreven casestudy ongeveer 50 euro per kW per jaar kan besparen, wanneer de koelingsoplossing goed wordt getuned en luchtstromen worden geoptimaliseerd met onze nieuwe ‘airflow optimised’ datacenteraccessoires”, geeft Timmer aan. Degenen die denken dat lekkage van koellucht met de hand kan worden getraceerd, om vervolgens ad hoc wat aanpassingen te maken, die hebben het mis.“Uit onze R&D-cijfers blijkt dat met het blote oog, of door met je hand in een serverrack te voelen, niet alle lekkage van koellucht waarneembaar is. Daarvoor zijn professionele metingen met temperatuursensoren nodig, waarbij plaatsing van de sensoren cruciaal is. Luchtstromen worden dus indirect via temperatuursensoren gemeten. Dergelijke sensoren zijn gewoon als data-accessoire verkrijgbaar. DCIM-software (datacenter information management) kan die gegevens vervolgens bundelden, het algehele proces inzichtelijk maken en locaties identificeren waar sprake is van koelluchtlekkage.”
15
Emerson Network Power introduceert Trellis
Platform voor stroomlijnen IT en facility management de naam ‘trellis’ hing al een tijdje boven de markt, maar nu heeft emerson dan toch formeel dit platform voor het stroomlijnen van it en facility management gelanceerd. deze oplossing voor infrastructuurbeheer consolideert realtime informatie van it- en facilitaire apparatuur.
Emerson Network Power introduceert de eerste softwaretoepassing binnen het Trellis-platform. De in totaal vier Trellis-softwaretoepassingen bieden realtime optimalisatie van de infrastructuur die volgens het bedrijf een verbetering van tot 70 procent in de operationele efficiëntie en tot 25 procent in de energie-efficiëntie mogelijk maakt. De toepassingen zijn te gebruiken in combinatie met de eerder gelanceerde Avocent Universal Management Gateway.
dcw juni | management
minder dubbelingen
16
De verbeteringen van de energie-efficiëntie zijn met Trellis te realiseren omdat datacentermanagers nu alle beheerfunctionaliteiten tot hun beschikking hebben in één oplossing en op één locatie. Dit resulteert in minder dubbel uitgevoerde processen. Daarnaast is het niet meer nodig om verschillende, aan eigendomsrecht onderhevige, systemen aan elkaar te koppelen om een volledig beeld te krijgen van de IT- en facilitaire apparatuur en prestaties. Emerson heeft geprobeerd het Trellis-platform zo intelligent mogelijk te maken. Het platform maakt een volledige verantwoording van een communicatieverbinding tussen IT- en facilitaire apparatuur, processen en bedrijfsvoering
mogelijk en ondersteunt de realisatie daarvan. Hierdoor is het niet langer nodig dat datacentermanagers hun beheer vormgeven rond de informatiekloven tussen IT- en facilitaire systemen. In plaats daarvan beschikken ze over een oplossing die hun manier van werken ondersteunt. Door datacentermanagers realtime inzicht te geven in de prestaties van het gehele datacenter, en niet slechts in afzonderlijke onderdelen daarvan, zorgt het Trellis-platform ervoor dat zij sneller betere beslissingen kunnen nemen. Beslissingen die bedoeld zijn om de beschikbaarheid, efficiëntie en capaciteit van het datacenter te optimaliseren.
platform
De hardware- en softwaretoepassingen die verantwoordelijk zijn voor het verzamelen van informatie delen het onderliggende platform. Hoe meer modules een gebruiker toevoegt, hoe groter de voordelen en hoe lager de TCO, stelt Emerson. Gebruikers kunnen snel mogelijkheden toevoegen om te anticiperen op veranderingen en om het datacenter voor te bereiden op de toekomst. Diverse klanten van het bedrijf waaronder Infosys, hebben het Trellis-platform getest. “Infosys streeft ernaar om duurzame oplossingen te
bieden voor de ondernemingen van onze klanten”, zegt Ankush Patel, vice president of Sustainability van Infosys. “Door onze uitgebreide ervaring op het gebied van duurzaamheid en datacenters beseffen we hoeveel behoefte er is aan systemen die uitblinken in zowel energie-efficiëntie als prestaties. We installeren het Trellis-platform van Emerson Network Power in ons datacenter in Bangalore als onderdeel van het Trellis Early Adopters Program. We verwachten er veel van: met het platform kunnen we op een kosteneffectieve, energiezuinige manier bedrijfskritische systemen continu in de gaten houden en potentiële problemen voorspellen.” Ook voor wat betreft functionaliteit reageert men positief. “Het Trellis-platform wordt een veelomvattend, krachtig systeem”, zegt Andy Lawrence, research vice president for Datacenter Technology van 451 Research. Hij noemt het ontwerp en de architectuur van het systeem, die gebaseerd zijn op realtime gegevens, nieuw in de huidige markt. “Ik verwacht dat het platform zowel flexibel is als uiterst schaalbaar.” Een van de belangrijkste kenmerken van het Trellis-platform noemt hij het feit dat het is ontworpen met het oog op gebruiksgemak en eenvoud: “De ontwerpers hebben veel aan-
tekst: van de redactie
met als doel betere prestaties en een lagere ‘total cost of ownership’ voor datacenters.
The Emerson Network Power TrellisTM Platform
User Browser
IT Manager
SCENARIO PLANNER
Facilities Manager
PROCESS MANAGER
CHANGE PLANNER
VIRTUAL INSIGHT
User iPad
COOLING SYSTEM MANAGER
POWER SYSTEM MGR.
INVENTORY MANAGER
ENERGY INSIGHT
SITE MANAGER
PLATFORM SERVICES
Universal Management Gateway 4000
STORAGE
SERVERS
RELEASE 1
dacht besteed aan hoe datacentermedewerkers werken. De informatie die nodig is om het datacenter te beheren, wordt gepresenteerd binnen de context van de bedrijfsvoering. Dit maakt het tot een intuïtief proces en het verhoogt de productiviteit.”
softwaremodules
Trellis-softwaretoepassingen die nu beschikbaar zijn: · Trellis Inventory Manager – biedt datacentermanagers de basis voor een nauwkeurig, compleet overzicht van hun datacenters wereldwijd, de kennis van waar apparaten en systemen zich bevinden, de relatie tussen deze componenten, en welke middelen datacenterapparatuur verbruiken. · Trellis Site Manager – informeert datacentermedewerkers over de gezondheidstoestand van de infrastructuur, inclusief mi-
POWER
COOLING
RELEASE 2
Avocent® Universal Management Gateway Appliance
SPACE
CONNECTIONS
RELEASE 3
lieuaspecten, zodat ze omstandigheden kunnen herkennen en oplossen die een nadelige invloed hebben op de beschikbaarheid van de infrastructuur en de prestaties van de systemen.
frastructure Efficiency). Met deze informatie krijgen datacentermanagers inzicht in hoe infrastructuurveranderingen de energie-efficiëntie en zodoende ook het nettoresultaat beïnvloeden.
· Trellis Change Planner – zorgt er samen met Trellis Inventory Manager voor dat gebruikers beschikken over nauwkeurige, consistente informatie en dat installaties, verplaatsingen en declasseringen van apparatuur op een consistente manier worden gepland, gevolgd en gecommuniceerd aan teamleden. Dit minimaliseert de impact van veranderingen op de kwaliteit van de dienstverlening en stroomlijnt de bedrijfsvoering.
De eerste release omvat functionaliteiten voor vier van de kerncomponenten van de DCIM Capability-definitie van de 451 Group. “Het Trellis-platform maakt een einde aan versnipperde besluitvorming, zodat datacenterprofessionals elk aspect van hun bedrijfskritische infrastructuuroperaties kunnen optimaliseren”, zegt Steve Hassell, President van de Avocenttak van Emerson Network Power. “Het resultaat is dat datacenters een nieuw prestatieniveau realiseren, dat het mogelijk maakt om de goede beschikbaarheid, operationele efficiëntie en flexibiliteit te bieden die nodig zijn om te voorzien in de behoeften van bedrijven.” ■
· Trellis Energy Insight – berekent het totale energieverbruik van het datacenter, de elektriciteitskosten en de PUE (Power Usage Effectiveness) / DCiE (Data Center In-
dcw juni | management
TM
17
hostingbedrijven halen rendement uit hun investeringen in innovatie. toch investeren veel hosters vaak niet meer dan 50 procent van hun brutomarge daarin. een ander middel om de concurrentiekracht te versterken, is certificering. vooral de leden van de belangenvereniging dutch hosting provider association (dhpa) zien dit als een voorwaarde voor groei. dit blijkt uit het mazars hostingonderzoek 2012 dat blauw research uitvoerde in opdracht van de dhpa en adviesbureau mazars. aan het onderzoek deden bijna honderd hostingbedrijven mee.
Mazars Hostingonderzoek 2012
Hostingproviders profiteren van innovatie
dcw juni | onderzoek
certif icering
18
Voor hosters is de belangrijkste doelstelling van hun investeringen verbetering van de klantervaring en kwaliteit (62 procent). De belangrijkste motieven voor hostingbedrijven om te investeren in innovaties zijn: eigen ideeën en eigen visie (87 procent) en de wensen van klanten (76 procent). 24 procent innoveert omdat de concurrentie dat ook doet en slechts 20 procent doet dit puur uit financiële overwegingen, zoals kostenbesparingen. Van de respondenten aan het hostingonderzoek heeft 49 procent een certificering. In 2011 was dit nog 33 procent. Het gaat dan om ISO 27001-, ISO 9001-, ITIL- en PCI-certificeringen. DHPA-leden beschikken vaker over deze certificeringen dan niet-leden.
hostingmarkt
Op dit moment bevindt het merendeel van de klanten van hostingproviders zich in de zakelijke dienstverlening (79 procent). Daarnaast scoren de sectoren handel (63 procent) en financiële dienstverlening (44 procent) hoog. Wel is er een verschuiving waarneembaar naar (semi-)
overheidssectoren (onderwijs, overheid en gezondheidszorg). De drempel voor deze sectoren is echter hoger vanwege complexe aanbestedingsprocedures en de noodzaak voor specifieke certificeringen. Dit verklaart ook de sterke groei in certificeringen het afgelopen jaar. Bijna 70 procent van de hostingbedrijven ziet de borging van het klantvertrouwen als een voorwaarde voor groei. De helft van de hostingproviders vindt certificering noodzakelijk voor dit vertrouwen.Verder ziet meer dan tweederde (68 procent) in certificering een manier om het klantvertrouwen te borgen. De helft (52 procent) vindt certificering noodzakelijk voor transparantie van de organisatie. Tegelijkertijd is het merendeel van de hosters (60 procent) van mening dat klanten ook zonder certificering prima in staat zijn een afgewogen keuze te maken voor een hostingdienst. De op de website vermelde kennis en ervaring zijn hiervoor voldoende. Hier onderscheiden zich DHPA-deelnemers van andere hosters. Onder DHPA-deelnemers wordt certificering vaker als onderscheidend gegeven genoemd. Overigens merkt 39 procent van de hosters op dat de complexiteit van certificering remmend werkt op de groei van de branche.
acquisitie
Het onderzoek van Mazars laat verder zien dat de sterke groei van de sector proactieve acquisitie bijna overbodig maakt. Bijna de helft van de klanten (47 procent) meldt zichzelf aan. Maar liefst 82 procent van de nieuwe klanten komt uit het bestaande netwerk. Daarnaast scoren online marketing en sales (62 procent) en netwerkevenementen (55 procent) hoog.
tekst: Hans Vandam
Een ruime meerderheid van de hosters (61 procent) geeft aan dat de organisatie positieve rendementen haalt uit investeringen in innovatie. Eveneens is bij de meeste hostingproviders (60 procent) innovatie verankerd in de organisatie en gekoppeld aan een heldere langetermijnvisie (56 procent). Des te opvallender is dat nog geen kwart (22 procent) van de providers meer dan de helft van hun brutomarge investeert in innovatie.
3
Platform services zorgen voor het grootste deel van de omzet.
Dienstenaanbod
3.1 Omzetverhouding diensten
Aangeboden diensten (aandeel totale omzet) Platform services
39%
Infrastructuur services
17%
Software services
14%
Overige diensten
11%
Datacenter services en co-locatie
11%
Ondersteuning
8%
0%
5%
10%
15%
20%
25%
30%
35%
40%
Vraag Kunt u aangeven in welke omzetverhouding u onderstaande diensten aanbiedt? Het gaat om diensten die integraal onder uw verantwoordelijkheid vallen.
45% n=72
Hostingmarkt 2012
B14023 / april 2012
Pag. 14
Afgelopen jaar diensten toegevoegd Software services
16%
Infrastructuur services
15%
Platform services
12%
10%
Datacenter services en co-locatie
10%
anders
michiel steltman, directeur van dhpa
7%
geen van bovenstaande
54% 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60% n=83
Beschikking certificeringen 19%
ISO 27001 14%
ISO 9001 8%
ITIL
8%
PCI 5%
NEN7510
4%
ISAE 3402 ISO 14001
3%
ISO 27002
3% 3%
SAS70 ISO 20000
2%
ISO 27000
2%
Privacy Audit Proof
2% 6%
anders
52%
geen van bovenstaande 13%
weet niet 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60% n=83
Aanbod buitenland Platform services
concurrentie
33%
Infrastructuur servicesk
De verwachting binnen de hostingbranche is dat er op het gebied van concurrentie niet veel gaat veranderen de komende jaren. Hosters zien vooral andere hostingproviders als belangrijke concurrenten. Datacenters en Google zijn respectievelijk tweede en derde. Deze top drie wordt gevolgd door softwareleveranciers, ISP’s, Amazon en Microsoft. Hostingproviders zien in specialisatie de enige overlevingsvorm van de hostingsector (63 procent). Tegelijkertijd signaleert 45 procent van de hosters dat ze zich nauwelijks van elkaar onderscheiden.
22%
Software services
19%
Datacenter services en colocatie
18%
Ondersteuning
17%
anders
“Sinds 2010 doen de Dutch Hosting Provider Association (DHPA) en Mazars onderzoek naar het reilen en zeilen in de hostingsector. Er is in die twee jaar al veel veranderd. Nog niet zo lang geleden werden hostingbedrijven vooral gezien als toeleveranciers voor de companywebsite. Maar anno 2012 is de online industrie zo groot dat de hostingsector van belang is geworden voor de gehele economie. Complete sectoren zijn nu afhankelijk van het goed en veilig functioneren van de door hosters geleverde online infrastructuur. Kortom: zonder een goed functionerende hostingsector staat tegenwoordig alles stil. Het onderzoek van 2012 geeft, in lijn met deze ontwikkelingen, een beeld van een stabiele en volwassen sector met heldere differentiaties in type dienstverlening, kwaliteit en prijs. Hierbij zijn de in vorige onderzoeken voorspelde bewegingen zichtbaar geworden. De opkomst van cloudservices draagt bij aan bredere acceptatie en aan het overall vertrouwen. Er is in toenemende mate sprake van specialisatie, en certificering en groene ict staan nog prominent op de agenda. De DHPA streeft als belangenbehartiger van de sector naar een continue professionalisering en naar ondersteuning van het positieve imago van de online branche. Bij die ambities past een voortdurende nieuwsgierigheid naar het belang van en de ontwikkelingen binnen de sector. Daarom zullen wij bewegingen en trends blijven onderzoeken.”
1%
ik bied geen diensten in het buitenland aan
45%
weet niet
omzet
4% 0%
10%
20%
30%
40%
50% n=83
Het merendeel van de hostingproviders (61 procent) had in 2011 een jaaromzet lager dan één miljoen euro. Het grootste deel van hun omzet
dcw juni | onderzoek
Ondersteuning
19
louis van garderen, partner en aandeelhouder mazars
“Het lijkt erop dat de grotere hostingproviders het pad van operational excellence zijn ingeslagen: stroomlijnen van bedrijfsprocessen, bouwen aan schaalgrootte, standaardiseren en certificeren van de dienstverlening, gestructureerde acquisitie en internationale oriëntatie. Zij maken een uitstekende kans zich te weer te stellen tegen de grote public-cloudproviders door zich te specialiseren in private-clouddiensten die appelleren aan de behoeften van het grootbedrijf en de overheid, met inachtneming van de hoge eisen aan security, privacy, schaalbaarheid en beheerbaarheid die ze daar stellen. En natuurlijk door in te spelen op de specifieke business requirements van de klant.Voor hen is een wereld te winnen bij de ontwikkeling van een goede, indirecte distributiestrategie.” halen hostingproviders uit het directe kanaal (71 procent). Daarnaast komt 18 procent van de omzet van value added resellers (VAR’s) en 7 procent van whole-saledistributeurs.
mazars hosting onderzoek
De Mazars Hosting Provider Survey is een jaarlijks onderzoek onder Nederlandse hostingbedrijven. Het onderzoek is uitgevoerd door onderzoeksbureau Blauw Research in opdracht van de Dutch Hosting Provider Association (DHPA) en Mazars. Aan het onderzoek van 2012 deden bijna honderd hostingbedrijven mee. ■
advertentie
IT-Infrastructuur van XS tot XXL.
KASTSYSTEMEN
STROOMVERDELING
KLIMATISERING
Aantal servers 2012 (n=83)
36%
20%
Omzet 8%
25%
11%
fysieke servers
2011 (n=95)
24%
20%
16%
23%
17%
61%
2012 (n=83)
39%
19%
4%
25%
10%
16%
6% 4%
14%
virtuele servers 2011 (n=95)
28%
0% 0 t/m 5
6 t/m 49
18%
20%
6%
40%
50 tm/ 99
33%
60%
100 t/m 999
15%
80% 1000 en hoger
100%
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
< 1 miljoen euro
1 – 2 miljoen euro
3 – 5 miljoen euro
11 – 20 miljoen euro
51 – 100 miljoen euro
weet niet
80%
90%
100%
6 – 10 miljoen euro n=83
In 2011 had 61 procent van de hostingproviders een jaaromzet lager dan één miljoen euro. advertentie
IT-INFRASTRUCTUUR IT-INFRASTRUCTUUR
SOFTWARE SOFTWARE & SERVICE & SERVICE www.rittal.nl
CMC III: verkrijgbaar in standaard of compacte versie
Rittal: slimme bouwstenen nodig voor monitoring ‘meten is weten, gissen is missen' is een oude timmermanswijsheid die ook geldt voor beheerders van moderne it-systemen. wie een goed overzicht heeft van alle cruciale meetwaarden, kan namelijk complexe systemen optimaal laten functioneren en zo het energiegebruik minimaliseren en een maximale betrouwbaarheid garanderen. de cmc iii-unit
22
Steeds meer organisaties onderkennen de voordelen van preventieve monitoring. Zo is toegangsbewaking van behuizingen cruciaal voor een optimale veiligheid en is monitoring ook nodig om een efficiënte klimaatbeheersing in IT-racks te realiseren. Daarnaast speelt monitoring een onmisbare rol bij detectie van knelpunten en minimalisering van elektriciteitsverbruik. In combinatie met bijvoorbeeld moderne EC-ventilatortechniek biedt monitoring nieuwe mogelijkheden voor energiebesparende maatregelen. Door te monitoren wordt de levensduur van componenten verlengd, de uitval geminimaliseerd, een aanzienlijke energiebesparing gerealiserd en de betrouwbaarheid van een IT-systeem gemaximaliseerd.
gemoedsrust
Hoe complexer het IT-systeem, hoe moeilijker het is om alle relevante parameters te overzien en hoe groter de kans dat een lokale storing of ongewenste temperatuurverhogingen tot uitval leidt. Alleen met accurate gegevens over de actuele werking van het IT-systeem is het mogelijk de kans op uitval te minimaliseren en een optimale energie-efficiëntie te realiseren. Rittal biedt een betaalbare en schaalbare monitoring-oplossing aan die de IT-beheerder zekerheid en gemoedsrust garandeert. Dankzij
deze CMC III-unit (computer multi control) weet hij altijd hoe het IT-systeem presteert en wordt hij tijdig gealarmeerd wanneer ergens in het systeem onregelmatigheden optreden. Een investering in de CMC III, verkrijgbaar in een compacte en een standaard versie, is in korte tijd terug te verdienen, omdat verspilling van energie kan worden voorkomen.
aansluitmogelijkheden
Eén van de belangrijkste verbeteringen van deze derde generatie monitoring-oplossing CMC III is het gebruik van een Canbus-protocol, waardoor meerdere sensoren in serie zijn te schakelen tot een lengte van 50 m. Dat betekent aanzienlijk lagere kosten voor bekabeling en installatie. Anders dan reguliere I/O-units, die afzonderlijk op de centrale processing-unit worden aangesloten, worden de Canbus-sensoren onderling serieel gekoppeld.Vandaar dat er slechts een beperkt aantal componenten nodig is om een maximaal aantal meldcontacten te monitoren. De intelligente CMC III processing-unit is standaard voorzien van deurdetectie via infraroodtechniek en van temperatuurmeting om de koudeluchttoevoer in het rack te monitoren. Beide modellen hebben twee digitale ingangen en een digitale uitgang. Op de CMC III compact kunnen maximaal vier sen-
soren worden aangesloten. Het monitoren van twee pdu’s of het bewaken van twee deuren is mogelijk. Bij de standaard CMC III zijn extra mogelijkheden ingebouwd. Deze unit beschikt over een SD-slot voor extra dataopslag en een usb-aansluiting voor het automatisch updaten van de CMC. Maximaal kunnen 32 sensoren (of een combinatie van sensoren en modules) worden aangesloten. Er kan ook worden gekozen om maximaal acht PSM-rails (bemeterde pdu’s) op de CMC III-module aan te sluiten om het energiegebruik te monitoren. Met de CMC III compact-uitvoering is de eerste stap in de wereld van professionele CMC-monitoring nu eenvoudig en goedkoop te nemen. Behalve met de twee digitale ingangen voor storingscontacten is deze uitvoering standaard voorzien van een temperatuursensor om het klimaat in de behuizing te bewaken en een infraroodsensor om de stand van de deur te monitoren. Er is tevens een geïntegreerde weben OPC-server voorzien. Tot begin september levert Rittal de CMC III compact inclusief een extra externe temperatuur-vochtigheidssensor, een power pack en een 1HE montage-eenheid.
f lexibele instellingen
De behuizing van de nieuwe generatie Rittal
tekst: auteur: van de redactie
dcw juni | management
van rittal biedt slimme bouwstenen om een rack of ruimte efficiënt te monitoren.
CMC III is eveneens herzien, waardoor deze geen plaats van andere componenten inneemt, of de unit nu in een schakelkast of in een serverrack wordt geplaatst. Door de processingunit eenvoudig in het frame van de schakelkast te bevestigen wordt geen kostbare ruimte op de montageplaat ingenomen. Doordat bovendien mechanische bewerkingen aan de deuren onnodig zijn, zijn installatie en configuratie van beide units in een handomdraai gebeurd. Voor elk afzonderlijke onderdeel dat wordt gemonitord kan de beheerder zelf instellen of deze een alarmering moet afgeven of dat een simpele melding kan volstaan. De opname in het netwerk, en de configuratie en inbedrijfstelling van de CMC III zijn met een laptop via een usb-aansluiting eenvoudig uit te voeren. Het is tevens mogelijk zonder voeding op locatie via de usb van de laptop de unit te voeden en alle instellingen door te voeren. Alle CMC III modules communiceren op basis van het SNMP-protocol en kunnen dus
op eenvoudige wijze in reguliere netwerken worden opgenomen. De integratie van data in remote-managementsystemen is eenvoudig, en kan via RiZone of MIB plaatsvinden. Verder zijn de units standaard voorzien van een geïntegreerde OPC-server die compatibel is met 99 % van alle bedieningsystemen.
workshops cmc iii monitoring
In het najaar van 2012 organiseert Rittal een reeks gratis workshops over CMC III monitoring, waarin (toekomstige) gebruikers in een volledig verzorgd dagdeel stap-voor-stap uitleg krijgen over het nut en de noodzaak van monitoring (met praktijkvoorbeelden) en over het gemak van het aansluiten, configureren en updaten van de CMC III-units. Verder wordt uitleg gegeven over de werking van de webinterface. Mocht er belangstelling voor zijn dan kan de workshop ook op locatie worden gegeven. Stuur dan een e-mail naar
[email protected] ■
advertentie
Intregratie van data in remotemanagementsystemen is eenvoudig.
REINIGEN, RECONDITIONEREN EN CONSERVEREN VAN KLIMAATTECHNISCHE INSTALLATIES
PROGREEN® CONDENSORCOATING Duurzaam elastisch Wering vuilaangroei Goed geleidend Alu-membraam Titaandioxide Zeer goede hechting en bescherming Watergedragen GROEN!
Kijk voor meer informatie op: WWW.CONPRO.NL Bunsenstraat 90 | 3316 GC Dordrecht | T 078 - 621 38 51
Conpro adv..indd 1
12-10-2010 13:16:15
Advies van Gartner aan datacentermanagers:
‘Meer aandacht nodig voor koeling en fysieke indeling’ datacenters staan de komende jaren onder forse druk. de capaciteitsbehoefte groeit in hoog tempo door, terwijl de investeringsbudgetten hooguit gelijk blijven. dat stelt adviesbureau gartner in een onlangs verschenen advies aan datacentermanagers. twee punten vallen in dit advies op: de it-laag en de technische infrastructuur zijn niet meer los van elkaar te zien en er moet veel aandacht – nog meer dan nu al het geval is – worden besteed aan koeling,
24
Wie de ‘key findings’ van adviesbureau Gartner op een rijtje zet, herkent onmiddellijk de enorme uitdaging waarvoor datacentermanagers de komende jaren staan: • de budgetten van datacenters groeien de komende jaren niet of nauwelijks en houden in elk geval zeker geen gelijke tred met de behoefte aan capaciteitsgroei; • de hoeveelheid data die het datacenter moet vastleggen, groeit de komende vijf jaar met 800 procent – 80 procent hiervan zal bestaan uit ongestructureerde data als e-mail; • tablets en andere mobiele apparaten zullen een aanvulling blijken te zijn op laptops en desktops en geen vervanging; • datacenters consumeren de komende jaren honderdmaal meer energie dan de kantoren die zij ondersteunen; • de kosten voor energie zullen de komende tijd zo sterk groeien dat zij even groot worden als de kosten voor datacenterapparatuur. Uit alle adviezen van Gartner blijkt één ding heel duidelijk: de traditionele scheiding tussen IT en de technische infrastructuur moet overboord. De huidige gescheiden aanpak leidt tot nauwelijks optimaal te noemen resultaten. Integratie van beide lagen zal veel betere resultaten geven.Vandaar dat Gartner in zijn adviezen IT- en facilitaire onderwerpen volledig door elkaar heen laat lopen.
sterke groei
Uitgangspunt van Gartner is dat de vraag waarmee vrijwel elk datacenter wordt geconfronteerd de komende jaren sterk door zal groeien. Er komen volop nieuwe ‘workloads’ bij, de systeembelasting die door de recessie wellicht iets was afgenomen, zal straks weer terugveren, terwijl overheden steeds meer eisen stellen aan informatie en de opslag ervan.
En dan is er natuurlijk nog de explosieve groei van de hoeveelheid data die zowel bedrijven als consumenten vastleggen. Die groei versnelt eerder dan dat deze afneemt, aldus Gartner. Dit leidt tot een groei in de storagecapaciteit die in veel datacenters op 40 procent of meer ligt. Tegelijkertijd is er geen sprake van groeiende budgetten. Om die groei te kunnen opvangen, moet dus geld binnen het bestaande budget worden gevonden. Dat kan alleen als andere taken goedkoper worden uitgevoerd of gekozen wordt voor slimme investeringen die ruimte in de begroting creëren. Die besparingen mogen echter geenszins ten koste gaan van de beschikbaarheid en beveiliging.
budgetontwikkeling
In afbeelding 1 is het resultaat te zien van een vraag naar de verwachte budgetontwikkeling die Gartner stelde tijdens een recent in Las Vegas gehouden datacenterconferentie. Het aantal deelnemers aan de conferentie bedroeg 2600. Een record, wat een duidelijk signaal is van enerzijds het belang van datacenters voor veel organisaties en anderzijds de uitdagingen waar datacentermanagers voor staan. Wat in deze afbeelding vooral opvalt, is dat groeiers en dalers elkaar in evenwicht houden. Opmerkelijk is overigens het aantal datacentermanagers dat een daling van hun budget met 6 procent of meer verwacht. Dat lijkt in eerste instantie wellicht een negatief uitzicht, maar daar plaatsen analisten van Gartner toch vraagtekens bij. Het zou namelijk ook kunnen dat we hier te maken hebben met ‘early adopters’ van cloud computing. Die kunnen – zo is de verwachting althans – na verloop van tijd lagere IT-kosten verwachten, doordat zij minder in eigen datacenters hoeven te investeren en vaker op een abonnementenmodel overstappen. Het is echter nog te vroeg om met zekerheid vast te stellen
tekst: hans vandam
dcw juni | management
luchtstroommanagement en de fysieke indeling van de zalen.
belangrijkste problemen
Dat geld zal hard nodig zijn om werk te gaan maken van de in afbeelding 2 genoemde belangrijkste uitdagingen waarvoor datacentermanagers zich geplaatst zien. De belangrijkste vier probleemgebieden in volgorde van belangrijkheid zijn: 1. Ongebreidelde datagroei – Er lijkt geen rem te zitten op de hoeveelheid data die bedrijven en consumenten vastleggen. Op zich is dat geen probleem, meer vraag naar opslagcapaciteit kan immers eenvoudig worden ingevuld door meer storage-apparatuur aan te schaffen. Hier is echter in veel datacenters niet of nauwelijks geld voor. Extra probleem hierbij is dat de data niet één keer maar meerdere malen moeten worden vastgelegd zodat in back-up en archivering kan worden voorzien. Daarom adviseert Gartner een afgewogen aanpak te volgen: een combinatie van extra capaciteit en het maximaliseren van de benutting van bestaande opslagcapaciteit. 2. Gebrek aan ruimte, koelvermogen en stroom – De technische infrastructuur vormt voor steeds meer datacenters een probleem. Er is geen vloeroppervlakte meer vrij, de gekozen koelmethoden kunnen de warmteproductie niet meer bijbenen, terwijl de beschikbaarheid van stroom ook steeds meer een probleem begint te vormen. Maatschappelijk gezien toch wel lastig te verkopen is de constate-
ring dat een gemiddeld datacenter inmiddels honderd keer zoveel stroom verbruikt als de kantoren die door het datacenter worden ondersteunt. Een getal waar Greenpeace en vergelijkbare organisaties wel raad mee weten. Maar het is ook een financieel probleem, omdat energie alleen maar duurder wordt.Wellicht dat met de komst van DCIM-pakketten (datacenter-infrastructuurmanagement) er meer grip op de technische infrastructuur ontstaat. Voor Gartner is het in elk geval duidelijk dat datacenters tot nu toe te weinig aandacht aan dit soort onderwerpen hebben geschonken. Daarom is het voor veel datacenters van cruciaal belang dat op korte termijn een aantal maatregelen wordt genomen die de problemen rond koeling en energievoorziening wegnemen. Wie slim is, combineert die twee doelstellingen: koelen kost immers relatief veel energie. Het ruimteprobleem kan deze gecombineerde doelstelling echter weer in negatieve zin doorkruizen. Een van de weinige oplossingen voor het gebrek aan ruimte is kiezen voor high density en bladeservers. Highdensity-racks vormen echter nog wel een uitdaging op koeltechnisch gebied. 3. Wel of niet naar de cloud? – Gartner geeft onmiddellijk toe dat niet de suggestie moet worden gewekt of bedrijven zelf kunnen kiezen of zij wel of niet ‘naar de cloud gaan’: elk bedrijf gaat de komende
De vast te leggen data blijven groeien.
dcw juni | management
of die conclusie klopt. Gartner maakt zich duidelijk zorgen over de gemiddelde budgetontwikkeling. Nulgroei is niet voldoende om de huidige datacenterinfrastructuur op peil te houden, laat staan dat er ruimte zou zijn voor nieuwe initiatieven. Het adviesbureau doet dan ook een dringend beroep op datacentermanagers om heel goed te kijken waar budgettaire ruimte te winnen valt door efficiënter te werken.
25
dcw juni | management 26
jaren cloudservices inschakelen. Het punt is veel meer: wat is daarvan de impact op het eigen datacenter? Het is veel te simpel om te stellen dat bij gebruik van cloud we ‘dus’ geen eigen datacenter nodig hebben. Het zal altijd gaan om een mix van beide voorzieningen, die bovendien ook nog eens goed moeten kunnen samenwerken. Voeg daarbij dat veel enterprisedatacenters zelf ook als cloudprovider zullen gaan optreden en het is duidelijk dat er vooralsnog meer vragen dan antwoorden zijn op dit gebied. Datacentermanagers doen er goed aan dit soort discussies zelf aan te zwengelen of in elk geval nadrukkelijk te volgen en invloed op uit te oefenen. 4. Wat heeft de business komende jaren nodig? – Eigenlijk is dit punt een samenvoeging van twee problemen: modernisering van legacyapplicaties en nieuwe behoeften van de business. In de praktijk zijn deze twee problemen echter sterk met elkaar verweven. Hier spelen verschillende onderwerpen door elkaar. Virtualisatie bijvoorbeeld om bestaande applicaties te kunnen loskoppelen van de onderliggende hardware. Ook de snelheid waarmee nieuwe applicaties kunnen worden ontwikkeld of ingevoerd speelt hier een rol. Net als het feit dat de business vandaag een behoefte voelt en morgen al een goed werkend systeem wil hebben.
De verwachte budgetontwikkeling.
overvolle agenda
Datacentermanagers hebben een overvolle agenda. De bestaande infrastructuur moet blijven ‘draaien’, maar tegelijkertijd is het van groot belang dat zij zich voorbereiden op de toekomst. Want een ding is wel duidelijk: de aanpak die tot nu toe is gevolgd, voldoet niet langer. Er is vanuit het datacenter onvoldoende zicht op de eisen en wensen van de business. Capaciteitsplanning is hierdoor heel lastig. Bovendien bestaat
Belangrijkste uitdagingen voor datacentermanagers.
MAAK UW DATACENTERINFRASTRUCTUUR KLAAR VOOR DE CLOUD.
THAT’S THE
er nog altijd een sterke scheiding tussen IT en facilitair. Als die ergens een negatieve invloed heeft, is het wel in het datacenter. IT- en technische infrastructuur zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden en de een versterkt de ander. Althans: in het ideale geval. Maar al te vaak levert het gebrek aan samenwerking en communicatie een verzwakking op. Ook dit probleem staat – terecht – op de agenda van de datacentermanager.
CRITICAL DIFFERENCE.
vier aanbevelingen
1. Voor de korte termijn is het van cruciaal belang dat datacentermanagers veel aandacht besteden aan de technische infrastructuur van hun datacenter. Denk dan aan koeling, luchtstroommanagement en het optimaal indelen van de beschikbare vierkante meters. Tegelijkertijd doen datacentermanagers er goed aan een langetermijnplanning te maken hoe zij hun datacenter op de langere termijn willen ontwerpen en indelen. Belangrijke doelstellingen bij die langetermijnplanning moeten volgens Gartner zijn: flexibiliteit, schaalbaarheid van de technische infrastructuur en efficiëntie. 2. Het is niet de taak van het datacenter om de groei van de hoeveelheid vast te leggen gegevens in te dammen of te beperken. De opdracht aan datacentermanagers is te zorgen dat de hoeveelheid data die de business wenst vast te leggen via storage en een goed beheer daarvan ook daadwerkelijk kan worden opgeslagen. Daarbij moet het vooral gaan om het maximaliseren van de hoeveelheid opgeslagen data per vierkante meter. Ook heel belangrijk: de datacentermanager is verantwoordelijk voor businesscontinuïteit en zal dus moeten zorgen voor een gegarandeerde beschikbaarheid. 3. Nog veel meer dan nu het geval is, zullen datacentermanagers moeten zorgen dat afdoende security-maatregelen zijn genomen en goede richtlijnen voor het gebruik van tablets en andere mobiele apparaten. 4. Gebruik technieken als business impactanalyse om te bepalen welke rol cloud computing in het datacenter moet spelen. ■
kernvraag is: wat heeft de business de komende jaren nodig?
Emerson. Consider it Solved., Emerson Network Power and the Emerson Network Power logo are trademarks and service marks of Emerson Electric Co. ©2012 Emerson Electric Co. All rights reserved.
De voorheen strikte scheiding tussen de IT-laag in een datacenter en de technische infrastructuur lijkt steeds meer doorbroken te worden; de een kan nu eenmaal niet zonder de ander. Daarom adviseert adviesbureau Gartner datacentermanagers om de volgende vier maatregelen te nemen:
Emerson beschikt over de meest uitgebreide technologie en ervaring op het gebied van IT-infrastructuur, waarmee we u een vliegende start kunnen bieden.
Bent u er klaar voor? Ga dan naar www.EmersonNetworkPower.eu
Gebruik highdensity-servers vraagt innovatieve aanpak
40 kW koeling of meer nodig highdensity-servers bieden een uitstekende performance per watt. afhankelijk van de plek in het datacenter kunnen ze echter voor koelingsproblemen zorgen. er komen op dit moment servers op de markt die meer dan 40 kw koeling per rack nodig hebben, terwijl de meeste datacenters hooguit 2 kw kunnen leveren. er is dus een innovatieve aanpak nodig om hdservers te kunnen gebruiken. in een whitepaper van apc wordt ingegaan op de toenemende
28
Bladeservers gebruiken minder stroom dan traditionele servers. Dicht op elkaar in een rack gemonteerd, kunnen ze door de toegenomen stroomvraag en de af te voeren warme lucht oorzaak zijn van te hete plekken in sommige datacenters. Het is niet waarschijnlijk dat een traditioneel datacenter, met Crac-units (computer room air conditioning) die vanuit een verhoogde vloer zorgen voor een koele luchtstroom, in staat zullen zijn meer dan 3 kW koeling te leveren aan een rack – ongeacht het aantal units, de capaciteit ervan en de hoogte van de vloer. Nog lager ligt de maximale koelingscapaciteit die aan een rack kan worden geleverd bij gebruik van ‘flooded-aisle’
Een 'gezondheidscheck' doen.
luchtdistributie over een niet verhoogde vloer. Er komen momenteel rackgebaseerde koeloplossingen op de markt die meer dan 10 kW per rack kunnen leveren. Dat is echter nog maar een kwart van de 40 kW die nodig is voor een rack met hd-servers.
checklist
Bij het ontwerpen van een koelsysteem voor een datacenter is de doelstelling een vrije baan te creëren vanaf de koudebron tot de inlaat van de servers. Datzelfde geldt voor de warme luchtstroom vanuit de servers naar de luchtinlaat van de Crac. Er is echter een aantal factoren dat deze doelstelling negatief kan beïnvloeden. De vraag is wat de hoofdoorzaken van inefficiëntie zijn en hoe deze zijn op te lossen. En hoe kunnen datacenters de eisen, die de koelcapaciteit ver te boven gaan, aanpakken zonder ingrijpende verbouwingen. Het is belangrijk eerst een soort ‘gezondheidscheck’ te doen, waarmee potentiële fou-
ten in de infrastructuur van de koeling kunnen worden gevonden. Op de checklist moeten in elk geval staan de maximale koelcapaciteit, de Crac, chillerwater/condenserloop, de temperatuur in de ruimte en in de racks, de luchtstroom in de racks, de snelheid waarmee de lucht uit de openingen in een verhoogde vloer stroomt, de plaatsing van deze openingen en de toestand van de vloer daaronder. The Uptime Institute constateerde dat meer dan de helft van de door hen bezochte datacenters operationele tekortkomingen in het koelsysteem had. Een aantal ervan werd veroorzaakt door inadequaat onderhoud, zoals vuile of geblokkeerde coils die de luchtstroom verstikten, niet (goed) functionerende sensors en zelfs omgewisselde warme en koude luchtkanalen. Daarbij zal het duidelijk zijn dat alleen een goed doorgevoerd en uitgevoerd onderhoudsplan optimale prestaties van het koelsysteem mogelijk maakt.
tekst: hans lamboo is journalist
dcw juni | high-density
problemen rond koelingsefficiëntie en power density in bestaande datacenters.
oorzaak en oplossing
Ongebruikte verticale ruimten in rackkasten zorgen dat de warmte uit de uitlaat van de apparatuur een kortere route neemt naar de inlaat van de apparatuur. Deze vrije recycling van hete lucht verwarmt de apparaten onnodig. Gebruik altijd blinde panelen om de open ruimten in de voorzijde van het rack af te sluiten; dat zorgt voor de juiste luchtstroom. Dit advies wordt echter vaak genegeerd en is de hoofdoorzaak van oververhitting. Slechte bekabeling in het rack kan ook een hindernis zijn van de luchtstroom. Als voortdurend IT-apparatuur in hetzelfde rack wordt geplaatst of er uitgehaald, veroorzaakt dat vaak rommelige bekabeling. Onnodige kabels moeten worden verwijderd, de datakabels moeten op de juiste lengte worden gebracht en waar nodig moeten patchpanels worden gebruikt. In datacenters met een verhoogde vloer wordt de ondervloer gebruikt als plenum om te zorgen dat er een pad is voor de koele lucht, zodat die van de Crac-units uit de roosters of geperforeerde tegels voor de racks stroomt. De ondervloer wordt echter vaak ook gebruikt voor koelbuizen, netwerkkabels en soms water- of branddetectieapparatuur en blusinstallaties. In de ontwerpfase wordt de hoogte van de vloer gespecificeerd zodat de koele lucht met de juiste snelheid op de juiste plaatsen uit de vloer komt. Het voortdurende bijplaatsen van racks en servers zorgt voor steeds meer stroom- en netwerkkabels. Vaak worden de oude racks en servers verplaatst, maar blijft de oude bekabeling ongebruikt op de ondervloer liggen. Dit
komt vooral voor bij centers voor co-locatie of telehousing met veel klantwisselingen. Alle ongebruikte kabels op de ondervloer belemmeren de luchtstroom en hebben dus een negatieve invloed op de koelcapaciteit. Het is beter de bekabeling niet op de ondervloer, maar in een behuizing tegen de onderkant van de bovenvloer aan te leggen. Op die manier kan het plenum zijn werk doen. Ook gaten in de vloer, bijvoorbeeld ontbrekende of beschadigde tegels, moeten worden gedicht om valse luchtstromen te voorkomen.
hd-servers
Als er te veel racks met hd-servers te dicht op elkaar staan, verliezen de meeste koelsystemen effectiviteit. Het is beter dit soort racks te verspreiden over het datacenter. Het volgende voorbeeld illustreert de werking van deze aanpak. Een datacenter heeft de volgende specificaties: ruimte onder verhoogde vloer (plenum): 465 m2 hoogte van de vloer: 76 cm ups load: 560 kW gemiddelde rackruimte: 116 m2 aantal racks: 200 waarvan hd-racks: 5 gemiddelde power density in het datacenter: 1,2 kW/m2 gemiddelde power density per rack: 2,8 kW De vijf hd-racks zijn samen op één rij in het datacenter geplaatst (afbeelding 1a). Rekening
houdend met gangen en Crac-units en aannemende dat de racks ongeveer een kwart van de beschikbare vloerruimte innemen, komt de gemiddelde rackdensity uit op 2,8 kW. Op basis van de afmetingen van de ruimte onder de verhoogde vloer, met ingecalculeerd de netwerk- en stroombekabeling daarin, zal de koelingscapaciteit niet boven de 3 kW per rack uitkomen. Als elk van de vijf hd-racks een load heeft van 10 kW en de andere 195 ‘gewone’ racks van 2,6 kW, bedraagt het totale gemiddelde per rack 2,8 kW. Dat ligt dus nog onder de maximale capaciteit van 3 kW per rack. De gemiddelde load voor de hd-racks komt echter uit op 10 kW per rack, wat de bestaande koelingscapaciteit ver te boven gaat. Een alternatief is de vijf hd-racks te verspreiden over de datacentervloer (afbeelding 1b). Op die manier kunnen de hd-racks ongebruikte koelingscapaciteit van de andere racks als het ware ‘lenen’. Deze vlieger gaat natuurlijk niet op als de andere racks hun volledige koelcapaciteit verbruiken.
warmte- en koudegangen
De meeste rackservers zuigen lucht in aan de voorzijde en blazen lucht uit aan de achterkant. In veel datacenters staan de racks op rijen met de voorzijde naar dezelfde kant gericht (afbeelding 2a). Zo komt de warme lucht uit rij 1 terecht in de gang tussen de rijen waar het zich vermengt met de koude lucht die wordt aangezogen door de servers in rij 2. Deze servers krijgen dus warmere lucht binnen dan
dcw juni | high-density
Verwijder onnodige kabels.
29
bedoeld – een effect dat zich herhaalt bij rij 3 en 4. Vooral deze laatste rij krijgt het zwaar te verduren en defecten zijn onvermijdelijk. Beter is het om warmte- en koudegangen aan te leggen, zoals te zien is in afbeelding 2b. De koudegangen (cold aisles) worden gevormd door de verhoogde vloer met roosters en de racks worden zo geplaatst dat alle servers met de voorkant naar de koudegang gekeerd staan. Aan de achterzijde blaast de warme lucht in warmtegangen (hot aisles) .
dcw juni | high-density
crac’s in lijn
30
De Crac-units moeten in lijn worden gebracht met de warmtegangen om de koelefficiëntie te optimaliseren. In afbeelding 3a is een doorsnee inrichting van een computerruimte te zien, waarbij de Crac-units netjes op gelijke afstand langs de buitenwanden zijn geplaatst. De twee units aan de linker- en rechterwand bevinden zich echter veel te dicht bij de koudegangen, waardoor de lucht langs de vloeropeningen stroomt. Het is beter deze Crac-units aan de andere buitenwanden te monteren tezamen met de andere. In afbeelding 3b is dit gedaan: de Crac’s hangen nu in lijn met de warmtegangen. Traditioneel gezien wordt ervan uitgegaan dat de Crac-units in lijn moeten zijn met de koudegangen, omdat er dan een luchtstroom naar de vloeropeningen ontstaat. Analyses volgens de moderne CFD (computational fluid dynamics) hebben echter aangetoond dat de lucht uit de warmtegangen onderweg naar de Crac’s over de racks heen stroomt naar de koudegan-
gen. Hierdoor ontstaat een mix van warme en koude lucht die de temperatuur van de aangevoerde koude lucht naar de servers omhoog brengt. Het in lijn brengen van de Crac-units met de warmtegangen is vooral bij een koelsysteem via een verhoogde vloer van groot belang.
in- en uitlaten
De opstelling van de racks en de luchtstromen er omheen zijn belangrijke factoren om de koelcapaciteit optimaal te benutten. Maar ook vloeropeningen op de verkeerde plaatsen kun-
De Crac's hangen in lijn met de warmtegangen.
nen een ongewenst mengsel van warme en koude lucht veroorzaken dat vervolgens naar de racks wordt aangevoerd. Fout geplaatste inof uitlaatopeningen komen helaas veel voor en kunnen alle voordelen van warmte- en koudegangen volledig teniet doen. Het is uiterst belangrijk om de uitlaatopeningen ze dicht mogelijk bij de inlaat van de apparatuur te plaatsen. Daardoor blijft de lucht in de koudegangen zo koud mogelijk.Voor zowel koelsysteem in een verhoogde vloer als langs het plafond geldt, dat de uitlaten van koude lucht alleen in de koudegangen worden aangebracht. Bovendien moeten uitlaten in (tijdelijk) niet-gebruikte gedeelten van het datacenter zoveel mogelijk worden afgesloten. Ze voeren immers koude lucht aan naar de Cracunits, waardoor de ontvochtiging toeneemt en de prestaties van de Crac’s minder worden. Ook voor luchtinlaten geldt, dat ze zo dicht mogelijk bij de uitlaat van de apparatuur moeten worden geplaatst, om de afvoer van warme lucht te optimaliseren. Soms wordt een verlaagd plafond als plenum gebruikt om de warme lucht af te voeren, wat het gemakkelijk maakt de inlaten in lijn te brengen met de warmtegangen. Is sprake van een hoog, open, ‘bulk return’ plafond, dan is het het beste om de inlaten van de Crac’s zo hoog mogelijk aan te brengen.
luchtstroom beïnvloeden
In het geval dat de gemiddelde koelcapaciteit voldoende is, maar er op bepaalde plekken te veel warmte ontstaat door het gebruik van hd-
richt zich op de afvoer van warmte en elimineert de zorg om toereikende voorziening van koude lucht uit vloerroosters. Door het in rijen opstellen van de koelapparatuur wordt de warmte opgenomen en geneutraliseerd voordat het zich vermengt met de lucht in de ruimte. Dit zorgt voor meer voorspelbare koeling van IT-apparatuur. In afbeelding 4 wordt een voorbeeld getoond van een rij-gebaseerde architectuur. Om de efficiëntie en voorspelbaarheid van een rij-gebaseerd systeem te verbeteren, kunnen bepaalde (rijen van) racks worden onderge-
bracht in afgesloten behuizingen (containments). Deze ‘self-contained high-density cooling’ systemen zijn bedoeld om te worden geïnstalleerd in een datacenter zonder effect te hebben op de andere racks en bestaande koelsystemen. Dergelijke systemen zijn qua temperatuur ‘ruimte-neutraal’. Ze nemen warme lucht weg van de IT-apparatuur en voeren koele lucht aan in de ruimte of afgesloten kast. Warme lucht in afgesloten ruimten neemt echter snel in temperatuur toe. Hierdoor is de lucht die wordt teruggevoerd naar de rij-gebaseerde koelsystemen warmer, wat de efficiëntie van het systeem vergroot. Het neemt ook de problematiek van het vermengen van warme en koude lucht volledig weg. Voor hd-zones kan een warmtegangcompartiment (hot aisle containment system, Hacs) worden geïnstalleerd. Plafondpanelen bedekken de bovenkant van de rij, en de gang wordt afgesloten door deuren. De warme lucht uit de servers (tot wel 60 kW per rack) komt terecht in de afgesloten ruimte en wordt naar het koelsysteem gezogen om vervolgens op de gewenste koele temperatuur weer te worden teruggevoerd naar de afgesloten ruimte. In een Racs (rack air containment system) zijn één of meer rij-gebaseerde koelsystemen gekoppeld aan de IT-behuizing om zo het maximale te halen uit de afvoer van warmte en de toevoer van koude lucht (tot 60 kW per rack).
Deze systemen zijn qua temperatuur ruimte-neutraal.
meer informatie
rij-gebaseerde koelarchitectuur
Naarmate de vraag naar stroom en koeling in een rack toeneemt, wordt het steeds moeilijker om met vloerroosters alle servers te voorzien van een consistente stroom koude lucht. Een koelarchitectuur die uitgaat van in rijen geplaatste racks (row-based cooling architecture)
The Uptime Institute: www.upsite.com ■
dcw juni | high-density
racks, dan kan de koeling worden verbeterd door ventilatieapparatuur aan te brengen. Deze kan de koelcapaciteit verhogen tot waarden tussen 3 en 8 kW. Apparaten, zoals de ADU (air distribution unit) ‘lenen’ als het ware lucht van aangrenzende racks. Zoals met alle apparatuur die de luchtstroom beïnvloedt, moet erop worden toegezien dat het gebruik ervan niet leidt tot oververhitting van de aangrenzende racks. De ADU’s passen in het onderste compartiment van de racks en sturen de koele lucht verticaal door het rack heen, waardoor een koudegordijn ontstaat tussen de servers en het paneel aan de voorkant. Belangrijk is ongebruikte slots af te sluiten met blinde platen, waardoor een nieuw plenum ontstaat. Bij hogere density’s kan het achterpaneel worden verwijderd en vervangen door een ARU (air removal unit). Warme uitlaatlucht die normaal zou worden uitgestoten naar de warmtegang, wordt nu verzameld en naar boven gestuwd, en vervolgens geleid naar het uitlaatplenum. Dit elimineert hercirculatie in het rack en verbetert de efficiëntie en de capaciteit van de Crac-units. Ook hier geldt: sluit ongebruikte slots af met blinde platen.
31
Datacenters presteren beter door integraal beheer als in een datacenter de facilitaire en ict-infrastructuur niet optimaal op elkaar zijn afgestemd, kan dat storingen veroorzaken. storingen die vaak eenvoudig te voorkomen zijn.
verouderde ups- en koelsystemen
De meest gangbare oorzaken van uitvaltijd in een datacenter zijn defecte ups-accu’s en overschrijding van de ups-capaciteit. Rond 2015 verbruikt een rek in een datacenter naar verwachting gemiddeld 12,0 kW.Ter vergelijking: tussen 2006 en 2009 lag de gemiddelde capaciteit per rek tussen de 6,0 en 7,4 kW. Dit betekent aanzienlijk hogere eisen op het gebied van ups-capaciteit en stroomvoorziening. Hierdoor ontstaat een grotere warmteontwikkeling en is meer koeling nodig. De meeste datacenters en bedrijven vervangen hun servers elke drie jaar. Bij koel- en ups-systemen is dit soms wel twintig jaar. Bij zo’n langdurig gebruik moeten de servers dan ook toekomstvast en vooral schaalbaar zijn. Modulaire oplossingen zijn dan een oplossing.
dcw juni | opinie
te veel water
32
Water is de oorzaak van ruim een derde (35 procent) van alle ongeplande onderbrekingen. Het gaat hierbij niet altijd om lekkende kleppen. Vaak komt het door het morsen van koffie of frisdrank. Oplossing: controleer de kleppen, maar laat vooral geen dranken toe bij IT-apparatuur.
neuwe servers
Veel datacentermanagers zien in consolidatie en virtualisatie een mogelijkheid energie te besparen. Dit gaat niet altijd op. Weliswaar kan virtualisatie het aantal benodigde servers aanzienlijk verminderen, maar het leidt vaak niet tot enorme energiebesparingen. Nieuwe, gevirtualiseerde servers – vooral krachtige bladeservers – gebruiken soms wel vier tot vijf keer zoveel energie als servers van de vorige generatie. Zorg dus dat de infrastructuur de energie- en koelingsbehoeften van deze nieuwe servers ondersteunt.
monitoring
IT-managers hebben meer dan ooit tevoren zicht op wat er in hun datacenters gebeurt.Velen van hen zien echter op tegen het bekijken en interpreteren van de stortvloed van gegevens die ze tot hun beschikking hebben. Dit komt doordat datacentermanagers werken met gemiddeld vier verschillende softwareplatformen. Dit maakt monitoring en rapportage tot een zeer tijdrovende klus. Eén enkel monitoring- en beheerplatform is hiervoor de oplossing. De huidige DCIM-oplossingen (datacenter-infrastructuurmanagement) consolideren informatie en helpen om de infrastructuur proactief te beheren. Dit verbetert de beschikbaarheid en de energie- en operationele efficiëntie.
verkokering
De IT-afdeling houdt zich logischerwijs bezig met ict. HVAC (heating, ventilation, air conditioning) zijn in veel organisaties ondergebracht bij de facility-afdeling. Die verkokering maakt de noodzakelijke afstemming een lastig proces, met als gevolg onnodige storingen. Er zijn DCIM-oplossingen op de markt, die de kloof overbruggen tussen ict en facilitaire voorzieningen. Dit voorkomt dergelijke storingen. Investeren in een optimaal ups- en stroomvoorzieningsysteem dat is afgestemd op de belasting, is essentieel voor datacenters. Daarnaast zijn integratie van fysieke en IT-infrastructuur, en betere mogelijkheden voor DCIM noodzakelijk. In het huidige economische klimaat is er een grote terughoudendheid om te investeren. Het laten aankomen op uitval van een datacenter is echter vele malen kostbaarder. ■
tekst: ben de brauwer, managing director benelux van emerson network power
Het uitvallen van een datacenter heeft vaak grote financiële en zakelijke gevolgen. Volgens recent onderzoek kost uitval een organisatie gemiddeld zo'n 3.800 euro per minuut. Dat is bijna 228.000 euro in slechts één uur tijd. Betere integratie van monitoring en afstemming voorkomt niet alleen storingen, ze verbetert ook de prestaties van een datacenter. De vijf belangrijkste oorzaken van datacenterstoringen.
column
Afspraken; soms zijn ze in tien seconden gemaakt en soms komen ze gewoon niet rond. Vorige week probeerde ik met iemand een afspraak te maken. Elke keer als de afspraak bijna rond was, dan kon zijn collega niet. Wat er ook werd voorgesteld, we kwamen er niet uit. Dan bepalen de wens, standvastigheid en prioriteiten of de afspraak er komt. Nog uitdagender is het om een afspraak op korte termijn te plannen tussen vier bedrijven, die ook nog eens geografisch verspreid zijn. Er zijn online tools, zoals datumprikker.nl om dit op elkaar af te stemmen, maar vaak is het resultaat een afspraak ver in de toekomst. Een oplossing is steeds vaker een teleconferentie of online vergaderen. Bij een online vergadering is het mogelijk te vergaderen alsof je bij elkaar zit. Ruimten kunnen worden ingericht alsof de deelnemers aan één tafel zitten. Met de juiste software, een simpele microfoon, eventueel een webcam en een computer bereik je bijna hetzelfde resultaat als een ‘offline’ vergadering. Door te kiezen van welke deelnemer het beeldscherm voor iedereen zichtbaar is, wordt informatie eenvoudig gedeeld. Afgezien van het feit dat afspraken zo makkelijker in te plannen zijn en tijd wordt bespaard, is het ook nog eens duurzaam, omdat de auto stil blijft staan! Hoewel apparatuur voor online vergaderen een mooie toevoeging zou zijn voor de EIA-regeling, staat persoonlijk afspreken, wat mij betreft, bovenaan! Arthur Singendonk
activiteiten 21 september 26 oktober 6 november
Ledenbijeenkomst bij Terremark Sprekersoverleg + presentatietraining voor leden IT Room Infra Event – De Kuip
contactgegevens it room infra:
FHI, federatie van technologiebranches, Eline Hazeleger (
[email protected]), T: (033) 465 75 07, www.itroominfra.nl
gebouw automatisering en it room infra
Het bestuur is officieel geïnstalleerd, de statuten zijn gedeponeerd, de Nederlandse brancheorganisatie voor Gebouw Automatisering is een feit. Sinds 1 januari 2012 is het officieel. FHI is één van de initiërende partijen en voert het secretariaat en management van de vereniging. De organisatie omschrijft zichzelf als ‘een netwerk van bedrijven in de primaire waardeketen van gebouwautomatisering, die gezamenlijk belang hebben in het ontwikkelen van de markt voor geïntegreerde gebouwgebonden automatisering’. De verwachting is dat dit kalenderjaar ten minste vijftig bedrijven zich zullen aansluiten, leveranciers van gebouwcomputers, subsystemen en gespecialiseerde systemintegrators en adviesbureaus. Onder de eerste dertig leden bevinden zich de belangrijkste marktpartijen, waarmee een solide basis is verzekerd...
uitdagingen
Duurzame waarde met efficiëntie in de keten, dat is waar de branche gebouwautomatisering voor staat. Het minimaliseren van energiekosten, het efficiënt beheren van installaties en een solide businessmodel zijn drie belangrijke focuspunten bij gebouwautomatisering. Een server en/of computerruimte is binnen een gebouw een ruimte waaraan per vierkante meter verhoudingsgewijs veel aandacht en geld wordt besteed. Een ruimte die veel kost, neemt per definitie een belangrijke plaats in het verdienmodel van de hele keten in, van ontwikkelaar tot en met de gebruiker van een gebouw. Op 6 november 2012 vindt in stadion De Kuip het volgende IT Room Infra Event plaats, een initiatief vanuit de branchevereniging IT Room Infra. Centraal in het programma staan probleemstellingen en/of uitdagingen van IT-managers. Hoe kunt u 15 procent besparen op energieverbruik van pompen die worden aangedreven door IE3 motoren? Hoe krijgt u een nauwkeurig inzicht in stroomverbruik en een efficiënt energiemanagement? Zomaar twee probleemstellingen die terug komen in het programma van IT Room Infra, maar titels die ook op een seminar over gebouwautomatisering niet zouden misstaan. De ‘sense of urgency’ is bij datacenters hoger, zij hebben door de overheid strenge eisen opgelegd gekregen wat betreft het energieverbruik. Maar hoe lang gaat het duren voordat alle gebouwen regels opgelegd krijgen over het energieverbruik?
samenwerking
Twee branches, twee aparte verenigingen, gezamenlijke uitdagingen en elkaar aanvullend in oplossingen en expertise, met FHI als verbindende factor. De beide besturen onderzoeken nu mogelijkheden om voor de leden een gezamenlijke bijeenkomst te organiseren of elkaar voor bijeenkomsten uit te nodigen. Opportunity knocks! Meer informatie over de Nederlandse Brancheorganisatie voor Gebouw Automatisering en de leden: www.gebouwautomatisering.org
dcw juni | it room infra
IT: duurzaam afspreken
33
Cloud computing duurzaam? Of toch niet?
moet toch wel duurzaam zijn? tel je winst maar uit: een lokale itinfrastructuur wordt ingeruild voor infrastructuur en service op afstand, waardoor geen server of serverpark meer nodig is. dat klinkt goed, maar is dat ook zo? tno deed onderzoek naar de groene aspecten van
dcw juni | column
cloud computing,
34
waaruit blijkt dat cloud computing niet per se duurzaam is. Yvonne Keijzers publiceert regelmatig over onderwerpen op het gebied van duurzame werkomgevingen. Zij is onder andere initiatiefnemer van DuurzamerWerken (http://www. duurzamerwerken.nl) en de Linkedin Groep Duurzaam Kantoor.
De stijgende energieprijzen en het toenemend belang van maatschappelijk verantwoord ondernemen betekent voor steeds meer bedrijven dat zij op zoek gaan naar efficiënter en effectiever energiegebruik. Het ‘laag hangende fruit’, zoals verlichting, mobiliteit en ict, zijn vaak de eerste bedrijfsonderdelen waar energiebesparingen, en dus ook CO2-besparingen te halen zijn. Het ligt dan voor de hand ook te kijken of er besparingen te halen zijn in de energieslurpende datacenters.Vaak is dat het geval, want energiezuinigheid was tot voor kort absoluut geen issue bij de bouw van datacenters. Alleen al eens het kritisch bekijken van de koeling, of de mogelijkheid warmte die vrijkomt te hergebruiken, levert dan ook al snel winst op.
cloud niet per se groen
Uit het onderzoek ‘Cloud computing: grijs of groen?’ van TNO blijkt dat cloudoplossingen aanzienlijk kunnen variëren in hun energie-efficiëntie. Dus de groene claim geldt niet altijd. Het energiegebruik van een cloud is afhankelijk van de efficiëntie van de ict-middelen die worden gebruikt. En ja inderdaad, alleen al het gebruik van cloud computing betekent vaak een efficiëntieslag. Maar om te roepen dat cloud computing per se duurzaam is, gaat een stap te ver. Een groene cloud is wel degelijk mogelijk, maar dan moet de CIO eisen durven te stellen aan de cloudaanbieder. Ik zou wel eens willen weten hoeveel CIO’s hun cloudleverancier vragen stellen over de uitstoot van zijn energiegebruik. Hoeveel CIO’s
willen weten of die energie wordt opgewekt door duurzame bronnen? Hoeveel CIO’s stellen vragen over de herkomst en duurzaamheid van de apparatuur, die in die serverparken wordt verwerkt? Dezelfde CIO zou nog veel meer winst kunnen halen door te vragen naar keurmerken als LEED of Breeam. En die kritische blik mag dan ook op de eigen organisatie worden gericht. Want de beste resultaten worden uiteraard bereikt in een goed doordacht en strategisch MVO-beleid met een duurzaam inkoopbeleid.
onzichtbare processen
Winst is dus zeker te behalen. Maar bij een onderwerp als cloud computing, waar de eindgebruiker niet of nauwelijks zicht heeft op de wijze waarop processen zijn ingericht en hoe deze verlopen, zijn kritische vragen noodzakelijk. Stel vragen over PUE, over groene stroom en stel eisen aan de supply chain. En maak gebruik van open data. Kijk eens naar de benchmark die The Green onlangs beschikbaar stelde. De online tool stelt datacenteroperators in staat hun efficiëntie, duurzaamheid en grondstofconsumptie te vergelijken met de benchmark van het DCMM (data centre maturity model). Zodra gebruikers data hebben ingevoerd, krijgen zij toegang tot een model waarmee zij hun niveau kunnen vaststellen en waarmee zij stappen en innovaties om te komen tot een energie-efficiënter en duurzamer datacenter kunnen identificeren. Dat energie moet worden bespaard, is inmiddels iedereen wel duidelijk. Want alleen het energiegebruik van China zal naar verwachting in 2019 verdubbeld zijn ten opzicht van het jaar 2010, toen het land voor het eerst door EIA werd aangewezen als de grootste energiegebruiker. ■
tekst: yvonne keijzers
werken in de cloud, dat
TelecityGroup opent datacenter in Amsterdam Zuidoost TelecityGroup opent een nieuw datacenter in Amsterdam Zuidoost op het grootste internetknooppunt van Nederland. Het datacenter, TelecityGroup AMS5, is een carrierneutraal datacenter dat toegang biedt aan telecom- en contentdistributienetwerken, belangrijke internetexchanges als AMS-IX en NL-ix en cloudknooppunten. Het bedrijf merkt dat ondanks de recessie de vraag naar connectiviteit en capaciteit blijft stijgen. Dit wordt veroorzaakt door de toename van internetverkeer, populariteit van thuiswerken en de explosieve groei van streaming video en clouddiensten. Met het nieuwe 9 MW datacenter speelt het bedrijf in op deze groeiende vraag. Het datacenter krijgt 6.000 m2 klantoppervlak. ■
Datacenters op een groene fundering
The Datacenter Group wint European Code of Conduct Awards The Datacenter Group heeft de European Code of Conduct Awards 2012 gewonnen, die worden uitgereikt om Europese datacenters te onderscheiden voor uitmuntende prestaties met betrekking tot de Code of Conduct-standaarden. Het bedrijf neemt sinds mei 2011 deel aan de European Code of Conduct. De gedragscode is vrijwillig. Aan bedrijven die deelnemen worden specifieke eisen gesteld op het gebied van veiligheid, optimalisatie van de datavloer en energiebesparing. Het winnen van de European Code of Conduct Awards 2012 betekent dat The Datacenter Group aan deze eisen voldoet. ■
Eaton 3 fase UPS. Energiezuinige power quality oplossingen • Ongeëvenaarde prestaties • Toonaangevend op gebied van efficiency • Innovatieve energiebesparende technologieën • Compact in vloeroppervlak en gewicht
www.eaton.nl/datacenters
250512_AD_Datacenters_107x270mm.indd 1
25-05-12
Rittal bundelt ITaanbod online Met de lancering van de website www.rittal4it.nl brengt Rittal een grote hoeveelheid IT-gerelateerde informatie over thema’s als monitoring, cooling, power en security binnen handbereik. De website bevat informatie over producten en diensten waarmee de fysieke IT-infrastructuur betrouwbaarder en energie-efficiënter kan worden gemaakt. Rittal productmanager IT André Hiddink: “Het schaalbare Rittalproductsysteem wordt in zowel de industrie als de IT toegepast, maar de meest innovatieve ontwikkelingen spelen zich af in de informatietechnologie. Dat is geen wonder, want aan moderne IT-infrastructuur worden steeds hogere efficiëntie- en veiligheidseisen gesteld. Zo kan de koeling van IT-systemen veel efficiënter (de koeling van IT-systemen legt beslag op 50 procent van het IT-budget van ondernemingen). Bovendien worden IT-toepassingen steeds complexer en zet de miniaturisering van de digitale technologie door, waardoor het gevaar op hotspots en uitval toeneemt. Op de website vinden bezoekers pro-
ducten, diensten en tips om het energiegebruik te reduceren en de betrouwbaarheid en prestaties te maximaliseren.” Op www.rittal4it.nl staan alle producten, diensten en tips overzichtelijk op een rij, waaronder praktische tools om IT-prestaties te analyseren en gedetailleerde uitleg over totaaloplossingen voor datacentertoepassingen. Daarnaast is er een verzameling met referenties waarin klanten uitleggen waarom zij voor hun specifieke IT-vraagstuk voor Rittal hebben gekozen. ■
Datacenter Apple volledig op duurzame energie Apple heeft bekend gemaakt zijn datacenter in Maiden, North Carolina volledig te laten draaien op duurzame energie. Het bedrijf wil zowel brandstofcellen als biogasinstallaties aanzetten om de impact van het datacenter op het milieu te verkleinen.
Al langer werkt Apple aan een veld met zonnepanelen in de omgeving van het datacenter in Maiden, dat gebruikt wordt voor Apple’s clouddiensten iCloud. Het bedrijf maakt bekend dit veld uit te breiden met een tweede veld zonnepanelen. De zonnepanelen worden
geleverd door het Amerikaanse SunPower en geïnstalleerd door Bloom Energy. De velden moeten gezamenlijk zo’n 84 miljoen kWh per jaar leveren. Naast de zonnepanelen is Apple ook van plan de locatie uit te rusten met een biogasinstallatie.
Deze moet later dit jaar worden geïnstalleerd en de zonnepanelen gaan ondersteunen. De oplossingen moeten ervoor zorgen dat het iCloud-datacenter volledig op duurzame energie draait. ■
Interxion is tijdens de Green IT Awards voor het tweede jaar op rij uitgeroepen tot IT Operator of the Year. Tijdens de Green IT Awards – een evenement gesteund door het ministerie van Energie en Klimaatverandering – worden de beste producten, projecten en talenten onderscheiden voor de door hen behaalde resultaten. Deze ceremonie is opgezet om belangrijk werk op het gebied van duurzaamheid te delen. De winnaars van elke categorie zijn gekozen door de lezers van Green IT Magazine. De IT Operator of theYear award
betekent, volgens Interxion een erkenning voor zijn overtuiging dat het groene datacenter een centrale rol moet spelen bij de overgang naar duurzaam computergebruik. Het bedrijf zorgt ervoor dat zijn 29 datacenters in 11 Europese landen voorop lopen op het gebied van energie-efficiëntie. Dit blijkt onder meer uit de lijst van prestatieverbeteringen voor wat betreft PUE. Het bedrijf is echter ook genoemd vanwege het gebruik van duurzame energiebronnen. Met ingang van januari 2012 is meer dan de helft van de energie die klanten gebruiken in Inter-
xions datacenters afkomstig van zonne-, wind-, geothermische, getijden- of waterkrachtenergiebronnen. Zijn activiteiten in Londen, Zürich, Kopenhagen, Zweden, Amsterdam, Hilversum, Madrid, Frankfurt en België worden bovendien 100 procent aangedreven door duurzame energiebronnen. In een reactie op de prijs verklaart Greg McCulloch, algemeen directeur van Interxion Groot-Brittannië: “We zijn zeer blij dat we voor de tweede maal in de prijzen vallen tijdens de Green IT Awards. Nu IT steeds belangrijker wordt bij het leve-
ren van producten en diensten aan een toenemend aantal mensen over de hele wereld en datavolumes blijven groeien, wordt ons streven naar verhoging van de efficiëntie en vermindering van onze ecologische voetafdruk belangrijker dan ooit. We zijn trots op onze leidende rol bij het onderwijzen van de industrie en de totstandbrenging van ‘best practice metrics’. Ook kijken we uit naar voortzetting van onze samenwerking met organisaties, zoals Green Grid en Uptime Institute, om efficiëntiestatistieken vast te stellen en vaart te zetten achter het groene standpunt." ■
dcw juni | nieuws
Interxion uitgeroepen tot IT Operator of the Year
37
Ook op uw bureau?
Cloud Works
Mail uw gegevens naar
[email protected] en ontvang het magazine CloudWorks gratis!* *Indien uw functie en werkkring relevant zijn. Vergeet deze niet te vermelden.
Colt vestigt datacenter in Roosendaal Colt gaat een datacenter vestigen in Roosendaal. Het bedrijf wil een datacenter plaatsen dat is opgebouwd uit modules. Het datacenter wordt gevestigd in een nieuw pand dat een vloeroppervlakte van 39.000 m2 krijgt. Het pand zelf moet nog worden gebouwd. Het datacenter moet grote bedrijven mogelijkheden bieden tot colocatie. In eerste instantie zal Colt 2.000 m2 van het pand in gebruik nemen. Dit wordt op de korte termijn uitgebreid naar 10.000 m2. ■
All IT Rooms bouwt datacenter voor Mexx All IT Rooms heeft een nieuwe computerruimte gerealiseerd voor modeconcern Mexx . Het datacenter is geplaatst in het Europese distributiecentrum in Voorschoten. De nieuwe locatie is gerealiseerd zonder downtime van de bestaande ict-omgeving. De computerruimte is modulair en moet Mexx ondersteunen bij het realiseren van groei. Het datacenter is voorzien van nieuwe racks, koeling en beveiliging op basis van het RiMatriX5-systeem van Rittal. ■
Jaeggi lanceert hybride koeler Het Zwitserse Jaeggi, leverancier van hybride gesloten koelsystemen, introduceert een nieuwe hybride koeler op de Nederlandse markt. De ADC Hybrid Blue is gebaseerd op het droge koelprincipe en doorontwikkeld tot adiabatische koeler. De ADC (advanced dry cooler) Hybrid Blue is voorzien van vervangbare bevochtigingsmatten (speciale cellulose) voor de warmtewisselaar. Het bevochtigingswater heeft geen direct contact met de warmtewisselaar. Dit heeft als
voordeel dat er geen afzettingen en sporen van kalk, zouten en andere stoffen achterblijven op de warmtewisselaar. De levensduur van de koeler wordt hierdoor verlengt en een waterbehandelingsinstallatie is niet langer noodzakelijk. Het hybride gesloten koelsysteem is door het onafhankelijk instituut Ineris getest op aerosooluitstoot, waarbij geen uitstoot werd gemeten. De test is gebaseerd op een CTI-test ATC140. ■
advertentie
Betrouwbare en voorspelbare noodstroomoplossingen hoeven niet complex te zijn. Active Power UPS-systemen en continue vermogensoplossingen bieden een energierendement van 98% en een maximale bescherming van uw bedrijfsprocessen tijdens een spanningsverstoring of netuitval. De continuïteit van uw
Noodstroomoplossingen | UPS-systemen
PowerHouse Continue Noodstroomoplossingen
• Schaalbare standaardconfiguraties • Hoogrendementarchitectuur • Modulaire en/of mobiele totaaloplossing
onderneming is hierdoor gegarandeerd.
Services
In Nederland vertrouwen o.a. Terremark en de Radbout Universiteit
• Design engineering • Projectmanagement en implementatie • Complete lifecycle management
Nijmegen al op de beproefde en bewezen technologie van Active Power. Neem contact met ons op en ontdek hoe efficiënt,
UPS-Systemen
• CleanSource vliegwiel UPS • 120-1500 kVA-systemen • Levert het vermogen om korte onderbrekingen en de tijd tussen netuitval en opstart van een generator te overbruggen • Parallel mogelijkheid voor multimegawattoplossingen • Eenvoudige redundantie
Meer weten? Kijk voor meer informatie op www.activepower.com of neem contact met ons op +31 23 822 21 43;
[email protected]
betrouwbaar en groen uw noodstroomvoorziening kan zijn met Active Power.
©®TM
2011 Active Power, Inc. All rights reserved.
TE Connectivity komt met ‘virtual top of rack’ TE Connectivity heeft een ‘top of rack’-oplossing gelanceerd voor ‘low power ethernet fabrics’. Hierdoor kunnen ‘top of rack’-switches die traditioneel bovenop racks worden geplaatst, worden vervangen door passieve patchpanelen die vervolgens worden gekoppeld aan de core router. Dat levert een aanzienlijke kostenbesparing op. Dankzij de ‘top of rack’-aanpak kan een datacenter de aanschaf van twee 24-poortsswitches voor elk rack achterwege laten. Switches zijn bovendien berucht om de hoeveelheid warmte die zij produceren, zodat ook op het vlak van koeling een besparing kan worden gerealiseerd. TE ziet echter meer voordelen. Het vervangen van een
switch door een passief patchpaneel betekent namelijk ook dat er minder actieve componenten zijn die storingen kunnen vertonen. Het ontwerp van de zogeheten ethernet fabric kan hierdoor aanzienlijk worden vereenvoudigd.
minder vertraging
Interessant is de claim van het bedrijf dat bij gebruik van virtual top of rack sprake zal zijn van minder latency ofwel vertraging in het afleveren van het signaal. Dit heeft volgens TE alles te maken met de eigenschap van een switch of router dat elk datapakketje dat hij ontvangt, eerst moet worden ondervraagd om vast te kunnen stellen waar dit pakketje vervolgens naar toegestuurd moet worden.
Dit kost tijd, een verlies dat bij gebruik van een passief patchpaneel niet zal optreden, omdat dit soort componenten niet tot dit soort ondervragingen in staat zijn en alle intelligentie een plaats heeft gekregen in de core switch of router. Hierdoor wordt elk datapakketje dus rechtstreeks naar zijn bestemming gestuurd. De virtual top of rack-oplossing van TE maakt gebruik van de MRJ21-connectortechniek. Deze maakt het mogelijk 24 twisted pairs in één connector te gebruiken. Dat is zesmaal de capaciteit van de standaard RJ45-connector. Elke routerblade kan acht MRJ21-connectoren tellen, waardoor een densiteit van 48 poorten per blade mogelijk is, met een
maximum van 1536 poorten in en 32-slots router. Deze aanpak leidt bovendien, zo claimt TE, tot een forse reductie in de horizontale bekabeling doordat pre-terminated MRJ21-bekabeling slechts één dunne kabel gebruikt per 24-pairsconnector. Hierdoor zal de luchtstroming aanzienlijk kunnen worden verbeterd. Kijk voor meer informatie op www.datacenteragility.com. ■
advertentie
DFC² : het geld komt u aanwaaien!
Meer computervermogen op een kleiner oppervlak zorgt voor een stijging van de vraag naar energie-efficiënte airconditioners voor computerruimten. DFC², het ‘Directe Vrije Koeling’ concept van Stulz met innovatieve wegklapbare warmtewisselaar, is de meest milieuvriendelijke en energiezuinige koeloplossing die wordt toegepast in de CyberAir airconditioners. Ook bij een hoge buitentemperatuur kan dankzij de intelligente DFC² besturing de computerruimte met buitenlucht vrij gekoeld worden. Behaal een enorme energiebesparing in uw computerruimte met DFC² ! STULZ Groep BV Weverij 7-9 1185ZE AMSTELVEEN Tel.: +31(20) 545 1111 WWW.STULZ.NL
Stulz_advertentie_A5_liggend.indd 1
05-04-11 17:20
Nieuwe ups-encyclopedie van Eaton Het nieuwe ups-handboek van Eaton is een naslagwerk voor iedereen die zich bezighoudt met specificaties, aankoop of bediening van systemen voor ononderbroken stroomvoorziening (ups). Het handboek kan nu gratis worden gedownload van de pagina ‘Technology & Applications’ op de website van het bedrijf. Het boekwerk omvat 35 pagina's van A4-formaat en het behandelt alle belangrijke aspecten van de selectie en de bediening van ups-systemen. Het bevat ook een gids over stroomkwaliteit met onder andere een basisinleiding over elektriciteit, een lijst van termen in verband met stroomvoorziening en een tabel van netspanningen in de wereld. Speciale aandacht wordt besteed aan de redenen voor het gebruik van ups-systemen om kritieke systemen te beschermen en een uitleg van de negen meest voorkomende problemen van stroomvoorziening, waaronder stroomonderbreking, spanningsdaling, onder- en overspanning, elektrische ruis en harmonische vervorming. Er wordt ook in detail ingegaan op de belangrijkste ups-topologieën en de typische toepassingen waarvoor elk ervan het best geschikt is, samen met de factoren die in overweging moeten worden genomen bij de keuze tussen een gecentraliseerd of een gedecentraliseerd systeem. In andere delen van het handboek worden de batterijen behandeld, met onder meer factoren die de levensduur van de batterijen beïnvloeden; software voor het beheer en het opvolgen van ups-installaties, de service, met inbegrip van details over veel gebruikte types van servicecontracten – een vitaal, en toch vaak over het hoofd gezien aspect van het gebruik van een ups-systeem. Behalve de algemene informatie die op alle soorten ups-systemen van toepassing is, bevat het handboek ook specifieke hoofdstukken over de Eaton-producten, die beschikbaar zijn voor belastingen van 350 VA tot 1 MVA en meer. De door Eaton zelf ontwikkelde technieken en de voordelen ervan worden uitgelegd, met inbegrip van het milieuvriendelijke ESS (energy saver system) en de VMMS (variable module management systems), alsook het ABM (advanced battery management) dat de levensduur van de batterijen optimaliseert, en het systeem Hot Sync voor het betrouwbaar delen van belastingen.
Het ups-handboek van de afdeling Power Quality (stroomkwaliteit) van Eaton is onmisbaar voor iedereen die met ups-systemen te maken heeft, en kan worden gedownload van de volgende locatie: http://powerquality.eaton.com/EMEA/Technology-Applications/UPS-HandbookDownload.asp. ■
advertentie
Van 1 tot 100 m2 Ga naar www.profitbox.nl en configureer in 9 stappen een computerruimte. T: 088 - 77 66 300
Xchangers lanceert website Xchangers introduceert zijn nieuwe website. De leverancier van dry coolers en condensors geeft aan dat de update noodzakelijk was vanwege de groei die het bedrijf de laatste jaren doormaakte. ■
Fieldview brengt DCIM-tools speciaal voor hostingbedrijven De aanbieder van DCIM-software Fieldview heeft onlangs een nieuwe versie van zijn software voor het beheren van de technische infrastructuur van een datacenter gelanceerd. Versie 5.0 biedt onder andere de mogelijkheid om als colocator of hostingbedrijf iedere klant te voorzien van een eigen portal waarin de belangrijkste beheerinformatie die betrekking heeft op de gehoste apparatuur, wordt weergegeven. Nieuw in versie 5.0 is ook de mogelijkheid informatie over de geproduceerde warmte van apparaten uit te lezen en in een kaart weer te geven. Dit uitlezen gebeurt via het SNMP-protocol waardoor in principe elke temperatuursensor die via SNMP kan communiceren wordt ondersteund. Van belang is de set met analytische tools die FieldView heeft toegevoegd. Hierdoor kunnen datacentermanagers niet alleen veel gegevens over hun datacenter vastleggen, maar zijn zij tevens in staat deze gegevens te analyseren. Deze analytische software integreert met Microsoft excel, zodat gegevens gemakkelijk kunnen worden uitgelezen en verwerkt in bijvoorbeeld rapportage- of financiële systemen. ■ Meer informatie op http://www.fieldviewsolutions.com.
advertentie Brand B Brandvermeidung Br B Bra Brandv ra andv ndv nd v voorkomen ermeidung erm eidung gmet mit OxyReduct® m y
AAN ALLE VOORSCHRIFTEN VOLDAAN? ALLES PRIMA OP ORDE? BRAND NIET VOORKOMEN!
De huidige voorschriften zorgen voor minimale eisen. Deze eisen zijn vaak onvoldoende om een maximale beschikbaarheid te realiseren. Als leveringsverplichting of beschikbaarheid van de serverruimte niet nagekomen kan worden, dan is de schade snel niet te overzien. Een beetje rook of roet kan dit al tot gevolg hebben. OxyReduct® biedt de maximale bescherming. In de te beveiligen ruim-
te kan een brand niet meer ontstaan. OxyReduct® is de brandveiligheid van de toekomst en is al vele malen toegepast in IT ruimten en logistieke centra. Indien u verdere informatie wenst over OxyReduct® zuurstofverlagingssystemen, FirExting® blussystemen of TITANUS® rookaanzuigsystemen, neem dan contact op met: www.wagner-nl.com.
Londens datacenter voorzien van slaapcabines voor Olympische Spelen Interxion maakt bekend slaapcabines, ook wel ‘sleep pods’ genoemd, te installeren in het rustgedeelte van zijn datacenter in Londen. De slaapcabines zijn geplaatst met het oog op de Olympische Spelen en moeten ervoor zorgen dat applicaties van klanten te allen tijden beschikbaar blijven. De slaapcabines bieden technische medewerkers van Interxion de mogelijkheid 24/7 aanwezig te blijven in het datacenter. De cabines zijn vooral bedoeld voor situaties waarbij de drukte op de weg en spoor ernstige vormen aanneemt en de medewerkers moeite hebben het datacenter te bereiken. Het bedrijf kan hierdoor ook tijdens de Olympische Spelen de beschikbaarheid van applicaties garanderen. ■
Equinix neemt Duitse Ancotel over Equinix heeft het Duitse Ancotel overgenomen. De leverancier van datacenterdiensten krijgt hierdoor Ancotel’s datacenter van 2.100 m2 in Frankfurt in handen. Naast het nieuwe datacenter levert de overname het bedrijf vierhonderd nieuwe klanten op. Het datacenter in
Frankfurt biedt klanten van Equinix de kans hun datacentercapaciteit uit te breiden. Het is verbonden met netwerken uit zowel Oost- als West-Europa en daarbuiten. Ancotel heeft ‘edge nodes’ in onder andere Hongkong, Londen en Miami. Dankzij de
overname krijgt Equinix extra ‘points of presense’ in deze markten. De overname van het bedrijf moet in het derde kwartaal van dit jaar zijn afgerond. ■
advertentie
DE specialist voor IT-infrastructuren Wij optimaliseren uw Data Center voor de toekomst
SCHÄfer Ausstattungs-Systeme GmbH Industriestraße 41 · D-57518 Betzdorf Tel. +49 (0) 2741/ 283-770 · fax +49 (0) 2741 / 283-798 e-Mail:
[email protected] · www. schaefer-it-systems.de
NOW YOU CAN RELAX.
ROSENbERgER OSI CAbLINg COmPEtENCE. Cable systems are the backbone of a data center. With Rosenberger OSI you get efficient, customized cabling solutions from a single source, including consultancy, installation, maintenance and documentation. Plus comprehensive know-how and high-quality components. All of this ensures that you have a secure infrastructure and smooth operation.
www.rosenberger-osi.de
Datacenter integraal onderdeel van ziekenhuis In de Amerikaanse Illinois is onlangs een nieuw ziekenhuis opgeleverd, waarbij het datacenter een integraal onderdeel vormt van de gehele faciliteit. Reden hiervoor is dat het datacenter een cruciale rol speelt in de enorme hoeveelheid data die het ziekenhuis verzamelt en analyseert. Bij meer traditionele projecten wordt het datacenter van een ziekenhuis los van de medische faciliteiten ontworpen. Het lijkt er echter op dat er een trend aan het ontstaan is, waarbij datacenter en ziekenhuis als één geheel worden gezien. Opmerkelijk aan dit Silver Cross-ziekenhuis is bovendien dat IT veel meer ruimte dan voorheen heeft toebedeeld gekregen. De groei in ruimte is met 50 procent zelfs spectaculair te noemen. ■
EC werkt aan ecologische voetafdruk van ict-sector De Europese Commissie heeft met een aantal internationale normeringsinstituten afspraken gemaakt voor een standaard voor het meten van de ecologische voetafdruk. De standaard moet het eenvoudiger maken de impact van de
ict-sector in de verschillende lidstaten op het milieu in kaart te brengen. Dit heeft Eurocommissaris Neelie Kroes onlangs bekend gemaakt. Door de ecologische voetprint van lidstaten in kaart te brengen
wordt het mogelijk de prestaties van de ictsector op het gebied van energiegebruik te verbeteren. De standaard wordt op dit moment door meerdere bedrijven in de praktijk getest. ■
Een frisse wind in adviesland Computerruimte Advies is een COMPUTERRUIMTEADVIES.NL gespecialiseerde organisatie die zich uitsluitend bezig houdt met advies, maar dan wel in breedste zin van het woord, op het gebied van computerruimten. Computerruimte Advies is er voor bedrijven, overheden, instellingen en andere organisaties die op zoek zijn naar onafhankelijke kennis over computerruimten. Onze focus ligt op computerruimten van 10 tot 250 m2. Een adviseur met een “getting things done“ mentaliteit. Stel de proef op de som en wij komen graag bij u langs voor een vrijblijvend kennismakingsgesprek. Anthuriumpad 26, Wateringen | 070 319 80 10
[email protected]
Wordt infrastructuur ook een service? Hoewel er zeker ook nadelen aan kleven, leidt de explosieve groei van internet tot het virtualiseren van steeds meer diensten. Volgens analisten en experts gaan zowel consumenten als bedrijven de komende jaren veel meer applicaties, computer- en opslagcapaciteit en zelfs complete datacenters via de cloud gebruiken. Daarom wordt deze trend uitgebreid belicht in de mei/juni-editie van Bicsi News en op congressen. Effecten van virtualisatie
In de mei/juni-editie van Bicsi News wordt in een uitgebreid artikel in de rubriek design & deployment belicht welke effecten virtualisatie heeft op het ontwerp en de inrichting van datacenters. Volgens de auteur zijn de hogere beschikbaarheid en efficiëntie van apparatuurgebruik belangrijke voordelen. Bij virtualisatie zorgt speciale software voor zowel een optimaler gebruik als eenvoudiger beheer van alle beschikbare resources. Uiteraard is daarvoor wel voldoende bandbreedte nodig. Niet alleen wat betreft de bekabeling, maar ook voor het switchen van al het dataverkeer. Ook moet er aandacht worden besteed aan de hoeveelheid dataverkeer tussen netwerkknooppunten en uiteraard de redundantie. Verder worden in dit artikel ook de voor- en nadelen van koper- en glasvezelbekabeling vanuit het virtualisatieperspectief belicht. De trend dat ict in zijn totaliteit steeds meer virtueel toegankelijke services worden kwam ook ruimschoots aan bod tijdens het onlangs gehouden DatacenterWorks/Bicsi Voorjaarcongres.
Trends op het gebied van glasvezelbekabeling
In dezelfde Bicsi News editie staat tevens een artikel met de gecombineerde resultaten van een onderzoek onder Bicsi-leden en enkele onderzoeken van derden naar de trends op het gebied van glasvezelbekabeling. Daaruit blijkt onder andere dat 71 procent van de respondenten de markt nu al ziet evolueren naar OM4 glasvezel voor nieuwe installaties, terwijl 21 procent denkt dat OM3 voorlopig het meest zal worden gebruikt. Daarmee raken OM1 en OM2 kabels in elk geval uit de gratie. Verder maakt een grote meerderheid momenteel gebruik van 10 Gbps of tragere backboneverbindingen en is zo'n 37 procent van plan om te gaan migreren naar snellere verbindingen dan 10 Gbps. Wat horizontale bekabeling betreft hebben bedrijven voorlopig genoeg aan 1 Gbps. Verder wordt de hiërarchische Stararchitectuur begrijpelijkerwijze het meest gebruikt vanwege de brede bekendheid en acceptatie daarvan, maar is de FttE-architectuur in opkomst vanwege het voordeel om langere verbindingen te kunnen aanleggen. Uiteraard is dit slechts een korte introductie over het interessante trendartikel in Bicsi News, dat u op de website www.bicsi. org kosteloos online kunt lezen.
dcw juni | bicsi
Bicsi European Conference & Exhibition
46
Als u de voordelen van het Bicsi-lidmaatschap en opleidingen zelf een keer wilt ervaren, was de driedaagse Bicsi-conferentie van maandag 11 tot en met woensdag 13 juni in Brussel plaats vond een ideale gelegenheid. In de volgende DatacenterWorks een verslag van dit congres. Het volledige conferentieprogramma en andere details zijn te vinden op: http://www.bicsi.org/european/2012/. Voor meer informatie over Bicsi kunt u ook contact opnemen met de Benelux vertegenwoordigers: RCDD Joop Ierschot van Deerns, via
[email protected] RCDD Gert-Jan Roozeboom van R&M, via
[email protected].
Rietveldenweg 32, 5222 AR ’s-Hertogenbosch +31 73 6246211
[email protected] www.ampnetconnect.nl
De strategische brug tussen uw datacenter en uw bedrijf? Dat bent u. Alleen StruxureWare for Data Centers zorgt voor een optimaal op uw business afgestemd datacenter. Blijf op de hoogte van de status van uw datacenter. Als IT- of datacentermanager wilt u uw bedrijf geld en tijd besparen. Nu kunt u continu realtime een overzicht van uw datacenter hebben. Met StruxureWare™ for Data Centers heeft u inzicht in uw gehele datacenterinfrastructuur, zodat u goed geïnformeerde beslissingen kunt nemen over veranderingen. U kunt bijvoorbeeld de beschikbaarheid verbeteren door proactief de benodigde capaciteit en workflow te plannen. Meer dan ooit zijn beslissingen die uw datacenter aangaan, immers kritische business beslissingen.
Een altijd beschikbaar, efficiënt datacenter. StruxureWare for Data Centers communiceert real-time met de belangrijkste virtualisatieplatformen, zoals VMware vSphere™ en Microsoft® System Center Virtual Machine Manager. De ingebouwde automatische responsfunctie zorgt ervoor dat virtuele workloads altijd op een gezonde hostomgeving draaien. Met uw VM's op geoptimaliseerde hosts, focust u zich op efficiënter datacenterbeheer. De software biedt eveneens inzicht in PUE/DCiE-trends. En met de planning- en rapportagemogelijkheden van StruxureWare for Data Centers heeft u de tools in handen om de juiste strategische IT-investeringen te bepalen. APC™ by Schneider Electric™ is pionier op het gebied van modulaire datacenterinfrastructuur en innovatieve koeltechnologie. De producten en oplossingen, waaronder InfraStruxure™, maken deel uit van het IT-portfolio van Schneider Electric.
Neem vanaf vandaag gefundeerde beslissingen over uw infrastructuur:
>
Plan proactief de benodigde capaciteit.
>
Blauwdruk van uitbreidingen en consolidaties van het datacenter.
>
Gestroomlijnd workflow management van uw fysieke IT-infrastructuur om de flexibiliteit van uw bedrijf en de beschikbaarheid te verbeteren.
>
Visualiseer wijziging- en capaciteitscenario’s en voorkom onnodige problemen en kosten.
>
Voer veranderingen door waarvan u de impact op voorhand weet.
>
Neem beslissingen op basis van uw huidige en historische PUE/DCiE-gegevens en energiekosten van subsystemen.
Download binnen 30 dagen GRATIS uw white paper(s) en maak kans op een iPad 2! Ga naar www.SEreply.com Code 17701p ©2012 Schneider Electric. All Rights Reserved. Schneider Electric, APC, StruxureWare, and InfraStruxure are trademarks owned by Schneider Electric Industries SAS or its affiliated companies. All other trademarks are the property of their respective owners. APC Benelux - Postbus 219 - 4130 EE Vianen - Nederland Tel: 0800 020 3244 Fax: 0347 325225, E:
[email protected] • 998-4108_NL_B