BEVORDERINGSRICHTLIJNEN SOPHIANUM - VERSIE 2013-2014 1. Naamgeving: bevorderingsrichtlijnen Wij spreken van "richtlijnen" omdat de docentenvergadering steeds vanuit de omstandigheden van elke leerling afzonderlijk oordeelt, zoals o.a. persoonlijke omstandigheden, huiselijke situatie, studiehouding en doorzettingsvermogen. De term "richtlijnen" heeft een minder stringent karakter dan de term "regels". Individuele interpretatie blijft daardoor bij besprekingen incidenteel mogelijk; zo wordt bijvoorbeeld in de praktijk de keuze bij overgang brugklas - 2 vmbo, brugklas - 2 havo/2 atheneum zowel bepaald door de advisering als door de cijfers.
2. Cijfers en begrippen 2.1 Rapportcijfers Op het eindrapport van alle klassen worden gehele getallen van 1 t/m 10 gehanteerd. Het laagste rapportcijfer in periode 1 op de brugklassen is 4. Voor het vmbo geldt dit voor de brugklassen ook voor het paas- en overgangsrapport. Minnen en plussen komen niet voor. De rapportcijfers van alle klassen worden gegeven in één decimaal. 2.2 Begrippen De term "verliespunten" geeft een duidelijkere vergelijkbaarheid dan de term "onvoldoende". De term "onvoldoende" vraagt vaak/steeds een nadere omschrijving, precisering, daar de zwaarte van een onvoldoende varieert. Bij de term verliespunten klinkt de zwaarte mee in het aantal. Rapportcijfer 1 = 6 - 1 = 5 verliespunten 2 = 6 - 2 = 4 verliespunten 3 = 6 - 3 = 3 verliespunten 4 = 6 - 4 = 2 verliespunten 5 = 6 - 5 = 1 verliespunt Binnen het LWOO wordt niet gewerkt met verliespunten, maar met pedagogische punten. De leerlingen krijgen onderwijs op maat. De resultaten worden verzameld in een portfolio. De docentenvergadering beslist of èn wanneer een leerling bevorderd wordt naar de basis- of kaderberoepsgerichte leerweg.
3. Doubleren In het algemeen is het niet mogelijk als volgt te doubleren: a. In de brugklas. Opmerking: in de brugklas vmbo en lwoo kan op advies van de docentenvergadering van deze regel worden afgeweken, indien er een redelijke kans bestaat dat de leerling de volgende leerjaren met succes kan doorlopen. b. Twee keer achtereen in dezelfde klas. c. Twee keer achtereen in dezelfde laag (bijv. doubleren in 4 atheneum en daarna doubleren in 4 havo kan niet). d. Twee klassen na elkaar. Tussentijdse instromers afkomstig van een andere school voor voortgezet onderwijs, kunnen ook onder bepaalde condities, bijvoorbeeld "mag niet doubleren", toegelaten worden. De voorgeschiedenis van die instromers wordt dan geïnterpreteerd als ware het een "eigen" leerling. Opmerking: uitzondering mogelijk voor vmbo-leerling, enkel op advies van de docentenvergadering.
bevorderingsrichtlijnen 2013-2014
4. Een extra kans De vakdocentenvergadering is gemachtigd bij meerderheid van stemmen een leerling een extra kans te geven. Zij zal daarbij wel voortdurend moeten afwegen of het principe van "gelijke kansen voor identieke gevallen" gehandhaafd blijft. De middelen hiertoe zijn: a. Een hertoets. Slechts in zeer bijzondere gevallen. De hertoets omvat de stof van het laatste proefwerk. Een hertoets kan worden afgelegd in één of meerdere vakken. Na deze hertoets wordt de kandidaat getoetst aan de geldende normen. b. Een adviestaak. Iedere docent afzonderlijk kan een leerling zo'n taak opleggen. De docent onderzoekt zelf of een leerling zijn advies heeft opgevolgd.
5. Stemprocedure vakdocentenvergadering - revisievergadering De vakdocentenvergadering stelt vast of een leerling volgens de richtlijnen bevorderd wordt of doubleert. Die gevallen, die niet in de richtlijnen expliciet worden geformuleerd, zijn besprekingen. In besprekingsgevallen, bij de vraag of een leerling wel of niet mag doubleren en bij herexamens, geldt de volgende stemprocedure: a. Uitvoerige bespreking van de leerling opdat een totaalbeeld ontstaat. b. Nauwkeurige formulering waarover gestemd wordt. Bij alternatieven wordt de volgorde bepaald. c. Ieder die een stem uitbrengt doet dit vanuit het totaalbeeld van de betreffende leerling. d. Het stemrecht voor het vak letterkunde ligt bij de docent Nederlands. e. Alle docenten die lesgeven aan de betreffende leerling en die ter vergadering aanwezig zijn hebben één stem en stemmen mee. De mentor, niet-vakdocent, heeft één stem. De voorzitter heeft één stem. f. Blanco stemmen kan, maar zal zelden gebeuren, omdat elke docent ter vergadering voldoende informatie heeft kunnen verzamelen. g. Besluiten worden genomen bij meerderheid van stemmen. h. Bij staken van stemmen geldt het "voordeel" vanuit de wens van de leerling. i. Een leerling uit een keuzeklas kan alleen bevorderd worden met het pakket dat door de docentenvergadering goedgekeurd is. Dit pakket wordt op het rapport vermeld. Een revisievergadering is een vergadering om een pertinente fout, gemaakt tijdens de overgangsvergadering, te herstellen en/of ontbrekende gegevens toe te voegen. De teamleider neemt contact op met de directeur. De directeur roept de vergadering bijeen. Bij de vergadering zijn aanwezig: de docenten van de betreffende leerling, de teamleider en de directeur. De teamleider schetst het probleem en legt een voorstel voor dat in overleg met de directeur is gemaakt. De vergadering beslist. Revisievergaderingen dienen geen regel te zijn maar uitzondering.
6. Begrippen 6.1 Proefwerk Een schriftelijke of mondelinge toets over de stof, die gedurende meerdere voorafgaande lessen is aangereikt, uitgelegd, besproken en/of zelfstandig bestudeerd. 6.2 Overhoring/mondelinge beurt Een toets die over een klein deel van de stof of over de stof van de afgelopen les wordt afgenomen.
bevorderingsrichtlijnen 2013-2014
7. Het samenstellen van rapportcijfers 7.1 Elk vak baseert elk rapportcijfer op meer dan één schriftelijke toets of praktische opdracht, eventueel aangevuld met mondelinge beurten, overhoringen en beoordelingen van handelingsopdrachten. 7.2 Voor de brugklassen en tweede klassen geldt de volgende regeling bij het berekenen van rapportcijfers: a. Alle vormen van overhoringen, beurten, huiswerkbeoordeling, technische werkstukjes en werkstukjes verzorging tellen 1x. Alle proefwerken, werkstukken, beurten bij lo en speeltoetsen bij mu tellen 2x. b. Alle cijfers vanaf het begin van het schooljaar tellen mee voor het eindrapport. c. Voor de h-v en a-h brugklassen telt het rapportcijfer van periode 1 mee als proefwerk in periode 2, alle cijfers vanaf periode 2 tellen mee voor het eindrapport. d. Voor de v brugklassen telt het rapportcijfer van periode 2 mee als proefwerk in periode 3, alle cijfers vanaf periode 3 tellen mee bij het eindrapport. 7.3 Voor 3 havo en 3 vwo geldt de volgende regeling bij het berekenen van rapportcijfers: e. De leerlingen weten van hun docenten hoe het rapportcijfer wordt samengesteld. Zij worden dus op de hoogte gesteld van het gewicht van toetsen en dergelijke. f. Alle cijfers vanaf het begin van het schooljaar tellen mee voor het eindrapport. 7.4 Voor 3 vmbo geldt de volgende regeling bij het berekenen van rapportcijfers. a. Voor de samenstelling van rapportcijfers tellen overhoringen 1 keer, proefwerken 2 keer en SE-werken 3 keer. Na kerst mogen er per periode per vak maximaal 2 overhoringen, 2 proefwerken en 2 SEwerken worden gegeven. b. Het gemiddelde cijfer van het rapport van periode 2 telt als proefwerkpunt mee voor het eindrapport. c. Het rapport van periode 3 is een tussenstand. d. Alle werken van het beroepsgericht programma in de basis- en kaderberoepsgerichte leerweg zijn onderdeel van het SE. 7.5 Voor 4 havo en 4 en 5 vwo geldt de volgende regeling bij het berekenen van rapportcijfers: a. De leerlingen weten van hun docenten hoe het rapportcijfer wordt samengesteld. Zij worden dus op de hoogte gesteld van het gewicht van toetsen en dergelijke. b. Alle cijfers vanaf het begin van het schooljaar tellen mee voor het eindrapport.
8. Publicatie en evaluatie 8.1 De bevorderingsrichtlijnen dienen zodanig te worden gepubliceerd dat ouders en leerlingen er tijdig (uiterlijk januari van het lopende schooljaar) kennis van kunnen nemen. 8.2 Jaarlijks vóór 1 oktober zullen de directeuren en de teamleiders de richtlijnen toetsen aan het bevorderingsbeleid.
9. Zwijgplicht Deelnemers aan de rapportvergaderingen mogen naar buiten geen mededelingen doen over uitspraken en stemgedrag tijdens de vergaderingen gedaan. Ouders, leerlingen en docenten weten steeds van tevoren wanneer en hoe na de vergadering mededelingen aan ouders en leerlingen worden gedaan. Bij vragen van ouders en leerlingen wordt steeds verwezen naar de betreffende mentor, teamleider of naar de directeur.
bevorderingsrichtlijnen 2013-2014
LWOO Uitgangspunten
Beoordeling in portfolio door middel van voortgangsgesprekken. Repeterende Kennistoetsen (RKT’s) voor taal en rekenen. Frequent voeren van oudergesprekken met een minimum van 3x per jaar. Afname “Citotoets” (begrijpend lezen en rekenen) voor leerlingen met PrO-beschikking in leerjaar 1 LWOO
Om recht te doen aan de persoonlijke verschillen tussen leerlingen op de verschillende cognitieve gebieden en het sociaal-emotioneel functioneren, werken we in het LWOO met een beoordelingssysteem dat aansluit bij de mogelijkheden van elke individuele leerling. Beoordelingen, gebaseerd op cognitieve mogelijkheden, motivatie, vaardigheden, werkhouding en taakhouding van de leerling, worden vastgelegd in het persoonlijke portfolio. De docentenvergadering beslist over het al dan niet bevorderen van de individuele leerling naar LWOO klas 2, 3 of 4 of over de doorstroom naar de basisberoepsgerichte leerweg (evt. een andere leerweg).
bevorderingsrichtlijnen 2013-2014
BRUGKLAS vmbo (15 vakken) aantal verliespunten aantal punten
dv v
70 71 72 73 74 75 76 77 78 79 80 81 82 83 84 85 86 87 88 89 90 91 of meer
0 v v v v v v v v v v v v v v v v v v v v v v
1 v v v v v v v v v v v v v v v v v v v v v v
2 v v v v v v v v v v v v v v v v v v v v v v
3 v v v v v v v v v v v v v v v v v v v v v v
4 v v v v v v v v v v v v v v v v v v v v v v
5 v v v v v v v v v v v v v v v v v v v v v v
6 (of meer) dv dv dv dv dv dv dv dv dv dv dv dv dv dv dv dv dv dv dv dv dv dv
= bespreking: doubleren of bevorderen 2 vmbo = bevorderen naar 2 vmbo
- Alle vakken die een leerling heeft gevolgd tellen mee. - Leerlingen met 6 of meer verliespunten worden besproken tijdens de docentenvergadering. - Op voorstel van de teamleider en de mentor tezamen kan een leerling “met bijzondere omstandigheden”, die volgens deze richtlijnen niet bevorderd kan worden, alsnog in bespreking worden gebracht.
bevorderingsrichtlijnen 2013-2014
2 VMBO BEVORDERING NAAR 3 VMBO (alle leerwegen) (15 vakken) -
Tussen de theoretisch/gemengde leerweg en de kaderberoepsgerichte leerweg is vooral een verschil met betrekking tot de leerstijl. De leerling van de theoretisch/gemengde leerweg leert vooral aan de hand van de theorie. De leerling van de kaderberoepsgerichte leerweg leert vooral aan de hand van de praktijk. 26-punten-eis: Om bevorderd te worden naar VMBO 3 kaderberoepsgerichte leerweg mag een leerling maximaal 1 verliespunt hebben in één van de sectorvakken/examenvakken: a. techniek: ne, en, wi, nask1 b. zorg en welzijn: ne, en, bi, wi of ma2 c. economie: ne, en, ec, du óf wi - moet het aantal punten voor deze 4 vakken minimaal 26 zijn. - bij een totaal van 24 of 25 punten beslist de docentenvergadering over bevordering naar de kader – of basisberoepsgerichte leerweg. - bij een totaal van 23 (of minder) punten wordt de leerling bevorderd naar de basisberoepsgerichte leerweg. De basisberoepsgerichte leerweg: alle afdelingen toegankelijk voor alle leerlingen. Alle vakken die een leerling heeft gevolgd tellen mee. Alle gevallen die niet expliciet zijn geformuleerd, zijn besprekingen.
-
-
15 vakken aantal verliespunten 0 1 aantal punten 82 of minder 83 84 85 86 87 88 89 tgk 90 tgk tgk 91 tgk tgk 92 tgk tgk 93 tgk tgk ” ” ” 105 tg tgk ” ” ” tg tgk kb bd
= = = =
2
tgk tgk tgk tgk tgk tgk ” tgk ”
3
tgk tgk tgk tgk tgk tgk tgk ” tgk ”
4
tgk tgk tgk tgk tgk tgk tgk tgk ” tgk ”
5
kb kb kb kb kb kb kb kb kb ” kb ”
6
b b b b b b b b b b ” b ”
7
8 of meer
b b b b b b b b b b b ” b ”
bd bd bd bd bd bd bd bd bd bd bd bd ” bd ”
bevorderd naar theoretische-/gemengde leerweg bespreking: bevorderen naar theoretische-/gemengde òf kaderberoepsgerichte leerweg bespreking: bevorderen naar kader- òf basisberoepsgerichte leerweg bespreking: bevorderen naar basisberoepsgerichte leerweg óf doubleren
bevorderingsrichtlijnen 2013-2014
3 VMBO THEORETISCHE/GEMENGDE LEERWEG Een leerling wordt bevorderd naar 4 vmbo tgl (theoretisch/gemengde leerweg) als is voldaan aan één van de volgende voorwaarden: alle eindcijfers een 6 of meer bedragen of één eindcijfer een 5 bedraagt alle andere eindcijfers een 6 of meer of één eindcijfer een 4 en de overige eindcijfers een 6 of hoger waarvan tenminste één 7 of hoger of voor twee vakken een eindcijfer 5 en de overige eindcijfers een 6 of hoger waarvan ten minste één 7 of hoger Kv1(CKV) en LO dienen met V of G beoordeeld te zijn. Handelingsdelen/-opdrachten dienen met V of G beoordeeld te zijn. Een leerling wordt niet bevorderd als: de eindrapportcijfers in totaal meer dan drie verliespunten bevatten. Een leerling is bespreking wanneer hij: minimaal 5 en maximaal 6 verliespunten heeft: overstap naar 3 kader intersectoraal óf doubleren. meer dan 6 verliespunten heeft: overstap naar 3 basis intersectoraal óf doubleren. Op voorstel van de teamleider en de mentor tezamen kan een leerling “met bijzondere omstandigheden”, die volgens deze richtlijnen niet bevorderd kan worden, alsnog in bespreking worden gebracht.
bevorderingsrichtlijnen 2013-2014
3 VMBO KADERBEROEPSGERICHTE LEERWEG Intersectoraal (8 algemene vakken en een intersectoraal programma: totaal 9 vakken, een leerling legt examen af in 4 algemene vakken en een intersectorale uitstroomvariant met een gezamenlijke omvang van 5 vakken) Een leerling wordt bevorderd naar 4 vmbo kader intersectoraal als is voldaan aan één van de volgende voorwaarden: alle eindcijfers een 6 of meer bedragen of één eindcijfer een 5 bedraagt alle andere eindcijfers een 6 of meer of één eindcijfer een 4 en de overige eindcijfers een 6 of hoger waarvan tenminste één 7 of hoger of voor twee vakken een eindcijfer 5 en de overige eindcijfers een 6 of hoger waarvan ten minste één 7 of hoger Kv1(CKV), LO en Ma dienen met V of G beoordeeld te zijn. Handelingsdelen/-opdrachten dienen met V of G beoordeeld te zijn.
Een leerling wordt niet bevorderd als: de eindrapportcijfers in totaal meer dan drie verliespunten bevatten.
Een leerling is bespreking wanneer hij:. minimaal 5 maximaal 6 verliespunten; overstap (bevorderen) naar 4 basis intersectoraal óf doubleren. Op voorstel van de teamleider en de mentor tezamen kan een leerling “met bijzondere omstandigheden”, die volgens deze richtlijnen niet bevorderd kan worden, alsnog in bespreking worden gebracht.
bevorderingsrichtlijnen 2013-2014
3 VMBO BASISBEROEPSGERICHTE LEERWEG Intersectoraal (8 algemene vakken en een beroepsgericht programma: totaal 9 vakken, een leerling legt examen af in 4 algemene vakken en een intersectorale uitstroomvariant met een gezamenlijke omvang van 5 vakken) Een leerling wordt bevorderd naar 4 vmbo basis intersectoraal als is voldaan aan één van de volgende voorwaarden: alle eindcijfers een 6 of meer bedragen of één eindcijfer een 5 bedraagt alle andere eindcijfers een 6 of meer of één eindcijfer een 4 en de overige eindcijfers een 6 of hoger waarvan tenminste één 7 of hoger of voor twee vakken een eindcijfer 5 en de overige eindcijfers een 6 of hoger waarvan ten minste één 7 of hoger Kv1(CKV), LO en Ma dienen met V of G beoordeeld te zijn. Handelingsdelen/-opdrachten dienen met V of G beoordeeld te zijn.
Een leerling wordt niet bevorderd als: de eindrapportcijfers in totaal meer dan drie verliespunten bevatten.
Een leerling is bespreking wanneer hij:. minimaal 5 maximaal 6 verliespunten; overstap (bevorderen) naar 4 LWOO/AKA óf doubleren. Op voorstel van de teamleider en de mentor tezamen kan een leerling “met bijzondere omstandigheden”, die volgens deze richtlijnen niet bevorderd kan worden, alsnog in bespreking worden gebracht.
bevorderingsrichtlijnen 2013-2014
BRUGKLAS HAVO-VMBO (13 vakken)
Een leerling wordt bevorderd naar havo 2 als is voldaan aan elk van de volgende voorwaarden: 1. Hij/zij heeft voor de vakken Nederlands, Engels en wiskunde maximaal één verliespunt (minimaal 17 punten) én 2. Hij/zij minimaal 6,0 gemiddeld heeft bij alle vakken én 3. Hij/zij maximaal 2 verliespunten heeft bij het totaal van alle vakken.
Een leerling is bespreekgeval als hij/zij aan één van de hierboven genoemde criteria niet voldoet, maar wél: 1. Hij/zij heeft voor de vakken Nederlands, Engels en wiskunde maximaal twee verliespunten (minimaal 16 punten) of 2. Maximaal drie verliespunten heeft bij alle vakken.
In alle overige gevallen wordt een leerling bevorderd naar vmbo 2.
Na een gezamenlijk voorstel van mentor en teamleider kan een leerling, die volgens deze richtlijnen niet bevorderd kan worden, in bespreking worden gebracht. De docentenvergadering beslist na bespreking van een gezamenlijk voorstel van mentor en teamleider.
bevorderingsrichtlijnen 2013-2014
BRUGKLAS ATHENEUM/HAVO Een leerling wordt bevorderd naar 2 atheneum als is voldaan aan elk van de volgende 3 voorwaarden: 1. Hij/zij heeft voor de vakken Nederlands, Engels en wiskunde maximaal één verliespunt, en minimaal 19 punten voor deze 3 vakken samen. 2. Hij/zij heeft minimaal 6.5 gemiddeld voor alle vakken. 3. Hij/zij heeft maximaal 2 verliespunten bij het totaal van alle vakken. Een leerling is bespreekgeval, als hij/zij aan een van de hierboven genoemde criteria niet voldoet, maar wel aan alle onderstaande: 1. De leerling heeft voor de vakken Nederlands, Engels en wiskunde maximaal twee verliespunten, en minimaal 18 punten voor deze 3 vakken samen. 2. De leerling heeft maximaal 3 verliespunten bij het totaal van alle vakken. 3. De leerling heeft een ‘o’ voor de vwo-skills. In alle overige gevallen wordt de leerling bevorderd naar 2 havo. Na een gezamenlijk voorstel van mentor en teamleider kan een leerling, die volgens deze richtlijnen niet bevorderd kan worden, in bespreking worden gebracht. De docentenvergadering beslist na bespreking van een gezamenlijk voorstel van mentor en teamleider.
bevorderingsrichtlijnen 2013-2014
BRUGKLAS GYMNASIUM Een leerling wordt bevorderd naar 2 gymnasium als is voldaan aan elk van de volgende 4 voorwaarden: 1. Hij/zij heeft voor de vakken Nederlands, Engels en wiskunde maximaal één verliespunt, en minimaal 19 punten voor deze 3 vakken samen. 2. Hij/zij heeft minimaal een 6 voor het vak Latijn. 3. Hij/zij heeft minimaal 6.5 gemiddeld voor alle vakken. 4. Hij/zij heeft maximaal 2 verliespunten bij het totaal van alle vakken.
Een leerling is bespreekgeval, als hij/zij aan een van de hierboven genoemde criteria niet voldoet, maar wel aan alle onderstaande: 1. De leerling heeft voor de vakken Nederlands, Engels en wiskunde maximaal twee verliespunten, en minimaal 18 punten voor deze 3 vakken samen. 2. De leerling heeft een onvoldoende voor Latijn. 3. De leerling heeft maximaal 3 verliespunten bij alle vakken. 4. De leerling heeft een ‘o’ voor de vwo-skills. In alle overige gevallen wordt de leerling bevorderd naar 2 atheneum of 2 havo. Na een gezamenlijk voorstel van mentor en teamleider kan een leerling, die volgens deze richtlijnen niet bevorderd kan worden, in bespreking worden gebracht. De docentenvergadering beslist na bespreking van een gezamenlijk voorstel van mentor en teamleider.
bevorderingsrichtlijnen 2013-2014
2 HAVO
Een leerling wordt bevorderd naar havo 3 als is voldaan aan elk van de volgende voorwaarden: 1.Hij/zij heeft voor de vakken Nederlands, Engels en wiskunde maximaal één verliespunt (minimaal 17 punten) én 2. Hij/zij minimaal een 6,0 gemiddeld heeft bij alle vakken én 3. Hij/zij maximaal 2 verliespunten heeft bij het totaal van alle vakken.
Een leerling is bespreekgeval als hij/zij aan één van de hierboven genoemde criteria niet voldoet, maar wél: 1. Hij/zij heeft voor de vakken Nederlands, Engels en wiskunde maximaal twee verliespunten (minimaal 16 punten) of 2. Maximaal drie verliespunten heeft bij alle vakken.
In alle overige gevallen wordt een leerling bevorderd naar vmbo 3.
Na een gezamenlijk voorstel van mentor en teamleider kan een leerling, die volgens deze richtlijnen niet bevorderd kan worden, in bespreking worden gebracht. De docentenvergadering beslist na bespreking van een gezamenlijk voorstel van mentor en teamleider.
bevorderingsrichtlijnen 2013-2014
3 HAVO
Voor de vakken Nederlands, Engels en wiskunde mag maximaal één verliespunt worden behaald. Om bevorderd te worden naar 4 havo in een N-profiel (N&G of N&T) moet elk van de vakken wiskunde, natuurkunde en scheikunde voldoende zijn. Daarnaast moet het puntentotaal van wiskunde, natuurkunde en scheikunde minstens 20 zijn. Om bevorderd te worden naar 4 havo in een M-profiel (C&M of E&M) moeten de vakken wiskunde, economie en geschiedenis voldoende zijn indien de vakken gekozen worden.
Voldoet een leerling hier niet aan, dan beslist de vergadering over een voorstel van de decaan, de mentor en de teamleider nadat dit groepje de betreffende vakdocenten gehoord heeft. Bij meer dan één verliespunt op het rapport beslist de vergadering na een voorstel van de decaan, de mentor en de teamleider over het al of niet toestaan van een gemaakte keuze. aantal verliespunten aantal punten
h dh dv
72 73 74 75 76 77 78 of meer
0 h h
1 h h
2 h h h
3 dh h h h
= bevorderd naar 4 havo = bespreking: doubleren of bevorderen 4 havo = bespreking: doubleren of overstap naar 3 vmbo of 4 vmbo
bevorderingsrichtlijnen 2013-2014
4 dv dh dh dh h
5 of meer dv dv dv dv dv dv
4 HAVO Een leerling wordt bevorderd als is voldaan aan elk van de volgende voorwaarden: Bij alle eindrapportcijfers zijn hoogstens twee onvoldoendes, waarvan hoogstens één 4 en geen cijfer lager dan een 4. Het gemiddelde van de eindrapportcijfers bedraagt tenminste 6,0. De eindrapportcijfers van de vakken CKV en LO worden gemiddeld (afgerond heel cijfer per vak). Dit (afgerond) gemiddelde wordt als één cijfer meegewogen. Eindbeoordeling voor het schoolexamen van het vak culturele en kunstzinnige vorming is “voldoende” of “goed”. Voor de vakken Nederlands, Engels en Wiskunde (A of B) mag maximaal één verliespunt worden behaald. Een leerling wordt niet bevorderd in elk van de volgende gevallen: De eindrapportcijfers bevatten in totaal meer dan drie onvoldoendes. De eindrapportcijfers bevatten in totaal meer dan drie verliespunten. In alle andere gevallen beslist de docentenvergadering, na bespreking van een gezamenlijk voorstel van mentor en teamleider, of een leerling wordt bevorderd of niet. Er wordt dan met nadruk ook gekeken naar schoolexamenresultaten. Na een gezamenlijk voorstel van mentor en teamleider kan ook een leerling “met bijzondere omstandigheden”, die volgens deze richtlijnen niet bevorderd kan worden, in bespreking worden gebracht
bevorderingsrichtlijnen 2013-2014
2 ATHENEUM (14 vakken) aantal verliespunten aantal punten
a dh dha
= = =
78 79 80 81 82 83 84 85 86 of meer
0 a a a
1 a a a a
2 a a a a a
3 dha dha dha dha dha dha
4 dh dh dh dh dh dh dha
bevorderd naar 3 atheneum bespreking: doubleren of bevordering naar 3 havo bespreking: doubleren of bevordering naar 3 havo of 3 atheneum
bevorderingsrichtlijnen 2013-2014
5 of meer dh dh dh dh dh dh dh dh
2 GYMNASIUM (15 vakken)
aantal verliespunten aantal punten
84 85 86 87 88 89 90 91 92 of meer
0 g g g
1 g g g g
2 g g g g g
3 dhag dhag dhag dhag dhag dhag
4 dha dha dha dha dha dha dha
5 of meer dha dha dha dha dha dha dha dha
g = bevorderd naar 3 gymnasium dhag = bespreking: doubleren of bevorderen naar 3 havo of 3 atheneum of 3 gymnasium dha = bespreking: doubleren of bevordering naar 3 havo of 3 atheneum
bevorderingsrichtlijnen 2013-2014
3 ATHENEUM (13 vakken) Om bevorderd te worden naar 4 atheneum in een N-profiel (N&G of N&T) moet een leerling voldoen aan de volgende twee voorwaarden: a. Elk van de vakken wiskunde, natuurkunde en scheikunde moet voldoende zijn. b. Het puntentotaal voor wi-na-sk moet minstens 21 bedragen, waarbij maar één 6. Om bevorderd te worden naar 4 atheneum in het E&M-profiel moeten de vakken wiskunde en economie beiden voldoende zijn. Om bevorderd te worden naar 4 atheneum in het C&M profiel met het vak economie, moet economie voldoende zijn. Voldoet een leerling hier niet aan, dan beslist de vergadering over een voorstel van de decaan, de mentor en de teamleider nadat dit groepje de betreffende vakdocenten gehoord heeft in de voorbespreking. Bij meer dan één verliespunt op het rapport beslist de vergadering na een voorstel van de decaan, de mentor en de teamleider over het al of niet toestaan van een gemaakte keuze. Dit geldt ook bij bevordering naar 4 havo.
aantal verliespunten aantal punten 72 73 74 75 76 77 78 79 80 of meer a dha dh
0 a a a
1 a a a a
2 a a a a a
3 dha dha dha dha dha dha
4 dh dh dh dh dh dh dha
5 of meer dh dh dh dh dh dh dh dh
= bevorderd naar 4 atheneum = bespreking: doubleren of bevordering naar 4 havo of 4 atheneum = bespreking: doubleren of bevordering naar 4 havo
bevorderingsrichtlijnen 2013-2014
3 GYMNASIUM (15 vakken) Om bevorderd te worden naar 4 gymnasium in een N-profiel (N&G of N&T) moet een leerling voldoen aan de volgende twee voorwaarden: a. Elk van de vakken wiskunde, natuurkunde en scheikunde moet voldoende zijn. b. Het puntentotaal voor wi-na-sk moet minstens 21 bedragen, waarbij maar één 6 mag voorkomen. Om bevorderd te worden naar 4 gymnasium in het E&M-profiel moeten de vakken wiskunde en economie beiden voldoende zijn. Om bevorderd te worden naar 4 gymnasium in het C&M profiel met het vak economie, moet economie voldoende zijn. Voldoet een leerling hier niet aan, dan beslist de vergadering over een voorstel van de decaan, de mentor en de teamleider nadat dit groepje de betreffende vakdocenten gehoord heeft in de voorbespreking. Bij meer dan één verliespunt op het rapport beslist de vergadering na een voorstel van de decaan, de mentor en de teamleider over het al of niet toestaan van een gemaakte keuze. Dit geldt ook bij bevordering naar 4 atheneum of 4 havo. Bij afwijkende keuzes (pakketten op maat) is toestemming nodig van de teamleider.
aantal verliespunten aantal punten 84 85 86 87 88 89 90 91 92 of meer
0 g g g
1 g g g g
2 g g g g g
3 dhag dhag dhag dhag dhag dhag
4 dha dha dha dha dha dha dhag
5 of meer dh dh dh dh dh dh dh dh
g = bevorderd naar 4 gymnasium dhag = bespreking: doubleren of bevordering naar 4 havo of 4 atheneum of 4 gymnasium dha = bespreking: doubleren of bevordering naar 4 havo of 4 atheneum dh = bespreking: doubleren of bevordering naar 4 havo
bevorderingsrichtlijnen 2013-2014
Bevorderingsrichtlijnen van 4 naar 5 VWO
Een leerling wordt bevorderd als is voldaan aan elk van de volgende voorwaarden: - Bij alle eindrapportcijfers zijn hoogstens twee onvoldoendes, waarvan hoogstens één 4 en geen cijfer lager dan een 4. - Er mag hoogstens één 5 voorkomen in de eindcijfers van de basisvakken Nederlands, Engels en Wiskunde (A,B,of C) - Het gemiddelde van de eindrapportcijfers bedraagt tenminste 6,0. - Het eindcijfer voor het schoolexamen van het vak maatschappijleer is 6 of hoger. - Het eindcijfer voor het schoolexamen van het vak kcv voor het gymnasium is 6 of hoger. - De eindbeoordeling voor het schoolexamen van het vak ckv voor het atheneum is ‘voldoende’ of ‘goed’. Een leerling wordt niet bevorderd in elk van de volgende gevallen: - De eindrapportcijfers bevatten in totaal meer dan drie onvoldoendes. - De eindrapportcijfers bevatten in totaal meer dan vier verliespunten. Voor het eindrapport tellen alle vakken van vwo 4 mee. Dit geldt ook voor een vak dat eventueel op vwo 5 met toestemming van de teamleider ingeruild mag worden voor een ander vak. In alle andere gevallen beslist de docentenvergadering, na bespreking van een gezamenlijk voorstel van mentor en teamleider, of een leerling wordt bevorderd of niet. Er wordt dan met nadruk ook gekeken naar schoolexamenresultaten. Na een gezamenlijk voorstel van mentor en teamleider kan ook een leerling “met bijzondere omstandigheden”, die volgens deze richtlijnen niet bevorderd kan worden, in bespreking worden gebracht.
bevorderingsrichtlijnen 2013-2014
BEVORDERINGSRICHTLIJNEN VAN 5 VWO NAAR 6 VWO Een leerling wordt bevorderd als is voldaan aan elk van de volgende voorwaarden: - Bij alle eindrapportcijfers zijn hoogstens twee onvoldoendes, waarvan hoogstens één 4 en geen cijfer lager dan een 4. - Er mag hoogstens één 5 voorkomen in de eindcijfers van de basisvakken Nederlands, Engels en Wiskunde (A,B,of C) - Het gemiddelde van de eindrapportcijfers bedraagt tenminste 6,0. - Het eindcijfer voor het schoolexamen van het vak anw is 6 of hoger. - De keuzemodules zijn ‘naar behoren’ uitgevoerd in het voor de leerling verplichte aantal. Een leerling wordt niet bevorderd in elk van de volgende gevallen: - De eindrapportcijfers bevatten in totaal meer dan drie onvoldoendes. - De eindrapportcijfers bevatten in totaal meer dan vier verliespunten. In alle andere gevallen beslist de docentenvergadering, na bespreking van een gezamenlijk voorstel van mentor en teamleider, of een leerling wordt bevorderd of niet. Er wordt dan met nadruk ook gekeken naar schoolexamenresultaten. Na een gezamenlijk voorstel van mentor en teamleider kan ook een leerling ‘met bijzondere omstandigheden’, die volgens deze richtlijnen niet bevorderd kan worden, in bespreking worden gebracht
bevorderingsrichtlijnen 2013-2014