BESTUURSREGLEMENT VAN DE STICHTING GOOISE SCHOLEN FEDERATIE Begripsbepalingen Artikel 1. In dit bestuursreglement wordt verstaan onder: a) stichting : de Stichting Gooise Scholen Federatie; : de statuten van de stichting; b) statuten c) College van Bestuur : het College van Bestuur van de stichting als bedoeld in artikel 6 van de statuten d) Raad van Toezicht : de Raad van Toezicht van de stichting als bedoeld in artikel 8 van de statuten e) medezeggenschapsraad: de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad of ondernemingsraad College van Bestuur Artikel 2; Taak. Het College van Bestuur bestuurt de stichting en de onder de stichting ressorterende instellingen met inachtneming van de statuten en de op basis daarvan vastgestelde regelingen, alsmede met inachtneming van de op de stichting en de onder de stichting ressorterende instellingen van toepassing zijnde wettelijke voorschriften en op basis daarvan vastgestelde regelingen. Artikel 3; Samenstelling en profiel. 1. Het College van Bestuur bestaat uit twee leden, te weten een voorzitter en een lid. 2. Het College van Bestuur zal zodanig zijn samengesteld dat daarin in voldoende mate kennis en ervaring aanwezig is ter zake van (voortgezet) onderwijs, (onderwijs-) management, personeelsmanagement en financieel en materieel beheer van (onderwijs-) instellingen. Artikel 4; Benoeming. 1. De voorzitter en het lid van het College van Bestuur worden benoemd door de Raad van Toezicht. 2. Indien zich in het College van Bestuur een vacature voordoet stelt de Raad van Toezicht uit zijn midden een zoekcommissie in. Deze commissie heeft als taak kandidaten te zoeken bij het door de Raad van Toezicht vastgestelde profiel. Vervolgens treedt de benoembaarheidscommissie in werking die de benoembaarheid van de kandidaten onderzoekt en hierover aan de zoekcommissie van de Raad van Toezicht rapporteert. In de benoembaarheidscommissie hebben ten minste zitting twee leden van de Raad van Toezicht, onder wie in beginsel de voorzitter, het overblijvende lid van het College van Bestuur, een schoolleider en een lid van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad. Uit de benoembare kandidaten draagt de zoekcommissie één of meerdere kandidaten voor aan de Raad van Toezicht, die vervolgens het nieuwe lid van het College van Bestuur benoemt .
1
TOELICHTING Indien zich in het College van Bestuur een vacature voordoet worden de medezeggenschapsraad en de schoolleiders hiervan direct op de hoogte gebracht. De benoembaarheidscommissie handelt in vertrouwelijkheid en doet naar buiten, anders dan naar de Raad van Toezicht, geen mededelingen over kandidaten. De commissie stelt een rapport op ten behoeve van de Raad van Toezicht. Uit de benoembare kandidaten wordt door de Raad van Toezicht het nieuwe lid van het College van Bestuur geselecteerd. De Raad van Toezicht neemt een voorgenomen besluit tot benoeming. Dit voorgenomen besluit wordt voor advies aan de medezeggenschapsraad en de schoolleiders aangeboden. In het voorgenomen besluit worden de argumenten voor de voorgenomen benoeming verwerkt. De door de Raad van Toezicht te benoemen kandidaat heeft een gesprek met (een afvaardiging van) de medezeggenschapsraad en (een afvaardiging van) de schoolleiders alvorens zij het gevraagde advies aan de Raad van Toezicht uitbrengen. Als achtergrondmateriaal voor deze gesprekken ontvangt de (afvaardiging van de) medezeggenschapsraad en de (afvaardiging van de) schoolleiders de sollicitatiebrief en curriculum vitae van te benoemen kandidaat. Bij een situatie van ontslag van leden van het College van Bestuur is de procedure als volgt. De voorzitter van de medezeggenschapsraad en de schoolleiders worden door het College van Bestuur op de hoogte gebracht. Het lid van het College van Bestuur dat ontslag neemt dan wel ontslag krijgt, heeft de mogelijkheid tot een gesprek met de (afvaardiging van de) medezeggenschapsraad en (een afvaardiging van) de schoolleiders. De medezeggenschapsraad brengt conform haar bevoegdheden advies uit aan de Raad van Toezicht. Artikel 5; Functionering en beoordeling. 1. Twee leden uit de Raad van Toezicht gezamenlijk houden ten minste één maal per jaar een functioneringsgesprek met elk der leden van het College van Bestuur. 2. De Raad van Toezicht kan een beoordelingsregeling, met daarin opgenomen beoordelingssancties en –criteria, opstellen voor de leden van het College van Bestuur. Beoordelingsgesprekken op basis van deze regeling met de leden van het College van Bestuur worden gevoerd door twee leden uit de Raad van Toezicht gezamenlijk. Deze leden van de Raad van Toezicht brengen een advies omtrent beoordeling en toepassing van beoordelingssancties uit aan de Raad van Toezicht. De beoordeling wordt vastgesteld door de Raad van Toezicht. Artikel 6; Werkwijze. 1. Het College van Bestuur functioneert op basis van collegialiteit, hetgeen wil zeggen dat ieder der leden medeverantwoordelijk is voor de besluiten van het college. 2. Ieder lid van het College van Bestuur heeft één stem. Bij het staken der stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend; in voorkomende gevallen wordt de voorzitter van de Raad van Toezicht hierover ingelicht.
2
Binnen het College van Bestuur wordt echter gestreefd naar unanimiteit in besluitvorming. 3. Het College van Bestuur kan nadere regels stellen voor zijn eigen werkwijze. 4. Het College van Bestuur draagt zorg voor vastlegging van de beraadslagingen.
Raad van Toezicht Artikel 7; Taak. De Raad van Toezicht houdt toezicht op de stichting en de onder de stichting ressorterende instellingen met inachtneming van de statuten en de op basis daarvan vastgestelde regelingen, alsmede met inachtneming van de op de stichting en de onder de stichting ressorterende instellingen van toepassing zijnde wettelijke voorschriften en op basis daarvan vastgestelde regelingen. De Raad van Toezicht richt zich daarbij in het bijzonder op de doelstelling en de maatschappelijke legitimatie van de stichting. De leden van de Raad van Toezicht dienen zich te vergewissen van hun onafhankelijkheid, zodat zij onbelemmerd het belang van de stichting kunnen behartigen. Als een lid van de Raad van Toezicht een tegenstrijdig belang voorziet, dient hij dit onmiddellijk te melden aan de Raad van Toezicht. Artikel 8; Samenstelling. De Raad van Toezicht bestaat uit minimaal vijf leden, waaronder een voorzitter en een vice-voorzitter. Artikel 9; Benoeming. Indien zich in de Raad van Toezicht een vacature voordoet, stelt de Raad van Toezicht een commissie voor werving samen. In deze commissie hebben twee leden van de Raad van Toezicht zitting, waaronder in ieder geval de voorzitter. De commissie draagt kandidaten voor bij de Raad van Toezicht. Wanneer het een vacature betreft voor een lid als benoemd conform artikel 8 lid 2 van de statuten, overlegt de commissie met de representatieve vertegenwoordiging. Artikel 10; Werkwijze. De Raad van Toezicht kan nadere regels stellen voor zijn eigen werkwijze. De Raad van Toezicht dient ten minste eenmaal per jaar zijn eigen functioneren en de relatie tot het College van Bestuur te bespreken. Relatie College van Bestuur en Raad van Toezicht Artikel 11; Toezicht. 1. De Raad van Toezicht heeft tot taak toezicht te houden op het beleid van het College van Bestuur en op de gang van zaken binnen de stichting en de onder de stichting ressorterende instellingen, een en ander met het oog op de belangen van de stichting en de onder de stichting ressorterende instellingen. 2. In het kader van het toezicht kan de Raad van Toezicht het College van Bestuur informatie vragen en ter verantwoording roepen.
3
Artikel 12; Advies. De Raad van Toezicht kan het College van Bestuur gevraagd en ongevraagd adviseren. Artikel 13; Goedkeuring. 1. Goedkeuring door de Raad van Toezicht behoeven vastgestelde besluiten van het College van Bestuur ten aanzien van: a) de benoeming van de accountant; b) de begroting en de jaarstukken van de stichting; c) een aanvraag van faillissement van de stichting en van surséance van betaling; d) het beleidsplan van de stichting; e) een wijziging van de statuten, fusie van de stichting en ontbinding van de stichting, waaronder begrepen bestemming van een eventueel batig saldo; f) overdracht van onder de stichting ressorterende instellingen; g) het sluiten van overeenkomsten tot het kopen, vervreemden of bezwaren van registergoederen, alsmede het sluiten van overeenkomsten waarbij de stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenares verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidsstelling voor een schuld van derde verbindt. 2. Voorstellen voor goedkeuring als bedoeld in het vorige lid worden door het College van Bestuur aan de Raad van Toezicht voorgelegd voorzien van een schriftelijke toelichting met vermelding van de gevolgen van de beoogde goedkeuring. 3. Het College van Bestuur draagt er zorg voor dat de Raad van Toezicht voldoende in de gelegenheid wordt gesteld tot zorgvuldige standpuntbepaling omtrent de ter goedkeuring voorgelegde voorstellen. Artikel 14; Informatie. 1. Teneinde de Raad van Toezicht in de gelegenheid te stellen zijn taken in het kader van toezicht, advisering en goedkeuring naar behoren uit te voeren, draagt het College van Bestuur er zorg voor dat de Raad van Toezicht adequaat wordt geïnformeerd over aangelegenheden welke voor hem van belang zijn. 2. In het kader van het in lid 1 gestelde draagt het College van Bestuur er zorg voor dat de Raad van Toezicht ten minste wordt geïnformeerd over de volgende aangelegenheden: a) het voor de onder de stichting ressorterende instellingen geldende medezeggenschapsreglement; b) de voor de onder de stichting ressorterende instellingen geldende klachtenregeling; c) kwesties waarin de stichting in rechte wordt betrokken of zelf gerechtelijke stappen onderneemt (externe geschillen- en beroepsprocedures daaronder begrepen) alsmede de vonnissen daarin; d) het aangaan of verbreken van duurzame samenwerkingsrelaties met andere rechtspersonen en/of instellingen; e) op de onder de stichting ressorterende instellingen betrekking hebbende interne en externe kwaliteitsrapportages (waaronder begrepen inspectierapportages);
4
f) managementletters en andere rapportages van externe accountants betreffende de stichting of onder de stichting ressorterende instellingen; g) het vestigingsreglement. 3. In het kader van het verkrijgen van informatie woont ten minste één lid van de Raad van Toezicht ten minste één maal per jaar een bijeenkomst bij van het College van Bestuur met de medezeggenschapsraad. Medezeggenschapsraad Artikel 15. 1. De GMR wordt door het College van Bestuur vooraf om advies gevraagd bij vaststelling of wijziging van dit bestuursreglement. 2. De GMR wordt door de Raad van Toezicht vooraf om instemming gevraagd bij vaststelling of wijziging van het beleid met betrekking tot de aanstelling en het ontslag van de leden van het College van Bestuur. 3. De GMR wordt door de Raad van Toezicht vooraf in de gelegenheid gesteld om advies uit te brengen over de aanstelling of ontslag van leden van het College van Bestuur. Vaststelling en wijziging bestuursreglement Artikel 16. 1. Het bestuursreglement, alsmede wijzigingen daarin, wordt voorbereid door het College van Bestuur. 2. Het bestuursreglement, alsmede wijzigingen daarin, wordt vastgesteld door de Raad van Toezicht. Slotbepaling Artikel 17. In de gevallen waarin dit bestuursreglement niet voorziet beslist het College van Bestuur en informeert het de Raad van Toezicht per omgaande omtrent een dergelijke beslissing. De informatie dient voorzien te worden van een schriftelijke toelichting.
5