Bestemmingsplan "Sinnevelt en Planetenwijk" (vastgesteld) Regels

Bestemmingsplan "Sinnevelt en Planetenwijk" (vastgesteld)

Regels

151


152


Hoofdstuk 1. Inleidende regels ARTIKEL 1

Begrippen

1.

Aan- en uitbouw Een aangebouwd gebouw behorende bij een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw.

2.

Aanduiding Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

3.

Aanduidingsgrens De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

4.

Aan-huis-verbonden-beroep Het uitoefenen van een vrij- of een zelfstandig beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, educatief, kunstzinnig, technisch of daarmee gelijk te stellen activiteiten, niet zijnde detailhandel, dat een uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.

5.

Achtergevelrooilijn Bebouwingsgrens aan de van de weg afgekeerde zijde van het bebouwingsvlak.

6.

Archeologisch deskundige Professioneel archeoloog die op basis van de geldende versie van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie bevoegd is om archeologisch onderzoek uit te voeren en/of Programma's van Eisen op te stellen en te toetsen.

7.

Archeologisch onderzoek Diverse vormen van onderzoek naar de archeologische waarden binnen een plangebied, uitgevoerd volgens de geldende versie van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie.

8.

Archeologisch rapport In rapportvorm vervat verslag van een volgens de in de archeologische beroepsgroep gebruikelijke normen verricht archeologisch onderzoek, op basis waarvan een conclusie kan worden getrokken over de aanwezigheid van archeologische waarden.

153


9.

Archeologische waarde Vindplaats of vondst met een oudheidkundige waarde. Het betreft hier met name archeologische relicten in hun oorspronkelijke ruimtelijke context.

10.

Archeologisch waardevol gebied Gronden waar archeologische waarden aanwezig of te verwachten zijn.

11.

Atelier Werkplaats in het bijzonder voor kunstenaars waarbij tevens kunstwerken tentoongesteld en verkocht kunnen worden.

12.

Bebouwing Eén of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.

13.

Begane grond Een bouwlaag waarvan het vloerpeil ter hoogte van het aansluitende maaiveld ligt.

14.

Bedrijfswoning Een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is.

15.

Bedrijvenlijst De als bijlage opgenomen bij de planregels behorende lijst, waarin vormen van gebruik, anders dan wonen, zijn aangegeven, ingedeeld in categorieën van toenemende hinder.

16.

Bergbezinkbassin Vuilreducerende randvoorziening in de riolering met zowel een bergings- als een bezinkfunctie in de vorm van een bak.

17.

Bestemmingsgrens Een op de digitale verbeelding aangegeven lijn die de grens vormt van een bestemmingsvlak.

18.

Bestemmingsvlak Een op de digitale verbeelding aangegeven geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

19.

Bijgebouw Een op zichzelf staand vrijstaand gebouw, behorende bij een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw en dat door zijn constructie en afmetingen ondergeschikt is aan het hoofdgebouw. 154


20.

Bouwen Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.

21.

Bouwgrens Een op de kaart aangegeven lijn die niet door gebouwen mag worden overschreden, tenzij in deze regels anders is bepaald.

22.

Bouwperceel Een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.

23.

Bouwperceelgrens De grens van een bouwperceel.

24.

Bouwvlak Een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.

25.

Bouwwerk Elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.

26.

Bebouwingspercentage Een op de verbeelding aangegeven percentage dat de grootte van het deel van een bouwvlak of bestemmingsvlak aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd.

27.

Bruto vloeroppervlak (BVO) De totale vloeroppervlakte van alle tot het gebouw behorende binnenruimten, met inbegrip van de bouwconstructie, bergingen,trappenhuizen, interne verkeersruimten, magazijnen, dienstruimten et cetera, met uitzondering van balkons en galerijen.

28.

Dakhelling De helling van een dakvlak, gemeten in graden ten opzichte van het horizontale vlak.

29.

Dakkapel Een uitbouw in de kap.

155


30.

Dakvlak Elke hellende en snijdende vlakken van een dak.

31.

Dakvoet Het laagste punt van een schuin dak.

32.

Detailhandel: Het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, met uitzondering van horeca.

33.

Dienstverlening Het beroepsmatig verlenen van diensten, met uitzondering van prostitutie, waarbij een onderscheid gemaakt kan worden in: a. administratieve, financiële en zakelijke dienstverlening e.d.: het verrichten van administratieve en daarmee gelijk te stellen werkzaamheden, al dan niet met daaraan ondergeschikte balie/loketwerkzaamheden; b. publieksgerichte dienstverlening: dienstverlening door een bedrijf of instelling dat in hoofdzaak balie/loketwerkzaamheden verricht of andere diensten verleent gericht op het publiek, zoals een stomerij, wasserette, kapper, pedicure, makelaar, reis- en uitzendbureau en dergelijke.

34.

Gebouw Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

35.

Grondwaterpeil Bovenste niveau van het water dat zich in de bodem bevindt.

36.

Hoogtescheidingslijn Een op de verbeelding aangegeven lijn die de grens vormt tussen de gedeelten van een bestemmingsvlak waarbinnen verschillende goot- en bouwhoogten zijn toegestaan.

37.

Hoofdgebouw Een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken.

156


38.

Horeca 1 Een horecabedrijf met als hoofdactiviteit het (hoofdzakelijk) overdag verstrekken van zwak- en niet-alcoholische dranken en etenswaren aan bezoekers van andere functies, met name functies als centrumvoorzieningen, zoals onder andere een koffie-/theehuis, ijssalon, croissanterie, lunchroom, dagcafé, dagrestaurant en naar de aard en openingstijden daarmee gelijk te stellen horecabedrijven, hieronder niet begrepen hotel, herberg of andere logiesverstrekkende functies.

39.

Horeca 2 Een horecabedrijf met als hoofdactiviteit het verstrekken van maaltijden en met als nevenactiviteit het verstrekken van (hoofdzakelijk) zwak- en niet-alcoholische dranken zoals een restaurant, cafetaria, snackbar, of gelijkwaardige horecabedrijven, hieronder niet begrepen hotel, herberg of andere logiesverstrekkende functies.

40.

Horeca 3 Een horecabedrijf met als hoofdactiviteit het verstrekken van sterk- en zwakalcoholische dranken, zoals een café, discotheek, bar-dancing of gelijkwaardige horecabedrijven, hieronder niet begrepen hotel, herberg of andere logiesverstrekkende functies.

41.

Kampeermiddel Een tent, tentwagen, kampeerauto of caravan, geen stacaravan zijnde, dan wel enig ander onderkomen of ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde waarvoor ingevolge artikel 40 van de Woningwet een bouwvergunning vereist is; een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.

42.

Kantoor Het bedrijfsmatig verlenen van diensten waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen.

43.

Kap Een uitwendige scheidingsconstructie onder een hoek met het horizontale vlak.

44.

Kunstwerk Civieltechnische, verkeerskundige bouwwerken ten behoeve van wegen waterbouw.

45.

Maatschappelijke voorzieningen Het uitoefenen van activiteiten gericht op de sociale, maatschappelijke, educatieve en openbare dienstverlening, waaronder:·gezondheidszorg, zorg en welzijn, jeugd/kinderopvang, onderwijs, religie, uitvaart/begraafplaats; bibliotheken, openbare dienstverlening, verenigingsleven. 157


46.

Noklijn Hoogste punt van een schuin dak.

47.

Onderdoorgang Een op de verbeelding aangegeven gebied waar binnen het bouwvlak een doorgang mogelijk moet zijn binnen de eerste bouwlaag met een in de regels nader aan te geven maximale breedte, waarboven bebouwing mag worden opgericht ten behoeve van de op de verbeelding aangegeven bestemming.

48.

Peil a. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang; b. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de hoogte van het terrein ter hoogte van die hoofdtoegang bij voltooiing van die bouw; c. indien in of op het water wordt gebouwd: het Nieuw Amsterdams Peil of het plaatselijk waterpeil.

49.

Plan Het bestemmingsplan Sinnevelt en Planetenwijk van de gemeente Haarlem.

50.

Prostitutie Het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.

51.

Restaurant Een horecabedrijf, dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van maaltijden voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van alcoholische en niet-alcoholische dranken.

52.

Seksinrichting De voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte, waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf, waaronder tevens begrepen een erotische-massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar.

53.

Stacaravan Een onderkomen, al dan niet voorzien van wielen en/ of andere voor deelneming aan het wegverkeer bruikbare onderdelen, doch niet geschikt voor deelneming aan het wegverkeer op een voor dat wegverkeer normale wijze.

158


54.

Verbeelding De analoge en digitale voorstelling van de in het bestemmingsplan opgenomen ruimtelijke informatie.

55.

Voordakvlak Het dakvlak dat gelegen is aan de zijde van de openbare ruimte (openbare weg en/of openbaar groen).

56.

Voorgevelrooilijn Bouwgrens aan de wegzijde van het bouwvlak.

57.

Voorzieningen van algemeen nut Voorzieningen ten behoeve van een op het openbaar net aangesloten nutsvoorziening, het telecommunicatieverkeer, het openbaar vervoer of het wegverkeer.

58.

Waarderingskaart De analoge en digitale voorstelling van het beschermd stadsgezicht van bestemmingsplan Sinnevelt en Planetenwijk en die onderdeel is van de verbeelding.

59.

Wet De Wet ruimtelijke ordening.

60.

Woning Een (gedeelte van een) gebouw, dat dient voor de huisvesting van één huishouden.

159


160


ARTIKEL 2 2.1

Wijze van meten

Bij de toepassing van de regels wordt als volgt gemeten: a. afstand tot de bouwperceelsgrens: tussen de grens van het bouwperceel en een bepaald punt van het bouwwerk, waar die afstand het kortst is; b. bouwhoogte van een bouwwerk: vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen; c. dakhelling: langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak; d. goothoogte van een bouwwerk: vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeiboord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel; e. de goothoogte bij dakkapellen en gedeeltelijke geveloptrekkingen: indien de dakkapel of de gedeeltelijke geveloptrekking breder is dan 50 procent van de gevelbreedte wordt de bovenzijde (boeiboordhoogte) hiervan gezien als de nieuwe goothoogte. Een dakkapel of een gedeeltelijke geveloptrekking met een breedte van meer dan 50 procent kan niet meer gezien worden als van ondergeschikt belang. Indien er sprake is van meerdere dakkapellen of gedeeltelijke geveloptrekkingen in een dakvlak, worden de breedten van deze bij elkaar opgeteld en geldt de 50 procent regel; f. verticale diepte van een ondergronds bouwwerk vanaf de onderzijde van de begane grondvloer tot aan de bovenzijde van de laagstgelegen vloer onder het peil. g. inhoud van een bouwwerk: tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen; h. oppervlakte van een bouwwerk; tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

2.2

Overschrijden bouwgrenzen Het is toegestaan de in dit plan aangegeven bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen te overschrijden ten behoeve van: a. stoepen, stoeptreden, funderingen, plinten, pilasters, kozijnen, standleidingen voor hemelwater, gevelversieringen, wanden van ventilatiekanalen, schoorstenen en dergelijke ondergeschikte bouwonderdelen van gebouwen, mits de overschrijding niet meer bedraagt dan 0,5 m; 161


b. gevel- en kroonlijsten, overstekende daken en dergelijke onderdelen van gebouwen, mits de overschrijding niet meer bedraagt dan 10 % van de breedte van de aangrenzende straat en met een maximum van 1 m. Deze werken mogen niet lager gelegen zijn dan 4,2 m boven de rijweg, dan wel 2, 2 m boven een fiets- en/of voetpad; c. hijsinrichtingen, mits de overschrijding niet meer bedraagt dan 1 m en deze werken niet lager zijn gelegen dan 5 m boven peil.

162


163


164


Hoofdstuk 2. Bestemmingsregels ARTIKEL 3 3.1

Bestemmingsomschrijving De voor 'Bedrijf- nutsvoorziening' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. b. c. d.

3.2

Bedrijf - nutsvoorziening (B- Nv)

voorzieningen van algemeen nut; bijbehorende tuinen, erven en terreinen; bijbehorende groenvoorzieningen; bijbehorende voorzieningen.

Bouwregels Op de gronden met de bestemming 'Bedrijf - nutsvoorziening mogen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden opgericht onder de volgende voorwaarden: Gebouwen a. (hoofd)gebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd; b. het bebouwingspercentage per bouwvlak mag niet meer bedragen dan op de verbeelding staat aangegeven. Indien geen bebouwingspercentage is aangegeven mag het bouwvlak volledig worden bebouwd; c. de bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan op de verbeelding is aangegeven; d. de diepte van een (ondergronds) gebouw mag niet meer dan 4 m bedragen. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde e. de bouwhoogte van erfafscheidingen mag niet meer dan 2 m bedragen; f. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer dan 5 m bedragen.

3.3

Specifieke gebruiksregels Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken als bedoeld in artikel 7.10 van de Wet wordt in elk geval gerekend het gebruik voor: a. het opslaan van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, waaronder kampeermiddelen, van aan hun gebruik onttrokken machines, voer-, vaar- of vliegtuigen, schroot, afbraak- en bouwmaterialen, grond en bodemspecie, puin- en vuilstortingen. Deze bepaling is niet van toepassing op opslag van materialen welke noodzakelijk is voor de realisering van de bestemming of welke voortvloeien uit het normale dagelijkse onderhoud.

165


166


ARTIKEL 4 4.1

Gemengd 2 (GD-2)

Bestemmingsomschrijving De voor 'Gemengd 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor: begane grond: a. wonen al dan niet in combinatie met de uitoefening van beroepsbeoefening aan huis,met dien verstande dat maximaal 30 % van de vloeroppervlakte van de woning mag worden gebruikt ten behoeve van het aan-huis-verbonden beroep; b. kantoren; c. detailhandel, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel uitgezonderd' op de verbeelding; d. maatschappelijke voorzieningen; e. dienstverlening; f. het uitoefenen van bedrijfsmatige activiteiten en bijbehorende voorzieningen die in de bij deze regels behorende bedrijvenlijst vallen onder categorie A en B; g. horeca categorie 1 tot en met 3, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 3' op de verbeelding; h. ondergrondse parkeervoorzieningen en parkeervoorzieningen voor wat betreft de begane grond ten behoeve van de hoofdbestemming; i. tuinen en erven; j. bijbehorende voorzieningen. overige verdiepingen k. wonen al dan niet in combinatie met de uitoefening van beroepsbeoefening aan huis met dien verstande dat maximaal 30 % van de vloeroppervlakte van de woning mag worden gebruikt ten behoeve van het aan-huis-verbonden beroep; l. bijbehorende voorzieningen.

4.2

Bouwregels Op de gronden met de bestemming 'Gemengd 2' mogen gebouwen, aan- en uitbouwen, bijgebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden opgericht onder de volgende voorwaarden: Gebouwen a. (hoofd)gebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd; b. ter plaatse van de aanduiding maximale bebouwingspercentage is ten hoogste het aangegeven maximale bebouwingspercentage toegestaan. Indien geen bebouwingspercentage is aangegeven mag het bouwvlak volledig worden bebouwd; c. gebouwen mogen uitsluitend in de voorgevelrooilijn worden opgericht; d. voor gebouwen die op de waarderingskaart zijn aangeduid als 'orde 1' of 'orde 2' dient bij bouwen de bestaande nokrichting, dakhelling en de plaatsing in de naar de openbare weg toegekeerde bouwgrens en zijdelingse bouwgrenzen alsmede de bestaande bouwen goothoogte zoals 167


op de verbeelding aangeduid gehandhaafd te blijven; e. voor gebouwen die op de waarderingskaart zijn aangeduid als orde 3 of nieuwbouw of die niet op de waarderingskaart zijn aangeduid is ten hoogste de op de verbeelding aangegeven bouwen/ of goothoogte toegestaan; f. de diepte van een (ondergronds) gebouw mag niet meer dan 4 m bedragen. Kapverplichting g. Indien de verbeelding uitsluitend een goothoogte aangeeft dient in geval van hoger bouwen het gebouw te worden afgedekt met een kap waarvan de maximale bouwhoogte niet meer bedraagt dan 5 m boven de op de verbeelding aangegeven goothoogte en waarvan de dakhelling niet meer dan 70º mag bedragen; Dakkapellen h. Dakhellingen van gebouwen die op de waarderingskaart zijn aangeduid als orde 3 of nieuwbouw of die niet op de waarderingskaart zijn aangeduid mogen worden onderbroken voor het oprichten van dakkapellen voor wat betreft het voordakvlak of op een naar de weg of openbaar groen gekeerd zijdakvlak, onder de volgende voorwaarden: 1. de dakkapel mag niet breder zijn dan de helft van de breedte van het betreffende dakvlak en bij meerdere dakkapellen mag de som van de breedte van de dakkapellen die in elkaars verlengde liggen niet meer bedragen dan de helft van de breedte van het betreffende dakvlak; 2. de bovenzijde van de dakkapel moet ten minste 0,5 m onder de dakkapel zijn gelegen; 3. de onderzijde van de dakkapel moet boven de dakvoet geplaatst worden met een minimale afstand van 0,5 m; 4. de zijkanten moeten worden gerealiseerd minimaal 0,5 m van de zijkanten van het dakvlak; 5. voor het oprichten van meerdere dakkapellen geldt tevens dat er sprake moet zijn van een regelmatige rangschikking en een minimale afstand van 0,5 m tussen de afzonderlijke kapellen, waarbij de som van breedtes van dakkapellen die naast elkaar gesitueerd zijn niet groter mag zijn dan de helft van de breedte van het betreffende dakvlak. Dakterrassen i. Dakterrassen zijn toegestaan onder de voorwaarde dat de bouwhoogte van afscheidingen op dakterrassen niet meer mag bedragen dan 1,20 m. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde j.

de bouwhoogte van erfafscheidingen voor de voorgevelrooilijn mag niet meer dan 1 m bedragen; k. de bouwhoogte van erfafscheidingen achter de voorgevelrooilijn mag niet meer dan 2 m bedragen; l. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer dan 3 m bedragen. 168


4.3

Ontheffing van de bouwregels 1. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen voor: a. het bepaalde in lid 2 onder g voor platte afdekkingen, waarvan de maximale bouwhoogte niet meer bedraagt dan 5 m boven de op de verbeelding aangegeven goothoogte en de nieuwe goot 1 m terug dient te liggen in het horizontale vlak, zowel ten opzichte van voor- en achtergevelrooilijn. 2. Burgemeester en wethouders toetsen bij de toepassing van de ontheffingsbevoegdheid onder sub 1, of geen onevenredige aantasting zal plaatsvinden van: a. het straat- en bebouwingsbeeld; b. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden; c. bestaande monumentale waarden.

4.4

Specifieke gebruiksregels Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken als bedoeld in artikel 7.10 van de Wet wordt in elk geval gerekend het gebruik voor: a. bijgebouwen als zelfstandige woning; b. prostitutie en seksinrichtingen; c. het opslaan van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, waaronder kampeermiddelen, van aan hun gebruik onttrokken machines, voer-, vaar- of vliegtuigen, schroot, afbraak- en bouwmaterialen, grond en bodemspecie, puin- en vuilstortingen. Deze bepaling is niet van toepassing op opslag van materialen welke noodzakelijk is voor de realisering van de bestemming of welke voortvloeien uit het normale dagelijkse onderhoud.

169


170


ARTIKEL 5 5.1

Gemengd 3 (GD-3)

Bestemmingsomschrijving De voor 'Gemengd 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor: begane grond: a. detailhandel; b. dienstverlening; c. ondergrondse parkeervoorzieningen en parkeervoorzieningen voor wat betreft de begane grond ten behoeve van de hoofdbestemming; d. tuinen en erven; e. bijbehorende voorzieningen. overige verdiepingen f. wonen al dan niet in combinatie met de uitoefening van beroepsbeoefening aan huis met dien verstande dat maximaal 30 % van de vloeroppervlakte van de woning mag worden gebruikt ten behoeve van het aan-huis-verbonden beroep; g. bijbehorende voorzieningen.

5.2

Bouwregels Op de gronden met de bestemming 'Gemengd 3' mogen gebouwen, aan- en uitbouwen, bijgebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden opgericht onder de volgende voorwaarden: Gebouwen a. (hoofd)gebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd; b. ter plaatse van de aanduiding maximale bebouwingspercentage is ten hoogste het aangegeven maximale bebouwingspercentage toegestaan. Indien geen bebouwingspercentage is aangegeven mag het bouwvlak volledig worden bebouwd; c. gebouwen mogen uitsluitend in de voorgevelrooilijn worden opgericht; d. ter plaatse van de aanduiding maximale bouwhoogte is ten hoogste de aangegeven maximale bouwhoogte toegestaan; e. ter plaatse van de aanduiding maximale goothoogte is ten hoogste de aangegeven maximale goothoogte toegestaan; f. de diepte van een (ondergronds) gebouw mag niet meer dan 4 m bedragen. Kapverplichting g. Indien de verbeelding uitsluitend een goothoogte aangeeft dient in geval van hoger bouwen het gebouw te worden afgedekt met een kap waarvan de maximale bouwhoogte niet meer bedraagt dan 5 m boven de op de verbeelding aangegeven goothoogte en waarvan de dakhelling niet meer dan 70º mag bedragen; Dakkapellen 171


h. Dakhellingen van gebouwen die op de waarderingskaart zijn aangeduid als orde 3 of nieuwbouw of die niet op de waarderingskaart zijn aangeduid mogen worden onderbroken voor het oprichten van dakkapellen voor wat betreft het voordakvlak of op een naar de weg of openbaar groen gekeerd zijdakvlak, onder de volgende voorwaarden: 1. de dakkapel mag niet breder zijn dan de helft van de breedte van het betreffende dakvlak en bij meerdere dakkapellen mag de som van de breedte van de dakkapellen die in elkaars verlengde liggen niet meer bedragen dan de helft van de breedte van het betreffende dakvlak; 2. de bovenzijde van de dakkapel moet ten minste 0,5 m onder de noklijn zijn gelegen; 3. de onderzijde van de dakkapel moet boven de dakvoet geplaatst worden met een minimale afstand van 0,5 m; 4. de zijkanten moeten worden gerealiseerd minimaal 0,5 m van de zijkanten van het dakvlak; 5. voor het oprichten van meerdere dakkapellen geldt tevens dat er sprake moet zijn van een regelmatige rangschikking en een minimale afstand van 0,5 m tussen de afzonderlijke kapellen, waarbij de som van breedtes van dakkapellen die naast elkaar gesitueerd zijn niet groter mag zijn dan de helft van de breedte van het betreffende dakvlak. Dakterrassen i. Dakterrassen zijn toegestaan onder de voorwaarde dat de bouwhoogte van afscheidingen op dakterrassen niet meer mag bedragen dan 1,20 m. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde j. de bouwhoogte van erfafscheidingen mag niet meer dan 2 m bedragen; k. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer dan 3 m bedragen. 5.3

Ontheffing van de bouwregels 1. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen voor: a. het bepaalde in lid 2 onder g voor platte afdekkingen, waarvan de maximale bouwhoogte niet meer bedraagt dan 5 m boven de op de verbeelding aangegeven goothoogte en de nieuwe goot 1 m terug dient te liggen in het horizontale vlak, zowel ten opzichte van voor- en achtergevelrooilijn. 2. Burgemeester en wethouders toetsen bij de toepassing van de ontheffingsbevoegdheid onder sub 1, of geen onevenredige aantasting zal plaatsvinden van: a. het straat- en bebouwingsbeeld; b. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden; c. bestaande monumentale waarden.

172


5.4

Specifieke gebruiksregels Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken als bedoeld in artikel 7.10 van de Wet wordt in elk geval gerekend het gebruik voor: a. bijgebouwen als zelfstandige woning; b. prostitutie en seksinrichtingen; c. het opslaan van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, waaronder kampeermiddelen, van aan hun gebruik onttrokken machines, voer-, vaar- of vliegtuigen, schroot, afbraak- en bouwmaterialen, grond en bodemspecie, puin- en vuilstortingen. Deze bepaling is niet van toepassing op opslag van materialen welke noodzakelijk is voor de realisering van de bestemming of welke voortvloeien uit het normale dagelijkse onderhoud.

173


174


ARTIKEL 6 6.1

Bestemmingsomschrijving De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. b. c. d. e. f.

6.2

Groen (G)

groenvoorzieningen, zoals plantsoenen, bermen en beplantingen; voet- en fietspaden; speelvoorzieningen; waterlopen en waterpartijen; voorzieningen van algemeen nut; bijbehorende voorzieningen, zoals straatmeubilair, (ondergrondse) inzamelplaatsen voor afval en recyclecontainers en (ondergrondse) bergbezinkbassins.

Bouwregels Op de gronden met de bestemming 'Groen' mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen worden opgericht onder de volgende voorwaarden: Bouwwerken, geen gebouwen zijnde a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer dan 3 m bedragen.

6.3

Specifieke gebruiksregels Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken als bedoeld in artikel 7.10 van de Wet wordt in elk geval gerekend het gebruik voor: a. het opslaan van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, waaronder kampeermiddelen, van aan hun gebruik onttrokken machines, voer-, vaar- of vliegtuigen, schroot, afbraak- en bouwmaterialen, grond en bodemspecie, puin- en vuilstortingen. Deze bepaling is niet van toepassing op opslag van materialen welke noodzakelijk is voor de realisering van de bestemming of welke voortvloeien uit het normale dagelijkse onderhoud.

6.4

Wijzigingsbevoegdheid Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming van de gronden die zijn voorzien van de aanduiding ' Wro- zone - wijzigingsgebied' te wijzigen met inachtneming van de volgende voorwaarden: a. er mogen uitsluitend woningen (grondgebonden en/of gestapeld) en/of maatschappelijke voorzieningen worden gerealiseerd, met aan de hoofdfunctie ondergeschikte verkeers-, wateren groenvoorzieningen, tuinen, erven en terreinen, waaronder tevens ondergrondse parkeervoorzieningen; b. de maximale bouwhoogte bedraagt 13 m; c. de maximale diepte voor ondergrondse gebouwen bedraagt 7 m; d. de bebouwing wordt georienteerd op de Albert Verweijlaan en een nieuw aan te leggen langzaamverkeersroute, waarbij de bebouwing op minimaal 175


20 m van de bestaande bebouwing aan de J. Perklaan en de Albert Verweijlaan is gelegen; e. de minimale breedte van de nieuw aan te leggen langzaamverkeersroute bedraagt 3 m.

176


ARTIKEL 7 7.1

Kantoor (K)

Bestemmingsomschrijving De voor 'Kantoor' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. kantoor; b. ondergrondse parkeervoorzieningen en parkeervoorzieningen voor wat betreft de begane grond ten behoeve van de hoofdbestemming; c. tuinen en erven; d. bijbehorende voorzieningen.

7.2

Bouwregels Op de gronden met de bestemming 'Kantoor' mogen gebouwen, aan- en uitbouwen, bijgebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden opgericht onder de volgende voorwaarden: Gebouwen a. (hoofd)gebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd; b. ter plaatse van de aanduiding maximale bebouwingspercentage is ten hoogste het aangegeven maximale bebouwingspercentage toegestaan. Indien geen bebouwingspercentage is aangegeven mag het bouwvlak volledig worden bebouwd; c. ter plaatse van de aanduiding maximale bouwhoogte is ten hoogste de aangegeven maximale bouwhoogte toegestaan; d. de diepte van een (ondergronds) gebouw mag niet meer dan 4 m bedragen.

7.3

Specifieke gebruiksregels Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken als bedoeld in artikel 7.10 van de Wet wordt in elk geval gerekend het gebruik voor: a. het opslaan van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, waaronder kampeermiddelen, van aan hun gebruik onttrokken machines, voer-, vaar- of vliegtuigen, schroot, afbraak- en bouwmaterialen, grond en bodemspecie, puin- en vuilstortingen. Deze bepaling is niet van toepassing op opslag van materialen welke noodzakelijk is voor de realisering van de bestemming of welke voortvloeien uit het normale dagelijkse onderhoud; b. horeca; c. detailhandel; d. maatschappelijke voorzieningen.

177


178


ARTIKEL 8 8.1

Maatschappelijk (M)

Bestemmingsomschrijving De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. maatschappelijke voorzieningen; b. ondergrondse parkeervoorzieningen en parkeervoorzieningen voor wat betreft de begane grond ten behoeve van de hoofdbestemming; c. voorzieningen van algemeen nut; d. tuinen en erven; e. bijbehorende voorzieningen.

8.2

Bouwregels Op de gronden met de bestemming 'Maatschappelijk' mogen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden opgericht onder de volgende voorwaarden: Gebouwen a. (hoofd)gebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd; b. ter plaatse van de aanduiding maximale bebouwingspercentage is ten hoogste het aangegeven maximale bebouwingspercentage toegestaan. Indien geen bebouwingspercentage is aangegeven mag het bouwvlak volledig worden bebouwd; c. voor gebouwen die op de waarderingskaart zijn aangeduid als 'orde 1' of 'orde 2' dient bij bouwen de bestaande nokrichting, dakhelling en de plaatsing in de naar de openbare weg toegekeerde bouwgrens en zijdelingse bouwgrenzen alsmede de bestaande bouwen goothoogte zoals op de verbeelding aangeduid gehandhaafd te blijven; d. voor gebouwen die op de waarderingskaart zijn aangeduid als orde 3 of nieuwbouw of die niet op de waarderingskaart zijn aangeduid is ten hoogste de op de verbeelding aangegeven bouwen/ of goothoogte toegestaan; e. de diepte van een (ondergronds) gebouw mag niet meer dan 4 m bedragen. Kapverplichting f. Indien de verbeelding uitsluitend een goothoogte aangeeft dient in geval van hoger bouwen het gebouw te worden afgedekt met een kap waarvan de maximale bouwhoogte niet meer bedraagt dan 5 m boven de op de verbeelding aangegeven goothoogte en waarvan de dakhelling niet meer dan 70º mag bedragen; Dakterrassen g. Dakterrassen zijn toegestaan onder de voorwaarde dat de bouwhoogte van afscheidingen op dakterrassen niet meer mag bedragen dan 1,20 m. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde h. de bouwhoogte van erfafscheidingen mag niet meer dan 2 m bedragen; 179


i. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer dan 3 m bedragen. 8.3

Ontheffing van de bouwregels 1. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen voor: a. het bepaalde in lid 2 onder f voor platte afdekkingen, waarvan de maximale bouwhoogte niet meer bedraagt dan 5 m boven de op de verbeelding aangegeven goothoogte en de nieuwe goot 1 m terug dient te liggen in het horizontale vlak, zowel ten opzichte van voor- en achtergevelrooilijn. 2. Burgemeester en wethouders toetsen bij de toepassing van de ontheffingsbevoegdheid onder sub 1, of geen onevenredige aantasting zal plaatsvinden van: a. het straat- en bebouwingsbeeld; b. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden; c. bestaande monumentale waarden.

8.4

Specifieke gebruiksregels Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken als bedoeld in artikel 7.10 van de Wet wordt in elk geval gerekend het gebruik voor: a. b. c. d. e. f.

prostitutie en seksinrichtingen; wonen; het uitoefenen van bedrijfsmatige activiteiten; horeca; detailhandel; het opslaan van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, waaronder kampeermiddelen, van aan hun gebruik onttrokken machines, voer-, vaar- of vliegtuigen, schroot, afbraak- en bouwmaterialen, grond en bodemspecie, puin- en vuilstortingen. Deze bepaling is niet van toepassing op opslag van materialen welke noodzakelijk is voor de realisering van de bestemming of welke voortvloeien uit het normale dagelijkse onderhoud; g. het gebruik als opslag-, laad-, en/of losplaats ten behoeve van handelsdoeleinden.

180


ARTIKEL 9 9.1

Sport (S)

Bestemmingsomschrijving De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. sportvoorzieningen; b. een sauna, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'sauna' op de verbeelding; c. ondergrondse parkeervoorzieningen en parkeervoorzieningen voor wat betreft de begane grond ten behoeve van de hoofdbestemming; d. voorzieningen van algemeen nut; e. bijbehorende voorzieningen.

9.2

Bouwregels Op de gronden met de bestemming 'Sport' mogen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden opgericht onder de volgende voorwaarden: Gebouwen a. (hoofd)gebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd; b. ter plaatse van de aanduiding maximale bebouwingspercentage is ten hoogste het aangegeven maximale bebouwingspercentage toegestaan. Indien geen bebouwingspercentage is aangegeven mag het bouwvlak volledig worden bebouwd; c. ter plaatse van de aanduiding maximale bouwhoogte is ten hoogste de aangegeven maximale bouwhoogte toegestaan; d. ter plaatse van de aanduiding maximale goothoogte is ten hoogste de aangegeven maximale goothoogte toegestaan; e. de diepte van een (ondergronds) gebouw mag niet meer dan 4 m bedragen. Kapverplichting f. Indien de verbeelding uitsluitend een goothoogte aangeeft dient in geval van hoger bouwen het gebouw te worden afgedekt met een kap waarvan de maximale bouwhoogte niet meer bedraagt dan 5 m boven de op de verbeelding aangegeven goothoogte en waarvan de dakhelling niet meer dan 70º mag bedragen; Dakkapellen g. Dakhellingen van gebouwen die op de waarderingskaart zijn aangeduid als orde 3 of nieuwbouw of die niet op de waarderingskaart zijn aangeduid mogen worden onderbroken voor het oprichten van dakkapellen voor wat betreft het voordakvlak of op een naar de weg of openbaar groen gekeerd zijdakvlak, onder de volgende voorwaarden: 1. de dakkapel mag niet breder zijn dan de helft van de breedte van het betreffende dakvlak en bij meerdere dakkapellen mag de som van de breedte van de dakkapellen die in elkaars verlengde liggen niet meer bedragen dan de helft van de breedte van het betreffende dakvlak; 2. de bovenzijde van de dakkapel moet ten minste 0,5 m onder de noklijn zijn 181


gelegen; 3. de onderzijde van de dakkapel moet boven de dakvoet geplaatst worden met een minimale afstand van 0,5 m; 4. de zijkanten moeten worden gerealiseerd minimaal 0,5 m van de zijkanten van het dakvlak; 5. voor het oprichten van meerdere dakkapellen geldt tevens dat er sprake moet zijn van een regelmatige rangschikking en een minimale afstand van 0,5 m tussen de afzonderlijke kapellen, waarbij de som van breedtes van dakkapellen die naast elkaar gesitueerd zijn niet groter mag zijn dan de helft van de breedte van het betreffende dakvlak. Dakterrassen h. Dakterrassen zijn toegestaan onder de voorwaarde dat de bouwhoogte van afscheidingen op dakterrassen niet meer mag bedragen dan 1,20 m. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde i. de bouwhoogte van erfafscheidingen mag niet meer dan 2 m bedragen; j. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer dan 3 m bedragen. 9.3

Ontheffing van de bouwregels 1. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen voor: a. het bepaalde in lid 2 onder f voor platte afdekkingen, waarvan de maximale bouwhoogte niet meer bedraagt dan 5 m boven de op de verbeelding aangegeven goothoogte en de nieuwe goot 1 m terug dient te liggen in het horizontale vlak, zowel ten opzichte van voor- en achtergevelrooilijn. 2. Burgemeester en wethouders toetsen bij de toepassing van de ontheffingsbevoegdheid onder sub 1, of geen onevenredige aantasting zal plaatsvinden van: a. het straat- en bebouwingsbeeld; b. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden; c. bestaande monumentale waarden.

9.4

Specifieke gebruiksregels Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken als bedoeld in artikel 7.10 van de Wet wordt in elk geval gerekend het gebruik voor: a. prostitutie en seksinrichtingen; a. het opslaan van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, waaronder kampeermiddelen, van aan hun gebruik onttrokken machines, voer-, vaar- of vliegtuigen, schroot, afbraak- en bouwmaterialen, grond en bodemspecie, puin- en vuilstortingen. Deze bepaling is niet van toepassing op opslag van materialen welke noodzakelijk is voor de realisering van de bestemming of welke voortvloeien uit het normale dagelijkse onderhoud. 182


ARTIKEL 10 10.1

Tuin 1 (T-1)

Bestemmingsomschrijving De voor 'Tuin 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. tuinen en verhardingen behorende bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdbebouwing; b. gemeenschappelijke bergingen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'opslag' op de verbeelding.

10.2

Bouwregels Op de gronden met de bestemming 'Tuin 1' mogen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden opgericht onder de volgende voorwaarden: Gebouwen a. gebouwen mogen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'opslag' binnen een bouwvlak worden gebouwd; b. de bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan op de verbeelding staat aangegeven. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde c. de bouwhoogte van erfafscheidingen voor de voorgevelrooilijn mag niet meer dan 1 m bedragen; d. de bouwhoogte van erfafscheidingen achter de voorgevelrooilijn mag niet meer dan 2 m bedragen; e. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet dan 3 m bedragen.

10.3

Specifieke gebruiksregels Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken als bedoeld in artikel 7.10 van de Wet wordt in elk geval gerekend het gebruik voor: a. prostitutie en seksinrichtingen; b. het opslaan van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, waaronder kampeermiddelen, van aan hun gebruik onttrokken machines, voer-, vaar- of vliegtuigen, schroot, afbraak- en bouwmaterialen, grond en bodemspecie, puin- en vuilstortingen. Deze bepaling is niet van toepassing op opslag van materialen welke noodzakelijk is voor de realisering van de bestemming of welke voortvloeien uit het normale dagelijkse onderhoud. c. het gebruik als opslag-, laad-, en/of losplaats ten behoeve van handelsdoeleinden; d. het gebruik van onbebouwde gronden voor het parkeren van motorvoertuigen.

183


184


ARTIKEL 11 11.1

Tuin 2 (T-2)

Bestemmingsomschrijving De voor 'Tuin 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. tuinen, erven en verhardingen behorende bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdbebouwing.

11.2

Bouwregels Op de gronden met de bestemming 'Tuin 2' mogen aan- en uitbouwen, bijgebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden opgericht onder de volgende voorwaarden: Aan- en uitbouwen en bijgebouwen a. de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen per hoofdgebouw mag niet meer bedragen dan 50% van het bestemmingsvlak met een maximum oppervlakte van 40 m²; b. de bouwhoogte van aan- en uitbouwen mag niet meer bedragen dan de begane grondlaag vermeerderd met 0,25 m boven de vloer van de eerste verdieping van het hoofdgebouw met een maximum bouwhoogte van 4 m, gemeten vanaf het aansluitend terrein; c. voor bijgebouwen die op de waarderingskaart zijn aangeduid als 'orde 1' of 'orde 2' dient bij bouwen de bestaande nokrichting, dakhelling en de plaatsing in de naar de openbare weg toegekeerde bouwgrens en zijdelingse bouwgrenzen alsmede de bestaande bouwen goothoogte zoals op de verbeelding aangeduid gehandhaafd te blijven; d. van bijgebouwen die op de waarderingskaart zijn aangeduid als orde 3 of nieuwbouw of die niet op de waarderingskaart zijn aangeduid mag de maximale goothoogte niet meer dan 2,5 m bedragen en de maximale bouwhoogte niet meer dan 4 m bedragen; e. bijgebouwen die op de waarderingskaart zijn aangeduid als orde 3 of nieuwbouw of die niet op de waarderingskaart zijn aangeduid dienen te worden afgedekt met een kap; f. de diepte van een (ondergronds) gebouw mag niet meer dan 4 m bedragen. Dakterrassen g. Dakterrassen zijn toegestaan op aan- en uitbouwen en bijgebouwen onder de voorwaarde dat de bouwhoogte van afscheidingen op dakterrassen niet meer mag bedragen dan 1,20 m. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde h. de bouwhoogte van erfafscheidingen voor de voorgevelrooilijn mag niet meer dan 1 m bedragen; i. de bouwhoogte van erfafscheidingen achter de voorgevelrooilijn mag niet meer dan 2 m bedragen; j. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer dan 3 m bedragen. 185


11.3

Ontheffing van de bouwregels 1. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 2 onder a voor het vergroten van de maximaal toelaatbaar te bebouwen oppervlakte ten behoeve van bijgebouwen aan de zijgevel van eindbebouwing tot een maximum van 20 m². 2. Burgemeester en wethouders toetsen bij de toepassing van deze ontheffingsmogelijkheid of geen onevenredige aantasting zal plaatsvinden van: a. b. c. d. e.

11.4

het straat- en bebouwingsbeeld; de verkeerssituatie ter plaatse; de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden; de brandveiligheid en rampenbestrijding; bestaande monumentale waarden.

Specifieke gebruiksregels Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken als bedoeld in artikel 7.10 van de Wet wordt in elk geval gerekend het gebruik voor: a. b. c. d.

bijgebouwen als zelfstandige woning; prostitutie en seksinrichtingen; detailhandel; het opslaan van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, waaronder kampeermiddelen, van aan hun gebruik onttrokken machines, voer-, vaar- of vliegtuigen, schroot, afbraak- en bouwmaterialen, grond en bodemspecie, puin- en vuilstortingen. Deze bepaling is niet van toepassing op opslag van materialen welke noodzakelijk is voor de realisering van de bestemming of welke voortvloeien uit het normale dagelijkse onderhoud. e. het gebruik als opslag-, laad-, en/of losplaats ten behoeve van handelsdoeleinden.

186


ARTIKEL 12 12.1

Tuin 3 (T-3)

Bestemmingsomschrijving De op de plankaart voor Tuin 3 aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. tuinen, erven en verhardingen behorende bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdbebouwing.

12.2

Bouwregels Op de gronden met de bestemming 'Tuin 3' mogen aan- en uitbouwen, bijgebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde worden opgericht onder de volgende voorwaarden: Aan- en uitbouwen en bijgebouwen a. het bestemmingsvlak mag volledig worden bebouwd; b. de bouwhoogte van aan- en uitbouwen mag niet meer bedragen dan de begane grondlaag vermeerderd met 0,25 m boven de vloer van de eerste verdieping van het hoofdgebouw met een maximum bouwhoogte van 4 m, gemeten vanaf het aansluitend terrein; c. van bijgebouwen mag de maximale goothoogte niet meer dan 3 m bedragen en de maximale bouwhoogte niet meer dan 4 m bedragen; d. bijgebouwen hoger dan de goothoogte moeten worden afgedekt met een kap; e. de diepte van een (ondergronds) gebouw mag niet meer dan 4 m bedragen. Dakterrassen f. Dakterrassen zijn toegestaan op aan- en uitbouwen en bijgebouwen onder de voorwaarde dat de bouwhoogte van afscheidingen op dakterrassen niet meer mag bedragen dan 1,20 m. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde g. de bouwhoogte van erfafscheidingen voor de voorgevelrooilijn mag niet meer dan 1 m bedragen; h. de bouwhoogte van erfafscheidingen achter de voorgevelrooilijn mag niet meer dan 2 m bedragen; i. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan 3 m.

12.3

Specifieke gebruiksregels Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken als bedoeld in artikel 7.10 van de Wet wordt in elk geval gerekend het gebruik voor: a. bijgebouwen als zelfstandige woning; b. prostitutie en seksinrichtingen; c. detailhandel; 187


d. het opslaan van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, waaronder kampeermiddelen, van aan hun gebruik onttrokken machines, voer-, vaar- of vliegtuigen, schroot, afbraak- en bouwmaterialen, grond en bodemspecie, puin- en vuilstortingen. Deze bepaling is niet van toepassing op opslag van materialen welke noodzakelijk is voor de realisering van de bestemming of welke voortvloeien uit het normale dagelijkse onderhoud. e. het gebruik als opslag-, laad-, en/of losplaats ten behoeve van handelsdoeleinden.

188


ARTIKEL 13 13.1

Verkeer (V)

Bestemmingsomschrijving De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. wegen, straten en paden met hoofdzakelijk een verkeersfunctie; b. verblijfsgebied; c. garageboxen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'garagebox' op de verbeelding; d. voet- en fietspaden; e. parkeervoorzieningen; f. parkeerterrein, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein' op de verbeelding; g. groenvoorzieningen; h. speelvoorzieningen; i. bermen en beplantingen; j. voorzieningen van algemeen nut; k. kunstwerken; l. geluidwerende voorzieningen; m. bijbehorende waterlopen en waterpartijen; n. bijbehorende voorzieningen, zoals straatmeubilair, (ondergrondse) inzamelplaatsen voor afval en recyclecontainers en (ondergrondse) bergbezinkbassins.

13.2

Bouwregels Op de gronden met de bestemming 'Verkeer' mogen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden opgericht onder de volgende voorwaarden: Gebouwen a. er mogen uitsluitend garageboxen en gebouwen ten behoeve van voorzieningen van algemeen nut worden gebouwd; b. de garageboxen mogen uitsluitend aaneengesloten worden bebouwd ter plaatse van de aanduiding 'garage' op de verbeelding; c. de bouwhoogte van de garageboxen en gebouwen ten behoeve van voorzieningen van algemeen nut mag niet meer dan 3 m bedragen; d. de maximale oppervlakte van gebouwen ten behoeve van voorzieningen van algemeen nut bedraagt 15 m². Bouwwerken, geen gebouwen zijnde e. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 10 m bedragen.

13.3

Nadere eisen 1. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij de toepassing van de in lid 2 gestelde regels nadere eisen te stellen ten aanzien van: a. de situering van gebouwen, en bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 189


2. Burgemeester en wethouders toetsen bij de toepassing van deze nadere eisen of geen onevenredige aantasting zal plaatsvinden van: a. het straat- en bebouwingsbeeld; b. de verkeerssituatie ter plaatse; c. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden; d. de brandveiligheid en rampenbestrijding; e. bestaande monumentale waarden.

13.4

Specifieke gebruiksregels Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken als bedoeld in artikel 7.10 van de Wet wordt in elk geval gerekend het gebruik voor: a. het opslaan van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, waaronder kampeermiddelen, van aan hun gebruik onttrokken machines, voer-, vaar- of vliegtuigen, schroot, afbraak- en bouwmaterialen, grond en bodemspecie, puin- en vuilstortingen. Deze bepaling is niet van toepassing op opslag van materialen welke noodzakelijk is voor de realisering van de bestemming of welke voortvloeien uit het normale dagelijkse onderhoud; b. detailhandel; c. verkooppunt voor motorbrandstoffen; d. prostitutie en seksinrichtingen.

190


ARTIKEL 14 14.1

Bestemmingsomschrijving De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. b. c. d. e. f.

14.2

Water (WA)

waterberging en/of waterhuishoudkundig; waterlopen en waterpartijen; groenvoorzieningen; oevers; kunstwerken; bijbehorende voorzieningen, zoals bruggen, sluizen, stuwen,dammen, steigers, duikers, gemalen.

Bouwregels Op de gronden met de bestemming 'Water' mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden opgericht onder de volgende voorwaarden: Bouwwerken, geen gebouwen zijnde a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer dan 3 m bedragen.

14.3

Specifieke gebruiksregels Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken als bedoeld in artikel 7.10 van de Wet wordt in elk geval gerekend het gebruik voor: a. het opslaan van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, waaronder kampeermiddelen, van aan hun gebruik onttrokken machines, voer-, vaar- of vliegtuigen, schroot, afbraak- en bouwmaterialen, grond en bodemspecie, puin- en vuilstortingen. Deze bepaling is niet van toepassing op opslag van materialen welke noodzakelijk is voor de realisering van de bestemming of welke voortvloeien uit het normale dagelijkse onderhoud. b. het gebruik als opslag-, laad-, en/of losplaats ten behoeve van handelsdoeleinden; c. als ligplaats voor horecaschepen; d. als ligplaats voor woonschepen; e. prostitutie en seksinrichtingen.

191


192


ARTIKEL 15 15.1

Wonen (W)

Bestemmingsomschrijving De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. wonen, al dan niet in combinatie met de uitoefening van beroepsbeoefening aan huis met dien verstande dat maximaal 30 % van de vloeroppervlakte van de woning mag worden gebruikt ten behoeve van het aan-huis-verbonden beroep; b. ateliers, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'atelier' op de verbeelding; c. ondergrondse parkeervoorzieningen en parkeervoorzieningen voor wat betreft de begane grond ten behoeve van de hoofdbestemming; d. tuinen en erven; e. bijbehorende voorzieningen.

15.2

Bouwregels Op de gronden met de bestemming 'Wonen' mogen gebouwen, aan- en uitbouwen, bijgebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden opgericht onder de volgende voorwaarden: Gebouwen a. (hoofd)gebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd; b. ter plaatse van de aanduiding maximale bebouwingspercentage is ten hoogste het aangegeven maximale bebouwingspercentage toegestaan. Indien geen bebouwingspercentage is aangegeven mag het bouwvlak volledig worden bebouwd; c. gebouwen mogen uitsluitend in de voorgevelrooilijn worden opgericht, met dien verstande dat uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang' op de verbeelding onderdoorgangen met een maximale breedte van 1,2 m zijn toegestaan; d. voor gebouwen die op de waarderingskaart zijn aangeduid als 'orde 1' of 'orde 2' dient bij bouwen de bestaande nokrichting, dakhelling en de plaatsing in de naar de openbare weg toegekeerde bouwgrens en zijdelingse bouwgrenzen alsmede de bestaande bouwen goothoogte zoals op de verbeelding aangeduid gehandhaafd te blijven; e. voor gebouwen die op de waarderingskaart zijn aangeduid als orde 3 of nieuwbouw of die niet op de waarderingskaart zijn aangeduid is ten hoogste de op de verbeelding aangegeven bouwen/ of goothoogte toegestaan; f. de diepte van een (ondergronds) gebouw mag niet meer dan 4 m bedragen. Kapverplichting g. Indien de verbeelding uitsluitend een goothoogte aangeeft dient in geval van hoger bouwen het gebouw te worden afgedekt met een kap waarvan de maximale bouwhoogte niet meer bedraagt dan 5 m boven de op de verbeelding aangegeven goothoogte en waarvan de dakhelling niet meer dan 70º mag bedragen; Dakkapellen 193


h. Dakhellingen van gebouwen die op de waarderingskaart zijn aangeduid als orde 3 of nieuwbouw of die niet op de waarderingskaart zijn aangeduid mogen worden onderbroken voor het oprichten van dakkapellen voor wat betreft het voordakvlak of op een naar de weg of openbaar groen gekeerd zijdakvlak, onder de volgende voorwaarden: 1. de dakkapel mag niet breder zijn dan de helft van de breedte van het betreffende dakvlak en bij meerdere dakkapellen mag de som van de breedte van de dakkapellen die in elkaars verlengde liggen niet meer bedragen dan de helft van de breedte van het betreffende dakvlak; 2. de bovenzijde van de dakkapel moet ten minste 0,5 m onder de noklijn zijn gelegen; 3. de onderzijde van de dakkapel moet boven de dakvoet geplaatst worden met een minimale afstand van 0,5 m; 4. de zijkanten moeten worden gerealiseerd minimaal 0,5 m van de zijkanten van het dakvlak; 5. voor het oprichten van meerdere dakkapellen geldt tevens dat er sprake moet zijn van een regelmatige rangschikking en een minimale afstand van 0,5 m tussen de afzonderlijke kapellen, waarbij de som van breedtes van dakkapellen die naast elkaar gesitueerd zijn niet groter mag zijn dan de helft van de breedte van het betreffende dakvlak. Dakterrassen i. Dakterrassen zijn toegestaan onder de voorwaarde dat de bouwhoogte van afscheidingen op dakterrassen niet meer mag bedragen dan 1,20 m. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde j.

de bouwhoogte van erfafscheidingen voor de voorgevelrooilijn mag niet meer dan 1 m bedragen; k. de bouwhoogte van erfafscheidingen achter de voorgevelrooilijn mag niet meer dan 2 m bedragen; l. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer dan 3 m bedragen.

15.3

Ontheffing van de bouwregels 1. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen voor: a. het bepaalde in lid 2 onder g voor platte afdekkingen, waarvan de maximale bouwhoogte niet meer bedraagt dan 5 m boven de op de verbeelding aangegeven goothoogte en de nieuwe goot 1 m terug dient te liggen in het horizontale vlak, zowel ten opzichte van voor- en achtergevelrooilijn. 2. Burgemeester en wethouders toetsen bij de toepassing van de ontheffingsbevoegdheid onder sub 1, of geen onevenredige aantasting zal plaatsvinden van: a. het straat- en bebouwingsbeeld; b. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden; c. bestaande monumentale waarden. 194


15.4

Specifieke gebruiksregels Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken als bedoeld in artikel 7.10 van de Wet wordt in elk geval gerekend het gebruik voor: a. b. c. d.

bijgebouwen als zelfstandige woning; prostitutie en seksinrichtingen; detailhandel; het opslaan van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, waaronder kampeermiddelen, van aan hun gebruik onttrokken machines, voer-, vaar- of vliegtuigen, schroot, afbraak- en bouwmaterialen, grond en bodemspecie, puin- en vuilstortingen. Deze bepaling is niet van toepassing op opslag van materialen welke noodzakelijk is voor de realisering van de bestemming of welke voortvloeien uit het normale dagelijkse onderhoud. e. het gebruik als opslag-, laad-, en/of losplaats ten behoeve van handelsdoeleinden.

195


196


ARTIKEL 16 Waarde - archeologie (WR-A) (dubbelbestemming) 16.1

Bestemmingsomschrijving De voor 'Waarde- Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, tevens bestemd voor de bescherming en de veiligstelling van archeologische waarden.

16.2

Bouwregels Ten behoeve van andere, voor de gronden geldende bestemmingen is, met inachtneming van de voor de betrokken bestemmingen geldende bouwregels, het volgende van toepassing: 1. ter plaatse van de aanduiding 'categorie 2' zijn uitsluitend gebouwen of bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan, waarbij de bodemroerende werkzaamheden ter realisering van deze gebouwen of bouwwerken, geen gebouwen zijnde: a. een oppervlakte hebben van ten hoogste 50 m²; b. niet verder gaan dan een diepte van 0,3 m. 2. ingeval van een aanvraag voor een reguliere bouwvergunning voor de gronden als bedoeld in sub 1, waarbij bodemroerende werkzaamheden ter realisering van deze gebouwen of bouwwerken, geen gebouwen zijnde, noodzakelijk zijn, die a. een oppervlakte hebben groter dan 50 m² ; b. verder gaan dan een diepte van 0,3 m eisen burgemeester en wethouders dat alvorens de bouwvergunning verleend wordt, door de aanvrager een archeologisch rapport wordt overlegd waarin de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag zullen worden verstoord, naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate zijn vastgesteld. 3. Indien uit dit archeologisch rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de bouwvergunning zullen worden verstoord, kunnen burgemeester en wethouders een of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de bouwvergunning: a. het treffen van maatregelen, waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden; b. het doen van opgravingen; c. begeleiding van de activiteiten door de archeologische deskundige. 4. ter plaatse van de aanduiding 'categorie 3' zijn uitsluitend gebouwen of bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan, waarbij de bodemroerende werkzaamheden ter realisering van deze gebouwen of bouwwerken, geen gebouwen zijnde: a. een oppervlakte hebben van ten hoogste 500m²; b. niet verder gaan dan een diepte van 0,3 m; 5. ingeval van een aanvraag voor een reguliere bouwvergunning voor de gronden als bedoeld in sub 4, waarbij bodemroerende werkzaamheden ter realisering van deze gebouwen of bouwwerken, geen gebouwen zijnde, noodzakelijk zijn, die 197


a. een oppervlakte hebben groter dan 500 m² ; b. verder gaan dan een diepte van 0,3 m eisen burgemeester en wethouders dat alvorens de bouwvergunning verleend wordt, door de aanvrager een archeologisch rapport wordt overlegd waarin de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag zullen worden verstoord, naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate zijn vastgesteld. 6. Indien uit dit archeologisch rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de bouwvergunning zullen worden verstoord, kunnen burgemeester en wethouders een of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de bouwvergunning: a. het treffen van maatregelen, waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden; b. het doen van opgravingen; c. begeleiding van de activiteiten door de archeologische deskundige. 7. ter plaatse van de aanduiding 'categorie 4' zijn uitsluitend gebouwen of bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan, waarbij de bodemroerende werkzaamheden ter realisering van deze gebouwen of bouwwerken, geen gebouwen zijnde: a. een oppervlakte hebben van ten hoogste 2.500m²; b. niet verder gaan dan een diepte van 0,3 m; 8. ingeval van een aanvraag voor een reguliere bouwvergunning voor de gronden als bedoeld in sub 7, waarbij bodemroerende werkzaamheden ter realisering van deze gebouwen of bouwwerken, geen gebouwen zijnde, noodzakelijk zijn, die a. een oppervlakte hebben groter dan 2.500 m² ; b. verder gaan dan een diepte van 0,3 m eisen burgemeester en wethouders dat alvorens de bouwvergunning verleend wordt, door de aanvrager een archeologisch rapport wordt overlegd waarin de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag zullen worden verstoord, naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate zijn vastgesteld. 9. Indien uit dit archeologisch rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de bouwvergunning zullen worden verstoord, kunnen burgemeester en wethouders een of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de bouwvergunning: a. het treffen van maatregelen, waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden; b. het doen van opgravingen; c. begeleiding van de activiteiten door de archeologische deskundige. 10. ter plaatse van de aanduiding 'categorie 5' zijn uitsluitend gebouwen of bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan, waarbij de bodemroerende werkzaamheden ter realisering van deze gebouwen of bouwwerken, geen gebouwen zijnde: a. een oppervlakte hebben van ten hoogste 10.000 m²; b. niet verder gaan dan een diepte van 0,3 m; 11. ingeval van een aanvraag voor een reguliere bouwvergunning voor de gronden als bedoeld in sub 10, waarbij bodemroerende werkzaamheden ter realisering van deze gebouwen of bouwwerken, geen gebouwen zijnde, noodzakelijk zijn, die 198


a. een oppervlakte hebben groter dan 10.000 m² ; b. verder gaan dan een diepte van 0,3 m eisen burgemeester en wethouders dat alvorens de bouwvergunning verleend wordt, door de aanvrager een archeologisch rapport wordt overlegd waarin de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag zullen worden verstoord, naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate zijn vastgesteld; 12. Indien uit dit archeologisch rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de bouwvergunning zullen worden verstoord, kunnen burgemeester en wethouders een of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de bouwvergunning: a. het treffen van maatregelen, waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden; b. het doen van opgravingen; c. begeleiding van de activiteiten door de archeologische deskundige. 16.3

Nadere eisen Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de situering, de inrichting en het gebruik van de gronden die vallen binnen de dubbelbestemming Waarde - archeologie, indien uit onderzoek is gebleken dat ter plaatse beschermingswaardige archeologische resten aanwezig zijn.

16.4

Ontheffing van de bouwregels 1. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in lid 2 met inachtneming van de voor de betrokken bestemmingen geldende bouwregels. 2. Ontheffing, zoals in sub 1 bedoeld, wordt in ieder geval verleend indien naar het oordeel van burgemeester en wethouders de aanvrager van de bouwvergunning aan de hand van nader archeologisch onderzoek heeft aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn of als er, mede naar het oordeel van de gemeentearcheoloog, geen archeologische waarden te verwachten zijn. 3. Ontheffing, zoals in sub 1 bedoeld, wordt ook verleend, indien naar het oordeel van burgemeester en wethouders de aanvrager van de bouwvergunning aan de hand van andere informatie heeft aangetoond dat door grondroerende werkzaamheden of andere bodemverstoringen op de betrokken locatie geen archeologische waarden verstoord zullen worden. 4. Ontheffing, zoals in sub 1 bedoeld, wordt voorts verleend, indien de aanvrager van de bouwvergunning een rapport heeft overgelegd waarin de archeologische waarde van de betrokken locatie naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld en de betrokken archeologische waarden, gelet op dit rapport door de bouwactiviteiten niet worden geschaad.

199


16.5

Aanlegvergunning 1. Het is verboden op of in gronden ter plaatse van de dubbelbestemming Waarde - archeologie zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren: a. bodemverlagen of afgraven, ophogen, egaliseren dan wel anderszins aanbrengen van wijzigingen in het maaiveld met meer dan 0,3 m; b. het aanleggen van watergangen en andere wateren of het vergraven, verruimen of dempen van reeds bestaande watergangen en andere wateren met een diepte van 0,3 m of meer; c. het verlagen of verhogen van het grondwaterpeil; d. het vellen en rooien van houtgewas, waarbij stobben worden verwijderd; e. het aanleggen van ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur; 2. Het verbod, zoals in sub 1 bedoeld, is niet van toepassing, indien de werken en werkzaamheden: a. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan; b. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende aanlegvergunning of een ontgrondingvergunning; c. noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een bouwplan waarvoor ontheffing, zoals in lid 4 bedoeld, is verleend; d. ten dienste van archeologisch onderzoek worden uitgevoerd; 3. Aanlegvergunning wordt in ieder geval verleend, indien de aanvrager van de aanlegvergunning aan de hand van nader archeologisch onderzoek kan aantonen dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn. 4, Aanlegvergunning wordt voorts verleend indien de aanvrager van de aanlegvergunning een rapport heeft overgelegd waarin de archeologische waarde van de betrokken locatie naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld; 5. Aanlegvergunning wordt voorts verleend indien de betrokken archeologische waarden, gelet op het rapport zoals onder sub 4 bedoeld, door de activiteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de aanlegvergunning regels te verbinden, gericht op: a. het treffen van maatregelen, waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden; b. het doen van opgravingen; c. begeleiding van de activiteiten door de archeologische deskundige.

200


16.6

Wijzigingsbevoegdheid Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen in die zin, dat de verbeelding wordt gewijzigd door van één of meerdere bestemmingsvlakken de begrenzing te veranderen of de dubbelbestemming Waarde - archeologie toe te voegen of te verwijderen, dan wel deze bij een ander archeologiecategorie, zoals vermeld in lid 2, in te delen.

201


202


Hoofdstuk 3. Algemene bepalingen ARTIKEL 17

Antidubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

203


204


ARTIKEL 18

Algemene procedureregels

1. Bij toepassing van een ontheffingsbevoegdheid, het stellen van nadere eisen of het verlenen van een aanlegvergunning zoals bedoeld in deze regels, worden de navolgende procedureregels in acht genomen: a. het ontwerpbesluit tot het verlenen van ontheffing, het stellen van nadere eisen of het verlenen van een aanlegvergunning ligt met bijbehorende stukken gedurende 2 weken ter inzage; b. burgemeester en wethouders maken de onder a bedoelde ter inzage legging tevoren in één of meer dag-, nieuws- of huis-aan-huisbladen, die in de gemeente worden verspreid, alsmede op de gebruikelijke wijze bekend; c. de bekendmaking houdt mededeling in van de bevoegdheid tot het indienen van zienswijzen; d. gedurende de onder a. genoemde termijn kunnen belanghebbenden bij burgemeester en wethouders schriftelijke zienswijzen indienen tegen het ontwerpbesluit. 2. Bij toepassing van een wijzigingsbevoegdheid zoals bedoeld in deze regels, is de procedure zoals bedoeld in artikel 3.6 van de Wet van toepassing.

205


206


ARTIKEL 19

Algemene ontheffingsregels

1. Burgemeester en Wethouders verlenen ontheffing van de gebruiksverboden in dit plan indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd. 2 . Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van: a. het afwijken van de voorgeschreven maten ten aanzien van goothoogten, bouwhoogten, oppervlakten en bebouwingspercentages met ten hoogste 10%; b. de bestemmingsbepalingen en toestaan dat het beloop of het profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of -intensiteit daartoe aanleiding geeft; c. de bestemmingsbepalingen en toestaan dat bouwgrenzen worden overschreden, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft; d. de bouw van andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde voor voorzieningen van algemeen nut, waarvan de bouwhoogte niet meer dan 10 m mag bedragen; e. het overschrijden van de in het plan aangegeven bouwgrenzen voor het realiseren van balkons en erkers tot een maximum van 1,5 m; f. het overschrijden van de in het plan aangegeven hoogten ten behoeve van voorzieningen van algemeen nut waarvan de bouwhoogte niet meer dan 3 m mag bedragen en de oppervlakte niet meer mag bedragen dan 20% van de oppervlakte van het hoofdgebouw. 3. Burgemeester en wethouders kunnen bij het verlenen van ontheffing als genoemd in lid 2, sub a tot en met f voorwaarden stellen met betrekking tot de situering en toetsen of geen onevenredige aantasting zal plaatsvinden van: a. b. c. d. e.

het straat- en bebouwingsbeeld; de verkeerssituatie ter plaatse; de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden; de brandveiligheid en rampenbestrijding; bestaande monumentale waarden.

207


208


Hoofdstuk 4. Overgangs- en slotbepalingen ARTIKEL 20 20.1

Overgangsbepalingen

Bouwen Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning, en afwijkt van het plan, mag mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot, a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd; b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de bouwvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.

20.2

Ontheffing Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig ontheffing verlenen van het eerste lid voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.

20.3

Ontheffing overgangsrecht bouwwerken Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

20.4

Gebruik Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.

20.5

Strijdig gebruik Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 4 te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdige gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.

20.6

Verboden hervatten gebruik Indien het gebruik, bedoeld in lid 4 na de inwerkingtreding van het plan langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.

20.7

Uitzondering overgangsrecht gebruik Lid 4 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder de overgangsbepalingen van dat plan.

209


210


ARTIKEL 21

Slotbepaling

Deze regels kunnen worden aangehaald als 'Regels van het bestemmingsplan 'Sinnevelt en Planetenwijk'. Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van …………… De voorzitter, De griffier, ……………

……………..

211


212


Bijlagen bij de regels

213


214


Bijlage 1 Bedrijvenlijst Milieuzonering (Nota Milieuzonering, Gemeente Haarlem, afdeling milieu, 2008) Inleiding Bij het opstellen van een bestemmingsplan is milieuzonering een standaardinstrument voor de ruimtelijke ordening. Milieuzonering is bedoeld om indicatief te beoordelen in hoeverre de woon, werk en recreatieve functies, of (indirect) verkeer, belemmeringen voor elkaar opleveren. Het doel is deze eventuele hinder of belemmeringen te voorkomen in nieuwe situaties en teverhelpen of te beperken in bestaande situaties. Toepassing milieuzonering Om de afweging of een bestemming ergens wel of niet past te kunnen maken biedt milieuzonering handvatten (een gebiedstypering en een bedrijvenlijst). De kaart van Haarlem is opgedeeld in gebieden die zich van elkaar onderscheiden door de (mate van) aanwezige functies en is gebaseerd op de situatie in 2001. Gebiedstypering Het toenemend intensief en doelmatig ruimtegebruik vraagt om een integrale benadering van de kwaliteit van de leefomgeving. Door te weten waar theoretisch welke bedrijfsactiviteiten en welke duurzaamheidmaatregelen mogelijk zijn, wordt het ruimtelijk plannen eenvoudiger. Zodoende is één integrale kaart en typeringsomschrijving ontwikkeld. In de praktijk bevat het plangebied van een bestemmingsplan meestal meerdere gebiedstypen en is ieder plangebied weer uniek. Dit is van groot belang voor de ruimtelijke indeling van verschillende functies. In de gebiedstypologie is vrijwel het gehele grondgebied van de gemeente Haarlem terug te vinden. De hoofdgroepen wonen, werken en natuur & recreatie geven de belangrijkste functie binnen een gebiedstype weer. (De tabel typeert op hoofdlijnen. De verfijning dient plaats te vinden op bestemmingsplanniveau.) Typologie

A Wonen Overwegend laagbouw in een lage dichtheid Overwegend laagbouw in een hoge dichtheid

Omschrijving

Maximaal toegestane bedrijfs-categorie

Dichtheid < 40 w/ha

B

Dichtheid = 40 w/ha

B

215


Flatwijk

Stedelijke centra B Werken Corridors/ Gemengd gebied

Bedrijvigheid

= 50% van het aantal woningen zijn flatwoningen Historisch centrum en moderne

B

Hoofdfunctie is werken. Bedrijven zijn gemengd met woningen. Werkfuncties langs stadsstructuurwegen.

C

Bedrijven geconcentreerd in een gebied

C of D

C Natuur en Recreatie Stadsnatuur Alle stedelijke parken en plantsoenen Dagrecreatie Recreatie gericht op ontspanning voor minder dan een dag Buitengebied/ Landelijk gebied met en zonder natuurontwikkeling woningen

C

n.v.t. Recreatie gebonden B (gebiedsgebonden)

Voor de drie eerstgenoemde woontypologieën zijn in principe categorie B bedrijven altijd toegestaan. Wel kan via het bestemmingsplan besloten worden om in afzonderlijke wijkdelen of straten slechts categorie A bedrijven toe te staan. Feitelijke juridische vastlegging van een dergelijke milieuzonering vindt plaats in bestemmingsplannen. Daarom blijft het onderscheid tussen categorie A en B bestaan. Tot de vierde woontypologie “stedelijke centra” worden de vergrote binnenstad gerekend. Ad B Werken Wat betreft de typering “corridors/ gemengd gebied” geldt dat corridors doorgaande routes/ verkeersassen met openbaar vervoer zijn, die een verbinding vormen met het centrum (of centrum Schalkwijk) met nadruk op de werkfunctie. Hiertoe wordt de direct nabij gelegen bebouwing links en rechts gerekend. Categorie C bedrijven zijn hier toegestaan. Voor deze bedrijven geldt in principe een indicatieve afstand van 50 meter. De typering van het achterliggende gebied en de bijbehorende toegestane bedrijfscategorieën zijn bepalend voor de toegestane milieuhinder aan de achterzijde van bebouwing in een corridor. In het bestemmingsplan zullen de details nader worden bepaald. Tussen woonwijken en corridors kan nog een tussenvorm herkend worden, wijkontsluitingswegen, die om reden van vereenvoudiging niet apart is getypeerd. Langs deze wegen overheerst de woonfunctie, maar de verkeersintensiteit is relatief hoog en ook hier rijdt veelal openbaar vervoer. Categorie C bedrijven zijn niet ondenkbaar langs wijkontsluitingswegen, maar het aantal dient duidelijk lager te liggen dan in corridors.

216


Ad C Natuur en recreatie Onder “stadsnatuur” worden naast openbare parken ook begraafplaatsen gerekend. Onder “dagrecreatie” wordt naast groengebied buiten de stad ook sport gerekend. In deze gebiedstypen kunnen gebiedsgebonden activiteiten worden toegestaan en kan eventueel horeca ook een plek krijgen. Voor het “buiten-/ natuurontwikkelingsgebied” geldt dat gebiedsgebonden bedrijfsactiviteiten tot categorie B zijn toegestaan. In sommige gevallen zal categorie C toelaatbaar zijn, afhankelijk van de nabijheid van gevoelige bestemmingen en de verkeersaantrekkende werking. Bedrijvenlijst De door bedrijven veroorzaakte mate van hinder is weergegeven in een categorie indeling, daarbij geldt hoe lager het categoriecijfer des te minder hinder een bedrijf oplevert. De categorieën A en B zijn in principe in de hele stad Haarlem toegestaan. Voor een specifieke locatie (zoals een woonwijk in lage dichtheid) kan bepaald worden dat alleen een categorie A of geen bedrijvigheid is toegestaan. Bedrijven van categorie C en D (en in uitzonderlijke gevallen E) dienen per definitie nader beoordeeld te worden op de daadwerkelijke hinder (in relatie tot de geplande locatie) door de afdeling milieu. Dit geldt voor alle nieuwe bestemmingsplannen. Steeds meer bedrijven vallen onder Algemene Maatregel van Bestuur en zijn niet meer vergunningplichtig. Er zijn dus minder bedrijven waaraan specifieke eisen kunnen worden gesteld via een vergunning. Voor een deel wordt dit ondervangen met de preventieve werking van het instrument milieuzonering. Daarmee is milieuzonering een belangrijk instrument. De bedrijvenlijst (milieuzoneringslijst) garandeert deze preventieve werking voldoende. SBI-CODE OMSCHRIJVING CATE GORIE 1581 1584 1584 1584 1593 t/m 1595

Broodfabrieken, brood- en banketbakkerijen, v.c. < 2500 kg meel/week Verwerking cacaobonen en vervaardiging chocolade- en suikerwerk: - Cacao- en chocoladefabrieken- vervaardigen van chocoladewerken met p.o. < 200 m² - Suikerwerkfabrieken zonder suiker branden, p.o. < 200 m² Vervaardiging van wijn, cider e.d.

B

B B B

17 174, 175 176, 177

VERVAARDIGING VAN TEXTIEL Vervaardiging van textielwaren Vervaardiging van gebreide en gehaakte stoffen en artikelen

B B

18 181

VERVAARDIGING VAN KLEDING; BEREIDEN EN VERVEN VAN BONT Vervaardiging kleding van leer

B

217


20 203, 204, 205 205

HOUTINDUSTRIE EN VERVAARDIGING ARTIKELEN VAN HOUT, RIET, KURK E.D. Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout, B p.o. < 200 m2 Kurkwaren-, riet- en vlechtwerkfabrieken B

22 221 2222.6 2223 2223 2224 2225 223

UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN EN REPRODUKTIE VAN OPGENOMEN MEDIA Uitgeverijen (kantoren) Kleine drukkerijen en kopieerinrichtingen Grafische afwerking Binderijen Grafische reproduktie en zetten Overige grafische aktiviteiten Reproduktiebedrijven opgenomen media

A B A B B B A

36 361 362 363 3661.1

VERVAARDIGING VAN MEUBELS EN OVERIGE GOEDEREN N.E.G. Meubelstoffeerderijen b.o. < 200 m2 Fabricage van munten, sieraden e.d. Muziekinstrumentenfabrieken Sociale werkvoorziening

A B B B

40 40 40

PRODUKTIE EN DISTRIB. VAN STROOM, AARDGAS, STOOM EN WARM WATER Elektriciteitsdistributiebedrijven, met transformatorvermogen: - < 10 MVA Gasdistributiebedrijven: - gas: reduceer-, compressor-, meet- en regelinst. Cat. A - gasdrukregel- en meetruimten (kasten en gebouwen), cat. B en C Warmtevoorzieningsinstallaties, gasgestookt: - blokverwarming

45 45

BOUWNIJVERHEID Aannemersbedrijven met werkplaats, b.o. < 1000 m2

40 40 40 40 40

50 501, 502, 504 5020.4 5020.5 503, 504 52 52 5222, 5223 5224

HANDEL/REPARATIE VAN AUTO'S, MOTORFIETSEN; BENZINESERVICESTATIONS Handel in auto's en motorfietsen, reparatie- en servicebedrijven

B A B B

B

B

Autobeklederijen Autowasserijen Handel in auto- en motorfietsonderdelen en -accessoires

A B B

DETAILHANDEL EN REPARATIE T.B.V. PARTICULIEREN Detailhandel voor zover n.e.g. Detailhandel vlees, wild, gevogelte, met roken, koken, bakken Detailhandel brood en banket met bakken voor eigen winkel

A A A

218


5231, 5232 Apotheken en drogisterijen 527 Reparatie t.b.v. particulieren (excl. auto's en motorfietsen) 55

A A

553 554 5551 5552

LOGIES-, MAALTIJDEN- EN DRANKENVERSTREKKING Restaurants, cafetaria's, snackbars, ijssalons met eigen ijsbereiding, viskramen e.d. Café's, bars Kantines Cateringbedrijven

60 6022 603

VERVOER OVER LAND Taxibedrijven Pomp- en compressorstations van pijpleidingen

B B

61, 62 61, 62

VERVOER OVER WATER / DOOR DE LUCHT Vervoersbedrijven (uitsluitend kantoren)

A

63 6322, 6323 633 634

DIENSTVERLENING T.B.V. HET VERVOER Overige dienstverlening t.b.v. vervoer (kantoren) Reisorganisaties Expediteurs, cargadoors (kantoren)

A A A

64 642 642 642 642

POST EN TELECOMMUNICATIE Telecommunicatiebedrijven zendinstallaties: - FM en TV - GSM en UMTS-steunzenders

65, 66, 67 65, 66, 67

FINANCIELE INSTELLINGEN EN VERZEKERINGSWEZEN Banken, verzekeringsbedrijven, beurzen

B

70 70

VERHUUR VAN EN HANDEL IN ONROEREND GOED Verhuur van en handel in onroerend goed

A

71 711

VERHUUR VAN TRANSPORTMIDDELEN, MACHINES, ANDERE ROERENDE GOEDEREN Personenautoverhuurbedrijven

B

72 72 72

COMPUTERSERVICE- EN INFORMATIETECHNOLOGIE Computerservice- en informatietechnologie-bureau's e.d. Switchhouses

A B

73 732

SPEUR- EN ONTWIKKELINGSWERK Maatschappij- en geesteswetenschappelijk onderzoek

A

74 74 7484.4

OVERIGE ZAKELIJKE DIENSTVERLENING Overige zakelijke dienstverlening: kantoren Veilingen voor huisraad, kunst e.d.

A A

219

A A A B

A B B


75 75

OPENBAAR BESTUUR, OVERHEIDSDIENSTEN, SOCIALE VERZEKERINGEN Openbaar bestuur (kantoren e.d.)

A

80 801, 802 803, 804

ONDERWIJS Scholen voor basis- en algemeen voortgezet onderwijs Scholen voor beroeps-, hoger en overig onderwijs

B B

85 8512, 8513 8514, 8515 853 853 9001

GEZONDHEIDS- EN WELZIJNSZORG Artsenpraktijken, klinieken en dagverblijven Consultatiebureaus Verpleeghuizen Kinderopvang rioolgemalen

A A B B B

91 9111 9131 9133.1

DIVERSE ORGANISATIES Bedrijfs- en werknemersorganisaties (kantoren) Kerkgebouwen e.d. Buurt- en clubhuizen

A B B

92 9234 9234.1 9251, 9252 9261.2 9261.2 9262 9262 9262 9272.1 93 9301.3 9301.3 9302 9303 9304 9305

CULTUUR, SPORT EN RECREATIE Muziek- en balletscholen Dansscholen Bibliotheken, musea, ateliers, e.d. Sporthallen Bowlingcentra Schietinrichtingen: - binnenbanen: boogbanen Sportscholen, gymnastiekzalen Amusementshallen OVERIGE DIENSTVERLENING Wasverzendinrichtingen Wasserettes, wassalons Kappersbedrijven en schoonheidsinstituten Begrafenisondernemingen: uitvaartcentra Fitnesscentra, badhuizen en sauna-baden Persoonlijke dienstverlening n.e.g.

220

B B A B B A B B B A A A B A

-BIJLAGE A: Zienswijzennota bestemmingsplan Sinnevelt en Planetenwijk Behoort bij Raadsstuk “Vaststelling bestemmingsplan Sinnevelt en Planetenwijk. Registratienummer: STZ/RP Reg.nr. 2009149714

Inleiding Het ontwerpbestemmingsplan Sinnevelt en Planetenwijk heeft ter inzage gelegen van 29 mei 2009 tot en met 9 juli 2009. In deze nota zijn de resultaten van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan Sinnevelt en Planetenwijk weergegeven. Het inhoudelijke commentaar op het ontwerpbestemmingsplan Sinnevelt en Planetenwijk is zoveel mogelijk letterlijk overgenomen en zijn dus niet samengevat of inhoudelijk gewijzigd. (zie kolom “zienswijze’). Een kopie van de volledige zienswijzen ligt voor raadsleden ter inzage. Behalve de aanpassingen naar aanleiding van de zienswijzen, heeft de gemeente ook nog diverse kleine onvolkomenheden geconstateerd. Deze worden ambtshalve verwerkt in het bestemmingsplan en zijn in paragraaf 4.2 van het raadsstuk genoemd. Het college van burgermeester en wethouders legt het ontwerpbestemmingsplan met een reactie op de zienswijzen voor aan de gemeenteraad, met het voorstel om het bestemmingsplan al dan niet gewijzigd vast te stellen. Tegen het vastgestelde bestemmingsplan kan beroep worden ingesteld bij de afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. Dit beroep is alleen mogelijk wanneer in een eerder stadium een zienswijze is ingediend, tenzij het over een onderdeel van het bestemmingsplan gaat dat de gemeente bij vaststelling heeft gewijzigd (en waartegen dus niet eerder een zienswijze kon worden ingediend). Ontvangen zienswijzen 1. De heer Ruud Smit, Junoplantsoen 53, 2024 RM Haarlem 2. Hoogheemraadschap van Rijnland, namens hen drs. G.L. van Mourik, postbus 156, 2300 AD Leiden 3. het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bloemendaal, namens hen V.J.D. Portanger, Postbus 201, 2050 AE Overveen 4. Drs. M.M.C. van Schie en Ir. R.T.A. Karssing, Planetenlaan 146, 2024 EW Haarlem 5. Ienke Verhoeff, Louis Cuperusstraat 11, 2024 HH Haarlem 6. Wijkraad Sinnevelt, namens hen N. van Straten, Albert Verweylaan 5-2, 2024 JL Haarlem en mede ondertekend door Delicatessenwinkel de Kaashoek (Plesmanplein 1, 2024 HT Haarlem), Vleeshouwerij en Worstenmakerij (Plesmanplein 2, 2024 HT Haarlem), VOF Drogisterij v.d. Velden (Plesmanplein 3, 2024 HT Haarlem) en De Echte Bakker, van Dam en de Rijke VOF (A. Fokkerlaan 36, Haarlem).

1 De heer Ruud Smit, Junoplantsoen 53, 2024 RM Haarlem Nr. Zienswijze Antwoord 0. De zienswijze is op 23 juni 2009 ontvangen en ontvankelijk. Deze bouwaanvraag ziet op een mogelijkheid die in het 1. Er is een bouwaanvraag voor de Paulusschool vigerende bestemmingsplan is opgenomen. Voor deze (uitbreiding met 1 verdieping) ingediend. Dat

1

Aanpassing toelichting

verbeelding

regels

nee

nee

nee

2.

vind ik niet wenselijk in verband met de doorzichten vanuit het Zaanenpark en het verdwijnen van het groen. Momenteel is er een bestaande speelplaats met verharding. Ik wens geen verdere uitbreiding van de bestaande speelplaats.

locatie wordt in het nieuwe bestemmingsplan van dezelfde bouwmogelijkheden als op basis van het oude bestemmingsplan uitgegaan. In het vigerende bestemmingsplan geldt voor deze locatie de bestemming ‘Groenvoorzieningen’, waarin o.a. speelvoorzieningen zijn toegestaan. In het nieuwe bestemmingsplan is deze mogelijkheid overgenomen. In de bestemming Groen (artikel 6) zijn speelvoorzieningen planologisch mogelijk gemaakt onder de daargenoemde voorwaarden. Uitbreiding van de speelplaats blijft dan ook in dit nieuwe bestemmingsplan planologisch mogelijk.

2. Hoogheemraadschap van Rijnland, namens hen drs. G.L. van Mourik, postbus 156, 2300 AD Leiden Nr. Zienswijze Antwoord 0. 1.

De zienswijze is door de gemeente op 6 juli 2009 ontvangen en ontvankelijk. Wij constateren dat de opmerkingen die wij eerder hebben gemaakt (pre-advies van 30 januari 2009, kenmerk 09.02415) en het advies in het kader van het vooroverleg artikel 3.1.1. Bro (20 maart 2009, kenmerk 09.07261) zijn verwerkt in dit ontwerpbestemmingsplan. Op dit ontwerpbestemmingsplan hebben wij geen aanvullende opmerkingen. Om die reden geven wij een positief wateradvies.

Deze reactie wordt voor kennisgeving aangenomen.

nee

nee

nee


verbeelding

regels

nee

nee

nee

3. het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bloemendaal, namens hen V.J.D. Portanger, Postbus 201, 2050 AE Overveen Nr. 3

Zienswijze

0.

De zienswijze is door de gemeente op 23 juni 2009 ontvangen en ontvankelijk. Wij delen u hierbij mede over dit bestemmingsplan geen op- of aanmerkingen te

1.

Antwoord

Deze reactie wordt voor kennisgeving aangenomen.

2


verbeelding

regels

nee

nee

nee

hebben.

4. Drs. M.M.C. van Schie en Ir. R.T.A. Karssing, Planetenlaan 146, 2024 EW Haarlem 0. De zienswijze is door de gemeente op 25 juni 2009 ontvangen en ontvankelijk. Nr. Zienswijze Antwoord Naar aanleiding van deze zienswijze wordt deze 1. De bermstrook tussen de rijlopers op het bermstrook- vanwege het continue beeld als groen gedeelte van de Planetenlaan tussen bestemd. Ambachtstraat en van Nesstraat als groen te bestemmen. Dit is reeds het geval bij de bermstrook tussen Planetenplein en van Nesstraat. Argument hiervoor is dat de bermstroken over de lengte van de Planetenlaan voor een continue beeld zorgen, in de bermstroken een zelfde boomsoort voor een vast ritme staat en de bestemming groen een sterkere bescherming biedt voor behoud van de bermstroken dan de bestemming verkeer. Voor de volledigheid is op bijgaande kopie van de plankaart de betreffende bermstrook aangegeven. In de berekeningen is voor de Planetenlaan abusievelijk 2. Het opnieuw uitvoeren van geluidsonderzoek voor de Planetenlaan met een klinkerverharding uitgegaan van DAB (Dicht Asfalt Beton) Vanwege de aanwezige klinkers is de geluidsbelasting (i.p.v. ZOAB). In het ontwerpbestemmingsplan staat vermeld dat geluidsonderzoek is gedaan op ter plekke daardoor circa 4 dB hoger dan in de tabel vermeld. alle 50 km- wegen, waarbij als uitgangspunt is De maximale geluidsbelasting voor bestaande situaties, gehanteerd dat deze wegen in zogenaamd ZOAB zijn uitgevoerd. De Planetenlaan is echter die 68 dB bedraagt, wordt dan nog steeds niet overschreden. in klinkers uitgevoerd en dit geeft een andere geluidsbelasting op de belendedende bebouwing dan een afwerking in ZOAB. Ik verzoek u de berekening opnieuw uit te voeren met klinkerbestrating als uitgangspunt, de uitkomst van de berekening op te nemen in het (ontwerp)bestemmingsplan, voor zover de maximaal toegestane geluidsbelasting op de gevel niet wordt overschreden. Er is voor gekozen om de meer structurele 3. Tot slot willen wij nog een opmerking maken

3

Aanpassing nee

ja

nee

ja

nee

nee

nee

nee

nee

over de aard van het bestemmingsplan. Het betreft een zogeheten conserverend bestemmingsplan. Er wordt dan ook rekenschap gegeven van het in de afgelopen jaren geformuleerde gemeentelijke beleid, waaronder dat ten aanzien van het openbaar groen en de speelruimte. In het ontwerpbestemmingsplan staan ten aanzien van voornoemde beleidsgebieden de constateringen opgenomen dat in de Planetenwijk zowel te weinig openbaar groen is als te weinig speelplaatsen zijn. Tegelijkertijd wordt hier in het (ontwerp)bestemmingsplan niet inhoudelijk op gereageerd. Wij willen u de suggestie aan de hand doen om bepaalde delen van de openbare weg, welke alle goeddeels als ‘Verkeer’zijn bestemd, te bestemmen tot groen met in de toelichting enige flexibiliteit t.a.v. materialisatie. Ook zou u in het (ontwerp)bestemmingsplan een wijzigingsbevoegdheid op kunnen nemen voor enkele plekken om de realisatie van speelplaatsen op termijn mogelijk te maken.

berm(groen)stroken te bestemmen tot Groen. Kleinere bermstroken die niet als structureel groen zijn aan te merken vallen binnen de bestemming Verkeer, waarbinnen ook groenvoorzieningen mogelijk zijn. Door deze kleinere stroken als Verkeer te bestemmen ontstaat er planologisch meer flexibiliteit om in de toekomst eventuele andere functies ten behoeve van bijvoorbeeld verkeerswijzigingen mogelijk te maken, zonder dat daar dan separate planologische procedures voor nodig zijn. Speelvoorzieningen zijn overigens zowel mogelijk binnen de bestemming Groen als binnen de bestemming Verkeer.

5. Ienke Verhoeff, Louis Cuperusstraat 11, 2024 HH Haarlem Nr. 0. 1.

2.

Zienswijze De zienswijze is door de gemeente op 14 juli 2009 ontvangen en ontvankelijk. Op basis van informatie verstrekt door uw medewerkers op de informatieavond over het ter visie liggende bestemmingsplan Sinnevelt en Planetenwijk, heb ik een korte reactie op het plan gegeven. Na bestudering van de teksten wil ik met dit schrijven mijn oorspronkelijke zienswijze vervangen. Op de voorlichtingsbijeenkomst viel mij op dat de bestemming voor de huidige Bowling op de hoek Orionweg/Delftlaan de nieuwe

Antwoord

Aanpassing

Deze reactie wordt voor kennisgeving aangenomen. De eerder ingediende zienswijze wordt in de verdere behandeling buiten beschouwing gelaten.

nee

nee

nee

De gemeente streeft naar behoud van het winkelcentrum aan het Plesmanplein en daar wordt in dit bestemmingsplan in voorzien door de opname van

nee

ja

ja

4

3.

4.

mogelijkheid wordt geboden om het huidig gebruik o.a. om te zetten in Detailhandel. De bowling ligt op een steenworp afstand van het huidige winkelcentrum aan het Plesmanplein/Anthony Fokkerlaan. Indien op de locatie van de bowling een supermarkt wordt gevestigd, een bijna ideale locatie voor een supermarkt, is het winkelcentrum ten dode opgeschreven. De nu gevestigde supermarkt wordt of verplaatst naar de huidige bowling of op korte termijn weggeconcurreerd. Dit betekent vervolgens het einde van de specialisten als de bakker, slager, kaashoek en drogist. In mijn zienswijze ingeleverd op de informatieavond heb ik slechts aandacht gevraagd voor het gegeven waarom in de gemengde bestemming van de huidige winkels, hier geen wonen op de begane grond is toegestaan. Kantoortjes geven aan het goed ingerichte plein in het hart van de wijk een doods uiterlijk. Saaiheid leidt tot verdere achteruitgang en kan resulteren in verloedering. Dit is sterk afhankelijk van het type functies dat hier plek vind. Omdat ook aan de achterzijde (op zuid en west) een beperkte buitenruimte mogelijk is, is een woonfunctie (onder bestaand appartementencomplex) voor de buurt een betere optie. Wat schetst mijn verbazing als ik de toelichting goed doorlees. De gemeente, u dus, is het met mij eens, dat de winkels aan het Plesmanplein dienen te worden behouden. Dan is het toestaan van een supermarkt als een bestemmingsoptie contrair aan uw eigen voornemen. Omdat ik zelf voor de gemeente Haarlem heb gewerkt, zowel als economisch beleidsmedewerkster (o.a. detailhandelsbeleid) en als planologe, kan ik op basis van de mij

de bestemming GD3. Detailhandel is daarentegen gelet op deze en andere zienswijzen niet gewenst op de locatie Orionweg/ Delftlaan. Dit wordt in het vigerende bestemmingsplan overigens ook niet toegestaan op deze locatie.In de bestemming GD2 wordt specifiek voor deze locatie een aanduiding opgenomen die tot gevolg heeft dat detailhandel hier niet mogelijk is op grond van het nieuwe bestemmingsplan.

Het verruimen van de bestemming met wonen op de begane grond strookt niet met het behoud van de buurtvoorzieningen. Het toestaan van wonen kan leiden tot verdrukking van de bestaande voorzieningen. Kantoren zijn overigens niet toegestaan binnen de bestemming GD-3.

nee

nee

nee

Zie de beantwoording onder 2.

nee

ja

ja

5

5.

6.

beschikbare informatie geheel met u instemmen met de keuze van behoud van het winkelcentrum. Ik ben van mening dat de specialisten nog een 15 a 20 jaar een behoorlijke boterham kunnen verdienen op deze plek. De wijk kent met name in de laagbouw weer jonge gezinnen, in tegenstelling tot de periode waarin het vorige bestemmingsplan werd opgesteld, toen was het de Haarlemse wijk met het minste aantal jonge kinderen en heel veel zeventig plussers. Gezinnen besteden nu eenmaal meer in dagelijkse behoeften dan één of tweepersoonshuishoudens van gepensioneerden. Tevens vormen de scholieren (Mendelcollege en Schoter 2) aangevuld met kantoormedewerkers uit de buurt, een belangrijke aanvulling in koopkracht met name in de lunchpauze. De slager, kaashoek en drigist hebben buiten de supermarkten geen concurrenten meer tussen de Jan Gijzenvaart en Cronjéstraat. Overigens lijkt het mij een goed alternatief om bij omzetting van de bowling naar bijvoorbeeld wonen, op de hoek Orionweg/Delftlaan woningbouw in wat meer lagen toe te staan, dan de ruimte die het bestemmingsplan nu biedt. Aan de zijde van de bestaande woningen zou juist de hoogte beperkt moeten blijven. Een geheel ander punt is de singalering die u maakt, dat de wijk Sinnevelt bijna geheel wordt gekenmerkt door gebouwen afgedekt met plat dak. Deze constatering is ver bezijden de werkelijkheid. Ontegenzeggelijk zijn er in deze wijk meer platte daken dan in de Planetenwijk en zijn de hellingshoeken van de gebouwen afgedekt met een kap veelal minder dan 45 graden. De wijk is zeer divers samengesteld voor een wijk die grotendeels gebouwd is aan

Er wordt in het bestemmingsplan niet voorzien in een uitbreiding van woningbouw de hoogte in.

nee

nee

nee

In de toelichting is de tekst naar aanleiding van deze zienswijze aangepast en is de volgende tekst opgenomen: “Het betreft bebouwing met zowel platte als hellende daken.”

ja

nee

nee

6

het eind van de vijftiger en begin zestiger jaren. In feite bestaat de wijk uit vier kwadranten, waarbij de Albert Verweijlaan – Karel Doormanlaan van oost naar west de wijk opdelen en van noord naar zuid, de Plesmanlaan-Plesmanplein-Anthony Fokkerlaan/Top Naeflaan. In het kwadrant grenzend aan de Delftlaan en Mr. Jan Gerritszlaan zijn bijna alle gebouwen afgedekt met een plat dak, uitgezonderd de school aan het Plesmanplein. In het kwadrant grenzend aan de Delftlaan en Orionweg zijn alleen gebouwen langs de Orionweg, Anthony Fokkerlaan en Albert Verweylaan voorzien van een plat dak. Alle woningen in de overige straten, zlefs de portiekflats aan de Delftlaan zijn voorzien van een kap. In het kwadrant grenzend aan de Mr. Jan Gerritszlaan en Planetenlaan is ongevoor de helft van de gebouwen voorzien van een kap. In de noordelijke helft heeft de randbebouwing van appartementen en de school een plat dak en de laagbouw in u-vormige binnenstraten een kap, terwijl in de zuidelijke helft juist de randbebouwing een kap heeft (incl. de basisschool) en de binnenstraten woningen met een platdak. In het kwadrant grenzend aan de Planetenlaan/Orionweg is de verdeling divers. Langs de Planetenlaan hebben alle gebouwen een kap, inclusief de school. Hetzelfde geldt voor de bebouwing langs de Orionweg, Helene Swarthstraat, Henri Borelstraat en Louis Couperusstraat. De conclusie dat de gebouwen voornamelijk platte daken hebben is dus niet juist. Voor de afweging evt. nieuwbouw, uitbreidingen en aanpassingen van gebouwen in de toekomst is

7

de juiste typering van de huidige situatie belangrijk. Op een aantal plaatsen in de wijk is bij nieuwbouw of verbouw het niet noodzakelijk om te keizen voor een plat dak. Juist de diversiteit van de wijk is gediend met versterken van de bestaande verschillen.

6. Wijkraad Sinnevelt, namens hen N. van Straten, Albert Verweylaan 5-2, 2024 JL Haarlem en mede ondertekend door Delicatessenwinkel de Kaashoek (Plesmanplein 1, 2024 HT Haarlem), Vleeshouwerij en Worstenmakerij (Plesmanplein 2, 2024 HT Haarlem), VOF Drogisterij v.d. Velden (Plesmanplein 3, 2024 HT Haarlem) en De Echte Bakker, van Dam en de Rijke VOF (A. Fokkerlaan 36, Haarlem). Nr. Zienswijze Antwoord Aanpassing 0. De zienswijze is door de gemeente op 7 juli 2009 ontvangen en ontvankelijk. Deze reactie wordt voor kennisgeving aangenomen. 1. Bij de voorbereiding op het bestemmingsplan nee nee nee Planetenbuurt, Sterrenbuurt en Sinnevelt heeft de wijkraad Sinnevelt in het kader van de participatie een eerste reactie gegeven op het concept- bestemmingsplan. N.a.v. de informatieavond en reacties en vragen van buurtbewoners hebben wij contact opgenomen met de winkeliers gevestigd in het buurtwinkelcentrum aan het Plesmanplein en Anthony Fokkerlaan. Wat is ons opgevallen. Tot onze en ook van de bovengenoemde winkeliers tevredenheid, heeft u in de toelichting op het bestemmingsplan (blz. 45, 5.1 visie op het plangebied) het volgende opgenomen: De gemeente streeft naar behoud van het winkelcentrum aan het Plesmanplein. De huidige winkelvoorzieningen krijgen de bestemming ‘Gemengd 3’., waarbinnen op de begane grond detailhandel en dienstverlening mogelijk is. Dit door u geformuleerde voornemen strookt met het door u in hoofdstuk 3.7 op blz. 26 aangehaalde beleid zoals geformuleerd in de ‘Detailhandelsnota Haarlem Winkelstad (2002). Detailhandel is gelet op deze en andere zienswijzen niet nee 2. Wat schetst echter onze verbazing als tijdens ja ja

8

de informatieavond duidelijk wordt dat in dit nieuwe bestemmingsplan het mogelijk wordt gemaakt dat de huidige bowling aan de Orionweg (nabij de Delftlaan) wordt gebruikt voor detailhandel. In het vigerende bestemmingsplan is dit niet mogelijk. 3.

4.

5.

Voor een supermarkt is dit een prima locatie, goed ontsloten bij de Randweg met een groot oppervlak. De kans is groot dat de omzetting van horeca naar supermarkt op niet al te lange termijn ook zal gaan paatsvinden als u deze omzetting mogelijk maakt. Indien de Dekamarkt van het Plesmanplein naar deze locatie verplaatst gaat het winkelcentrum aldaar op korte termijn ten onder. Komt er een andere supermarkt en blijft de Dekamarkt, dan zal het mogelijk wat langer duren maar kalft ook het draagvlak door de toevoeging van een nieuwe supermarkt op een zo gunstige vestigingslocatie in de directe nabijheid snel af. Feitelijk creeert u door de nieuwe detailhandelsoptie een grote kans op versneld verdwijnen van de winkels in ons winkelcentrum. U stelt voor de huidige bowling de bestemming GD2 voor, omschreven op blz. 165 onder artikel 2, Gemengd 2. Naast functies als wonen, kantoren, Maatschappelijke dienstverlening, Bedrijfsdoeleinden en Horeca staat u, genoemd onder C, detailhandel toe. Dit is volstrekt in strijd met uw eigen voornemen om de voorzieningen in de wijk te behouden en het winkelcentrum aan het Plesmanplein in het bijzonder. In het winkelcentrum Plesmanplein zijn verschillende speciaalzaken gevestigd, zoals een kaaswinkel, slager, drogist, bakker, kapper, schoonheidssalon en PC en TV reparatiezaak gevestigd. Met name de winkels in dagelijkse goederen zijn voor de klantenstroom mede

gewenst op de locatie Orionweg/ Delftlaan. Dit wordt in het vigerende bestemmingsplan inderdaad ook niet toegestaan op deze locatie. In de bestemming GD2 wordt specifiek voor deze locatie een aanduiding opgenomen die tot gevolg heeft dat detailhandel hier niet mogelijk is op grond van het nieuwe bestemmingsplan. Zie voor de beantwoording van deze reactie de reactie onder 2.

nee

ja

ja

Zie voor de beantwoording van deze reactie de reactie onder 2.

nee

ja

ja

Deze reactie wordt voor kennisgeving aangenomen. Zie tevens de beantwoording onder 2.

nee

nee

nee

9

6.

7.

8.

afhankelijk van de aanwezige supermarkt. Juist de omvang van deze super in relatie met de speciaalzaken, maakt het winkelcentrum volledig en aantrekkelijk voor niet alleen Sinnevelt, maar ook voor delen van de Krim en de Planeten- en Sterrenbuurt. Tussen de Jan Gijzenvaart en de Cronjéstraat zijn geen slagers, kaasspeciaalzaken of drogisterijen meer gevestigd. Hierdoor is een groot verzorgingsgebied ontstaan. Toen het vigerende bestemmingsplan werd opgesteld had Sinnevelt het laagste aantal kinderen van alle wijken in Haarlem. Inmiddels heeft de vijftigjarige wijk, met name in de laagbouw, weer vele gezinnen wonen. Dit betekent dat het draagvlak voor de winkels weer iets toeneemt. Gezinnen besteden nu eenmaal meer aan dagelijkse goederen dan ouderen die veelal alleen of met zijn tweeen een huis bewonen. Scholieren van de twee nabije middelbare scholen, het NOVA-college en medewerkers van de nabije kantoren weten het winkelcentrum goed te vinden. Doordat de basisschool voor veel kinderen uit de Planetenbuurt en in mindere mate uit de Krim en Sterrenbuurt in Sinnevelt is gevestigd, is het winkelcentrum ook bij ouders uit die buurten goed bekend en ligt veelal op of nabij hun route. Ook door de meer mobiele ouderen uit Schoterhof en Delftweide wordt het winkelcentrum bezocht. Er is dan ook geen enkele reden om aan te nemen dat de winkels op korte termijn hun bestaansrecht verliezen. De wijkraad en onderstaande winkeliers verzoeken u dan ook om de bestemming voor de huidige bowling niet te verruimen zoals in het huidige concept- bestemmingsplan staat, met de bestemmingsmogelijkheid detailhandel


nee

nee

nee


nee

nee

nee

Zie voor de beantwoording van deze zienswijze de beantwoording onder 2.

nee

ja

ja

10

binnen de gemengde bestemming GD2. Wij vertrouwen erop dat u de tegenstrijdigheid binnen dit bestemmingsplan opheft, zodat het winkelcentrum daadwerkelijk de komende jaren zal blijven voortbestaan.

11

Blokadvertentie De Haarlemmer/De Stadskrant Datum: 26 november 2009 Begrotingspostnummer: 185006.6209 ---------------------------------------------------------------Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit (ARK) Openbare vergadering is op dinsdag 1 december 2009 van 11.00 - 12.30 uur in de Casteleijnskamer in het Stadhuis. De agenda ligt vanaf 9.30 uur ter inzage bij de balie in het Stadhuis. Meer over de ARK, waaronder de agenda en de vastgestelde notulen, is terug te vinden op www.haarlem.nl/bestuur-en-organisatie/overig/welstandscommissie. Woningwet In het kader van artikel 57 van de Woningwet wordt het systeem GEOBARS als openbaar register gehanteerd. Aanvraag volgen via internet Het is mogelijk om de voortgang/status van lopende bouwaanvragen en vele andere soorten aanvragen via internet te volgen. De informatie is te vinden onder de link “digitaal loket” op de website www.haarlem.nl

Ingekomen aanvragen Aanvragen om monumentenvergunning De volgende aanvraag om monumentenvergunning is binnengekomen. Deze ligt niet ter inzage. 092406/11 Vergierdeweg 273, plaatsen betonnen wandgraven Aanvragen om bouwvergunning De volgende aanvragen om bouwvergunning (licht en regulier) zijn binnengekomen. Deze liggen niet ter inzage. 09/2412/22 Achterweg 8, plaatsen dakopbouw 09/2341/21 Anegang 5, plaatsen gevelreclame en uithangbord 09/2487/24 Frederik Hendriklaan 42, vergroten woonhuis 09/2349/22 Garenkokerskade (noorden zuidzijde), vernieuwen en veranderen damwand 09/2414/21 Henk van Turnhoutpad 1, plaatsen schutting 09/2359/21 Joan Maetsuykerlaan 3, vernieuwen/verplaatsen dakkapel 09/2419/21 Kruisstraat 2 rood, veranderen balkon achterzijde 09/2344/22 Lucas Meijerstraat 10 rood, plaatsen dakopbouw op woning 09/2369/21 Muntstraat 33, uitbreiden woning achterzijde 09/2350/21 Van Nieveltstraat 11, vergroten dakkapel voorzijde 09/2352/21 Van Nieveltstraat 13, vergroten dakkapel voorzijde 09/2378/21 Oudaenstraat 37, plaatsen dakkapel voorzijde 09/2417/22 Sophiastraat 12, vernieuwen woonkamervloer begane grond 09/2413/22 Spaansevaartstraat 21 en naast 21, plaatsen dakopbouwen en dakterrassen 09/2416/22 Vlaamseweg 1, plaatsen informatiebord 09/2338/21 Waarderweg 7, vernieuwen en verbreden entree 09/2449/24 Zoetestraat 11-19, veranderen woningen en kantoren Aanvragen om ontheffing van de gebruiksvoorschriften van het bestemmingsplan De volgende aanvraag om gebruiksontheffing is binnengekomen. Deze ligt niet ter inzage. 09/2409/12 Ramplaan 44, viswinkel veranderen in snackbar Belanghebbenden worden erop gewezen dat de publicatie van ingekomen aanvragen NIET betekent dat vergunning wordt verleend of zal worden geweigerd. Eventuele vergunningen en ontwerpbesluiten om ontheffing te verlenen zullen te zijner tijd worden gepubliceerd, waarna de mogelijkheid bestaat de plannen in te zien en eventuele zienswijzen in te dienen c.q. bezwaar te maken. 1

Ter visie Wet ruimtelijke ordening artikel 3.6 (binnenplans) Het college van B en W maakt bekend dat zij voornemens is ontheffing te verlenen als bedoeld in artikel 3.6 van de Wro (nieuw) voor het volgende plan: 2009/1046/22 Duitslandlaan 3, bouwen hekwerken en overdekte voetbalkooi inclusief doelen en basketbalpalen, ontheffing van artikel 9, lid 4 sub e van het bestemmingsplan op grond van artikel 33, lid 1 sub b, van het bestemmingsplan het ontwerpbesluit met de daarbij behorende relevante stukken ligt op grond van de bepalingen van betreffende bestemmingsplannen vanaf vrijdag 27 november 2009 tot en met donderdag 7 januari 2010 gedurende zes weken voor een ieder ter inzage bij de afdeling Dienstverlening, Zijlsingel 1. Wet ruimtelijke ordening artikel 3.22 en artikel 3.23 (buitenplans) Het college van B en W maakt bekend dat zij voornemens is ontheffing te verlenen op grond van de Wet ruimtelijke ordening en aansluitend bouwvergunning te verlenen op grond van de Woningwet voor de onderstaande bouwplannen: 2009/1578/21 Abel Tasmankade 2 c, vergroten woonhuis met atelier/bergruimte artikel (3.23) 2009/1046/22 Duitslandlaan 3, bouwen hekwerken en overdekte voetbalkooi inclusief doelen en basketbalpalen (artikel 3.23) 2009/1664/22 Oranjestraat 107, bouwen dakopbouw en aanbouw (artikel 3.23) De ontwerpbesluiten met daarbij behorende relevante stukken liggen op grond van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht vanaf vrijdag 27 november 2009 tot en met donderdag 7 januari 2010 gedurende zes weken voor een ieder ter inzage bij de afdeling Dienstverlening, Zijlsingel 1. U kunt voor het inzien van bovengenoemde stukken terecht op werkdagen van 9.00 uur tot 16.00 uur en op donderdag tot 20.00 uur. Gedurende de bij elk onderdeel genoemde termijnen kan een ieder zienswijzen naar voren brengen. Zij kunnen deze bekendmaken bij het college van B en W, ter attentie van het afdelingshoofd Omgevingsvergunning Postbus 511, 2003 PB Haarlem. De naar voren gebrachte zienswijzen zullen bij de beoordeling van de aanvragen betrokken worden. Uw zienswijze dient voorzien te zijn van uw naam en adres, de datum, het besluit waarop uw zienswijze betrekking heeft en de redenen van uw zienswijzen. Ook bestaat de mogelijkheid om mondeling uw zienswijze kenbaar te maken. Dit kan alleen volgens afspraak. Een afspraak kunt u maken via hoofdafdeling Dienstverlening, telefoon 023- 5115115.

Verleende vergunningen Verleende monumentenvergunning Het college van B en W heeft de onderstaande monumentenvergunning verleend als bedoeld in artikel 11 van de Monumentenwet 1988: 09/1634/11 Grote Markt 2, aanbrengen veiligheidsvoorzieningen op daken stadhuis, verzonden 17 november 2009 Deze monumentenvergunning ligt met daarbij behorende relevante stukken op grond van de Algemene wet bestuursrecht vanaf vrijdag 27 november 2009 gedurende zes weken voor een ieder ter inzage bij hoofdafdeling Dienstverlening, Zijlsingel 1. Beroepsmogelijkheid Gedurende de termijn van inzage kunnen belanghebbenden tegen dit besluit gemotiveerd beroep aantekenen bij de Rechtbank Haarlem, sector bestuursrecht, postbus 1621, 2003 BR Haarlem. Ingevolge de Monumentenwet geldt dat geen voorlopige voorziening hoeft te worden aangevraagd, omdat het aantekenen van beroep tegen besluiten op grond van deze wet automatisch een schorsende werking hebben. 2

Verleende bouwvergunningen gecombineerd met ontheffing op grond van artikel 3.22 en 3.23 Wro (voorbereid met afdeling 3.4 Awb). Het college van B en W heeft voor het onderstaande plan ontheffing en aansluitend de vergunning verleend: 09/1337/22 Spaarndammerdijk, bouwen tijdelijke verkeersvoorzieningen en een verkeersbrug over de Grote Sluis, verzonden 23 november 2009 Deze beschikking ligt met daarbij behorende relevante stukken op grond van de Algemene wet bestuursrecht vanaf vrijdag 27 november 2009 gedurende zes weken voor een ieder ter inzage bij hoofdafdeling Dienstverlening, Zijlsingel 1. Beroepsmogelijkheid Gedurende de termijn van inzage kunnen belanghebbenden tegen dit besluit gemotiveerd beroep aantekenen bij de Rechtbank Haarlem, sector bestuursrecht, postbus 1621, 2003 BR Haarlem. De president van de Rechtbank Haarlem kan op verzoek een voorlopige voorziening treffen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist. Het aantekenen van beroep schorst namelijk niet de werking van het besluit waartegen het is gericht. Een dergelijk verzoek om voorlopige voorziening kan worden gedaan bij de president van de Rechtbank Haarlem, sector bestuursrecht, postbus 1621, 2003 BR Haarlem Bouwvergunningen Het college van B en W heeft voor de onderstaande aanvragen vergunning verleend op grond van artikel 40 van de Woningwet: 09/2209/22 A. Hofmanweg 40, veranderen kantoor met magazijn, verzonden 18 november 2009 09/2189/22 Adriaan Loosjesstraat 49, bouwen dakopbouw, verzonden 18 november 2009 09/2332/21 Anegang 48/Kleine Houtstraat 2 A, doorbreken muur tussen 2 panden, verzonden 19 november 2009 09/2016/22 tussen Bernadottelaan 140 en Briandlaan 2, oprichten cultuurlijke watergang met brug, verzonden 19 november 2009 09/1374/22 Bijdorplaan 15, veranderen inrichting naar health- en fitnesscenter, verzonden 23 november 2009 09/1163/22 Fustweg 5, bouwen bedrijfsruimte met kantoren, verzonden 17 november 2009 09/1043/22 Gedempte Raamgracht 65, extern wijzigen dubbel woonhuis, verzonden 20 november 2009 09/1564/22 Kleine Houtweg 139, intern verbouwen Huize Spaar en Hout, verzonden 17 november 2009 09/2105/21 Kruisstraat 23, plaatsen markies, verzonden 19 november 2009 09/2218/21 Mr. Jan Gerritszlaan 2, vervangen gedeelte bestaand hekwerk, verzonden 19 november 2009 09/2235/21 Van Nesstraat 47, plaatsen dakkapel voorgeveldakvlak, verzonden 20 november 2009 09/2219/21 Oudeweg 10, vervangen bestaande ballenvangers (hekwerk), verzonden 20 november 2009 09/2217/22 Park Oosterspaarn 22, vergroten woning, verzonden 20 november 2009 09/2206/22 Populierstraat 25, vergroten woning d.m.v. dakopbouw, verzonden 20 november 2009 08/2194/23 Raamvest 29 / Popelingstraat 2 B-4, bouwen 4 stadswoningen, verzonden 18 november 2009 09/2131/21 Schotersingel 6 G en 6 H, plaatsen 2 dakramen achtergevel, verzonden 19 november 2009 09/1092/22 Schouwbroekerbrug aan de Europalaan, de Waarderbrug aan de Industrielaan, de Buitenrustbruggen aan de Buitenrustlaan, vervangen remmingwerken en meerstoelen, verzonden 19 november 2009 09/1895/22 Wagenweg 6, veranderen bestemming begane grond, verzonden 17 november 2009 Sloopvergunningen Het college van B en W heeft voor de onderstaande aanvragen vergunning verleend op grond van artikel 8.1 van de Haarlemse bouwverordening: 09/2331/04 A.L. Dyserinckstraat 2-20, slopen woningen, verzonden 20 november 2009 09/2314/05 Bijdorplaan 138, verwijderen asbesthoudende materialen, verzonden 18 november 2009 09/1086/04 Europaweg, Industrieweg, Buitenrustlaan, slopen remmingswerken Schouwbroekerbrug en Waarderbrug en slopen remmingswerken en wachtplaats Buitenrustbruggen, verzonden 20 november 2009 09/2313/05 Forelstraat 55, verwijderen asbesthoudende materialen, verzonden 18 november 2009 09/2286/04 Kruisweg 22, slopen wand-, vloer- en plafondafwerking 1e en 2e etage, verzonden 19 november 2009 09/1971/04 Leidsevaart t.p.v. Prins Hendrikstraat, slopen onderdelen brug, verzonden 19 november 2009 09/2139/05 Oude Groenmarkt 14-16, verwijderen asbesthoudende materialen, verzonden 19 november 2009 09/2334/05 Scharreveld 22, verwijderen asbesthoudend zeil, verzonden 19 november 2009 3

Evenementenvergunning Het college van B en W heeft voor de onderstaande aanvragen vergunning verleend: 09/1346/57 Grote Markt, Kerstsamenzang op 24 december 2009, verzonden 17 november 2009 09/2288/57 Kruisstraat, ter hoogte van nummer 10, Opening Krater Kruisstraat op 26 november 2009, verzonden 23 november 2009 Bezwaarmogelijkheid en voorlopige voorziening Gemotiveerde bezwaarschriften tegen bovengenoemde besluiten kunnen gedurende 6 weken na de dag van verzending van het besluit worden ingediend bij het college van B en W /de burgemeester, postbus 511, 2003, PB in Haarlem, onder vermelding van “bezwaar” in de linkerbovenhoek. Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en tenminste te bevatten de naam en het adres van de indiener, de dagtekening, een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht en de gronden van het bezwaar. De president van de Rechtbank Haarlem kan op verzoek een voorlopige voorziening treffen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist. Het bezwaar schorst namelijk niet de werking van het besluit waartegen het is gericht. Een dergelijk verzoek om voorlopige voorziening kan worden gedaan bij de president van de Rechtbank Haarlem, sector bestuursrecht, postbus 1621, 2003 BR in Haarlem. De stukken blijven ter inzage totdat de termijn is verstreken waarbinnen tegen het besluit bezwaar kan worden gemaakt. Hiervoor dient vooraf een afspraak gemaakt te worden bij hoofdafdeling Dienstverlening Zijlsingel 1, tel 023-511 5115. Vaststelling bestemmingsplan “Van der Aart” Burgemeester en Wethouders van Haarlem maken ter voldoening aan artikel 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening bekend dat de gemeenteraad van Haarlem in de vergadering van 24 september 2009 het bestemmingsplan “Van der Aart ” gewijzigd heeft vastgesteld. Het plangebied van bestemmingsplan “Van der Aart” ligt ten noorden van de binnenstad van Haarlem. Het plangebied wordt in het zuiden begrensd door de Vondelweg, in het westen door de Vlietweg, in het noorden door de gemeente Velsen en in het oosten door de Hekslootpolder. De aanleiding voor het opstellen van dit plan is de ouderdom van de huidige juridisch- planologische regelingen. Bovendien zijn er in het verleden diverse vrijstellingen verleend die in een nieuw bestemmingsplan moeten worden opgenomen. Verder maakt het plan de komst van jeu de boules vereniging PUK, de uitbreiding van sportaccomodaties, de uitbreiding van het Kennemer Gasthuis en een bestemmingsverruiming van de locatie Slaperdijkweg 118 mogelijk. Het gewijzigd vastgestelde bestemmingsplan “Van der Aart” ligt met ingang van de dag na deze publicatie gedurende zes weken voor een ieder ter inzage bij: Het gemeentelijk Team Personen, Bedrijven en Omgeving (PBO) van de hoofdafdeling Dienstverlening aan de Zijlsingel 1 in Haarlem. Dit loket is geopend op werkdagen van 9.00 uur tot 16.00 uur. Op donderdagen is het loket geopend van 9.00 uur tot 20.00 uur. Tevens is het bestemmingsplan digitaal raadpleegbaar via het digitaal loket van de gemeente Haarlem; www.haarlem.nl Naast deze officiële locaties bieden wij als extra service tevens de mogelijkheid de stukken in te zien op de volgende locatie: de Stadsbibliotheek aan de Gasthuisstraat 32 in Haarlem. De openingstijden van die bibliotheek zijn: Maandag 11.00 - 20.00 uur, dinsdag 11.00 - 20.00 uur, woensdag 11.00 - 18.00 uur, donderdag 11.00 - 20.00 uur, vrijdag 11.00 - 18.00 uur, zaterdag 11.00 - 17.00 uur. Tegen het gewijzigd vastgestelde bestemmingsplan “Van der Aart” kan beroep worden ingesteld door: Degene die tijdig een zienswijze heeft ingediend bij de gemeenteraad. Een belanghebbende die kan aantonen dat hij redelijkerwijs niet in staat is geweest tijdig een zienswijze bij de gemeenteraad in te dienen. Een ieder die bedenkingen heeft tegen de wijzigingen die door de gemeenteraad bij de vaststelling zijn aangebracht. 4

Beroep kan worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, postbus 20019, 2500 EA Den Haag. Meer informatie staat op de site van de Raad van State, www.raadvanstate.nl Vaststelling bestemmingsplan “Sinnevelt en Planetenwijk” Burgemeester en Wethouders van Haarlem maken ter voldoening aan artikel 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening bekend dat de gemeenteraad van Haarlem in de vergadering van 24 september 2009 het bestemmingsplan “Sinnevelt en Planetenwijk” gewijzigd heeft vastgesteld. Het plangebied van bestemmingsplan Sinnevelt en Planetenwijk ligt ten noorden van de binnenstad van Haarlem. Het plangebied wordt in het zuiden begrensd door de Zaanenlaan, in het westen door de Delftlaan, in het noorden door de Mr. Jan Gerritszlaan, de Planetenlaan en de Ambachtstraat en in het oosten door de Rijksstraatweg. De aanleiding voor het opstellen van dit plan is de ouderdom van de huidige juridisch- planologische regelingen. Bovendien zijn er in het verleden diverse vrijstellingen verleend die in een nieuw bestemmingsplan moeten worden opgenomen. In het bestemmingsplan is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen voor het leegstaande terrein aan de Albert Verweylaan en is een flexibele gemengde bestemming opgenomen voor de panden langs de Rijksstraatweg. Daarnaast wordt een gedeelte van het plangebied aangewezen als ‘Beschermd Stadsgezicht’. Het gewijzigd vastgestelde bestemmingsplan “Sinnevelt en Planetenwijk” ligt met ingang van de dag na deze publicatie gedurende zes weken voor een ieder ter inzage bij: Het gemeentelijk Team Personen, Bedrijven en Omgeving (PBO) van de hoofdafdeling Dienstverlening aan de Zijlsingel 1 in Haarlem. Dit loket is geopend op werkdagen van 9.00 uur tot 16.00 uur. Op donderdagen is het loket geopend van 9.00 uur tot 20.00 uur. Tevens is het bestemmingsplan digitaal raadpleegbaar via het digitaal loket van de gemeente Haarlem; www.haarlem.nl Naast deze officiële locaties bieden wij als extra service tevens de mogelijkheid de stukken in te zien op de volgende locatie: de Stadsbibliotheek aan de Gasthuisstraat 32 in Haarlem. De openingstijden van die bibliotheek zijn: Maandag 11.00 - 20.00 uur, dinsdag 11.00 - 20.00 uur, woensdag 11.00 - 18.00 uur, donderdag 11.00 - 20.00 uur, vrijdag 11.00 - 18.00 uur, zaterdag 11.00 - 17.00 uur Tegen het gewijzigd vastgestelde bestemmingsplan “Sinnevelt en Planetenwijk” kan beroep worden ingesteld door: Degene die tijdig een zienswijze heeft ingediend bij de gemeenteraad. Een belanghebbende die kan aantonen dat hij redelijkerwijs niet in staat is geweest tijdig een zienswijze bij de gemeenteraad in te dienen. Een ieder die bedenkingen heeft tegen de wijzigingen die door de gemeenteraad bij de vaststelling zijn aangebracht. Beroep kan worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, postbus 20019, 2500 EA Den Haag. Meer informatie staat op de site van de Raad van State, www.raadvanstate.nl

Wet milieubeheer Het college van B en W maakt het volgende bekend. Kennisgeving verklaring artikel 8.19 Het volgende vergunningplichtige bedrijf is van plan het bedrijf te veranderen. Dit zal geen of uitsluitend gunstige gevolgen hebben voor het milieu. Daarom is een melding verandering inrichting gedaan. Het college van B&W stemt in met de ingediende melding. Een verklaring op grond van artikel 8.19 Wet Milieubeheer is afgegeven voor TEVA Pharmachemie aan de Swensweg 5. 5

De verandering betreft de plaatsing van een samenstelling van drie klimaatkamers in een loods op het parkeerterrein van de inrichting. De melding op grond van artikel 8.19 en de bijbehorende stukken liggen van vrijdag 27 november 2009 tot en met donderdag 7 januari 2009 ter inzage bij de Publiekshal, hoofdafdeling Dienstverlening, Zijlsingel 1 te Haarlem. De openingstijden zijn maandag tot en met vrijdag van 9.00 uur tot 16.00 uur en op donderdagavond doorlopend tot 20.00 uur. Inbrengen van bezwaar Tegen de beschikking kan een ieder bezwaar aantekenen. Als u het niet eens bent met de verklaring dan kunt u gedurende bovengenoemde periode een bezwaarschrift indienen bij het college van burgemeester en wethouders. U kunt uw bezwaarschrift richten aan het college van burgemeester en wethouders, Postbus 511, 2003 PB Haarlem. Het bezwaarschrift moet in ieder geval de volgende gegevens bevatten: - uw naam en adres; - de datum waarop u de brief schrijft; - een omschrijving van de verklaring waartegen u bezwaar aantekent; - de redenen voor uw bezwaar; - uw ondertekening. De beschikking wordt van kracht na afloop van de bezwaartermijn. Als binnen deze termijn een verzoek om een voorlopige voorziening is gedaan, wordt de beschikking niet van kracht voordat de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, over dit verzoek heeft beslist. Het adres van de Raad van State is Postbus 20019, 2500 EA 's-Gravenhage Bovengenoemde brieven liggen niet ter inzage, wel het algemene “Activiteitenbesluit” en de bijbehorende ministeriële regeling waaraan moet worden voldaan, liggen ter inzage bij de Publiekshal, hoofdafdeling Dienstverlening, Zijlsingel 1 te Haarlem. Informatie over het Activiteitenbesluit en de Regeling is te vinden op de website van het Ministerie van VROM: www.vrom.nl/activiteitenbesluit. Klik op ‘wetten en regels’ om de tekst(en) te downloaden. Tegen de publicatie van deze meldingen kan geen bezwaar worden gemaakt.

6

Bestemmingsplan "Sinnevelt en Planetenwijk" (vastgesteld) Regels

Recommend Documents