Besluit maatschappelijke ondersteuning Gemeente Wierden 2015 HOOFDSTUK 1. artikel 1.
HOOFDSTUK 2. artikel 2.
HOOFDSTUK 3. artikel 3.
HOOFDSTUK 4. artikel 4. artikel 5. artikel 6. artikel 7. artikel 8.
HOOFDSTUK 5. artikel 9.
HOOFDSTUK 6. artikel 10. artikel 11. artikel 12. artikel 13. artikel 14. artikel 15.
HOOFDSTUK 7. artikel 16. artikel 17.
HOOFDSTUK 8. artikel 18. artikel 19.
Bijlage
BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN _______________________________________ 2 Begripsbepalingen ______________________________________________________________ 2
VORM MAATWERKVOORZIENING _________________________________ 2 Vorm _________________________________________________________________________ 2
NATURAVERSTREKKING _________________________________________ 2 Keuzevrijheid aanbieders _________________________________________________________ 2
PERSOONSGEBONDEN BUDGET ___________________________________ 2 Voorwaarden persoonsgebonden budget____________________________________________ 2 Weigeringsgronden persoonsgebonden budget _______________________________________ 2 Hoogte persoonsgebonden budget _________________________________________________ 3 Verplichtingen persoonsgebonden budget ___________________________________________ 3 Uitvoering persoonsgebonden budget ______________________________________________ 3
BIJDRAGE IN DE KOSTEN _________________________________________ 4 Omvang bijdrage in de kosten _____________________________________________________ 4
MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING _____________________________ 4 Maatwerkvoorzieningen en resultaatgebieden _______________________________________ 4 Huishoudelijke ondersteuning (HO) ________________________________________________ 4 Maatwerkvoorziening Ondersteuning Zelfstandig Leven ________________________________ 4 Maatwerkvoorziening Ondersteuning Maatschappelijke Deelname _______________________ 4 Kortdurend verblijf ______________________________________________________________ 4 Beschermd wonen en opvang _____________________________________________________ 5
INFORMATIEPLICHT EN CONTROLE ________________________________ 5 Informatieplicht ________________________________________________________________ 5 Controle ______________________________________________________________________ 5
SLOTBEPALINGEN ______________________________________________ 5 Overgangsrecht ________________________________________________________________ 5 Inwerkingtreding en citeertitel ____________________________________________________ 5
Bijdrage Wmo 2015 _____________________________________________6
1
HOOFDSTUK 1. BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN artikel 1. Begripsbepalingen 1. In dit besluit wordt verstaan onder: a. budgethouder: de cliënt aan wie een pgb is toegekend. b. huisgenoot: iedere persoon met hetzelfde hoofdverblijf als de belanghebbende. c. verordening: Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Wierden 2015; 2. Alle begrippen die in dit besluit worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de wet, het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015, de Algemene wet bestuursrecht en de verordening.
HOOFDSTUK 2. VORM MAATWERKVOORZIENING artikel 2. Vorm 1. Een maatwerkvoorziening kan worden verstrekt in natura of als pgb. 2. Naturaverstrekking is het uitgangspunt, een pgb kan alleen worden verstrekt op verzoek van de cliënt.
HOOFDSTUK 3. NATURAVERSTREKKING artikel 3. Keuzevrijheid aanbieders Indien het college meerdere aanbieders heeft gecontracteerd voor het leveren van een bepaalde voorziening in natura wordt de belanghebbende de mogelijkheid geboden om hieruit een aanbieder te kiezen.
HOOFDSTUK 4. PERSOONSGEBONDEN BUDGET artikel 4. Voorwaarden persoonsgebonden budget 1. Het college toetst, alvorens een persoonsgebonden budget toe te kennen of aan de volgende voorwaarden is voldaan: a. de cliënt is naar het oordeel van het college op eigen kracht voldoende in staat de aan een persoonsgebonden budget verbonden taken op verantwoorde wijze uit te voeren. Is de cliënt niet zelf in voldoende mate in staat tot een redelijke waardering van zijn belangen, dan kan iemand uit zijn sociale netwerk of zijn vertegenwoordiger hem daarin bijstaan, met dien verstande dat de vertegenwoordiger in het beheer niet ook de hulpverlener mag zijn; b. de cliënt geeft gemotiveerd aan dat hij de maatwerkvoorziening als pgb geleverd wenst te krijgen; c. naar het oordeel van het college in het concrete geval is gewaarborgd dat de diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen die tot de maatwerkvoorziening behoren, veilig, doeltreffend en cliëntgericht worden verstrekt en het college weegt mee of ze in redelijkheid geschikt zijn voor het doel waarvoor het persoonsgebonden budget wordt verstrekt. 2. Is niet aan de in het eerste lid genoemde voorwaarden voldaan, dan komt de cliënt niet in aanmerking voor een pgb. artikel 5. Weigeringsgronden persoonsgebonden budget 1. Het college weigert een persoonsgebonden budget te verstrekken voor zover de kosten hiervan hoger zijn dan de kosten van de maatwerkvoorziening in natura. 2. Het college weigert een persoonsgebonden budget te verstrekken indien het college eerder een beslissing heeft herzien of ingetrokken, omdat: a. de cliënt onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een andere beslissing zou hebben geleid; b. de cliënt niet heeft voldaan aan de aan de maatwerkvoorziening of het persoonsgebonden budget verbonden voorwaarden; c. de cliënt de maatwerkvoorziening of het persoonsgebonden budget niet of voor een ander doel heeft gebruikt. 3. Voor uitbesteding van het PGB-beheer aan bijvoorbeeld PerSaldo of bemiddelingsbureaus wordt geen vergoeding verstrekt. 2
artikel 6. Hoogte persoonsgebonden budget 1. De bedragen voor een persoonsgebonden budget voor huishoudelijke ondersteuning zijn: a. voor huishoudelijke ondersteuning: het wettelijk minimumloon voor een persoon van 23 jaar of ouder met een maximum van € 165,00 per cliënt per vier weken (inclusief BTW); b. als tevens regievoering over het huishouden nodig is: het wettelijk minimumloon voor een persoon van 23 jaar of ouder met een maximum van € 245,00 per cliënt per vier weken (inclusief BTW). 2. Het bedrag voor a. Ondersteuning Zelfstandig Leven is: 1° Zelfstandig leven 1: het wettelijk minimumloon voor een persoon van 23 jaar of ouder met een maximum van € 42,76 per uur. 2° Zelfstandig leven 2: het wettelijk minimumloon voor een persoon van 23 jaar of ouder met een maximum van € 47,07 per uur 3° Zelfstandig leven 3: het wettelijk minimumloon voor een persoon van 23 jaar of ouder met een maximum van € 72,05 per uur. b. Ondersteuning Maatschappelijke Deelname is: 1° Maatschappelijke deelname 1: het wettelijk minimumloon voor een persoon van 23 jaar of ouder met een maximum van € 41,16 per dagdeel. 2° Maatschappelijke deelname 2: het wettelijk minimumloon voor een persoon van 23 jaar of ouder met een maximum van € 45,65 per dagdeel. 3° Maatschappelijke deelname 3: het wettelijk minimumloon voor een persoon van 23 jaar of ouder met een maximum van € 59,01 per dagdeel. c. Kortdurend verblijf is: het wettelijk minimumloon voor een persoon van 23 jaar of ouder met een maximum van € 60,19 per etmaal. d. Vervoer rolstoel is: maximaal het tarief per OV zone van de Regiotaxi Twente. e. Vervoer overig is: maximaal het tarief per OV zone van de Regiotaxi Twente. 3. Bij overige voorzieningen is het persoonsgebonden budget gelijk aan de tegenwaarde van een gelijkwaardige voorziening in natura, zoals deze door de gemeente kan worden aangeschaft bij een (gecontracteerde) leverancier, tenzij de in de verordening of hierna een specifieke bepaling over de hoogte is opgenomen. 4. Het persoonsgebonden budget bevat geen vrij besteedbaar deel.
artikel 7. Verplichtingen persoonsgebonden budget Bij de verlening van een persoonsgebonden budget worden aan de budgethouder de volgende verplichtingen opgelegd: 1. de budgethouder gebruikt het persoonsgebonden budget uitsluitend voor betaling van de voorziening en de daarmee noodzakelijk verbonden kosten; 2. de budgethouder besteedt het persoonsgebonden budget uitsluitend aan een kwalitatief verantwoorde en adequate voorziening conform het Programma van Eisen; 3. de budgethouder zorgt voor een goede en controleerbare vastlegging van ontvangsten, uitgaven en verplichtingen en houdt deze gedurende 7 jaar beschikbaar vanaf de ingangsdatum van de toekenning van het persoonsgebonden budget; 4. de budgethouder geeft de op grond van het persoonsgebonden budget aangeschafte voorziening terug aan de gemeente als de voorziening niet meer volgens de opgelegde voorwaarden wordt gebruikt. artikel 8. Uitvoering persoonsgebonden budget 1. De SVB zal namens het college het persoonsgebonden budget uitbetalen aan de persoon of instantie die de maatschappelijke ondersteuning heeft verricht, na declaratie door de cliënt bij de SVB. 2. De budgethouder verantwoordt de besteding van het persoonsgebonden budget. In de beschikking wordt vermeld wat de budgethouder, voor zover van toepassing, aan het college verstrekt, zoals: a. de factuur van de aangeschafte voorziening; b. een betalingsbewijs van de aangeschafte voorziening; c. een overzicht van de salarisadministratie; d. een kopie van de arbeidsovereenkomst; e. overige bescheiden die het college voor de verantwoording noodzakelijk acht.
3
3.
Het college kan nagaan of het verstrekte persoonsgebonden budget besteed is aan het doel waarvoor het verstrekt is. De budgethouder is verplicht de daarvoor in lid 2 genoemde stukken op verzoek aan het college te verstrekken.
HOOFDSTUK 5. BIJDRAGE IN DE KOSTEN artikel 9. Omvang bijdrage in de kosten 1. De omvang van de bijdrage in de kosten wordt vastgesteld conform de systematiek en bedragen van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015. 2. In afwijking van het vorige lid gelden voor de in de bijlage genoemde voorzieningen, de daarbij opgestelde maximale bijdragen.
HOOFDSTUK 6. MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING artikel 10. Maatwerkvoorzieningen en resultaatgebieden De maatschappelijke ondersteuning bestaat uit de volgende maatwerkvoorzieningen c.q. de volgende resultaatgebieden: a. maatwerkvoorziening huishoudelijke ondersteuning; b. wonen in een geschikt huis en het zich kunnen verplaatsen in en om de woning; c. zich lokaal kunnen verplaatsen per vervoermiddel; d. hebben van contacten en deelname aan recreatieve, maatschappelijke en religieuze activiteiten; e. maatwerkvoorziening Ondersteuning Zelfstandig Leven; f. maatwerkvoorziening Ondersteuning Maatschappelijke Deelname; g. kortdurend verblijf; h. beschermd wonen; i. opvang. artikel 11. Huishoudelijke ondersteuning 1. De maatwerkvoorziening huishoudelijke ondersteuning bestaat uit: a. Huishoudelijke ondersteuning; b. pluspakket huishoudelijke ondersteuning; 2. De maatwerkvoorziening huishoudelijke ondersteuning omvat de ondersteuning die nodig is om te komen tot de volgende resultaten: a. het kunnen beschikken over een leefbaar huishouden; b. het kunnen beschikken over de benodigde dagelijkse maaltijden; c. het kunnen zorgen voor minderjarige kinderen (onderdeel pluspakket huishoudelijke ondersteuning); d. voeren van regie op het huishouden (onderdeel pluspakket huishoudelijke ondersteuning). 3. De feitelijke invulling van de huishoudelijke ondersteuning wordt door de zorgaanbieder in overleg met de cliënt vastgesteld. artikel 12. Maatwerkvoorziening Ondersteuning Zelfstandig Leven 1. Deze maatwerkvoorziening ziet op de voormalige AWBZ-functie 'begeleiding individueel'. 2. De maatwerkvoorziening bestaat uit drie niveaus: Ondersteuning Zelfstandig Leven 1, Ondersteuning Zelfstandig Leven 2 en Ondersteuning Zelfstandig Leven 3. artikel 13. Maatwerkvoorziening Ondersteuning Maatschappelijke Deelname 1. Deze maatwerkvoorziening ziet op de voormalige AWBZ-functie 'begeleiding groep'. 2. De maatwerkvoorziening bestaat uit drie niveaus: Ondersteuning Maatschappelijke Deelname 1, Ondersteuning Maatschappelijke Deelname 2 en Ondersteuning Maatschappelijke Deelname 3. artikel 14. Kortdurend verblijf 1. Kortdurend verblijf is een logeersituatie in verschillende varianten om de thuissituatie te ontlasten. 2. Kortdurend verblijf wordt ingezet als deelproduct.
4
artikel 15. Beschermd wonen en opvang 1. Indien uit het onderzoek als bedoeld in artikel 2.3.2. van de wet blijkt dat de ingezetene opvang of beschermd wonen nodig heeft, wordt deze situatie gemeld bij de Centrale Toegang tot Opvang en Beschermd Wonen Twente. Vanuit de Centrale Toegang wordt, samen met de gemeente van herkomst en de melder de noodzaak beoordeeld. Indien een voorziening in de vorm van opvang of beschermd wonen noodzakelijk is, wordt bij voorkeur een plaats in de gemeente van herkomst gerealiseerd. 2. In spoedeisende gevallen dient de gemeente waar iemand een aanvraag indient onverwijld een tijdelijke voorziening te verstrekken in afwachting van de uitkomst van het onderzoek.
HOOFDSTUK 7. INFORMATIEPLICHT EN CONTROLE artikel 16. Informatieplicht De cliënt brengt het college binnen 7 dagen op de hoogte van alle feiten en omstandigheden waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij aanleiding kunnen zijn tot heroverweging de beslissing tot toekenning van de maatwerkvoorziening in natura of het pgb. artikel 17. Controle Controle vindt plaats conform het intern controleplan.
HOOFDSTUK 8. SLOTBEPALINGEN artikel 18. Overgangsrecht Ten aanzien van aanvragen waarop artikel 25 lid 3 van de verordening en ten aanzien van bezwaarschriften waarop artikel 25 lid 5 van de verordening van toepassing is, blijft het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Wierden 2014a van kracht. artikel 19. Inwerkingtreding en citeertitel 1. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2015 onder gelijktijdige intrekking van het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Wierden 2014a. 2. Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Wierden 2015.
5
BIJLAGE
BEDRAGEN MET PRIJSPEIL 2014 – NOG AANPASSEN AAN PRIJSPEIL 2015
Bijdrage Wmo 2015 Huishoudelijke ondersteuning Huishoudelijke ondersteuning (ZIN) Huishoudelijke ondersteuning (pgb)
Bijdrage
Berekeningsgrondslag
Periodes
de werkelijke (resultaatgefinancierde) kosten de werkelijke kosten tot een maximum van het bedrag voor ZIN
Gedurende de hele zorgperiode Gedurende de hele zorgperiode
Ondersteuning Zelfstandig Leven OZL niveau 1 (ZIN)
Bijdrage
Berekeningsgrondslag
Periodes
Ja
de werkelijke kosten
OZL niveau 1 (pgb)
Ja
OZL niveau 2 (ZIN)
Ja
de werkelijke kosten tot een maximum van het bedrag voor ZIN de werkelijke kosten
Gedurende de hele zorgperiode Gedurende de hele zorgperiode
OZL niveau 2 (pgb)
Ja
OZL niveau 3 (ZIN)
Ja
OZL niveau 3 (pgb)
Ja
Ja Ja
de werkelijke kosten tot een maximum van het bedrag voor ZIN de werkelijke kosten de werkelijke kosten tot een maximum van het bedrag voor ZIN
Bijdrage per periode berekenen
Totale bijdrage berekenen
berekenen
berekenen
Kostprijs per periode berekenen
Totale bijdrage berekenen
berekenen
berekenen
Gedurende de hele zorgperiode Gedurende de hele zorgperiode
berekenen
berekenen
berekenen
berekenen
Gedurende de hele zorgperiode Gedurende de hele zorgperiode
berekenen
berekenen
berekenen
berekenen
6
Toelichting
Toelichting
Ondersteuning Maatschappelijke Deelname OMD niveau 1 (ZIN)
Bijdrage
Berekeningsgrondslag
Periodes
Kostprijs per periode
Totale bijdrage
Ja
de werkelijke kosten
berekenen
berekenen
OMD niveau 1 (pgb)
Ja
berekenen
berekenen
OMD niveau 2 (ZIN)
Ja
de werkelijke kosten tot een maximum van het bedrag voor ZIN de werkelijke kosten
Gedurende de hele zorgperiode Gedurende de hele zorgperiode
berekenen
berekenen
OMD niveau 2 (pgb)
Ja
Gedurende de hele zorgperiode Gedurende de hele zorgperiode
berekenen
berekenen
OMD niveau 3 (ZIN)
Ja
berekenen
berekenen
OMD niveau 3 (pgb)
Ja
Gedurende de hele zorgperiode Gedurende de hele zorgperiode
berekenen
berekenen
Berekeningsgrondslag
Periodes Gedurende de hele zorgperiode Gedurende de hele zorgperiode
Kostprijs per periode berekenen
Totale bijdrage berekenen
berekenen
berekenen
de werkelijke kosten tot een maximum van het bedrag voor ZIN de werkelijke kosten de werkelijke kosten tot een maximum van het bedrag voor ZIN
Kortdurend Verblijf Kortdurend verblijf (ZIN)
Bijdrage Ja
De werkelijke kosten
Kortdurend verblijf (pgb)
Ja
De werkelijke kosten tot een maximum van het bedrag voor ZIN
Vervoer (bij OZL / OMD)
Bijdrage
Berekeningsgrondslag
Periodes
Kostprijs per periode
Totale bijdrage
Gedurende de hele zorgperiode Gedurende de hele zorgperiode
berekenen
berekenen
berekenen
berekenen
Gedurende de hele zorgperiode Gedurende de hele zorgperiode
berekenen
berekenen
berekenen
berekenen
Vervoer rolstoel (ZIN)
Ja
De werkelijke kosten
Vervoer rolstoel (pgb)
Ja
Vervoer overig (ZIN)
Ja
De werkelijke kosten tot een maximum van het bedrag voor ZIN De werkelijke kosten
Vervoer overig (pgb)
Ja
De werkelijke kosten tot een maximum van het bedrag voor ZIN
7
Toelichting
Toelichting
Toelichting
Beschermd wonen en Opvang
Bijdrage
Berekeningsgrondslag
Periodes
Kostprijs per periode
Totale bijdrage
Gedurende de hele zorgperiode Gedurende de hele zorgperiode
berekenen
berekenen
berekenen
berekenen
Periodes
Bijdrage per periode ---
Totale bijdrage
Bijdrage per periode berekenen
Totale bijdrage
Beschermd wonen
Ja
De werkelijke kosten
Opvang
Ja
De werkelijke kosten tot een maximum van het bedrag voor ZIN
Rolstoelen/ sportvoorzieningen Rolstoelen Sportvoorziening
Bijdrage
Vervoersvoorzieningen
Bijdrage
Berekeningsgrondslag
Nee Nee
Auto-aanpassing
Ja
(na)aanpassing op aangepaste auto Scootmobiel
Ja
(na)aanpassing op scootermobiel (driewiel)fietsrolstoelfiets, handbike etc
Ja
(na)aanpassing op (driewiel)fietsrolstoelfiets, handbike etc Vervoerspas regiotaxi
Ja
Ja
Ja
Nee
--Berekeningsgrondslag
Periodes
Kostprijs autoaanpassing + te verwachten vergoeding voor (meer)kosten verzekering en belasting Kostprijs
5 jaar (65 periodes)
Kosten van aanschaf, onderhoud en verzekering tot een bepaald maximum bedrag per maand Kostprijs Kosten van aanschaf en onderhoud tot een bepaald maximum bedrag per maand Kostprijs
Toelichting
Toelichting Geen bijdrage mogelijk
Toelichting
2 jaar (26 periodes) 5 jaar (65 periodes)
berekenen
2 jaar (26 periodes) 5 jaar (65 periodes)
berekenen
2 jaar (26 periodes)
berekenen
Komt naast de bijdrage van het bestaande middel.
--
--
Gebruikersbijdrage is bijdrage
€ 46,50
€ 23,00
8
€ 3.022,50
€ 1.495,00
Komt naast de bijdrage van het bestaande middel. Bij iedere verstrekking start een nieuwe periode van bijdragen Komt naast de bijdrage van het bestaande middel. Bij iedere verstrekking start een nieuwe periode van bijdragen
Woonvoorzieningen Roerende woonvoorzieningen tot € 250,00 inclusief BTW Traplift (bruikleen) Douche- en toiletvoorziening (roerend > € 250,00 incl. BTW) Tilvoorziening (roerend > € 250,00 incl. BTW) (na)aanpassing bestaande roerende woonvoorziening Woningaanpassing Tot € 2.500,Woningaanpassing Van € 2.500,- tot € 10.000,Woningaanpassing boven € 10.000,Verhuiskostenvergoeding Verhuiskostenvergoeding voor beschikbaar stellen van een aangepaste woning Algemeen Voorzieningen aan en ten behoeve van personen tot 18 jaar
Bijdrage
Berekeningsgrondslag
Nee Ja
Periodes -5 jaar (65 periodes) 5 jaar (65 periodes)
Ja
Kostprijs aanschaf inclusief vooraf betaald onderhoud Kosten van aanschaf en onderhoud tot een bepaald maximum bedrag per maand Kosten van aanschaf en onderhoud tot een bepaald maximum bedrag per maand Kostprijs
Ja
Kostprijs
Ja
Kostprijs
Ja
Kostprijs
Ja
Bijdrage per periode --
Totale bijdrage
berekenen € 8,50
€ 552,50
5 jaar (65 periodes)
€ 36,50
€ 2.372,50
2 jaar (26 periodes)
berekenen
3 jaar (39 periodes) 5 jaar (65 periodes)
berekenen
berekenen
Nee
10 jaar (130 periodes) --
Nee
--
--
Ja
Bijdrage Nee
Berekeningsgrondslag
Toelichting
Bij iedere verstrekking start een nieuwe periode van bijdragen Bij iedere verstrekking start een nieuwe periode van bijdragen Bij iedere verstrekking start een nieuwe periode van bijdragen Komt naast de bijdrage van het bestaande middel.
berekenen
--
De verhuizing is goedkoper dan de aanpassing de bestaande woning. De bijdrage is reeds verdisconteerd. Begunstigde is geen cliënt. Bedrag is bedoeld om kosten (minus te verwachten bijdrage) te besparen.
Periodes
Kostprijs per periode
--
--
9
Totale bijdrage
Toelichting
TOELICHTING Uitgangspunt voor de berekening van een: o Scootmobiel o (driewiel)fiets-rolstoelfiets, handbike etc. o Douche- en toiletvoorziening o Tilvoorziening is het goedkoopste middel in het kernassortiment bij de hulpmiddelenleverancier, vermeerderd met de periodieke kosten van onderhoud en eventuele verzekeringspremie:
Voor iedere nieuwe aanvraag vanaf 1 januari 2015 geldt nieuw recht.
Bijdragen Wmo cumuleren. Cliënt betaalt nooit meer dan de maximum bijdrage die het CAK berekent a.d.h.v. het inkomen.
Voor roerende woonvoorzieningen tot € 250,- incl. BTW geldt geen bijdrage (worden in eigendom verstrekt).
Bijdrage wordt opgelegd ingaande de eerste verstrekking van het middel (zowel nieuw als her-verstrekking). Bij tussentijdse totale vervanging eindigt de lopende bijdrage-periode en start een nieuwe bijdrage-periode.
Individuele aanpassingen bij de eerste verstrekking van het middel worden niet gerekend voor de bijdrage.
Bij een na-aanpassing wordt de kostprijs als extra bijdrage opgelegd.
De bijdrage wordt berekend over de goedkoopste voorziening in de betreffende categorie uit het kernassortiment alsmede over het gemiddelde onderhoud (en eventuele verzekering) in de betreffende categorie.
Voor het uitstaande bestand gaat ingaande 1 januari 2015 een bijdrage gelden volgens het overzicht.
De bijdragen voor woonvoorzieningen, vervoersvoorzieningen in natura en autoaanpassingen worden beëindigd bij overlijden en verhuizing naar een woonadres in een andere gemeente.
De bijdragen voor voorzieningen die kunnen worden ingenomen en her verstrekt (roerende woonvoorzieningen en vervoersvoorzieningen in natura) worden beëindigd bij ‘het op eigen initiatief inleveren van de voorziening’.
10