EKONOMIKA berichten
Afgiftekantoor 3000 Leuven 1
Joanna Matthys
internationale carrière in verzekeringssector
Mia De Vits
"Ik laat mij niet managen".
Leo Tindemans:
“Vroeger was het toch beter”
Jan Van der Cruysse (BIAC) :
"Zaventem kan nog verdubbelen!"
Magazine van de Ekonomika Alumni • Driemaandelijks • 61ste jaargang • september - oktober - november 2003
EKONOMIKA berichten Viermaandelijks magazine van de Ekonomika Alumni Vereniging van Alumni van de Faculteit Economische en Toegepaste Economische Wetenschappen van de KU Leuven p.a. Marijke Decabooter Naamsestraat 69 3000 Leuven Tel.: 016/32.66.90 Fax: 016/32.66.89 e-mail:
[email protected] Hoofdredacteur: Fa Quix Kernredactie: Nic Bal, Liesbeth Boogaerts, Frederik Crab, Frederik Delaplace, Luc Galoppin, Patrick Moermans en Frank Vandenborre Cartoons: Eduard Verbeke (EVER) Verantwoordelijke Uitgever: Walter Herssens, Alfons Gossetlaan 49 b3, 1702 Dilbeek
Fiscaal recht n
Algemene fiscale praktijk
n
Indirecte belastingen
n
Fiscale procedures
n
Vermogens- en successieplanning
Ondernemingsrecht n
Vennootschapsrecht, fusies en overnames
n
Bank- en financieel recht
n
Onroerend goed
n
Mededingings- en Europees recht
n
Arbeidsrecht & Employee benefits
n
IP / IT
Uw keuze in de Benelux Loyens is een Belgisch advocatenkantoor met vestigingen in Brussel en Antwerpen. Loyens telt 85 advocaten en levert geïntegreerd advies inzake fiscaal en ondernemingsrecht. Loyens maakt deel uit van Loyens & Loeff dat wereldwijd meer dan 700 vennoten en medewerkers telt. Contact: Brussel + 32 2 743 43 43 / Antwerpen + 32 3 226 50 06 AMSTERDAM - ANTWERP - ARNHEM - BRUSSELS - EINDHOVEN - LUXEMBOURG - ROTTERDAM - ARUBA -
www.loyens.be
C U R A Ç A O - F R A N K F U R T - G E N E VA - L O N D O N - N E W Y O R K - P A R I S - S I N G A P O R E - T O K Y O A D V O C AT E N
n
A D V O C AT S
EKONOMIKA: EEN STERK NETWERK Wat is, naast het diploma, het belang-
bedrijfsbezoeken, familiale en sport-
rijkste dat wij voor altijd hebben meege-
activiteiten die de zes regionale kernen
kregen tijdens onze studententijd in
organiseren, de meerwaarde ook van de
EDITORIAAL
Leuven? Ongetwijfeld de vele vrienden
meer dan 30 vormingsactiviteiten per
uit die onvergetelijke EKONOMIKA-
jaar van de 5 vakgroepen, de informele
jaren. Het bijzondere is dat de vrienden
bijeenkomsten van de junioren en seni-
uit de studententijd voor altijd blijven,
oren en het jaarfeest in oktober.
ook al zien we elkaar gedurende jaren
niet. Het is ongedwongen vriendschap
Door aan deze activiteiten van
waar niets moet, maar die boven alles
Ekonomika Alumni deel te nemen kunt
duurzaam is.
u uw persoonlijk netwerk verder uitbouwen op basis van de vriendschapsban-
Al deze losse vriendschappen van vele
den die in de studententijd werden
generaties economisten vormen para-
gesmeed. Ekonomika Alumni is een
doxaal genoeg het sterke netwerk van
sterk netwerk dat zijn leden helpt deze
Ekonomika Alumni. De vele activiteiten
vriendschapbanden te onderhouden.
[ Het is ongedwongen vriendschap waar niets moet, maar die boven alles duurzaam is. ]
van onze vereniging zorgen ervoor dat dit netwerk aldoor sterker wordt. Dat is de meerwaarde van de lunchcauserieën,
Fa Quix Hoofdredacteur
INHOUD JOANNA MATTHYS. Onzekerheid troef in de verzekeringswereld, vraag het maar aan Joanna Matthys. Als de Twin Towers met drie waren, dan waren alle verzekeraars nu failliet. Om maar te zeggen : het kan altijd erger.
10
LEO TINDEMANS. Hij wist het altijd beter. Maar als je geen gelijk krijgt dan kan je het nog altijd hebben. En als ook dat niet meer helpt, kan je nog altijd naar de koning gaan … of naar Ekonomika Vlaams-Brabant.
12
MIA DE VITS. Is niet op haar mond gevallen (waar dan wel?). "Managen" laat ze zich niet doen, want niet in vakjes gebonden : de vakbond?
14 27
VLERICK. De Summerschool. Met een zomer zoals deze was het eigenlijk zonde van op school te moeten zitten. Maar als de naam Vlerick valt is school toch niet zo schools, zeker niet wanneer de lessen in de "exquise" Provence plaatsvinden. En u? Wie bent u? Wat doet u? U komt het in deze editie allemaal te weten, na de vele berichten vanuit de provincie. Op pagina 27 vind u het profiel van de Leuvense economist.
EKONOMIKA berichten | september 2003 | 3
4
INTERVIEW
JOANNA MATTHYS: INTERNATIONALE CARRIERE IN VERZEKERINGSSECTOR De impact van de WTC-aanslag van 11 september op de verzekeringssector? Het risicobeheer van de Belgische ondernemingen? De rol van de verzekeringsmakelaar in de huidige verstoorde relatie tussen verzekeraar en verzekeringsnemer? Joanna Matthys, een Managing Director van Marsh in België, geeft ons een boeiende kijk op een sector in volle beweging en evolutie.
EKONOMIKA berichten | septemner 2003 | 4
Wanneer ben je in Leuven afgestudeerd aan de Faculteit E.T.E.W? Hoe kijk je op deze periode terug? In 1980. Zuivere economie. Ik herinner mij dat het een periode was waarin de studenten stilaan lakser werden. Zelfs de proffen wezen hier regelmatig op. Er waren wel enkele pogingen tot studentenstakingen, zoals deze tegen de raketten in Duitsland, maar de allereerste bekommernis van de studenten was toen werk te vinden na de studies. Na Leuven heb ik nog een Aiesec-stage van 7 à 8 maanden gelopen in Tunesië, voor een bedrijf in de vastgoedsector. Het heeft mijn interesse voor het internationale bedrijfsleven opgewekt. Ik kijk heel tevreden terug op mijn studies in Leuven. Er is een internationaal publiek en je merkt dat er veel invloeden aanwezig zijn omwille van de rijke en diverse ervaringen van proffen zoals destijds Albert Coppé, Theo Peeters en Mark Eyskens. Waar ik toen onvoldoende van bewust was, maar vandaag des te meer van overtuigd ben, is het belang van polyvalentie. Waarmee ik wil gezegd hebben dat studenten zich tijdens en na hun studies best niet onmiddellijk opsluiten in een al te gespecialiseerde richting. Zelf ben ik een grote voorstander van de combinatie rechten / economie of economie / burgerlijk ingenieur. Verder moeten we ons ervan bewust zijn dat België een klein land is, en dat ervaring in het buitenland daarom aanbevolen is. Het brengt misschien niet onmiddellijk iets bij, maar alleszins later. Koos je na je studies onmiddellijk voor de verzekeringssector? Ja. In 1981 ben ik gestart bij Henrijean, een leidende Belgische verzekeringsmakelaar die enkele jaren voordien aansluiting had gezocht bij de internationale groep Marsh. Verzekeringen was zowat het laatste wat ik
wilde doen. Maar ik kwam terecht in de activiteit maritieme verzekeringen en werkte al snel voor grote klanten gebaseerd in de VS of Zwitserland. Algauw kon mijn enthousiasme dus niet meer op. Dit heb ik jaren gedaan, tot ik in 1991 de kans kreeg te verhuizen naar het hoofdkantoor van Marsh in New York. Niet alleen kwam ik terecht in een Amerikaanse groep die heel dynamisch was, maar bovendien kreeg ik er de kans te werken voor de allergrootste groepen en dus contacten te hebben met heel interessante persoonlijkheden. Vanaf 1992 was ik werkzaam in Parijs, waar ik vooral geconfronteerd werd met verzekeringsdossiers in het domein van de satellieten en de luchtvaart, zoals Ariane en Airbus. We hebben toen een groot schadegeval gekend, naar aanleiding van een mislukte satellietlancering, en slaagden erin de schade in een recordtijd van 3 weken te regelen, met een team waarvan de oudste medewerker niet eens 30 jaar was. Daar waren we toen heel fier op. In 1995 kwam ik terug naar België om gedurende 2 jaar de coördinatie waar te nemen van de grote, internationale bedrijven. Vanaf 2001 combineer ik de verantwoordelijkheid voor de corporate client practice – d.i. de dienstverlening aan de middelgrote bedrijven – voor het kantoor van Brussel en Luik met de Belgische en Europese verantwoordelijkheid voor business development. Waarvoor staat Marsh precies? Marsh maakt deel uit van de groep MMC (Marsh & McLennan Companies). MCC is een internationale groep in professionele diensten, beursgenoteerd o.a. te New York en London, en actief in drie domeinen. Marsh staat voor de risico- en verzekeringsdiensten. Putnam Investments is actief in fondsenbeheer. Mercer is de consultancy-poot van MMC. Marsh is aanwezig in meer dan 100 landen, telt ongeveer 38.000 werknemers en realiseerde in 2002 een omzet van USD 5,9 miljard. In Europa vormen we het grootste geïntegreeerde netwerk van risico-en verzekeringsspecialisten. In België en Luxemburg samen hebben we 5 kantoren en stellen we een 600-tal personen tewerk. We treden op als verzekeringsadviseur en -makelaar voor ondernemingen, overheidsinstellingen en andere professionele organisa-
[ Joanna Matthijs: “Prioriteit van verzekeraars is niet langer marktaandeel maar winstgevendheid.“]
ties, en zijn tevens actief als herverzekeringsmakelaar, via onze dochteronderneming Guy Carpenter. Ook al richten we ons in eerste instantie niet tot particuliere cliënten, we beheren via Marsh Affinity verzekeringsprogramma’s voor groepen van particulieren, met name beroepsverenigingen (b.v. balies), vrijetijdsverenigingen (b.v. automobielclubs) en werknemers van ondernemingen.
INTERVIEW
Nieuw evenwicht. Met alle gevolgen vandien voor de verzekeringsnemers. De premies gingen fors de hoogte in en contractvoorwaarden werden grondig herzien. Zo worden bedrijven in toenemende mate verplicht een groter deel eigen risico te nemen, hetgeen vooral nadelig is voor de kleinere spelers. Voor bepaalde moeilijke economische sectoren, zoals textiel, hout en chemie, of voor bepaalde specifieke risico’s wordt het ronduit problematisch nog verzekeringen te vinden met aanvaardbare modaliteiten. Verder is het aanbod globaal verminderd vermits vele verzekeringsmaatschappijen capaciteitsproble-
EKONOMIKA berichten | september 2003 | 5
Hoe ervaar je als verzekeringsmakelaar de huidige, gespannen situatie in de verzekeringswereld? Vandaag liggen de noden van onze cliënten niet meer in lijn met wat de verzekeringsmaatschappijen aanbieden. Aan de oorsprong van die kloof tussen vraag en aanbod liggen een aantal grootschalige rampen, natuurlijke en technische, die de verzekeringswereld door mekaar hebben geschud. In de eerste plaats de terroristische aanslag van 11 september 2001, waarvan het verlies dat uiteindelijk door de verzekeringssector moet uitbetaald worden, geschat wordt tussen 50 en 80 miljard dollar. Het grootste netto verzekeringsverlies ooit als gevolg van één gebeurtenis. Maar ook andere ongevallen zoals bijvoorbeeld de ontploffing van een chemische fabriek in Toulouse in 2001, of nog, het faillissement van Enron en de moeilijkheden van Worldcom en Tyco, en de schade veroorzaakt door diverse computervirussen. De verzekeraars zijn hierdoor veel zuiniger geworden in hun dekkingen. Omdat ze beseffen dat risico’s veel complexer kunnen
zijn dan ze zich ooit hadden ingebeeld. Met de negatieve evolutie van de economie en het plotse ontbreken van de financiële opbrengsten door het slechte beursklimaat, komt deze nieuwe realiteit nog des te harder aan. Omdat het financiële verlies dat vandaag voortvloeit uit risico’s die jarenlang werden onderschat, niet langer door beursopbrengsten en hoge interestvergoedingen kan worden goedgemaakt. Tot enkele jaren geleden ging de aandacht van de verzekeraars minder naar het verzekeren op zich maar veeleer naar marktaandeel, via fusies en overnames en/of prijsdumping. Met de ontnuchtering van 11 september werden ze niet alleen verplicht diep in eigen reserves te putten maar tevens om zich opnieuw te concentreren op hun kernactiviteiten. De prioriteit vandaag is niet langer marktaandeel maar winstgevendheid.
INTERVIEW men kennen, en andere beslist hebben hun activiteiten stop te zetten. Voeg daar nog de sputterende economie aan toe, die bedrijven minder budgetruimte geeft om hogere premies te betalen, en het plaatje is compleet. Dat deze situatie vandaag een wrange nasmaak laat bij vele ondernemers, is niet altijd onterecht. Kortom, in het licht van de recente gebeurtenissen is het niet verbazingwekkend dat, na een periode van historisch lage premies, een nieuw evenwicht gezocht wordt. De verzekeraars moeten evenwel een zekere redelijkheid aan de dag leggen opdat de klanten hun vertrouwen in het systeem niet verliezen. De verzekeringsnemer moet op zijn beurt beseffen dat hij voordeel heeft bij een financieel sterke verzekeringsmarkt. Want wie een polis koopt, koopt in feite financiële stabiliteit.
[ Grootschalige rampen zoals de terroristische aanslag van 11 september 2001 hebben de verzekeringssector grondig door elkaar geschud”]
EKONOMIKA berichten | septemner 2003 | 6
[
Kan men stellen dat in een dergelijke moeilijke context, de rol van de verzekeringsmakelaar nog belangrijker wordt? Gegeven het schaarsere aanbod en de risicoaversie van de verzekeraars, is het voor de ondernemingen dus minder vanzelfsprekend geworden een passende verzekering te vinden. Een verzekerings-makelaar zoals Marsh kan daarom een belangrijke rol spelen in het vinden of ontwikkelen van innovatieve oplossingen. Dit vergt een grondige kennis van en toegang tot alle verzekeringsmarkten, in combinatie met de nodige dosis creativiteit. Via ons internationaal netwerk kunnen we risico’s van ondernemingen onderbrengen daar waar er
De rol van verzekeringsmakelaar is veel intensiever geworden. capaciteit en competentie aanwezig zijn. En indien nodig, creëren we zelf capaciteit, als bijkomende service voor onze cliënten. Zo bracht onze groep bijvoorbeeld klanten en kapitaal samen in Ace en XL, aparte structuren die nadien een eigen leven, los van de groep, zijn gaan leiden. Onmiddellijk na de gebeurtenissen van 11 september 2001 richtten we Axis op om aan een nijpend capaciteitsgebrek tegemoet te komen. Ook moeten we kunnen inspelen op de toenemende vraag naar dekking voor nieuwe specifieke, vaak complexere, risico’s. Bijvoorbeeld verzekeringen die voortvloeien uit technologische evoluties, zoals het indekken van internettoepassingen en het intellectuele eigendomsrecht ervan. Vanuit de VS komen nu ook de aansprakelijkheidsverzekeringen voor werkge-
vers overgewaaid, evenals de zogenaamde verzekering tegen “class action suits” of verenigingsacties. Samengevat, in 2002 en 2003 hebben we heel hard moeten werken om, in een moeilijke context, steeds oplossingen voor onze cliënten te vinden. De discussies met de verzekeraars voor de hernieuwing van de polissen nemen vandaag gemiddeld driemaal zoveel tijd dan voordien. En voor de uitbetaling van de schade aan de cliënten moet je tegenwoordig veel harder vechten. Kortom, onze tussenkomst is veel intensiever geworden. België KMO-land. België is vooral een land van KMO’s. Hoe staat het met hun verzekeringsgedrag? Marsh verwezenlijkte onlangs een studie bij een 600-tal middelgrote Europese bedrijven, met een omzet van maximum EUR 300 miljoen. Middelgrote organisaties verschillen wezenlijk van grotere organisaties. Ze hebben meestal een minder complexe ondernemingsstructuur en geen risk manager of andere professional die uitsluitend belast is met risicobeheer. In de meeste gevallen is de financieel directeur of CFO verantwoordelijk voor de risico’s. Ook al erkennen de meeste van deze bedrijven het belang van een goed inzicht in de risico’s en beschouwen ze risicobeheer als een topprioriteit, dikwijls ontbreekt het hen aan knowhow en visie over hoe men een risicobeleid moet implementeren. Wel roepen ze in toenemende mate advies en begeleiding in van externe consulenten, maar al te vaak nog voor specifieke risico’s dan wel voor het uitwerken van een gecoördineerd, coherent risicobeleid. Ons onderzoek toont verder aan dat middelgrote ondernemingen zich in de regel gepast indekken tegen toevalligheidsrisico’s (brand, ongevallen, burgerlijke aansprakelijkheid, etc.), via de verzekeringsmarkt, en financiële risico’s, via de financiële markten. Het zijn evenwel de strategische en operationele risico’s die hen de meeste zorgen baren, maar deze risico’s vinden managers moeilijk te beheren en bijgevolg krijgen ze meestal onvoldoende aandacht. Het is de rol van een groep zoals Marsh samen met het bedrijf een analyse te maken van alle types van bedreigingen, inclusief de strategische en operationele, en vervolgens in het kader van een coherent risicobeheer het management te adviseren over hoe de risico’s kunnen worden geëlimineerd of beperkt. Uiteindelijk moet de onderneming kiezen of ze het risico wil aanvaarden of overdragen aan een verzekeraar. Belgische middelgrote bedrijven scoren niet zo slecht in vergelijking met hun Europese collega’s, in die zin dat zij doorgaans beter voorbe-
reid en ingelicht zijn. Drie op vier van hen zijn bovendien van mening dat risicobeheer de aandeelhouderswaarde kan verhogen, een verhouding die in de andere Europese landen – met uitzondering van het Verenigd Koninkrijk – veel lager ligt. Toch vertalen onze Belgische ondernemingen dit nog onvoldoende in een coherente aanpak en een beroep op professionele raadgevers. Opvallend is ook dat zij risico’s anders inschatten dan het gemiddelde Europese bedrijf. Toenemende concurrentie wordt door Belgische ondernemingen het meest aangeduid als het risico met de grootste financiële impact. Ook het volgen van een verkeerde strategie ingevolge een gebrek aan marktgegevens wordt aangegeven als een belangrijk risico. Maar ook brand of een ramp evenals een onderbreking van de bedrijfsactiviteit komen allebei voor in de top vijf van belangrijkste risico’s voor Belgische bedrijven, hetgeen duidelijk niet het geval is voor de Europese ondernemingen. Wat mogen afgestudeerden verwachten van een loopbaan bij Marsh? Onze ambitie is niet de grootste te zijn maar wel de meest professionele. Als een groot deel van de Fortune 500-bedrijven tot je cliënteel behoren, ben je wel verplicht selectief te werk te gaan bij het aanwerven van werknemers. Human capital is ons belangrijkste actief. Vandaag vertegenwoordigen economisten en
Ondernemingsrisico’s: aard Financiële risico’s Financiële marktrisico’s Wisselkoersrisico Waarde van activa Gebrek aan kredieten Liquiditeiten
Strategische risico’s Marktvraag Verandering klanten en industrie Intellectueel kapitaal Onderzoek en ontwikkeling Kanalen en netwerken
Toevalligheidsrisico’s Burgerlijke aansprakelijkheid Materiële schadeverzekering Ongevallen Natuurrampen Bedrijfsschade
Operationele risico’s Informaticasystemen Boekhouding en controlesysteem Top en kaderleden Reglementeringen Goederenstroom
Bron: Marsh
juristen telkens een derde van onze universitaire medewerkers. We investeren enorm veel in opleiding. Ter illustratie, in 2002 volgden een 400-tal personeelsleden, hetzij 70% van het totaal, 1.835 trainingsdagen. Voor de management- functies bestaat de verplichting één maal per jaar een topopleiding te volgen, waarbij meermaals professoren verbonden aan Stanford of Princeton als lesgever of gastspreker optreden. Het objectief is vanzelfsprekend de zaken nadien anders, beter aan te pakken.
INTERVIEW Patrick Moermans
JUNIOREN
AAN DE JUNIOREN, OVERAL TER WERELD! September komt weer in zicht en de studenten kunnen zich dus weer klaar houden voor een spetterend academiejaar. Maar wat met de mensen die afgestudeerd zijn? Geen fuiven of cantussen meer? Opgesloten zitten met de zapper voor de tv? Op bezoek bij de toekomstige schoonfamilie? De wondere wereld van Excel verder verkennen? Wij dachten van niet... Juniorenwerking. Deze groepering binnen de Alumni is er voor hen die af en toe nog eens willen terugkeren naar de onvergetelijke studententijd. Examens of broodjes uit de bar kunnen we jullie niet meer aanbieden. Wel serveren we jullie elke maand een activiteit, waar jullie met een frisse Stella nog eens kunnen doorzakken in het authentiek kader van weleer, “den Dulci”, of wie weet waar elders in het Leuvense voor een andere gelegenheid.
Spring gerust eens binnen op onze activiteiten! Wij houden jullie wel via email op de hoogte waar en wanneer we jullie iets aanbieden! Voor vernieuwende ideeën of andere opmerkingen staat onze mailbox steeds open:
[email protected] of
[email protected]. Tot binnenkort! Frederik CRAB Thomas HUYGHE
EKONOMIKA berichten | september 2003 | 7
Ekonomika organiseert regelmatig festiviteiten voor de studenten, maar voor de werkmensen zijn deze toch niet vanzelfsprekend in combinatie met een succesvolle loopbaan. Daarom hebben de Ekonomika-Alumni hier sinds enkele jaren iets op gevonden, waardoor de versgediplomeerden (van de laatste 5 jaren) niet elke vrijdag doelloos naar de herhaling van het laatavondnieuws moeten kijken. We hebben het over de Ekonomika-
Het ideale moment om nog eens af te spreken met vrienden, die je uit het oog dreigde te verliezen door zakenreizen naar de Caraïben of door overuren bij je vriend of vriendin.
VAKGROEPEN
BEDRIJFSCULTUUR MANAGEN: “WIJ KUNNEN HET ONMOGELIJKE” Voor de Ekonomika Alumni, vakgroep HR, van de KU Leuven brachten managementadviseurs Hugo Der Kinderen en Clint Callahan inzichten in het fenomeen bedrijfscultuur en de wijze waarop deze kan worden gemanaged. Organisatie-adviseur en UAMS Executive Professor Hugo Der Kinderen vindt het weinig zinvol recepten voor te schrijven. Enkel vanuit een wetenschappelijk verantwoord inzicht in het fenomeen kan men de bedrijfscultuur in de gewenste richting laten evolueren.
D
EKONOMIKA berichten | septemner 2003 | 8
er Kinderen benadert de vraag naar het managen van bedrijfscultuur vanuit het standpunt van degene die het voor het zeggen heeft. De organisatiecultuur komt voort uit vele bronnen: de macrocultuur, collectieve ervaringen, maar ook de neurose van de leiders. Dat laatste is een idee van Manfred Kets de Vries, die vijf basisneurosen onderscheidt: paranoia, de compulsieve, theatrale, depressieve en schizoïde neurose. Een manager en organisatie die werkt vanuit de paranoia, ziet overal een vijand en is ervan overtuigd dat iedereen plannen maakt tegen het eigen bedrijf. Iemand met een compulsieve neurose is wat Der
Kinderen noemt een “turbo-perfectionist” die elk detail wil controleren. Wie een theatrale neurose heeft zweeft altijd een beetje boven de grond en maakt voortdurend schitterende plannen voor de toekomst. De depressieve neurose wordt dan weer gekenmerkt door een gebrek aan zelfvertrouwen. De schizoïde neuroticus kan zich niet met het bedrijf associëren en heeft er dus geen emotionele band mee. De eerste drie types zijn vaak te vinden aan de top van organisaties. Volgens Kets de Vries vertegenwoordigen zij 70% van alle managers. Cultuur is een kwestie van principes Een andere theorie om het proces van cultuurvorming te begrijpen is de transactionele analyse, een wetenschappelijk gevalideerd model dat de interacties tussen mensen wil begrijpen. Elke mens kan drie rollen spelen: kind, volwassene of ouder. De kind-rol bevat de wijze waarop kinderen reageren: verantwoordelijkheid ontwijken en de schuld bij de andere leggen. Kinderen mogen namelijk zelf geen beslissingen nemen, maar blijken zeer intelligent te zijn in het vinden van een omweg. In de volwassene-rol domineert de interactie met een persoon die men gelijkwaardig acht. De ouder-rol (de “ultieme ervaring” voor vele managers, aldus Der Kinderen) is de lesspellende rol. De ontevreden baas die de ondergeschikte de les spelt, krijgt vaak kind-gedrag als reactie (“het is mijn schuld niet”). Soms reageert de ondergeschikte ook als ouder, wat leidt tot een conflict. De baas kan ook beginnen klagen (het slachtoffer spelen), waarop de werknemer kan reageren als ouder of kan proberen nog een groter slachtoffer te zijn (“mijn probleem is nog veel groter”). Deze rolverdelingen brengen nooit een oplossing, omdat er op emotie gefocust wordt. De enige mogelijkheid is een volwassene-volwassene relatie, waarbij men in respect voor elkaar tot een overeenkomst komt. Om de cultuur van het bedrijf te veranderen mag men dus geen kindof ouderattitude aannemen. Goed leiderschap, het instrument bij uitstek om cultuur te beïnvloeden, steunt op een basis van vertrouwen binnen de organisatie. Om vertrouwen te bereiken is openheid (wat zijn je ideeën en welke projecten vind je belangrijk), respect (omgang met anderen als volwas-
[ Van “business men and women in meeting”, rond de tafel. ]
sene tot volwassene) en integriteit (wat je zegt, doet en gelooft is hetzelfde). Op dat vertrouwen wordt dan een cultuur gebouwd die zich manifesteert in een set van principes. Voorbeelden van dergelijke principes zijn: iedereen is verantwoordelijk voor de resultaten van de collega’s, roddelen is geen aanvaardbaar gedrag, iedereen werkt voor de klant (niet voor de baas) en wat overeengekomen is, wordt uitgevoerd. Het is een goed idee om de medewerkers zelf te vragen wat zij als principes van de organisatie ervaren. Als daaruit verkeerde principes blijken, moet de leider optreden. De leider moet de vertolker zijn van de principes die het bedrijf belangrijk vindt. Elke kans om de principes te expliciteren moet men te baat nemen. Principes zijn effectiever naarmate ze meer consensus genieten. De manager moet de principes trachten te formuleren vooraleer een probleem opduikt en de confrontatie durven aangaan met slechte principes.
[
De leider moet de vertolker zijn van de principes die het bedrijf belangrijk vindt.
VAKGROEPEN
Stefan VAN NIEUWENHOVE
EKONOMIKA berichten | september 2003 | 9
Possiblity management? Clint Callahan (een Amerikaan die werkt in Duitsland maar verblijft in Frankrijk) is de uitvinder van het possibility management. Hij vertrekt in zijn theorie van de vaststelling dat mensen door een gedragsaanpassing veel meer kunnen bereiken. Het volstaat onze mentale mappen aan te passen. Tussen wat we doen en de onbeperkte mogelijkheden staan enkel mentale mappen. Toen de map van de wereld veranderde van een platte schijf naar een bol, ontdekten we veel meer mogelijkheden, hoewel de realiteit onveranderd was.
De mens wordt in het possibility management gesymboliseerd als een geheel van gelaagde “dozen”, die bestaan uit onze behoeften, ons verleden, ons gezin, onze familie, ons bedrijf, ons land, ons werelddeel… Alleen de middelste en kleinste doos is uniek en het is de enige die verantwoordelijkheid kan nemen. De cruciale vraag is wie deze doos gemaakt heeft, wijzelf of de anderen (door opvoeding en socialisatie). Het possibility management kiest resoluut voor de eerste optie, want alleen dan kunnen we er iets aan veranderen. Belangrijke assumptie is dat de persoon niet zijn doos is: “It’s not them, it’s their box!” Volgens Callahan komt men een heel eind als men alle problemen tussen mensen ziet als interculturele problemen en zich probeert te identificeren met de andere. Als ingenieurs zeggen dat een project onmogelijk te realiseren is op zes maanden, antwoord dan: “Juist, dit is onmogelijk maar wij zijn het team dat onmogelijke dingen kan realiseren.”
REGIONALE KERNEN: VLAAMS BRABANT
LEO TINDEMANS: INTERNATIONALE POLITIEK EN DE POSITIE VAN BELGIË Het is welhaast ongelooflijk hoe energiek en omni present deze man was. Hij was meermaals minister van buitenlandse zaken, minister in vele andere kabinetten, maar vooral: hij leidde tweemaal de regering in de moeilijke periode van de eerste economische crisis (vanaf 1974). Sinds 1992 is hij Minister van Staat en tot 1999 zetelde hij in het Europees Parlement. Verder was hij hoogleraar aan de KULeuven en ondanks zijn drukke politieke agenda miste hij nauwelijks enige les, wat de vele studenten die zijn cursussen volgden hem in dank afnamen. Pas onlangs werden zijn memoires gepubliceerd en Ekonomika Vlaams-Brabant vond dit een ideale gelegenheid deze reus uit de geschiedenis van België uit te nodigen om iets te vertellen over internationale politiek en de positie van België daarin.
L
EKONOMIKA berichten | septemner 2003 | 10
[ Leo Tindemans:“Als u vandaag de dag wilt praten over de toestand in de wereld dan moet u drie namen citeren.“]
eo Tindemans sprak de Leuvense economisten toe op 25 april 2003 toen de inval van de Amerikanen in Irak nog vers in het geheugen lag. Het werd een zeer boeiende avond vol levenswijsheid doorspekt met anekdotes en uitspraken van bekende Belgen. Zo snauwde de voormalige Eerste minister Theo Lefèvre een medewerker af omdat die sprak van het ‘kleine’ België: “Zeg dat nooit, dat we klein zijn, de anderen weten dat ook, je hoeft dat niet te accentueren.” Leo Tindemans gaf ons de twee belangrijkste spelregels mee die een land als België moet hanteren om iets te kunnen betekenen in internationale politiek en dat zijn: laat je nooit isoleren, want ofwel ben je de spelbreker ofwel moet je toegeven en capituleren en ten tweede: probeer altijd de kans te behouden dat je nog met alle partijen kunt praten. Dankzij deze vuistregels heeft België doorheen zijn geschiedenis toch altijd enige betekenis gehad op het internationale politieke toneel. Paul Henri Spaak had daar een goede verklaring voor. Hij zei dat we nog met de groten konden gaan praten zelfs als ze met getrokken messen tegenover mekaar stonden. En zo is het herhaaldelijk gebeurd dat een voorstel van België werd aanvaard en tot een compromis leidde, maar, zei Spaak: “Zeg nooit dat het van u kwam. ‘s Avonds en als uw vrouw goed gezind is, dan pas moogt ge zeggen het kwam van mij!” België kon die internationale rol, die groter is dan zijn afmetingen doet vermoeden, blijven spelen omdat de Belgische politici de nodige discretie aan de dag legden. Dit zijn de belangrijke, ongeschreven spelregels in de internationale politiek.
“De MUITERS VAN BRUSSEL” Die bemiddelaarsrol hebben wij kunnen spelen ook vanwege onze ligging, de geopolitiek. Bijna alle oorlogen werden op ons grondgebied uitgevochten wat er toe leidde dat men op alle militaire scholen uitgebreid bestudeert wat er hier allemaal is gebeurd in de loop van de geschiedenis. Het is dan ook belangrijk om dat geopolitieke gegeven te gebruiken in de internationale politiek, de onderhandelingen, enzovoort. Bismarck zei: “Geopolitiek is de enige vaste waarde in internationale politiek. Een land ligt waar het ligt, dat verandert niet.” Dan verhaalde Leo Tindemans ons hoe België geschiedkundig eigenlijk tot stand kwam. België is een creatie van de grote mogendheden. Voor Tindemans begint de geschiedenis van België in 1648 bij het Verdrag van Munster of de vrede van Westfalen. Toen werd de definitieve scheiding van de Nederlanden bij verdrag vastgelegd. De Spaanse Nederlanden werden definitief losgemaakt van de Noordelijke Nederlanden en de Schelde werd gesloten. Van toen af kan men spreken van een Belgische entiteit. In 1815, bij het Congres van Wenen, waren de zuidelijke Nederlanden opnieuw de inzet van zeer grote besprekingen en men creëerde daar de Verenigde Nederlanden. Dit om de Franse expansiedrang - sedert Richelieu hing Frankrijk de theorie aan dat het land natuurlijke grenzen moest hebben (de Alpen, Pyreneeën, de Rijn en de rivieren in Nederland) - in te tomen. Vooral de Engelsen drongen erop aan dat boven Frankrijk een land zou bestaan sterk genoeg om Frankrijk te stoppen. Maar als dat Verenigde Nederland maritiem te sterk dreigde te worden waren de Engelsen maar wat blij dat er in Brussel een revolte uitbrak (de ‘muiterij van Brussel’ volgens Nederlandse geschiedenisboeken) zo is België ontstaan. Zo steunden de Engelsen het ontstaan van België op voorwaarde dat de Scheldemonding (Antwerpen is het pistool gericht op het hart van Engeland) geen deel uitmaakte van België en op voorwaarde dat het zich neutraal hield op internationaal vlak. Om een eigen identiteit te verwerven en vooral om dat internationaal ook te tonen moedigde Leopold I het gebruik van het Vlaams aan. Hendrik Conscience werd op het paleis door
hem uitgenodigd en aangemoedigd om in het Vlaams te schrijven om te tonen dat we geen aanhangsel van Frankrijk waren, dat we een eigen identiteit hadden. In die zin was België geopolitiek steeds de inzet van belangrijke conferenties en besprekingen en dat tot en met WO II. Ook onze voormalige kolonie Kongo speelde daarin een rol. Er werd over Afrika niet gesproken door de grote mogendheden, zonder het advies in te winnen van de Belgen. Onze politici hebben vaak niet beseft welke internationale betekenis wij hierdoor kregen. Deze troefkaart zijn wij kwijt gespeeld. Onze weigering om in bepaalde gevallen op te treden, hulp te verlenen of uitspraken te doen over de locale politici deden ons internationaal gezien weinig goeds.
In 1945 worden de Verenigde Naties opgericht waarin ongeveer 180 landen zetelen. Vijf daarvan, de zogenaamde overwinnaars van de oorlog (Frankrijk, Engeland, Verenigde Staten, USSR en China), zitten in de Veiligheidsraad en kunnen de facto beslissen over oorlog of vrede. Naast deze 5 permanente zijn er 10 niet-permanente, die evenwel geen vetorecht hebben. De toenmalige minister van Buitenlandse Zaken, August De Schrijver, had hier zeer grote bezwaren tegen, maar tekende
toch omdat het het enige voorstel was dat kans maakte om te worden aanvaard. De Schrijver vond het niet correct dat die 5 machtiger zijn, en dat wij niet op voet van gelijkheid met hen kunnen praten. In 1954 werd de WestEuropese Unie opgericht, dat de defensie tot doel had. Het verdrag van de WEU is sterker dan dat van de Nato in die zin dat bij de Nato, indien één van de leden wordt aangevallen, men niet automatisch mee ten strijde moet trekken. Daar staat tegenover dat de Nato een militaire infrastructuur heeft en de WEU niet. Zo ontstond langzamerhand de Europese Unie zoals wij die vandaag kennen. En België heeft een zeer belangrijke en positieve rol gespeeld in het Verdrag van Maastricht, waar de Euro is tot stand gekomen.
REGIONALE KERNEN
Als uitsmijter kregen we van LeoTindemans nog een gouden tip mee: “Als u vandaag de dag wilt praten over de toestand in de wereld dan moet u drie namen citeren. Ten eerste Fukoyama die, naar analogie met de Duitse filosoof Hegel (‘De overwinning van Napoleon in 1806 is het einde van de wereld, nu wordt iedereen liberaal democraat’), zei dat de instorting van de USSR het einde van de geschiedenis inluidt. Ten tweede Samuel Huntington, een Amerikaans professor, die zegt dat de volgende oorlog geen oorlog tussen landen zal zijn, maar een oorlog tussen culturen, de ‘clash of civilizations’. En ten derde Robert Kagan, die de grondslag legde voor de Amerikaanse huidige buitenlandse politiek en die zegt: “Wat wij ook doen, we worden automatisch afgekeurd door de rest van de wereld. De rest van de wereld is anti-Amerikaans. We hebben Europa tweemaal bevrijd, maar we krijgen geen bondgenoten dus moeten we zelf onze beslissingen en onze verantwoordelijkheden nemen.”
Patrick BECQUE.
EKONOMIKA berichten | september 2003 | 11
In 1914 overvielen de Duitsers ons land en iedereen sprak van “dat arme België”. Maar na de oorlog, op de Conferentie van Versailles, kregen wij niet wat we vroegen. België werd niet als volledig onafhankelijk beschouwd. Wij mochten ons niet engageren, wij moesten neutraal blijven. De Volkerenbond wordt opgericht, maar de Duitsers vonden het verdrag van Versailles zeer onrechtvaardig. Zij achtten zich niet schuldig aan de Grote Oorlog. In de Volkerenbond zagen we hoe België probeerde de vrede te bewaren, maar met het risico dat wij verplicht zouden worden de wapens op te nemen om een aangevallen natie te helpen verdedigen. En zo werden wij opnieuw de inzet van het grote internationale debat. Nu spreekt men over een gemeenschappelijke internationale politiek van de EU en tevens over een Europese Defensie. Premier Verhofstadt sprak over een defensie met Frankrijk, Duitsland, Nederland, Luxemburg en België. Maar de Duitse kanselier Schröder verklaart dan: “Die Deutsche Auslandpolitik wird in Berlin determiniert.” Of met andere woorden: men moet ons niet langer beschuldigen van de oorlog en de concentratiekampen, wij voeren onze politiek. Luxemburg is militair van weinig betekenis en Nederland is te Atlantisch gericht om te willen meebetalen voor een Europese defensie zodat alleen België en Frankrijk overblijven.
HR-SEMINARIE
HOE MANAGET U DE VAKBONDEN? Op dinsdag 22 april jl.vond in Leuven het Ekonomika HR-seminarie plaats over het “managen van vakbonden.” De omgang met vakbonden: dialoog of conflict? Twee vertegenwoordigers van de werkgevers (Pieter Timmermans van het ondernemersverbond VBO en Frank Helsmoortel van Philips) stonden tijdens het HR-seminarie van de Leuvense Ekonomika-kring tegenover twee vertegenwoordigers van de werknemers (Marc De Wilde van ACV Metaal en Mia De Vits van het ABVV). Het debat werd in goede banen geleid door professor emeritus Roger Blanpain. Het woord managen in de titel van het seminarie (Het managen van vakbonden) was duidelijk niet naar de zin van Marc De Wilde, die dat dan ook liet blijken. Daarmee was de toon gezet.
[ Mia De Vits:“Tractebel krijgt een duur sociaal plan, want ze hebben veel geld.” Hendrik De Schrijver “]
Harde toon bij vakbonden. Volgens De Wilde doet managen denken aan mennen, wat hem onvermijdelijk bij de vergelijking tussen werknemers en werkpaarden bracht. Werkgevers beschouwen hun werknemers te veel als trekpaarden, die bovendien gedresseerd moeten worden om over alle hindernissen te springen. De Wilde waarschuwde meteen alle werkgevers in de zaal: soms kan het dressuurpaard voor een obstakel blijven staan en een steenezel worden. Mensen die te ver gedreven worden, kunnen blokkeren. Bij het formuleren van tips voor het managen van vakbonden ging hij op hetzelfde elan verder: “Sluit ons niet buiten, je zal ons nodig hebben. Probeer ons niet in te kapselen, want dat werkt contraproductief. Patroons mogen niet te gulzig zijn.” Mia De Vits herhaalde wat de nieuwe thema’s zijn die de socialistische vakbond ABVV belangrijk vindt: een gezond evenwicht tussen werk en privé-leven, democratisering binnen de (kleine) onderneming en het creëren van een groter economisch draagvlak door een herverdeling van het werk. Niettegenstaande de mooie principes die De Vits bij de voorstelling van het ABVV vooropstelde – een constructieve houding van de vakbonden, inlevingsvermogen, niet werken met slogans, een coherente visie – bleek de toepassing ervan in de praktijk niet zo eenvoudig. Neem nu haar intermezzo over Tractebel, waarvoor ze moeilijke sociale onderhandelingen voorspelde: “Bij Tractebel hebben ze veel geld, dus willen we een duur sociaal plan.” De Vits ziet de evolutie dat ondernemingen die winst maken, ook willen herstructureren, niet zo goed zitten.
ondernemers de pijnpunten. Pieter Timmermans merkte op dat men eerst welvaart moet creëren alvorens deze te kunnen herverdelen. Frank Helsmoortel maakte concreet duidelijk wat het betekent in een internationale economie te leven. De beleidsbeslissers bij Philips zitten steeds meer in Amsterdam en Helsmoortel stelt vast dat hij evenveel moet discussiëren met de Nederlandse bazen als met de vakbonden. Cruciale voorwaarden om tot een vruchtbare samenwerking te komen zijn dossierkennis en verantwoordelijkheidszin in de keuze van de dossiers en de standpunten. De standpunten die verdedigd worden, moeten die van groepen zijn en niet die van individuele klagers. Mitbestimmung ook in België? Over drie punten werd stevig gediscussieerd: 1. Overlegstructuren in kleine ondernemingen: de vakbonden zijn reeds lang vragende partij voor sociale overlegstructuren in bedrijven met ten minste 20 medewerkers. Zelfstandigen- en KMO-organisatie Unizo blijft zich daartegen verzetten. Timmermans gaf eveneens te kennen dat een te grote bescherming de werking van een KMO kan verlammen.
EKONOMIKA berichten | septemner 2003 | 12
HR-SEMINARIE *Stefan Van Nieuwenhove (licentiaat T.E.W., K.U.L., promotie 2000) is mede-oprichter en algemeen directeur van HR Square, het tijdschrift voor arbeidsrelaties en personeelsbeleid. HR Square is mediasponsor van Ekonomika Alumni HR. Registreren voor de gratis nieuwsbrief, waarin de activiteiten van Ekonomika HR worden aangekondigd, kan via www.hrsquare.be - de site met dagelijks nieuws uit de sector.
Eerst welvaart creëren Voor het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO) blijven de hoge lasten op arbeid en het slechte klimaat voor startende
2. Het vinden van bekwame gesprekspartners: een belangrijke uitdaging voor het sociaal overlegmodel is het vinden van vakbondsafgevaardigden die voldoende competent zijn en gemotiveerd om het sociaal juridische kluwen te leren. Marc De Wilde erkent dat het steeds moeilijker wordt om de ideale délégué te vinden, maar het ACV investeert grondig in opleiding. Professor Blanpain waarschuwt ervoor dat veel werknemers geronseld worden om de lijsten te vullen of dat ze enkel meedingen om bescherming te genieten. De Wilde stelt vast dat het probleem zich ook bij de werkgevers stelt. De toenemende tendens naar outsourcing van HRM en het inschakelen van consultants bedreigt het proces. De werknemersvertegenwoordigers vinden door de vele managementwissels geen echte gesprekspartner meer bij de werkgever. 3. Mitbestimmung (waarbij de werknemersvertegenwoordiging effectief deelneemt aan het nemen van bedrijfseconomische beslissingen): Blanpain en Timmermans stellen duidelijk dat “het
bedrijf geen democratie kan zijn.” Alhoewel De Vits dit principe erkent, vindt ze toch dat de vakbond over alternatieven moet kunnen praten. Als schoolvoorbeeld geeft ze de beslissing om Opel Antwerpen niet te sluiten, in tegenstelling tot wat gebeurde bij Renault Vilvoorde en Waalse vestigingen van staalgroep Arcelor. Naar goede gewoonte op dit soort uiteenzettingen, was de Wet-Renault kop van jut. “Als er één werkgever een stommiteit
begaat, hebben alle andere werkgevers een slechte wet aan hun been”, klaagt Blanpain. Hij meent dat enkel over de sociale gevolgen van een managementbeslissing gepraat kan worden en dat het weinig zin heeft een internationaal hoofdkwartier te willen overtuigen. Daardoor gaat enkel kostbare tijd en moeite verloren, die beter benut wordt voor outplacement. Stefan VAN NIEUWENHOVE *
PROFIELSCHETS
PROFIELSCHETS AFGESTUDEERDE LEUVENSE ECONOMISTEN Wie zijn wij? Hoe oud zijn wij? Wat doen wij? Waar wonen wij?..* Kortom: Alles wat u al lang wilde weten maar niet durfde vragen. Geslacht Sex(e) is altijd een goed onderwerp om mee te beginnen. Laat het ons daarom eerst over het geslacht van de afgestudeerde economist hebben. Dat blijkt vooral mannelijk te zijn: de mannen zijn (nog) veruit in de meerderheid: 68,45 % mannen en 31,55 % vrouwen. Zoals bij alle universitaire opleidingen zijn de dames ook bij de afgestudeerde economisten aan een inhaalbeweging bezig. Ter illustratie: De afgestudeerden van de laatste jaren: 2003: totaal 389 waarvan 216 M (55,53 %) + 173 V (44,47 %) 2002: totaal 389 waarvan 225 M (57,84 %) + 164 V (42,16 %) Ter vergelijking: het aantal afgestudeerden in 1995: totaal 414 waarvan 269 M (64,98 %) + 145 V (35,02 %)
Waar wonen wij? Het zal u niet verwonderen dat velen onder ons zijn blijven hangen in Vlaams-Brabant (36,98 %), met een duidelijke concentratie in en rond Leuven. Verdienstelijke tweede op de provincieranglijst: West-Vlaanderen (19,02 %), op de hielen gezeten door de provincie Antwerpen (17,94%). Oost-Vlaanderen scoort 13,41 % en Limburg 8,59 %. Onze goede naam wordt in Brussel hoog gehouden door 2,98 % van de afgestudeerden.
Geslacht Vrouwen 31,55%
Mannen 68,45%
Leeftijd 56-65 jaar 7,61%
+65 jaar 2,08%
18-25 jaar 7,38%
46-55 jaar 15,77%
36-45 jaar 13,81%
26-35 jaar 53,35%
Wat doen wij? Wij doen veel. Provincie Het zal u niet verwonderen dat wij vooral en Antwerpen West17,94% Vlaanderen massaal aan de touwtjes trekken in het 19,02% bedrijfsleven: 77,61 % heeft een leidende of Brussel 2,98% vooraanstaande functie in het bedrijfsleven. Limburg Daarnaast zorgt 8,76 % voor een goede opleiVlaams8,59% Brabant ding van nieuwe economisten. De politieke en 36,98% het overheidspersoneel worden sterk gehouOostden door 4,2 % van de afgestudeerde Vlaanderen 13,41% Leuvense economisten. En 4,35 % renteniert, is op rust gesteld, maar, zoals we allen weten, nog zeer actief. Beroep Kortom, met terechte onbescheidenheid Financ. Eco, logistiek, mogen we zeggen dat wij, de afgestudeerde boekhouding 8,41% Leuvense economisten, meer en meer vrouw Oprustgestelden Analisten en 4,35% informatici worden, jong (en mooi) zijn, het bedrijfsleven 10,42% Lectoren, in handen hebben en vooral Vlaams-Brabant Docenten, Politiek Onderwijs bevolken. en diplomaten,
PROFIELSCHETS Hoe oud/jong zijn wij? Wij, Leuvense economisten, zijn jong: maar liefst 60,73 % is tussen 18 en 35 jaar. Wij, Leuvense economisten, zijn actief: slechts 2,08 % is meer dan 65 jaar. En wij weten dat deze krasse senioren nog steeds een vooraanstaande rol spelen. Wij, Leuvense economisten, zijn met velen: we telden begin 2003 12562 volledig afgestudeerden, tel daarbij de afgestudeerden van 2003 (389) en de niet volledige (bij manier van “schrijven”) economisten en we komen aan meer dan 15000 stuks. Een leger dat zorgt dat zorgt voor tewerkstelling, voor
Lucien STEEGMANS
provincie en gemeentepers 4,20%
8,76%
Overige 5,08%
(*) Deze profielschets is gebaseerd op de gegevens uit het bestand van Ekonomika Alumni, momentopname van begin 2003.
Verkoop, Marketing, Communicatie, PM 24,71%
Bestuurders, zaakvoerders, alg.directeurs 34,07%
VLERICK SUMMERSCHOOL
“BE HARD ON FACTS, BUT SOFT ON PEOPLE” In juli organiseerden de recruteringskrant Vacature en de Vlerick Gent Leuven Managementschool, met de steun van een viertal sponsors, voor de vierde keer hun jaarlijkse ‘Summerschool’. Dit initiatief biedt de kans aan jongeren met een universitaire opleiding en enkele jaren werkervaring, om zich gedurende één week bij te scholen in een aantal managementdomeinen. Alles vindt plaats in een piekfijn en zomers kader. Dit jaar was het 4-sterrenhotel Dolcé Frégate te Saint-Cyr-sur –Mer, een kuststadje tussen Marseille en Toulon, de sublieme locatie.
1
EKONOMIKA berichten | septemner 2003 | 14
[ XXX ]
800 kandidaten meldden zich tegen eind maart om deel te nemen aan de selectieproeven van dit event. Na een CV-screening werden 440 enthousiastelingen gekozen om eind april deel te nemen aan de tweede ronde, een Bizz-quiz in de Ancienne Belgique. Zoals de naam duidelijk maakt, ging het om een kwis waarin zowel algemene kennis- als typische sollicitatietestvragen de revue passeerden. Nick Balthazar presenteerde het geheel in zijn typische stijl: vlot, humoristisch en gekruid met een vleugje ironie. Op het einde van die avond werden 40 gelukkigen (20 mannen, 20 vrouwen) hun ticket overhandigd voor de laatste selectieproef: een assessment van een halve dag, onder leiding van de mensen van DIP Consulting, in de Vacature-kantoren te Brussel. Groepsdiscussies, presentaties en interviews waren de basis voor de uiteindelijke selectie van 8 mannen en 8 vrouwen die midden juli hun koffers mochten pakken om met de TGV naar het zuiden van Europa te sporen. Fun in the board Op zondag 13 juli was dan dit langverwacht moment aangebroken: de trein vertrok vanuit Brussel-Zuid naar Marseille, voor wat het begin was van een boeiende en onvergetelijke week. De verwelkoming in het hotel zette de toon: gekoelde wijn, Provençaalse hapjes en bagagekruiers. Dit beloofde voor wat nog komen moest. De meegereisde professoren van de Vlerick School wisten onmiddellijk welk niveau van hen verwacht werd. Maandagmorgen werd de start van het academische gedeelte van de summerschool gegeven door Prof. dr. Werner Bruggeman. Hij nam ons die dag mee in de wereld van strategisch management. Zijn enthousiasme werkte aanstekelijk en ondanks het ‘vroege’ uur ont-
stond al snel een geanimeerde uiteenzetting en discussie over missies, doelstellingen en strategieën. Allerlei tools werden aangereikt om te zorgen voor meer ‘fun in the board’ , o.a. de balanced scorecard. Voor sommigen een nieuw begrip, voor anderen reeds een gekend werkinstrument. Prof. Bruggeman had in elk geval gezorgd voor een mooie etappe in deze ‘Tour de Management’. Hij werd dan ook die avond tijdens het diner gepast in de bloemetjes (en champagne) gezet. Bier als ontbijt Dinsdag kwam het vakgebied marketing aan bod. Bierproeven op een onredelijk uur toonde het belang van segmentering en focusering aan, terwijl het uitwerken van de Barco-case ons vertrouwd maakte met het portfolio-model van de Boston Consulting Group. Cash-cows en stars waren geliefd, dogs werden aan de deur gezet. Prof. Dr. Niels Schillewaert was de ploegleider van dienst, wij volgden zijn instructies. Ook voor hem stond er champagne klaar aan de finish. Na een korte nachtrust, als gevolg van het betere plakwerk in de tot café “De Nachtwacht” omgedoopte hotelbar, werden op woensdag meerdere boekjaren afgesloten. Prof. dr. Ir. Sophie Manigart had de taak om aan te tonen dat financieel management minder stoffig is dan door velen vooraf gedacht. Ze maakte hiervoor gebruik van een spelbord en iedere deelnemer werd tijdelijk gepromoveerd tot CEO, productie- of financieel directeur. Van passief luisteren was er wederom geen sprake, voor één keer mochten enkel activa in de balans. Aan het eind van deze sessie was het voor iedereen duidelijk dat een balans en een resultatenrekening niet hetzelfde zijn en dat een strenge bewaking van het ‘working capital’ van een onderneming essentieel is. Champagne ! Management tussen zeilen en golf Donderdag was ‘rustdag’. De ochtendsessie werd aangegrepen om aan elk inzicht te bieden in zijn eigen managementstijl. De MBTIindicator was hiervoor het instrument van dienst. Deze typering laat toe na te gaan in hoeverre je van het stalinistische type bent of eerder de teruggetrokken dromer. Na de middagpauze kozen we het ruime sop
geklopt tijdens een golfinitiatie. UTILE DULCI ! De slotrit op zaterdag bracht ons in het Onderhandelingsgebergte. Onderhandelen is niet louter een gave, je kan het dus wel degelijk leren. Belangrijk hierbij is het belang van de andere te kennen, om je eigen belang te realiseren. And be hard on facts, but soft on people. Een onderhandelingssimulatie in groepjes van vier, waarbij een filmbudget de inzet was, liet toe de opgedane kennis te concretiseren. voor een zeilregatta. Met een Mistral van 6 tot 7 Beaufort werd voor enkelen de slogan ‘zeil je voor het eerst, dan sla je een flater’ werkelijkheid. De nochthans lichte middaglunch werd vrijgevig met medematrozen gedeeld. Tijdens de vrijdagse etappe werd de emotionele intelligentie bijgeschaafd. Dit bleek geen tranendal – integendeel – er werd door Prof. Herman Vandenbroeck gegoocheld met fysiologische termen zoals neocortex en amygdala (het emotiepotje in de keuken van ons brein). Deze uiteenzetting (gestaafd met de nodige rollenspelen) had als doel betere reacties te ontwikklen op allerei situaties en de controle te handhaven over het eigen gedrag. In de vooravond werden de opgedane emoties weg-
Het slotdiner in Marseille herinnerde ons eraan dat de terugreis naderde. Maar vooraleer dit het geval was, werd de omzet van de locale discotheek ferm de hoogte ingejaagd. Zo werd nog maar eens bewezen dat de lijfspreuk van Ekonomika ,’Utile Dulci’, ook tijdens de Summerschool hoog in het vaandel werd gedragen.
[ XXX ]
VLERICK SUMMERSCHOOL Heb je na het lezen van bovenstaand verhaal ontzettende zin gekregen om dit zelf mee te maken? Schrijf je dan nu al in voor de selecties voor de editie van volgend jaar op http://www.vacature.com/scripts/indexpage.as p?headingID=4241.
De vakjes moeten diagonaal ingevuld worden en altijd van links naar rechts. Bijvoorbeeld: een woord van vier letters diagonaal naar beneden gaat van vakje (r1,k1) naar vakje (r4,k4); een woord van drie letters diagonaal naar boven gaat van vakje (r3,k1) naar vakje (r1,k3).
NAAR BOVEN
1. Dat drietal snuift een rondje oplosmiddel. (4) 2. Is de ontkenning van tevens een muzieknoot verklaarbaar van binnenuit. (8) 3. Eensklaps de intriges. (5) 4. Een Vlaamse jongensnaam voor een Latijns roofdier. (3) 5. Wagenvriend met gleuf voor muntjes of bankpas. (8) 6. Arabisch voor “Clay” (tip: “Cassius” = “Mohammed”). (3) 10. Koersen zonder valuta. (5) 11. Snel half spreken, half zingen. (3) 12. Een vaandrig op de rug van een lieveheersbeestje. (4) 13. Een groot aantal hl. (3)
3. De Engelsen zijn het tien bij tien. (3) 7. Korte versie van een vergrootglas. (4) 8. Was misschien ooit een prachtig gebouw. (5) 11. Onbeduidend en mijns inziens zelden gebruikt. (3) 13. Alfred was de grondlegger van de prijstheorie en George kreeg de Nobelprijs voor de vrede. (8) 14. Een Germaanse god waarvan er zo te horen vier in een kaartspel zitten. (3) 15. UIA - UFSIA. (3) 16. Italiaans geld op de bank hebben staan. (8) 17. Deze halfgod lust wel bokkenpootjes. (5) 18. Metaal waarvan ze in Engeland blikjes maken. (3)
EKONOMIKA GEKRUISIGD
EKONOMIKA berichten | september 2003 | 15
NAAR BENEDEN
Dimitry VAN ROBAEYS Edward BOUTE
SPEECH Mijnheer de Rector, Mijnheer de Decaan, Dames en heren Professoren, Beste Ouders Beste Ekonomika-Alumni, Beste Vrienden, De laatste twee punten van deze groet zijn voor U zeer belangrijk. Vandaag, 4 juli 2003 is immers een mijlpaal in jullie leven. Jullie sluiten nu een belangrijk hoofdstuk af en beginnen morgen aan een nieuw hoofdstuk. Niets zal nog hetzelfde zijn, maar tegelijkertijd zal de oude vertrouwde Ekonomikaspirit uw leven blijven bepalen, en gelukkig maar. Als voorzitter van Ekonomika Alumni is het mij een immens genoegen U als een van de eersten te mogen begroeten als alumnus en als vriend. Draai of keer het zoals U wil, maar Ekonomika is iets speciaals en daarom houden wij eraan om hier vandaag te staan teneinde U duidelijk te maken dat de vriendschapsbanden die U in de loop van uw studies hebt opgebouwd, blijven bestaan en dat Ekonomika Alumni U nog meer ruimte zal bieden om deze vriendschapsbanden uit te breiden. Aan de jong-afgestudeerden bieden wij de mogelijkheid om toe te treden tot de werking van de Ekonomika-junioren. Deze afdeling wordt steeds gecoördineerd en gemotiveerd door nieuwe jonge afgestudeerden zodat er een nauwe aansluiting is tussen de pasafgestudeerden en Ekonomika-Alumni. De junioren hebben de gewoonte om elkaar elke eerste vrijdag van de maand in het Dulci-café te ontmoeten. U zal er al van gehoord hebben: dit waren en zijn steeds hartelijke en interessante bijeenkomsten.
Voor de meer vakgerichte contacten, voor een specifieke netwerking en gespecialiseerde kennis zijn er de vakgroepen. Ekonomika-Alumni coördineert vandaag een 5-tal vakgroepen die actief zijn in de volgende domeinen: 1) Accountancy, financiewezen en fiscaliteit: de vakgroep SCAFF 2) marketing en strategie (M&S) 3) de vakgroep P & L voor productie en logistiek 4) de vakgroep human resources 5) de vakgroep econometrie Geregeld organiseren zij seminaries, avondcauserieën of lessencycli al dan niet aangevuld met specifieke bedrijfsbezoeken. De gekende Utile-Dulci-aanpak primeert: we proberen het interessante aan het aangename te koppelen en dat lukt steeds weer opnieuw. Op onze website vindt u de activiteitenkalender. Beste alumni, er rest mij nog alleen U te feliciteren met het behalen van uw diploma aan de Faculteit Economische en Toegepaste Wetenschappen van de KULeuven. U heeft een van de beste diploma’s in handen. Want wat men ook moge beweren: de beste economisten komen nog steeds van Leuven en dat wordt telkens weer bewezen in de beroepsloopbaan die onze economisten volbrengen, zij het in het bedrijfsleven, in het onderwijs of in de overheidsadministratie. Steeds bereiken de Leuvense economisten de top en worden zij enorm geëerd en gewaardeerd om hun analytische geest en hun economisch synthesevermogen. De sociale vaardigheden die de meeste van onze Leuvense economisten bovendien, dankzij de studentenkring Ekonomika hebben ontwikkeld, geven hen bovendien ook een voorsprong op het vlak van leiderschapscapaciteiten, organisatietalent en verantwoordelijkheidszin.
PROCALAMTIE EKONOMIKA berichten | septemner 2003 | 16
Als Ekonomika Alumni wil ik u meteen ook uitnodigen voor het eerste grote rendez-vous na de zomer en dat is op zaterdag 18 oktober in Leuven. Op deze dag houdt Ekonomika-Alumni zijn jaarlijks Ekonomika-feest, de jaarvergadering die begint met een academische zitting, gevolgd door een avondfeest, maar vooral afgesloten met een fantastische juniorenfuif waarop wij vorig jaar meer dan 250 jonge economisten hebben mogen verwelkomen. Het feest gaat door in de Faculty Club maar om evidente redenen vindt de fuif plaats in de Waaiberg.
Maar Ekonomika-Alumni is niet alleen georganiseerd in functie van leeftijdsgroepen met in de eerste cyclus de junioren, daarna de mid-carreers en tenslotte de senioren. Het sterke punt van Ekonomika-Alumni is dat wij ook nog verder georganiseerd zijn in vakgroepen en in regionale kernen. Op regionaal vlak is Ekonomika de enige Alumni-vereniging in België die in elke Vlaamse provincie een eigen Ekonomikawerking heeft: in elk van de 5 Vlaamse provincies en vermits we niet chauvinist zijn, hebben we ook een zeer actieve werking in Brussel Hoofdstad. Elke regionale kring heeft een eigen voorzitter, een eigen bestuur en een eigen programma. Als naargelang uw domicilie wordt U daarop uitgenodigd, maar ik kan u nu al aanraden om regelmatig eens te kijken op onze website www.ekonomika.be waar elke activiteit aangekondigd wordt.
Om U te ondersteunen, bieden wij U vandaag het gratis lidmaatschap van Ekonomika Alumni voor 2003 aan. Door dit lidmaatschap wordt U automatisch ook lid van Alumni Lovanienses en van de Vereniging voor Economie. Krijgt U gratis toegang tot de bibliotheek , mag U gratis gaan sporten, enz….. Kortom, Uw kaart ligt klaar en is beschikbaar aan onze stand in de receptietent. Beste Vriend, ik ben ervan overtuigd dat u, zoals zovelen van uw Leuvense voorgangers, uw weg zal maken in het beroepsleven. Ik wens u in elk geval van harte veel succes toe ! Walter HERSSENS Voorzitter Ekonomika Alumni (Speech uitgesproken op de officiële proclamatie op 4 juli 2003)
PRODUCTIE & LOGISTIEK
BEDRIJFSBEZOEK AAN EUROPEES DISTRIBUTIECENTRUM NIKE IN LAAKDAL De vakgroep Productie & Logistiek sloot op 19 juni 2003 haar academiejaar af met een geslaagd bedrijfsbezoek aan het Europese distributiecentrum van Nike in Laakdal. Ook voor het academiejaar 2003-2004 wordt momenteel hard gewerkt aan een goed gevuld en gevarieerd programma. In september 1994 opende het Nike Customer Service Center in Laakdal officieel haar deuren. Vanaf dat moment werd elke klant in Europa systematisch vanuit één locatie bevoorraad, wat sportkleding betreft. In september 1995 ging de tweede fase van start, namelijk de distributie van sportschoenen, en momenteel werken er meer dan 1200 medewerkers continu aan het leveren van een optimale service aan klanten, de sportwinkels. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een vergeavanceerde technologie (barcoding, sorteersystemen, geautomatiseerde magazijnopslag, …) om goederen te ontvangen, behandelen en verzenden.
Binnen het bestuur wordt vanaf dit academiejaar ook een rotatie ingebouwd van ondervoorzitter en voorzitter en zo zal nu, na de eerste 5 levensjaren van de vakgroep Productie & Logistiek, de voorzittersfakkel worden doorgegeven van Bart De Ridder aan Karen Stroobants, en wordt Gerlinde De Meester ondervoorzitter. Bart DE RIDDER Programma 2003-2004 Momenteel worden binnen de vakgroep P & L de voorbereidingen getroffen voor een veelbelovend jaarprogramma. Op 23 oktober 2003 starten we opnieuw met een bedrijfsbezoek, dit keer aan het logistiek distributiecentrum van IKEA te Genk. Begin december zoemen we verder in op de automatiseringsmogelijkheden binnen een magazijnomgeving met een praktijkcase verzorgd door Van Looy Group en UCB. In februari-maart 2004 organiseren de verschillende vakgroepen van Ekonomika Alumni een lessencyclus rond het thema KMO, waarbij ook P&L zal instaan voor een logistieke dag. In april hopen we Ford of Volvo te kunnen strikken voor een activiteit in de automobielsector, en het jaar wordt afgesloten in juni met een avondseminarie rond centralisatie van customer service en een praktijkcase bij Procter & Gamble. Exacte data en inhoud van al deze activiteiten moeten uiteraard nog bevestigd worden en hieraan wordt hard gewerkt door de leden van het dagelijks bestuur.
[ Distributiecentrum Nike in Laakdal]
EKONOMIKA berichten | september 2003 | 17
In de indrukwekkende faciliteiten van Laakdal loodste algemeen directeur van het Nike Customer Service Center in Laakdal, Dhr. Bert Stevens, de Leuvense economisten door de nog jonge geschiedenis van Nike en van het Europese distributiecentrum. Tevens stelde hij het belang van maatschappelijk ondernemen voor Nike centraal en de focus op het ‘ECOS’ – concept: een gedreven aandacht voor (de belangen van) werknemers (Employees), klanten (Customers), aandeelhouders (Shareholders) en anderen (Others), zoals milieu en maatschappij. Tenslotte volgde de rondleiding in zowel de “apparel” (sportkledij) als “footwear” (sportschoenen) afdeling door enkele zeer enthousiaste medewerkers ter plaatse.
[ Dagelijks bestuur van de vagroep Productie & Logistiek van links naar rechts: Joos Verstraete, Philip Vanderheeren, Gerlinde De Meester, Bart De Ridder, Karen Stroobants en Dominiek Callewier. ]
LIMBURG
BERINGENDAG ! VOERWANDELING ! Eind april organiseerde Danny Geurts een Beringendag voor Ekonomika Limburg. Beringen is in de vaderlandse geschiedenis gekend voor zijn steenkoolmijn. Wij bezochten de residu’s van deze verdwenen geldverspillende industrie, zijnde een moskee, een schuldenberg en een museum.
Z
oals het hoort begonnen wij met de moskee, gebedsoord van de islam. Kenmerkend voor het gebouw is de grote koepel en de smalle torens of minaretten. De Imam roept de gelovigen vijf maal per dag op tot gebed. De gelovigen gaan naar het toilet, ontdoen zich van hun schoeisel, wassen handen, voeten en gelaat om de moskee inwendig en uitwendig gereinigd te betreden. Mannen en vrouwen zitten gescheiden. Geknield luisteren ze naar de wijze woorden van de Imam die verzen voorleest uit de Koran. Regelmatig buigen ze het hoofd naar de grond richting Mekka en danken Allah. Daarna gaan ze naar hun stamcafé koffie drinken in afwachting van de volgende oproep van de Imam. Na de moskee volgt de schuldenberg. Dit is Limburgs hooggebergte. Langs elke mijn staat er zo één. Het is een ophoping van de asse van het zweet van de belastingbetaler. Een moeilijke zware tocht, stap voor stap, regelmatig ritme, gecontroleerde ademhaling, en pletsende regen. Uitgeput bereiken we de top en planten de vlag van Ekonomika. Het schouwspel loont de moeite. We zijn hier dicht bij de hemel. Dit geeft een goddelijk gevoel. Men kan hier alles overschouwen. Mensen, huizen, moskees, autos worden nietige prutskes. In de vlakte zien we vogels en vliegtuigen aan de onderkant, hierboven zien we alleen hun bovenkant. We overschouwen een heel stuk Vlaanderenland. Zoals Abraham op de berg Tabor zoeken we contact met God maar hij was niet thuis. We springen op de schuifaf van de hemel naar de aarde en bezoeken het mijnmuseum. Met film , foto, werktuigen en machines geeft men een beeld van de mijnbouw. We krijgen een beter inzicht in de verspilling van honderden miljarden oude franken. Het avondmaal, donner kebab met frit, sluit de Beringendag af.
EKONOMIKA berichten | septemner 2003 | 18
LIMBURG
VOER VOOR WANDELAARS Eind juni organiseerde Marcel Moors de Voerwandeling.Vijftig vierkante kilometer golvend landschap vol koeien tussen
Maastricht en Luik. Zes dorpen. 4000 inwoners. WE bezoeken s’Gravenvoeren. We wandelen door prachtige holle wegen, waar de dassen thuis zijn. Dassen zijn nog echte holbewoners. Steek nooit uw hoofd in hun hol want ze spuwen een giftige stof in uw ogen die blindheid kan veroorzaken. We trekken bergop naar het hoogste punt van Vlaanderen met prachtige vergezichten. Laverend tussen de koeiendrek dalen we af naar de vallei met het natuurreservaat Altenbroek. Dit reservaat is door het Vlaams gewest afgebakend als “stiltegebied”. Men zegt hierover in de Voergids : Maak kennis met het “geluid der stilte” Speciaal opgeleide gidsen verzorgen de stiltewandelingen. Zij maken gebruik van decibelmeters, bird calls, verrekijker en zelfs een stethoscoop om de sapstroom van een boom te beluisteren. Natuurbeleving op zijn best. Wij trokken onze schoenen uit en op onze sokken betraden wij behoedzaam het Vlaamse stiltegebied. Niemand sprak een woord, we trachten het geluid van het groeiende gras en de sapstromen van de bomen te horen.Voorlopig horen we alleen het geluid van herkauwende koeien die luidruchtig plassen. We lezen wel overal bordjes met “respecteer de stilte” maar koeien kunnen niet lezen. Aangekomen in het hart van het stiltegebied hoorden we het bulderende geluid van de motor van een tractor met externe extra dieseltanks die hier dag en nacht water pompt uit het kabbelende beekje voor de irrigatie. We genoten van het oorverdovend geluid en van de heerlijk stank van verbrande mazout. Vlaamse natuur op zijn best. We raden dat stilte gebied dan ook af voor mensen uit de omgeving van Zaventem op zoek naar rust. Wat hier ook opvalt is dat iedere weide uitgerust is met een badkamer. In elke weide staat een bad gevuld met water. Elke koe of elk paard kan zo maar in het klaarstaande bad. De welvaartsstaat heeft geen grenzen voor mens en dier. Voeren heeft meer koeien dan inwoners. Deze beesten importeren het gras langs voor en exporteren spinazieachtige taarten langs achter waar ge beter niet in trapt (vraag het maar aan Nicole). Na de wandeling volgden lavende terraskes en het avondmaal waar we luidruchtig de stiltegebieden van de Vlaamse Gemeenschap bespraken. G. GAS
BRUSSEL
LUCHTHAVEN VAN ZAVENTEM KAN NOG VERDUBBELEN Wie dacht dat de luchthaven van Zaventem in zijn groei beperkt wordt wegens de ligging in een drukbevolkt gebied, houdt geen rekening met de steile ambities van de luchthavenuitbater BIAC (Brussels International Airport Company). BIAC zorgt voor de volledige uitbating van de luchthaven, zowel de terreinen, gebouwen als dienstverlening, met uitzondering natuurlijk van de verkeersleiding die in handen is van Belgocontrol (voor het Belgische luchtruim) en Eurocontrol (voor het Europese luchtruim). Wie dacht dat de luchthaven van Zaventem in zijn groei beperkt wordt wegens de ligging in een drukbevolkt gebied, houdt geen rekening met de steile ambities van de luchthavenuitbater BIAC (Brussels International Airport Company). BIAC zorgt voor de volledige uitbating van de luchthaven, zowel de terreinen, gebouwen als dienstverlening, met uitzondering natuurlijk van de verkeersleiding die in handen is van Belgocontrol (voor het Belgische luchtruim) en Eurocontrol (voor het Europese luchtruim). Na de forse klap in 2001 herstelt de luchthaven van Zaventem maar mondjesmaat. De ambitie blijft evenwel om tegen 2025 ruim een verdubbeling van de capaciteit te realiseren van zowel het aantal vervoerde passagiers als van de vervoerde cargo, aldus Jan Van der Cruysse, communication manager van BIAC tijdens een lunchcauserie voor Ekonomika Brussel in de “Pilot Club” op de Promenade van de luchthaven van Zaventem op 18 juni jl.
In de cargo was de situatie evenwel veel minder dramatisch. Het vervoerde cargovolume evolueerde van 687.385 (metrische) ton in 2000 naar 514.241 ton in 2002 (-25 %) maar Zaventem behield daarmee zijn 5e plaats in Europa. Voor 2003 zijn de verwachtingen: een vooruitgang van het aantal vervoerde passagiers met 6,9 % t.o.v. 2002 en een stijging
BRUSSEL
Infrastructuurplannen Op 15 mei 2001 werd de gloednieuwe A-pier geopend die 660 m. lang is, 31 “gates” telt en die via een tunnel van 650 m. onder de tarmac bereikbaar is vanuit het hoofdgebouw. Deze Apier is een groot succes en kan aan de westerzijde nog worden uitgebreid met 18 nieuwe gates. Dhr. Van der Cruysse meldde dat ook de C-pier die ten Zuiden ligt ook nog met 2 luiken kan worden uitgebouwd en dat er ook een centrale west-terminal kan bijkomen. Dit alles heeft voor gevolg dat de capaciteit van te vervoeren passagiers probleemloos kan worden opgetrokken tot 35 miljoen in 2025 tegenover 14,5 miljoen in 2002.
EKONOMIKA berichten | september 2003 | 19
De cijfers van het “annus horribilis 2001” zijn spectaculair. In het topjaar 2000 vervoerde de luchthaven van Zaventem nog 21, 6 miljoen passagiers en stond daarmee op de 10e plaats in Europa. Na 2001 zakte dit spectaculair tot een niveau van 14,4 miljoen in 2002 (-33 % t.o.v. 2000) en een tuimeling naar de 15e plaats in Europa. Niet alleen de economische terugval, maar ook de gevolgen van 11 september en de faillissementen van City Bird (oktober 2001) en Sabena (november 2001) verklaren deze forse terugval.
met 4 % van het cargovolume. De Irak-crisis en de SARS-epidemie verhinderen evenwel een forser herstel. De luchthavenuitbater verwacht een financieel positief resultaat van een kleine 6 miljoen EUR voor belastingen in 2003.
BRUSSEL
EKONOMIKA berichten | septemner 2003 | 20
[
De vastgoedontwikkeling is trouwens een topprioriteit voor BIAC in de komende 3 jaren. Vier grote projecten staan op stapel: 3 projecten hebben te maken met het vrachtvervoer en zullen in het noordelijke Brucargo worden gerealiseerd. Een 4de project dat de Airport Village wordt genoemd, behelst de ontwikkeling tussen de Ring en het huidige luchthavengebouw.
diensten die niet verbonden zijn met de eigenlijke vluchten: parkings, winkels (retail), restaurants en bars (catering, diensten en publiciteit). De commerciële afdeling houdt zich ook bezig met de opvolging van de dienstverlening aan passagiers en luchtvaartmaatschappijen door BIAC-partners en met de opvolging van de luchtvrachtdiensten (handling).
Alhoewel Zaventem over heel veel troeven beschikt, zijn er toch enkele zwakheden die de groei in elk geval zullen afremmen. Zeer grote vrachtvliegtuigen zijn niet toegelaten in Zaventem, maar de kleinere toestellen wel, zodat een gestage ontwikkeling van het vrachtvervoer wel in het vooruitzicht kan worden gesteld. BIAC gelooft in elk geval in de duurzaamheid van deze cargo-activiteit. Een ander zwak punt is het ontbreken van een grote nationale luchtvaartmaatschappij na het faillissement van Sabena. Er is wel nog SN Brussels
Het is de bedoeling dat in de komende 5 jaar het aandeel van de commerciële diensten (non-aviation) verhoogt tot 55 à 60 %, hetgeen dus een omkering is van de huidige verhouding t.o.v. aviation. Maar nu al kan gesteld worden dat BIAC een zeer goede verhouding heeft tegenover vele andere luchthavens. Het hoge gehalte aan zakenpassagiers maken van de luchthaven van Zaventem een administratief businesscenter waardoor de commerciële inkomsten een hoger groeipotentieel hebben.
Duurzaam ondernemen staat in grote letters in ons mission statement” Airlines en Virgin, maar dat zijn relatief kleine maatschappijen. Een ander zwak punt is de zwakke treinverbinding en het niet-aansluiten van de HST, zoals dat wel het geval is met Schiphol en Charles de Gaulle. De opkomst van de perifere luchthavens Charleroi en Oostende, waar lowcost-maatschappijen op vliegen, is zonder enige twijfel ook een bedreiging voor Zaventem. Van der Cruysse bestempelde dit als “unfaire concurrentie vanwege de regionale luchthavens”. Groei door non-aviation Op dit ogenblik komt ongeveer 60 % van de inkomsten van BIAC uit de activiteiten die rechtstreeks met de dagelijkse uitbating van een internationale luchthaven te maken hebben. Naast de “harde” operationele aspecten inzake het vliegtuigverkeer zelf, beheert aviation ook de verschillende vormen van dienstverlening aan de passagiers, maar ook alle aspecten van veiligheid en beveiliging. Ook de “facilities en maintenance” van de luchthaveninfrastructuur als de ICT-afdeling SwITch behoren tot het aviation. De commerciële activiteiten daarentegen worden niet rechtstreeks door BIAC uitgebaat, maar door exploitanten waarmee BIAC een partnershipovereenkomst afsluit. De commerciële activiteiten dekken alle passagiersgerichte
Of Jan Van der Cruysse niet te optimistisch is, zo dachten enkele Ekonomika-leden. De communication manager liet zich niet van slag brengen. Externe problemen zoals een oorlog in Irak of een SARS-epidemie brengen wel tijdelijk het luchtverkeer naar beneden, maar structureel zit het luchtverkeer nog steeds in de lift. De komst van de HST-trein is eerder complementair en hierbij valt het alleen te betreuren dat er geen HST-stop is in de luchthaven van Zaventem want anders zou dit zelfs het luchtverkeer rond Brussel stimuleren. En de lawaai- en milieuhinder dan? Jan Van Der Cruysse: “Ook dat is geen potentiële rem op onze toekomstige ontwikkeling want het is in ons strategisch plan ingebouwd dat wij in 2025 bij een verdubbeling van onze capaciteit 20 % minder lawaai veroorzaken en 20 % minder luchtvervuiling dan in 2005. Duurzaam ondernemen staat in grote letters in ons mission statement”. Fa QUIX.
ANTWERPEN
“SSST … HIER RIJPT DEN DUVEL” Op donderdag 22 mei 2003 trok Ekonomika Antwerpen naar de brouwerij Duvel Moortgat voor een bedrijfsbezoek. Er konden slechts 35 personen aan dit bedrijfsbezoek deelnemen en we hebben spijtig genoeg 15 personen moeten teleurstellen. Dat is het zot gevolg van de wonderbaarlijke aantrekkingskracht van Duvel.
I
n 1871 werd te Breendonk de brouwerij Moortgat gesticht door Jan-Leonard Moortgat. In het begin was het zoals zovele andere een brouwerij-boerderij maar door de ondernemersgeest van de stichter en zijn vrouw werd de brouwerij alsmaar belangrijker. Later heeft Jan-Leonard deze brouwerspassie doorgegeven aan zijn twee zonen, Albert en Victor. Albert werd de brouwer en Victor kreeg de verantwoordelijkheid over de verdeling. In die tijd, rond de eeuwwisseling, betekende dat met paard en kar een paar ritten per week naar Brussel. Duvel dankt zijn expansie inderdaad voor een groot deel aan de hoofstedelingen waar men een trouw cliënteel vond. Naar Antwerpen kon het bier niet vervoerd worden omdat de brug van Willebroek toen een te groot obstakel was.
Van Victory Ale naar Duvel Na de 1e wereldoorlog reisde Albert Moortgat naar Schotland om daar een staal van de plaatselijke gist te bemachtigen. De Britse “ales” waren toen erg in trek. De gist die hij na een lange zwerftocht meebracht zou de basis voor het succes worden. Tot vandaag wordt nog altijd gist van dezelfde stam gebruikt. Het bier werd eerst verspreid onder de naam “Victory Ale” maar vanaf 1923 werd het gecommercialiseerd onder de naam “Duvel”. In die tijd had het bier “Duvel” slechts een aandeel van 5 % in de totale productie.
Wat weinigen weten is dat ook vandaag de brouwerij Moortgat nog andere bieren brouwt dan den “Duvel”. Ook BEL-pils wordt in de brouwerij gebrouwen. Daarnaast worden er de vier Maredsous-bieren gebrouwen. Na de inleiding volgde een bezoek aan de brouwerij zelf. We brachten een bezoek aan de mouterij en de brouwzaal. In deze laatste zaal wordt het gemalen mout gemengd met het brouwwater. Dit water wordt door Duvel gewonnen uit eigen bronnen. Daarna wordt door filtratie de draf gescheiden van de wort. Tijdens het koken wordt de hop toegevoegd. De vergisting is de volgende fase. Bij hoge gisting, “Duvel” is een bier van hoge gisting, wordt het substraat bij een temperatuur van 20 tot 26° C gedurende 4 tot 8 dagen gehouden. De gist komt dan bovendrijven op het jonge bier en vormt er een dikke schuimlaag. Na deze hoofdgisting volgt de lagering of rijpingsfase. Het bier wordt dan gekoeld tot 0° C en 3 weken in de lagertanks gehouden. Tijdens deze fase wordt de smaak van het bier evenwichtig. Het is in deze fase dat de rijping gecontroleerd wordt door labo-analyses en degustaties.
ANTWERPEN
Hergisting op de fles Het bier gaat dan naar de bottelarij maar verlaat daarna de brouwerij nog niet. “Duvel” is immers een bier dat hergist op de fles. Het
EKONOMIKA berichten | september 2003 | 21
ANTWERPEN bier wordt dan nog 10 dagen gestockeerd in een warme omgeving en 6 dagen in een koude omgeving. Daarna volgt de allerlaatste degustatie en krijgt het bier het groen licht om de brouwerij te verlaten. Tussen het begin van het brouwproces en het einde liggen ongeveer drie maanden. Dit is meteen een verklaring voor het feit dat “Duvel” duurder is dan andere bieren. De stockage moet immers ook betaald worden! Tijdens de rondleiding werd ons ook verteld dat de specialisten-proevers zeer moeilijk te vinden zijn. Het aantal mensen dat de juiste smaakpapillen bezit om bier op een neutrale en juiste manier te proeven is immer zeer dun gezaaid. Na de rondleiding kwamen we allemaal terug samen in de feestzaal. Daar werd ons getoond hoe je bier moest tappen. Je mag zeker niet
“melken” met het glas aan de tapkraan. Het bier moet eruit komen in één vloeiende beweging. Ook “Duvel” moet op een zeer specifieke manier ingeschonken worden. In de cafés waar men u een heldere, sprankelende “Duvel” voorzet, weten ze hoe het moet. Dan volgde datgene waar we op gewacht hadden. De gratis degustatie! Als toemaatje werd door de marketing-man van VLM-airlines, één van onze sponsors in Antwerpen, nog twee tickets Antwerpen-Londen verloot. Bij het zoeken naar het antwoord op de prijsvraag was er één onder ons die de zegeningen van de internetGSM ten volle benut heeft. De avond die in het teken stond van het oude product “bier” kreeg dan toch nog een hoogtechnologische afsluiting. Schol! Wouter VERHAVERBEKE
OOST-VLAANDEREN
WIE ZIJN WIJ, WAT DOEN WIJ? Ekonomika-Alumni Oost-Vlaanderen werd opgericht in 1991 en is hiermee de jongste regionale kern. Wij verenigen alle afgestudeerden die in OostVlaanderen wonen. Wij tellen een 350tal betalende leden, behorend tot alle leeftijdsgroepen en beroepskringen. Wij organiseren jaarlijks een 5-tal activiteiten van informatieve en/of sociale aard. Een greep uit de voorbije activiteiten: Recepties met als sprekers o.a. Guy Verhofstadt, Alfons Verplaetse, Jean Van Milders, Paul De Grauwe, Prof. Robert Van Driessche, Paul Wille, Paul Van Grembergen, … Bedrijfsbezoeken aan Filliers, Domo, Het Volk, DHL, Casino Oostende, het Nationaal Parlement, de nationale luchthaven van Zaventem, Ketels Direct Marketing, Open Bedrijvendag (Compo Benelux, Roularta Media Group, Sidmar), … Stadsbezoeken aan Oudenaarde, Gent, Dendermonde, Terneuzen, … Theater-, muziek- en musicalvoorstellingen in het NTG, de Minardschouwburg, de Opera van Gent, Cultureel Centrum De Werf in Aalst, Collegium Vocale in de Begijnhofkerk van Gent, …
Tentoonstelling “Parijs-Brussel”, … Cursus Franse streekwijnen, de Nieuwe Spelling, … een champagne-weekend te Reims, een Whisky degustatie, de Westerscheldetunnel, een boottocht op de Leie, een archeologisch evenement in Ename, wandeltocht in Mullem – Huise – Wannegem-Lede, de Nationale Verkiezingshow op de VRT, Verdronken land van Saeftinghe,... enz.
Iedereen is van harte welkom op onze bestuursvergaderingen of als medewerker aan een van onze activiteiten! Ekonomika Alumni Oost-Vlaanderen wil een ontmoetingsplaats zijn, een netwerk voor zijn leden, en dit via onze regionale activiteiten. Hopelijk wordt ook u (opnieuw) lid en draagt u zo bij tot een nog boeiender “afgestudeerdenleven” in onze provincie. Tot binnenkort?
EKONOMIKA berichten | septemner 2003 | 22
OOST-VLAANDEREN Het bestuur van Ekonomika-Alumni Oost-Vlaanderen staat in voor de organisatie en werking van onze kern: Michiel Taelman, voorzitter - Bert Van Holder, financiën - Ivan De Blezer, Patricia De Waele, Didier Devooght, Ludo Vandenabeele, oud-voorzitters - Jo Van der Linden - Peter Willaert. Wat deden we al dit jaar? 26.01.2003 Nieuwjaarsreceptie in Aalst met Prof. Dr. Verluyten over interculturele communicatie in het bedrijfsleven 30.03.2003 Huifkarrentocht in de Vlaamse Ardennen 22.06.2003 Golfinitiatie in Drongen
Michiel TAELMAN Voorzitter Ekonomika Oost-Vlaanderen
EKONOMIKA GEKRUISIGD Oplossing van pagina XX.
WEST-VLAANDEREN
SURFEN OP HET GOLFTORNOOI Een grote verbondenheid - dankzij de gemeenschappelijke roots - en een grote verscheidenheid - dankzij de uiteenlopende leeftijd van haar leden en diversiteit van activiteiten -, dat zijn ongetwijfeld de kenmerken van Ekonomika Alumni. Op 9 juni ll. werd hiervan andermaal blijk gegeven door de organisatie van een eerste golftornooi op de banen van Waregem Golf Club. Het initiatief kwam tot stand door toedoen van Johan Debuf en Jef Mariën, gesteund door onze golfdeskundige bij uitstek en tevens sponsor van het gebeuren, Renaldo Delabie. Een groot succes. En of het een groot succes werd: de veertig deelnemers - waaronder zelfs enkele niet-golfers – zorgden een spetterende dag. Ook omdat de weergoden Ekonomika goed gezind waren, konden de enthousiaste sportievelingen - van pas afgestudeerde twintigers tot geroutineerde zeventigers - genieten van een boeiende partij golf op de prachtige golfbanen van Waregem.
deelnemer 9 of 18 holes – de keuzemogelijkheid - te wachten. Aldus werd een boeiende en vermakelijke dag ingezet. Gezien het eerder beperkte deelnemersveld, opteerden de organisatoren voor de Texas Scramble-speelformule, waarbij alle deelnemers werden opgedeeld in groepjes van 3 golfspelers, spelend als één team; aan elk team werd een “putter” toegevoegd, een niet-golfer die de gelegenheid kreeg samen met de gevorderden mee de baan op te trekken, van afslag tot hole. De nieuwelingen kregen aldus een optimale gelegenheid om de beleving van de golfsport te ervaren, temeer omdat ze zelf ook mochten putten zodra de bal op de green was beland. De teams waren evenwichtig samengesteld en gekwoteerd op basis van hun gemiddelde handicap. De puntentelling gebeurde volgens het Stable Ford systeem, zodat elke groep evenwaardig kon opboksen tegen de concurrentie en in aanmerking kon komen voor de eindoverwinning.
Michaël Cauchie, Dieter Rogiers en Daan Mariën. Enkele minder fortuinlijken mochten een troostprijs in ontvangst nemen. Ook voorzitter Walter Herssens betoonde zijn steun door zijn aanwezigheid op de afsluitende barbecue en prijsuitreiking. Zijn woord van dank, mede met zijn steun aan het initiatief, weze een garantie voor herhaling ervan in de toekomst. Daar wij er inderdaad van overtuigd zijn dat nog heel wat meer Ekonomikaleden de golfsport beoefenen - naast diegenen die hun naam reeds meedeelden ter gelegenheid van deze eerste organisatie maken wij hier nogmaals melding van het e-mail-adres van Jef Mariën waarop geïnteresseerden zich nog kunnen aanmelden:
[email protected]. Dus, wilt U er bij zijn op het volgende Ekonomika-golftornooi, gelieve dan uw naam, adres, telefoonnummer, naam van de thuisclub en golfhandicap zonder verwijl mee te delen.
WEST-VLAANDEREN
Golf en après-golf. Reeds tijdens het onthaal-met-ontbijt vanaf 8 uur werden nieuwe Ekonomikabanden gesmeed of werd het weerzienna-vele-jaren druk bijgepraat. Dan volgde het ernstige werk en lagen voor ieder
Maakten deel uit van het winnend team over 18 holes: Luc Degreef, Renaldo Delabie en Vuylsteke André. Voor de 9 holes waren de winnaars: Wim Joos,
Deze nieuwe Ekonomika Alumni-activiteit heeft aangetoond dat een ontmoeting tussen min-dertigers en plus-zeventigers een extra dimensie biedt aan de samenhorigheid binnen Ekonomika. Vandaar dat dit evenement zeker voor herhaling vatbaar is. Ivan VANDE MAELE Voorzitter Ekonomika West-Vlaanderen
EKONOMIKA berichten | september 2003 | 23
Om 14u werd het tornooi afgesloten met een barbecue en de prijsuitreiking. Begiftigd met een gezegend golfweer konden deze plaats vinden in openlucht. Na een dankwoordje van Jef ging Renaldo over tot de bekendmaking der winnaars en de uitreiking der prijzen. Als sponsor overhandigde hij de onderscheiden gelauwerden persoonlijk enkele van zijn genoeglijke producten van eigen bodem: magnumflessen van de bieren Liefmans en Dentergems Witbier.
EKONOMIKA berichten | septemner 2003 | 24