BELGIË
BELGIË Spotlight op VET NL
Onderwijs en opleiding in cijfers Leerlingen van het hoger secundair onderwijs (ISCED 2011 niveau 3) die deelnemen aan algemene en beroepsprogramma’s % van alle studenten in het hoger secundair onderwijs, 2013
BEROEPSPROGRAMMA’S
ALGEMENE PROGRAMMA’S
100 80
29,8
39,8
40,6
51,5
52,5
57,0
56,2
60 40
86,4 70,2
60,2
59,4
20
48,5
47,5
43,8
43,0
EU-26
DE
UK
FR
13,6
0 BE
AT
IT
CY
NL
Meer informatie ■ Cedefop ReferNet Belgium (2015). VET in Europa: landenrapport België. http://libserver.cedefop.europa.eu/vetelib/2014/2014_CR_BE.pdf ■ Eurydice (2014). België (Vlaamse Gemeenschap): overzicht. In European Commission (ed.). Eurypedia. https://webgate.ec.europa.eu/fpfis/mwikis/eurydice/index.php/België-Vlaamse-gemeenschap:Overzicht ■ Eurydice (2014). België (Franse Gemeenschap): overzicht. In European Commission (ed.). Eurypedia. https://webgate.ec.europa.eu/fpfis/mwikis/eurydice/index.php/Belgique-Communaute-francaise:Aperçu_ des_principaux_éléments ■ Eurydice (2014). België (Duitstalige Gemeenschap): overzicht. In European Commission (ed.). Eurypedia. https://webgate.ec.europa.eu/fpfis/mwikis/eurydice/index.php/Belgien-DeutschsprachigeGemeinschaft:Überblick
NB: 48,5% is het voorlopig EU gemiddelde voor 2013 gebaseerd op de beschikbare gegevens (26 landen). Bron: Cedefop berekening gebaseerd op Eurostat, UOE gegevensverzameling over onderwijssystemen, extractiedatum 22.7.2015.
35 30 25 20
www.refernet.be
31,7
E&T 2020=15
15 10
18,3
5
17,8
15,8
10,7
0 DK
FR
NL
UK
EU-28
www.onderwijs.vlaanderen.be www.enseignement.be www.bildungsserver.be
25
www.actiris.be www.bruxellesformation.be www.vdab.be
In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (FG/VG) Openbare dienst voor arbeidsbemiddeling Beroepsopleidingsdiensten resp. voor Franstalige en Nederlandstalige cursisten
www.cocof.be/sfpme www.syntravlaanderen.be
Agentschappen die leertijd en ondernemersopleidingen aanbieden voor Franstalige of Nederlandstalige leerlingen
21,9
www.vdab.be www.syntravlaanderen.be
In Vlaanderen (VG) Openbare dienst voor arbeidsbemiddeling en beroepsopleiding Agentschap dat leertijd en ondernemersopleidingen aanbiedt
ES
www.adg.be www.iawm.be
In de Duitstalige gemeenschap (DG) Overheidsdienst voor arbeidsbemiddeling en beroepsopleiding Agentschap dat leertijd en ondernemersopleidingen aanbiedt
1,8
DE
BE
BG
2020 NATIONAAL STREEFCIJFER
20 15,0
15
EUROPE 2020=10 8,0
10 5 0
10,0
9,5
10,0
9,5
4,0 8,7
2,7
HR
NL
9,5
9,0
FR
DE
9,8
11,2
BE
10,0
11,8
EU-28
UK
NB: breuk in de tijdreeks voor alle landen; lage betrouwbaarheid voor HR; de definitie voor het nationale streefcijfer verschilt in DE, NL en ES. Bron: Eurostat Enquête naar de beroepsbevolking, extractiedatum 22.7.2015.
VET
% werknemers (24-65) met een middelbare opleiding (ISCED 3-4) dat een diploma van een beroepsopleiding heeft en % werknemers waarvoor de hoogst voltooide opleiding werkplekleren omvatte, (2014)
Ministeries van Onderwijs
In de Wallonië (FG) Openbare dienst voor arbeidsbemiddeling en beroepsopleiding Agentschap dat leertijd en ondernemersopleidingen aanbiedt
7,1
Bron: Eurostat, Eurostat Enquête naar de beroepsbevolking, extractiedatum 22.7.2015.
Vroegtijdige onderwijsen opleidingsuitval % vroegtijdige onderwijsen opleidingsuitval, 2014
(VG) (FG) (DG)
www.leforem.be www.ifapme.be
7,9
2014
ReferNet België nationale website
8091 NL – TI-02-15-928-NL-N – doi:10.2801/712024
Levenslang leren % van de bevolking tussen 25 en 64 dat deelneemt aan opleidingen en onderwijs, in de vier weken die voorafgingen aan het onderzoek, 2014
Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding
Deze Spotlight is gebaseerd op de input van ReferNet België.
Werkplekleren
100 80
EU-28 GEMIDDELDE =70
89 72
60
67
62
60
82
EU-28 GEMIDDELDE =46
57
Europe 123, 570 01 Thessaloniki (Pylea), GRIEKENLAND PO Box 22427, 551 02 Thessaloniki, GRIEKENLAND Tél. +30 2310490111, Fax +30 2310490020, E-mail:
[email protected]
40 35
20 0
30
27 18
DE
NL
PT
FR
BE
UK
DE
NL
UK
FR
BE
7
PT
NB: Beroepsopleiding: Respondenten typeerden hun hoogst voltooide opleiding als een beroepsopleiding; Werkplekleren: De opleiding bevatte een vorm van werkplekleren (bijvoorbeeld duaal leren, stage, of een andere vorm van werkplekleren). Bron: Cedefop Europese skills en jobs enquête, 2014.
Spotlight op VET
Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding
© Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding (Cedefop), 2015 Alle rechten voorbehouden.
www.cedefop.europa.eu
978-92-896-1985-1
BELGIË 2015
BELGIË
Spotlight op VET
VET-systemen omvatten leerplichtonderwijs, hoger onderwijs, volwassenenonderwijs, afwisselend leren en werken en beroepsopleidingen die overheidsdiensten organiseren voor werkzoekenden, werknemers en ondernemers. Deze systemen worden opgezet door de drie gemeenschappen voor het onderwijs en de gewesten voor beroepsopleiding en werkgelegenheid. • De leerplicht geldt voor leerlingen en studenten van 6 tot 18 jaar oud. Er zijn VET-trajecten voor leerlingen van 14 en ouder. Deze hebben de vorm van secundaire technische of beroepsopleidingsprogramma’s. Het secundair technisch onderwijs bereidt studenten voor op erkende opleidingen en/of technische opleidingen op hoog niveau, en om een diploma secundair onderwijs te halen. Het secundair beroepsonderwijs legt de klemtoon op de praktijk, om de leerlingen voor te bereiden op de arbeidsmarkt. Beide types programma’s leiden tot een kwalificatiegetuigschrift (na het zesde jaar) of een Diploma Secundair Onderwijs.In het secundair beroepsonderwijs moet men om dit diploma te halen met succes een zevende jaar hebben voltooid. • Leerlingen van 15 en ouder kunnen ook kiezen voor deeltijdse programma’s met afwisselend leren en werken. Deze worden georganiseerd door scholen of door opleidingscentra van de overheid. Het eerste type werkgebaseerd leren wordt georganiseerd door centra (scholen) voor deeltijds onderwijs. In deze programma’s volgen de leerlingen twee dagen per week algemene en technische lessen op school en werken ze de andere drie dagen in een bedrijf. Het tweede type werkgebaseerd leren betreft leercontracten en ondernemingsopleidingen die worden beheerd door:
Beroepsopleidingen die door de overheid worden aangeboden, leiden tot gedeeltelijke of volledige kwalificaties of houden verband met specifieke onderwerpen, zoals een taal leren. Deze worden aangeboden door: • VDAB (Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding) in Vlaanderen en Brussel; • FOREM (Office Wallon de l’emploi et de la formation) in Wallonië; • Bruxelles Formation (Institut bruxellois de la formation professionnelle) in Brussel; • ADG (Arbeitsamt der DG) in de Duitstalige gemeenschap. De opleidingen worden door hun eigen diensten georganiseerd of in samenwerking met openbare of private onderwijs- en beroepsopleidingscentra, al dan niet met subsidies.
VOLWASSENENONDERWIJS (buiten het onderwijssysteem)
TERTIAIR NIVEAU
Openbare diensten voor arbeidsbemiddeling / opleidingen
ISCED 7
– Syntra Vlaanderen (Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming) in de VG; – IFAPME (Institut wallon de Formation en Alternance et des indépendants et Petites et Moyennes entreprises) in Wallonië; – SFPME (Service Formation pour les Petites et Moyennes Entreprises) in Brussel; – IAWM (Institut für Aus- und Weiterbildung im Mittelstand und in kleinen und mittleren Unternehmen) in de DG. In deze programma’s verwerven de cursisten algemene en beroepsgebonden kennis en praktische vaardigheden in het opleidingscentrum gedurende één tot anderhalve dag en worden ze de rest van de week opgeleid in een bedrijf. Het systeem is bedoeld om vakbekwame werknemers op te leiden en bereidt voor op de uitoefening van een beroep als zelfstandige. Na hun achttiende hebben de leerlingen toegang tot ondernemersprogramma’s. • Vanaf 18 hebben de jongeren een ruime keuze uit programma’s die worden aangeboden door het onderwijssysteem en door openbare en private aanbieders van onderwijs en beroepsopleidingen. Om verdere hogere vakgerichte, technische of academische opleidingen te volgen, is echter een Diploma Secundair Onderwijs nodig. Wie dit diploma niet haalde, kan volwassenenonderwijs volgen dat ook leidt tot secundaire onderwijskwalificaties, maar in sommige gevallen ook tot hogere vakkwalificaties op bepaalde gebieden (meestal bachelorniveau in de FG of een graduaat HBO5 in de VG).
Post graduaat specia-lisatie, 2 jaar
België is een federale staat die bestaat uit drie Gewesten (Vlaanderen, Wallonië en Brussel) en drie gemeenschappen (de Vlaamse Gemeenschap – VG, de Franse Gemeenschap – FG en de Duitstalige Gemeenschap – DG). Hoewel verschillende autoriteiten verantwoordelijk zijn voor onderwijs en opleiding en er tal van uiteenlopende onderwijs- en opleidingssystemen zijn, is er toch samenhang in het politieke beleid. Dit moet, zoals in het Nationaal Hervormingsprogramma 2014 is bepaald, voortijdige onderwijs- en opleidingsuitval terugdringen, de deelnemingspercentages in levenslang leren verhogen, de kwalificaties optrekken en opwaarderen en ongelijkheden in elk Gewest verminderen. De beleidslijnen in beroepsopleiding en -onderwijs (VET) betrekken er op alle niveaus nauw de sociale partners bij, in een traditie van sociale dialoog.
VET in de Belgische onderwijs- en opleidingssystemen
Doctoraats-progr., 3 jaar ISCED 8
Beroepsopleiding en -onderwijs in België
ISCED 2, 3, 4
Master-programma's, 1-2 jaar
Door de overheid gesubsidieerde opleiding voor werklozen en andere kwetsbare groepen
CVET voor werknemers (sectorale opleidingsfondsen)
Opleidingen voor zelfstandigen ISCED 3, 4
ISCED 7
POST-SECUNDAIR NIVEAU
18+ 12+
Bachelorprogramma's, 3 jaar
Professionele bachelor- progr., 3 jaar
Diploma korte cyclus, 2 jaar
ISCED 6
ISCED 6
ISCED 5
Post-secundaire progr. (•),1-3 jaar
Vervolgprogramma Techn. & Beroepsonderwijs follow-up programma's, 1 jaar ISCED 4
ISCED 4
Progr. voor toegang tot het HO ISCED 3
18
12
17
11
Algemene progr. (Kunst en Techn. inb. in de FG), 2 jaar
Technische programma's + Kunst (VG), 2 jaar
ISCED 3
ISCED 3
Beroepsger. progr/deeltijds leren inbegr., 60% WBL, 2 jaar ISCED 3
Volwassenenenonderwijs Programma's (15+ en 18+)
Leertijd, 80% WBL, 2-3 jaar
16
10
15
9
Algemene progr. (Kunst en Techn. inb. in de FG), 2 jaar ISCED 3
14
8
13
7
Technische programma's + Kunst (VG), 2 jaar ISCED 3
Beroepsger. progr/deeltijds leren inbegr., 60% WBL (vanaf 15 jaar), 2 jaar ISCED 3
Eerste graad secundair onderwijs, 2 jaar
ISCED 2-5 (BEFL) ISCED 2-7 (BEFR)
ISCED 3
VET voor leerlingen met bijzondere onderwijs beho (12-18), 2 jaar
ISCED 2
ISCED 2-3
LEEFTIJD
SECUNDAIR NIVEAU
JAREN IN O&O
Algemene onderwijsprogramma's
Toegang verlenend tot tertiair onderwijs
VET-programma's
Mogelijke voortgangstrajecten Einde leerplicht
Programma's die VET en algemeen onderwijs combineren
Ingang via de validatie van voorafgaande leertijd in het volwassenenonderwijs (formeel/informeel/niet-formeel)
Ook beschikbaar voor volwassenen (vol- of deeltijds of op afstand) Officieel erkende beroepskwalificaties
(•)
Met inbegrip van programma's om verpleegkundige te worden
Kwalificaties die toegang geven tot het volgende onderwijsniveau
WBL
De opleiding bevatte een vorm van werkplekleren (bijvoorbeeld duaal leren, stage, of een andere vorm van werkplekleren)
NB: ISCED-P 2011, alleen het eerste cijfer (niveau) wordt vermeld, aangezien deze figuur een vereenvoudigde weergave is van VET in de drie regio's. Bron: Cedefop en ReferNet België
De typische kenmerken van VET
Uitdagingen en beleidsmatige antwoorden
Door de institutionele structuur van de gewesten en taalgemeenschappen en de politieke verantwoordelijkheden van elke entiteit, is het beleid voor beroepsopleiding en -onderwijs (VET) van de Belgische autoriteiten op het volgende gebaseerd: • het onderwijs tot de leeftijd van 18 bestaat uit een systeem van schoolnetwerken (openbaar, privé, confessioneel of niet-confessioneel), met een gemeenschappelijke algemene doelstelling (bepaald door minimale einddoelen), met gemeenschappelijke beroepsprofielen en gemeenschappelijke VET-normen. Toch hebben ze daarnaast ook een zekere autonomie. Dit leidt tot de vrijheid van onderwijs en stimuleert de vrije onderwijskeuze van ouders, studenten en leerlingen; • de strategieën, beleidslijnen en alle maatregelen voor werkgelegenheid en VET worden onderhandeld met de sociale partners en de uitkomsten krijgen een formele vorm in interprofessionele akkoorden. De sociale partners zijn rechtstreeks betrokken bij de organisatie van programma’s voor afwisselend leren en werken en doorlopende vakopleidingen, met kaderakkoorden; • door het verschil in de sociaal-economische situaties in de gewesten hebben Vlaanderen, Wallonië en de Duitstalige gemeenschap en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ook verschillende doelstellingen en prioriteiten. Deze krijgen dan formeel vorm in regeringsverklaringen die bijvoorbeeld gaan over talen leren, nieuwe technologieën, duurzame werkgelegenheid, vorming voor jongeren of het afstemmen van de werkkrachten op de behoeften van de arbeidsmarkt.
• Hoewel de deelname aan het onderwijs in België in de laatste twee decennia toenam, blijft de kwestie van voortijdige school- en opleidingsuitval belangrijk. Het gaat tenslotte om 11% van de leerlingen op nationale schaal, en zelfs tot 20% in Brussel. Om dit aan te pakken, worden de banden tussen onderwijs, de arbeidsmarkt en de beroepsopleidingen voortdurend nauwer aangetrokken. • Omdat er les wordt gegeven in drie talen en ook door de migratiestromen, die België de status van een ‘gastland’ geven, blijft de kennis van de taal waarin de programma’s worden aangeboden een basisuitdaging in alle gewesten, met name in Brussel, om de nieuwkomers beter te kunnen integreren. • De deelname aan levenslang leren blijft laag in België. Er werden inspanningen geleverd voor de uitbreiding van het volwassenenonderwijs, de alfabetiseringsgraad, het leren van talen en nieuwe technologieprogramma’s. Daarnaast moeten de uitgestippelde beleidslijnen de synergie tussen de wereld van het werk en van het onderwijs bevorderen, naast meer betrokkenheid van bedrijven om te voldoen aan hun verplichting om 1,9% van de loonkosten te besteden aan de ondersteuning van programma’s voor levenslang leren. • De hogere mobiliteit van de werkpopulatie is een gedeelde prioriteit in alle Gewesten. Intergewestelijke akkoorden ondersteunen de geografische mobiliteit van individuen, meer kennis van de landstalen en complementariteit tussen operatoren. • Het bestrijden van jeugdwerkloosheid staat hoog op de agenda van beleidsmakers. Naar het voorbeeld van de Duitstalige gemeenschap is verder ontwikkelen van opleidingsprogramma’s om werken en leren af te wisselen, een prioriteit geworden in alle gewesten en gemeenschappen. Om het werkgebaseerd leren uit te breiden, is het nodig om dit leertraject meer te promoten en het aan te passen zodat het meer zou gebruikt worden in het hoger onderwijs (professionele bachelordiploma’s).
Om de mobiliteit binnen VET-systemen te bevorderen, werden mechanismen voor het valideren van vaardigheden en competenties ingevoerd, net als gemeenschappelijke beroepsprofielen en gemeenschappelijke VET-normen die door alle aanbieders van beroepsopleiding en -onderwijs worden nageleefd. Het eerste mechanisme biedt individuen de kans om niet-formele en informele vaardigheden en competenties die ze tijdens hun loopbaan verwierven, te laten valideren en erkennen. Daarom staan ze allebei borg voor vlotte overstappen tussen de VET-systemen, wat flexibiliteit mogelijk maakt in de keuze van carrière- of opleidingstrajecten.
BELGIË
Spotlight op VET
VET-systemen omvatten leerplichtonderwijs, hoger onderwijs, volwassenenonderwijs, afwisselend leren en werken en beroepsopleidingen die overheidsdiensten organiseren voor werkzoekenden, werknemers en ondernemers. Deze systemen worden opgezet door de drie gemeenschappen voor het onderwijs en de gewesten voor beroepsopleiding en werkgelegenheid. • De leerplicht geldt voor leerlingen en studenten van 6 tot 18 jaar oud. Er zijn VET-trajecten voor leerlingen van 14 en ouder. Deze hebben de vorm van secundaire technische of beroepsopleidingsprogramma’s. Het secundair technisch onderwijs bereidt studenten voor op erkende opleidingen en/of technische opleidingen op hoog niveau, en om een diploma secundair onderwijs te halen. Het secundair beroepsonderwijs legt de klemtoon op de praktijk, om de leerlingen voor te bereiden op de arbeidsmarkt. Beide types programma’s leiden tot een kwalificatiegetuigschrift (na het zesde jaar) of een Diploma Secundair Onderwijs.In het secundair beroepsonderwijs moet men om dit diploma te halen met succes een zevende jaar hebben voltooid. • Leerlingen van 15 en ouder kunnen ook kiezen voor deeltijdse programma’s met afwisselend leren en werken. Deze worden georganiseerd door scholen of door opleidingscentra van de overheid. Het eerste type werkgebaseerd leren wordt georganiseerd door centra (scholen) voor deeltijds onderwijs. In deze programma’s volgen de leerlingen twee dagen per week algemene en technische lessen op school en werken ze de andere drie dagen in een bedrijf. Het tweede type werkgebaseerd leren betreft leercontracten en ondernemingsopleidingen die worden beheerd door:
Beroepsopleidingen die door de overheid worden aangeboden, leiden tot gedeeltelijke of volledige kwalificaties of houden verband met specifieke onderwerpen, zoals een taal leren. Deze worden aangeboden door: • VDAB (Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding) in Vlaanderen en Brussel; • FOREM (Office Wallon de l’emploi et de la formation) in Wallonië; • Bruxelles Formation (Institut bruxellois de la formation professionnelle) in Brussel; • ADG (Arbeitsamt der DG) in de Duitstalige gemeenschap. De opleidingen worden door hun eigen diensten georganiseerd of in samenwerking met openbare of private onderwijs- en beroepsopleidingscentra, al dan niet met subsidies.
VOLWASSENENONDERWIJS (buiten het onderwijssysteem)
TERTIAIR NIVEAU
Openbare diensten voor arbeidsbemiddeling / opleidingen
ISCED 7
– Syntra Vlaanderen (Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming) in de VG; – IFAPME (Institut wallon de Formation en Alternance et des indépendants et Petites et Moyennes entreprises) in Wallonië; – SFPME (Service Formation pour les Petites et Moyennes Entreprises) in Brussel; – IAWM (Institut für Aus- und Weiterbildung im Mittelstand und in kleinen und mittleren Unternehmen) in de DG. In deze programma’s verwerven de cursisten algemene en beroepsgebonden kennis en praktische vaardigheden in het opleidingscentrum gedurende één tot anderhalve dag en worden ze de rest van de week opgeleid in een bedrijf. Het systeem is bedoeld om vakbekwame werknemers op te leiden en bereidt voor op de uitoefening van een beroep als zelfstandige. Na hun achttiende hebben de leerlingen toegang tot ondernemersprogramma’s. • Vanaf 18 hebben de jongeren een ruime keuze uit programma’s die worden aangeboden door het onderwijssysteem en door openbare en private aanbieders van onderwijs en beroepsopleidingen. Om verdere hogere vakgerichte, technische of academische opleidingen te volgen, is echter een Diploma Secundair Onderwijs nodig. Wie dit diploma niet haalde, kan volwassenenonderwijs volgen dat ook leidt tot secundaire onderwijskwalificaties, maar in sommige gevallen ook tot hogere vakkwalificaties op bepaalde gebieden (meestal bachelorniveau in de FG of een graduaat HBO5 in de VG).
Post graduaat specia-lisatie, 2 jaar
België is een federale staat die bestaat uit drie Gewesten (Vlaanderen, Wallonië en Brussel) en drie gemeenschappen (de Vlaamse Gemeenschap – VG, de Franse Gemeenschap – FG en de Duitstalige Gemeenschap – DG). Hoewel verschillende autoriteiten verantwoordelijk zijn voor onderwijs en opleiding en er tal van uiteenlopende onderwijs- en opleidingssystemen zijn, is er toch samenhang in het politieke beleid. Dit moet, zoals in het Nationaal Hervormingsprogramma 2014 is bepaald, voortijdige onderwijs- en opleidingsuitval terugdringen, de deelnemingspercentages in levenslang leren verhogen, de kwalificaties optrekken en opwaarderen en ongelijkheden in elk Gewest verminderen. De beleidslijnen in beroepsopleiding en -onderwijs (VET) betrekken er op alle niveaus nauw de sociale partners bij, in een traditie van sociale dialoog.
VET in de Belgische onderwijs- en opleidingssystemen
Doctoraats-progr., 3 jaar ISCED 8
Beroepsopleiding en -onderwijs in België
ISCED 2, 3, 4
Master-programma's, 1-2 jaar
Door de overheid gesubsidieerde opleiding voor werklozen en andere kwetsbare groepen
CVET voor werknemers (sectorale opleidingsfondsen)
Opleidingen voor zelfstandigen ISCED 3, 4
ISCED 7
POST-SECUNDAIR NIVEAU
18+ 12+
Bachelorprogramma's, 3 jaar
Professionele bachelor- progr., 3 jaar
Diploma korte cyclus, 2 jaar
ISCED 6
ISCED 6
ISCED 5
Post-secundaire progr. (•),1-3 jaar
Vervolgprogramma Techn. & Beroepsonderwijs follow-up programma's, 1 jaar ISCED 4
ISCED 4
Progr. voor toegang tot het HO ISCED 3
18
12
17
11
Algemene progr. (Kunst en Techn. inb. in de FG), 2 jaar
Technische programma's + Kunst (VG), 2 jaar
ISCED 3
ISCED 3
Beroepsger. progr/deeltijds leren inbegr., 60% WBL, 2 jaar ISCED 3
Volwassenenenonderwijs Programma's (15+ en 18+)
Leertijd, 80% WBL, 2-3 jaar
16
10
15
9
Algemene progr. (Kunst en Techn. inb. in de FG), 2 jaar ISCED 3
14
8
13
7
Technische programma's + Kunst (VG), 2 jaar ISCED 3
Beroepsger. progr/deeltijds leren inbegr., 60% WBL (vanaf 15 jaar), 2 jaar ISCED 3
Eerste graad secundair onderwijs, 2 jaar
ISCED 2-5 (BEFL) ISCED 2-7 (BEFR)
ISCED 3
VET voor leerlingen met bijzondere onderwijs beho (12-18), 2 jaar
ISCED 2
ISCED 2-3
LEEFTIJD
SECUNDAIR NIVEAU
JAREN IN O&O
Algemene onderwijsprogramma's
Toegang verlenend tot tertiair onderwijs
VET-programma's
Mogelijke voortgangstrajecten Einde leerplicht
Programma's die VET en algemeen onderwijs combineren
Ingang via de validatie van voorafgaande leertijd in het volwassenenonderwijs (formeel/informeel/niet-formeel)
Ook beschikbaar voor volwassenen (vol- of deeltijds of op afstand) Officieel erkende beroepskwalificaties
(•)
Met inbegrip van programma's om verpleegkundige te worden
Kwalificaties die toegang geven tot het volgende onderwijsniveau
WBL
De opleiding bevatte een vorm van werkplekleren (bijvoorbeeld duaal leren, stage, of een andere vorm van werkplekleren)
NB: ISCED-P 2011, alleen het eerste cijfer (niveau) wordt vermeld, aangezien deze figuur een vereenvoudigde weergave is van VET in de drie regio's. Bron: Cedefop en ReferNet België
De typische kenmerken van VET
Uitdagingen en beleidsmatige antwoorden
Door de institutionele structuur van de gewesten en taalgemeenschappen en de politieke verantwoordelijkheden van elke entiteit, is het beleid voor beroepsopleiding en -onderwijs (VET) van de Belgische autoriteiten op het volgende gebaseerd: • het onderwijs tot de leeftijd van 18 bestaat uit een systeem van schoolnetwerken (openbaar, privé, confessioneel of niet-confessioneel), met een gemeenschappelijke algemene doelstelling (bepaald door minimale einddoelen), met gemeenschappelijke beroepsprofielen en gemeenschappelijke VET-normen. Toch hebben ze daarnaast ook een zekere autonomie. Dit leidt tot de vrijheid van onderwijs en stimuleert de vrije onderwijskeuze van ouders, studenten en leerlingen; • de strategieën, beleidslijnen en alle maatregelen voor werkgelegenheid en VET worden onderhandeld met de sociale partners en de uitkomsten krijgen een formele vorm in interprofessionele akkoorden. De sociale partners zijn rechtstreeks betrokken bij de organisatie van programma’s voor afwisselend leren en werken en doorlopende vakopleidingen, met kaderakkoorden; • door het verschil in de sociaal-economische situaties in de gewesten hebben Vlaanderen, Wallonië en de Duitstalige gemeenschap en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ook verschillende doelstellingen en prioriteiten. Deze krijgen dan formeel vorm in regeringsverklaringen die bijvoorbeeld gaan over talen leren, nieuwe technologieën, duurzame werkgelegenheid, vorming voor jongeren of het afstemmen van de werkkrachten op de behoeften van de arbeidsmarkt.
• Hoewel de deelname aan het onderwijs in België in de laatste twee decennia toenam, blijft de kwestie van voortijdige school- en opleidingsuitval belangrijk. Het gaat tenslotte om 11% van de leerlingen op nationale schaal, en zelfs tot 20% in Brussel. Om dit aan te pakken, worden de banden tussen onderwijs, de arbeidsmarkt en de beroepsopleidingen voortdurend nauwer aangetrokken. • Omdat er les wordt gegeven in drie talen en ook door de migratiestromen, die België de status van een ‘gastland’ geven, blijft de kennis van de taal waarin de programma’s worden aangeboden een basisuitdaging in alle gewesten, met name in Brussel, om de nieuwkomers beter te kunnen integreren. • De deelname aan levenslang leren blijft laag in België. Er werden inspanningen geleverd voor de uitbreiding van het volwassenenonderwijs, de alfabetiseringsgraad, het leren van talen en nieuwe technologieprogramma’s. Daarnaast moeten de uitgestippelde beleidslijnen de synergie tussen de wereld van het werk en van het onderwijs bevorderen, naast meer betrokkenheid van bedrijven om te voldoen aan hun verplichting om 1,9% van de loonkosten te besteden aan de ondersteuning van programma’s voor levenslang leren. • De hogere mobiliteit van de werkpopulatie is een gedeelde prioriteit in alle Gewesten. Intergewestelijke akkoorden ondersteunen de geografische mobiliteit van individuen, meer kennis van de landstalen en complementariteit tussen operatoren. • Het bestrijden van jeugdwerkloosheid staat hoog op de agenda van beleidsmakers. Naar het voorbeeld van de Duitstalige gemeenschap is verder ontwikkelen van opleidingsprogramma’s om werken en leren af te wisselen, een prioriteit geworden in alle gewesten en gemeenschappen. Om het werkgebaseerd leren uit te breiden, is het nodig om dit leertraject meer te promoten en het aan te passen zodat het meer zou gebruikt worden in het hoger onderwijs (professionele bachelordiploma’s).
Om de mobiliteit binnen VET-systemen te bevorderen, werden mechanismen voor het valideren van vaardigheden en competenties ingevoerd, net als gemeenschappelijke beroepsprofielen en gemeenschappelijke VET-normen die door alle aanbieders van beroepsopleiding en -onderwijs worden nageleefd. Het eerste mechanisme biedt individuen de kans om niet-formele en informele vaardigheden en competenties die ze tijdens hun loopbaan verwierven, te laten valideren en erkennen. Daarom staan ze allebei borg voor vlotte overstappen tussen de VET-systemen, wat flexibiliteit mogelijk maakt in de keuze van carrière- of opleidingstrajecten.
BELGIË
Spotlight op VET
VET-systemen omvatten leerplichtonderwijs, hoger onderwijs, volwassenenonderwijs, afwisselend leren en werken en beroepsopleidingen die overheidsdiensten organiseren voor werkzoekenden, werknemers en ondernemers. Deze systemen worden opgezet door de drie gemeenschappen voor het onderwijs en de gewesten voor beroepsopleiding en werkgelegenheid. • De leerplicht geldt voor leerlingen en studenten van 6 tot 18 jaar oud. Er zijn VET-trajecten voor leerlingen van 14 en ouder. Deze hebben de vorm van secundaire technische of beroepsopleidingsprogramma’s. Het secundair technisch onderwijs bereidt studenten voor op erkende opleidingen en/of technische opleidingen op hoog niveau, en om een diploma secundair onderwijs te halen. Het secundair beroepsonderwijs legt de klemtoon op de praktijk, om de leerlingen voor te bereiden op de arbeidsmarkt. Beide types programma’s leiden tot een kwalificatiegetuigschrift (na het zesde jaar) of een Diploma Secundair Onderwijs.In het secundair beroepsonderwijs moet men om dit diploma te halen met succes een zevende jaar hebben voltooid. • Leerlingen van 15 en ouder kunnen ook kiezen voor deeltijdse programma’s met afwisselend leren en werken. Deze worden georganiseerd door scholen of door opleidingscentra van de overheid. Het eerste type werkgebaseerd leren wordt georganiseerd door centra (scholen) voor deeltijds onderwijs. In deze programma’s volgen de leerlingen twee dagen per week algemene en technische lessen op school en werken ze de andere drie dagen in een bedrijf. Het tweede type werkgebaseerd leren betreft leercontracten en ondernemingsopleidingen die worden beheerd door:
Beroepsopleidingen die door de overheid worden aangeboden, leiden tot gedeeltelijke of volledige kwalificaties of houden verband met specifieke onderwerpen, zoals een taal leren. Deze worden aangeboden door: • VDAB (Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding) in Vlaanderen en Brussel; • FOREM (Office Wallon de l’emploi et de la formation) in Wallonië; • Bruxelles Formation (Institut bruxellois de la formation professionnelle) in Brussel; • ADG (Arbeitsamt der DG) in de Duitstalige gemeenschap. De opleidingen worden door hun eigen diensten georganiseerd of in samenwerking met openbare of private onderwijs- en beroepsopleidingscentra, al dan niet met subsidies.
VOLWASSENENONDERWIJS (buiten het onderwijssysteem)
TERTIAIR NIVEAU
Openbare diensten voor arbeidsbemiddeling / opleidingen
ISCED 7
– Syntra Vlaanderen (Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming) in de VG; – IFAPME (Institut wallon de Formation en Alternance et des indépendants et Petites et Moyennes entreprises) in Wallonië; – SFPME (Service Formation pour les Petites et Moyennes Entreprises) in Brussel; – IAWM (Institut für Aus- und Weiterbildung im Mittelstand und in kleinen und mittleren Unternehmen) in de DG. In deze programma’s verwerven de cursisten algemene en beroepsgebonden kennis en praktische vaardigheden in het opleidingscentrum gedurende één tot anderhalve dag en worden ze de rest van de week opgeleid in een bedrijf. Het systeem is bedoeld om vakbekwame werknemers op te leiden en bereidt voor op de uitoefening van een beroep als zelfstandige. Na hun achttiende hebben de leerlingen toegang tot ondernemersprogramma’s. • Vanaf 18 hebben de jongeren een ruime keuze uit programma’s die worden aangeboden door het onderwijssysteem en door openbare en private aanbieders van onderwijs en beroepsopleidingen. Om verdere hogere vakgerichte, technische of academische opleidingen te volgen, is echter een Diploma Secundair Onderwijs nodig. Wie dit diploma niet haalde, kan volwassenenonderwijs volgen dat ook leidt tot secundaire onderwijskwalificaties, maar in sommige gevallen ook tot hogere vakkwalificaties op bepaalde gebieden (meestal bachelorniveau in de FG of een graduaat HBO5 in de VG).
Post graduaat specia-lisatie, 2 jaar
België is een federale staat die bestaat uit drie Gewesten (Vlaanderen, Wallonië en Brussel) en drie gemeenschappen (de Vlaamse Gemeenschap – VG, de Franse Gemeenschap – FG en de Duitstalige Gemeenschap – DG). Hoewel verschillende autoriteiten verantwoordelijk zijn voor onderwijs en opleiding en er tal van uiteenlopende onderwijs- en opleidingssystemen zijn, is er toch samenhang in het politieke beleid. Dit moet, zoals in het Nationaal Hervormingsprogramma 2014 is bepaald, voortijdige onderwijs- en opleidingsuitval terugdringen, de deelnemingspercentages in levenslang leren verhogen, de kwalificaties optrekken en opwaarderen en ongelijkheden in elk Gewest verminderen. De beleidslijnen in beroepsopleiding en -onderwijs (VET) betrekken er op alle niveaus nauw de sociale partners bij, in een traditie van sociale dialoog.
VET in de Belgische onderwijs- en opleidingssystemen
Doctoraats-progr., 3 jaar ISCED 8
Beroepsopleiding en -onderwijs in België
ISCED 2, 3, 4
Master-programma's, 1-2 jaar
Door de overheid gesubsidieerde opleiding voor werklozen en andere kwetsbare groepen
CVET voor werknemers (sectorale opleidingsfondsen)
Opleidingen voor zelfstandigen ISCED 3, 4
ISCED 7
POST-SECUNDAIR NIVEAU
18+ 12+
Bachelorprogramma's, 3 jaar
Professionele bachelor- progr., 3 jaar
Diploma korte cyclus, 2 jaar
ISCED 6
ISCED 6
ISCED 5
Post-secundaire progr. (•),1-3 jaar
Vervolgprogramma Techn. & Beroepsonderwijs follow-up programma's, 1 jaar ISCED 4
ISCED 4
Progr. voor toegang tot het HO ISCED 3
18
12
17
11
Algemene progr. (Kunst en Techn. inb. in de FG), 2 jaar
Technische programma's + Kunst (VG), 2 jaar
ISCED 3
ISCED 3
Beroepsger. progr/deeltijds leren inbegr., 60% WBL, 2 jaar ISCED 3
Volwassenenenonderwijs Programma's (15+ en 18+)
Leertijd, 80% WBL, 2-3 jaar
16
10
15
9
Algemene progr. (Kunst en Techn. inb. in de FG), 2 jaar ISCED 3
14
8
13
7
Technische programma's + Kunst (VG), 2 jaar ISCED 3
Beroepsger. progr/deeltijds leren inbegr., 60% WBL (vanaf 15 jaar), 2 jaar ISCED 3
Eerste graad secundair onderwijs, 2 jaar
ISCED 2-5 (BEFL) ISCED 2-7 (BEFR)
ISCED 3
VET voor leerlingen met bijzondere onderwijs beho (12-18), 2 jaar
ISCED 2
ISCED 2-3
LEEFTIJD
SECUNDAIR NIVEAU
JAREN IN O&O
Algemene onderwijsprogramma's
Toegang verlenend tot tertiair onderwijs
VET-programma's
Mogelijke voortgangstrajecten Einde leerplicht
Programma's die VET en algemeen onderwijs combineren
Ingang via de validatie van voorafgaande leertijd in het volwassenenonderwijs (formeel/informeel/niet-formeel)
Ook beschikbaar voor volwassenen (vol- of deeltijds of op afstand) Officieel erkende beroepskwalificaties
(•)
Met inbegrip van programma's om verpleegkundige te worden
Kwalificaties die toegang geven tot het volgende onderwijsniveau
WBL
De opleiding bevatte een vorm van werkplekleren (bijvoorbeeld duaal leren, stage, of een andere vorm van werkplekleren)
NB: ISCED-P 2011, alleen het eerste cijfer (niveau) wordt vermeld, aangezien deze figuur een vereenvoudigde weergave is van VET in de drie regio's. Bron: Cedefop en ReferNet België
De typische kenmerken van VET
Uitdagingen en beleidsmatige antwoorden
Door de institutionele structuur van de gewesten en taalgemeenschappen en de politieke verantwoordelijkheden van elke entiteit, is het beleid voor beroepsopleiding en -onderwijs (VET) van de Belgische autoriteiten op het volgende gebaseerd: • het onderwijs tot de leeftijd van 18 bestaat uit een systeem van schoolnetwerken (openbaar, privé, confessioneel of niet-confessioneel), met een gemeenschappelijke algemene doelstelling (bepaald door minimale einddoelen), met gemeenschappelijke beroepsprofielen en gemeenschappelijke VET-normen. Toch hebben ze daarnaast ook een zekere autonomie. Dit leidt tot de vrijheid van onderwijs en stimuleert de vrije onderwijskeuze van ouders, studenten en leerlingen; • de strategieën, beleidslijnen en alle maatregelen voor werkgelegenheid en VET worden onderhandeld met de sociale partners en de uitkomsten krijgen een formele vorm in interprofessionele akkoorden. De sociale partners zijn rechtstreeks betrokken bij de organisatie van programma’s voor afwisselend leren en werken en doorlopende vakopleidingen, met kaderakkoorden; • door het verschil in de sociaal-economische situaties in de gewesten hebben Vlaanderen, Wallonië en de Duitstalige gemeenschap en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ook verschillende doelstellingen en prioriteiten. Deze krijgen dan formeel vorm in regeringsverklaringen die bijvoorbeeld gaan over talen leren, nieuwe technologieën, duurzame werkgelegenheid, vorming voor jongeren of het afstemmen van de werkkrachten op de behoeften van de arbeidsmarkt.
• Hoewel de deelname aan het onderwijs in België in de laatste twee decennia toenam, blijft de kwestie van voortijdige school- en opleidingsuitval belangrijk. Het gaat tenslotte om 11% van de leerlingen op nationale schaal, en zelfs tot 20% in Brussel. Om dit aan te pakken, worden de banden tussen onderwijs, de arbeidsmarkt en de beroepsopleidingen voortdurend nauwer aangetrokken. • Omdat er les wordt gegeven in drie talen en ook door de migratiestromen, die België de status van een ‘gastland’ geven, blijft de kennis van de taal waarin de programma’s worden aangeboden een basisuitdaging in alle gewesten, met name in Brussel, om de nieuwkomers beter te kunnen integreren. • De deelname aan levenslang leren blijft laag in België. Er werden inspanningen geleverd voor de uitbreiding van het volwassenenonderwijs, de alfabetiseringsgraad, het leren van talen en nieuwe technologieprogramma’s. Daarnaast moeten de uitgestippelde beleidslijnen de synergie tussen de wereld van het werk en van het onderwijs bevorderen, naast meer betrokkenheid van bedrijven om te voldoen aan hun verplichting om 1,9% van de loonkosten te besteden aan de ondersteuning van programma’s voor levenslang leren. • De hogere mobiliteit van de werkpopulatie is een gedeelde prioriteit in alle Gewesten. Intergewestelijke akkoorden ondersteunen de geografische mobiliteit van individuen, meer kennis van de landstalen en complementariteit tussen operatoren. • Het bestrijden van jeugdwerkloosheid staat hoog op de agenda van beleidsmakers. Naar het voorbeeld van de Duitstalige gemeenschap is verder ontwikkelen van opleidingsprogramma’s om werken en leren af te wisselen, een prioriteit geworden in alle gewesten en gemeenschappen. Om het werkgebaseerd leren uit te breiden, is het nodig om dit leertraject meer te promoten en het aan te passen zodat het meer zou gebruikt worden in het hoger onderwijs (professionele bachelordiploma’s).
Om de mobiliteit binnen VET-systemen te bevorderen, werden mechanismen voor het valideren van vaardigheden en competenties ingevoerd, net als gemeenschappelijke beroepsprofielen en gemeenschappelijke VET-normen die door alle aanbieders van beroepsopleiding en -onderwijs worden nageleefd. Het eerste mechanisme biedt individuen de kans om niet-formele en informele vaardigheden en competenties die ze tijdens hun loopbaan verwierven, te laten valideren en erkennen. Daarom staan ze allebei borg voor vlotte overstappen tussen de VET-systemen, wat flexibiliteit mogelijk maakt in de keuze van carrière- of opleidingstrajecten.
BELGIË
BELGIË Spotlight op VET NL
Onderwijs en opleiding in cijfers Leerlingen van het hoger secundair onderwijs (ISCED 2011 niveau 3) die deelnemen aan algemene en beroepsprogramma’s % van alle studenten in het hoger secundair onderwijs, 2013
BEROEPSPROGRAMMA’S
ALGEMENE PROGRAMMA’S
100 80
29,8
39,8
40,6
51,5
52,5
57,0
56,2
60 40
86,4 70,2
60,2
59,4
20
48,5
47,5
43,8
43,0
EU-26
DE
UK
FR
13,6
0 BE
AT
IT
CY
NL
Meer informatie ■ Cedefop ReferNet Belgium (2015). VET in Europa: landenrapport België. http://libserver.cedefop.europa.eu/vetelib/2014/2014_CR_BE.pdf ■ Eurydice (2014). België (Vlaamse Gemeenschap): overzicht. In European Commission (ed.). Eurypedia. https://webgate.ec.europa.eu/fpfis/mwikis/eurydice/index.php/België-Vlaamse-gemeenschap:Overzicht ■ Eurydice (2014). België (Franse Gemeenschap): overzicht. In European Commission (ed.). Eurypedia. https://webgate.ec.europa.eu/fpfis/mwikis/eurydice/index.php/Belgique-Communaute-francaise:Aperçu_ des_principaux_éléments ■ Eurydice (2014). België (Duitstalige Gemeenschap): overzicht. In European Commission (ed.). Eurypedia. https://webgate.ec.europa.eu/fpfis/mwikis/eurydice/index.php/Belgien-DeutschsprachigeGemeinschaft:Überblick
NB: 48,5% is het voorlopig EU gemiddelde voor 2013 gebaseerd op de beschikbare gegevens (26 landen). Bron: Cedefop berekening gebaseerd op Eurostat, UOE gegevensverzameling over onderwijssystemen, extractiedatum 22.7.2015.
35 30 25 20
www.refernet.be
31,7
E&T 2020=15
15 10
18,3
5
17,8
15,8
10,7
0 DK
FR
NL
UK
EU-28
www.onderwijs.vlaanderen.be www.enseignement.be www.bildungsserver.be
25
www.actiris.be www.bruxellesformation.be www.vdab.be
In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (FG/VG) Openbare dienst voor arbeidsbemiddeling Beroepsopleidingsdiensten resp. voor Franstalige en Nederlandstalige cursisten
www.cocof.be/sfpme www.syntravlaanderen.be
Agentschappen die leertijd en ondernemersopleidingen aanbieden voor Franstalige of Nederlandstalige leerlingen
21,9
www.vdab.be www.syntravlaanderen.be
In Vlaanderen (VG) Openbare dienst voor arbeidsbemiddeling en beroepsopleiding Agentschap dat leertijd en ondernemersopleidingen aanbiedt
ES
www.adg.be www.iawm.be
In de Duitstalige gemeenschap (DG) Overheidsdienst voor arbeidsbemiddeling en beroepsopleiding Agentschap dat leertijd en ondernemersopleidingen aanbiedt
1,8
DE
BE
BG
2020 NATIONAAL STREEFCIJFER
20 15,0
15
EUROPE 2020=10 8,0
10 5 0
10,0
9,5
10,0
9,5
4,0 8,7
2,7
HR
NL
9,5
9,0
FR
DE
9,8
11,2
BE
10,0
11,8
EU-28
UK
NB: breuk in de tijdreeks voor alle landen; lage betrouwbaarheid voor HR; de definitie voor het nationale streefcijfer verschilt in DE, NL en ES. Bron: Eurostat Enquête naar de beroepsbevolking, extractiedatum 22.7.2015.
VET
% werknemers (24-65) met een middelbare opleiding (ISCED 3-4) dat een diploma van een beroepsopleiding heeft en % werknemers waarvoor de hoogst voltooide opleiding werkplekleren omvatte, (2014)
Ministeries van Onderwijs
In de Wallonië (FG) Openbare dienst voor arbeidsbemiddeling en beroepsopleiding Agentschap dat leertijd en ondernemersopleidingen aanbiedt
7,1
Bron: Eurostat, Eurostat Enquête naar de beroepsbevolking, extractiedatum 22.7.2015.
Vroegtijdige onderwijsen opleidingsuitval % vroegtijdige onderwijsen opleidingsuitval, 2014
(VG) (FG) (DG)
www.leforem.be www.ifapme.be
7,9
2014
ReferNet België nationale website
8091 NL – TI-02-15-928-NL-N – doi:10.2801/712024
Levenslang leren % van de bevolking tussen 25 en 64 dat deelneemt aan opleidingen en onderwijs, in de vier weken die voorafgingen aan het onderzoek, 2014
Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding
Deze Spotlight is gebaseerd op de input van ReferNet België.
Werkplekleren
100 80
EU-28 GEMIDDELDE =70
89 72
60
67
62
60
82
EU-28 GEMIDDELDE =46
57
Europe 123, 570 01 Thessaloniki (Pylea), GRIEKENLAND PO Box 22427, 551 02 Thessaloniki, GRIEKENLAND Tél. +30 2310490111, Fax +30 2310490020, E-mail:
[email protected]
40 35
20 0
30
27 18
DE
NL
PT
FR
BE
UK
DE
NL
UK
FR
BE
7
PT
NB: Beroepsopleiding: Respondenten typeerden hun hoogst voltooide opleiding als een beroepsopleiding; Werkplekleren: De opleiding bevatte een vorm van werkplekleren (bijvoorbeeld duaal leren, stage, of een andere vorm van werkplekleren). Bron: Cedefop Europese skills en jobs enquête, 2014.
Spotlight op VET
Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding
© Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding (Cedefop), 2015 Alle rechten voorbehouden.
www.cedefop.europa.eu
978-92-896-1985-1
BELGIË 2015
BELGIË
BELGIË Spotlight op VET NL
Onderwijs en opleiding in cijfers Leerlingen van het hoger secundair onderwijs (ISCED 2011 niveau 3) die deelnemen aan algemene en beroepsprogramma’s % van alle studenten in het hoger secundair onderwijs, 2013
BEROEPSPROGRAMMA’S
ALGEMENE PROGRAMMA’S
100 80
29,8
39,8
40,6
51,5
52,5
57,0
56,2
60 40
86,4 70,2
60,2
59,4
20
48,5
47,5
43,8
43,0
EU-26
DE
UK
FR
13,6
0 BE
AT
IT
CY
NL
Meer informatie ■ Cedefop ReferNet Belgium (2015). VET in Europa: landenrapport België. http://libserver.cedefop.europa.eu/vetelib/2014/2014_CR_BE.pdf ■ Eurydice (2014). België (Vlaamse Gemeenschap): overzicht. In European Commission (ed.). Eurypedia. https://webgate.ec.europa.eu/fpfis/mwikis/eurydice/index.php/België-Vlaamse-gemeenschap:Overzicht ■ Eurydice (2014). België (Franse Gemeenschap): overzicht. In European Commission (ed.). Eurypedia. https://webgate.ec.europa.eu/fpfis/mwikis/eurydice/index.php/Belgique-Communaute-francaise:Aperçu_ des_principaux_éléments ■ Eurydice (2014). België (Duitstalige Gemeenschap): overzicht. In European Commission (ed.). Eurypedia. https://webgate.ec.europa.eu/fpfis/mwikis/eurydice/index.php/Belgien-DeutschsprachigeGemeinschaft:Überblick
NB: 48,5% is het voorlopig EU gemiddelde voor 2013 gebaseerd op de beschikbare gegevens (26 landen). Bron: Cedefop berekening gebaseerd op Eurostat, UOE gegevensverzameling over onderwijssystemen, extractiedatum 22.7.2015.
35 30 25 20
www.refernet.be
31,7
E&T 2020=15
15 10
18,3
5
17,8
15,8
10,7
0 DK
FR
NL
UK
EU-28
www.onderwijs.vlaanderen.be www.enseignement.be www.bildungsserver.be
25
www.actiris.be www.bruxellesformation.be www.vdab.be
In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (FG/VG) Openbare dienst voor arbeidsbemiddeling Beroepsopleidingsdiensten resp. voor Franstalige en Nederlandstalige cursisten
www.cocof.be/sfpme www.syntravlaanderen.be
Agentschappen die leertijd en ondernemersopleidingen aanbieden voor Franstalige of Nederlandstalige leerlingen
21,9
www.vdab.be www.syntravlaanderen.be
In Vlaanderen (VG) Openbare dienst voor arbeidsbemiddeling en beroepsopleiding Agentschap dat leertijd en ondernemersopleidingen aanbiedt
ES
www.adg.be www.iawm.be
In de Duitstalige gemeenschap (DG) Overheidsdienst voor arbeidsbemiddeling en beroepsopleiding Agentschap dat leertijd en ondernemersopleidingen aanbiedt
1,8
DE
BE
BG
2020 NATIONAAL STREEFCIJFER
20 15,0
15
EUROPE 2020=10 8,0
10 5 0
10,0
9,5
10,0
9,5
4,0 8,7
2,7
HR
NL
9,5
9,0
FR
DE
9,8
11,2
BE
10,0
11,8
EU-28
UK
NB: breuk in de tijdreeks voor alle landen; lage betrouwbaarheid voor HR; de definitie voor het nationale streefcijfer verschilt in DE, NL en ES. Bron: Eurostat Enquête naar de beroepsbevolking, extractiedatum 22.7.2015.
VET
% werknemers (24-65) met een middelbare opleiding (ISCED 3-4) dat een diploma van een beroepsopleiding heeft en % werknemers waarvoor de hoogst voltooide opleiding werkplekleren omvatte, (2014)
Ministeries van Onderwijs
In de Wallonië (FG) Openbare dienst voor arbeidsbemiddeling en beroepsopleiding Agentschap dat leertijd en ondernemersopleidingen aanbiedt
7,1
Bron: Eurostat, Eurostat Enquête naar de beroepsbevolking, extractiedatum 22.7.2015.
Vroegtijdige onderwijsen opleidingsuitval % vroegtijdige onderwijsen opleidingsuitval, 2014
(VG) (FG) (DG)
www.leforem.be www.ifapme.be
7,9
2014
ReferNet België nationale website
8091 NL – TI-02-15-928-NL-N – doi:10.2801/712024
Levenslang leren % van de bevolking tussen 25 en 64 dat deelneemt aan opleidingen en onderwijs, in de vier weken die voorafgingen aan het onderzoek, 2014
Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding
Deze Spotlight is gebaseerd op de input van ReferNet België.
Werkplekleren
100 80
EU-28 GEMIDDELDE =70
89 72
60
67
62
60
82
EU-28 GEMIDDELDE =46
57
Europe 123, 570 01 Thessaloniki (Pylea), GRIEKENLAND PO Box 22427, 551 02 Thessaloniki, GRIEKENLAND Tél. +30 2310490111, Fax +30 2310490020, E-mail:
[email protected]
40 35
20 0
30
27 18
DE
NL
PT
FR
BE
UK
DE
NL
UK
FR
BE
7
PT
NB: Beroepsopleiding: Respondenten typeerden hun hoogst voltooide opleiding als een beroepsopleiding; Werkplekleren: De opleiding bevatte een vorm van werkplekleren (bijvoorbeeld duaal leren, stage, of een andere vorm van werkplekleren). Bron: Cedefop Europese skills en jobs enquête, 2014.
Spotlight op VET
Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding
© Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding (Cedefop), 2015 Alle rechten voorbehouden.
www.cedefop.europa.eu
978-92-896-1985-1
BELGIË 2015