Beleidsplan 2007 - 2010 MUSEA SCHOUWEN-DUIVELAND
EENHEID IN DIVERSITEIT
Beleidsplan Musea Schouwen-Duiveland 2007 - 2010
EENHEID IN DIVERSITEIT
Eenheid in diversiteit
3
Inhoud
Prelude
5 5 6
Het ontstaan van musea Inventarisatie knelpunten bij de musea
1 1.1 1.2 1.3
2
Inleiding
9 9 11 11 11 13
Achtergronden Cultuuromslag is noodzakelijk Beleidsdoelen Doelstelling Identiteit en klantgerichtheid
Beleidsvoornemens A Het realiseren van een adequaat voorzieningenniveau Bouwkundig onderhoud/onderhoudsplan Cultureel erfgoed en veiligheidszorg Calamiteitenbestrijding Grootschalige Rampenbestrijding Beleidsvoornemens periode 2007-2010
B Het bieden van toegankelijke en aantrekkelijke presentaties Fysieke toegankelijkheid Doelgroepen Het afstemmen van promotie- en publieksactiviteiten met musea en andere instellingen binnen de gemeente Een publieksvriendelijke en service gerichte dienstverlening Cultureel ondernemerschap/toerisme C Imagoverbetering D Collectie: beschrijving, beheer, behoud en onderzoek Collectiebeheer Documentatie en onderzoek
14 14 15 15 15 16 17 17 18 19 21 22 23 25 26 27 28 28
Museumregistratie E Het realiseren van een slagvaardige en efficiënte Museumorganisatie
28
3
Rol van de gemeente
32
4
Het verrichten van publieksonderzoek
33
5
Evaluatie
34
6
Planning en uitvoering >>Groeiscenario
36
Bijlagen
40
Legenda
48
4
Eenheid in diversiteit
Prelude
Het ontstaan van musea Musea zijn vaak ‘toevallig’ ontstaan. Er is geen museumwet in Nederland, zoals er wel een archiefwet is die de rol en functie bepaalt van het archiefwezen. Een museum móet niet, hoewel een aantal taken in het beheer van de collecties tegenwoordig wel zijn ondergebracht bij het behoud van ons cultureel erfgoed. Vaak zijn de museumcollecties ontstaan vanuit particuliere kunstverzamelingen (denk aan Museum Boymans Van Beuningen of het Van Abbe Museum) of particuliere of academische wetenschappelijke verzamelingen (denk aan het Teylers Museum, Museum Boerhaave of het Zeeuws Museum in Middelburg). Daarnaast ontstonden musea ook vanuit de oudheidkundige verzamelingen van een stad of dorp. Vanuit deze streekgebonden verzamelingen zijn de meeste cultuurhistorische musea van Zeeland ontstaan, zoals bijvoorbeeld het Stadhuismuseum in Zierikzee. Nederland heeft een hoge museumdichtheid. De Zeeuwse museumdichtheid sluit goed aan bij de landelijke ontwikkeling. In absolute zin heeft Zeeland het minste aantal musea van álle provincies. Gerelateerd aan het aantal inwoners (375.000), zijn er echter in deze provincie naar verhouding twee keer zoveel musea als op de landelijke museumkaart (in Zeeland 1 museum per circa 9.000 inwoners, waar dit landelijk 1 per circa 17.000 is). In totaal zijn er in Zeeland zo’n vijftig musea, van middelgroot tot zeer klein. Daaronder zijn ook een aantal particuliere musea opgenomen, van bromfietsmuseum tot poppenmuseum. Op Schouwen-Duiveland is de museumconcentratie nog hoger. Daar is de verhouding 1 museum op circa 5.000 inwoners (3 x meer dan op landelijk niveau). Deze nota richt zich op de zeven museumorganisaties die zijn aangesloten bij het Platform Musea Schouwen-Duiveland: Brouws Museum, Brusea (Oudheidkamer- en Visserijmuseum Bruinisse), Museum De Burghse Schoole, Streek- en Landbouwmuseum Schouwen-Duiveland, Watersnoodmuseum, Gemeentelijke Musea Zierikzee en Museumhaven Zeeland. Bezoekcijfers Musea Schouwen-Duiveland Brouws Museum
2004
2005
2.500
2.500
Brusea: Oudheidkamer en Visserijmuseum
1.800
1.800
Museum De Burghse Schoole
2.800
2.800
Streek- en Landbouwmuseum Schouwen-Duiveland
8.800
10.800
Watersnoodmuseum
22.000
23.000
Gemeentelijke Musea Zierikzee
22.000
27.000
3.500
4.000
63.400
71.900
Museumhaven Zeeland Totaal
Eenheid in diversiteit
5
Hoewel ‘toevallig ontstaan’, beseffen alle musea hoe belangrijk een duidelijke missie is. De meeste museumorganisaties zijn ondergebracht in een rechtsvorm, vaak een stichting. Er zijn doelstellingen geformuleerd, er is beleid ontwikkeld en men werkt volgens werkplannen. En wanneer een missie is aangegeven – stel voor de eerstvolgende vijf jaar – is het mogelijk te meten of die missie wordt behaald. Omdat het merendeel van de Nederlandse en dus ook van de Zeeuwse musea in een subsidierelatie tot een overheid staan, is het voor die musea inmiddels een verplichting hierover verantwoording af te leggen. In de opbouw van het museumbestel door de afgelopen decennia zit weinig structuur. Logisch, omdat het autonoom opererende museumorganisaties betrof, voortgestuwd door een aantal vrijwilligers. Maar vrijwel elk museum komt op een omslagpunt: de ambities reiken verder dan concreet mogelijk is, het aantal ‘dragers’ van de organisatie is te gering, het oorspronkelijk élan begint slijtageplekken te vertonen, de behoefte aan professionele kennis neemt toe en ga zo maar door. Dat is het moment waarop musea elkaar recht in de ogen kijken en zeggen: “moeten wij niet meer gaan samenwerken de komende jaren?” Anno 2006 is dat punt bereikt voor de meeste musea op het eiland SchouwenDuiveland. Het moment dat een ‘nulmoment’ mag heten. De huidige stand van zaken is de basis – de nulmeting – voor de uitbouw van de samenwerking in de nabije toekomst.
Inventarisatie knelpunten bij de musea Dat de zeven musea op Schouwen-Duiveland momenteel problemen ervaren, zoals hierboven aangestipt, bleek duidelijk in de vergadering van het Platform, van 8 februari 2006. Tijdens die bijeenkomst zijn standpunten, knelpunten en ideeën geïnventariseerd. Hierbij kwamen onderstaande punten voor het voetlicht.
Bedrijfsvoering Veel musea geven aan dat de bedrijfsvoering met vrijwilligers problematischer wordt. Door vergrijzing dunt het bestand uit, jongeren hebben weinig belangstelling. Probleem is verder dat ambities van bestuur en vrijwilligers soms niet met elkaar sporen. Kennis over de collecties dreigt verloren te gaan.
Huisvesting Sommige musea zijn tevreden over hun huisvesting, andere hebben uiteenlopende wensen. Een enkel museum wenst uit te breiden, maar een ander museum vindt de status van ‘monumentenpand’ vervelend. Een ander acht het ge-
6
Eenheid in diversiteit
bouw te klein voor wisseltentoonstellingen en depot. Weer een ander museum bereidt aanpassingen voor.
Ambitieniveau en profilering Onderling verschillen de musea nogal qua ambitieniveau: van handhaving van de bezoekersaantallen tot het streven naar veel hogere aantallen. Het totaal aantal bezoekers aan de zeven musea bedroeg in 2005: 71.900. Desondanks willen alle musea zich verder profileren, maar wat betreft richting en aanpak verschillen de uitgangspunten. Sommige musea betreuren het ontbreken van samenhang in het museaal aanbod. Een ander museum mist juist in het museaal aanbod de thema’s die het werkelijke verleden van Schouwen-Duiveland tonen. Uitgaande van landelijke cijfers (Centraal Bureau voor de Statistiek) bezoekt circa 35% van de bevolking jaarlijks een museum. Doorberekend naar de bezoekersaantallen op Schouwen-Duiveland (circa 34.500 inwoners) zou dit betekenen dat de musea op dit eiland jaarlijks zo’n 12.000 inwoners van SchouwenDuiveland zouden moeten ontvangen. Tot op heden is dit punt niet door de musea onderzocht.
Publiekstaken Vrijwel alle musea constateren dat er op het gebied van publiekstaken kansen onbenut blijven. Musea kunnen en moeten nieuw publiek bereiken, vooral jongeren. Musea moeten meer activiteiten ontplooien op het gebied van educatie. Het totaal aantal schoolbezoeken in 2005 is helaas niet geregistreerd. Verder liggen er kansen in de samenwerking met locale ondernemers en toeristische sector. Deze samenwerking gaat soms nogal stroef. Uitgaande van bovenvermelde cijfers zouden de zeven musea in 2005 zo’n 60.000 toeristen hebben ontvangen op een totaal van naar schatting 600.000 toeristen bij 4,2 miljoen overnachtingen per jaar (bron: VVV SchouwenDuiveland). In het becijferde aantal zitten mogelijkheden voor groei.
Behoefte aan professionele ondersteuning Er is behoefte aan ondersteuning van de musea door beroepskrachten, bijvoorbeeld op het gebied van tentoonstellingen, educatie en collectiebeheer. De komende jaren staat er veel op stapel voor de musea. Uit het Museum Inventarisatie Project (SCEZ, 2006) blijken de musea op Schouwen-Duiveland in totaal 13.961 voorwerpen te beheren. Daarvan behoren 3.597 voorwerpen tot de kerncollecties (de collecties die noodzakelijk zijn “om het verhaal te vertellen”). Van het totaal aantal objecten in de museumcollecties is 92,5% geregistreerd (provinciaal: 58,5%), 86,9% geautomatiseerd (provinciaal: 39,3%)
Eenheid in diversiteit
7
en 8,2% gedigitaliseerd (provinciaal: 23,5%). Met de vrij hoge graad van collectieregistratie en -automatisering kan de gemeente Schouwen-Duiveland de komende jaren een goede start maken met betere profilering van de collecties (aansluitend bij het provinciaal museumbeleid).
Onderlinge samenwerking en toekomstig museumbestel De wensen ten aanzien van onderlinge samenwerking en toekomstig museumbestel lopen uiteen. Gemeenschappelijke wens is nadere samenwerking op het gebied van publiekstaken: promotie, arrangementen, kaartverkoop, openingstijden. Wat verdere samenwerking betreft, variëren de visies: een museum hecht groot belang aan het behoud van de eigen autonomie, waar een ander museum in de toekomst een federatieve organisatie ziet omdat er teveel gedeelde problemen zijn die een museum in zijn eentje nimmer kan oplossen. Andere musea lijken vooral ondersteuning vanuit een koepel te willen, of – eenvoudig – via extra budget. Uitgangspunt voor de toekomst zal zijn dat ieder musea haar eigen identiteit en organisatie structuur blijft behouden. Hoewel de visie van de musea niet unaniem is op alle punten, onderschrijft de discussie in het Platform de noodzaak tot verdere samenwerking. Met als doel de maatschappelijke functie van musea verder uit te bouwen. Deze Museumnota is hiervan de concrete uitwerking.
1
Inleiding
1.1. Achtergronden Het Beleidsplan Musea Schouwen-Duiveland 2007-2010 vloeit voort uit de beleidsuitgangspunten, verwoord in de nota Kunst, Cultuur & Momenten – Een visie over kunst en cultuur binnen de gemeente Schouwen-Duiveland. Deze nota is begin 2006 vastgesteld door de Gemeenteraad. De werkgroep Museumbeleid, waarin vertegenwoordigers vanuit het Platform Musea Schouwen-Duiveland zitting hebben, vertaalde samen met de beleidsambtenaar cultuur van de gemeente de beleidsuitgangspunten uit de Nota Kunst, Cultuur en Momenten in een groeiscenario voor het Museaal Beleid op Schouwen-Duiveland. De keuze voor een groeiscenario ligt voor de hand, omdat het invoeren van beleidsvoornemens onmogelijk te realiseren valt van de een op de andere dag. De musea hebben daarnaast een uiteenlopende historie en organisatiestructuur, een verschillend kwaliteitsniveau, andere ambities etc. Het credo om de musea op Schouwen-Duiveland een kwaliteitsslag te laten maken: samenwerking.
De gemeente heeft momenteel geen specifiek museumbeleid dat samenhang biedt aan de verschillende musea. Al deze musea hebben hun eigen beleid, hun eigen vrijwilligers en/of personeel, hun eigen bestuur etc. Deze nota wil structuur aanbrengen in deze lappendeken. Op het terrein van museumbeleid is er relatief weinig wet- en regelgeving die de gemeente voorschrijft wat te doen. Aan de ene kant is dat een zegen omdat het lokale museumbeleid daarmee een van de laatst overgebleven vrijplaatsen vormt voor autonome, gemeentelijke besluitvorming. Van de andere kant ontbreekt echter wettelijk houvast.
Eenheid in diversiteit
9
Niet alleen de gemeente en de musea hebben baat bij een vernieuwend museumbeleid. Ook provinciebreed leeft deze gedachte, zoals vastgelegd in de adviesnota Musea op Koers van de Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland (SCEZ), ter voorbereiding op het provinciaal museumbeleid 2006-2012. Een vernieuwd gemeentebeleid moet zoveel mogelijk zijn afgestemd op landelijke en provinciale ontwikkelingen. Het Platform Musea Schouwen-Duiveland biedt een uitstekende basis. Het Platform kan gezamenlijk, met ondersteuning van de gemeente, een nieuwe koers uitstippelen, en zowel de kwaliteit intern als naar buiten toe versterken en verbeteren, door middel van presentatie, educatie, publiciteit, collectiebeheer, personele invulling etc. Het middel? Intensieve samenwerking. Buiten kijf staat dat ontwikkelingen die voortvloeien uit het museumbeleid borging verdienen. Naast dit beleid hebben musea te maken met tal van richtlijnen plus nieuwe wetgeving (zoals rond veiligheidszorg), waardoor de verantwoordelijkheid voor de besturen alsmaar toeneemt. Waakzaamheid is geboden om te voorkomen dat verantwoordelijkheden niet dermate groeien dat het besturen van een museum op den duur onbeheersbaar wordt.
Is een museumbeleid nodig? Ja. De musea moeten zich blijven ontwikkelen om aantrekkelijk te zijn voor het publiek. Gezien de cultuurtoeristische ambities van Schouwen-Duiveland wil de gemeente ook kunnen bogen op een museumaanbod van hoge kwaliteit. De musea zullen in de komende jaren een belangrijke basis moeten vormen voor de toeristische en economische promotie van de gemeente. Het staat buiten kijf dat de cultuurhistorische kwaliteit van onze gemeente een belangrijk marketinginstrument is. Musea zijn producten die op een duidelijke en slagvaardige wijze kunnen bijdragen aan een positief imago van onze gemeente, en, omgekeerd, van datzelfde imago de vruchten plukken. De koers naar dat doel ligt vast in deze Museumnota die doelen stelt en kaders biedt. Concrete en toetsbare doelstellingen, plus kaders binnen welke een museum zich manifesteert. De concreetheid van de nota maakt voortdurende actualisering mogelijk.
10
Eenheid in diversiteit
Cultuuromslag is noodzakelijk De activiteiten van de meeste musea drijven vooral op de belangeloze inzet van vrijwilligers, en een, vanuit de historie verklaarbare, zelfstandige grondhouding van de diverse besturen. Deze zelfstandigheid maakt elk museum tot wat het nu is. Voor het behalen van de nieuwe doelstellingen is een koers- en gedragswijziging van de musea nodig. De aanzet hiertoe kreeg de afgelopen jaren gestalte in de groeiende samenwerking van de musea binnen het Platform, zich concreet uitend in het gevoerde PR beleid. De komende jaren is meer nodig. Naast het toewerken naar verzelfstandiging van de gemeentelijke musea (stadhuis- en maritiem museum), zal ook het belang van de gezamenlijke musea meer en meer de boventoon voeren. Een actieve houding in de samenwerking met de andere musea is essentieel, en verdient uitbreiding op diverse onderdelen. De huidige heterogeniteit – in beleid, presentatie, werkwijze, collectiebeheer – transformeert naar ‘eenheid in diversiteit’, zonder dat de individuele musea hun eigen identiteit verliezen. In dit verband is het kernwoord ‘solidariteit’ te noemen. De totstandkoming van dit beleidsplan geeft aan dat de musea er alles aan is gelegen om de verwoorde doelstellingen te bereiken: de uitgroei naar een gezamenlijk kwaliteitsniveau dat de individuele musea zelfstandig moeilijk kunnen realiseren. Samenhang, solidariteit en samenwerking zijn bij uitstek voorwaarden om de gewenste cultuuromslag te bewerkstelligen
1.2 Beleidsdoelen Doelstelling Musea stellen zich ten dienste van de culturele ‘biografie’ van het eiland. Musea zijn niet louter bewaarkamers van het verleden, maar vertellen het ‘verhaal’ van wat er resteert van de regionale geschiedenis. Musea zijn de ‘etalage’ van die geschiedenis. Hoeders van het verleden, doch niet bezitters van dat verleden. De musea op Schouwen-Duiveland ontwikkelen, behouden en dragen het cultureel erfgoed uit, opdat meer Schouwen-Duivelanders en bezoekers zowel actief als passief daaraan kunnen deelnemen. Voor de uitvoering van bovengenoemde hoofddoelstelling is een aantal concrete subdoelen geformuleerd, die voor het merendeel aansluiten bij de landelijke kwaliteitseisen voor musea.
Eenheid in diversiteit
11
Subdoelen •
Het zoveel mogelijk in stand houden van (roerende) objecten die voor de gemeente Schouwen-Duiveland van cultuurhistorisch belang zijn (versterken gemeentelijke identiteit).
•
Het waarborgen van het continue proces van verzamelen, ontzamelen, onderzoeken, beheren, behouden en aantrekkelijk presenteren van het cultuur erfgoed (museale collecties) van Schouwen-Duiveland.
•
Het vergroten van de toegankelijkheid van het culturele erfgoed voor een breed publiek: de plaatselijke en regionale bevolking met in het bijzonder schoolgaande jeugd, nieuwkomers, alsmede toeristen en bezoekers.
•
Het versterken van Schouwen-Duiveland op het cultureel gebied, om op die manier een bijdrage te leveren aan de verbetering van de leefbaarheid, het vestigingsklimaat en de bevordering van het toerisme naar SchouwenDuiveland.
•
Het stimuleren van musea om meer als marktgerichte organisaties te werken (cultureel ondernemerschap; klantgericht en commerciëler).
•
Kennis over het lokaal en regionaal cultureel erfgoed te vergroten en over te brengen op de plaatselijke bevolking (educatie - kennisvermeerdering). De samenleving moet gestimuleerd worden om er kennis van te nemen en te participeren.
•
Bevorderen van kwaliteitsverbetering en professionalisering.
•
Bevordering van professionele en amateuristische uitoefening van geschiedkundig onderzoek van de gemeente en regio.
•
Het bevorderen van samenwerking tussen diverse organisaties zowel op het gebied van cultuur, onderwijs, toerisme/economie en ruimtelijke ordening (integrale beleidsontwikkeling en uitvoering) alsmede branchevreemde organisaties/bedrijven.
12
Eenheid in diversiteit
1.3 Identiteit en klantgerichtheid De musea gaan in de komende jaren nog meer bijdragen aan een opwaardering van de eilandelijke culturele identiteit. Een identiteit waar de inwoners trots op zijn en bezoekers laat zien waarom Schouwen-Duiveland serieus werk maakt van haar cultuurhistorie. Het zichtbaar maken van de eilandelijke culturele identiteit is vooral te bereiken door samenwerking van alle musea op zowel praktisch als inhoudelijk niveau. Versterking van het totale aanbod resulteert in een krachtig cultuurhistorisch aanbod waarvan alle musea de vruchten plukken. Om die versterking binnen het museale veld te realiseren, richten de musea zich in de nabije toekomst op verbetering van de beleving van het museumbezoek als geheel, zonder afbreuk te doen aan het huidige kwaliteitsniveau van presenteren en beheren. De beleving van de bezoeker is het startpunt van de musea in hun streven naar een integraal ‘museumproduct’: van de kwaliteit van de tentoonstelling tot de manier waarop de museummedewerker(ster) de bezoeker te woord staat, van de schoonheid van de collectie tot het gemak waarmee het museum wordt gevonden, van de toegankelijkheid van de (zaal) teksten tot de tijden van openstelling. Dit klantgerichte perspectief ondersteunt het productgericht denken van de musea. Productgericht werken vooronderstelt dat men zich bewust is dat er voor een product een markt is. Een markt die men zo goed mogelijk moet leren kennen, een markt die verandert, waar de musea hun aanbod op moeten afstemmen en op de juiste wijze communiceren. De product- en klantgerichte aanpak betekent overigens niet dat er concessies worden gedaan aan de professionele criteria die gelden binnen de museumwereld. Zo mogen publieksgerichte activiteiten bijvoorbeeld geen schade opleveren aan de collectie en veiligheid van mens en gebouw. De musea streven naar een groter bereik onder (potentiële) museumbezoekers. Dit doel is niet haalbaar door een slimme promotie en communicatie alleen, maar vooral door het afstemmen van het gehele museumproduct binnen de gemeente op de verwachtingen van de hedendaagse museumbezoeker (zie paragraaf publieksonderzoek). Deze bezoeker verwacht leuke maar ook leerzame momenten, plus bijbehorende sfeerelementen zoals een museumwinkeltje en/of koffiehoek.
Eenheid in diversiteit
13
2
Beleidsvoornemens
Om een integraal museumproduct te kunnen bieden, gericht op verhoging kwaliteit, meer dynamiek en meer bezoekers zijn de volgende beleidsvoornemens essentieel:
ACTIEPUNTEN A. Het realiseren van een adequaat voorzieningenniveau B. Het bieden van toegankelijke en aantrekkelijke presentaties D. Verbetering van het imago D. Een professioneel beheer en behoud van de museumcollecties E. Het realiseren van een slagvaardige en efficiënte museumorganisatie
A. Het realiseren van een adequaat voorzieningenniveau Alle musea op Schouwen-Duiveland zijn gehuisvest in waardevolle, soms monumentale gebouwen en/of haven. Deze locaties zijn niet alleen onlosmakelijk onderdeel van de collectie maar ook onmisbaar voor de uitstraling, sfeer en intimiteit van het museum. In verschillende musea ontstond de laatste jaren achterstallig onderhoud, hetgeen de uitstraling en gebruikswaarde van de betreffende musea niet ten goede komt. Bovendien zijn de laatste jaren de eisen op het gebied van veiligheidszorg aanzienlijk aangescherpt. Van de museumorganisaties wordt verwacht dat zij beschikken over calamiteitenplannen. Deze plannen zijn bestemd voor de integrale veiligheidszorg: veiligheid voor mensen, gebouwen en objecten. Nog niet alle musea hebben calamiteitenplannen uitgewerkt en deze afgestemd met de hulpverleningsdiensten. Landelijk is hiervoor de Netwerkaanpak Veiligheidszorg ontwikkeld die in 2007 in Zeeland van start gaat.
14
Eenheid in diversiteit
A1 Bouwkundig onderhoud/onderhoudsplan De staat van onderhoud is voor elk museum essentieel om op een verantwoorde wijze de openbare functie te vervullen. Een functie die voldoet aan de noodzakelijke voorwaarden voor een kwalitatieve en kwantitatieve presentatie van de collectie, alsmede de hele uitstraling van het museum. Actie: • Er zal een inventarisatie plaatsvinden van de bouwkundige staat (voor zover dat nog niet is gebeurd) vertaald in een onderhoudsplan voor de komende jaren.
A2 Cultureel erfgoed en veiligheidszorg Samenvatting •
Op nationaal en provinciaal niveau is onderkend dat de veiligheidszorg bij musea niet op orde is. Slechts weinig musea beschikken over een integraal veiligheidsplan1, hierna te noemen: calamiteitenplan. Hiernaast moet de bescherming van cultureel erfgoed worden opgenomen in het gemeentelijk rampenplan. Aangezien deze situatie ook op Schouwen-Duiveland van toepassing is, wil de gemeente bijdragen in het in regionaal verband opzetten van de landelijk gestimuleerde “netwerkaanpak Veiligheidszorg”. Deze aanpak bevordert op integrale en projectmatige wijze de samenwerking en afstemming tussen de erfgoedbeherende instellingen, hulpverleningsdiensten en overheden.
•
De gemeente Schouwen-Duiveland zal deze aanpak ondersteunen met een financiële bijdrage in de projectkosten en participatie vanuit de beleidsvelden cultuur en veiligheid. Beoogd resultaat 2009: •
de musea beschikken over goede calamiteitenplannen. Hiermee wordt tevens voldaan aan vereisten op dit gebied voor het landelijk systeem Museumregistratie.
•
In het gemeentelijk rampenplan is bijlage L “Bescherming cultureel erfgoed” goed geïmplementeerd in de gemeentelijke crisisorganisatie. Hiermee wordt tevens voldaan aan de toetsing door de provincie op dit punt begin 2006.
Calamiteitenbestrijding •
Op nationaal niveau is onderkend dat de veiligheidszorg op het gebied van cultureel erfgoed, waartoe ook de museale collecties worden gerekend, niet op orde is. In de beleidsbrief “Veiligheid voor collecties” - voorjaar 2005 - constateert de staatssecretaris dat er op het terrein van veiligheid
Eenheid in diversiteit
15
dringend behoefte is aan structureel beleid. Zij ziet collectiebescherming als een basistaak voor erfgoedbeherende instellingen. Vanuit het algemeen belang van een goede veiligheidszorg bij erfgoedinstellingen, is besloten om een tijdelijke subsidieregeling ter stimulering hiervan in het leven te roepen. Dit betreft de kwaliteit van de veiligheidszorg bij niet-rijksmusea, archieven, bibliotheken en andere collectiebeherende instellingen. Het gaat daarbij ondermeer om een stimuleringsregeling voor het opzetten van een Netwerkaanpak Veiligheidszorg door provincies en gemeenten. Deze netwerkaanpak bestaat uit een integrale en projectmatige aanpak waarbij erfgoedinstellingen, hulpverleningsdiensten en overheden samenwerken onder deskundige begeleiding. Deze opzet is reeds met succes toegepast in diverse regio’s. •
Veiligheidszorg is bij de meeste Zeeuwse musea nog geen item. Uit onderzoek is gebleken dat slechts één museum over een calamiteitenplan beschikt. Het op grote schaal ontbreken van deze plannen bij de Zeeuwse musea is een serieus probleem2. Dit is mede van belang gezien de landelijke vereisten voor musea op het gebied van veiligheidszorg voor het certificaat “Geregistreerd Museum” die van kracht zijn bij de herijking.
•
Ook binnen gemeente Schouwen-Duiveland wordt onderkend dat zowel de veiligheidszorg voor personen en gebouwen (bedrijfshulpverlening) als de veiligheidszorg voor de collectie (collectiehulpverlening) verbetering behoeft.
Grootschalige Rampenbestrijding •
Bij de bescherming van cultureel erfgoed in buitengewone omstandigheden hebben het rijk, provincies en gemeenten een zorgplicht voor cultureel erfgoed binnen de grenzen. Deze verantwoordelijkheid voor cultuurbescherming is deels vastgelegd in de nieuwe Wet Kwaliteitsbevordering Rampenbestrijding die 1 juli 2004 in werking is getreden. In deze wet is opgenomen dat cultuurbescherming een plaats moet krijgen in de rampenbestrijdingsplannen van gemeenten, die vervolgens worden getoetst door de provincies. In navolging hiervan is de handreiking “Bescherming cultureel erfgoed” (bijlage L) opgenomen in het “Zeeuws model rampenplan” en op 28 juni 2006 vastgesteld door het college van B&W van gemeente Schouwen-Duiveland als onderdeel van het gemeentelijk rampenplan.
•
Deze handreiking is na vaststelling door de Provincie in 2005 nog onvoldoende geïmplementeerd. De beoogde structurele samenwerking tussen de erfgoedsector en de rampenbestrijdingsorganisatie op regionaal niveau om te komen tot een goed beheer en doorontwikkeling van cultuurbescherming is nog niet tot stand gekomen. Specifiek voor onder meer de
16
Eenheid in diversiteit
gemeente Schouwen-Duiveland geldt bovendien dat de handreiking nog onvoldoende is geïmplementeerd in de gemeentelijke crisisorganisatie, zo blijkt ondermeer uit toetsing door de provincie begin 2006. 1
In een integraal veiligheidsplan – ook wel calamiteitenplan genoemd – is binnen deze context de
veiligheidszorg geregeld voor zowel de aanwezige personen, het gebouw als de collectie. Het omvat hiermee zowel de bedrijfshulpverlening (BHV) als de collectiehulpverlening (CHV). 2
Bron: Ontwerp-uitwerkingsnota Provinciaal museumbeleid 2006-2012
Beleidsvoornemens periode 2007-2010 •
Gemeente Schouwen-Duiveland ziet het als haar verantwoordelijkheid om verbetering van de veiligheidszorg op het niveau van calamiteitenplannen te stimuleren. Hierbij wil de gemeente de samenwerking en afstemming tussen de erfgoedbeherende instellingen en de hulpverleningsdiensten op dit vlak bevorderen en ondersteunen.
•
Hiertoe wordt de “netwerkaanpak Veiligheidszorg” gezien als een uitstekend middel om op integrale wijze de verantwoordelijkheden van erfgoedinstellingen, hulpdiensten en de diverse overheden nader in te vullen en op elkaar af te stemmen.
•
Gemeente Schouwen-Duiveland zal daarom met prioriteit aanhaken op de regionaal beoogde opzet “netwerkaanpak Veiligheidszorg” door een financiële bijdrage in de projectkosten en participatie door beleidsmedewerkers op het gebied van cultuur en veiligheid.
•
De planning is gesteld op de eerste helft van 2007, dit onder voorbehoud dat de regionale opzet deze planning mogelijk maakt. De financiële bijdrage is begroot op 5000 euro.
•
Geborgd in calamiteitenplannen en in het gemeentelijk rampenplan, moet dit leiden tot verbetering van: preventie, zelfredzaamheid binnen de culturele sector en afstemming tussen erfgoedbeherende instellingen en hulpverleningsdiensten bij calamiteiten en rampen & zware ongevallen. Actie • Vanaf 2007 zullen de musea en het gemeentearchief van SchouwenDuiveland samenwerken met de hulpverleningsdiensten in een Netwerk Veiligheidszorg.
B. Het bieden van toegankelijke en aantrekkelijke presentaties De presentatie van en de communicatie over de collectie aan de bezoeker kan op verschillende manieren gestalte krijgen. De musea op Schouwen-Duiveland
Eenheid in diversiteit
17
werken in het algemeen met een vaste presentatie. Er zijn natuurlijk andere manieren om de bezoeker te laten genieten van de collectie en het ‘verhaal’. Een museum heeft de verantwoordelijkheid om haar collectie zodanig te presenteren en toegankelijk te maken dat dit bijdraagt aan de ontwikkeling van het (potentiële) publiek. Uitgangspunt moet zijn om de kennis over het lokaal en regionaal cultureel erfgoed te vergroten en over te brengen op de bezoekers (educatie-kennisvermeerdering). De samenleving moet gestimuleerd worden om er kennis van te nemen en te participeren. Deze taakstelling is zelfs essentieel voor het bestaansrecht van een museum dat immers, hoe dan ook, zijn fundament vindt in de bereidheid van vrijwilligers om er tijd in te steken. De musea handelen vanuit het perspectief van de bezoeker (doelgroep) en betrekken die doelgroep bij het ontwikkelen van hun activiteiten. Handelend vanuit het perspectief van de bezoeker maakt dat de kandidaat-bezoeker de musea makkelijk moet kunnen vinden. Derhalve is het een taak van de gemeente te zorgen voor uniforme bewegwijzering. Daarnaast is de fysieke toegang tot het museum van belang.
Fysieke toegankelijkheid Zeker in de publiekswerving staat de bezoeker, in al zijn facetten, centraal. Hoe je de mensen kunt informeren en hoe zij het museum kunnen bereiken, zijn alvast belangrijke vragen. Juist dit laatste en niet louter de persoonlijke interesse voor het museum is voor oudere mensen en mensen met een handicap onontbeerlijk om een bezoek te plannen. Alles begint bij het gebouw waar het museum is ondergebracht. Het zijn vaak oude historische gebouwen, in veel gevallen al een bezienswaardigheid op zich. Het gaat daarbij om gebouwen met een verleden zonder rolstoelen, of gebouwen die eigenlijk nooit zijn gebouwd met als doel er een museum in onder te brengen. Aandacht voor ouderen en personen met een handicap, hun integratie in de maatschappij en zeker het op eigen kracht en initiatief deelnemen aan sociale en culturele activiteiten kreeg de laatste jaren steeds meer aandacht. Een museum bouwt men echter niet elk jaar… Het duurt dus wel even voor alle gebouwen – museum of niet – aan de eisen van de toegankelijkheid voldoen. Bij nieuwbouw is het veel eenvoudiger om van meet af aan rekening te houden met een aantal richtlijnen. Deze technische advisering is niet altijd even makkelijk te
18
Eenheid in diversiteit
realiseren bij het herinrichten van een bestaand gebouw. Hier wordt meestal bekeken hoe het gebouw zo toegankelijk mogelijk valt te maken, eventueel via alternatieven: een tweede toegang die vlot en drempelloos bereikbaar is of een videosimulatie van tentoongestelde werken op een verdieping die enkel via een trap te betreden is. Het is dus voor deze museumbezoeker van groot belang dat – naast de visuele toegankelijkheid – ook in praktische zin de algehele bereikbaarheid (intern en extern) van het museum aandacht krijgt. Te denken valt aan: 1.
voldoende zitgelegenheden (bankjes)
2.
goede bereikbaarheid (parkeervoorzieningen)
3.
goede bewegwijzering
4.
toegankelijkheid voor mindervaliden/rolstoelen
5.
geen obstakels in routing
6.
goed leesbare info voorziening
Actie • De musea maken in 2007 een overzicht van de wijze van presenteren van de collectie, en geeft daarbij ook enkele andere (nog onbeproefde) varianten. • Het platform Musea van Schouwen-Duiveland werkt vervolgens in hetzelfde jaar een beleidsvisie uit voor de wijze van presenteren. • Inventariseren van de fysieke toegankelijkheid van de musea en vervolgens een actieplan opstellen in samenwerking met relevante maatschappelijke organisaties.
Doelgroepen Kinderen en jongeren De meeste musea hebben een weinig kindvriendelijke uitstraling. De kleine, vaak traditioneel ingerichte musea beschikken over te weinig budget om regelmatig op kinderen gerichte programma’s te organiseren. Een goede relatie met het basisonderwijs maakt het echter mogelijk om binnen schooltijd programma’s te realiseren. Samenwerking loopt daarnaast soms stroef omdat er geen goed aanspreekpunt is op de scholen. Ook ontbreekt het musea vaak aan didactische kennis, tijd en geld. De musea geven op dit moment geen prioriteit aan het bereiken van onderwijsgroepen. (Enkele musea hebben overigens wel een breed educatief aanbod m.b.t. het onderwijs, maar leggen bewust geen prioriteit bij deze doelgroep.) Het is daarmee belangrijk te bouwen aan deze belangrijke wisselwerking tussen scholen en musea. Educatie is een kerntaak van een museum.
Eenheid in diversiteit
19
Nieuwkomers Hoewel het aantal nieuwkomers relatief laag is op Schouwen-Duiveland, vormen zij een specifieke doelgroep. De Nederlandse geschiedenis en cultuur valt te bezien als een ontmoetingsplaats van uiteenlopende tradities en culturele invloeden. Veel zaken die in een museum te vinden zijn, dragen een interculturele relatie in zich, maar daaraan wordt in tekst en mondelinge informatie nauwelijks aandacht besteed. Het verdient aanbeveling om nieuwkomers gericht uit te nodigen en hun ervaringen te gebruiken om raakvlakken te vinden met hun cultuur, om dit vervolgens als museum te gebruiken in de presentatie. Toeristen en bezoekers “Zoveel mensen, zoveel zinnen”, het museumpubliek (inwoner en toerist) is niet onder te brengen in een eenvormige massa, maar bestaat uit een aantal groepen, ieder met eigen wensen en verwachtingen. Pratend over publieksbenadering – het inspelen op behoeften van doelgroepen – moet men zich realiseren dat er in de groep “toeristen en bezoekers” ook onderscheid is in beleving, motivatie en redenen voor het museumbezoek. Na deze constatering valt een onderverdeling te maken in vier groepen: 1.
Mensen uit de eigen gemeente die het museum als “hun” museum beschouwen.
2.
Toeristen en dagrecreanten die via vakantie of dagtocht wel in de buurt zijn, maar niet hebben gepland om een museum te bezoeken.
3.
Mensen met een algemene culturele belangstelling die kiezen voor museumbezoek wanneer ze weten dat er iets leuks te beleven is.
4.
Mensen die vakmatig geïnteresseerd zijn.
Voor deze doelgroepen ontwikkelen de musea een gerichte benadering, tegemoetkomend aan de wensen van de groep, zonder dat dit ten koste gaat van de voor het museum belangrijke culturele waarden of van de belangen van de andere groepen. Wie zich als museum enkel richt op specialisten en/of schoolklassen, bereikt andere groepen nimmer. In algemene zin mag men er vanuit gaan dat weinig bezoekers wachten op rijen vitrines, volgepropt met zilver, oude potten en geschriften. Het is zaak dat er: •
heldere (zaal)teksten en bijschriften zijn
•
aandacht wordt besteed aan het verhaal achter de collectie
•
mogelijkheden zijn om zelf actief bezig te zijn
•
spannende (tijdelijke) tentoonstellingen worden aangeboden
•
mensen worden verleid een bezoek af te leggen
20
Eenheid in diversiteit
De uitkomsten van het publieksonderzoek (2007) zullen de basis vormen voor een gerichte doelgroepen benadering.
Actie • De musea ontwikkelen in 2007 een educatieplan dat enerzijds aansluit bij de missie van het museum en anderzijds past binnen het lespakket van basis- en voortgezet onderwijs en de cultuurmenu’s binnen de Oosterschelderegio. • Investeren in doelgroep onderzoek en doelgroep benadering.
Het afstemmen van promotie- en publieksactiviteiten met musea en andere instellingen binnen de gemeente De musea richten zich op de bewoners van het eiland plus de bezoekers van het eiland. Zij presenteren, binnen de beschikbare mogelijkheden, het cultureel erfgoed (museale collecties) van Schouwen-Duiveland. Echter, door de diversiteit van openstelling is het voor eilandbewoners – en in nog grotere mate voor bezoekers – niet mogelijk om spontaan te besluiten een dagje uit te trekken voor museumbezoek. Voorafgaand aan promotie- en publieksactiviteiten moet er een harmonisatie komen van de vaste periode van het museumseizoen en de openingsdagen- en tijden. Buiten deze basisafspraken is ieder museum vrij om ruimere openingstijden te hanteren. Eenduidigheid van openstelling, lees toegankelijkheid, plus verhoging van de identiteit van elk museum via gedeelde herverdeling van de collecties vormen een eerste belangrijke stap naar het ‘eenduidig’ presenteren van de collecties aan het publiek (zie ook paragraaf Collectie).
Eenheid in diversiteit
21
Via duidelijke profilering van de musea op Schouwen-Duiveland is een betere afstemming van de activiteiten te bewerkstelligen, alsmede – niet minder belangrijk – om overlapping in de collecties te voorkomen. Dit alles werkt bovendien kwaliteitsverhogend. Eerder is al betoogd: educatie is een kerntaak van een museum. Te overwegen valt om hierbij ook bijvoorbeeld het gemeentearchief en de bibliotheek te betrekken om een breed inhoudelijk en financieel draagvlak te creëren voor een structurele vorm van cultuureducatie. Actie • Harmonisatie openingstijden realiseren in 2008 • Herverdeling collecties: opstarten inventarisatie 2007 • Afstemming activiteiten • Realisatie structureel educatief aanbod onderwijs • Betrekken van collega instellingen • Inspelen op provinciale en landelijke thema’s
Een publieksvriendelijke en service gerichte dienstverlening De musea zijn zich altijd bewust geweest van hun publieke functie. En er is ook al veel bereikt, want vaak zonder professionele ondersteuning hebben vrijwilligers hun uiterste best gedaan om zoveel mogelijk in te spelen op behoeftes van bezoekers. De verdere uitbouw van de publiekscommunicatie verdient nu professionele ondersteuning.
22
Eenheid in diversiteit
Collectie en werkzaamheden moeten zichtbaar zijn. Openheid past in onze moderne samenleving! Toegankelijkheid wordt niet alleen bereikt met openheid, goede promotie en aantrekkelijke presentaties, ook een publieksvriendelijke ontvangst en begeleiding van bezoekers maken daarvan onlosmakelijk deel. Vaak kunnen bezoekers in groepsverband terecht voor een rondleiding met een begeleider die een verantwoord en aantrekkelijk verhaal vertelt. De individuele bezoeker mist in het algemeen deze persoonlijke aandacht en komt meestal alleen in contact met de museumbediende die de kaartjes verkoopt en een oogje in het zeil houdt. Juist een servicegerichte en publieksvriendelijke ontvangst door de museummedewerker versterkt de kwaliteit van het museum. De musea moeten gezamenlijk een actief beleid ontwikkelen om meer excursiegroepen te trekken, waar mogelijk in samenwerking met de horeca en andere partijen. Het is van belang om de samenwerking tussen diverse organisaties te bevorderen zowel op het gebied van cultuur, toerisme/economie en ruimtelijke ordening (integrale beleidsontwikkeling en uitvoering) alsmede branchevreemde organisaties/bedrijven. Bovenstaande vereist een goed vrijwilligersbeleid. Er moet voldoende ruimte komen om vrijwilligers zich te laten bijscholen en/of cursus dan wel training te volgen.
Cultureel ondernemerschap/toerisme Cultuur en toeristisch- en recreatief ondernemerschap zijn grootheden die vaak moeilijk een stabiele relatie met elkaar kunnen opbouwen. Cultuur verwijt toeristisch – en recreatief – ondernemerschap dat het geen affiniteit heeft met de inhoud van cultuur en er ook niets van begrijpt. Andersom wordt tegen cultuur aangekeken als een gesloten wereld die geen rekening wenst te houden van een commerciële benaderingswijze. Het is van belang dat cultureel ondernemerschap en cultuur met overleg, wederzijds begrip, respect en samenwerking een richting inslaan om elkaar te versterken. We willen komen tot een culturele injectie van de musea en juist de betrokkenheid van ondernemers in dit proces leidt tot een kwaliteitsvolle ontwikkeling van commerciële nevenactiviteiten. Toeristische en recreatieve ondernemers kunnen samenwerken met cultuuraanbieders door bijvoorbeeld arrangementen te realiseren, geënt op museale activiteiten. Cultureel ondernemerschap is sinds een aantal jaren een begrip binnen de Nederlandse museumwereld. Uitgangspunt is daarbij marktgericht denken,
Eenheid in diversiteit
23
maar niet met het uitgangspunt om louter door popularisering van het aanbod een groter publiek te bereiken. De vanzelfsprekendheid waarmee musea kunnen rekenen op gemeentesubsidie maakt de sector minder ‘scherp’, met het oog op marktontwikkelingen. Een zekere mate van cultureel ondernemerschap is daarom op zijn plaats en noodzakelijk binnen de afweging van de verschillende maatschappelijke belangen. Het kan geen kwaad de balans wat verder weg te schuiven van gemeentelijke dominantie naar particulier initiatief. Men mag echter niet vergeten dat musea een ‘publiek goed’ zijn en altijd bescherming behoeven van de gemeente. Actie • Per twee jaar wordt door de musea in Schouwen-Duiveland gezamenlijk of afzonderlijk minimaal één concreet samenwerkingsproject opgezet en uitgevoerd met andere sectoren zoals toerisme, onderwijs, openbare bibliotheek, etc. Hierbij dient wel sprake te zijn van tweerichtingsverkeer. • Per twee jaar zullen de musea afzonderlijk of gezamenlijk, een nieuw (dag)arrangement of product ontwikkelen gericht op toeristisch-recreatieve markt. Bij voorkeur in samenwerking met de VVV of andere partijen.
• Actieve participatie van musea bij evenementen en activiteiten in de binnenstad/kernen en/of het organiseren van specifieke activiteiten in samenwerking met derden. Dit dient een dubbel doel: ondersteunen van bedoelde evenementen en het creëren van draagvlak bij de bevolking.
24
Eenheid in diversiteit
• de musea dienen een aantal zaken goed op orde te hebben, zoals goede telefonische bereikbaarheid, vaste contactpersonen en creativiteit om in te kunnen spelen op de wensen van de bezoekersgroep.
C. Imagoverbetering Een discussie over het gezamenlijke imago is zinvol: dat is immers wat het promotiemateriaal uitdraagt, en ook voor de manier waarop de afzonderlijke musea zich moeten ‘presenteren’. Een eerste voorstel voor het gewenste ‘imago’: De gezamenlijke musea van Schouwen-Duiveland vormen een nauw samenwerkingsverband. Zij geven een even divers als samenhangend beeld van het cultureel erfgoed van Schouwen-Duiveland. Samenwerking krijgt gestalte binnen het Platform. Het Platform is een dynamische organisatie die: •
binnen de provincie een voortrekkersrol wil vervullen inzake het culturele erfgoed van Schouwen-Duiveland
•
binnen de gemeente Schouwen-Duiveland zich sterk maakt voor een krachtige culturele stempel en
•
in de samenwerkingsrelaties buiten de regio (zowel met overheden als met collega-musea) een betrouwbare en collegiale partner is.
•
de opmaat is voor de vernieuwde museumorganisatie op SchouwenDuiveland.
Het Platform streeft vooral behoud, verbetering en waar haalbaar/noodzakelijk uitbreiding na van de collecties, en de onderlinge afstemming hierover. Met nadruk wil het Platform zijn publieke functie waarmaken door het publiek, zoveel mogelijk, van dienst te zijn. Inwoners van Schouwen-Duiveland en de provincie Zeeland zijn ‘trots’ op hun musea en vrijwilligers zijn heel graag bereid hiervoor de handen uit de mouwen te steken, terwijl het bedrijfsleven het belang van de musea en het Platform erkent en steunt.
Eenheid in diversiteit
25
Gezamenlijk foldermateriaal, de website en een tijdschrift ondersteunen het gewenste imago van de gezamenlijke musea. Actie • In 2007 wordt het realiseren van een gezamenlijk tijdschrift op haalbaarheid getoetst • Afhankelijk van die toetsing verschijnt in 2008 het eerste nummer van dat tijdschrift • Een museale website wordt professioneel bijgehouden
D. Collectie: beschrijving, beheer , behoud en onderzoek Een museumproduct van (hoge) kwaliteit is uitsluitend mogelijk bij een professioneel beheer van de collectie. De collectie is immers het vertrekpunt van alle museumactiviteiten en vormt de basis van de identiteit van het museum. Daarnaast schept de financiële waarde van de collectie een grote verantwoordelijkheid ten aanzien van het beheer en het behoud ervan. Naast deze geldelijke waarde is er natuurlijk de culturele en kunsthistorische waarde. Een belangrijk doel is het zoveel mogelijk in stand houden van objecten die voor Schouwen-Duiveland van cultuurhistorisch belang zijn. De musea doen dat via hun collecties en vanzelfsprekend is ieder museum trots op haar collectie. Het klinkt wellicht paradoxaal, maar de omissies in de collecties zijn van even groot belang als de collectie zelf. Daarnaast bestaat er, op sommige onderdelen, overlap tussen de collecties. Om ‘eenheid in diversiteit’ te bewerkstelligen is het noodzakelijk om, via herverdeling, deze overlap uit te bannen. Alleen dan is het mogelijk de musea een krachtiger identiteit te geven. Het is daarom nodig om de collecties zorgvuldig te registreren. Actie • Een werkgroep uit het Platform inventariseert welke kunstvormen niet museaal beschikbaar zijn (zoals moderne kunst) en adviseert over de mogelijkheden dit alsnog te realiseren. • Elk individueel museum maakt een overzicht van de hiaten in de collectie, dat wil zeggen objecten die men graag zou willen toevoegen aan de eigen collectie. Deze lijst wordt opgemaakt op basis van relevantie. • Het Platform maakt een overzicht van de overlappingen in elkaars collecties. • De besturen van de musea worden verzocht om hun “identiteit” in vijf regels vast te leggen.
26
Eenheid in diversiteit
• De besturen van de musea wordt gevraagd actief mee te werken aan versterking van de identiteit van alle musea, hetgeen betekent de bereidheid om eventueel objecten uit eigen • collectie af te staan aan een ander museum en visa versa. • Objecten die wel een bijdrage leveren aan de profilering van de cultuurhistorische identiteit van Schouwen-Duiveland, maar niet door de musea zijn ingezet in een eigen presentatie, worden geïnventariseerd en onder coördinatie van het Platform in bruikleen afgestaan aan belangstellende collega-musea. Een en ander geschiedt volgens de richtlijnen ICN (Instituut Collectie Nederland) op basis van de Leidraad voor het Afstoten van Museale Objecten (LAMO).
Collectiebeheer Voor een optimaal behoud van de collectie voor huidige en toekomstige generaties en een efficiënt en effectief gebruik is een duurzaam en adequaat collectiebeheer noodzakelijk. Duurzaam als het gaat om waarden van licht, temperatuur en luchtvochtigheid, en adequaat als het gaat om het treffen van de juiste maatregelen op dit gebied. Collectiebeheer bestaat natuurlijk ook uit een doeltreffende en duurzame wijze van collectieregistratie, de wijze waarop beschikbare depots zijn/worden ingericht, de objecten bewaard worden en – waar nodig – het actief conserveren en restaureren van objecten. De meeste musea maakten de laatste jaren een belangrijke inhaalslag wat betreft de fysieke zorg voor de collectie. Er is een begin gemaakt met de collectieregistratie en er is aandacht besteed aan het optimaliseren van klimaatbeheersing. Toch kunnen we nog lang niet tevreden zijn. Nog steeds is het onduidelijk in hoeverre het toekomstige depot in het stadhuismuseum plaats kan bieden aan objecten van de andere musea en in een aantal gevallen zijn er nog problemen / onzekerheden met betrekking tot de klimaatbeheersing. Er zijn dus nog genoeg omstandigheden die bedreigend kunnen zijn voor het voortbestaan van de collectie. In een collectieplan moet duidelijk staan welke maatregelen er nodig zijn om een en ander te optimaliseren. Actie • Het Collectieplan musea Schouwen-Duiveland is in 2008 afgerond.
Eenheid in diversiteit
27
Documentatie en onderzoek Bevordering van professionele en amateuristische uitoefening van geschiedkundig onderzoek van de regio, is een museale taak. Het gemeentearchief biedt de basis voor geschiedkundig onderzoek. Tot de kerntaak van een museum behoort ook het doen en het stimuleren van wetenschappelijk onderzoek over het lokaal en regionaal cultureel erfgoed in samenwerking met het gemeentearchief.
Museumregistratie In aansluiting op de landelijke ontwikkeling en provinciale beleidsvoornemens zullen tenminste vier musea op Schouwen-Duiveland op korte termijn moeten voldoen aan de kwaliteitseisen van de Stichting Het Nederlands Museumregister, om zodoende het certificaat “Geregistreerd Museum” te verwerven. Die eis kan overigens niet aan alle musea worden opgelegd, hoewel het werken aan kwaliteit ook een eis is voor niet-geregistreerde musea. Bovendien zal een geregistreerd museum op dit niveau moeten blijven functioneren om na vijf jaar voor herijking in aanmerking te komen (de eisen bij herijking zijn inmiddels aangescherpt, onder meer op het gebied van veiligheidszorg). Op Schouwen-Duiveland is momenteel alleen het Streek- en Landbouwmuseum geregistreerd. Het Watersnoodmuseum is voorlopig geregistreerd en de Museumhaven en het Stadhuismuseum bevinden zich nog in het traject dat moet leiden tot registratie.
E. Het realiseren van een slagvaardige en efficiënte Museumorganisatie Om ervoor te zorgen dat in de komende beleidsperiode (2007– 2010) de gewenste beleidseffecten gerealiseerd worden, is het wenselijk dat het huidige platform uitgroeit tot een rechtspersoon ten behoeve van de musea op SchouwenDuiveland. Het huidige Platform, zonder een formele status, zal transformeren in, wat voorlopig heet, de vereniging Musea Schouwen-Duiveland1. Een vereniging die op een efficiënte en slagwaardige wijze de museale belangen vertegenwoordigt van de aangesloten musea op Schouwen-Duiveland. Gelet op de ambities van de musea – die als een rode draad door deze nota lopen – is het gewenst om gericht te gaan werken aan een organisatievorm die
28
Eenheid in diversiteit
de belangen van de musea op Schouwen-Duiveland behartigt. Het gaat hierbij niet om een nieuwe bestuurslaag, maar om de uitbouw van het huidige platform naar een nog in te richten vereniging (van die vereniging is dan elke museumstichting lid). Dit streven sluit in grote mate aan bij het provinciale beleid (zie kader, onderaan deze paragraaf). Leidraad hierbij is: de vereniging stimuleert, schept voorwaarden en ondersteunt de museale taken van de deelnemende musea op Schouwen-Duiveland. De individuele musea blijven onverminderd verantwoordelijk voor de eigen exploitatie. De route naar een vereniging verloopt via twee, bijna parallelle sporen: de gemeentelijke musea zullen verzelfstandigd worden (ontkoppeld van de gemeente, opgaan in een nieuwe stichting, uiterlijk in 2010) en aansluitend zullen dan alle zelfstandige musea participeren in de vereniging Musea Schouwen-Duiveland. Vanzelfsprekend zal het proces van verzelfstandiging van de gemeentelijke musea en, vervolgens, deelname in een nieuwe eilandelijke museumvereniging met zorg gestalte krijgen In plaats van het huidige platform gaan de huidige musea, elk met een vertegenwoordiger, de vereniging vormen. De vereniging moet een krachtig, kwalitatief geluid laten weerklinken in de overtuiging dat één gezamenlijk aanspreekpunt in staat is om de positie van de musea te verbeteren. Het samenbrengen van de musea in één vereniging leidt er toe dat de erfgoedsector zich krachtiger kan formuleren, beter kan inspelen op nieuwe ontwikkelingen, officieel gesprekpartner kan zijn, subsidies aanvragen en het gebruik van erfgoed stimuleren. Het doel van de vereniging is om het gezamenlijke museumbeleid vorm te geven en alle mogelijke steun daarbij aan de deelnemende musea te geven. Uiteraard is het vertrekpunt daarbij de huidige afspraken en de huidige financiering. Dit alles moet leiden tot een slagvaardige en krachtige uitvoering van het museumbeleid zoals omschreven in deze nota. De individuele musea behouden, binnen de gemaakte gezamenlijke afspraken, hun eigen organisatievorm, hun eigen identiteit, hun eigen bestuur plus hun eigen verantwoordelijkheid voor de exploitatie. Eigenheid en uitstraling van de verschillende musea is namelijk essentieel. Een vernieuwde organisatievorm (van platform naar vereniging) mag nimmer ten koste gaan van de betrokkenheid van de vrijwilligers op “locatie”. Deze vrijwilligers – hun aantallen lopen in de honderden – zijn de drijvende kracht van elk museum. Hun betrokkenheid draagt bij aan de identiteit en bestaansrecht van de musea. Diverse musea gaven reeds aan, dat het behoud van voldoende betrokkenheid van vrijwilligers van essentieel belang is, maar een duidelijk vrijwilligersbeleid moet nog gestalte krijgen.
Eenheid in diversiteit
29
Welke weg voert naar de toekomstige vereniging musea Schouwen-Duiveland? Nu al werken de musea samen in het platform musea Schouwen-Duiveland. Dit platform heeft geen formele status en moet worden gezien als een podium waar de musea elkaar informeren en tot werkafspraken komen. Dat laatste betreft vooral gezamenlijke activiteiten rond public relations (folder, website, affiches, passe-partout, open dag enz.) Het platform zal de komende jaren plaats maken voor een vereniging. Binnen het huidige platform (via voorbereidingsgroepen) wordt gewerkt aan de profielschets voor een vereniging alsmede aan de statuten daarvan, waarin de verhoudingen tussen die vereniging en individuele musea zijn uitgewerkt, maar ook de verhouding tussen de gemeente en de vereniging. Actie: • de verzelfstandiging van de gemeentelijke musea is uiterlijk 2010 afgerond (mede gelet op complexe vragen, zoals de collectie-overdracht, dient hierover een aparte nota te verschijnen) • de musea werken zelf en in gezamenlijkheid aan een vrijwilligersbeleid, gericht op de kwaliteitsverbetering van de vrijwilliger en de eigen organisatie (vanaf 2007) • binnen het platform worden de voorbereidingen gemaakt voor de groei “van platform naar vereniging” (gereed in 2010) • daartoe wordt de profielschets voor de vereniging voor Musea op Schouwen-Duiveland opgezet met de bijbehorende afspraken voor de musea, de vereniging en de gemeente. 1
Voorlopig is voor gebruik in deze nota gekozen voor de term ‘vereniging’. Medio 2007 beziet een
werkgroep welke rechtspersoon het beste aansluit bij welke taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de nieuwe museumorganisatie-in-wording.
In ‘Investeren in de Zeeuwse musea, een duurzame kwestie’ – de Uitwerkingsnota provinciaal museumbeleid 2007-2012 – staan enkele aanbevelingen voor het Museumbestel. Wij citeren hier de aanbevelingen nummer 9 en 10: 9. Behoud van de veelal kleine musea in Zeeland door vier federatieve organisatieverbanden. Hierin de (personele) zorg voor locatie overstijgende museumwerkzaamheden onderbrengen: management, promotie, educatie, coördinatie collectiebeheer, tentoonstellingen, gebouwbeheer. Deze museumorganisaties ontvangen een structurele financiële bijdrage van de gemeente(n) waarbinnen zij operatief zijn en provinciale projectsubsidies voor gemeenschappelijke projecten. 10. Naast de instandhouding van de museumkoepels behouden gemeenten hun (financiële) verantwoordelijkheid t.a.v. de individuele musea (en hun collecties) en maken met deze musea aparte afspraken over bijdragen in de museumexploitatie. Leidraad hiervoor is de nakoming van de museale kerntaken. Voor collectieve projecten en provinciale activiteiten blijft de provincie het financiële aanspreekpunt. Dat de musea op koers zullen blijven, is ook een provinciaal beleid.
Eenheid in diversiteit
31
3
Rol van de gemeente
Het realiseren van een zelfstandige museumvereniging betekent niet dat de rol van de gemeente is uitgespeeld. Integendeel. Gemeentelijke ondersteuning zal blijven plaatsvinden op drie niveaus: infrastructureel, financieel en professioneel. Een voorbeeld van infrastructurele steun is het verbeteren van de routing en bewegwijzering in de stad en kernen om de cultuurhistorische en toeristische elementen beter met elkaar te verbinden. Daarnaast verdienen parkeervoorzieningen en bereikbaarheid van openbaar vervoer aandacht. De financiële steun van de gemeente krijgt op twee manieren gestalte. Rechtstreeks aan de individuele musea ten behoeve van de exploitatie in het kader van het Welzijnsprogramma, terwijl daarnaast de museumvereniging die steun ontvangt die nodig is om de museale taken en ambities waar te maken. Maatschappelijk nut en noodzaak maken structurele financiële steun vanuit de gemeente onontbeerlijk. De gemeente onderschrijft dit onverminderd. De huidige financiële ondersteuning vindt plaats op basis van oude, historisch gegroeide afspraken (zie bijlage overzicht subsidies musea), vaak nog stammend uit de periode van voor de gemeentelijke herindeling. Vanaf 2010 moet er een nieuwe financiële structuur en verdeelsleutel in werking treden waardoor harmonisatie van de subsidiegelden plaatsvindt. De huidige verdeling van de subsidiegelden is momenteel onevenredig. De noodzaak voor professionele ondersteuning groeit, naarmate de ambities hoger gaan reiken. Een kleine inhoudelijke staf zal dan ten dienste staan van de musea, onder regie van de nieuwe Museumvereniging. De financiële steun van de gemeente mondt uit in uitvoeringsovereenkomsten met de afzonderlijke musea en met de Museumvereniging met betrekking tot product- en prestatieafspraken.
Actie • Vanaf 2007 treffen de gesubsidieerde musea voorbereidingen om, in overleg met de gemeente, tot prestatieafspraken te komen. • Vanaf 2007 werkt het Platform aan de hand van (meerjaren)beleidsplan en werkplannen. • Vanaf 2008 hanteren gemeente en musea prestatieafspraken.
32
Eenheid in diversiteit
4
Het verrichten van publieksonderzoek Publieksonderzoek is een beleidsinstrument dat bijdraagt aan diverse beleidsdoelen. De belangrijkste manier om de wensen van de bezoeker te integreren in het museumaanbod is het benutten van resultaten uit publieksonderzoek bij toekomstige planvorming. In de aanvangsfase van het te realiseren nieuw museaal beleid is het daarom noodzakelijk publieksonderzoek te starten en de verkregen informatie te gebruiken om de geformuleerde doelstellingen optimaal te kunnen uitvoeren. De Provincie Zeeland maakt zich sterk voor publieksonderzoek in de diverse Zeeuwse gemeenten, omdat zij het van groot belang vindt dat musea in hun aanpak en collectiepresentatie de juiste snaar gaan raken bij de verschillende doelgroepen. Het ligt daarom voor de hand om als Platform financiële ondersteuning te vragen bij de Provincie om op korte termijn met een dergelijk publieksonderzoek te starten. Publieksonderzoek moet de toetssteen zijn voor het te voeren beleid. Daarom is het noodzakelijk om de in deze nota geformuleerde doelstellingen te voeden met de resultaten uit dit onderzoek. Het onderzoek zal moeten resulteren in: •
onderscheid inzichtelijk maken tussen kwaliteit en kwantiteit;
•
een betere doelgroep formulering;
•
duidelijkheid met betrekking tot verwachtingen bezoeker en niet-bezoeker.
Actie • Publieksonderzoek wordt in 2007 voorbereid en uitgevoerd. Dit onderzoek geeft handen en voeten aan de geformuleerde doelstellingen. Dit onderzoek om de twee jaar herhalen. • Er wordt een subsidieverzoek ingediend bij de Provincie om een publieksonderzoek mogelijk te maken.
Eenheid in diversiteit
33
5
Evaluatie
De uitvoering van deze beleidsnotitie is geen vrijblijvende zaak. Om er voor te zorgen dat de organisatie op koers blijft bij de uitvoering van dit beleid zullen de musea jaarlijks de stand van zaken evalueren en rapporteren in een korte rapportage over de vorderingen. Evaluatie gebeurt in eerste instantie vooral aan de hand van kwalitatieve en algemene criteria die iets vertellen over de vorderingen op hoofdlijnen. De gegevens die voortkomen uit het publieksonderzoek zullen hierop tevens van invloed zijn. Vanaf 2008 gelden bovendien de prestatieafspraken als maatstaf voor de jaarlijkse evaluatie. Eerder is al gesteld dat het Platform de opmaat vormt voor de finale realisering van een nieuwe organisatiestructuur van de eilandelijk musea. Dit betekent dat het Platform – van origine ingericht als overlegorgaan – in de komende jaren stapje voor stapje zal uitgroeien naar een krachtiger orgaan met meer verantwoordelijkheden. Zo zullen de voorgenomen acties door het Platform – al naar gelang het soort actie – worden uitgevoerd, begeleid of gecoördineerd, uiteraard in samenspraak met de individuele musea.
34
Eenheid in diversiteit
Beleidsdoelen
Verwacht resultaat
Centrale doelstelling:
•
Aanbieden van een integraal museumproduct van hoge kwaliteit
verhoging totaal aantal bezoekers
•
verlenging verblijfsduur bezoekers
Het realiseren van een adequaat voorzie-
•
differentiatie van de doelgroep
•
inhalen achterstallig onder-
ningen niveau
houd van de museumlocaties en borgen van structureel onderhoud
Het ontwikkelen van aantrekkelijke en
•
toegankelijke presentaties
uitbreiding aantal publieksactiviteiten
•
gezamenlijke activiteiten
•
verhoging herhalingsbezoek
•
verhoging aantal nieuwe bezoekers
•
verhoging aantal bezoekers uit eigen gemeente en regio
Een professioneel beheer en behoud van
•
verhoging scholen bezoek
•
digitalisering en ontsluiting
de museumcollectie
collectie •
evenwichtige groei en gebruik van de collectie (uitwisseling)
•
aantal publicaties uit onderzoek
•
conditie collectie
•
optimale benutting van depot(s)
Het behouden van een sterke reputatie
•
verhoging inzet vrijwilligers
en verbreding binnen de samenleving
•
samenwerking met partners (cultuurtoerisme)
•
waardering uit publieksonderzoek
Het realiseren van een slagvaardige en efficiënte museumorganisatie
•
een organisatievorm waarmee efficiënt en slagvaardig geopereerd kan worden
Bovenstaande beleidsdoelen en resultaten zijn relevant wanneer er eerst een nulmeting plaatsvindt en de resultaten van een publieksonderzoek bekend zijn.
Eenheid in diversiteit
35
6
Planning en uitvoering >>Groeiscenario De Museumnota behelst een groeiscenario. Hieronder geven wij het pad weer op basis van de eerder gememoreerde concrete acties. De in hoofdstuk twee genoemde beleidsdoelen (instrumenten) zijn hieronder opgesomd in de vorm van actiepunten en vervolgens in de tijd geplaatst. Daarnaast staat aangegeven of deze voornemens binnen het bestaande budget (regulier) uitvoerbaar zijn of dat er afzonderlijke voorstellen nodig zijn. Dit beleidsprogramma biedt voldoende richting en houvast om op alle genoemde terreinen de gewenste koersverandering in te zetten. Het is wel noodzakelijk om op een aantal deelterreinen op uitvoerend niveau concrete werkplannen te maken voor de coördinatie en de planning van elke afzonderlijke activiteit.
2006 Actiepunt
Periode waarin activiteit plaatsvindt
Huidige status van de activiteit
Financiën
Wie
Ontwikkeling Museumnota
november 2006
In conceptvorm gereed
Vooralsnog niet van toepassing
Voorbereidingswerkgroep Platform Musea en afzonderlijke museumbesturen
Aanbieding nota aan College van B&W
Januari 2007
Ter beoordeling
Afhankelijk van de te maken beleidskeuzes
College van B&W
36
Eenheid in diversiteit
2007 Actiepunt
Periode waarin activiteit plaatsvindt
Huidige status van de activiteit
Financiën
Wie
Inventariseren achterstallig onderhoud en oplossen m.b.t. gemeentelijke panden
2007
In voorbereiding
Onderdeel gemeentelijk onderhoudsplan Homerun
Gemeente
Particulieren Uitvoering Planmatig onderhoud
In overleg met gemeente 2007
In voorbereiding
Stichting/vereniging Regulier budget Homerun m.b.t. gemeentelijke panden. M.b.t. particuliere eigendommen financiering sponsors, subsidies e.d.
Gemeente
Stichting/vereniging met ondersteuning gemeente
Verkenning rechtsvorm voor nieuwe museumorganisatie
2007
In voorbereiding
Geen
Werkgroep Platform, aangevuld met notariële expertise
Voorbereidingen om te komen tot prestatieafspraken
2007
In voorbereiding
Geen
Platform, gemeente, musea
Opstellen beleids- en werkplan van Platform
2007
In voorbereiding
Geen
Platform, musea
Inventarisatie fysieke toegankelijkheid i.s.m. het klaverblad
2007
In voorbereiding
Vooralsnog niet van toepassing
Museumbesturen en gemeente
Verrichten van publieksonderzoek (per 2 jaar)
2007
In voorbereiding
Provincie zeeland, Gemeente S.D., eigen bijdrage
Platform musea i.s.m. met SCEZ
Netwerk aanpak veiligheidszorg (musea en archief)
2007
In voorbereiding
Provincie zeeland en gemeente (€ 5.000,--)
SCEZ, musea en externe deskundigheid
Ontwikkeling educatieplan en Regionaal netwerk Erfgoededucatie
2007
In voorbereiding
Afzonderlijk voorstel + aansluiting bij CCulture
Platform i.s.m. SCEZ
Collectieregistratie /digitaliseren
2007
In voorbereiding
Provincie Zeeland
SCEZ i.s.m. musea
Eenheid in diversiteit
37
2008 Actiepunt
Periode waarin activiteit plaatsvindt
Huidige status van de activiteit
Financiën
Wie
Collectieregistratie/digitaliseren
2008
In voorbereiding
provincie
SCEZ i.s.m. musea
Vrijwilligersbeleid, programma voor deskundigheidsbevordering
2008
Nog niet van toepassing
Afzonderlijk voorstel
SCEZ en externe deskundigheid
Ontwikkeling presentatie- en communicatieplan
2008
Nog niet van toepassing
Afzonderlijk voorstel
Platform i.s.m. SCEZ
Opstellen collectieplannen (profilering)
2008
Nog niet van toepassing
Afzonderlijk voorstel
Platform i.s.m. SCEZ
Voorbereiding verzelfstandiging Gemeentelijke musea
2008
In voorbereiding
Afzonderlijk voorstel
gemeente
Realiseren uniforme bewegwijzering naar alle musea
2008
Nog niet van toepassing
Afzonderlijk voorstel
Gemeente
Werken volgens prestatie-afspraken
2008
Nog niet van toepassing
Afzonderlijk voorstel
Musea, gemeente
Actiepunt
Periode waarin activiteit plaatsvindt
Huidige status van de activiteit
Financiën
Wie
Vrijwilligersbeleid, programma voor deskundigheid
2009
Nog niet van toepassing
Afzonderlijk voorstel
SCEZ en externe deskundigheid
Ontwikkeling presentatie- en communicatieplan
2009
Nog niet van toepassing
Afzonderlijk voorstel
Platform i.s.m. SCEZ
Uitvoering presentatie- en communicatieplan
2009
Nog niet van toepassing
Afzonderlijk voorstel
Platform i.s.m. SCEZ
Opstellen collectieplannen (profilering)
2009
Nog niet van toepassing
Afzonderlijk voorstel
Platform i.s.m. SCEZ
Uitvoering collectieplan
2009
Nog niet van toepassing
Afzonderlijk voorstel
Musea
Verzelfstandiging gemeentelijke musea
2009
Nog niet van toepassing
Afzonderlijk voorstel
Gemeente
Realisatie depotvoorziening
2009
Nog niet van toepassing
Afzonderlijk voorstel
Platform en gemeente
2009
38
Eenheid in diversiteit
2010 Actiepunt
Periode waarin activiteit plaatsvindt
Huidige status van de activiteit
Financiën
Wie
Uitvoering presentatie- en ontwikkelingsplan
2010
Nog niet van toepassing
Afzonderlijk
Platform en afz. musea
Uitvoering collectieplan
2010
Nog niet van toepassing
Afzonderlijk voorstel
musea
Realisatie depotvoorziening
2010
Nog niet van toepassing
Afzonderlijk voorstel
Platform en gemeente
Oprichting nieuwe museumorganisatie
2010
Nog niet van toepassing
Afzonderlijk voorstel
Musea
Eenheid in diversiteit
39
Bijlage 1
Voor het uitwerken van een presentatieplan is het nog te vroeg. Allereerst dient het publieksonderzoek te hebben plaatsgevonden om zodoende een presentatie te kunnen realiseren die geschikt is voor de doelgroep(en). Het ingang zetten van een educatieplan, is analoog aan de eerdere wensen van de musea, staat hoog op de agenda en dient reeds in 2007 opgepakt te worden.
1. Educatieplan: Aandachtspunten hierbij zijn: •
vaststelling gewenste (leer) effecten
•
beschrijving beoogde doelgroepen
•
aanbod scholen inventariseren
2. Presentatie en Communicatie •
gewenst aantal en soorten publieksactiviteiten
•
verlevendiging van de vaste presentaties
•
gewenst aantal thema’s en tijdelijke tentoonstellingen
•
aanbod voor toeristische pakketten – VVV
•
doelstelling en
•
doelgroep
•
centraal thema
•
keuze communicatievorm en medium
3. Subsidie en Sponsoring •
uitgangspunten museumorganisatie
•
activiteiten/producten (welke komen (buiten de reguliere subsidie) in aanmerking voor sponsoring)
•
meerwaarde voor bedrijfsleven (wat hebben we te bieden)
•
strategie
40
Eenheid in diversiteit
Bijlage 2
De Musea op Schouwen-Duiveland Onderdeel uitmakend van het Platform Musea Schouwen-Duiveland
Brouws Museum
Brouwershaven
Type museum Maritiem/cultuurhistorisch
Karakteristiek Het Brouws Museum is gevestigd in twee historische panden aan de voormalige handels- en vissershaven van Brouwershaven. Het Brouws Museum telt drie expositiezalen, een bibliotheek en een filmzaal. Hierin worden alle aspecten getoond van de relatie die Brouwershaven met de zeevaart onderhield. Zij doet dat aan de hand van authentieke scheepsmodellen, boeiende maritieme schilderijen, topografische kaarten, paskaarten, prenten en markante objecten van de mensen die op de schepen voeren. Het museum is het gehele jaar geopend!
Doelstelling Het Brouws Museum heeft zich tot taak gesteld voorwerpen bijeen te brengen die rechtstreeks of indirect met de geschiedenis van Brouwershaven verbonden zijn. Rechtsvorm Subsidierelatie gemeente Eigendomsvorm Rijksmonument Geregistreerd museum
: : : : :
stichting nee bedrijfseigendom ja nee
Deelcollecties • scheepsmodellen
• topografische kaarten
• paskaarten
• prenten
• nautische instrumenten
• scrimshaw
• collectie Brouwershaven
• schilderijen
• varia
Registratiesysteem Adlib
Eenheid in diversiteit
41
Brusea: Oudheidkamer en Visserijmuseum
Bruinisse
Type museum Maritiem/historisch
Karakteristiek Verleden en heden van een mosselvisser en zijn gezin worden in twee gebouwen in Bruinisse getoond. Aan de ene kant wordt het werk van de mosselvisser belicht door een beeld te geven van de geschiedenis van de schelpdierenvisserij en dan vooral de mosselvisserij die in Bruinisse altijd belangrijk was. Aan de andere kant wordt het leven van de mosselvisser en zijn gezin belicht door een beeld te geven van de inrichting van het huis van een mosselvissergezin rond 1880. De streekdracht die zo typerend was voor Bruinisse wordt er getoond. In juli en augustus worden in de kruidentuin van het museum elke week demonstraties gegeven in het maken van Zeeuwse bolussen en het bereiden van mosselen.
Doelstelling De Stichting Brusea heeft ten doel het in stand houden van het museum en alles daarin wat te maken heeft met de geschiedenis van Bruinisse in de ruimste zin van het woord. Subsidierelatie gemeente Subsidiebijdrage Eigendomsvorm Rijksmonument Geregistreerd museum
: : : :
ja € 13.700 (incl. oudheidkamer) gemeentelijk eigendom Oudheidkamer (ja) , Visserijmuseum (nee) : nee
Deelcollecties • mosselen
• scheepsmodellen
• fossielen
• diversen
• oesters
• watersnoodramp 1911
• huishoudelijke artikelen
• inventaris
• meekrap
• klederdracht
• overige
• speelgoed
Registratiesysteem Pandora
42
Eenheid in diversiteit
Gemeentelijke Musea Zierikzee:
Zierikzee
Stadhuismuseum en Maritiem Museum
Type museum Cultuurhistorisch en maritiem
Karakteristiek De collectie van de Gemeentelijke Musea Zierikzee is ondergebracht in twee monumentale gebouwen, namelijk het (voormalig) Stadhuis en het Gravensteen. Het Stadhuis (uit 1550) is één van de oudste en mooiste gebouwen van Zeeland. Het bevat onder meer een Vierschaar, een schitterende raadszaal en meerdere fraaie historische kamers. Op de zolder, met zijn karakteristieke open houten dakconstructie, in de torenkamer en de aangrenzende vertrekken komt het glorieuze verleden van Zierikzee weer tot leven. De museale collectie, met vele (cultuur)historische voorwerpen uit Zierikzee, sluit hier goed op aan. Het al bijna 500 jaar oude Gravensteen (de oudste gevangenis van Zeeland) biedt onderdak aan het maritieme deel van de Zierikzeese museumcollectie, met ondermeer één van de oudste scheepsmodellen uit Nederland (1627).
Doelstelling Het verwerven, behouden en beheren van historische voorwerpen die betrekking hebben op Zierikzee, alsmede op de relatie van deze stad met het omringende platteland en de zee. Het bevorderen van de mogelijkheden voor het publiek, de collectie te gebruiken voor doeleinden van studie, educatie en ontspanning. Subsidierelatie gemeente Subsidiebijdrage Eigendomsvorm Rijksmonument(en) Geregistreerd museum
: : : : :
ja ± € 400.000,-gemeentelijk eigendom ja nee
Deelcollecties • persoonlijke voorwerpen
• huishoudelijke voorwerpen
• gereedschappen en instrumenten
• wapens
• bouwwerk en onderdelen van bouwwerken
• sculpturen
• numismatische voorwerpen
• modellen
• afbeeldingen
• archeologische vondsten
• attributen van instellingen en verenigingen
• sport, spel en feest
• vervoermiddelen
Registratiesysteem: Adlib
Eenheid in diversiteit
43
Museum De Burghse Schoole
Burgh-Haamstede
Type museum Historisch
Karakteristiek Het museum bevindt zich in een voormalig schoolgebouw uit de periode 18431916. Er is een klaslokaal in originele staat, ingericht met oude schoolbankjes, lessenaar, kachel en wandplaten uit de tijd van Ot en Sien. Achter de school ligt een Karolingische burg, uit circa 880, waaraan Burgh haar naam te danken heeft. In een lokaal is een expositie over de ringwalburg met maquette en archeologische vondsten. In een ander lokaal worden wisseltentoonstellingen georganiseerd. Daarnaast kan een bezoek worden gebracht aan de kruidentuin.
Doelstelling Het Museum De Burghse Schoole stelt zich ten doel een bijdrage te leveren aan de culturele biografie van Schouwen-Duiveland, waarbij voornamelijk de thema’s school en archeologie van het dorp Burgh onder de aandacht worden gebracht. Het onderwijs tot 1961, wegens de voormalige dorpsschool waarin het museum is gevestigd. Daarnaast archeologie vanwege de achter het museum gelegen vroegmiddeleeuwse ringwalburg, de vroegste geschiedenis van het voormalige eiland. Rechtsvorm Subsidierelatie gemeente Subsidiebijdrage Eigendomsvorm Rijksmonument(en) Geregistreerd museum
: : : : : :
Stichting ja € 13.700,-gemeentelijk eigendom ja nee
Deelcollecties • lezen en taal
• schrijven
• rekenen
• zaakvakken
• godsdienstonderwijs
• tekenen
• handvaardigheid
• lichamelijke opvoeding
• ondersteunende middelen
• rapporten en schoolfoto’s
• schoolbibliotheek
• archeologie
Registratiesysteem Pandora
44
Eenheid in diversiteit
Museumhaven Zeeland
Zierikzee
Type museum Maritiem
Karakteristiek De Museumhaven Zeeland is gevestigd in de Oude Haven van Zierikzee. In het buitenmuseum ligt en aantal scheepstypes waarmee in vroeger tijd werd gevaren in de Zeeuwse Delta. Net buiten de Zuidhavenpoort ligt de scheepsrestauratiewerf (Stads- & Commerciewerf) van het museum. Hierin wordt aan de restauratie van schepen gewerkt. Rond deze restauratie is een presentatie opgebouwd en kunnen via een loopbrug de werkzaamheden bekeken worden. Over de restauratie wordt aan de hand van foto’s, films, tekeningen en tal van voorwerpen uitleg gegeven. In het buitenmuseum is gedurende de zomermaanden in één van de schepen een zomerexpositie met een maritiem onderwerp.
Doelstelling De Stichting Museumhaven Zeeland heeft ten doel het inrichten en beheren van de Oude Haven in de stad Zierikzee als markant stadsbeeld en museumhaven. In de museumhaven wil de stichting vooral historische schepen die voorkwamen in het Deltagebied in de provincie Zeeland verzamelen en behouden. Daarnaast wil de stichting ook voorwerpen verzamelen en behouden die rechtstreeks of zijdelings verband houden met de verzamelde schepen. Subsidierelatie gemeente : ja Subsidiebijdrage : € 18.600,-Eigendomsvorm : boten: Stichting Museumhaven haven/kade e.d.: beheersovereenkomst gemeente scheepsrestauratiewerf: Stichting Renesse Rijksmonument(en) : ja Geregistreerd museum : nee
Deelcollecties • schepen
• scheepsonderdelen
• scheepsmodellen
• oude gereedschappen
• Smit-Bolnes motoren
Registratiesysteem Pandora
Eenheid in diversiteit
45
Streek- en Landbouwmuseum Schouwen-Duiveland
Dreischor
Type museum Historisch (landbouw)
Karakteristiek In het Streek- en Landbouwmuseum Schouwen-Duiveland, gevestigd in de Boerderij Goemanszorg in Dreischor, wordt de geschiedenis van het leven en werken van de bewoners van Schouwen-Duiveland in de eerste helft van de vorige eeuw treffend in beeld gebracht. Het museum is leuk voor kinderen, met name de wisseltentoonstellingen over speelgoed van vroeger en het actief spelen met oude spelletjes van vroeger.
Doelstelling Het museum stelt zich ten doel, het exploiteren van een streek- en landbouwmuseum waarin het leven van de (plattelands) bevolking op SchouwenDuiveland tot uitdrukking wordt gebracht. Het museum wil de bezoekers kennis laten maken met het leven op en rond de boerderij en in de regio, zoals dat in het begin van de vorige eeuw gangbaar was. Het museum wil met de presentatie van de collectie een zo breed mogelijk publiek bereiken en op een zo aantrekkelijk mogelijke wijze presenteren. Rechtsvorm Subsidierelatie gemeente Subsidiebijdrage Eigendomsvorm Rijksmonument(en) Geregistreerd museum
: : : :
Stichting ja € 15.800,-huur van Stichting Goemanszorgbeheer : ja : ja
Deelcollecties • huishouding
• ambachten
• gewassen
• werktuigen
• transport
• dieren en vee
Registratiesysteem Pandora
46
Eenheid in diversiteit
Watersnoodmuseum
Ouwerkerk
Type museum Historisch
Karakteristiek Het Watersnoodmuseum is gevestigd in één van de vier sluitingscaissons, die na het dichten van het laatste dijkgat in 1953 bij Ouwerkerk zijn achtergebleven. De vier caissons en omgeving vormen tezamen het Nationaal Monument Watersnood 1953. Het Watersnoodmuseum brengt in beeld wat er is gebeurd tijdens en na de overstroming in de nacht van 1 februari 1953, met onder meer filmbeelden, veel fotomateriaal en een maquette die de dijkdoorbraken van 1953 toont. Het museum herinnert en herdenkt de grootste natuurramp van Nederland in de recente geschiedenis en de ingrijpende persoonlijke gevolgen.
Doelstelling De stichting heeft ten doel om, middels het in stand houden van het caisson complex te Ouwerkerk als nationaal monument, de herinnering aan de Watersnoodramp van 1953 levendig te houden en de strijd van Nederland tegen het water te belichten. Deze doelstelling tracht de stichting te verwezenlijken door: A) Het inrichten van de caissons en hun natuurlijke omgeving. B) Het houden van exposities, informatiebijeenkomsten, voordrachten en vertoningen in de daarvoor ingerichte caissons. Om de leidraad ‘herdenken, herinneren en weten’ nog meer tot uitdrukking te brengen zijn er vergevorderde plannen alle vier caissons in gebruik te nemen. Subsidierelatie gemeente : ja Subsidiebijdrage : € 4.890,-Eigendomsvorm : erfpacht van Waterschap Zeeuwse Eilanden Rijksmonument(en) : ja Geregistreerd museum : nee
Deelcollecties • caissons en omgeving
• inrichting huiskamer
• beeldmateriaal en geschiedenis
• deelcollectie ‘Ad Petiet’
• klein materieel
• hulpverlening
• memorabilia
• kunst en kunstzinnige uitingen
• maquettes
Registratiesysteem Pandora
Eenheid in diversiteit
47
Legenda
Samenstelling van de werkgroep Museumbeleid drs. Frans Meulenberg, bestuur Museumhaven Zeeland, voorzitter Museumplatform drs. Leo Adriaanse, museumconsulent Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland Ria Geluk, vrijwilliger Watersnoodmuseum mr. Regina Op de Beek, bestuur Stichting Brouws Museum Bert Stuit, beleidsambtenaar Cultuur, gemeente Schouwen-Duiveland Riet van der Weijde, projectleider Plan van Aanpak Gemeentelijke Musea
Samenstelling Platform Musea Schouwen-Duiveland (per 1-12-2006) Frans Meulenberg, voorzitter Platform, Stichting Museumhaven Zeeland Peter Priester, secretaris Platform, Gemeentelijke Musea Zierikzee Riet Bodbijl, Brusea (Oudheidkamer- en Visserijmuseum Bruinisse) Arie Damman (Museum De Burghse Schoole) Ria Geluk, Watersnoodmuseum Anton van Hoek, Streek- en Landbouwmuseum Schouwen-Duiveland Regina Op de Beek, Brouws Museum
Adviseurs/toehoorders Leo Adriaanse, Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland Willem Heibroek, De Meestoof, St. Annaland Bert Stuit, gemeente Schouwen-Duiveland Riet van der Weijde, Gemeentelijke Musea Zierikzee
48
Eenheid in diversiteit
Eenheid in diversiteit
49
Colofon Samenstelling beleidsplan Musea Schouwen-Duiveland Werkgroep Museumbeleid
Fotoverantwoording Watersnoodmuseum
(pagina’s 14, 21, 49)
Streek- en Landbouwmuseum Schouwen-Duiveland
(pagina’s 2, 25)
Brusea: Oudheidkamer en Visserijmuseum
(pagina’s 12, 33)
Gemeentelijke Musea Zierikzee
(pagina’s 10, 22, 39)
Museumhaven Zeeland
(pagina’s 9, 24)
Museum de Burghse Schoole
(pagina’s 8, 30)
Brouws Museum
(pagina 18)
TSTP b.v.
(pagina 34, 36)
Technische realisatie TSTP b.v., Brouwershaven
Januari 2007
50
Eenheid in diversiteit
Eenheid in diversiteit
51
Laan van St. Hilaire 2 4301 SH Zierikzee Postadres: Postbus 5555 4300 JA Zierikzee T
0111 - 45 20 00
F
0111 - 45 24 52
[email protected] www.schouwen-duiveland.nl