BEHOREND BIJ DE JAARREKENING

Bestuursverslag en jaarrekening 2013 Havo Notre Dame des Anges

BESTUURSVERSLAG BEHOREND BIJ DE JAARREKENING

2013

St. Augustinusstichting Havo Notre Dame des Anges Ubbergen

1


Inhoudsopgave 1. Bestuursverslag

3

1.1

Inleiding

3

1.2

Doelstelling van de organisatie

3

1.3

Bestuur en toezicht

3

1.4

Organisatiestructuur

4

1.5

Wijzigingen in de organisatie van ondersteuningsprocessen

5

1.6

Huisvesting en omgeving

5

1.7

Kwaliteitszorg en verantwoording

5

1.8

Klachten

7

1.9 1.9.1 1.9.2 1.9.3

Onderwijs en leerlingen Speerpunten onderwijskundig beleid Passend Onderwijs Overige ontwikkelingen

7 8 8 8

1.10

Onderwijsresultaten

9

1.11 1.11.1 1.11.2 1.11.3

Personeelsbeleid en professionalisering Zaken met een behoorlijke personele betekenis Prognoses leerlingaantallen en personele bezetting in fte’s Academische Opleidingsschool

11 11 12 12

1.12

Beleidsvoornemens

12

2. Financiële gang van zaken in het verslagjaar 2.1

Staat van baten en lasten

13

2.2

Balanspositie per 31 december 2013

14

2.3

Treasury management

16

2.4

Risicoparagraaf

16

3. Slotopmerking

17

2


1. Bestuursverslag 1.1 Inleiding In dit bestuursverslag informeert Havo Notre Dame des Anges alle intern en extern betrokkenen of andere geïnteresseerden over de ontwikkelingen en resultaten gedurende het jaar 2013. Een korte samenvatting: De resultaten van de leerlingen laten voor het derde jaar op rij een positieve ontwikkeling zien. Voor het derde jaar is een bijzondere extra investering gedaan in de professionalisering van het gehele personeel. De financiële resultaten zijn in lijn met de vooraf afgesproken doelstellingen. Het uiteindelijke resultaat is hoger dan begroot hoofdzakelijk in verband met extra inkomsten uit het Nationale Onderwijsakkoord en Herfstakkoord. Er zijn belangrijke verbeteringen aangebracht in de ondersteuningsstructuur op personeel en financieel gebied en op het gebied van ICT. Onderwijskundig is extra aandacht besteed aan de interactie tussen docent en leerling en het gewenste leerklimaat met als doel de motivatie van leerlingen en daarmee de opbrengsten in brede zin te verhogen. Extra aandacht is besteed aan het signaleren en voorkomen van pesten. Bijzondere aandacht is uitgegaan naar de verbinding van school en de maatschappelijke en de natuurlijke omgeving. 1.2 Doelstelling van de organisatie Notre Dame wil als onafhankelijke eenpitter met een eigen bestuur vormgeven aan eigentijds onderwijs dat gericht is op de ontwikkeling van kennis en vaardigheden die voor een succesvolle toekomst van leerlingen noodzakelijk is. Naast aandacht voor cognitieve vaardigheden willen we expliciet ruimte bieden voor de ontwikkeling van creatieve en sociale talenten en groei van het zelfvertrouwen van leerlingen stimuleren. Notre Dame heeft de ambitie zich de komende jaren te ontwikkelen tot een van de beste Havo’s in Nederland. De school heeft een eigen karakter en levert hoge kwaliteit. Een onderscheidend karakter dat aantrekkelijk en stimulerend is voor leerlingen en personeel. Onze positie als kleine, zelfstandige Havo in een in toenemende mate concurrerende omgeving willen we behouden en versterken. De school heeft al jaren ongeveer 570 leerlingen en streeft geen groei van het aantal leerlingen na. Deze grootte geeft bij uitstek de mogelijkheden om de idealen van korte lijnen, elkaar kennen, een veilig en tegelijk uitdagend klimaat te realiseren. Kernwaarden op Notre Dame zijn respect, vertrouwen en ontplooiing. Notre dame is een PBS school (Positive Behavior Support). 1.3 Bestuur en toezicht Het bevoegd gezag van de school wordt gevormd door het bestuur van de Sint Augustinusstichting. In de loop van 2013 is het bestuur in omvang teruggebracht naar vijf personen door het bereiken van de 70-jarige leeftijd van een van de leden. Het bestuur onderschrijft de code good governance van de VO- raad. De scheiding van bestuur en toezicht wordt gerealiseerd doordat het bestuur de toezichthoudende rol vervult en de bestuurlijke verantwoordelijkheid is belegd bij de directeur. De bestaande werkwijze is zorgvuldig beschreven in de statuten van de Stichting. De schoolleiding bestaat uit twee personen, de directeur en een adjunct-directeur. In 2013 is een nieuw directiestatuut vastgesteld. 3


Het bestuur als toezichthoudend orgaan is in 2013 vijf maal bijeen geweest in een formele vergadering waarvan verslag is gelegd. Het bestuur heeft daarnaast twee inhoudelijke thematische bijeenkomsten gehad met de schoolleiding met als onderwerpen de stand van zaken met betrekking tot de organisatieontwikkeling en de professionalisering van het personeel. Het bestuur stelt in dit kader het financiële beleid vast en vraagt de directie regelmatig zich te verantwoorden over het gevoerde beleid en de resultaten. De resultaten worden steeds afgezet tegen de van tevoren vastgestelde doelen. Regelmatig worden eventuele toekomstige risico’s of knelpunten besproken alsmede de wenselijke of noodzakelijke maatregelen die in dat kader zouden moeten worden genomen. Naast het financiële kader, bespreekt het bestuur regelmatig de ontwikkeling van Notre Dame als lerende organisatie en de gerichtheid op de meest optimale ontwikkeling van leerlingen binnen het kader van de huidige maatschappelijke ontwikkelingen. In 2013 heeft het bestuur de volgende besluiten genomen: Gezamenlijk met overige besturen in de regio Nijmegen: - Notre Dame heeft zich aangesloten bij het Convenant Voortijdig School Verlaten. - In samenwerking met de gemeente Nijmegen en Ubbergen en Leerplicht is een nieuw verzuimprotocol vastgesteld. - Er is een overgangsprotocol vastgesteld voor de overgang van leerlingen van VMBO-t naar Havo 4. Besluiten van de St. Augustinusstichting: - Een nieuw directiestatuut is vastgesteld. - De samenwerking met het administratiekantoor OSG (Onderwijs Service Groep) is beëindigd. - Een nieuwe samenwerking is aangegaan met het administratiekantoor AK+. - De samenwerking met het ICT bedrijf LiQit is beëindigd. - Het schoolplan voor 2014 tot 2018 is vastgesteld. - Investering in extra professionalisering van het personeel zal de komende jaren worden voortgezet in de vorm die past bij de ontwikkelingsfase. Financieel: - Begroting voor 2014 is vastgesteld plus een meerjarenoverzicht. - De jaarrekening 2012 is vastgesteld. 1.4 Organisatiestructuur Bij het verzorgen van goed onderwijs en begeleiding is het uitgangspunt spreiding van verantwoordelijkheden binnen de organisatie. Het mandaat voor het ontwikkelen van initiatieven en het uitvoeren daarvan ligt steeds meer bij de docenten en medewerkers die daarbij het meest rechtstreeks betrokken zijn. Er wordt gewerkt met drie docententeams. Er is een team van jaarlaag 1 en 2, een team van jaarlaag 3 en 4 en een team van jaarlaag 5. Elke docent valt onder een teamleider, maar de kern van het team bestaat uit de mentoren van de betreffende jaarlagen en wordt geleid door een teamleider.

4


Er zijn vier clusters (groepen van verwante vakken) die een overkoepelende taak hebben ten opzichte van de vaksecties. Clusters zijn primair verantwoordelijk voor onderwijsinhoud en onderwijsontwikkeling. Elke docent maakt deel uit van een cluster. De clusters staan onder leiding van een clustervoorzitter. Gedurende het verslagjaar had de school gemiddeld 66 personeelsleden in dienst, waarvan 3 teamleiders met een ruime lesgevende taak en 48 docenten. 1.5 Wijzigingen in de organisatie van ondersteuningsprocessen In het verslagjaar hebben enkele belangrijke wijzigingen plaatsgevonden met betrekking tot ondersteunende dienstverlening door externe partijen. Hiermee is een inhoudelijke en financiële verbetering gerealiseerd. De personele en financiële dienstverlening die was belegd bij een extern administratiekantoor is beëindigd en in eigen regie, met ondersteuning van deskundigen, opnieuw opgezet. Het contract met de externe dienstverlener op ICT is beëindigd en vervangen door een nieuwe ICT- partner. De invulling van de facilitaire ondersteuning is in omvang gehalveerd, hetgeen door de eerdere realisatie van de nieuwbouw mogelijk was. Met het oog op toekomstige ontwikkelingen naar gepersonaliseerd leren is de portefeuille leermiddelen apart ondergebracht. 1.6 Huisvesting en omgeving De school heeft in 2011 volledige nieuwbouw gerealiseerd in combinatie met de totale herinrichting van de bijzondere natuurlijke omgeving. Dit laatste is gebeurd in overleg met veel betrokken milieugroepen, buurtgenoten, gemeente en provincie. Leerlingen en personeel zijn buitengewoon tevreden over de gebruiksmogelijkheden en de sfeer in het gebouw. Zowel het gebouw als de omgeving dragen bij aan het creëren van een goede en prettige werken leefomgeving. In het najaar van 2013 is een kunstzinnig openluchtlokaal gerealiseerd, dat voor allerlei onderwijsdoeleinden gebruikt kan worden. Het openluchtlokaal wordt ook gebruikt door buurtgenoten en natuurliefhebbers. Verzoeken van externe partijen om ruimtes binnen de school te mogen gebruiken, zijn gehonoreerd voor zover zij passen bij de doelstellingen van de school en educatieve meerwaarde betekenen voor de leerlingen en/of het personeel. Het betreft hier repetities van koren, bijeenkomsten van natuurgroepen, gemeentelijke bijeenkomsten voor jongeren of ouderen en politieke bijeenkomsten. De school heeft deelgenomen aan de Scholenbouwprijs in 2013 en is bij de laatste 15 VO-scholen geëindigd. Daarnaast heeft de school de regionale Ton Gijsbers Monumentenprijs gewonnen. In 2013 heeft de school zich mogen presenteren bij de landelijke Natuurtop als voorbeeldproject. Als laatste is de school in 2013 voorgedragen voor de Gelderse Prijs voor ruimtelijke kwaliteit en heeft daarbij begin 2014 de publieksprijs gewonnen. 1.7 Kwaliteitszorg en verantwoording Notre Dame streeft ernaar zich voortdurend te verbeteren. Datgene vast te leggen en te verankeren wat goed werkt en te onderzoeken waar verbetering mogelijk of wenselijk is. Daarbij gaan we er van uit dat er een logische samenhang is tussen onze visie, het beleid en de doelen die we ons stellen. In 2013 is een nieuw schoolplan opgesteld voor de periode 2014 tot 2018, waarin uitgebreid is beschreven wat onze speerpunten zijn en welke concrete doelen we willen realiseren.

5


In activiteitenplannen is beschreven wat de opbrengsten voor het schooljaar zouden moeten zijn. In 2013 zijn voor het eerst behalve activiteitenplannen per team, ook activiteitenplannen per cluster opgesteld. De secties hebben verder gewerkt aan de sectieplannen, waarbij veel aandacht is besteed aan het gezamenlijk komen tot afspraken waardoor zo groot mogelijk draagvlak ontstaat voor de benoemde doelen en de wijze waarop die moeten worden bereikt. Kernpunten zijn opbrengstgericht werken en goed omgaan met verschillen. Notre Dame wil opbrengsten definiëren in brede zin. Onderwijsresultaten, cijfers en beoordelingen van werk, vormen een belangrijk deel van de opbrengsten. Naast cognitieve resultaten, vinden we een bredere culturele en maatschappelijke vorming ook van belang. De leerling moet zich persoonlijk optimaal kunnen ontwikkelen ook als opgroeiend jong mens. Dat vraagt om een absoluut veilige en stimulerende leer- en werkomgeving, waarbij de docenten een sleutelrol vervullen. Bij het invulling geven aan goed kwaliteitsbeleid, verzamelen en analyseren wij daarom systematisch twee soorten gegevens. Als eerste de leerlingresultaten plus allerlei cijfermatige gegevens in brede zin. Daarnaast zogenaamd zachtere gegevens, dat laatste door middel van zelfgemaakte vragenlijsten. Daarbij worden meerdere keren per jaar expliciet aan leerlingen vragen gesteld over hun welbevinden, over de interactie in de klassen, de interactie tussen leerlingen onderling en andere relevante zaken. Het snel signaleren en waar mogelijk voorkomen van pestsituaties is hierbij een belangrijk aandachtspunt. In 2013 is het No Blame protocol, dat eerder op school is ontwikkeld, regelmatig met succes ingezet in gesignaleerde pestsituaties. Jaarlijks verzamelen en analyseren we bovengenoemde gegevens. Daarnaast voeren we jaarlijks en periodiek terugkerend enquêtes en onderzoeken uit met als doel in school op alle niveaus het bewustzijn van hoe het gaat te verhogen en de reflectie daarop te stimuleren. Bronnen van informatie zijn o.a. leerlingenquêtes over alle docenten, tevredenheidsonderzoeken onder leerlingen en ouders, de schoolverlaterenquête, de werkdrukenquête onder personeel en diverse gesprekken. Door zicht op de stand van zaken met betrekking tot het wel of niet behalen van gestelde doelen en reflectie op ieders bijdrage daaraan, kan beter worden bepaald of en zo ja welke interventies nodig of wenselijk zijn. Jaarlijks worden gesprekken gevoerd met alle medewerkers, aan het begin van het jaar een doelstellingsgesprek en aan het einde van het schooljaar een beoordelingsgesprek. Daarnaast worden in de loop van het jaar, zowel met leerlingen als met docenten, groepsgewijs en individueel, regelmatig gesprekken gevoerd waarbij expliciet de kwaliteit van onderwijs en begeleiding wordt besproken. Kwaliteitsbeleid betekent voor Notre Dame ook het voortdurend aandacht geven aan de ontwikkeling van de school als lerende organisatie. Vanuit het programma School aan Zet krijgt de school daarbij ondersteuning van experts. In gesprekken met schoolleiding en docenten wordt besproken welk niveau van ontwikkeling de school heeft bereikt op een aantal ontwikkelaspecten en wat goede volgende stappen zijn. In het schooljaar 2012-2013 is voor het tweede jaar met eigen middelen een krachtige extra impuls gegeven aan de professionalisering van het personeel. Daaraan is naast facilitering in tijd, ruimte en middelen, in geld € 180.000,- besteed. We zien constante aandacht voor verdere ontwikkeling en

6


investeren in het verhogen van kennis en vaardigheden van het gehele personeel als belangrijke voorwaarde om de doelen in het schoolplan te kunnen realiseren. Verantwoording Via de site van Vensters voor Verantwoording kunnen allerlei cijfermatige gegevens over de school worden ingezien door direct betrokkenen bij de school (ouders, leerlingen, collega’s) en door andere geïnteresseerden zoals basisscholen, Hogescholen, ondersteuningsinstellingen etc. Via Schoolkompas als onderdeel van Vensters voor Verantwoording kunnen ouders en leerlingen Notre Dame vergelijken met andere scholen. De school legt voorgenomen besluiten ten aanzien van het beleid voor aan ouders en leerlingen in de Medezeggenschapsraad en in de Ouderraad. Verder informeert de school andere betrokkenen bij de school, zoals buurtgenoten, gemeenten en maatschappelijke organisaties, over belangrijke ontwikkelingen of gebeurtenissen en geeft inzicht in afwegingen die worden gemaakt. Binnen school worden de relevante voorgenomen besluiten voorgelegd aan de PMR-leden, worden docenten in een vroeg stadium bij nieuw beleid betrokken en wordt expliciet om inbreng van docenten en overig personeel gevraagd. 1.8 Klachten Klachten van ouders of leerlingen worden zorgvuldig behandeld. De school streeft ernaar om eventuele klachten snel te bespreken en in goed overleg tot een oplossing te komen. Notre Dame heeft twee interne vertrouwenspersonen en een externe vertrouwenspersoon. De school is daarnaast aangesloten bij een bovenschoolse regionale klachtencommissie. In 2013 is geen enkele klacht binnengekomen bij de vertrouwenspersonen of de klachtencommissie. 1.9 Onderwijs en leerlingen In het schoolplan voor de jaren 2014 tot 2018 staat de ambitie op het gebied van onderwijs en begeleiding expliciet beschreven: “Notre Dame streeft ernaar om een veilige en tegelijk uitdagende plaats te zijn, waar leerlingen zich goed kunnen ontwikkelen, vanuit de visie dat elke leerling talent en mogelijkheden heeft.” In de schooljaren 2012-2013 en 2013-2014 heeft de school daarom opnieuw veel aandacht besteed aan het leer- en leefklimaat voor leerlingen en personeel. In dit kader heeft de school zich verder ontwikkeld als Positive Behavior Support school. De ervaringen van de eerste jaren met PBS zijn vastgelegd en gepubliceerd in samenwerking met en onder regie van Fontys Hogeschool. Verder is in het kader van PBS samengewerkt met het Samenwerkingsverband Nijmegen en omgeving, REC Vierland en het Kandinsky College Nijmegen. Er is zowel in scholing van personeel als in een pilot met leerlingen verder gewerkt aan het verhogen van de motivatie van leerlingen door aandacht voor de interactie tussen leerling en docent op grond van een positieve mindset en het geven van feedback vanuit die mindset. Uitgangspunt hierbij is steeds de aanname dat een hogere motivatie zal leiden tot betere resultaten. Er is in 2013 extra aandacht besteed aan het algemene rekenen taalbeleid. Voor zowel rekenen als taal zijn aparte beleidsplannen ontwikkeld om leerlingen in staat te stellen het juiste niveau te bereiken om de komende jaren aan de nieuwe exameneisen te kunnen voldoen. Er is meer aandacht besteed aan de resultaten van de kernvakken Nederlands, Engels en wiskunde in het kader van de nieuwe exameneisen, waarbij leerlingen maximaal een onvoldoende mogen halen voor alle kernvakken samen. 7


Notre Dame heeft zich verder geprofileerd op het gebied van de kunstvakken. Alle expressievakken zijn al jaren als examenvak te volgen. In de derde klas is het vak audiovisueel als extra mogelijkheid voor leerlingen opgenomen in het lesprogramma van de kunstvakken. Daarnaast is het aantal podia uitgebreid, o.a. met een apart danspodium voor leerlingen uit alle leerjaren en een gecombineerd integraal introductieprogramma voor en van klas 1 met een voorstelling van alle expressievakken samen. Bij de bètavakken is het vak Nastech met ingang van schooljaar 2013-2014 ook ingevoerd in klas 2. De inhoud van het vak NLT, Natuur, Leven en Technologie is verder ontwikkeld. Er is in het kader van loopbaanoriëntatie en begeleiding weer aandacht besteed aan de keuze voor bèta. In het algemeen is het gebruik van ICT als hulpmiddel bij het onderwijs toegenomen, bijvoorbeeld door het maken van filmpjes die leerlingen thuis online kunnen bekijken (flipping the classroom). 1.9.1 Speerpunten onderwijskundig beleid Notre Dame heeft verder gewerkt aan het realiseren van een professionele cultuur waarbij aandacht voor de opbrengsten in brede zin en het goed omgaan met verschillen centraal staan. In het schoolplan 2014-2018 staan de doelstellingen uitgebreid omschreven. Door middel van scholing van personeel, gespreksvoering en professionele ruimte voor teams en vakgroepen om eigen doelen te stellen binnen de kaders van het overkoepelende schoolplan, is het bewustzijn in de organisatie van het belang van deze punten verhoogd. Notre Dame gaat er van uit dat wezenlijke veranderingen in onderwijs, die vragen om gedragsveranderingen bij docenten, tijd en aandacht nodig hebben. Speerpunten zijn daarom nooit speerpunt voor slechts een jaar. 1.9.2 Passend Onderwijs In het kader van Passend Onderwijs heeft de school zich verder voorbereid op de invoering hiervan per augustus 2014. Hierbij is nauw samengewerkt met overige besturen in de regio binnen en buiten het Samenwerkingverband regio Nijmegen en omgeving. In het schooljaar 2013-2014 hebben 20 leerlingen extra ondersteuning in de vorm van een rugzakje. Ouders en leerlingen worden in aparte gesprekken voorgelicht over de situatie in het volgende schooljaar. Het personeel is voorgelicht over de ontwikkelingen met betrekking tot passend onderwijs in een tweetal plenaire bijeenkomsten en via schriftelijk informatie en individuele gesprekken waar nodig. Er is een nieuw Schoolondersteuningsprofiel opgesteld. De stap is gemaakt van het denken in termen van “Wat hebben leerlingen?” naar “Wat hebben leerlingen nodig?” Het experiment met de Time Out voorziening voor leerlingen is voortgezet. Belangrijk doel van de Time Out is leerlingen preventief een tijdelijke time out mogelijkheid geven voor een of meerdere lessen per dag gedurende een korte of langere periode, zodat zij aan het reguliere onderwijs kunnen blijven deelnemen. Daarnaast dient de Time Out na de lessen als opvang voor leerlingen die uit de les zijn verwijderd. De Time Out draagt in belangrijke mate bij aan duidelijkheid en zekerheid voor leerlingen die (tijdelijk) extra ondersteuning nodig hebben en daarmee aan een prettige en rustige sfeer in de hele school. Het bestuur heeft zich in 2013 definitief aangesloten bij het bestuur van het nieuwe Samenwerkingsverband Passend Onderwijs regio Nijmegen en omgeving. 1.9.3 Overige ontwikkelingen In het kader van de nieuwe wetgeving op het gebied van alcohol, drugs en roken heeft Notre Dame het beleid hierop met ingang van het schooljaar 2013-2014 aangescherpt. Het nieuwe beleid staat 8


gepubliceerd op de website van de school. Kernpunt van de aanpassing van beleid is dat alcohol verboden is voor leerlingen en personeel bij alle onderwijsactiviteiten en onderwijsgerelateerde activiteiten. Dus ook bij buitenlandreizen, diploma uitreiking, etc. In het schooljaar 2013-2014 worden voorbereidingen getroffen om met ingang van schooljaar 20142015 helemaal rookvrij te zijn. Drugs waren en zijn verboden. De school heeft zich in 2013 aangesloten bij een initiatief van diverse besturen om een pilot uit te voeren op het gebied van leermiddelenbeleid. Deze pilot wordt begeleid door de VO-raad en Kennisnet en ondersteund door het ministerie van OCW. Het is de bedoeling om in de toekomst een flexibelere inzet van leermiddelen mogelijk te maken, waarbij meer recht gedaan kan worden aan de behoeften van leerlingen. Notre Dame heeft hierbij de eerste stappen gezet in de ontwikkeling naar meer gepersonaliseerde vormen van leren van leerlingen. Notre Dame heeft meer activiteiten ontplooid op het gebied van de Gezonde School en zich aangesloten bij de Sustainable Chain Gang, een groep scholen die samenwerken in het kader van duurzaamheid en elkaar daarbij ondersteunen met voorbeelden van good practise. De school heeft in 2013 actief deelgenomen aan bijeenkomsten van School aan Zet en excellentie op Havo. In 2013 zijn er veel verzoeken geweest van andere scholen en besturen landelijk om informatie, voorlichting en onze ervaringen als zelfstandige Havo. In het kader van PBS zijn diverse voorlichtingsbijeenkomsten geweest op Notre Dame. Met het Rhedens College in Dieren en Het Pantarijn in Wageningen is samengewerkt op het gebied van mindset. De talentgroep heeft in 2013 met een zevental talentgroepen van leerlingen een begin gemaakt met het ontdekken en benutten van talent buiten de lessen. In het schooljaar 2013-2014 wordt het plan verbreed naar mogelijkheden in de lessen voor de komende jaren. 1.10 Onderwijsresultaten

Opmerkelijk bij de resultaten: De laatste drie jaar ligt het slagingspercentage van Notre Dame boven het landelijk gemiddelde. De slagingspercentages vertonen een stijgende lijn.

9


Opmerkelijk bij de resultaten: Het gemiddelde van het centraal examen ligt boven het landelijk gemiddelde. Het gemiddelde cijfer voor het centraal examen vertoont een stijgende lijn.

Opmerkelijk bij de resultaten: De cijfers voor het Schoolexamen en het Centraal Schriftelijk Examen liggen in de afgelopen jaren zeer dicht bij elkaar, ze verschillen nauwelijks.

Doorstroomcijfers: Percentage bevorderden, c.q. geslaagden 2010-2011

2011-2012

2012-2013

Klas 1

100%

99%

99%

Klas 2

90%

87%

95%

Klas 3

80%

82%

87%

Klas 4

74%

70%

80%

Klas 5

87%

88%

93%

Opmerkelijk bij de resultaten: In het kader van de nieuwe slaag-zakregeling is de overgangsregeling van 4 naar 5 Havo aangepast en verzwaard. Ondanks de zwaardere normering zijn de doorstroom- en slagingspercentages gestegen. 10


De nieuwe regeling houdt in dat leerlingen maximaal èèn maal een 5 mogen scoren voor de kernvakken (Nederlands Engels en wiskunde). Daarnaast moeten leerlingen gemiddeld voor het schriftelijk examen minimaal 5,5 behalen. 1.11 Personeelsbeleid en professionalisering Notre Dame heeft zich in 2013 verder ontwikkeld als lerende organisatie. Daarbij is actief beleid gevoerd op voortdurende, extra investering in de professionalisering van het gehele personeel. In het financiële jaarverslag is te zien dat de uitwerking van het beleid ook heeft geleid tot een zeer substantiële financiële investering. Om goede resultaten te kunnen behalen en de doelstellingen uit het schoolplan waar te maken, heeft de school goed gekwalificeerde, betrokken en vitale medewerkers nodig. Daarom investeert de school veel in goed personeelsbeleid. Concreet betekende dit naast investeren in professionalisering, het uitvoeren van de jaarlijkse gesprekscyclus met alle medewerkers en voortdurende aandacht voor welzijn en functioneren van iedereen. De jaarlijkse gesprekscyclus bestaat uit minimaal een doelstellingsgesprek en een beoordelingsgesprek per jaar. Daarbij staan het willen afleggen van verantwoording over de taakinvulling en het nemen van verantwoordelijkheid centraal. Functiemix en entreerecht De streefcijfers voor de functiemix voor 2014 voor Notre Dame zijn per augustus 2013 al behaald. De streefcijfers staan benoemd in het formatieplan voor het schooljaar 2013-2014. Het entreerecht in aangepaste vorm, waarbij docenten die structureel meer dan 50 % in de bovenbouw werken automatisch recht hebben op een LD- functie, heeft geen financiële consequenties gehad voor Notre Dame. Het feit dat Notre Dame een tweejarige bovenbouw heeft, speelt hierbij een belangrijke rol. Overzicht functiemix Notre Dame per 01-8-2013 inclusief benoemingen: Tijdelijke aanstellingen van docenten en de volledige aanstellingen van de teamleiders zijn buiten beschouwing gelaten. OP vast reële formatie in fte reële formatie in % Streefcijfers formatie in % vlgs functiemix vereisten

LB 9,2 33,3 38,2

LC 8,2 29,9 23,5

LD 10,2 36,8 38,3

totaal 27,6 100,0 100,0

Het totale percentage LC- en LD functies per 01-08-2013 lag ruim boven het streefpercentage. Volgens de functiemix staat 1% aanstelling in LD gelijk aan 2% aanstelling in LC. 1.11.1 Zaken met een behoorlijke personele betekenis In 2013 is een buitenproportioneel aantal leden van het onderwijsondersteunend personeel getroffen door persoonlijke calamiteiten. Van de in totaal 14 leden van het onderwijsondersteunend personeel hebben 7 mensen daardoor gedurende langere tijd hun werk in het geheel niet of zeer gedeeltelijk kunnen uitvoeren. Naast persoonlijke gevolgen voor de betreffende medewerkers, was de impact op de rest van de organisatie groot. Het gehele personeel, onderwijzend en nietonderwijzend, heeft op een voorbeeldige wijze samengewerkt en taken, anders dan de eigen taken, overgenomen. Hierdoor heeft de school goed kunnen doordraaien met minimale gevolgen voor het 11


onderwijs en de leerlingen. Vandaar een oprecht compliment in dit jaarverslag aan het gehele personeel. 1.11.2 Prognoses leerlingaantallen en personele bezetting in fte´s Prognose leerlingaantallen schooljaar 12-13 klas 1 111 klas 2 120 klas 3 122 klas 4 122 klas 5 91 VAVO 9 totaal

575

Personele formatie schooljaar 12-13 SL vast 2,0 OP vast 29,5 OOP vast 9,4 OP tijdelijk 0,7 OOP tijdelijk 1,8 43,4

prognose 13-14 118 120 120 120 95 5 578

prognose 13-14 2,0 29,4 8,1 0,9 2,0 42,4

1.11.3 Academische Opleidingsschool Notre Dame is sinds 2010 Academische Opleidingsschool in nauwe samenwerking met de Alliantie VO Nijmegen en omgeving. In 2013 heeft de school het opleiden van nieuwe docenten verder verankerd in de bestaande structuren. Hiervoor is zeer constructief samengewerkt met de Alliantie en de Instituten voor Leraar en School van de Hogeschool Nijmegen (ILS - HAN) en de Radboud Universiteit (ILS - RU). Notre Dame ambieert om in de toekomst opleidingsschool te blijven, zowel vanwege de maatschappelijke verantwoordelijkheid die zij wil nemen in het opleiden van nieuwe docenten voor het onderwijs, als vanwege de blijvende krachtige impuls aan de organisatieontwikkeling. Het hebben en verder ontwikkelen van een onderzoekende houding bij zowel leerlingen als personeel is essentieel voor de verdere ontwikkeling als lerende organisatie die leerlingen zo goed mogelijk op de toekomst voorbereidt. 1.12 Beleidsvoornemens Voor alle beleidvoornemens verwijzen we u naar het schoolplan 2014-2018. In het schoolplan staan alle voornemens uitgebreid beschreven. Het schoolplan is te vinden op de website van de school.

12


2. Financiële gang van zaken in het verslagjaar Onderstaand treft u een kort verslag aan van de financiële gang van zaken in 2013. Te beginnen met de Staat van Baten en Lasten. Vervolgens is de balanspositie weergegeven, gevolgd door een overzicht van de financiële kengetallen. In de overzichten is tevens een prognose opgenomen van de jaren 2014, 2015 en 2016. Samen met de risicoparagraaf wordt daarmee tegemoet gekomen aan de Ministeriële Regeling van OCW van 12 december 2013 in verband met wijzigingen in de verantwoording over de toekomstparagraaf.

2.1. Staat van Baten en Lasten Onderstaand is de Staat van baten en Lasten 2013 weergegeven inclusief de referentiecijfers van 2012 en de begroting 2013. Tevens is een raming voor 2014 tot en met 2016 opgenomen. Staat van Baten en Lasten 2013 inclusief meerjarenperspectief 2014-2016 Jaarrekening 2012

Begroting 2013

€

€

Realisatie 2013

Begroting 2014 €

Begroting 2015 €

Begroting 2016 €

Baten 3.1

Rijksbijdragen OCenW

3.2.1

Overige overheidsbijdragen

3.5

Overige baten

-

Baten

3.796.435

3.738.053

3.897.193

3.889.372

3.948.248

3.941.908

6.570

14.000

15.925

4.000

4.000

4.000

219.406

168.191

199.790

203.750

230.000

230.000

4.022.411

3.920.244

4.112.908

4.097.122

4.182.248

4.175.908

Lasten 4.1

Personele lasten

-

3.277.395

3.203.979

3.236.153

3.267.683

3.285.620

3.317.986

4.2

Afschrijvingen

-

112.700

113.971

122.174

114.909

112.191

108.877

4.3

Huisvestingslasten

304.897

255.350

289.043

263.700

265.200

265.200

4.4

Overige instellingslasten

-

735.453

669.839

678.074

674.400

674.400

674.400

-

4.430.445

4.243.139

4.325.444

4.320.691

4.337.411

4.366.463

Totaal lasten Saldo baten en lasten

408.034-

322.895-

212.536-

223.569-

155.163-

190.554-

21.000

Financiele baten en lasten 5.1

Rente baten

31.756

22.071

24.084

22.000

21.000

5.5

Rente lasten

1.793

1.800

972

1.500

1.500

1.500

Financiële baten en lasten

-

31.577

20.271

23.112

20.500

19.500

19.500

Resultaat

-

376.457-

302.624-

189.424-

203.069-

135.663-

171.054-

Toelichting algemeen: Het exploitatieresultaat over 2013 bedraagt € 189.424 negatief ten opzichte van begroot € 302.624 negatief. Een gunstig verschil van € 113.200. De belangrijkste verschillen zijn: 1. Hogere rijksinkomsten met name vanuit het Onderwijs- en Herfstakkoord. De beschikking Extra werkgelegenheid voor Jonge leerkrachten gaf € 38.732 extra middelen. Dit bedrag moet in 2016 en 2017 weer worden terugbetaald. Verder extra aanvullende eenmalige personele middelen groot € 124.897.

13


2. Personele lasten hoger (€ 3.236.153) dan begroot (€ 3.203.979) o.a. als gevolg van hogere werkgeverslasten en meer eigen risico door enkele langdurig zieken. 3. Huisvestingslasten hoger (€ 289.043) dan begroot ( € 255.350) door hoger gebouwen tuinonderhoud. Voor de jaren 2014, 2015 en 2016 is uitgegaan van gelijkblijvende leerlingenaantallen. Dit lijkt mede gezien de grote belangstelling voor het komende schooljaar gerechtvaardigd. De ontwikkelingen met betrekking tot de verwachte leerlingenkrimp in de regio, met name vanaf 2017, wordt kritisch gevolgd. Gedurende enkele jaren is, mede na overleg met de Onderwijsinspectie, een deel van de reserve ingezet ten behoeve van het primaire proces. Voor een beperkte periode zijn de lasten daarom hoger dan de baten. In 2014 zal het minimaal noodzakelijke buffervermogen worden vastgesteld. Dit zal gebeuren na een grondige risico analyse. Dan wordt tevens duidelijk op welk moment baten en lasten weer in balans dienen te zijn.

2.2 Balanspositie per 31 december 2013 Onderstaand is de balans per 31 december 2013 weergegeven met daarnaast de referentiebalans van ultimo 2012. Evenals de verwachte balansposities voor 2014, 2015 en 2016.

Balans per 31 december 2013 inclusief prognose 2014-2016 31-12-2012

31-12-2013

31-12-2014

31-12-2015

31-12-2016

Vaste Activa Gebouwen en terreinen Overige materiële vaste activa Financiële vaste activa

€ € €

658.526 € 397.962 € 508.240 €

758.495 € 344.301 € 508.240 €

722.446 € 449.441 € 508.240 €

686.397 € 391.299 € 508.240 €

650.348 336.471 508.240

Vlottende activa Vorderingen Liquide middelen

€ €

306.481 € 879.411 €

125.770 € 896.746 €

125.770 € 698.066 €

125.770 € 730.074 €

125.770 723.376

Totaal Activa

€

2.750.620 €

2.633.552 €

2.503.963 €

2.441.780 €

2.344.206

Passiva Eigen vermogen

€

2.149.789 €

1.960.365 €

1.757.296 €

1.621.633 €

1.450.579

Voorzieningen

€

190.232 €

247.857 €

321.337 €

394.817 €

468.297

Langlopende schulden

€

-

Kortlopende schulden

€

410.599 €

425.330 €

425.330 €

425.330 €

425.330

€

2.750.620 €

2.633.552 €

2.503.963 €

2.441.780 €

2.344.206

Totaal Passiva

€

-

€

-

€

-

€

-

Toelichting Algemeen: Met ingang van 2013 heeft een stelselwijziging plaatsgevonden en wordt de vordering uit hoofde van de “Regeling overgangssystematiek bij invoering vereenvoudiging bekostiging voortgezet onderwijs” niet langer in de balans opgenomen. Deze vordering (ultimo 31-

14


12-2012 € 234.327) is ten laste van de algemene reserve afgeboekt. De vergelijkende cijfers voor 2012 zijn dienovereenkomstig gewijzigd.

Overige toelichting op de balans: 1. De post materiële vaste activa loopt op. In 2013 is o.a. het buitenlokaal gerealiseerd. 2. In 2013 is in het kader van de regeling “Extra werkgelegenheid voor Jonge leerkrachten” een bedrag groot € 38.732 ontvangen. Dit bedrag moet is 2016 en 2017 weer worden terugbetaald. Voorgesteld wordt hiervoor een bestemmingsreserve te realiseren. Het verloop van de reserve is als volgt:

In onderstaande tabel is het verloop van de financiële kengetallen weergegeven. Daarbij zijn de signaalwaarden vermeld zoals die door de Onderwijsinspectie thans worden gehanteerd. In de kolom daarnaast zijn de (oude) normen van de Commissie Vermogensbeheer Onderwijsinstellingen (CVO) nog weergegeven: Overzicht financiële kengetallen Solvabiliteit (inclusief voorzieningen) Solvabiliteit (exclusief voorzieningen Weerstandsvermogen Kapitalisatiefactor (% van de baten) Buffercapaciteit (%van de baten) Buffercapaciteit in euro's Rentabiliteit Liquiditeit (quick ratio) Liquiditeit (current ratio)

2012 85,1% 78,2% 27,2% 46,7%

-9,4% 2,89 2,89

2013 83,8% 74,4% 20,9% 45,3% 21,4% 887.169 € -4,6% 2,40 2,40

2014 83,0% 70,2% 14,3% 43,2% 15,9% 655.629 € -5,0% 1,94 1,94

2015 82,6% 66,4% 13,0% 41,8% 14,7% 615.994 € -3,2% 2,01 2,01

2016 Signaalwaarde CVO* 81,9% < 30% 61,9% geen norm 11,1% geen norm 40,4% > 60% 12,9% < 5% 540.969 -4,6% 0 - 5% 2,00 0,5 - 1,5 2,00 geen norm

Signaalwaarde VO < 30% geen norm geen norm geen norm <0% 3 jaar negatief geen norm <0,75

*CVO: Commissie Vermogensbeheer Onderwijsinstellingen (Commissie DON) Toelichting op de kengetallen: 1. De solvabiliteit inclusief voorzieningen blijft ondanks een (verwacht) negatief exploitatieresultaat ongewijzigd hoog (83,8%). Dit heeft te maken met enerzijds een verschuiving naar de voorzieningen en anderzijds een afname van het balanstotaal.

15


Zij blijft in 2013 maar naar verwachting ook in de komende jaren ver boven de signaleringsgrenzen van de OCW (groter dan 30%). 2. De solvabiliteit exclusief voorzieningen neemt ten opzichte van 2012 af en zal ook de komende jaren verder dalen tot een verwacht niveau van net boven de 60% ultimo 2016. 3. Het weerstandsvermogen ((Eigen vermogen – materiële vaste activa) / totale baten) neemt verder af. Het relatieve aandeel van de materiële vaste activa in het eigen vermogen neemt toe. Er is geen norm vastgesteld. 4. De kapitalisatiefactor zegt iets over de mate waarin middelen worden ingezet. Indien de totale activa (minus gebouwen en terreinen) te hoog zijn kan dit erop duiden dat er te weinig middelen voor het primaire proces worden ingezet. Zij blijft ruim beneden de oude CVOnorm (60% voor kleine besturen). 5. De buffercapaciteit heeft betrekking op het gedeelte van de liquide middelen dat aanwezig is om restrisico’s (onvoorziene en onbeheersbare financiële risico’s) op te vangen. OCW hanteert een grens van 0%, de commissie DON gaf een minimum van 5% aan. Hieraan wordt ruim voldaan. 6. Rentabiliteit. Deze is nu voor meerdere jaren negatief geweest. Als gevolg van een bewuste keuze om tijdelijk de lasten boven de baten te laten uitstijgen. 7. De liquiditeit voldoet in 2013 en naar verwachting ook de komende jaren ruimschoots aan de signaleringsgrenzen van de onderwijsinspectie.

2.3 Treasury management Alle door de school belegde gelden zijn belegd in obligaties of in op obligaties gebaseerde fondsen, uitgegeven door Nederlandse financiële instellingen en de Nederlandse overheid. In 2013 heeft de stichting conform de regeling “beleggen en belenen” gehandeld, conform het treasurystatuut. Uitgangspunt bij het beheer van de middelen is een optimalisering van zekerheid en renteopbrengsten.

2.4 Risicoparagraaf Onderstaand is een overzicht gegeven van mogelijke onvoorzienbare financiële risico’s. In 2014 zal een nadere risico-inventarisatie en -analyse plaatsvinden. Daarin worden in ieder geval de risico’s onderzocht zoals door de Commissie Vermogensbeheer Onderwijsinstellingen omschreven. Daarbij zal ook onderzoek worden gedaan naar de werking van de belangrijkste beheersmaatregelen, op basis waarvan een minimum buffercapaciteit kan worden berekend. Dit kan als uitgangspunt dienen voor het door het bestuur vast te stellen noodzakelijke buffervermogen.

16


1.

Onvoorziene en onbeheersbare fluctuatie in leerlingenaantal. Het bestuur werkt met een meerjaren leerlingenprognose, waardoor leerlingenfluctuatie als gevolg van toe- of afname van de basisgeneratie tijdig inzichtelijk wordt. Door onvoorziene omstandigheden (een plotseling incident op school) is er altijd een risico van een plotselinge leerlingendaling. Op dit moment zijn geen incidenten bekend. Voor het schooljaar 2014-2015 is er sprake van (zeer) forse overschrijding van het aantal inschrijvingen. Zestig leerlingen zijn uitgeloot. Er is beperkt sprake van een flexibele schil.

2.

Financiële gevolgen van arbeidsconflicten. De gesprekscyclus is op orde, waardoor tijdig signalen (kunnen) worden ontvangen. Er is ontwikkeld en geformaliseerd personeelsbeleid en instrumentarium voor de gesprekscyclus. De dossiervorming is nog voor verbetering vatbaar. Er zijn op dit moment geen lopende conflicten noch zijn er signalen van komende.

3.

Instabiliteit van bekostiging; algemeen. Na het Herfstakkoord en het Nationaal Onderwijsakkoord is half april 2014 een sectorakkoord gesloten. Hieruit vloeit een stijging van de CAOlasten voort (1,2% vanaf 2015; 0,4% voor 2014). Dekking zal naar verwachting komen uit de (vereveningssystematiek van de) loonruimte 2015 welke naar verwachting van de VO raad hoger zal uitvallen. Op de middellange termijn bestaat onzekerheid voor wat betreft de aangekondigde Vereenvoudiging bekostiging. Niet duidelijk is op welke wijze hieraan in de toekomst invulling zal worden gegeven. Wel is eerder al aangegeven dat ingeval van aanzienlijke afwijkingen in de bekostiging er sprake zou zijn van een overgangsregeling.

4.

Instabiliteit van bekostiging; doelsubsidies. Er zijn op korte termijn geen ontwikkelingen te verwachten.

5.

Onvolledige indexatie van de bekostiging. In 2014 zijn in de Materiële vergoeding alsnog de prijsindexaties voor 2011 tot en met 2013 verwerkt. Voor 2014 zelf is deze wegbezuinigd. Onderdeel van het Herfstakkoord is dat het Rijk met ingang van 2015 gestegen loonkosten weer (volledig) gaat compenseren conform de hiervoor in het verleden afgesproken vereveningsystematiek.

3. Slotopmerking Docenten en onderwijsondersteunend personeel hebben ook in 2013 met veel overgave en inzet gewerkt aan het realiseren van de gezamenlijke en individuele doelen. Op basis van respect en vertrouwen in elkaar en in de leerlingen en in goede samenwerking met ouders en andere betrokkenen. Daarvoor spreekt het bestuur hierbij een welgemeend compliment en woord van dank uit. Dank ook aan alle betrokkenen bij de school voor hun bijdrage aan Notre Dame in 2013, op welke wijze dan ook. Als laatste past een dankjewel aan alle leerlingen, zij maken uiteindelijk door hun mooie en eigen inbreng Notre Dame tot de school die het is.

17

BEHOREND BIJ DE JAARREKENING

Recommend Documents