Behandeling van heuposteonecrose
Aanleiding operatie
In overleg met uw arts heeft u besloten tot een heupoperatie waarbij bot getransplanteerd wordt naar de heupkop (bone impacted grafting). Dit gebeurt op afdeling Orthopedie van het Radboudumc. In deze folder vindt u uitleg over de aanleiding voor de operatie, de operatie zelf en de nabehandeling. Mocht u na het lezen van deze informatie nog vragen hebben dan kunt u altijd terecht bij uw behandelend orthopaedisch chirurg, zaalarts, fysiotherapeut of verpleegkundige.
Door een aantal factoren kan de bloedvoorziening naar de heupkop stoppen, waardoor een stukje afsterft. In het begin van de aandoening blijft de kop zijn sterkte behouden, totdat het lichaam het dode bot gaat opruimen en vervangen door nieuw jong en gezond bot. In deze fase wordt het bot zwakker omdat het nieuwe jonge bot aanvankelijk niet dezelfde sterkte heeft als oud bot. Onder invloed van de normale belasting zakt de heupkop nu langzaam in. Aangezien de patiënt met heupkopnecrose meestal erg jong is, wordt bij voorkeur niet gekozen voor een totale of gedeeltelijke heupprothese maar voor een heupkopsparende operatie zoals de ‘bone impacted grafting’. Een heupprothese heeft namelijk een gemiddelde levensduur van vijftien tot twintig jaar en met een heupprothese kan de patiënt niet alles doen. Aangezien Bone Impacted Grafting (BIG) nog niet zo lang bestaat is nu nog niet zeker hoe lang het effect van deze operatie stand houdt. Wel is het zeker dat de osteonecrose in een vroeg stadium vrijwel helemaal kan worden genezen en in een later stadium tot stilstand kan worden gebracht. Dit biedt veel tijdswinst voordat u eventueel toch een heupprothese krijgt.
Oorzaken
Een van de bekendste oorzaken van het afsterven van de heupkop (heupkopnecrose) is prednisongebruik. Dit medicijn wordt bijvoorbeeld gegeven bij orgaantransplantaties, astma, ziektes van het immuunsysteem of ernstige reuma. Overmatig alcoholgebruik is ook een belangrijke oorzaak. Heupkopnecrose kan ook ontstaan na een breuk van de heup in de hals net onder de heupkop, omdat hierbij de bloedvaatjes naar de heupkop beschadigen. De leeftijd waarop het heupkopnecrose (osteonecrose ontstaat, ligt meestal tussen de twintig en vijftig jaar. In zestig procent van de gevallen is de oorzaak van osteonecrose echter niet te achterhalen.
1
Bekken Dood bot (A)
Gezond bot voor transplantatie (B) Luikje (C) zitbeen
Verder uitruimen holte ter voorbereiding op transplantaat
2
Eigen gezonde bot wordt in gebracht (B) Transplantatie donorbot
Afsluiting met ‘eigen luikje’ (C)
3
2
In tegenstelling tot andere operaties heeft deze ingreep geen negatieve invloed op het eventueel plaatsen van een heupprothese in de toekomst.
crème zorgt ervoor dat het te opereren gebied niet goed gedesinfecteerd kan worden. Sieraden, piercings etc. Nagellak, make-up, contactlenzen, bril, gebitsprotheses en sieraden (ook piercings) mag u niet dragen tijdens de operatie. Indien u acryl- of gelnagels heeft, dient u deze vóór de operatie van de wijsvinger te laten verwijderen. Medicijnen De anesthesioloog bepreekt met u welke medicijnen u mag blijven gebruiken en welke u moet stoppen. Indien u bloedverdunners gebruikt, overlegt uw behandelend arts met u of u deze kunt door gebruiken of moet stoppen. Heeft u hierover vragen, stel ze dan aan uw behandelend arts. Veiligheid Rondom uw operatie zijn diverse veiligheidsmomenten ingebouwd. Vlak voordat de operatie van start gaat wordt bijvoorbeeld door het gehele operatieteam een zogenaamde ’Time out’ genomen. Tijdens dit controlemoment wordt uw naam, geboortedatum en het te opereren lichaamsdeel en de operatiebenodigdheden gecontroleerd.
Voorbereiding operatie
Anesthesie Omdat de ingreep onder anesthesie (verdoving/narcose) gebeurt, brengt u vooraf een bezoek aan het preoperatieve spreekuur van de anesthesioloog. Tijdens dit gesprek wordt uw algehele gezondheidstoestand beoordeeld. Indien nodig worden aanvullende onderzoeken afgesproken. Ook krijgt u uitleg over de mogelijke vormen van anesthesie en de gang van zaken rondom de operatie. Informatie over de anesthesie, het nuchter zijn, de Verkoeverafdeling en de pijnbehandeling vindt u ook in de folder ‘Behandeling of onderzoek onder anesthesie’. Scheren Het is van groot belang dat u vijf dagen voor de geplande ingreep het gedeelte van het lichaam waar u wordt geopereerd niet scheert met een scheermes. Dit vermindert het risico op een infectie. Als de chirurg scheren noodzakelijk acht, gebeurt dit op de operatiekamer. Vette crème Wilt u op de dag van de operatie geen gebruik maken van vette crèmes? Vette
Operatie
Tijdens de operatie wordt het zieke en dode bot verwijderd. Dit gebeurt via een ongeveer 10 cm lange snee aan de
3
om op te vullen en nieuwe stevigheid in de ‘nieuwe’ heupkop aan te brengen. Tot slot wordt het luikje (C) weer teruggeplaatst waar het aan het begin van de operatie werd verwijderd. Eigenlijk begint nu de reparatie pas. De genezing van het getransplanteerde bot kan vergeleken worden met een botbreuk. Het moet door onder andere een goede bloedvoorziening aan elkaar groeien en op die manier genoeg stevigheid krijgen om uw lichaamsgewicht te dragen.
zijkant van het bovenbeen. Na het maken van een luikje (C op de tekening) in het bot wordt met een holle boor met een doorsnede van ongeveer 15 mm een pijpje bot voorzichtig verwijderd. De top van dit pijpje met het zieke / dode bot (A op tekening 1) wordt naar de patholoog-anatoom gestuurd om te proberen de oorzaak van de aandoening te achterhalen. De rest van het bot in het pijpje is gezond bot dat later in de procedure gebruikt wordt voor transplantatie. (B op tekening 2). Vervolgens holt de orthopaed het zieke deel van de heupkop verder uit. Ook dit bot wordt bewaard. De wanden van de holte worden schoongemaakt en voorbereid op het transplantatiemateriaal. Eerst wordt het gezonde eigen bot gebruikt om de ontstane holte op te vullen boven in de heupkop onder het kraakbeen (B op tekening 3). Het bot of beter gezegd de botblokjes worden stevig aangeklopt (geïmpacteerd). Een goede sterkte onder het kraakbeen van de heupkop is belangrijk, aangezien dit het dragende deel van de heup is. Nadat al het bot van de patiënt zelf is gebruikt wordt de rest van de holte opgevuld met donorbot. Dit bot komt van de botbank, wordt tot blokjes verwerkt en net als het eigen bot flink aangeklopt
Na de operatie
Na de operatie moet u drie tot vijf dagen bedrust houden. Dit is vooral nodig om de wond de gelegenheid te geven om het genezingsproces op te starten. Het gaat hierbij niet alleen om de wond in uw huid maar vooral ook het dieper gelegen gedeelte in uw heup en bovenbeenbot. In de wond laat de arts een wonddrain achter om wondvocht af te laten lopen. Deze wordt enkele dagen na de operatie verwijderd. Soms blijkt tijdens de operatie dat het afstervende bot een ontsteking heeft veroorzaakt. Daarom kan het nodig zijn om enkele dagen uit voorzorg via een infuus met antibiotica toe te dienen. Het bot heeft tijd nodig om in te groeien voordat het sterk genoeg is om weer op te staan. Daarom mag u de eerste drie
4
Naar huis
maanden niet volledig met uw gewicht op het been steunen.
Door het gebruik van krukken bent u thuis onthand. Het kan daarom nodig zijn vrienden en familie in te schakelen voor boodschappen, huishoudelijk werk en dergelijke. Misschien moet er gekeken worden naar hulp van de Thuis-zorg. Probeert u hier voor de opname alvast over na te denken. Dat maakt het regelen van de nazorg een stuk makkelijker.
Fysiotherapie
Na drie tot vijf dagen bedrust wordt u door de fysiotherapeut of de verpleging voor het eerst weer op de rand van het bed geholpen. De eerste keer kan dit wat duizeligheid veroorzaken, dit is normaal en dus geen reden tot ongerustheid. Wanneer uw toestand het toelaat wordt u vervolgens op de been geholpen. Dit mag u letterlijk opvatten omdat u maar op één been volledig mag staan. De voet van uw geopereerde been mag wel de grond aanraken maar hier mag u niet op steunen. Dit heet ‘aantippend’ lopen. Uiteraard is het noodzakelijk dat u hierbij twee krukken gebruikt. De fysiotherapeut leert u gedurende de rest van uw verblijf in het ziekenhuis hoe u veilig kunt lopen, traplopen en in en uit bed en stoel kunt komen. Wanneer deze dingen lukken, kunt u naar huis. Fysiotherapie thuis is in de eerste zes weken na ontslag vrijwel nooit nodig. Alleen wanneer de beweeglijkheid voor de operatie te slecht was kan wel besloten worden voor fysiotherapeutische begeleiding thuis.
Controle
Ongeveer zes weken na de operatie komt u op de polikliniek voor controle. Er wordt een röntgenfoto gemaakt en de beweeglijkheid van de heup wordt met onderzoek beoordeeld. Vervolgens kunt u nogmaals zes weken met twee krukken maar met meer belasting op het geopereerde been lopen. In overleg met uw arts wordt besloten of thuis fysiotherapie gestart wordt om uw looppatroon te verbeteren. De derde maand na de operatie mag u meestal bijna honderd procent belasten. U hebt dan voor de veiligheid nog een of soms twee krukken nodig. Pas achttien weken na de operatie kunt u in principe weer volledig op het been staan.
5
Fietsen, zwemmen en andere bewegingen waarbij niet op de heup gesteund wordt mogen vrij snel hervat worden (meestal na drie maanden). Sporten zoals tennis, zaalsporten en skiën, mogen alleen hervat worden in overleg met uw arts (meestal pas na één tot twee jaar).
Werken en sporten
Uit ervaring blijkt inmiddels dat de meeste patiënten zo’n drie maanden na de operatie hun werk weer voor vijftig procent kunnen hervatten. Uiteraard geldt dit alleen voor patiënten bij wie veel lopen, zwaar tillen en dergelijke geen onderdeel van de normale werkzaamheden zijn.
04-2013-4839
Adres Verpleegafdeling Orthopedie C2 Hoofdingang Geert Grooteplein-Zuid 10 6525 GA Nijmegen Volg route 737, zone C2 Contact 024 - 361 44 90
Radboud universitair medisch centrum