Behandeling liesbreuk bij kinderen
2
Deze folder geeft u informatie over behandeling van de liesbreuk bij uw kind. Zo kunt u zich voorbereiden op het gesprek met de chirurg of na het gesprek alles nog eens rustig nalezen. Een liesbreuk Een liesbreuk is een zwakke plek in de spieren van de buikwand. Door deze zwakke plek komt het buikvlies en wat vetweefsel voor een deel naar buiten. Soms komt er ook een deel van de darmen naar buiten. Dan voelt u een bobbel in de lies van uw kind. Die bobbel kan groter worden als uw kind staat, hoest of perst. Bij kinderen is een liesbreuk meestal aangeboren. Het komt meer voor bij jongetjes dan bij meisjes. De kans is groot dat ook aan de andere kant een aangeboren liesbreuk bestaat. Over het algemeen hebben kinderen er weinig last van. Diagnose en onderzoek Bij het lichamelijk onderzoek kan de arts meestal de diagnose stellen. Aanvullend onderzoek is dan niet nodig. Terwijl uw kind staat, kan de arts de breuk meestal gemakkelijk voelen. Wanneer er sprake is van een liesbreuk, bespreekt de arts met u de operatie. Voorbereiding op de operatie Wij raden u aan om uw kind beetje bij beetje te vertellen wat er voor en na de operatie gaat gebeuren. Vertel uw kind dat het waarschijnlijk een dag moet blijven. Uw kind heeft tijd nodig om die informatie op z’n gemak te verwerken. U bent van harte welkom om van tevoren een kijkje te komen nemen op de kinderdagunit. Uw kind raakt dan al wat vertrouwd met de omgeving. Informatie over eten en drinken voor de operatie en over de verdoving, vindt u in de folder ‘Verdoving (anesthesie) bij kinderen’. Zorgt u ervoor dat uw kind geen sieraden draagt of nagellak op heeft als u naar het ziekenhuis komt?
3
De operatie De operatie wordt uitgevoerd onder algehele verdoving (narcose). De chirurg haalt het breukzakje weg via een kleine operatiewond van twee centimeter. Een van de ouders blijft bij het kind tot het in slaap is gebracht. Ook kan de ouder zo nodig blijven overnachten. Een liesbreukoperatie duurt ongeveer 15-30 minuten. Mogelijke risico’s Geen enkele operatie is zonder risico’s. Bij kinderen ziet u na enkele dagen een blauwe verkleuring in het wondgebied, die is ontstaan door een kleine bloeding. Die verkleuring kan uitzakken naar de basis van de penis en de balzak bij de jongen en naar de grote schaamlip bij het meisje. De verkleuring verdwijnt vanzelf. Voorbereiding voor de operatie Spreekuur anesthesioloog Voor de operatie zijn enige voorbereidingen noodzakelijk, dit wordt ook wel preoperatief onderzoek genoemd. Daarvoor gaat u met uw kind naar het spreekuur van de anesthesioloog. De anesthesioloog schat in welke risico’s in dit geval aan de operatie en de verdoving verbonden zijn en hoe deze kunnen worden verkleind. De anesthesioloog spreekt ook andere voorbereidingen met u af. Bijvoorbeeld over medicijngebruik voor de operatie. Verpleegkundig spreekuur Soms heeft u een gesprek met de verpleegkundige van de afdeling chirurgie-heelkunde. De verpleegkundige stelt u vragen zodat duidelijk wordt welke verpleegkundige zorg uw kind nodig heeft.
4
De verpleegkundige bespreekt met u: • Waar en hoe de opname is geregeld; • De gang van zaken tijdens de opname; • Welke verdere voorbereidingen nodig zijn; • De nazorg: wat u zelf moet doen voor een goed herstel van uw kind; • De vragen die u nog heeft over de behandeling, de voorbereiding en de nazorg; • Wie u wanneer kunt bellen als u nog vragen heeft.
Na de operatie Wondverzorging • Na 48 uur mag u de pleister van de wond verwijderen en mag uw kind weer douchen of kort in bad. De wond is dan voldoende dicht. • Als het gaasje vastzit aan de wond kunt u het onder de douche losweken. • Na het douchen kunt u de wond droog deppen. • Uw kind mag de eerste week niet zwemmen of langdurig baden. • Droog houden van de wond helpt bij een goede wondgenezing • Het is beter om geen afsluitende pleister op de wond gebruiken; deze maken de wond vochtig. Eten en drinken Als gevolg van de operatie heeft uw kind waarschijnlijk weinig eetlust op de dag na de operatie. Dit zal langzaam weer terugkomen. Probeert u er wel voor te zorgen dat uw kind regelmatig een beetje drinkt en iets eet. Na de narcose kan uw kind wat misselijk zijn. Plat liggen is dan het prettigst. Een paar keer overgeven kan voorkomen. Als uw kind blijft braken neem dan contact op met uw huisarts.
5
Wanneer contact opnemen? Neemt u de eerste week na de operatie contact op met het ziekenhuis bij: • hevige pijnklachten die niet verdwijnen; • infectie: wanneer de wond (bij jongens soms ook de balzak) gezwollen is; • een rood en warm wondgebied, als de wond opengaat en/of er wondvocht uitkomt; • een temperatuur hoger dan 38,5 graden kort na de operatie. Tijdens kantooruren belt u de polikliniek chirurgie-heelkunde: (024) 365 82 60. Buiten kantooruren belt u (024) 365 76 57 en vraagt naar de dienstdoende chirurg.
Activiteiten • Gouden regel is dat uw kind langzaam aan weer van alles mag gaan doen en uitproberen, zolang dit geen aanhoudende toename van klachten geeft. • Tot één week na de operatie mag uw kind niet sporten of wilde spelletjes doen. • Wissel de eerste dagen rust en activiteit steeds af, waarbij uw kind geleidelijk aan steeds actiever wordt. • In het algemeen kunt u een week na de operatie alle activiteiten weer doen die u voor de operatie ook kon. Vragen Heeft u nog vragen, stel ze gerust aan uw behandelend arts of de verpleegkundige. Bij dringende vragen of problemen vóór en na uw behandeling kunt u zich het beste wenden tot de polikliniek chirurgie-heelkunde. U kunt ook contact opnemen met uw huisarts. Verhindering Bent u op de dag van de operatie verhinderd, laat dit dan zo snel mogelijk weten. Er kan dan een andere patiënt worden ingepland.
6
7
Adres en telefoonnummer Canisius Wilhelmina Ziekenhuis Weg door Jonkerbos 100 6532 SZ Nijmegen Polikliniek chirurgie-heelkunde Telefoon: (024) 365 82 60 (tijdens kantooruren)
8
G302 / 04-16
Website: www.chirurgie.cwz.nl