BEDRIJFSBEGELEIDING VARKENSHOUDERIJ
2 INHOUDS INFORMATIEBROCHURE
A. Inschakelen van zeugen bij startende bedrijven………………………………………..3 Voeding B.1 Zeugen………………………………………………………………….. 3 B.2 Biggen kraamhokken…………………………………………………….3 B.3 biggen biggenbatterij……………………………………………….……3 B.4 Vleesvarkens………………………………………………………….....4 B. Waterdosering………………………………………………………………………….4 C. Vaccinaties D.Z.1 Snuffelziekte ……….……………………………………………..4 D.Z.2 Colidiarree………………………………………………………..4 D.Z. 3 Parvo en vlekziekte … …………………………………………4 D.Z. 4 PPRS……………………………………………………………...4 D. Meest voorkomende behandelingen in boxenstal…………………………………...…5 E. Meest voorkomende behandelingen in kraamstal………..……………………………5 F.1 Zeugen…………………………………………………………….…5 F.2 Biggen…………………………………………………………….....7 F. Behandelingen van gespeende biggen……………………………………………..…9 G. Behandeling van vleesvarkens……………………………………………………….10 Werkplanning……………………………………………………………………………13 Bronstcontrole…………………………………………………………………………...21 Bevruchting………………………………………………………………………….…..24 Drachtcontrole…………………………………………………………………………..26
3
A).
Inschakelen van zeugen bij startende bedrijven
100 zeugen
1° begindag: 35 zeugen in dekstal van 7,5 - 8,5 mnd + 2 goede zoekberen 2° 5 weken later: 30 zeugen in de dekstal 7, 5 - 8,5 mnd 3° om de 2 –3 weken 10-15 zeugen in dekstal van 7,5 - 8,5 mnd . Rekening houden met vervangingspercentage van 40% op jaarbasis
B) Voeding B.1 zeugen
2 dagen voor aankomst: uitvasten dag van aankomst 0,5 l .voeder meel (1: i.v.m. voederautomaten) elke maaltijd 0,5 l/ voeder meer tot 3 kg (flushen) vanaf inseminatie 2 kg voeder bij 3.- weekse controle: (faling -> flushen) ? na testen (30 d.) 2,5 kg na 75 dagen:3 kg na 95 dagen: 3,5 kg naar kraamhokken: uitvasten 1 dag dag 113 tot werpen minimum dosering of 0,5 kg/d. vanaf werpen + 0,5 kg/dag tot max. (6 – 7 kg/dag) (jz 4 à 5 kg) voorzie voldoende water voor uw geworpen zeugen
B.2 Biggen kraamhokken 0 – 7d: 8 – 14 d: 15 – spen :
water extra voorzien prestarter korrel: heel kleine hoeveelheden vers verstrekken ……. zoals spenen steeds hoeveelheden geven dat voederbak elke dag leeg is
B.3 Biggen bigbatterij a) als gesloten bedrijf spenen tot 17 kg big ………… vanaf 17 kg tot verplaatsing …………
4 b) als open bedrijf (verkoop biggen) spenen tot verkoop ……….. ……….(voor niet gevoelige biggen) Opm. : bij opstart (spenen) : - papje maken brijbak opfok steeds verse papjes voorzien - goed voeder/water ter beschikking stellen
B.4 Vleesvarkens Opzet tot ca 40 – 45 kg: …… Bij te malse varkens vanaf 85 kg: ……..
C) Waterdosering Dekdata – testen: 6 – 10 l ./dag Testen – werpen: 10 – 12 l. /dag Vanaf werpen: ad libitum In warme periodes waterbeperking minimaliseren D) Vaccinaties (dosering alle vaccins: …..dier)
D.Z.1 Snuffelziekte: - basis 6 weken en 2 weken voor werpen (1° worps) - herhalen telkens 2 weken voor werpen (oudere worps) praktisch * 1° van de maand: 15-30 van de maand werpen * 15° van de maand:1-15 van de volgende maand werpen D.Z.2 Colidiaree: vb. …………. - basis 6 weken en 2 weken voor werpen (1° worps) - bij probleembedijven met jonge zeugen aan te raden 10 weken - 6 weken – 2 weken voor werpen - herhalen telkens 2 weken voor werpen tot en met 3° worp praktisch * 1° van de maand: 15-30 maand werpen * 15° van de maand: 1-15 van de volgende maand werpen kan op zelfde moment gebeuren met vac. snuffelziekte D.Z.3
Parvo en vlekziekte: vb………………………………….
Basis 2 keer voor dekken Herhalen: 14 dagen na werpen t.e.m. 3° worp Opmerking: vanaf 3° worp alleen ……. herhalen 14 dagen na werpen D.Z.4
PRRS ………………………………………………
5 E) Meest voorkomende behandelingen in boxenstal 1° zeug eet niet, altijd koorts nemen > 39 – 39,5°C + hoest:........................ ........................ geen hoest: …………. ……………………… >39°C : - spijsverteringsstoornissen 2 maaltijden overslaan en minder voeder geven - bronstig - geen uitwerselen …………………….. en zeug laten wandelen - niets te zien : zeug laten wandelen - eventueel ……………………………….
2° zeug kan niet recht of is mank: ............................................ …………………………… tijdelijk kalkgebrek: …………… 3° zeug heeft hoest……………………….. ……………………….. ………………………… ………………………… 4° zeug diaree: zeug dag uitvasten ……………………………. …………………………….
F) Meest voorkomende behandeling in de kraamstal
F.1 zeugen F.1.a routine behandelingen - na werpen (of tijdens) : …………………. - 14 dagen na werpen :vaccinaties……………………. ……………………………….. - last van uierontsteking na werpen + dag nadien ……………………………………………..
6 F.1.b zeugen eten niet : steeds koorts nemen !!! >39,5° C: - uier voelen: indien harde uier spuiten - ……………… - ……………… - ……………… - ……………… ……………… etterige uitvloei (door eventueel achterblijvend big of nageboorte) : spuiten - ……………….. - ......................... - ......................... - ......................... niets aan te zien spuiten - ………………. - ………………. ernstige longjacht spuiten -
……………….. ………………. ……………….
>39 < 39,5° C: - uier voelen, uitvloei - niets aan te zien: ………………….. - …………………………………….. geen koorts: - teveel eten gehad: maaltijd overslaan -drinkwatervoorziening en opname controleren - zeug kan geen mest maken: …………………………. - spuiten en zeug laten wandelen - …………………… spuiten - zeug mank: ………………………. - …………………………………… - zeug diarree: dag uitvasten - ………………………….. …………………………. F.1.c Zeug te weinig zog: - ………………………………… - ………………………………… F;1.d Zeug te agressief tijdens werpen ……………………. F.1. e Zeug zucht: ………………………………………… F.1.f Zeug laat haar niet zuigen o biggen 1 uur wegnemen o zeug spuiten met …………………………. biggen terug bijlaten
7
F.2
Biggen
F.2.a routine behandelingen 1° dag tandjes knippen 2° à 3° dag:
ijzer spuiten (nooit samen met terramycine.) biggen castreren staartjes couperen bij hoge druk streptococcen: ………………. ev. biggen ringen (SANITEL)
F.2.b Zwemmers: - in stevigheid brengen met leukoplast …………………………………………………. - indien meer dan 50% van de worp zwemt: 1cc Vit AD3E spuiten per big, éénmalig - biggen helpen om te zuigen - leukoplasten tijdig wegnemen om dikke pootjes te vermijden
F.2.c Diaree (coli) - spuiten met …………………………… ……………………………. ………………………….. ………………………………. + zeug spuiten met …………………….. (controle op uiertoestand) + ev. extra infectiedruk alle geboren biggen spuiten met ……………………………………………….. - vetdiarree (14 dagen):- voeder wegnemen + water bijzetten - voeder zeug verlagen - biggen eventueel vitamines spuiten - coccidiostaticum preventief bij de geboorte F.2.d Hoest: - spuiten met ………………………….. ……………………………………….. - ventilatie bekijken - longjacht …….……………… bijgeven
8 F.2.e Dikke gewrichten: - ………………… - ………………… F.2.f Hersenvliesontsteking: ………………………………… …………………………… F.2.g Nagelzweer: …………………………………………… …………………………………………… F.2.h Mank zonder gezwel: …………………………………….
F.2.i Flauwe biggen max. 5 dagen oud…………………………. ……………………….. ……………………….. F.2.j Wondjes: .............................................................................. F.2.k geen diagnose: ……………………………………………
9
G) Behandelingen in gespeende biggen BELANGRIJK, TEMPERATUUR, VOEDERVOORZIENING Temperatuur: spenen 28°C 1 week 26° C 2 weken 24°C verkoop 21°C G.1
Speendiarree
Alle biggen …………………………………
G.2
Slingerziekte
Biggen evenwichtstoornissen, buiktrekkingen, eventueel diarree, Fietsende biggen, uitpuilende ogen - ………………………………………………. - …………………………………………………. - steeds ………………… bijgeven (verwarring hersenvliesontsteking) - steeds biggen helpen om te drinken (later eten)
G.3
Hersenvliesontsteking
Biggen liggen te fietsen met naar achter strekkende kop
-
- .................................................................................. - ................................................................................... - ………………………………………………………. - ……………………………………………………… - steeds biggen helpen met drinken
G.4 Hoest -………………………………………………………… …………………………………………………………… -……………………………………………………………. -longjacht (koortsige biggen)……………………………………………………………..
G.5 Niezen - ………………………………………….
10 -…………………………………………….. G.6 Roetbiggen - .......................................... - .............................................
H) Behandeling van vleesvarkens
Bij ziekte of abnormale sterfte contacteer tijdig uw dierenarts Zorg steeds voor gegarandeerde voorziening van voldoende drinkwater en voeder geef voldoende lucht (geen tocht)
H.1 Routine behandelingen H.1. ontworming:1° bij opzet: ……………………………………. (samen met verdoving) 2° 50-60 kg :……………………………………
H.2
Griep
- virale infectie - alle varkens liggen ernstig ziek - jagen en hebben koorts - meestal met weinig uitval - behandeling: voorkomen van bacteriële ziekten, koorts onderdrukken ………………………………………. ………………………………………. ……………………………………… - varkens beginnen te hoesten naarmate ziekte vordert
H.3 Hoest
steeds ventilatie fouten nazien (zeker bij chronische problemen) - individueel: spuiten: -………………………….. - herhalen na 2 dagen - niet beter………………………………. met longjacht………………. bijspuiten
11 - hokjes met hoest: top- dressing kleine hoeveelheid ……………… bijmengen in de voederbak van de hoestende varkens 3 dagen lang -volledige stal hoest erge gevallen individueel behandelen algemeen: ……………………………………………… Opmerking: wachttijd ………………………………………. ……………………………………….. ………………………………………;
H.4 Diarree Contacteer uw dierenarts
- voldoende drinkwater voorzien (uitdroging) - eventueel voeder afsluiten - spuiten op advies van uw dierenarts H.5 Mank – moelijke gang - …………………………………………………… - gebroken poot of afgestoten hesp -> noodslachting
H.6 Slechte varkens Uit de groep halen en proberen brasvoedering te geven H.7 Agressiviteit – vechten – stressdood Eventueel extra vitamine E en selenium toevoegen
12
HEET WEER!!!
- voederen in koelere momenten - ZEKER VOLDOENDE WATER VOORZIEN - VERSE LUCHT GEVEN - varkens niet opjagen - krengen in koeler moment uithalen om stress toestanden te vermijden Bij ziekte of abnormale sterfte contacteer tijdig uw dierenarts
13
WERKPLANNING
WAAROM WERKPLANNING ?
- goede organisatie van uw werk - weinig verloren stappen - er worden geen werken over geslagen - alle werken worden op tijd uitgevoerd
14 Werkplanning maandag VOORMIDDAG
1.
eten geven in boxenstal + controle (mest, vierkant, eten) eten geven in kraamhokken tandjes knippen + biggen verplaatsen zeugen (s’ochtens niet wegens lange bronst) bronstcontrole gespeende zeugen + 3 weekse niet te laat sperma bestellen algemene controle in kraamstal biggen water en voeder verversen voeder zeugen aanpassen biggen ijzer spuiten ringen van de biggen (+/- 2 – 3 dagen leeftijd) tandjes knippen + verplaatsen mycoplasma vacinatie castratie op 3-4 dagen coccidiose preventie controle in biggenbatterij eventueel voeder aanleggen controle in vleesvarkensstallen eventueel voeder aanleggen aanvullen papieren op kaart in stal
2. 3.
4
5 6 7.
NAMIDDAG
-
zeugen testen op drachtigheid zeugen vaccineren - snuffelziekte - coli -vlekziekte - PRRS
-
zeugen ontwormen om naar kraamstal te gaan zeugen scheren + ontschurften
AVOND
8.
Eten geven boxenstal + controle
9.
Eten geven kraamhokken + controle
10.
Controle biggenbatterijen
11.
Controle vleesvarkensstallen
12.
Bronstcontrole + insemineren best voor voederen rond 16 uur
13.
Controle kraamhokken
14.
Vleesvarkensstallen: ventilatie kleppen op nachtstand bij manuele bedieningen!!!!
15
Werkplanning Dinsdag VOORMIDDAG
1.
eten geven in boxenstal + controle (mest, vierkant, eten)
2.
eten geven in kraamhokken tandjes knippen + biggen verplaatsen
3.
controle in biggenbatterij eventueel voeder aanleggen
4.
controle in vleesvarkensstallen eventueel voeder aanleggen
5.
zeugen insemineren bronstcontrole gespeende zeugen + 3 weekse
6.
algemene controle in kraamstal biggen water en voeder verversen voederzeugen aanpassen biggen ijzer spuiten tandjes knippen en biggen verplaatsen
7.
aanvullen papier – gegevens op kaart in de stal
8.
verkoop van vleesvarkens
NAMIDDAG
-> alle gegevens verzamelen zeugenboekhouding ->alle gegevens in computer steken ->alle ander bureelwerk (facturatie en betalingen) AVOND
9. 10. 11. 12. 13. 14. 15.
Eten geven boxenstal + controle Eten geven kraamhokken + controle Controle biggenbatterijen Controle vleesvarkensstallen Bronstcontrole + insemineren Controle kraamhokken Vleesvarkensstallen: ventilatie kleppen op nachtstand bij manuele bedieningen!!!!
16
Werkplanning woensdag Voormiddag 1.
eten geven in boxenstal + controle (mest, vierkant, eten)
2.
eten geven in kraamhokken tandjes knippen + biggen verplaatsen
3.
controle in biggenbatterij eventueel voeder aanleggen
4.
controle in vleesvarkensstallen eventueel voeder aanleggen
5.
zeugen insemineren bronstcontrole gespeende zeugen + 3 weekse
6.
algemene controle in kraamstal biggen water en voeder verversen voederzeugen aanpassen biggen ijzer spuiten
7.
aanvullen papier – gegevens op kaart in de stal
NAMIDDAG
-> biggen verplaatsen naar vleesvarkensstal -> biggen vaccineren tegen Aujeszky -> biggenbatterij uitspuiten -> voeder bekijken om te bestellen (anders zijn silo’s leeg in het weekend)
AVOND
8. 9. 10. 11. 12. 13. 14.
Eten geven boxenstal + controle Eten geven kraamhokken + controle Controle biggenbatterijen Controle vleesvarkensstallen Bronstcontrole + insemineren Controle kraamhokken Vleesvarkensstallen: ventilatie kleppen op nachtstand bij manuele bedieningen!!!!
17 Werkplanning donderdag Voormiddag 1.
eten geven in boxenstal + controle mest onder de zeugen vegen
2.
eten geven in kraamhokken + controle
3.
controle in biggenbatterij eventueel voeder aanleggen
4.
controle in vleesvarkensstallen eventueel voeder aanleggen
5
algemene controle in kraamstal biggen water en voeder verversen voederzeugen aanpassen biggen ijzer spuiten, + ringen van de biggen ( +/- 2 – 3 dagen leeftijd)
6.
spenen alle gespeende biggen noteren alle biggen uithalen die zwaar genoeg zijn en in biggenbatterij steken kleine biggen terug verzamelen in kraamhokken (al dan niet bij zeug) gespeende zeugen douchen en in groepen in boxenstal steken gespeende biggen eten en drinken geven
7.
aanvullen papier – gegeven op kaart in de stal
8.
gegevens in pc inbrengen
NAMIDDAG
->Kuisen, gangen uitvegen boxenstallen 1x in de week AVOND
9 10. 11. 12. 13. 14. 15.
Eten geven boxenstal + controle Eten geven kraamhokken + controle Controle biggenbatterijen Controle vleesvarkensstallen Bronstcontrole + insemineren Controle kraamhokken Vleesvarkensstallen: ventilatie kleppen op nachtstand, bij manuele bedieningen!!!!
18 Werkplanning vrijdag Voormiddag 1.
eten geven in boxenstal + controle (mest, vierkant,eten)
2.
eten geven in kraamhokken + controle
3.
controle in biggenbatterij eventueel voeder aanleggen
4.
controle in vleesvarkensstallen eventueel voeder aanleggen
5
algemene controle in kraamstal biggen water en voeder verversen voederzeugen aanpassen biggen ijzer spuiten coccidiose preventie ringen van de biggen (+/- 2 – 3 dagen leeftijd) mycoplasma vaccinatie en castratie van biggen op 3-4 dagen leeftijd)
6.
spenen alle gespeende biggen noteren alle biggen uithalen die zwaar genoeg zijn en in biggenbatterij steken kleine biggen terug verzamelen in kraamhokken (al dan niet bij zeug) gespeende zeugen douchen en in groepen in boxenstal steken gespeende biggen eten en drinken geven
7.
rest van de controle in kraamhokken
Namiddag -> kraamhokken uitspuiten -> centrale gang uitspuiten -> zeugen in kraamhok steken ->herstellingen uitvoeren AVOND 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14.
Eten geven boxenstal + controle Eten geven kraamhokken + controle Controle biggenbatterijen Controle vleesvarkensstallen Bronstcontrole + insemineren Controle kraamhokken Vleesvarkensstallen: ventilatie kleppen op nachtstand, bij manuele bedieningen!!!!
19
Werkplanning zaterdag Voormiddag 1.
eten geven in boxenstal + controle (mest ,vierkant,eten)
2.
eten geven in kraamhokken + controle
3.
controle in biggenbatterij eventueel voeder aanleggen
4.
controle in vleesvarkensstallen eventueel voeder aanleggen
5.
rest van de controle in kraamhokken
AVOND
6. 7. 8. 9. 10. 11. 12.
Eten geven boxenstal + controle Eten geven kraamhokken + controle Controle biggenbatterijen Controle vleesvarkensstallen Bronstinductie (beerstimulatie,licht) Controle kraamhokken Vleesvarkensstallen: ventilatie kleppen op nachtstand, bij manuele bedieningen!!!!
20
Werkplanning zondag
VOORMIDDAG
1. 2. 3. 4. 5. 6.
Eten geven zeugen + controle Eten geven kraamhokken Controle biggenbatterij Controle mestvarkensstal Insemineren + bronststimulatie (beerstimulatie,licht) Controle kraamhokken
21
Bronstcontrole 1
JONGE ZEUGEN
Jonge zeugen worden het best op een leeftijd van 5-6,5 mnd aangeleverd in de quarantainestal (uitgezonderd startende bedrijven). Na een maand kunnen de gelten in de zeugenstal gebracht worden naargelang de behoefte. Gelten die reeds bronstig werden in de quarantaine kunnen precies in het schema gepast worden. Andere worden verplaatst naargelang de behoefte. Werkwijze: 2 dagen voor de verplaatsing uitvasten verplaatsen en in boxen plaatsen (of ev. los) flushen: maximum aan voeder geven twee keer per dag bronstcontrole uitvoeren vanaf staande bronst en insemineren zeker zeugjes individueel huisvesten Opmerkingen: mest van zeugen in kraamhok quarantaine stal brengen (besmetting bedrijfsziekten + opbouw antistoffen) 2.
Ideaal tijdstip om zeugen te bevruchten (minimum 8 maand,+/- 135 kg) Voorzie een ruime quarantaine om slechts 4 keer per jaar jonge gelten aan te trekken (besmetting van ziekten) aantal zeugen : 10 (op basis van 40% vervanging per jaar) GESPEENDE ZEUGEN
Vanaf spenen wordt 2 maal per dag bronstcontrole gedaan met goede Zoekbeer (15’ per beurt) 3.
3 - WEEKSE ZEUGEN
Tijdens het automatisch voederen van de zeugen kan men het best de resultaten bekijken van de 3-weekse zeugen. Verdachte zeugen worden aangemerkt. Er moet vooral gelet worden op: Gedrag van de zeug: onrust Slijmerige/etterige uitvloei (vanaf dag 17) Zwelling van de kling Slijmplasjes op de vloer/rooster Verdachte zeugen worden dan tijdens de bronstcontrole Gecontroleerd.
22
4.
> 3 – WEEKSE ZEUGEN
Gedurende het voederen kunnen we het best alle gefaalde dekkingen, verkeerd geteste of geaborteerde zeugen (uitvloei vruchtvliezen of vruchtjes) opsporen door vooral te letten op de symptomen zoals bj de 3-weekse zeugen vermeld. 5.
WAT BEDOELEN WIJ MET BRONSTCONTROLE
De zeugen worden bij voorkeur gecontroleerd op een buitenloop of op een plaats voorzien voor bronstcontrole (niet lang de gang) . De zeugen/gelten gaan in groepen van 5 à 6 samen met een ervaren zoekbeer (voor jonge zeugen een jonge minder zware zoekbeer) buiten voor een 15-tal minuten onder het bewakend oog van de veehouder. Zeugen/gelten die perfect staande bronst vertonen worden uit de groep gehaald en worden naar de inseminatieplaats gebracht. De overige zeugen krijgen verder de kans om met de zoekbeer te onderhandelen. Wanneer het libido van de zoekbeer fel gezakt is, moet beroep gedaan worden op een andere zoekbeer. Voldoende goede zoekberen zijn dus onontbeerlijk op een goed zeugenbedrijf. Bij gelten moet er vooral op gelet worden dat deze tijdens het berijden van de sterkere zoekbeer zich niet kwetsen. Blijf dus steeds bij uw werk. Verdacht 3-weekse zeugen worden slechts een korte periode bij de beer gelaten omwille van de stress bij toch mogelijke dracht. Een goed gecreëerde staande bronst tijdens de bronstcontrole verbeterd de staande bronst tijdens het insemineren. Er zijn best twee goede zoekberen per 100 aanwezige zeugen met minimum van 2, maximum van 6, waarvan minstens 1 jonge. Bij meerwekensysteem meer zoek zoekberen nodig. 1 beer ziet maar 15 zeugen. 6.
BRONSTSYMPOMEN
voorbronst: onrustige zeugen rood gezwollen kling (vooral bij jonge zeugen) bespringen van andere zeugen slijmerige uitvloei bronst: verminderde eetlust vertoont sta-reflex minder gezwollen kling slijmerige uitvloei
23 na bronst: rustiger zeug laat bespringen niet meer toe
7.
KUNSTMATIG INGRIJPEN/ PG 600
Wanneer gespeende zeugen na 10 dagen nog niet bronstig zijn , worden ze behandeld met PG 600. Na 20 dagen nog geen staande bronst krijgt ze terug PG 600. Na 30 dagen nog geen staande bronst = veroordeelde zeug (tenzij bij opstartende bedrijven). Het is wel aangewezen in perioden met moeilijke bronst (voorjaar – najaar) om vitamine concentratie tijdens het spenen in te spuiten, om de absolute aanvoer van de nodige vitamines ruimschoots te voorzien. Voor startende bedrijven is het wel te raden alle eersteworpszeugen PG 600 te spuiten bij het spenen. Om de moeilijkste bronst gemakkelijker te later verlopen. Voor gelten wordt algemeen geen PG 600 gebruik aangeraden tenzij in bepaalde uitzonderingen: - wanneer gelten zeker in een welbepaalde week een onderbreking in het zeugencircuit moet opgevuld worden opvullen (Regumate goed doseren) - wanneer deze jonge zeug reeds 9 mnd oud is en als ze nog - niet bronstig geworden is (heel uitzonderlijk) - wanneer gelt bronstig is maar geen staande bronst vertoont - deze gelt wordt 16 dagen na de vermoedelijke bronst PG 600 - gespoten
24
BEVRUCHTING 1.
Schematisch overzicht van een normale bronst
ideaal tijdstip voor bevruchting
20 uur
40 uur
begin staande bronst
einde staande bronst
60 uur
Het lijkt dus heel simpel om de zeugen correct te gaan Bevruchten. Opmerk.: sommige zeugen zijn langer of minder lang bronstig wanneer begin staand”e bronst ? naarmate verder tijdens bronst, minder afweerstoffen in het geslachtsapparaat van de zeug Bevindingen: zeugen die na 3 à 4 dagen na spenen bronstig zijn hebben meestal langere bronst dan zeugen die na 5 à 6 dagen bronstig komen 2.
eisprong
Wanneer insemineren
Met een goede bronstcontrole lijkt 2 keer insemineren 12 en 24 uur na het vaststellen van de staande bronst een goede manier om uw zeugen drachtig te krijgen wanneer de andere factoren in orde zijn: gebruik van goed sperma op de juiste manier insemineren
25
3.
Hoe insemineren?
De zeug blijft in de box zitten. Voort de zeug wordt een driftige zoekbeer in de box geplaatst. Door een voldoende zware dekzak of eendekbeugel op de zeug te leggen, creëren we een perfecte nabootsing van de situatie van een dekkende beer. De gesteriliseerde pipet (ook andere pipetten) wordt bevochtigd met een weinig sperma als ook de ingang van de vagina. Door een glijdende en links draaiende, licht opgaande beweging van de pipet proberen we het schroefvormig uiteinde van de pipet in de cervix goed vast te draaien. Het terugdraaien van de aanspannende pipet bevestigt de goed geplaatste pipet. We plaatsen de sperma dosis op de pipet en drukken zachtjes aan. Tijdens het ontspannen van de cervix vloeit het sperma rustig in de baarmoeder. Bij terugvloei kan het aangewezen zijn de pipet iets meer aan te spannen . Bij een langdurig gesloten cervix kan het terugdraaien van de pipet een oplossing brengen. Een rustige omgeving, perfect staande zeug en een langzaam maar zekere invloei van het sperma komt zeker de resultaten ten goede. Gemiddeld kunnen 6 à 8 zeugen per uur geïnsemineerd worden.
26
DRACHTCONTROLE Wanneer zeugen na 25 dagen geen falende verschijnselen vertoont hebben, is de kans groot dat de zeug ook werkelijk drachtig is. Om zeker te zijn kunnen we de zeugen vanaf 28 dagen gaan testen met een drachtigheidstester. Zeugen die direct positief testen kunnen als drachtig aangemerkt worden. Twijfelachtige zeugen of negatief testende zeugen worden na 5 weken dracht terug getest. Wanneer ze dan nog niet voldoende positief testen kan men: de zeug met PG 600 behandelen 5 dagen voor 42 dagen dracht en meenemen in de dagelijkse bronstcontrole van uw 3-weekse zeugen, indien niet bronstig, grote kans van dracht meer zekerheidstoestellen gebruiken om een afdoende drachtcontole te kunnen doen: - koptelefoon methode (doppler effect) - echografie Opmerk. :
Er bestaat nog steeds geen zekerheid wanneer uw zeug Drachtig bevonden wordt dat ze werkelijk enkele maanden Later werpt in de kraamstal. Verwerpingen, afgestorven vruchten (smedi) kunnen onopgemerkt voorbijgaan zodat uw zeug later toch leeg blijkt te zijn. Een verdere controle op eventuele verwerpingen, Stille bronsten, groeiende buiken, opkomende typische drachtige klingen zijn zeker noodzakelijk.