7/6/2013
HOWEST BRUGGE
BACHELORPROEF RADIOACTIEVE STOFFEN Onderzoek naar de impact op de Belgische samenleving van spoortransport van radioactief afval in België
Bedrijfsmanagement 3de jaar Logistiek | Romina Vanryckeghem
Woord vooraf Vooreerst dank ik speciaal mijn school Howest te Brugge, alsook mijn lectoren, in het bijzonder mevrouw Willaert Myriam en mevrouw Janssens Viviane. Mijn oprechte dank ook aan de heer Glorieux Eloi, campagneleider van Greenpeace. Hij heeft mij duidelijke en nuttige informatie gegeven tijdens het interview. Hij legde tevens het transportverloop heel goed uit aan de hand van voorbeelden en documenten. Daarnaast wil ik ook Lourtie Guy en Heijens Willy van het FANC, Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle, bedanken voor hun kennisoverdracht. Ik wil mijn dank betuigen aan Imans Jef, secretaris van Regionaal Nucleair Coördinatiecel. Hij maakte tijd voor een gesprek om zo het nucleair spoortransport toe te lichten en het standpunt en functie van RNC hierbij. Ik richt ook een woord van dank aan Van De Maele Hans, manager bij Transrad, Schake Corinna van Bond Beter Leefmilieu Vlaanderen en Fias Pascal die mij via mail gegevens doorgestuurd heeft. Dit geldt ook voor de volgende personen, namelijk Van Dijck Dominique van het Regionaal Sociaal – Economisch Overlegcomité in de Kempen, Dendievel Astrid van het Nuclear Forum en uiteindelijk Sannen Herman, ondervoorzitter van STORA. Ten slotte nog een speciaal woord van dank aan alle mensen bij wie ik een enquête mocht afnemen. Zij waren uiteraard ook een grote hulp voor het vervolledigen van mijn eindwerk.
Romina Vanryckeghem Zwevezele, juni 2013
Pagina 2
Inleiding Ik, Romina Vanryckeghem, ben een studente van de hogeschool West – Vlaanderen, Howest, te Brugge. Daar studeer ik de richting logistiek bedrijfsmanagement. Ik zit namelijk in mijn laatste jaar en in opdracht van mijn school maak ik een eindwerk die verband houdt met mijn richting. Ik heb als onderwerp radioactieve stoffen gekozen, waarbij ik op onderzoek ga naar de impact op de Belgische samenleving van spoortransport van radioactief afval in België. Tot op heden leven we in een wereld waar spoortransport niet meer weg te denken is. De trein vervoert alles, van passagiers tot levende dieren, maar ook bijvoorbeeld radioactief materiaal. Jaarlijks vinden er in België ongeveer 40.000 transporten van radioactieve stoffen plaats, waaronder radioactief spoortransport. Het radioactief spoortransport wordt vooral voor industriële toepassingen gebruikt (inclusief de nucleaire brandstofcyclus), omdat het meestal om zware en omvangrijke colli gaat.1 De reden waarom ik voor dit onderwerp gekozen heb, is heel sporadisch aan het licht gekomen. Er is weinig publieke informatie over nucleair spoorwegtransport. Dit transport kwam vaak via de negatieve hoofdtitels in de krant. Ik had weinig weet van de feiten hieromtrent en wilde hier meer inzicht in krijgen. Daarom was ik gedreven om informatie over dit onderwerp op te zoeken. Met al mijn wilskracht, verdiepte ik mij in dit thema. Zou het mogelijk zijn dat nucleair spoortransport kankers veroorzaakt? Mijn eindwerk is opgedeeld in twee delen. Deel 1 handelt over de radioactieve stoffen. Het is een inleidend stuk van wat precies radioactiviteit inhoudt op het radioactief afval. Wat is de herkomst van radioactief afval en tot welke categorie behoort ze? Welke straling bevat het radioactief afval? Daarna volgt informatie over de instanties en informatieforums die zich hierover inzetten of verantwoordelijk zijn. Reglementering is heel belangrijk in het kader van radioactief afval. Ik bespreek in dit onderdeel wat de aansprakelijkheid inhoudt en hoe de veiligheid verloopt. Er wordt sterk gehamerd op de aansprakelijkheid van de exploitant. Wie is aansprakelijk voor wat indien een ongeval zich voordoet? Ik bespreek ook de specifieke markeringen en verpakkingen die vereist zijn. Aansluitend volgt deel 2 waarin ik op onderzoek ga naar de impact op de Belgische samenleving van spoortransport van radioactief afval in België. Allereerst leg ik het probleem uit. Ik leg in het tweede hoofdstuk de transportsituatie van Frankrijk naar België uit. Het laatste hoofdstuk gaat over de impact van het radioactief spoortransport op de samenleving. Hoe verloopt de communicatie binnen onze landgrenzen? Hierbij bespreek ik de opinies en gedachtegangen van verschillende partijen. Daarnaast neem ik ook de logistieke aspecten van het nucleair spoortransport onder de loep. Ik vorm tot slot een conclusie aan de hand van de vele gesprekken met verschillende actoren en van afgelegde enquêtes van de bevolking.
1
FANC. (2013). Informatiedossier: Vervoer van radioactief materiaal [pdf].
Pagina 3
Lijst met afkortingen A.C.B.
Aanvullende Conventie van Brussel
ALARA
As Low As Reasonably Achievable
ASN
Autorité de Sûreté Nucléaire
BNF
Belgisch Nucleair Forum
CGCCR
Coördinatie – en Crisiscentrum van de Regering
CIM
Convention Internationale concernant le Transport des Marchandises par Chemins de Fer
COTIF
The Convention concerning International Carriage by Rail (Internationaal Spoorwegvervoer)
C.P.
Conventie van Parijs
EPZ
Elektriciteit Productiemaatschappij Zuid – Nederland
ESRV
Elektronisch Systeem voor de Registratie van Vervoerders
FAVV
Het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen
FBFC
Franco – Belge de Fabrication du Combustible
IAAE
Internationale Organisatie voor Atoomenergie
IAEA
International Atomic Energy Agency
INES – schaal Internationale schaal van nucleaire gebeurtenissen IP
Industriële Verpakking
IRE
Nationaal Instituut voor Radio-elementen
IRSN
Institut Radioprotection et de Sûreté Nucléaire
KMI
Koninklijk Meteorologisch Instituut
LSA
Low Specific Activity
ISO
International Organization Standardization
LSC/VCA
Liste de contrôle Sécurité, santé et environnement entreprises Contractantes
MONA
Mols Overleg Nucleair Afval
PBq
PetaBecquerel
PWR
Pressurized Water Reactor
RID
Règlement concernant le transport international ferroviaire des marchandises dangereuses Pagina 4
RNC
Regionale Nucleaire Coördinatiecel
SBP
Stralingsbeschermingsprogramma
SCK – CEN
Studiecentrum voor Kernenergie
SCO
Surface Contaminated Object (Voorwerp met besmetting aan het oppervlak)
STR
Speciale Trekkingsrechten
TS – R – 1
Regulations for the Safe Transport of Radioactive Materials
VSG
Regeling vervoer over de spoorweg van gevaarlijke stoffen
UF6
Uraniumhexafluoride
Pagina 5
Inhoudsopgave Woord vooraf Inleiding Lijst met afkortingen Inhoudsopgave Deel 1: radioactieve stoffen 1.
Radioactief materiaal ............................................................................................................................................ 9
1.1 Wat is radioactiviteit? ........................................................................................................................................... 9 1.2 Het kernenergieproces en kernafval .................................................................................................................. 9 1.3 Opwerking van radioactief afval ...................................................................................................................... 11 1.4 Halveringstijd van radionucliden ..................................................................................................................... 11 1.5 Classificatie van radioactief afval ..................................................................................................................... 12 1.6 Straling ................................................................................................................................................................. 14 1.7 Stralingsbescherming ......................................................................................................................................... 14 2.
Instanties .............................................................................................................................................................. 15
2.1 FANC ................................................................................................................................................................... 17 2.2 NIRAS.................................................................................................................................................................. 18 2.3 Belgoprocess ....................................................................................................................................................... 19 2.4 Synatom ............................................................................................................................................................... 19 2.6 Areva & ASN ........................................................................................................................................................ 21 2.7 Federaal Crisiscentrum ........................................................................................................................................ 21 3.
Belgische informatieforums .............................................................................................................................. 22
4.
Nucleaire spoortransportondernemingen ...................................................................................................... 23
5.
Reglementair kader............................................................................................................................................. 24
5.1 Aansprakelijkheidsregime.................................................................................................................................. 26 5.2 Noodplan ............................................................................................................................................................. 27 5.3 Begeleiding door politiediensten ...................................................................................................................... 27
Pagina 6
5.4 Categorisering van veiligheidszones ................................................................................................................ 28 5.5 Markeren .............................................................................................................................................................. 28 5.6 Verpakking............................................................................................................................................................. 31
Deel 2: Onderzoek naar de impact op de Belgische samenleving van spoortransport van radioactief afval in België 1.
Probleemstelling ................................................................................................................................................. 34
2.
Transportsituatie van Frankrijk naar België ................................................................................................... 36
3.
Impact op de samenleving ................................................................................................................................ 39
4.1 Reactie van burgers ............................................................................................................................................ 41 4.2 Reactie van spoorwegondernemingen & overheid ....................................................................................... 43 4.3 Reactie van Greenpeace .................................................................................................................................... 45 4.4 Input van media.................................................................................................................................................. 50 Conclusie Bijlagen Bijlage 1: klassen van gevaarlijke stoffen ................................................................................................................. 55 Bijlage 2: radiologische categorie van het radioactief afval ................................................................................... 56 Bijlage 3: vergoedingsstelsel van A.C.B. .................................................................................................................. 57 Bijlage 4: Belgische elektriciteitsleveranciers ........................................................................................................... 58 Bijlage 5: toekenning van UN – nummers .............................................................................................................. 59 Bijlage 7: voorbeelden van B – type verpakkingen ............................................................................................... 63 Bijlage 8: radioactieve splijtstofcontainer ................................................................................................................ 65 Bijlage 9: radioactieve afvalcontainer ...................................................................................................................... 66 Bijlage 10: voorbeelden van industriële verpakkingen ......................................................................................... 67 Bijlage 11: trajectkaart spoortransport radioactieve stoffen in België ................................................................. 69 Bijlage 12: verloop van het radioactief materiaal .................................................................................................... 70 Bijlage 13: trajectkaart van Frankrijk naar België ................................................................................................... 71 Bijlage 14: betrokken burgemeesters ........................................................................................................................ 72 Bijlage 15: noodplanzone ........................................................................................................................................... 73
Pagina 7
Referentielijst 1.
Boeken ................................................................................................................................................................. 74
2.
Artikels ................................................................................................................................................................. 74
3.
Pdf bestanden ..................................................................................................................................................... 75
4.
Wetten .................................................................................................................................................................. 76
5.
Websites ............................................................................................................................................................... 77
6.
Andere .................................................................................................................................................................. 80
Pagina 8
Deel 1: radioactieve stoffen 1. Radioactief materiaal Radioactief materiaal2 vindt men overal in de natuur terug. Het komt voor in de bodem, lucht, water en planten. Ook de mens vervaardigt stralingsbronnen. De belangrijkste bronnen, buiten de productie van kernenergie, zijn de medische handelingen, zoals röntgenstralingen, radioactieve medicijnen en bestralingstherapieën voor kankerpatiënten. De grootste bron van radioactief materiaal vormt echter de productie van kernenergie. We leven nu eenmaal in een samenleving die behoefte heeft aan veel energie, waaronder kernenergie. Kernenergie staat in voor 55 % van de elektriciteitsvoorziening in België en zorgt dus voor veel radioactief afval.3 In wat volgt wordt een definitie gegeven van radioactiviteit, een toelichting van het kernenergieproces met bijhorend afval en een bespreking van de verschillende types straling.
1.1 Wat is radioactiviteit? Radioactiviteit is het verval van zware atomen in kleinere atomen. Dit proces kunnen ze niet versnellen of vertragen, het is onvoorspelbaar. Radioactiviteit dooft uit met verloop van tijd en zendt elektromagnetische straling uit.4 Radioactieve straling kan men niet zintuiglijk waarnemen Ze speelt een belangrijke rol in de gezondheidszorg en bij industriële en wetenschappelijke toepassingen.5
1.2 Het kernenergieproces en kernafval Het kernenergieverhaal begint bij de kerncentrales. Het zijn die centrales die elektriciteit opwekken met behulp van kernsplijting van atomen (deeltjes waaruit iedere stof is opgebouwd) in één of meer kernreactoren.6 Kerncentrales maken gebruik van kernbrandstof, namelijk uranium, om warmte te genereren.7 Hiermee produceren ze stoom om via een turbine een elektrische generator aan te drijven.8 Een uraniumatoom spat bij kernsplijting uiteen in stukken, nadat het een neutron heeft geabsorbeerd. Tijdens het uit elkaar vallen van de kern, komt heel wat warmte (energie) en straling vrij. Dit komt doordat de kerndeeltjes (protonen en neutronen) in de nieuw, gevormde, kleinere atomen, sterker gebonden zijn dan in
2
Zie bijlage 1: klassen van gevaarlijke stoffen
Nucleair Forum. De capaciteit voor elektriciteitsproductie. Geraadpleegd op 5 mei 2013 via http://www.nuclearforum.be/nl/forum/de-capaciteit-voor-elektriciteitsproductie-belgie 3
Woorden Nederlandse taal. (2013). Radioactiviteit. Geraadpleegd op 1 juni 2013 via http://www.woorden.org/woord/radioactiviteit 4
5
Belgoprocess. (2013). Radioactiviteit. Geraadpleegd op 1 juni 2013 via http://www.belgoprocess.be/
6
N. Hawkes. (1990, 2de druk). Hoe veilig is kernenergie?, pp. 8. Kampen: La Rivière & Voorhoeve.
7
FANC. (2003). Informatiedossier: Terugkeer van verglaasd afval vanuit Frankrijk naar België [pdf].
8
Kerncentrale. (2013) In Wikipedia. Geraadpleegd op 3 maart 2013 via http://nl.wikipedia.org/wiki/Kerncentrale
Pagina 9
de uraniumatomen. Deze uitvoering noemt kernenergie. Als de kern uit elkaar valt, ontstaan er twee nieuwe kernen en twee of drie vrije neutronen. De vrije neutronen vliegen in het rond en kunnen zelf weer uraniumatomen splijten, genaamd kettingreactie.9 De nieuwe kernbrandstof vervangt om het jaar 1/3 van de kernbrandstof in de kerncentrales. De oude kernbrandstof blijft zo’n 100 jaar hoogradioactief en is uiterst gevaarlijk.10
De uitvinding van kernenergie op 20 december 1951 was een feit. Kerncentrales zijn belangrijke bronnen van radioactief afval. De verbruikte splijtstof bevat grote hoeveelheden radioactief uranium, plutonium, cesium en tal van andere isotopen waarvoor geen toepassingen zijn.11 De overheid had niet stilgestaan bij de afvalverwerking. Dit zijn of waren de geschikte oplossingen die de maatschappij in gedachten had:12
Het radioactief afval, uranium, naar de opwerkingsfabriek in La Hague sturen om het daar te splijten. Bij de opwerking ontstaat er opnieuw afval. Dat afval gaat in veelvoud van volume terug naar land van oorsprong.13 Een kweekreactor bouwen, maar deze is er nooit gekomen.14 ‘93 heeft FANC beslist om de afgewerkte brandstof niet te laten opwerken, maar te laten liggen in Doel en Tihange. De huidige kernbrandstof blijft rondom de kerncentrales.15
SCK – CEN. Geraadpleegd op 25 maart 2013 via http://www.sckcen.be/nl/Wetenschap-Samenleving/Nucleairewetenschap/Kernsplijting 9
B. Cornélis. Twintig jaar verantwoordelijk beheer van radioactief afval in België NIRAS in dienst van de gemeenschap, pp. 1-6. Decamps Freddy. 10
Radioactief afval. (2013) in Wikipedia. Geraadpleegd op 30 mei 2013 via http://nl.wikipedia.org/wiki/Radioactief_afval 11
12
Kerncentrale. (2013) In Wikipedia. Geraadpleegd op 3 maart 2013 via http://nl.wikipedia.org/wiki/Kerncentrale
13
Interviewgesprek met E. Glorieux. Geraadpleegd op 2 februari 2013.
14
Interviewgesprek met E. Glorieux. Geraadpleegd op 2 februari 2013.
15
S. Peeters. (2013, 31 januari). Vergunningsaanvraag voor berging radioactief afval in Dessel. Het Laatste Nieuws.
Pagina 10
1.3 Opwerking van radioactief afval Het radioactief afval wordt overgebracht naar een opwerkingsfabriek. De gekende opwerkingsfabriek is deze in La Hague in Frankrijk (Normandië). Hoogradioactieve, gebruikte, kernbrandstofstaven van de kerncentrales worden daar in stukken gezaagd en opgelost in salpeterzuur. Het radioactief, bijtend brouwsel wordt vervolgens behandeld om het uranium en het plutonium eruit te halen en af te scheiden van de andere, hoogradioactieve splijtingsproducten die zich in de kernbrandstof gevormd hebben. Het gerecupereerde uranium en plutonium zijn in theorie bruikbaar om tot nieuwe kernbrandstof verwerkt te worden. De restproducten, die overblijven, zijn afval. Kortom opwerking beduidt de afscheiding van het nog bruikbaar, splijtbaar materiaal van de resterende afvalstoffen. Het radioactieve afval bevat een zekere hoeveelheid splijtstoffen die als ‘overtollig’ bestempelt.16 Verrijkte splijtstoffen zijn elke stof die splijtbare uraniumisotopen bevatten in een gehalte dat hoger is dan dat van natuurlijk uranium. Ze bevinden zich in een andere vorm dan deze van ongebruikte kernbrandstof, uraniumhexafluoride (UF6). Plutonium wordt gewonnen uit gebruikte splijtstofelementen van kernreactoren.17 Tegenwoordig is opwerking in vele landen verboden, zelfs in België. Nederland daarentegen maakt nog steeds gebruik van de opwerkingsfabriek.18
1.4 Halveringstijd van radionucliden Iedere radio – isotoop bezit een karakteristieke halveringstijd of halfwaardetijd. Dit is de tijd waarbinnen de activiteit van deze radio – isotoop op de helft terugvalt. Na verloop van één halveringstijd is de helft van het oorspronkelijk aantal radioactieve atomen vervallen. Deze halveringstijd geeft dus aan hoe snel een isotoop zijn activiteit verliest.19 Er komen radio – isotopen voor met zeer korte halveringstijden van slechts enkele dagen. Deze worden bijvoorbeeld in de medische sector gebruikt. Andere hebben een halveringstijd van miljarden jaren en liggen aan de basis van de aanwezigheid van de natuurlijke radioactiviteit op aarde. De halfwaardetijd van een radionuclide speelt een belangrijke rol bij de classificatie van radioactief afval. Voorbeeld plutonium heeft 24.400 jaar tijd nodig voordat de straling gehalveerd wordt. Uranium daarentegen heeft 4,5 miljard jaar nodig.20
NIRAS, NIROND 2012 – 02 N. (2013). Derde rapport over de inventaris van de nucleaire passiva van NIRAS aan haar voogdij (periode 2008 – 2012) [pdf]. 16
Vraag en antwoord, Wat is het verschil tussen uranium en plutonium?, Belgisch Instituut voor Ruimte – Aëronomie, 2008, 7 mei, Philippe. 17
18
E. Glorieux. (2011). Kernenergie: doodlopend spoor [pdf]. Brussel.
19
NIRAS. (2013). Radioactief verval. Geraadpleegd op 3 maart 2013 via http://www.niras.be/content/radioactief-verval
20
Halveringstijd. (2013) In Wikipedia. Geraadpleegd op 31 mei 2013 via https://nl.wikipedia.org/wiki/Halveringstijd
Pagina 11
1.5 Classificatie van radioactief afval In iedere stap van de nucleaire keten wordt radioactief afval geproduceerd. Het kernafval uit de medische en industriële sectoren is meestal laag radioactief en kortlevend en vormt daarom veel minder een probleem dan het afval van de kerncentrales. Het is dan ook belangrijk verschillende types afval te onderscheiden. Hiervoor wordt een indeling in verschillende categorieën gehanteerd. Deze classificatie is van belang voor de verwerking van het afval en het beheer ervan. Men onderscheidt verder een aparte classificatie voor beheer op korte en lange termijn (zie hieronder). De classificatie bepaalt welke middelen nodig zijn om zich tegen de straling die uit het afval vrijkomt te beschermen. Onder ander welke beschermende kledij vereist is om veilig te werken en hoe lang de arbeiders zonder gevaar blootgesteld mogen worden.21 Voor het beheer op korte termijn onderscheidt men drie soorten radioactief afval:
Het laagactief afval vereist een minimale afscherming. Dit afval wordt voortgebracht zowel bij de opwekking van elektriciteit door middel van kernenergie, bij de toepassing van radioactiviteit in geneeskunde, landbouw en industrie en vooral bij de ontmanteling van stilgelegde nucleaire installaties.22 Het laagactief afval heeft een contactdosistempo minder dan 5 millisievert per uur.23 24 De verwerking van middelactief afval vindt in een gesloten en afgeschermde ruimte plaats. De arbeiders die de verwerking uitvoeren, worden beschermd door betonmuren en loodglasvensters. Alle handelingen worden vanop afstand uitgevoerd. Het merendeel van dit afval wordt geproduceerd bij de fabricage en de opwerking van kernbrandstof en bij de ontmantelingactiviteiten.25 Middelactief afval bevat een contactdosistempo tussen 5 en 200 millisievert.26 Het hoogradioactief afval geeft veel warmte af. De dikte van afscherming is veel groter dan die voor middelactief afval, maar ze bezit dezelfde voorzorgsmaatregelen als middelactief afval. Dit afval bestaat hoofdzakelijk uit splijtingsproducten van de opwerking van kernbrandstof, de bestraalde kernbrandstof zelf en eventuele andere overtollige splijtstoffen.27 Hoogactief afval bevat een contactdosistempo van meer dan 2 sievert per uur.28
http://www.sckcen.be/nl/Wetenschap-Samenleving/Gezondheid-Veiligheid/Radioactief-afval. Geraadpleegd op 31 januari 2013. 21
22
http://www.niras.be/content/classificatie. Geraadpleegd op 31 januari 2013.
Betekenis contactdosistempo: is de dosis per tijdseenheid waaraan iemand wordt blootgesteld als hij rechtstreeks in contact komt met het afval of zijn verpakking. 23
24
NIRAS. (2009). Radioactief afval van categorie B en C in een notendop [pdf].
25
http://www.niras.be/content/classificatie. Geraadpleegd op 31 januari 2013.
26
NIRAS. (2009). Radioactief afval van categorie B en C in een notendop [pdf].
27
http://www.niras.be/content/classificatie. Geraadpleegd op 31 januari 2013.
28
NIRAS. (2009). Radioactief afval van categorie B en C in een notendop [pdf].
Pagina 12
Voor het beheer op lange termijn (berging) heeft NIRAS drie categorieën geconditioneerd, radioactief afval ontwikkeld. Deze categorieën stemmen overeen met de classificatie volgens het International Atomic Energy Agency (IAEA) en van de Europese Unie. Het afval wordt hierbij ingedeeld op basis van zijn activiteitsniveau en zijn halveringstijd.29
Laag – of middelactief afval met een korte halveringstijd (categorie A): Dit afval wordt voortgebracht bij de exploitatie van kerncentrales en de fabricage van nieuwe kernbrandstof, bij de toepassingen van radioactiviteit in de geneeskunde, industrie en vooral bij de ontmanteling van stilgelegde nucleaire installaties. Het gaat vooral over afval met relatief korte halveringstijd, namelijk 30 jaar of minder.30 Laag – of middelactief langlevend afval (categorie B): Het merendeel van dit afval wordt geproduceerd bij de fabricage en de opwerking van kernbrandstof en bij ontmantelingactiviteiten. Het betreft over een periode van meer dan 30 jaar.31 Hoogactief kort – of langlevend afval (categorie C): Hoogactief afval is afkomstig van de gebruikte splijtstof van de kerncentrales. Dit afval geeft veel warmte af door zijn hoge radioactiviteit. Dit langlevend afval moet vele duizenden jaren afgezonderd worden van mens en milieu. Hiervoor is een berging in diepe aardlagen noodzakelijk. Gebruikte splijtstof uit een kerncentrale kan ofwel verpakt en geborgen worden of opgewekt. Dit laatste wordt verglaasd, dat wil zeggen ingesloten in een glasmassa. Hierbij wordt het radioactief materiaal bij een temperatuur van circa 1.100 °C met een speciaal soort glas versmolten tot een homogeen glasproduct. Het vloeibare mengsel wordt vervolgens in roestvrije, stalen containers gegoten die worden dichtgelast.32
29
Zie bijlage 2: radiologische categorie van het radioactief afval.
30
http://www.niras.be/content/classificatie. Geraadpleegd op 31 januari 2013.
31
http://www.niras.be/content/classificatie. Geraadpleegd op 31 januari 2013.
32
http://www.niras.be/content/classificatie. Geraadpleegd op 31 januari 2013.
Pagina 13
1.6 Straling Radioactieve straling is een type ioniserende straling die vrijkomt bij radioactief verval van atomen. Bij kernsplijting ontstaat niet alleen warmte, maar ook straling in de vorm van deeltjes en stralen. Zo bestaan er drie soorten radioactieve stralingen, namelijk de alfastraling, de bètastraling en de gammastraling. De ernst van de schade hangt af van het type, de hoeveelheid straling, genaamd de dosis, en de duur van de blootstelling. Een dosis straling kan je niet zien of voelen. Je kan de straling enkel maar meten met speciale instrumenten.33 De drie types straling zijn schadelijk voor levende wezens en tasten het aan of doden het. Een dosis straling van 150 tot 300 millisievert34 kan schade veroorzaken aan DNA – cellen. Deze straling is voor vele mensen verontrustend.35 Er bestaan tal van negatieve gevolgen van radioactieve straling, zoals het ontwikkelen van kanker (voorbeeld longkanker en schildklierkanker). Een dosis van 7.000 millisievert en meer betekent een fataal einde voor de mens.36
1.7 Stralingsbescherming De basisnormen van stralingsbescherming zijn vastgelegd in de wetgeving. Deze basisnormen komen voort uit de Europese richtlijn 96/29/Euratom van de Raad van 13 mei 1996.37 De dosislimieten voor het publiek zijn vastgesteld op 1 millisievert per jaar. Een dosis van 0,1 tot 0,7 millisievert is representatief voor de straling afkomstig van natuurlijke oorsprong.38 Het radioactiviteitniveau van de inhoud van een dergelijk transport mag niet meer bedragen dan 0,1 millisievert gemeten op 2 meter afstand gedurende één uur. De dosis die je op enkele meters afstand van de container oploopt, is vergelijkbaar met de dosis die je zou oplopen tijdens een vliegreis.39 Bij elke sievert ontvangen straling, neemt de kans op kanker met 5 % toe.40 Er bestaat een stralingsbeschermingprogramma (SPB) om de straling te beheren. Het doel van een SBP is het verzekeren dat alle stralingsbeschermingmaatregelen getroffen en nageleefd worden om een betere veiligheid te garanderen. De omvang van het programma is afhankelijk van de omvang van de transporten die door de vervoerder worden uitgevoerd.41
33
Vraag en antwoord, Wat zijn de gevolgen van radioactieve straling?, Kernenergie, 2013, Rijksoverheid.
34
Betekenis millisievert: millisievert is de afgeleide eenheid van een dosis ioniserende straling.
35
N. Hawkes. (1990, 2de druk). Hoe veilig is kernenergie?, pp. 10-11. Kampen: La Rivière & Voorhoeve.
InfoNu. De gevaren van radioactieve straling en kernenergie. Geraadpleegd op 15 februari 2013 via http://wetenschap.infonu.nl/scheikunde/69830-de-gevaren-van-radioactieve-straling-en-kernenergie.html 36
37
B.S. 20 juli 2001.
FANC. De basisnormen voor stralingsbescherming. Geraadpleegd op 15 februari 2013 via http://fanc.fgov.be/nl/page/debasisnormen-voor-stralingsbescherming/66.aspx 38
FANC. De basisnormen voor stralingsbescherming. Geraadpleegd op 15 februari 2013 via http://fanc.fgov.be/nl/page/debasisnormen-voor-stralingsbescherming/66.aspx 39
40
Vraag en antwoord, Radioactiviteit onder de loep, Biologie, 2011, 23 maart, M. Van Sprundel.
41
FANC. (2013). Informatiedossier: Vervoer van radioactief materiaal [pdf].
Pagina 14
2. Instanties België heeft sinds de jaren 50 nucleaire activiteiten op haar grondgebied. Deze activiteiten met een industrieel, wetenschappelijk of medisch karakter brengen radioactief afval met zich mee. Dit radioactief afval heeft een reëel risico voor de mens en het milieu. Daarom is een veilig beheer vereist om te beletten dat het schade berokkent. Speciale verwerkingsmethoden en opslaggebouwen zijn onontbeerlijk om deze veiligheid op korte en lange termijn te garanderen. Bevoegdheden zijn noodzakelijk om alles goed te kunnen regelen binnen het Belgisch grondgebied. Het doel is om meer controle te hebben over radioactiviteit in België. Ze houden de touwtjes strak in handen, zodat het publiek, alsook de maatschappij kan vertrouwen op hun beleid, activiteiten en missie.42
Belgoprocess. Belgisch nucleair landschap. Geraadpleegd op 17 februari 2013 via http://www.belgoprocess.be/index.php/over-belgoprocess/belgisch-nucleair-landschap 42
Pagina 15
Hieronder is een vereenvoudigd schema uitgetekend in verband met de opstelling van de belangrijkste instanties van het radioactief afvaltransport in België.43
Belgische staat • De minister bevoegd voor energie
Toezicht
Veiligheidsautoriteiten FANC Controles & vergunningen
NIRAS Toezicht
Belgoprocess (ondernemingsdochtermaatschappij)
Afval getransporteerd en
Afvalproducenten
opgehaald door afvaltransporteurs
Drie grote ondernemingen zijn betrokken zijn bij het spoortransport van het radioactief materiaal:
FANC; NIRAS en Belgoprocess en Synatom.
B. Cornélis. Twintig jaar verantwoordelijk beheer van radioactief afval in België NIRAS in dienst van de gemeenschap, pp. 25. Decamps Freddy. 43
Pagina 16
2.1 FANC Het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle (FANC) vormt de overheidsinstelling in België voor het veilig beheer en transport van nucleaire bronnen. Ze is een openbare, onafhankelijke instelling met rechtspersoonlijkheid die werd opgericht door de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de gevaren van ioniserende straling.44 Zij staat momenteel onder toezicht van de minister van Binnenlandse zaken, Joëlle Milquet.45 Ook de beveiliging neemt FANC onder zijn hoede, zij is altijd aanwezig bij inspecties. FANC begeleidt het ganse transport van begin tot op het einde. Ze bepaalt of het transport mag doorgaan en de verpakkingen veilig genoeg zijn. Geen enkele beweging mag uitgevoerd worden zonder de goedkeuring van het agentschap.46 Voorbeeld bij het laden van een trein met nucleair materiaal werkte de klep van de kraan die de container op de trein plaatste niet goed. FANC legde alles stil om de klep te herstellen. Hieruit volgt dat FANC heel nauwkeurig de veiligheid opvolgt. Alles werd hierdoor stilgelegd door FANC om de klep met een schroef te herstellen. Zij controleert of de veiligheidsnormen wel degelijk nageleefd worden en of de veiligheidstesten uitgevoerd worden. FANC richtte tevens de INES – schaal op. Deze internationale schaal geeft de graad van de ernst van incidenten weer. Er zijn zeven niveaus op de INES – schaal. Graad nul is de laagste ernstigheidsgraad, terwijl graad zeven equivalent is aan het incident in Fukushima. In België is de incidentgraad nooit boven de twee gekomen. Bij graad twee is er een waarneembare bestraling vastgesteld bij de betrokken persoon.47 Er zijn in België ongeveer tien à vijftien incidenten per jaar. FANC neemt de taak op zich om ieder ongeval of resultaat bij radioactief spoortransport te publiceren.48
44
B.S. 20 juli 2001.
FANC. Het statuut van het agentschap. Geraadpleegd op 15 februari 2013 via http://www.fanc.fgov.be/nl/page/hetstatuut-van-het-agentschap/15.aspx 45
FANC. Geraadpleegd op 15 februari 2013 via http://www.fanc.fgov.be/nl/page/onze-missie-enactiviteitendomein/1342.aspx 46
FANC. INES. Geraadpleegd op 7 april 2013 via http://fanc.fgov.be/nl/page/ines-international-nuclear-eventscale/220.aspx 47
FANC. Geraadpleegd op 15 februari 2013 via http://www.fanc.fgov.be/nl/page/onze-missie-enactiviteitendomein/1342.aspx 48
Pagina 17
2.2 NIRAS De volgende instantie is de Nationale Instelling voor Radioactief Afval en Verrijkte Splijtstoffen (NIRAS). NIRAS beheert in ons land radioactief afval sinds 1980. Ze is onderworpen aan het toezicht het FANC.49 Aangezien verschillende afvalproducenten over het algemeen niet over een eigen opslag- of verwerkingsinstallaties beschikken voor het radioactief afval, moeten ze dit veilig gaan transporteren. Het doel van NIRAS bestaat erin om een aangepaste en veilige infrastructuur aan te bieden en te ontwikkelen die beantwoordt aan de bekommernissen bij het publiek. Ze probeert de bescherming van mens en leefmilieu te garanderen tegen de mogelijke, schadelijke gevolgen van radioactief afval. Ze oefent haar bevoegdheden uit op het volledige, Belgische grondgebied. Deze bevoegdheden betreffen hoofdzakelijk de volgende vier domeinen. 50 1ste domein: het beheer van het radioactief afval in België:
de ophaling van radioactief afval bij de producenten;
het vervoer, de verwerking, de conditionering en de opslag van dit afval;
de berging van het geconditioneerde afval na de opslagperiode. 51
2de domein: het beheer van de overtollige hoeveelheden verrijkte splijtstoffen, plutoniumhoudende stoffen en ongebruikte of verbruikte kernbrandstof:
het vervoer en
de opslag buiten de installaties van de producenten of de houders ervan. 52
3de domein: de ontmanteling van de buiten gebruik gestelde nucleaire installaties:
de inzameling en evaluatie van de gegevens die nodig zijn om de beheerprogramma’s op te stellen voor het ontmantelingsafval;
de goedkeuring van de ontmantelingprogramma’s;
de uitvoering van de ontmantelingprogramma’s, hetzij op verzoek van de exploitanten, hetzij bij onvermogen van deze laatste.53
4de domein: de inventaris van alle nucleaire installaties en alle sites die radioactieve stoffen bevatten.54
NIRAS. Geraadpleegd op 24 april 2013 via http://www.niras.be/content/nationale-instelling-voor-radioactief-afvalen-verrijkte-splijtstoffen 49
50
http://www.sip.be/fv/fv01/belgie.html. Geraadpleegd op 31 januari 2013.
B. Cornélis. Twintig jaar verantwoordelijk beheer van radioactief afval in België NIRAS in dienst van de gemeenschap, pp. 19. Decamps Freddy. 51
B. Cornélis. Twintig jaar verantwoordelijk beheer van radioactief afval in België NIRAS in dienst van de gemeenschap, pp. 19. Decamps Freddy. 52
B. Cornélis. Twintig jaar verantwoordelijk beheer van radioactief afval in België NIRAS in dienst van de gemeenschap, pp. 19. Decamps Freddy. 53
B. Cornélis. Twintig jaar verantwoordelijk beheer van radioactief afval in België NIRAS in dienst van de gemeenschap, pp. 19. Decamps Freddy. 54
Pagina 18
2.3 Belgoprocess Belgoprocess is de dochteronderneming van NIRAS. Belgoprocess is gevestigd in Dessel. Ze is verantwoordelijk voor de verwerking en conditionering van radioactief afval geproduceerd in België, maar dat niet rechtstreeks door de afvalproducenten verwerkt wordt. De onderneming staat in voor de tussentijdse opslag van het geconditioneerd afval, in afwachting van een beslissing omtrent de eindbestemming van dit afval.55 Ze beschikt over gewestelijke vergunningen gebaseerd op strenge, internationale, radiologische milieunormen.56 Belgoprocess neemt eveneens het TELERAD – net op in hun beleid. Dit is een automatisch netwerk dat de radioactiviteit opmeet op het Belgisch grondgebied. Alles gebeurt op afstand en uiteindelijk zetten ze de meetgegevens online. Er zijn in België 212 meetstations gelegen in het bijzonder in de omgeving van nucleaire installaties, Tihange, Doel, Mol, Fleurus en Chooz.57
2.4 Synatom Tot slot is er Synatom, een Belgische maatschappij voor kernbrandstoffen. Zij is een dochteronderneming van Electrabel. Electrabel is eigenaar en exploitant van de kernbrandstof en het radioactief afval.58 Ze verkoopt kernbrandstof aan NIRAS en aan Belgoprocess. Zij betaalt hen voor de opberging van het radioactief afval. Synatom is verantwoordelijk en aansprakelijk voor het ganse spoor – en wegtransport tot aan het overladen van de containers in Dessel.59
55
Belgoprocess. Geraadpleegd op 16 februari 2013 via http://www.belgoprocess.be/index.php/veiligheid-milieu
56
Synatom, Areva, Niras, Belgoprocess. (2010). Terugkeer van gecompacteerd radioactief afval vanuit Frankrijk naar België [pdf].
Belgoprocess. Geraadpleegd op 16 februari 2013 via http://www.belgoprocess.be/index.php/veiligheidmilieu/telerad 57
58
Synatom. Geraadpleegd op 16 februari 2013 via http://www.synatom.be/nl/synatom-0
59
Nucleair Forum. Geraadpleegd op 16 februari 2013 via http://www.nuclearforum.be/nl/forum/synatom
Pagina 19
2.5 Controlatom & Euratom Er bestaan naast FANC, NIRAS, Belgoprocess en Synatom nog andere, cruciale instanties, namelijk Controlatom, Euratom en TN International. Controlatom staat in voor de bescherming van werknemers en publiek tegen de gevaren van radioactiviteit.60 Zij bepaalt de dosis ioniserende straling die werknemers oplopen.61 Euratom werd in eerste instantie opgericht om de onderzoeksprogramma’s van haar lidstaten voor gebruik van kernenergie beter te coördineren. Vandaag staat de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie vooral in voor de veiligheid van kernenergie.62 TN International is de dochteronderneming van Areva die verantwoordelijk is voor het ontwerp en de ontwikkeling van verpakkingen voor transport en opslag van kernmaterialen.63 Ze biedt een compleet assortiment aan van transportoplossingen voor radioactieve materialen in de gehele splijtstofcyclus.64 TN International steunt de nucleaire industrie al meer dan 40 jaar voor het aanbieden van een expertise in beveiligde verpakkingsystemen, in transport en in opslag. Ze is ook lid van de Vervoerscommissie van de International Atomic Energy Agency (IAEA).65
60
Controlatom. Geraadpleegd op 16 februari 2013 via http://www.controlatom.be/template.asp?f=va7_nl.htm
Controlatom. Geraadpleegd op 16 februari 2013 via http://www.controlatom.be/template.asp?f=index_nl.htm&lang=nl 61
62
Euratom. Nuclear energy. Geraadpleegd op 17 februari 2013 via http://www.euratom.org/
63
Synatom, Areva, Niras, Belgoprocess. (2010) Terugkeer van gecompacteerd radioactief afval vanuit Frankrijk naar België [pdf].
TN International. Geraadpleegd op 17 februari 2013 via http://www.areva.com/EN/operations-1256/tninternational-secure-packing-and-transport-of-nuclear-materials.html 64
Areva. Geraadpleegd op 3 februari 2013 via http://www.areva.com/EN/operations-1256/tn-international-securepacking-and-transport-of-nuclear-materials.html 65
Pagina 20
2.6 Areva & ASN Andere autoriteiten gelden in Frankrijk die bevoegd zijn voor het beheer van radioactiviteit. Areva en ASN zijn de twee voornaamste. Areva is een Frans industrieconcern die actief is in de kernenergieopwekking. Ze is werkzaam in alle segmenten van splijtstofcyclus.66Areva ontwerpt en bouwt kernreactoren. Één van haar bevoegdheden is het ontwerp en de fabricage van gespecialiseerde apparatuur en verpakkingen voor het vervoer van nucleair materiaal. Ze zoekt op maat gemaakte oplossingen voor haar klanten. Een constante zorg is aanwezig met betrekking tot de veiligheid en bescherming voor zowel mens als milieu.67 In Frankrijk is de onafhankelijke autoriteit, Autorité de Sûreté Nucléaire (ASN), belast met de controle van civiele kernactiviteiten. Ze staat de regering bij, voornamelijk door het aanpakken van de aanbevelingen van de bevoegde autoriteiten.68 Het Institut de Radioprotection et de Sûreté Nucléaire (IRSN), levert aan ASN de nodige expertise met oog op het evalueren van de veiligheid. De omvang van de bevoegdheden van IRSN omvat alle risico’s verbonden aan ioniserende straling.69
2.7 Federaal Crisiscentrum Het Federaal Crisiscentrum vormt de laatste, onafhankelijke partij binnen het radioactief spoortransport. Zij brengt op het laatste moment de betrokken partijen op de hoogte van het transport. Ze geeft de exacte datum, tijdstip, plaats en route door. De strategie van geheimhouding is vanwege de schrik voor terroristische aanslagen. Gestolen radioactief materiaal wordt gebruikt bij het maken van bommen. Dit zou grote gevolgen hebben voor de samenleving. Het Federaal Crisiscentrum wordt telkens ingeschakeld indien er een incident gebeurt of zal gebeuren in verband met het nucleair spoortransport. Zij staat in voor de veiligheid van de bevolking. De federale fase zorgt voor de bijeenroeping van drie organen binnen het Coördinatie – en Crisiscentrum van de Regering (CGCCR). Zij dragen elk voor hun bevoegdheid bij tot het beslissingsproces. Het gaat over drie cellen, namelijk een evaluatiecel, een beheerscel en een informatiecel. Ook in elke federale overheidsdienst wordt een cel voor Crisiscoördinatie en – beheer opgericht. Deze cel is het contactpunt tussen het Crisiscentrum en het betrokken departement. De cel staat in voor de voorbereiding van de noodplannen en ondersteuning van het crisisbeheer.70
66Areva.
Geraadpleegd op 1 februari 2013 via http://www.areva.com/EN/group-1997/nuclear-safety.html
Areva. Geraadpleegd op 25 maart 2013 via http://www.areva.com/EN/group-57/global-leader-in-nuclear-energyand-renewable-energy-solutions.html 67
68
ASN. Geraadpleegd op 25 maart 2013 via http://www.asn.fr/index.php/Les-actions-de-l-ASN/L-ASN
69
IRSN. Geraadpleegd op 4 februari 2013 via http://www.irsn.fr/FR/IRSN/presentation/Pages/Presentation.aspx
Algemene Directie Crisiscentrum. Geraadpleegd op 5 april 2013 via http://www.crisiscentrum.be/index.php?option=com_content&task=view&id=33&Itemid=50&limit=1&limitstart=2 &lang=dutch 70
Pagina 21
3. Belgische informatieforums Er bestaan ook informatieforums in België om de bevolking op de hoogte te houden en inlichtingen te verschaffen. De vijf grootste forums zijn:
Stora is een studie – en overleggroep in de Kempense gemeente Dessel. Het is een vzw, samengesteld uit vrijwilligers uit Dessel. Ze buigen zich samen over de verschillende aspecten van de toekomstige berging en over andere nucleaire aangelegenheden. Ze volgen de geplande berging op van het Belgisch laag – en middelradioactief en kortlevend afval in de regio. Alles wordt geregeld in het belang van de Desselse bevolking.71 Mols Overleg Nucleair Afval (MONA) is een vereniging met leden uit Mol. Zij werken samen om de Molse bevolking een stem te geven in de nucleaire problematiek. MONA fungeert eveneens als lokaal overlegplatform met betrekking tot het geheel van nucleaire activiteiten in de regio. Op die manier verstrekt ze de nodige adviezen of informatie aan het publiek of andere betrokken instanties.72 De Regionale Nucleaire Coördinatiecel (RNC) vormt een informatie –, uitwisselings – en overlegorgaan tussen de Kempense bedrijven, instellingen en de lokale overheden. De regio kan dankzij het RNC de ontwikkelingen volgen in de nucleaire sector op economisch, juridisch, veiligheidstechnisch, technologisch vlak en op vlak van gezondheid en innovatie.73 Het Belgisch Nucleair Forum (BNF) is een professionele vereniging van ondernemingen en instellingen die zich in België inzetten voor de toepassingen van kernenergie. Zij neemt deel aan het maatschappelijk debat voor energie. Ze informeert de burger over de energietoekomst en de toepassingen van kernenergie van België.74 Het Studiecentrum voor Kernenergie (SCK – CEN) is een stichting van openbaar nut onder de voogdij van de huidige Belgische Federale Minister van Energie, Melchior Wathelet. Het SCK – CEN is één van de grootste onderzoekscentra in België met laboratoria in Mol en een maatschappelijke zetel in Brussel. De belangrijkste opdracht van SCK – CEN is een excellentiecentrum in stand te houden rond nucleaire wetenschap, technologie en ioniserende stralingen. Ze besteedt veel aandacht aan de nucleaire veiligheid en controle.75
Stora. Studie- en overleggroep radioactief afval in Dessel. Geraadpleegd op 15 februari 2013 via http://www.stora.org/nl/content/studie-en-overleggroep-radioactief-afval-in-dessel 71
72
MONA. Geraadpleegd op 16 februari 2013 via http://www.monavzw.be/doel/3444/default.aspx?_vs=0_N&id=7
Resoc. Geraadpleegd op 16 februari 2013 via http://www.resockempen.be/duurzame-milieu-enenergietechnologie/ 73
74
Nucleair Forum. Geraadpleegd op 16 februari 2013 via http://forumnucleaire.be/nl/forum/wie-zijn-wij
75
SCK – CEN. Geraadpleegd op 5 april 2013 via http://www.sckcen.be/nl/Over-SCK-CEN
Pagina 22
4. Nucleaire spoortransportondernemingen Twee transportbedrijven specialiseren zich in het radioactief spoortransport in België, genaamd Transnubel en Transrad.
Transnubel werkt in onderaanneming voor TN International voor het wegtransport van gecompacteerd afval in België.76 Ze vervoert radioactieve goederen per spoor, over zee en door de lucht. Transnubel beschikt over een brede selectie van containers, verpakkingen en voertuigen die bij het vervoer van alle mogelijke radioactieve materialen gebruikt worden. Ze staat in voor het onderhoud en de herstelling van gebruikte transporttoestellen. Ze voert ook straling – en contaminatie controles uit, evenals dichtheidstesten. Transnubel is gecertificeerd voor kwaliteitsbeheer ISO 9001, milieumanagementsysteem ISO 14001 en het veiligheidsbeheersysteem LSC/VCA.77 Transrad is gespecialiseerd in transport en expeditie van radioactief materiaal voor de nucleaire en aanverwante industrie door middel van alle transportmodi (weg, lucht, spoor en zee). Zij organiseert vervoer per spoor met regelmatige lijnverbindingen indien nodig, alsook met een speciale trein.78
76
Synatom, Areva, Niras, Belgoprocess. (2010). Terugkeer van gecompacteerd radioactief afval vanuit Frankrijk naar België [pdf].
77
Transnubel. Geraadpleegd op 17 februari 2013 via http://www.transnubel.be/nl/index.html
78
Transrad. Geraadpleegd op 17 februari 2013 via http://www.transrad.be/nl/onze-diensten/transport
Pagina 23
5. Reglementair kader De regelgeving met betrekking tot radioactieve producten is opgesteld door de Internationale Organisatie voor Atoomenergie (IAAE) in Wenen. Alle lidstaten zijn partij bij het COTIF79, dat de regels betreffende de overeenkomst van internationaal spoorwegvervoer van goederen (CIM) vaststelt.80 Het CIM vormt het reglement over het internationale spoorwegvervoer van gevaarlijke goederen (RID).81 Deze werd omgezet in een nationale wetgeving voor elk land. Het reglement op het gebied van vervoer van radioactieve stoffen is bekend als de Regeling inzake het Vervoer van Radioactieve Stoffen (TS – R – 1). Dit reglement regelt het vervoer en ontwerpt verpakkingen met de doelstelling om bescherming van mens en milieu te garanderen van radioactieve stoffen. Elk land vaardigt op nationaal niveau zijn eigen wetten en reglementeringen uit, aansluitend op die van de internationale organisaties. De voorschriften voor internationale transporten van gevaarlijke goederen per spoor zijn onderworpen aan de VSG/RID reglementering in België. De basiswetgeving is het ARBIS die sinds 2001 in voege is getreden.82 De procedure van Richtlijn 92/3 Euratom wordt in de praktijk alleen toegepast op overbrenging van verbruikte splijtstof die niet voor verder gebruik bestemd is, maar als ‘radioactief afval’ beschouwd wordt.83 De Europese Euratomrichtlijn betreffende het toezicht en de controle op de overbrenging van radioactieve afvalstoffen en bestraalde splijtstof tussen de lidstaten is in de nationale regelgeving omgezet in de drie landen (Nederland, België en Frankrijk) die bij het transport betrokken zijn.84 Het RID stelt veiligheidsnormen vast die een aanvaardbare beheersingsgraad verschaffen van de straling, criticaliteit en thermische risico’s voor personen, bezittingen en het milieu, welke samengaan met het vervoer van radioactieve stoffen.85 In geval van ongevallen of voorvallen tijdens het vervoer van radioactieve stoffen moeten bepalingen voor noodsituaties in acht worden genomen. Geschikte richtlijnen voor dergelijke bepalingen zijn opgenomen in ‘Planning and Preparing for Emergency Response to Transport Accidents Involving Radioactive Material’ (Safety Standerd Series No. TS – G – 1.2).86 De invoer en vervoer van radioactieve stoffen kan enkel geschieden mits een voorafgaande vergunning van het Agentschap, die bepaald is in het koninklijk besluit van 24 maart 2009.87 Het FANC bepaalt dat elk transport van radioactieve stoffen altijd hetzelfde niveau van stralingsveiligheid moet garanderen. Ze staat
79
P.B 29 januari 2011.
80
CIT. COTIF. Geraadpleegd op 1 mei 2013 via http://www.cit-rail.org/en/rail-transport-law/cotif/
81
P.B. 23 juli 1996.
82
FANC. (2008). Jaarverslag 2008 [pdf].
83
Synatom, Areva, Niras, Belgoprocess. (2010). Terugkeer van gecompacteerd radioactief afval vanuit Frankrijk naar België [pdf].
84
Vraag en antwoord, Binnenlandse zaken, 2011, 23 december, 5 – 4849 B. Anciaux.
85
RID. Reglement betreffende het Internationale spoorwegvervoer van de gevaarlijke goederen [pdf].
86
RID. Reglement betreffende het Internationale spoorwegvervoer van de gevaarlijke goederen [pdf].
87
B.S. 24 maart 2009.
Pagina 24
eveneens in voor de goedkeuringen van de modellen van colli voor het vervoer van radioactieve stoffen.88 Daarnaast is zij ook bevoegd om op het terrein te controleren of de bepalingen van de vergunningen correct toegepast worden. In geval van inbreuken op deze bepalingen kan zij onmiddellijk acties eisen en ondernemen of eventueel de transportvergunning intrekken, alsook het transport verbieden.89 Vervoerders van radioactief materiaal moeten zich registreren bij het Elektronisch Systeem voor Registratie van Vervoerders (ESRV). De lidstaten wijzen een bevoegde instantie en een nationaal meldpunt aan voor het vervoer van radioactief materiaal. Het certificaat van registratie wordt door alle lidstaten erkend. Dit geldt voor een periode van vijf jaar en kan worden verlengd. Als de vervoerder geregistreerd is, is hij bevoegd om binnen de hele EU vervoersoperaties uit te oefenen. De vervoerder heeft een kopie van het certificaat van registratie bij zich tijdens het radioactief vervoer.90 Er bestaan drie soorten vervoervergunningen:
Een algemene vervoervergunning voor het regelmatig vervoer van beperkte hoeveelheden radioactieve stoffen (geldig voor maximaal vijf jaar); Een bijzondere vergunning voor het toevallig vervoer van beperkte hoeveelheden radioactieve stoffen; Een speciale vergunning voor het vervoer van onder meer kernmateriaal, radioactief afval en grote hoeveelheden radioactieve stoffen (geldig voor maximaal vijf jaar).91
FANC. Geraadpleegd op 15 februari 2013 via http://www.fanc.fgov.be/nl/page/het-vervoer-en-de-invoer-vanradioactieve-stoffen/76.aspx?LG=2 88
89
Synatom, Areva, Niras, Belgoprocess. (2010). Terugkeer van gecompacteerd radioactief afval vanuit Frankrijk naar België [pdf].
90
B.S. 24 maart 2009.
91
Gevaarlijke stoffen. Geraadpleegd op 5 februari 2013 via http://www.gevaarlijkestoffen.net/index.php/klasse-7
Pagina 25
5.1 Aansprakelijkheidsregime Twee internationale regimes vormen de basis van het nucleair aansprakelijkheidsregime. Enerzijds de ‘Convention on Third Party Liability in the Field of Nuclear Energy’ (Conventie van Parijs) uit 1960 en de daaraan verbonden ‘Brussels Supplementary Convention’ (Conventie van Brussel) uit 1963. Anderzijds de ‘Convention on Civil Liability for Nuclear Damage’ (Conventie van Wenen) uit 1963. Deze conventies leggen de aansprakelijkheidsvergoeding vast. Doorheen de jaren zijn de aangepaste conventies nog steeds niet geratificeerd. Bovendien bevindt slechts de helft van alle kerncentrales zich in landen die lid zijn van één van de internationale conventies. De Conventie van Parijs (C.P.) was de eerste internationale Conventie die de fundamentele principes betreffende het speciale stelsel van de burgerlijke aansprakelijkheid en de vergoeding ingeval van kernongeval invoerde. De Aanvullende Conventie van Brussel (A.C.B.) voert een vergoedingsstelsel in bestaande uit drie schijven. In het geval van de eerste schijf, is de vergoeding verzekerd door middel van de verzekering of een andere financiële waarborg van de exploitant. Wat de tweede schijf betreft, wordt zij geleverd door de Regering van de Staat waarin zich de kerninstallatie bevindt waarvoor de exploitant verantwoordelijk is (Staat van de installatie).92 Het resterende bedrag, indien er nog schade te vergoeden blijft, wordt gezamenlijk betaald door alle Staten Partijen in functie van een speciale verdeelsleutel. Deze verdeelsleutel is opgesteld op basis van het bruto nationaal product en het thermische vermogen van de kernreactoren gelegen in elke Staat.93 Exploitanten van kerncentrales betalen jaarlijks een voorziening naar verhouding van hun aandeel in de industriële productie van elektriciteit door splijting van kernbrandstoffen. Iedere exploitant betaalt een percentage van het globale bedrag van de aansprakelijkheidsvoorziening.94 Het percentage stemt overeen met haar aandeel in de industriële productie van elektriciteit door splijting van kernbrandstoffen op de Belgische markt.95 Deze jaarlijkse aansprakelijkheidsvoorzieningen worden betaald aan het Kyotofonds.96 De burgerlijke aansprakelijkheid van een nucleaire exploitant wordt op gebied van de kernenergie nader bepaald door de wet van 22 juli 1985 in België97 die gewijzigd werd door de wet van 11 juli 2000.98 De aansprakelijkheid van de exploitant99 is geplafonneerd tot 1,2 miljard euro in België.100 De totale dekking komt neer op 2 miljard euro, waarvan 500 miljoen euro voor rekening is van de Belgische staat. Daarnaast is
92
Syban. Nucleaire verzekering. Geraadpleegd op 2 mei 2013 via http://www.syban.be/nl/page/insurance
93
Zie bijlage 3: vergoedingsstelsel van A.C.B.
94
B.S. 27 oktober 2009.
95
B.S. 15 april 1994.
Greenpeace. Law nuclear memorie. Geraadpleegd op 18 mei 2013 via http://www.greenpeace.org/belgium/Global/belgium/report/2009/11/law_nuclear_memorie.pdf 96
97
B.S. 22 juli 1985.
98
Syban. Nucleaire verzekering. Geraadpleegd op 2 mei 2013 via http://www.syban.be/nl/page/insurance
99
Zie bijlage 4: Belgische elektriciteitsleveranciers.
100
Van der Auwera, L. (2011, 13 juli). Aansprakelijkheid exploitanten kernenergie verhoogt. CD&V.
Pagina 26
er nog eens 300 miljoen euro solidariteitsbijdrage voor rekening van de andere lidstaten van de conventies.101 Het gaat over een dekking van de risico’s bij arbeidsongevallen, materiële schade, machinebreuk en uitbatingverlies.102 Volgens een Greenpeace studie wordt de potentiële schade van een kernramp geschat op een bedrag dat vele honderden tot duizenden malen hoger ligt dan het huidige aansprakelijkheidsplafond van 458,6 miljoen euro.103
5.2 Noodplan Elke exploitant is reglementair verplicht een intern noodplan op te stellen om het hoofd te bieden aan alles wat er kan mislopen in zijn installatie. De overheid organiseert een extern noodplan om het hoofd te bieden aan de eventuele gevolgen van een ongeval buiten de nucleaire site. De Koninklijke Besluiten van 17 oktober 2003104 en 15 maart 2006105 regelen het Nucleair en Radiologisch Noodplan voor het Belgisch grondgebied. Specifieke interventieplannen op verschillende interventieniveaus (onder andere bij provincie en gemeenten) en operationele procedures vullen het noodplan aan. De minister van Binnenlandse Zaken zorgt voor de coördinatie van het noodplan op federaal niveau. FANC verleent technische en wetenschappelijke assistentie bij het opstellen van de plannen. Het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) neemt ook deel aan de organisatie, evenals het Koninklijk Meteorologisch Instituut (KMI), het Studiecentrum voor Kernenergie te Mol (SCK - CEN), het Nationaal Instituut voor Radio-elementen (IRE), instellingen zoals Bel-V en nog vele andere actoren.106
5.3 Begeleiding door politiediensten De aanwezigheid van de politie bij het verloop van spoorvervoer van radioactief materiaal wordt bepaald door de aard en de inhoud van het kernmateriaal dat vervoerd wordt. Of omdat ze omwille van hun symboolwaarde het mikpunt van protest zouden kunnen zijn. De politiebegeleiding is opgericht om deze transporten binnen de tolerantiegrenzen van de bevoegde overheden op een veilige en vlotte manier te laten verlopen. Dit betekent dat alle maatregelen genomen worden opdat alles in een sereen en rustig klimaat zou kunnen plaatsvinden.107
De fall – out van Fukushima: nucleaire sector profiteert, burgers betalen. (2013). Geraadpleegd op 23 maart 2013 via http://www.greenpeace.org/belgium/nl/pers/rapporten/de-fall-out-van-fukushima-nucleaire-sector-profiteertburgers-betalen/ 101
102
Syban. Nucleaire verzekering. Geraadpleegd op 2 mei 2013 via http://www.syban.be/nl/page/insurance
Greenpeace. Law nuclear memorie. Geraadpleegd op 18 mei 2013 via http://www.greenpeace.org/belgium/Global/belgium/report/2009/11/law_nuclear_memorie.pdf 103
104
B.S. 17 oktober 2003.
105
B.S. 15 maart 2006.
Nucleair Forum. Geraadpleegd op 4 mei 2013 via http://www.nucleairforum.be/nl/vraag/zijn-jullie-verzekerdvoor-de-totale-evacuatie-van-vlaanderen-gedurende-pakweg-100-jaar 106
107
FANC. (2013). Informatiedossier: Vervoer van radioactief materiaal [pdf].
Pagina 27
5.4 Categorisering van veiligheidszones Het nationaal of internationaal vervoer van kernmateriaal splits zich op in twee groepen veiligheidszones.108 Groep A bestaat uit het nationaal en internationaal vervoer van kernmateriaal van categorie I en II. De vervoerder is houder van een veiligheidsmachtiging van ten minste het niveau ‘geheim’. De veiligheidsrang binnen categorie I kan ook ‘zeer geheim’ zijn. Elk spoorvervoer van kernmateriaal van categorie I waaraan de veiligheidsrang ‘zeer geheim’ wordt toegekend, wordt begeleid door ten minste één persoon die overeenkomstig is met de wet van 11 december 1998 en houder is van een veiligheidsmachtiging van het niveau ‘zeer geheim’.109 Groep B bestaat uit het nationaal en internationaal vervoer van bestraald kernmateriaal van categorie II en categorie III. De vervoerder voor groep B is houder van een veiligheidsmachtiging van ten minste het niveau ‘vertrouwelijk’.110
5.5 Markeren De colli en de voertuigen voor vervoer van radioactieve stoffen moeten gemarkeerd, gesignaleerd en voorzien zijn van etiketten.111 De markering: De markering bestaat in het aanbrengen van de volgende vermeldingen: ontvanger of verzender, bruto massa, type colli en desgevallend identificatieteken en de letters ‘UN’ gevolgd door het identificatienummer van de radioactieve stof.112 Een kenplaatje uit een corrosievast metaal is op iedere tank bevestigd. De volgende gegevens moeten op dit plaatje ingeslagen zijn: het gestileerd klaverbladsymbool; het goedkeuringsnummer van de tank; naam of merk van de fabrikant; het serienummer; het bouwjaar; de beproevingsdruk; de berekeningsdruk; de capaciteit; eventueel berekeningstemperatuur (indien meer dan 50 °C of minder dan -20 °C);
108
B.S. 8 oktober 2011.
109
B.S. 17 oktober 2011.
110
B.S. 17 oktober 2011.
B. Cornélis. Twintig jaar verantwoordelijk beheer van radioactief afval in België NIRAS in dienst van de gemeenschap. Decamps Freddy. 111
112
Zie bijlage 5: toekenning van UN – nummers.
Pagina 28
datum en type van de meest recente keuring: ♯
maand, jaar, ‘P’ voor periodieke keuring;
♯
maand, jaar, ‘L’ voor dichtheidsbeproeving;
het materiaal van de tank en eventueel het bekledingsmateriaal. Voor een tankvoertuig komt hier nog bij: de naam en telefoonnummer van de eigenaar op de achterzijde (dit is een Belgische vereiste); de massa in lege toestand; de hoogst toegelaten massa. Voor een tankcontainer moet er op een bord nog de volgende informatie voorkomen: de naam van de eigenaar en exploitant; de capaciteit; het tarra gewicht; de hoogst toegelaten massa; de tankcode; de officiële vervoersnaam van de stoffen die erin vervoerd mogen worden; eventueel de code met bijzondere bepalingen.113
De minimum vereisten voor radioactieve vloeibare stoffen bevatten de code L2.65CN en voor radioactieve vaste stoffen de code S2.65AN.114
De etikettering: Naast de markering moeten er vier etiketten (modellen 7A, 7B of 7C afhankelijk van de categorie van de container) worden aangebracht op de buitenkant van de container op twee tegenoverstaande zijden.115
113
FANC. (2010). ADR specialisatiecursus klasse 7 radioactieve stoffen [pdf].
114
RID. (2013). Convention concerning International Carriage by Rail COTIF [pdf].
115
ASN. (2012). Controle [pdf].
Pagina 29
De signalisatie: De tankvoertuigen of transporteenheden met één of meerdere tanks dienen uitgerust te zijn met de oranje signalisatieschilden langs de voor – en achterzijde en langs de zijkanten in overeenstemming met model 7D.116 Het identificatienummer van het gevaar dient op de bovenste helft van de schilden ingevuld te zijn.117 Indien de lading uit één enkele radioactieve stof bestaat, mogen deze nummers worden aangebracht op de oranje schilden voor – en achteraan.118 Een waarschuwingsbord is ook aangebracht op de tank.119
116
FANC. (2013). Informatiedossier: Vervoer van radioactief materiaal [pdf].
117
FANC. (2010). ADR specialisatiecursus klasse 7 radioactieve stoffen [pdf].
118
ASN. (2012). Controle [pdf].
119
RID. (2013). Convention concerning International Carriage by Rail COTIF [pdf].
Pagina 30
5.6 Verpakking Pakketten voor nucleair vervoer zijn ontworpen om hun inhoud en eigenschappen te behouden tijdens verschillende omstandigheden die zich kunnen voordoen. Verpakkingen zorgen voor afscherming om mogelijke blootstellingen aan straling te verminderen voor degenen die betrokken zijn bij het transport en het publiek langs de transportroutes. De wagons voor radioactief materiaal worden exclusief gemaakt in Frankrijk, tevens ook de verpakkingen waarin ze vervoerd worden. Het duurt voor Areva ongeveer drie jaar om een container voor radioactief transport te ontwerpen en het duurt tussen 18 en 24 maanden om het te bouwen. De dikke wanden schermen de straling af zodat die voor de medewerkers en het beveiligingspersoneel geen gevaar vormt.120 Voor tanks (inclusief tankcontainers, mobiele tanks en tankvoertuigen) gelden specifieke voorschriften.121 De containers moeten voldoen aan de specificaties van type B van het IAAE.122 Om te controleren of de containers resistent zijn, worden ze onderworpen aan een reeks tests tijdens de ontwerpfase. Deze tests omvatten druppels, brand en onderdompeling. Dit om de bestendigheid ervan te controleren en de veiligheid te waarborgen. Na een volledige veiligheidsanalyse van deze reglementaire proeven is de veiligheid van de transportverpakking zowel in normale als in extreme omstandigheden verzekerd. Extra regels zijn van toepassing wanneer pakketten worden geladen met splijtbaar materiaal. Indien het bedrijf radioactief materiaal wil transporten, moeten ze een accreditatie123 krijgen van de betrokken veiligheidsinstanties, op gebied van veilige verpakking en vervoer. De belangrijkste soorten verpakking zijn:124 A – type verpakking:125 Het materiaal omsluit gemiddelde radioactiviteit, zoals nieuwe splijtstoffen en bronnen voor therapeutische toepassingen. Ze voeren watertest uit op deze verpakking om zware regen na te bootsen. Het heeft een valweerstand van een maximum diepte van 1,2 meter voor pakketten van vaste stoffen en 9 meter voor pakketten met vloeistof of gas op een hard oppervlak. Er wordt ook een doordringtest uitgevoerd met een balk van 6 ton die losgelaten wordt vanaf een hoogte van 1 meter. Voor A – type verpakkingen die splijtstoffen bevatten worden bijkomend brandtesten uitgevoerd. Deze verpakkingen zijn schokwerend tot 50 kilometer per uur bij een daling van 9 meter op een harde ondergrond. Na een deskundige en technische inspectie door Institut de
120Areva.
Geraadpleegd op 2 februari 2013 via http://www.areva.com/EN/operations-1143/design-and-manufactureof-containers-for-radioactive-materials.html
121
FANC. (2010). ADR specialisatiecursus klasse 7 radioactieve stoffen [pdf].
Synatom, Areva, Niras, Belgoprocess. (2010). Terugkeer van gecompacteerd radioactief afval vanuit Frankrijk naar België [pdf]. 122
123
Betekenis accreditatie: certificering
124Areva.
Geraadpleegd op 1 februari 2013 via http://www.areva.com/EN/operations-1234/regulations-for-thepackaging-and-transportation-of-radioactive-materials.html 125
Zie bijlage 6: voorbeelden van A – type verpakkingen.
Pagina 31
Radioprotection et de Sûreté Nucléaire (IRSN) kan men accreditatie gaan aanvragen bij de veiligheidsinstanties.126 B – type verpakking:127 Het materiaal bevat sterke radioactiviteit zoals: bestraalde splijtstoffen, zwaar radioactieve bronnen, plutonium en verglaasd nucleair afval. Het is brandresistent bij 800 °C gedurende een half uur en schokwerend tot 50 kilometer per uur op een harde ondergrond. Het heeft een vrije val van een hoogte van 1 meter en een onderdompelingweerstand tot 200 meter voor de meest radioactieve pakketten. Colli voor radioactieve goederen van het type B zijn zeer sterke verpakkingen. Zij worden gebruikt voor het vervoer van splijtbare materialen. B – type verpakkingen worden hoofdzakelijk per spoor vervoerd wegens hun grote, radioactieve intensiviteit. Na een deskundige en technische inspectie door de IRSN kan men accreditatie gaan aanvragen bij de veiligheidsinstanties.128 De splijtstofcontainer TNTM 24 DH vervoert het gecompacteerd afval naar de opwerkingsfabriek. Deze transportverpakking kan tot 24 splijtstofcontainers bevatten. TN International ontwierp deze B – type verpakking voor opslag en transport van bestraalde splijtstoffen. De containers bestaan typisch uit een inox huls die afscherming voorzien in lood, wolfraam en verarmd uranium. De containers worden in kerncentrales onder water geladen met gebruikte splijtstofelementen. Daarna worden ze hermetisch gesloten en vacuüm getrokken.129 Ze bevatten tot 412 kilogram glasproduct die niet meer dan 14 % hoogradioactief afval vervatten. Bij lekkage gaat lucht van buiten naar binnen en lekken geen radioactieve stoffen naar het milieu. De dikke stalen mantel schermt ook de straling af. De beladen splijtstofcontainer130 toont op een infraroodcamera of warmtemeter aan dat die veel warmer is dan de omgeving. Dit komt doordat de gebruikte splijtstoffen lang warm blijven door radioactief verval. De mantel van de transportcontainer voert die warmte af.131 Het radioactief afval, dat in afvaltransportcontainers132 terugkeert van de opwerkingsfabriek naar België, wordt stabiel gemaakt. Het is geschikt om het natransport en tussenopslag permanent op te slaan. Het afval is gemengd met vloeibaar glas en gestold in stalen canisters. Het resultaat is een hermetisch133 afgesloten glasblok waar het afval niet meer uit kan weglekken.134
126
Transnubel. Geraadpleegd op 17 februari 2013 via http://www.transnubel.be/nl/pack/typea.html
127
Zie bijlage 7: voorbeelden van B – type verpakkingen.
128
Transnubel. Geraadpleegd op 17 februari 2013 via http://www.transnubel.be/nl/pack/typeb.html
129
EPZ. (2011). EPZ nucleaire transporten [pdf].
130
Zie bijlage 8: radioactieve splijtstofcontainer.
Areva. Geraadpleegd op 3 februari 2013 via http://www.areva.com/EN/operations-1256/tn-international-securepacking-and-transport-of-nuclear-materials.html 131
132
Zie bijlage 9: radioactieve afvalcontainer.
133
Betekenis hermetisch: luchtdicht.
134
EPZ. (2011). EPZ nucleaire transporten [pdf].
Pagina 32
Industriële verpakking, IP:135 De uitrusting omvat gemiddelde of lage radioactiviteit zoals: erts, concentraat of uraniumverbindingen en laag radioactief afval. Industriële verpakkingen, die splijtstoffen bevatten, zijn schokwerend tot 50 kilometer per uur op een harde ondergrond. Ze bezitten een valresistentie tot 9 meter. IP is ook telkens aan een brandtest onderworpen.136 Vrijgestelde verpakking: De toerusting houdt vooral lage radioactiviteit in zoals: radiofarmaceutische producten en kleine bronnen voor de industrie, radiologie en onderzoek. Er zijn geen speciale weerstandvoorwaarden vereist voor alledaagse situaties.137
135
Zie bijlage 10: voorbeelden van industriële verpakkingen.
136
Transnubel. Geraadpleegd op 17 februari 2013 via http://www.transnubel.be/nl/pack/other.html
137Areva.
Geraadpleegd op 1 februari 2013 via http://www.areva.com/EN/operations-1234/regulations-for-thepackaging-and-transportation-of-radioactive-materials.html
Pagina 33
Deel 2: onderzoek naar de impact op de Belgische samenleving van spoortransport van radioactief afval in België 1. Probleemstelling Het kleine en dichtbevolkte België behoort tot de meest genucleariseerde landen ter wereld. België is één van de enige landen die zijn kerncentrales zo dicht bij grote steden vestigde. 1,5 miljoen mensen wonen in een straal van 30 kilometer rond Doel en 840.000 mensen in de omgeving van Tihange. Kortom 9 miljoen en 5,7 miljoen burgers wonen in een straal van 75 kilometer in de buurt van beide kerncentrales. Bovendien worden diverse, stedelijke agglomeraties regelmatig doorkruist met spoortransporten van hoogradioactief afval. Dit komt ondermeer doordat Nederland opwerkingscontracten heeft lopen voor het radioactief afval van de kerncentrale van Borssele (Zeeland). Nederland stuurt het radioactief afval naar de opwerkingsfabriek in Frankrijk. België vormt hierbij een belangrijk transitland bij het vervoer van radioactieve stoffen van Nederland naar Frankrijk.138 De Nederlandse minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, M.J.M. Verhagen, verleende in december 2010 een vergunning voor het vervoer van tien zendingen met bestraalde elementen naar de opwerkingsfabriek van Areva in La Hague. De vergunning is geldig tot 15 oktober 2013. Per zending worden drie colli vervoerd die elk tot zeven bestraalde splijtstofelementen bevatten. Er zullen in totaal maximaal 210 hoogradioactieve elementen van Borssele, via België, naar Frankrijk getransporteerd worden in deze periode.139 Heel wat steden en dorpen hebben geen weet af dat hun stad of dorp het risico oploopt op een verhoogde straling. Het vertrekpunt bevindt zich in Borssele bij de kerncentrale waar splijtstofstaven in vrachtwagens geladen worden. Het materiaal van de vrachtwagens wordt daarna overgezet op een trein. De trein vertrekt vanuit Nederland en komt België binnen in Essen. Daarna rijdt ze via NMBS – lijn 12 langs Kalmthout en Kapellen naar Antwerpen. Van daar gaat het via NMBS – lijn 59 naar Zwijndrecht, Beveren, Sint Niklaas, Lokeren en Lochristi tot in Gent. Ten slotte rijdt de trein via NMBS – lijn 75 naar De Pinte, Deinze, Waregem, Harelbeke, Kortrijk en Menen (Lauwe) tot in Moeskroen, waar hij België verlaat en Frankrijk binnenrijdt. Een tweede mogelijke route is via NMBS – lijn 12: Essen – Kalmthout – Kapellen – Antwerpen. Vervolgens via NMBS – lijn 25: Antwerpen – Mortsel – Hove – Kontich – Duffel – Sint Katelijne Waver – Mechelen. Dan via NMBS – lijn 53: Mechelen – Kapelle op den Bos – Londerzeel – Buggenhout – Dendermonde – Wichelen – Wetteren – Melle – Merelbeke – Gent. Ten slotte NMBS – lijn
138
Greenpeace. (2013). Nucleaire noodplanning beschermt bevolking niet – Belgische regering pleegt schuldig verzuim [pdf].
139
E. Glorieux. (2011). Kernenergie: doodlopend spoor [pdf]. Brussel.
Pagina 34
75: Gent - De Pinte – Deinze – Waregem – Harelbeke – Kortrijk – Menen (Lauwe) – Moeskroen.140
141
Is
het noodzakelijk om zoveel steden te doorkruisen met zo’n gevaarlijk spoortransport? Bestaat er geen andere manier om dit te omzeilen? Wat als er een incident zich voordoet? Is België genoeg voorbereidt om een dergelijk ongeval op te vangen? Zijn de evacuatieplannen sluitend om de bevolking te beschermen? Vragen duiken op bij mogelijke ongevallenscenario’s. Ik ga op onderzoek naar de impact op de Belgische samenleving van spoortransport van radioactief afval in België. Allereerst toon ik met een schema aan hoe het levensverloop van het radioactief materiaal gebeurt.142 Dit overzicht geeft een beter visueel beeld in welke mate het spoortransport belangrijk is en in tot welk onderdeel ze aanwezig is in de voortgang ervan. Daarna leg ik de transportsituatie uit vanuit de opwerkingsfabriek in Frankrijk naar Dessel in België. Ik bespreek uitvoerig het spoorverloop van begin tot eindstadium met de nodige aandachtspunten. Controles zijn heel belangrijk bij zo’n transport. Uiteindelijk behandel ik de impact op de samenleving aan de hand van de uitgelegde transportsituatie. De gedachten en standpunten worden voor ieder partij uiteengezet. Elke partij argumenteert op zijn eigen manier om voor of tegen het radioactief spoortransport te zijn. Mijn eindwerk eindigt met een krachtig besluit aan de hand van mijn onderzoek.
140
E. Glorieux. (2011). Kernenergie: doodlopend spoor [pdf]. Brussel.
141
Zie bijlage 11: trajectkaart spoortransport radioactieve stoffen in België.
142
Zie bijlage 12: verloop van het radioactief materiaal.
Pagina 35
2. Transportsituatie van Frankrijk naar België België bezit twee belangrijke kerncentrales, namelijk in Doel en in Tihange. Integenstelling tot Nederland heeft België geen opwerkingscontracten meer lopen. In Frankrijk, meer bepaald in La Hague, bevindt zich de opwerkingsfabriek die door het Franse Areva wordt uitgebaat. Deze fabriek behandelt verbruikte splijtstof uit Frankrijk, Japan, Duitsland, België, Zwitserland, Italië, Spanje en Nederland.143 Voor elke trein met gebruikte reactorbrandstof die naar La Hague gaat, komt er een veelvoud aan transporten met radioactief opwerkingsafval terug. Het radioactief afval dat België in der tijd naar Frankrijk heeft vervoerd, komt tegenwoordig nog steeds terug met radioactief opwerkingsafval. Ik bespreek in dit hoofdstuk het traject volgend vanuit de opwerkingsfabriek in Frankrijk naar de opslagplaats in België. Het betreft onder meer het terugkerend, opgewekt, hoogradioactief afval per spoor.144 Om te beginnen wordt in La Hague een grote controle uitgevoerd van elke container vooraleer deze vertrekken. De controle omvat een visuele keuring en een controle van de activiteiten aan het oppervlak. De handelingen worden eveneens geverifieerd door Bureau Veritas. Bureau Veritas controleert of alles voldoet aan wet – en regelgeving op basis van (inter)nationale erkende normen. Ze is een wereldwijde, actieve dienstverlener op het gebied van ondermeer kwaliteit, gezondheid en veiligheid, milieu, risicomanagement en maatschappelijk verantwoord ondernemen. De stalen containers waarin de splijtstofstaven worden vervoerd wegen ongeveer 110 ton, een gewicht van een kleine Airbus. Ze bergen 6 ton splijtstof op. In de volksmond gebruikt men de term ‘Chateaux’ in vervanging van het woord ‘containers’. De containers worden vervolgens in de juiste transportverpakkingen geladen. Na het laden controleren deskundigen de verpakkingen op haar compatibiliteit met de transportreglementering: meting van dosistempo, oppervlaktebesmetting en straling. De vertegenwoordigers en de bevoegde overheid zijn getuige van al deze handelingen en geven hun akkoord aangaande het transport van de verpakkingen. Nu volgt het transportgedeelte van het materiaal.145 Het vervoer per spoor van radioactief materiaal beperkt zich voornamelijk enerzijds tot de ‘zeer zware’ transporten met colli van 80 tot 120 ton, en anderzijds kleinere transporten van grondstoffen voor de productie van kernbrandstof via de haven van Antwerpen en sporadisch via Zeebrugge. In het verleden zijn er enkele spoortransporten van nieuwe brandstof van België naar Frankrijk geweest, maar sinds de sluiting van Franco – Belge de Fabrication du Combustible (FBFC) gebeurt dit niet meer. De frequentie van radioactief spoortransport komt neer op één keer per week, waarbij 90 % van de tijd UF6 getransporteerd wordt en 10 % afval en bestraalde splijtstoffen. Het gerecycleerde uranium en het hoogradioactief afval worden vanuit de fabriek van Areva NC in La Hague naar de spoorwegterminal van Valognes gebracht. Dit
143Areva.
Geraadpleegd op 2 februari 2013 via http://www.areva.com/EN/operations-1193/logistics-nucleartransportation-packaging-design-and-logistics.html
144
Zie bijlage 13: trajectkaart van Frankrijk naar België.
Bureau Veritas. Bureau Veritas in vogelvlucht. Geraadpleegd op 1 februari 2013 via http://www.bureauveritas.be/wps/wcm/connect/bv_nl/local/home/about-us/our-business/ 145
Pagina 36
transport gebeurt via de openbare weg over een afstand van 40 kilometer. Eenmaal in de spoorwegterminal van Valognes laden ze de verpakkingen over op speciaal daarvoor ontworpen wagons.146 Er zijn geen specifieke voorwaarden vereist voor de locomotief. Daarna rijdt de trein, met drie radioactieve wagons en twee wagons met bewapende agenten, van Valognes naar het station van Mol in de provincie Antwerpen in België. Dit kernafval (420 kilogram) wordt in colli van ongeveer 130 ton per trein vervoerd. Tijdens het ganse traject wordt alles op de voet gevolgd door een helikopter en begeleid door FANC en erkende stralingsdeskundigen.147 Per transport zijn er één tot twee wagons die twee à drie containers vervoeren. Het gaat telkens over een zeer klein transport.148 Er worden in België jaarlijks negen radioactieve spoortransporten uitgevoerd, waarbij het spoortransport het veiligst is voor hoogactief afval. Er komen wat documenten aan te pas: voornamelijk de transportbrief zelf, het verzekeringsbewijs (burgerlijke aansprakelijkheid), de transportvergunning, checklists voor alle mogelijke controles en tot slot een map vol met goedkeuringscertificaten voor de gebruikte transportcontainers.149 Bij aankomst in het station van Mol worden de verpakkingen door middel van een portaalkraan, gestationeerd op een afgesloten terrein, van de wagon op een speciale vrachtwagen of oplegger geladen. Deze oplegger heeft een maximale capaciteit van 160 ton. Dit specifiek voertuig vervoert de verpakkingen over de weg van het Mols station naar het opslagterrein in het 5 kilometer verder gelegen Dessel.150 Medewerkers voeren tijdens het ganse transport om de beurt veegproeven uit om te controleren of er geen radioactieve stoffen aan de buitenkant van de container zitten. Wanneer het transport voltooid is, neemt Belgoprocess de verpakkingen in ontvangst die voor rekening zijn van NIRAS. Belgoprocess lost de containers met gecompacteerd afval en inspecteert deze alvorens ze in het opslaggebouw in Dessel te plaatsen. Ze worden op een draaitafel gezet. Zo gaan ze na of de containers intact zijn en vrij van oppervlaktebesmetting. Op die manier meten ze ook het stralingsniveau.151 De containers met verglaasd afval worden opgeslagen in een speciaal gebouw van Belgoprocess. Ze liggen daar voor minstens 50 jaar om te kunnen afkoelen.152 Hieronder wordt het splijtstof transportproces schematisch afgebeeld.153
146Cogema
Logistics. Geraadpleegd op 2 februari 2013 via http://www.nwmo.ca/uploads_managed/MediaFiles/1020_appendixg_thecogemalogisticsra.pdf
147
Interviewgesprek met E. Glorieux. Geraadpleegd op 2 februari 2013.
148
EPZ. (2011). EPZ nucleaire transporten [pdf].
K. Derveaux. Nieuw transport met gecompacteerd afval vanuit Frankrijk. Geraadpleegd op 7 februari 2013 via http://www.stora.org/en/node/300 149
150
Belga. (2011, 25 oktober). Nucleair bedrijf FBFC sluit, 180 jobs op de helling. De Standaard.
Synatom, Areva, Niras, Belgoprocess. (2010). Terugkeer van gecompacteerd radioactief afval vanuit Frankrijk naar België [pdf]. 151
Stora. Hoogactief verglaasd afval. Geraadpleegd op 15 februari 2013 via http://www.stora.org/nl/content/hoogactiefverglaasd-afval 152
153
EPZ. (2011). EPZ nucleaire transporten [pdf].
Pagina 37
Heen: van kerncentrale in
Splijtstofcontainer
Doel in België
Naar de opwerkingsfabriek van Areva in La Hague in Frankrijk
(tegenwoordig is dit verboden)
Terug: van
Afvalcontainer
Naar opslaggebouw in
opwerkingsfabriek in La
Dessel in België
Hague in Frankrijk
(Belgoprocess)
Pagina 38
3. Impact op de samenleving Gezien hoogradioactief afval gevaarlijk is en continu radioactieve transporten en langetermijnstockage plaatsvinden, houdt deze activiteit een beduidend risico in. België staat hierbij voor een grote, maatschappelijke uitdaging. Deze uitdaging bestaat erin de feiten en de inzet van het radioactief spoortraject duidelijk uit te leggen aan de burgers en samen op zoek te gaan naar oplossingen die door de samenleving gedragen kunnen worden. Aan de hand van enquêtes en gesprekken met instanties en burgers vat ik de standpunten samen om tot een conclusie te komen. Iedere partij streeft zijn eigen doeleinden na en stelt zijn persoonlijke streefpunten voorop. De protagonist is in de eerste plaats de federale overheid, FANC. Zij sluit het akkoord over de repatriëring van het verglaasd afval. Dicht bij de overheid staat de nucleaire sector die mee verantwoordelijk is voor de technische uitwerking en de organisatie van het transport. De transportondernemingen alsook de spoorwegondernemingen volgen de orders op van het FANC. De nucleaire instanties samen met de informatieforums vormen een belangrijke voorstanderpartij. Daartegenover staan de milieubewegingen als antagonist die het transport zelf niet veroordeelt, maar wel de manier waarop. Er zijn nog andere partijen die niet alleen aparte standpunten innemen, maar ook verschillende benaderingen hanteren om hun boodschap in de media te brengen. Milieubewegingen en burgemeesters gebruiken in hoofdzaak emotionele argumenten en symbolische acties. De nucleaire sector en het ministerie, antwoordt met technische informatie en objectieve feiten en testresultaten. De massamedia speelt een belangrijke rol bij het creëren van risicocommunicatie. De media heeft een grote invloed op het algemene ideeëngoed binnen de maatschappij. Het is voor de nucleaire sector van groot belang om spreekruimte te krijgen binnen de media en juist en eerlijk geïnterpreteerd en geëvalueerd te worden. In het verleden bleek dat in die massamedia vaak een negatief beeld over nucleaire activiteiten verspreid werd, zeker wanneer bericht werd over eerder genoemde, nucleaire accidenten. Journalisten nemen een soort scheidsrechterpositie in tussen de verschillende antagonisten. De journalisten nemen een rol van moderator aan. Ze nemen een neutrale positie in ten opzichte van de nucleaire sector enerzijds en de groene beweging anderzijds. De vraag is: wie wordt geloofd?154 Geconfronteerd met twee zeer uiteenlopende standpunten, is het dus aan de burger zelf om hieruit een eigen mening te vormen.
U. Beck. (1997) De wereld als risicomaatschappij. Essays over de ecologische crisis en de politiek van de vooruitgang, pp. 23. Amsterdam: De Balie 154
Pagina 39
Hieronder bevindt zich een samenvattend schema om duidelijk aan te tonen wie de belangrijkste actoren zijn binnen het nucleair spoortransport.
burgers & anderen
politieke actoren & nucleaire sector
communicatie milieubewegingen waaronder Greenpeace
media
Pagina 40
4.1 Reactie van burgers De belangstelling voor ecologie is ondertussen sterk ingeburgerd. Met deze gedachte in het achterhoofd vormt de publieke opinie een terughoudend standpunt en is soms vijandig tegenover radioactief spoortransport. Ze maakt zich alsmaar meer zorgen over het milieu, de toekomst en komende generaties. Het is belangrijk dat de regio leefbaar blijft en niet enkel met milieulasten te kampen krijgt. De alsmaar mondigere burger verzet zich daardoor tegen het nucleair spoortransport. Het is de taak van de burgemeesters om hun stad of gemeente in het belang van de burger zo goed mogelijk te beheren. Dit is niet altijd evident, uiteraard wanneer ze geconfronteerd worden met de passage van het nucleair spoortransport. In de navolging van de publieke opinie verzetten de 22 Vlaamse burgemeesters 155 zich tegen het nucleair transport dat door elk van hun gemeenten trekt.156 Ze vragen een opschorting van transporten met hoogradioactief afval van Borssele naar La Hague. Blijft het punt: moet zo’n gevaarlijk transport door dichtbevolkte gebieden lopen? Sommige spoorlijnen (zoals die in Buggenhout) lopen dicht bij het gemeentehuis, langs enkele scholen en vlakbij het centrum. Is dit verantwoord?157 Gent gaat zelfs nog een stapje verder in de opspraak tegen het nucleair spoortransport.158 Ze gaat een kort geding aan tegen het nucleair spoortransport tussen Borssele in Nederland en de opwerkingsfabriek van La Hague in Frankrijk.159 De burgemeester van Gent, meneer Termont, vindt het niet kunnen dat een transport met hoog ioniserende straling door een dichtbevolkte stad moet rijden.160 De mening luidt als volgt: “een zinloze onderneming, want opwerking biedt absoluut geen oplossing voor het kernafvalprobleem. Integendeel, het zorgt voor bijkomend afval dat binnen enkele jaren weer terug naar het land van herkomst moet.”161 De maatregelen in verband met het nucleair spoortransport zijn vertrouwelijk. De overheid communiceert niet officieel om veiligheidsredenen over de datum of het uur van aankomst.162 De bevolking is meestal niet op de hoogte van het transport, maar komt pas achteraf te weten van de doortocht. De burgemeesters krijgen nauwelijks informatie over de transporten.163 Ze weten maar op het laatste nippertje dat er een nucleair transport zal plaatsvinden in hun gemeente. De burgemeesters vinden het niet kunnen dat zij, als eindverantwoordelijke van de handhaving van de veiligheid op het grondgebied van hun gemeente, geen inzage krijgen in de transportvergunning. Volgens hen is het niet verantwoord om de openbaarheidregeling, verankerd in de grondwet, in een extreme vorm uit te sluiten. Geheimhouding wekt argwaan op bij de
155
Bijlage 14: betrokken burgemeesters.
156
Redactie. (2011, 10 oktober). 22 burgemeesters vragen opschorting transporten nucleair afval. Het Laatste Nieuws.
157
PDX. (2011, 12 oktober). Burgemeesters maken zich zorgen over nucleaire transporten. Het Nieuwsblad.
158
Rechtbank eerste aanleg te Gent, AR 11/386/C, 6 juni 2011.
159
Belga. (2011, 6 juni). Nucleair transport toch door Gent ondanks protest stad. Het Laatste Nieuws.
160
Belga. (2011, 3 juni). Geen alternatieve route voor nucleair transport door Gent. Het Laatste Nieuws.
161
Redactie. (2011, 10 oktober). 22 burgemeesters vragen opschorting transporten nucleair afval. Het Laatste Nieuws.
162
Belga. (2011, 22 september). Jaarlijks 40.000 radioactieve transporten in België. Het Laatste Nieuws.
163
PDX. (2011, 12 oktober). Burgemeesters maken zich zorgen over nucleaire transporten. Het Nieuwsblad.
Pagina 41
burgemeesters, maar ook bij de bewoners. De burgemeesters vragen om de transportvergunningen op te schorten tot er een duidelijke regeling is over de inzage van de transitvergunningen.164 Vele burgemeesters maken zich zorgen om de veiligheid van het transport en eveneens de veiligheid van hun stad of gemeente. Bij de burgemeesters van Mol en Dessel heerst er een grote zorg over de bewaring van de openbare orde. Toen de gevolgen van de verwoestende en krachtige kernrampen van Fukushima (2011), Tsjernobyl (1986) en Three Mile Island (1979) aan het licht kwamen, nam de vrees voor de gevaren van radioactiviteit bij de bevolking toe. Mensen zijn reeds bezorgd bij zeer lage radioactieve straling, aangezien radioactiviteit niet kan waargenomen worden door de zintuigen. Radioactiviteit veroorzaakt schade die pas na zeer lange tijd tot uiting komt. Negatieve associaties als gevaar, dood, kanker, vervuiling, ziekte, afschrikking, verwoesting en dergelijke worden aan nucleaire toegekend. Dit zorgt ervoor dat alle toepassingen van het nucleaire over eenzelfde kam geschoren worden en dus vaak als negatief gepercipieerd worden.165
toekomst •ecologie
veiligheid? •kernrampen •straling
informatie / communicatie?
angst van burgers
164
Redactie. (2011, 10 oktober). 22 burgemeesters vragen opschorting transporten nucleair afval. Het Laatste Nieuws.
U. Beck. (1997) De wereld als risicomaatschappij. Essays over de ecologische crisis en de politiek van de vooruitgang, pp. 23. Amsterdam: De Balie 165
Pagina 42
4.2 Reactie van spoorwegondernemingen & overheid Er is geen enkele reden tot ongerustheid volgens het FANC, ondanks er jaarlijks tien nucleaire spoortransporten plaatsvinden. Er is nog nooit een incident geweest met grote gevolgen, beweert het FANC. De protesterende, betrokken burgermeesters in België tonen aan dat er te weinig kennis is over wat een dergelijk transport eigenlijk inhoudt. Om veiligheidsreden wordt niet bekendgemaakt wanneer en hoe de radioactieve containers van La Hague naar Dessel getransporteerd worden. Dit om terroristische aanslagen te verhinderen en psychopaten niet de kans te geven om handelingen te ondernemen. De gekende psychopaat, Anders Behring Breivik, pleegde terroristische aanslagen waarbij 77 doden vielen. Wanneer de politie een huiszoekingsbevel uitvoerde, ontdekte ze dat Breivik ook plannen had om in België Doel en Tihange te vernietigen. Gelukkig is deze handeling nooit uitgevoerd, de gevolgen zouden gigantisch zijn.166 Er worden steeds acties uitgevoerd tegen het radioactief spoortransport wegens angstgevoelens bij burgers. De acties van milieuorganisaties als Greenpeace zijn extreem vervelend volgens de spoorwegondernemingen. De planning of de verlofregeling van het personeel komt in de war doordat een trein ophoudt. Via de GPS kan Areva de bewegingen van elk transport echter tot op de meter volgen en instructies geven indien nodig. De Franse veiligheidsdiensten volgen nauwgezet het ganse traject. De transporten zijn permanent beveiligd om te voorkomen dat activisten of kwaadwillenden toch iets willen proberen.167 Om een opdracht van radioactief afval tot een goed einde te brengen, volstaat het niet haalbare en veilige, technische oplossingen aan te bieden aan de publieke opinie. Instanties moeten allereerst over een politieke overeenstemming beschikken en op grote schaal door de bevolking aanvaard worden vooraleer dergelijke oplossingen uitgevoerd worden. NIRAS kan enkel maar haar projecten geldig verklaren mits de volledige medewerking van de burgers. Daarom streeft NIRAS naar transparante communicatie, opdat de bevolking en de overheid werkelijk alle aspecten van haar activiteiten zou begrijpen. NIRAS probeert dialoog en wisselwerking met de hele gemeenschap zo goed mogelijk te bevorderen. Tevens moedigt ze ook dynamische evaluatie – en beslissingsprocessen aan. In 1999 stelde NIRAS aan de belangstellende gemeenten voor om mee te werken aan ontwerpen van spoortransport. Deze aanpak heeft sindsdien geleid tot de oprichting van lokale partnerschappen, samengesteld uit representatieve actoren uit verschillende sociaal – economische structuren van de betrokken gemeenten.168 Wat kan er gebeuren met een nucleaire trein? Het ergste ongeluk dat kan gebeuren is dat de wagons ontsporen en dat die containers van de berm rollen of in een ravijn terechtkomen. De containers zijn gecontroleerd of ze aan al die voorwaarden voldoen, zoals vallen op een onvervormbare ondergrond en een
166
B. Debusschere. (2011, 23 september). Elke dag honderd nucleaire transporten door België. De Morgen.
167
EPZ. (2011). EPZ nucleaire transporten [pdf].
B. Cornélis. Twintig jaar verantwoordelijk beheer van radioactief afval in België NIRAS in dienst van de gemeenschap. Decamps Freddy. 168
Pagina 43
half uur bloot staan aan brand van 800 °C. De informatieverspreiding wordt beheerst door het principe `need to know': alleen de personen die beroepshalve op de hoogte moeten zijn, zijn op de hoogte. Het crisiscentrum informeert vooraf de betrokken provincies, die op hun beurt de gemeenten informeren.169 Ze doen er alles aan om het spoortraject vlot, veilig en gecontroleerd te doen verlopen. FANC stelt telkens bij ieder gebeurd, nucleair transportroute een persbericht op, zodat de bevolking en andere belanghebbenden op de hoogte zijn van het gebeuren. De coördinatie van de hulpverlening voor radiologische incidenten wordt onmiddellijk op provinciaal niveau georganiseerd, zodat het niet nodig is om het betrokken gemeentelijk of stedelijk niveau lang vooraf te informeren. De minister van Binnenlandse Zaken neemt geen risico’s met de openbare orde en houdt nodige ordehandhavers en hulpdiensten paraat. Het is door de wet zelfs expliciet verboden vooraf te informeren. Het transport gebeurt tussen twee havens. Waarom niet over zee gaan in plaats van door woonkernen? Volgens de overheid is het transport per schip technisch mogelijk, maar wordt in de praktijk alleen overwogen indien er geen verbinding is over land. Noodmaatregelen zijn makkelijker te treffen op land dan op zee. Het treintransport is in dit geval de veiligste vervoerswijze volgens de overheid.170
communicatie •berichtgeving achteraf
geen reden tot paniek
vlot verloop & veiligheid
standpunt van besluitvaardig spoor & overheid
169
Vraag en antwoord, Binnenlandse zaken, 2011, 23 december, 5 – 4849 B. Anciaux.
170
Vraag en antwoord, Binnenlandse zaken, 2011, 23 december, 5 – 4849 B. Anciaux.
Pagina 44
4.3 Reactie van Greenpeace Greenpeace is een belangrijke aanklager voor de onveiligheid van transporten. Een eerder emotioneel en gekleurd woordgebruik wordt niet geweerd door de milieuorganisatie. Greenpeace probeert in te spelen op het menselijk gevoel en probeert het publiek te overtuigen. De bezorgdheid van de milieuorganisatie gaat gepaard met protest tegen het radioactief spoortransport. Greenpeace maakt gebruik van symbolen en verhalen die op het gemoed van de bevolking werken. Zo voorspelt de milieubeweging allerhande dramatische scenario’s die burgers niet onberoerd kunnen laten. Ze hameren ook op het ontbreken van de nodige veiligheidsplannen. Dagvaarding tegen transitvergunning Volgens Greepeace heerst er een soort ‘salamipolitiek’ (eens je een sneetje geproefd hebt, wil je er meer) rond het radioactief spoortransport. Wanneer men beweert om maar één keer het radioactief spoortransport uit te voeren, en alles verloopt goed, krijg je er niet genoeg van en voer je dit uiteraard meerdere keren uit. Greenpeace verzet zich sterk tegen de transitvergunning van de Nederlandse kernafvaltransporten door België. De rechtszaak ging van start in maart. Greenpeace neemt deze zaak heel serieus en heeft daarbij zijn argumenten opgebouwd uit twee standpunten:171
Het ALARA – principe (As Low As Reasonably Achievable) stelt dat elke potentiële blootstelling aan radioactieve straling zo laag mogelijk moet zijn. Dit betekent op zijn minst dat verschillende transportmodi met elkaar afgewogen worden. Heeft FANC de volgende vraagstelling onder de loep genomen: worden er al dan niet meer mensen potentieel blootgesteld aan straling als gevolg van een treintransport doorheen stedelijke agglomeraties in vergelijking tot het transport per schip? Dit is niet onderzocht door het FANC en dus vecht Greenpeace tegen de transitvergunning.
Binnen de stralingsbescherming wordt veel aandacht geschonken aan het justification – principe. Dit betekent dat alle nadelen van elke potentiële blootstelling afgewogen worden tegenover de voordelen. Wat zijn de voordelen voor de Belgische bevolking van een transport van hoogradioactief, Nederlands afval doorheen de Belgische steden? Nergens in de transportvergunning staat een verantwoording voor het justification – principe en dit vormt de tweede reden om die vergunning aan te vechten volgens Greenpeace. De actie vestigt de aandacht op het steeds aanwezige risico van nucleaire energie en het gebrek aan degelijke noodplannen.172
Greenpeace vraagt herhaaldelijk inzage in de transportvergunning van deze kernafvaltrein over Belgisch grondgebied, maar het FANC blijft alles in een waas van geheimhouding hullen. In andere landen, zoals in Nederland, wordt op een transparante wijze de transportvergunning als een publiek, toegankelijk document
171
Rechtbank eerste aanleg te Brussel, Vandebroeck De Rieck Verstraeten, 23 maart 2012.
172
E. Glorieux. (2011). Kernenergie: doodlopend spoor [pdf]. Brussel.
Pagina 45
vrij ter beschikking gesteld. Volgens de vergunning zou bij het transport zoveel mogelijk de nabijheid van drukke, stedelijke gebieden vermeden worden. Maar toch rijdt de trein op Belgisch grondgebied dwars doorheen ondermeer Sint – Niklaas (71.806 inwoners), Kortrijk (74.911 inwoners) en Gent (343.366 inwoners).173 Mogelijke ongevallenscenario’s Het Greenpeace team voert verschillende proeven uit in verband met het radioactief spoortransport. Teuling Ike, stralingsdeskundige van Greenpeace Nederland nam de proef op de som. Zij nam het initiatief in handen om stralingsmetingen te verrichten in het grensstation van Essen op het kernafvalkonvooi dat op weg was van de kerncentrale in Borssele naar de opwerkingsfabriek. Hierbij werd op enige afstand een sterk verhoogde achtergrondstraling gemeten van 1,7 microsievert per uur. Dit is 15 tot 30 keer hoger dan de normale achtergrondstraling. Voor het plutonium, dat bij de opwerking uit de gebruikte kernbrandstof wordt afgescheiden, bestaat binnen de civiele kernenergieketen geen rationeel gebruiksdoel. Jammer genoeg is het een primaire grondstof voor de aanmaak van atoomwapens.174 Wanneer de mens zeven microgram plutonium inademt, ontstaat het risico op longkanker. 740 of zowat 10 % van alle longkankers worden jaarlijks in België toegeschreven aan natuurlijke achtergrondstraling veroorzaakt door bijvoorbeeld radongas. Gezien de trein doorheen belangrijke, drukbevolkte steden, zoals Gent, rijdt, hebben mensen volgens Greenpeace mogelijks te maken met een verhoogde stralingsdosis. Nog eens 74 mensen komen rechtstreeks met het transport in contact. Daardoor hekelt Greenpeace de clichézin ‘Don’t worry’ van FANC. Het effect van de straling is natuurlijk pas later vast te stellen, misschien slechts na verschillende generaties. Het grote risico van dit transport is niet zozeer de straling die aan de buitenkant te meten is, maar wat er zou kunnen vrijkomen als door een ongeluk de containers zodanig beschadigd raken dat de inhoud ervan vrijkomt. Volgens de transportvergunning mogen de drie containers elk tot 651 petaBecquerel aan radioactiviteit bevatten, samen tot 1.953 PBq, wat in de buurt komt van de totale straling die vrijkwam bij de kernramp in Tsjernobyl. Het is dan ook terecht dat de 22 burgemeesters zich zorgen maken en vragen stellen over de veiligheidsimplicaties. Indien in één van de vele, stedelijke agglomeraties zich een zwaar ongeval zou voordien, dan zouden duizenden mensen radioactief besmet worden en zal een groot gebied voor eeuwen onbewoonbaar worden, aldus Greenpeace.175 Ook onderzocht Greenpeace de mogelijke ongevallenscenario’s. Wegens de gevaarlijkheid van het radioactief spoortransport worden speciale containers gebruikt, namelijk containers van het type TN 17/2. Verschillende, denkbare ongevallenscenario’s overschrijden ver de testnormen van deze containers, zo vindt Greenpeace. Aanstonds loopt de temperatuur bij een brand in een tunnel veel hoger op dan 800 °C. Een voorbeeld hiervan gebeurt wanneer de kernafvaltrein een botsing heeft met een andere trein die geladen is met brandbare stoffen. Het duurt veel langer dan een half uur voor de brand geblust wordt. De
173
Glorieux, E. (2011). Kernenergie: doodlopend spoor [pdf]. Brussel.
174
Redactie. (2011, 6 juni). Greenpeace blokkeert kernafvaltransport. Het Nieuwsblad.
175
Interviewgesprek met E. Glorieux. Geraadpleegd op 2 februari 2013.
Pagina 46
Amerikaanse Nuclear Regulatory Commission berekende dat bij een botsing aan 74 kilometer per uur langs de voor – of achterkant van de container met een betonnen structuur, stalen dwarsbalk of een rotsmuur de beschermende eigenschappen van de container verstoord worden. Evenals bij een snelheid van 82 kilometer per uur langs de zijkant van de container. Ook de valvoorwaarden werden door Greenpeace onder de loep genomen. Langsheen het traject tussen Zwijndrecht en Moeskroen rijdt de trein over bruggen die dieper zijn dan 9 meter. Wat zal er gebeuren bij een val op harde grond dieper dan 9 meter? Radioactief spoortransport is op zich niet gevaarlijk, het is eerder het risico dat er een ongeval zich voordoet. Er zijn veel meer ongevalscenario’s mogelijk dan er veiligheidsmaatregelen zijn.176 Wie is aansprakelijk? Greenpeace vormt een vijandige mening met het oog op de aansprakelijkheidsregimes over het radioactief spoortransport. De internationale, nucleaire aansprakelijkheidsregimes beschermen eerder de uitbaters van de kerncentrales en de nucleaire toeleveringsbedrijven dan de slachtoffers van een kernramp. Ze zijn niet in staat om de talrijke slachtoffers van een kernramp te compenseren voor het leed en het verlies van eigendom als gevolg van een radioactieve besmetting.177 Geen enkele privé – investeerder wil zijn handen in het vuur steken om radioactieve woonplaatsen te verzekeren. Er heersen te veel risico’s die gedekt moeten worden. Daarom is enkel en alleen de operator van de kernbrandstof of kerncentrale aansprakelijk gesteld. Burgers hebben niet voor dit risico gekozen. Mensen kunnen hun huis verzekeren tegen brand – of stormschade, maar niet tegen een radiologisch ongeluk. De beperkte aansprakelijkheid van de uitbaters van kerncentrales verstoort tevens de eerlijke concurrentie met de producenten van hernieuwbare energie. Indien de uitbaters van kerncentrales op de commerciële markt een verzekering afsluiten die de reële kosten van een majeure kernramp dekken, zou de elektriciteit uit kerncentrales onbetaalbaar zijn.178 Er heersen wel degelijk essentiële problemen bij de nucleaire aansprakelijkheid krachtens Greenpeace. Het gebrek aan aansprakelijkheid wordt nog verder bespoedigd door een tekort aan transparantie met betrekking tot contracten en relaties tussen bedrijven. Deze situatie leidt tot grote problemen bij het garanderen van een goede kwaliteitscontrole voor essentiële veiligheidsaspecten.179 Greenpeace pleit ervoor om een onbeperkte, strikt risico – aansprakelijkheid in te voeren voor zowel de operatoren als de toeleveringsbedrijven van de kerncentrales. Volgens hen kan het niet mogelijk zijn dat de aansprakelijkheid geplafonneerd is tot een bedrag dat slechts een fractie bedraagt van de reële kosten van een kernramp. Deze onbeperkte risico – aansprakelijkheid moet opgelegd worden voor zowel de operatoren
176
E. Glorieux. (2011). Kernenergie: doodlopend spoor [pdf]. Brussel.
De fall – out van Fukushima: nucleaire sector profiteert, burgers betalen. (2013). Geraadpleegd op 23 maart 2013 via http://www.greenpeace.org/belgium/nl/pers/rapporten/de-fall-out-van-fukushima-nucleaire-sector-profiteertburgers-betalen/ 177
178
S. Peeters. (2013, 7 maart). Greenpeace wil betere regels rond aansprakelijkheid bij kernramp. Het Laatste Nieuws.
Fukushima Fallout: Nuclear business makes people pay and suffer. (2013). Geraadpleegd op 23 maart 2013 via http://www.greenpeace.org/belgium/nl/pers/rapporten/fukushima-fallout-nuclear-business-makes-people-pay-andsuffer/ 179
Pagina 47
van de kerncentrales als de nucleaire toeleveringsbedrijven. Tevens zou de nucleaire industrie een maximale, financiële dekking voorzien om de kosten van een kernramp te vergoeden. Greenpeace strijdt onder ander voor een eerlijke schadevergoeding voor de slachtoffers.180 Het bestaan van een noodplan? Greenpeace analyseerde de bestaande, federale en provinciale nucleaire nood – en interventieplannen. De nucleaire noodplannen bieden geen enkel antwoord op ondermeer de evacuatie, opvang en herhuisvesting van de getroffen gezinnen bij een grootschalige ramp. De nucleaire noodplannen zijn totaal achterhaald en vormen geen geloofwaardige basis om de Belgische bevolking te beschermen tegen de impact van een grootschalige kernramp een transport met hoogradioactief afval doorheen de stedelijke agglomeraties. De evacuatieplannen gaan van start voor een gebied binnen een straal van 10 kilometer.181 De stad Antwerpen is veel groter dan 10 kilometer, al de mensen die buiten dit gebied wonen, worden met andere woorden niet geëvacueerd. Gezien de grote concentratie aan nucleaire installaties in combinatie met de grote bevolkingsdichtheid zullen bij een grote, nucleaire ramp grote, dichtbevolkte delen van het land radioactief besmet worden. Daardoor dreigen vele honderdduizenden burgers hun woongebied misschien wel voor altijd te moeten verlaten. Zolang er kerncentrales zijn, zou gans het Belgisch grondgebied als nucleaire nood – en interventiezone moeten worden ingericht volgens Greenpeace.182 Oplossing? Het is onverantwoord om verder kernafval te produceren als er geen gegarandeerd, veilige oplossing bestaat voor dit afval. Daarom moet in de eerste plaats gestopt worden met de productie van hoogradioactief en langlevend afval. Dit betekent dat de kerncentrales moeten gesloten worden. Indien de levensduur van de zeven Belgische kernreactoren met tien jaar verlengd wordt, zal de hoeveelheid hoogradioactief en langlevend kernafval in ons land met een kwart toenemen.183 Zolang een land kerncentrales uitbaat is het voor Greenpeace onaanvaardbaar dat het zijn kernafval exporteert naar andere landen. Ook opwerking van gebruikte reactorbrandstof in andere landen moet daarom gestopt worden! “Wij blijven ons groen protest uitvoeren tot het nucleair spoortransport ophoudt. Het over en weer transporteren van dit gevaarlijk afval naar een opwerkingsfabriek vergroot enkel het
De fall – out van Fukushima: nucleaire sector profiteert, burgers betalen. (2013). Geraadpleegd op 23 maart 2013 via http://www.greenpeace.org/belgium/nl/pers/rapporten/de-fall-out-van-fukushima-nucleaire-sector-profiteertburgers-betalen/ 180
181
Zie bijlage 15: noodplanzone.
182
Greenpeace. (2013). Nucleaire noodplanning beschermt bevolking niet [pdf].
De fall – out van Fukushima: nucleaire sector profiteert, burgers betalen. (2013). Geraadpleegd op 23 maart 2013 via http://www.greenpeace.org/belgium/nl/pers/rapporten/de-fall-out-van-fukushima-nucleaire-sector-profiteertburgers-betalen/ 183
Pagina 48
afvalprobleem en brengt het nucleaire risico tot bij iedere bewoner in België.”184 De geschatte collectieve dosis van tien jaar routinematige, radioactieve lozingen door de opwerkingsfabrieken van La Hague en Sellafield komt overeen met 1/7 van de collectieve dosis van de kernramp in Tsjernobyl. “We zouden beter gebruik maken van veilige en betaalbare elektriciteitsvoorziening, onder meer hernieuwbare energie.”185
tegen transitvergunning
nood - en veiligheidsplannen ?
mogelijke ongevallenscenario's
groen protest • kerncarrousel moet stoppen
Fukushima Fallout: Nuclear business makes people pay and suffer. (2013). Geraadpleegd op 23 maart 2013 via http://www.greenpeace.org/belgium/nl/pers/rapporten/fukushima-fallout-nuclear-business-makes-people-pay-andsuffer/ 184
185
E. Glorieux. (2011). Kernenergie: doodlopend spoor [pdf]. Brussel.
Pagina 49
4.4 Input van media De media vormt een belangrijke rol bij de weergave rond risico’s. Zij situeert zich binnen de informatie – en kennismaatschappij. De media is werkzaam bij het vormen van ideeën van mensen. De massamedia voedt de angst van het publiek voor radioactief transport. Doordat de media veel aandacht besteedt aan het stralingsaspect, wordt de berichtgeving gekenmerkt door sensatie, gevaar, tegenstrijdigheden en een antinucleaire houding.186 Het is moeilijk om als burger over een duidelijk overzicht te beschikken in verband met de radioactieve risico’s en gevaren. De burgers zijn afhankelijk van de juistheid van de verslaggeving van de media om over correcte gegevens te beschikken over die risico’s die hen omringen om hierover te kunnen oordelen. De burger wordt vaak geconfronteerd met erg tegenstrijdige informatie. Dit doet over het algemeen de twijfel, verwarring en angst toenemen. Zeker wanneer het gaat om moeilijk, vatbare realiteiten. Het is dan ook niet onwaarschijnlijk dat de burger bedolven raakt onder de informatie over gevaren en hieronder verstikt. Zeker wanneer ze het geheel niet meer kunnen kaderen. De media brengt vooral de risicovolle activiteiten rond het transport in het daglicht, waardoor het voor spoorwegondernemingen alsmaar moeilijker wordt om ongestoord en onopgemerkt risicovolle activiteiten uit te voeren.187 Anderzijds heeft de burger in de huidige informatiemaatschappij meer kansen om zich degelijk en grondig te informeren en te organiseren, wat hem op zijn beurt meer macht toekent. De burger wordt mondiger en treedt bovendien gemakkelijker in contact met allerhande organisaties om zich in te lichten, zijn rechten te verdedigen en eventueel acties te ondernemen.188 De reden waarom het nucleair transport naar Dessel zo’n enorme media – aandacht krijgt, is te wijten aan het succes van het verzet tegen het transport. Dat verzet start met het verbod van de burgemeesters van Mol, Dessel en Geel op de doorvoer van nucleair afval over hun grondgebied. Het protest wordt verder opgevoerd door Greenpeace. Burgemeesters proberen het transport tegen te houden met een lijvig politiebevel, zoals de burgemeester van Mol gedaan heeft.189
186
B. Cohen. (1980) ‘Nuclear Journalism: Lies, Damned Lies and News Reports’. Policy Review, pp. 70-74.
187
K. Laeveren en D. Mortelmans. (2001). Het nucleaire in de Vlaamse media [pdf].
188
E. Glorieux. (2011). Kernenergie: doodlopend spoor [pdf]. Brussel.
Vraag en antwoord, Commissie voor Leefmilieu en natuur, Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid en Ruimtelijke Ordening en Onroerend Erfgoed, 2004, 28 oktober, A. De Ridder. 189
Pagina 50
creatie van angst
afhankelijk van berichtgeving
verenigen
input van media
Pagina 51
Conclusie België is een belangrijk transitland voor het spoorwegvervoer van hoogradioactieve stoffen afkomstig uit de kerncentrale in Nederland. Het traject, naar de opwerkingsfabriek in Frankrijk, verloopt door drukbevolkte steden en gemeenten, waarbij de kans op een ongeval of ramp zeker niet uitgesloten is. Hierdoor zouden grote, bevolkte steden jarenlang onbewoonbaar verklaard worden. Het radioactief spoortransport vormt een grote bedreiging voor de gezondheid van de bevolking.190 Een toenemende stralingdosis verhoogt de kans op menselijke, genetische afwijkingen en kanker. Deze verhoogde risicoanalyse wekt grote angstgevoelens op bij de bevolking. Daardoor voeren milieubewegingen en burgemeesters protest uit voor de ophouding van de rijdende Tjernobyls. Het is onverantwoord om ongewenst de bevolking bloot te stellen aan een verhoogde stralingdosis. Het vormt tevens geen oplossing om splijtstoffen, afkomstig van kernenergie, te laten opwekken. Integendeel het radioactief opwerkingsafval komt in veelvoud van transporten terug naar het land van oorsprong, waardoor het risico op een ongeval verhoogt. België beschikt bovendien niet over een uitgesproken goed noodplan om de bevolking in eerste instantie te evacueren en in tweede instantie maatregelen te treffen tegen kernrampen. Daarbij verloopt ook de communicatie stroef. Mensen worden niet op de hoogte gehouden van deze transporten of worden pas achteraf ingelicht. Ook bij ongevaarlijke, gebeurde incidenten gaat de communicatie de mist in. De ongerustheid van de bevolking is dus terecht. De meest gepaste oplossing bestaat eruit om de Nederlandse opwerkingscontracten te vernietigen. Het invoegen van de definitieve stopzetting van opwerking. Het terugkerend, opgewekt, radioactief afval zou in plaats van met de trein door middel van het schip vervoerd kunnen worden. Zo worden minder bevolkingsgebieden bloot gesteld aan deze straling. De kans is bovendien kleiner dat een stad of gemeente onbewoonbaar verklaart zal worden bij een ernstig incident. Natuurlijk zou het ideaal zijn, als de kerncentrales in België en in de buurlanden gesloten worden. De maatschappij zou kunnen investeren in elektriciteitsopwekking uit hernieuwbare energiebronnen.191 Het plaatsen van windmolenparken in zee bijvoorbeeld maken deel uit van het zoeken naar een geschikte oplossing. Offshore windenergie is een belangrijke bron van hernieuwbare energie voor ons land. Volgens de studie Energy (R)evolution staat deze technologie al ver genoeg om 33 % van de Europese energieproductie in te vullen tegen 2050. Om een bijna 100 % hernieuwbaar energiesysteem te ontwikkelen tegen 2050, zijn er dus ook windmolens op het land nodig.192 Ook andere, hernieuwbare energiebronnen kunnen hun steentje bijdragen tot de energieproductie,
190
Belga. (2011, 10 oktober). Morgenavond opnieuw nucleair transport door Vlaanderen. Het Laatste Nieuws.
Greenpeace. Law nuclear memorie. Geraadpleegd op 18 mei 2013 via http://www.greenpeace.org/belgium/Global/belgium/report/2009/11/law_nuclear_memorie.pdf 191
Greenpeace. Zijn windmolenparken in zee dé oplossing?. Geraadpleegd op 19 mei 2013 via http://www.greenpeace.org/belgium/nl/wat-doen-we/kernenergie/vraag-antwoord/ 192
Pagina 52
denk maar bijvoorbeeld aan zonne – energie , biomassa en waterkracht. Zonnepanelen zetten zonlicht om in elektriciteit via PV cellen. Windturbines wekken elektriciteit op via wind en biomassacentrales halen energie uit bijvoorbeeld organische fracties uit huisvuil of dierlijke en plantaardige afvalvetten die niet meer geschikt zijn voor consumptie.193 Deze energiebronnen stoten tegelijkertijd ook geen broeikasgassen uit en zijn onuitputtelijk. Momenteel worden de windturbines regelmatig stil gelegd wanneer het aanbod van elektriciteit hoog is, om voorrang te geven aan kernenergie en steenkool. Dit is een slechte keuze voor de planeet.194 De grote uitdaging bestaat erin om een technologie te ontwikkelen die kan garanderen dat dit eeuwig gevaarlijke afval gedurende die ganse astronomische tijdspanne hermetisch van de biosfeer wordt afgesloten. Nergens ter wereld bestaat er momenteel een concept of technologie die dit kan garanderen. Het zou een meerwaarde betekenen voor de maatschappij in deze periode.
Groenkracht. (2013). Wat is hernieuwbare energie?. Geraadpleegd op 4 juni 2013 via http://www.groenkracht.be/nl/vragen/wat-is-hernieuwbare-energie-/ 193
Leefmilieu Brussel. (2013). Wat is hernieuwbare energie?. Geraadpleegd op 4 juni 2013 via http://www.leefmilieubrussel.be/Templates/Particuliers/Informer.aspx?id=1806 194
Pagina 53
Bijlagen
Pagina 54
Bijlage 1: klassen van gevaarlijke stoffen De stoffen of goederen die erkend zijn als gevaarlijk, worden onderverdeeld in negen klassen. Radioactieve stoffen behoren tot de klasse zeven. Hieronder ziet u een tabel met de verschillende klassen en hun bijpassende codes.195
Code
Klasse
1
explosieve stof
2
gas
3
vloeibaar of ontvlambaar gas
4
vaste ontvlambare stoffen
5
oxidatiemiddelen
6
toxische stoffen
7
radioactieve stoffen
8
bijtende stoffen
9
andere gevaarlijke stoffen
195
FANC. (2013). Informatiedossier: Vervoer van radioactief materiaal [pdf].
Pagina 55
Bijlage 2: radiologische categorie van het radioactief afval De kenmerken van de drie categorieën van geconditioneerd radioactief afval in de Belgische classificatie. De radiologische categorie waartoe een partij radioactief afval behoort, beïnvloedt de wijze waarop dit afval beheerd wordt, zowel op korte als op lange termijn.196
Halveringstijd
laagactief
middelactief
hoogactief
kort (dertig jaar of minder)
A
A
C
lang (meer dan dertig jaar)
B
B
C
B. Cornélis. Twintig jaar verantwoordelijk beheer van radioactief afval in België NIRAS in dienst van de gemeenschap, pp. 5. Decamps Freddy. 196
Pagina 56
Bijlage 3: vergoedingsstelsel van A.C.B. De Aanvullende Conventie van Brussel werkt met een vergoedingsstelsel bestaande uit drie belangrijke schijven.197 198
430 miljoen euro
Bijdrage van alle Staten Partij van de A.C.B.
500 miljoen euro
Bijdrage van de Staat waarin de installatie zich bevindt
1,2 miljard euro
Vergoeding door de exploitant
197
Syban. Nucleaire verzekering. Geraadpleegd op 2 mei 2013 via http://www.syban.be/nl/page/insurance
198
L. Van der Auwera. (2011, 13 juli). Aansprakelijkheid exploitanten kern verhoogt. CD&V.
Pagina 57
Bijlage 4: Belgische elektriciteitsleveranciers In België zijn er momenteel tien elektriciteitsleveranciers:199
Belpower
Ebem
Ecopower
Electrabel/GDF – Suez
Elegant
Eneco
Energie 2030
Eni
Lampiris
Luminus
Octa +
Wase Wind
Aanbieders. Overzicht energieleveranciers. Geraadpleegd op 2 mei 2013 via http://www.aanbieders.be/energie/energieleveranciers 199
Pagina 58
Bijlage 5: toekenning van UN – nummers Radioactieve stoffen moeten worden ingedeeld onder één van de UN – nummers aangegeven in de tabel hieronder afhankelijk van het niveau van de activiteit van radionucliden in het collo en de splijtbare of niet – splijtbare eigenschappen van deze radionucliden.200
Vrijgesteld colli UN 2908
Radioactieve stoffen, vrijgesteld collo – lege verpakking
UN 2909
Radioactieve stoffen, vrijgesteld collo – industriële voorwerpen van natuurlijk uranium of van verarmd uranium of van natuurlijk thorium
UN 2910
Radioactieve stoffen, vrijgesteld collo – instrumenten of industriële voorwerpen
Radioactieve stoffen met geringe specifieke activiteiten UN 2912
Radioactieve stoffen met geringe specifieke activiteit (LSA – I) – niet splijtbaar of splijtbaar, vrijgesteld
UN 3321
Radioactieve stoffen met geringe specifieke activiteit (LSA – II) – niet splijtbaar of splijtbaar, vrijgesteld
UN 3322
Radioactieve stoffen met geringe activiteit (LSA – III) – niet splijtbaar of splijtbaar, vrijgesteld
UN 3324
Radioactieve stoffen met geringe specifieke activiteit (LSA – II) – splijtbaar
UN 3325
Radioactieve stoffen met geringe specifieke activiteit (LSA – III) – splijtbaar
200
RID. Reglement betreffende het internationale spoorwegvervoer van gevaarlijke goederen [pdf].
Pagina 59
Voorwerpen met besmetting aan het oppervlak UN 2913
Radioactieve stoffen – voorwerpen met besmetting aan het oppervlak (SCO – I of SCO – II) – niet splijtbaar of splijtbaar, vrijgesteld
UN 3326
Radioactieve stoffen – voorwerpen met besmetting aan het oppervlak (SCO – 1 of SCO II) – splijtbaar
Colli van type A UN 2915
Radioactieve stoffen in collo van type A – niet in speciale toestand – niet splijtbaar of splijtbaar, vrijgesteld
UN 3327
Radioactieve stoffen in collo van type A – splijtbaar – niet in speciale toestand
UN 3332
Radioactieve stoffen in collo van type A – in speciale toestand – niet splijtbaar of splijtbaar, vrijgesteld
UN 3333
Radioactieve stoffen in collo van type A – in speciale toestand – splijtbaar
Colli van type B(U) UN 2916
Radioactieve stoffen in collo van type B(U) – niet splijtbaar of splijtbaar, vrijgesteld
UN 3328
Radioactieve stoffen in collo van type B(U) – splijtbaar
Colli van type B(M) UN 2917
Radioactieve stoffen in collo van type B(M) – niet splijtbaar of splijtbaar, vrijgesteld
UN 3329
Radioactieve stoffen in collo van type B(M) – splijtbaar
Pagina 60
Colli van type C UN 3323
Radioactieve stoffen in collo van type C – niet splijtbaar of splijtbaar, vrijgesteld
UN 3330
Radioactieve stoffen in collo van type C – splijtbaar
Speciale regeling UN 2919
Radioactieve stoffen – vervoerd op grond van een speciale regeling – niet splijtbaar of splijtbaar, vrijgesteld
UN 3331
Radioactieve stoffen – vervoerd op grond van een speciale regeling – splijtbaar
Uraniumhexafluoride UN 2977
Radioactieve stoffen – uraniumhexafluoride – splijtbaar
UN 2978
Radioactieve stoffen – uraniumhexafluoride – niet splijtbaar of splijtbaar, vrijgesteld
Pagina 61
Bijlage 6: voorbeelden van A – type verpakkingen 201 TN 5: Deze verpakking wordt gebruikt voor het transport in droge toestand van diverse radioactieve goederen met een beperkte radioactiviteit.
TN 6: TN 6 is geschikt om bestraalde monsters te vervoeren. Er is zowel een verticale als een horizontale belading mogelijk.
TNB 143W: Deze uitrusting is geschikt voor radioactieve stoffen of afval in vloeibare of vaste vorm.
201
Transnubel. Geraadpleegd op 17 februari 2013 via http://www.transnubel.be/nl/pack/typea.html
Pagina 62
Bijlage 7: voorbeelden van B – type verpakkingen 202 TN 17T: Dit type verpakking is speciaal ontworpen om bestraalde brandstof te vervoeren. De verpakking is geschikt voor het transport zowel in natte als droge toestand van twaalf bestraalde brandstofelementen uit PWR reactoren. Een PWR reactor is een reactor waarbij de warmte uit de reactorkern door water afgevoerd wordt dat onder hoge druk staat.203
BG 18: BG 18 is geschikt voor bestraalde of niet – bestraalde kernreactorbrandstof.
TNB 145: TNB 145 is geschikt voor splijtbare of niet – splijtbare, radioactieve stoffen in diverse fysische of chemische toestanden.
202
Transnubel. Geraadpleegd op 17 februari 2013 via http://www.transnubel.be/nl/pack/typeb.html
Online encyclopedie. Drukwaterreactor. Geraadpleegd op 17 februari 2013 via http://www.encyclo.nl/begrip/Drukwaterreactor 203
Pagina 63
TNB 170: TNB 170 is een container voor het transport van splijtbare radioactieve stoffen met een gewicht kleiner dan 15 kilogram in droge toestand. Het dient tevens ook voor niet splijtbare, radioactieve stoffen in vaste vorm, zoals granulaat, poeder of tabletten. Algemeen dient deze container om diverse radioactieve stoffen te vervoeren.
D 14798: Deze verpakking dient om bestralingspipetten te transporteren.
Pagina 64
Bijlage 8: radioactieve splijtstofcontainer Aan de hand van een infraroodcamera kunnen ze de warmtedosis meten van een beladen splijtstofcontainer. Hieruit wordt geconcludeerd dat deze warmer is dan de omgeving.204 205
204
EPZ. (2011). EPZ nucleaire transporten [pdf]. Geraadpleegd op 3 februari 2013 via http://www.areva.com/EN/operations-1256/tninternational-secure-packing-and-transport-of-nuclear-materials.html
205Areva.
Pagina 65
Bijlage 9: radioactieve afvalcontainer 206 Een afvalcontainer dient om het opgewekt radioactief afval te laten transporteren naar land van oorsprong.
206
EPZ. (2011). EPZ nucleaire transporten [pdf].
Pagina 66
Bijlage 10: voorbeelden van industriële verpakkingen 207 TNB 181A (IP2): TNB 181A is geschikt om afval te vervoeren. Ze beschikt over een 400 liter vat met gebruikte ionenwisselaarharsen.
TNB 181B (IP2, IP3): Dit is een industriële container bedoeld om gecontamineerde of bestraalde materialen te transporteren.
Vogelperspectief van een TNB 181B TNB 165 (IP2): Deze tank, met een capaciteit van 6850 liter, is geschikt om vloeibare afvalstoffen te vervoeren.
207
Transnubel. Geraadpleegd op 17 februari 2013 via http://www.transnubel.be/nl/pack/other.html
Pagina 67
TNB 185 (IP): Deze tank met een capaciteit van 17.500 liter is bedoeld voor het transport van vloeibare afvalstoffen.
Pagina 68
Bijlage 11: trajectkaart spoortransport radioactieve stoffen in België De kernafvaltrein van Nederland (Borssele) naar Frankrijk (La Hague) komt in Essen (België) binnen en verlaat ons land via Moeskroen. Er zijn twee nucleaire spoortrajecten: Traject 1: spoortraject Essen – Antwerpen – Gent – Moeskroen via NMBS – lijn 12: Essen – Kalmthout – Kapellen – Antwerpen vervolgens via NMBS – lijn 59: Antwerpen – Zwijndrecht – Beveren – Sint – Niklaas – Lokeren – Lochristi – Gent en ten slotte NMBS – lijn 75: Gent – De Pinte – Deinze – Waregem – Harelbeke – Kortrijk – Menen (Lauwe) – Moeskroen. Traject 2: spoortraject Essen – Antwerpen – Mechelen – Gent – Moeskroen via NMBS – lijn 12: Essen – Kalmthout – Kapellen – Antwerpen vervolgens via NMBS – lijn 25: Antwerpen – Mortsel – Hove – Kontich – Duffel – Sint – Katelijne – Waver – Mechelen dan via NMBS – lijn 53: Mechelen – Kapelle – op – den – Bos – Londerzeel – Buggenhout – Dendermonde – Wichelen – Wetteren – Melle – Merelbeke – Gent en ten slotte NMBS – lijn 75: Gent – De Pinte – Deinze – Waregem – Harelbeke – Kortrijk – Menen (Lauwe) – Moeskroen.208
208
Interviewgesprek met E. Glorieux. Geraadpleegd op 2 februari 2013.
Pagina 69
Bijlage 12: verloop van het radioactief materiaal Dit schema toont aan hoe het verloop van radioactief materiaal gebeurt. Het is duidelijk dat het radioactief spoorvervoer noodzakelijk is om het materiaal in laatste instantie op te slaan en op te bergen. Het overzicht geeft een beter visueel beeld in welke mate het spoortransport belangrijk is en in tot welk onderdeel ze aanwezig is in de voortgang ervan.209
elektriciteitsproductie in kerncentrales
tijdelijke opslag
vervoer
vervoer
opwerking van de splijtstof en conditionering van het afval
conditionering van de bestraalde splijtstof
afvalbeheer (opslag en berging)
afvalbeheer (opslag en berging)
B. Cornélis. Twintig jaar verantwoordelijk beheer van radioactief afval in België NIRAS in dienst van de gemeenschap, pp. 29-33. Decamps Freddy. 209
Pagina 70
Bijlage 13: trajectkaart van Frankrijk naar België Het opgewekte, hoogradioactief afval gaat vanuit de opwerkingsfabriek in La Hague (Frankrijk) terug naar Dessel in België, waar het uiteindelijk opgeslagen wordt door Belgoprocess.210
210
FANC. (2013). Informatiedossier: Vervoer van radioactief materiaal [pdf].
Pagina 71
Bijlage 14: betrokken burgemeesters Hieronder volgt een lijst met de betrokken gemeenten:211 Wichelen
Menen
Zwijndrecht
Kalmthout
Essen
Lochristi
Sint – Niklaas
Buggenhout
De Pinte
Kapellen
Merelbeke
Melle
Moeskroen
Harelbeke
Kortrijk
Sint – Katelijne – Waver
Mechelen
Londerzeel
Lokeren
Antwerpen
Mortsel
Gent
Mol
Dessel
211
Redactie. (2011, 10 oktober). 22 burgemeesters vragen opschorting transporten nucleair afval. Het Laatste Nieuws.
Pagina 72
Bijlage 15: noodplanzone De officiële nucleaire noodplanzones, waarbinnen maatregelen worden voorbereid om mensen te evacueren, beperken zich tot een gebied van amper tien kilometer rond de kerncentrales.212 Ik heb de test gedaan om mijn woonplaats op te zoeken. Zwevezele bevindt zich in de gele zone en zal niet geëvacueerd worden wanneer er zich een kernramp zou voordoen.
212
E. Glorieux. (2013, 17 mei). Kernramp? De overheid laat je in de steek. Het Nieuwsblad.
Pagina 73
Bronnenlijst 1. Boeken Beck, U., (1997) De wereld als risicomaatschappij. Essays over de ecologische crisis en de politiek van de vooruitgang. Amsterdam: De Balie Cohen, B., (1980) ‘Nuclear Journalism: Lies, Damned Lies and News Reports’. Policy Review. Cornélis, B. Twintig jaar verantwoordelijk beheer van radioactief afval in België NIRAS in dienst van de gemeenschap. Decamps Freddy. Hawkes, N. (1990, 2de druk). Hoe veilig is kernenergie? Kampen: La Rivière & Voorhoeve.
2. Artikels Belga. (2011, 3 juni). Geen alternatieve route voor nucleair transport door Gent. Het Laatste Nieuws. Belga. (2011, 3 februari). Greenpeace voert actie tegen kernafvaltransport in Mol. Het Laatste Nieuws. Belga. (2011, 22 september). Jaarlijks 40.000 radioactieve transporten in België. Het Laatste Nieuws. Belga. (2011, 25 oktober). Nucleair bedrijf FBFC sluit, 180 jobs op de helling. De Standaard. Belga. (2011, 6 juni). Nucleair transport toch door Gent ondanks protest stad. Het Laatste Nieuws. Belga. (2011, 10 oktober). Morgenavond opnieuw nucleair transport door Vlaanderen. Het Laatste Nieuws. Belga. (2011, 7 juni). Trein met radioactieve lading heeft België verlaten. Gazet van Antwerpen. Debusschere, B. (2011, 23 september). Elke dag honderd nucleaire transporten door België. De Morgen. Glorieux, E. (2013, 17 mei). Kernramp? De overheid laat je in de steek. Het Nieuwsblad. PDX. (2011, 12 oktober). Burgemeesters maken zich zorgen over nucleaire transporten. Het Nieuwsblad. Peeters, S. (2013, 7 maart). Greenpeace wil betere regels rond aansprakelijkheid bij kernramp. Het Laatste Nieuws. Peeters, S. (2013, 31 januari). Vergunningsaanvraag voor berging radioactief afval in Dessel. Het Laatste Nieuws. Redactie. (2011, 10 oktober). 22 burgemeesters vragen opschorting transporten nucleair afval. Het Laatste Nieuws. Redactie. (2011, 6 juni). Greenpeace blokkeert kernafvaltransport. Het Nieuwsblad. Van der Auwera, L. (2011, 13 juli). Aansprakelijkheid exploitanten kern verhoogt. CD&V.
Pagina 74
3. Pdf bestanden ASN. (2012). Controle [pdf]. EPZ. (2011). EPZ nucleaire transporten [pdf]. FANC. (2010). ADR specialisatiecursus klasse 7 radioactieve stoffen [pdf]. FANC. (2013). Informatiedossier: Vervoer van radioactief materiaal [pdf]. FANC. (2003). Informatiedossier: Terugkeer van verglaasd afval vanuit Frankrijk naar België [pdf]. FANC. (2008). Jaarverslag 2008 [pdf]. Glorieux, E. (2011). Kernenergie: doodlopend spoor [pdf]. Brussel. Greenpeace. (2013). Nucleaire noodplanning beschermt bevolking niet – Belgische regering pleegt schuldig verzuim [pdf]. Laeveren, K. en Mortelmans, D. (2001). Het nucleaire in de Vlaamse media [pdf]. NIRAS, NIROND 2012 – 02 N. (2013). Derde rapport over de inventaris van de nucleaire passiva van NIRAS aan haar voogdij (periode 2008 – 2012) [pdf]. NIRAS. (2009). Radioactief afval van categorie B en C in een notendop [pdf]. RID. (2013). Convention concerning International Carriage by Rail COTIF [pdf]. RID. Reglement betreffende het Internationale spoorwegvervoer van de gevaarlijke goederen [pdf]. Synatom, Areva, Niras, Belgoprocess. (2010). Terugkeer van gecompacteerd radioactief afval vanuit Frankrijk naar België [pdf].
Pagina 75
4. Wetten B.S. 22 juli 1985, betreffende de wettelijke aansprakelijkheid op het gebied van de kernenergie. B.S. 15 april 1994, betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle. B.S. 20 juli 2001, houdende algemeen reglement op de bescherming van de bevolking, van de werknemers en het leefmilieu tegen het gevaar van de ioniserende stralingen. B.S. 17 oktober 2003, Koninklijk Besluit tot vaststelling van het nucleair en radiologisch noodplan voor het Belgisch grondgebied. B.S. 15 maart 2006, Koninklijk Besluit betreffende nood – en interventieplannen. B.S. 24 maart 2009, regeling voor invoer, doorvoer en uitvoer van radioactieve stoffen. B.S. 27 oktober 2009, bepaling van de bedragen en de betalingswijze van de retributies geheven met toepassing van de reglementering betreffende bescherming tegen ioniserende straling. B.S. 8 oktober 2011, Koninklijk Besluit betreffende de categorisering van het kernmateriaal en de definiëring van veiligheidszones in de nucleaire installaties en de nucleaire vervoerbedrijven. B.S. 17 oktober 2011, de categorisering van het kernmateriaal en de definiëring van veiligheidszones in de nucleaire installaties en de nucleaire vervoerbedrijven. P.B. 23 juli 1996, reglement betreffende het internationale spoorwegvervoer van gevaarlijk goederen (RID). P.B 29 januari 2011, het verdrag betreffende het internationale spoorwegvervoer (COTIF).
Pagina 76
5. Websites Aanbieders. Overzicht energieleveranciers. Geraadpleegd op 2 mei 2013 via http://www.aanbieders.be/energie/energieleveranciers Algemene Directie Crisiscentrum. Geraadpleegd op 5 april 2013 via http://www.crisiscentrum.be/index.php?option=com_content&task=view&id=33&Itemid=50&limit=1&l imitstart=2&lang=dutch Areva. Geraadpleegd op 1 februari 2013 via http://www.areva.com/EN/group-1997/nuclear-safety.html Areva. Geraadpleegd op 2 februari 2013 via http://www.areva.com/EN/operations-1143/design-andmanufacture-of-containers-for-radioactive-materials.html Areva. Geraadpleegd op 2 februari 2013 via http://www.areva.com/EN/operations-1193/logistics-nuclear transportation-packaging-design-and-logistics.html Areva. Geraadpleegd op 3 februari 2013 via http://www.areva.com/EN/operations-1256/tn-internationalsecure-packing-and-transport-of-nuclear-materials.html Areva. Geraadpleegd op 25 maart 2013 via http://www.areva.com/EN/group-57/global-leader-in-nuclearenergy-and-renewable-energy-solutions.html ASN. Geraadpleegd op 25 maart 2013 via http://www.asn.fr/index.php/Les-actions-de-l-ASN/L-ASN Belgoprocess. Belgisch nucleair landschap. Geraadpleegd op 17 februari 2013 via http://www.belgoprocess.be/index.php/over-belgoprocess/belgisch-nucleair-landschap Belgoprocess. (2013). Radioactiviteit. Geraadpleegd op 1 juni 2013 via http://www.belgoprocess.be/ Belgoprocess. Geraadpleegd op 16 februari 2013 via http://www.belgoprocess.be/index.php/veiligheidmilieu Belgoprocess. Geraadpleegd op 16 februari 2013 via http://www.belgoprocess.be/index.php/veiligheidmilieu/telerad Bureau Veritas. Bureau Veritas in vogelvlucht. Geraadpleegd op 1 februari 2013 via http://www.bureauveritas.be/wps/wcm/connect/bv_nl/local/home/about-us/our-business/ CIT. COTIF. Geraadpleegd op 1 mei 2013 via http://www.cit-rail.org/en/rail-transport-law/cotif/ Cogema Logistics. Geraadpleegd op 2 februari 2013 via http://www.nwmo.ca/uploads_managed/MediaFiles/1020_appendixg_thecogemalogisticsra.pdf Controlatom. Geraadpleegd op 16 februari 2013 via http://www.controlatom.be/template.asp?f=va7_nl.htm Controlatom. Geraadpleegd op 16 februari 2013 via http://www.controlatom.be/template.asp?f=index_nl.htm&lang=nl
Pagina 77
De fall – out van Fukushima: nucleaire sector profiteert, burgers betalen. (2013). Geraadpleegd op 23 maart 2013 via http://www.greenpeace.org/belgium/nl/pers/rapporten/de-fall-out-van-fukushima-nucleaire-sectorprofiteert-burgers-betalen/ Derveaux, K. Nieuw transport met gecompacteerd afval vanuit Frankrijk. Geraadpleegd op 7 februari 2013 via http://www.stora.org/en/node/300 Euratom. Nuclear energy. Geraadpleegd op 17 februari 2013 via http://www.euratom.org/ FANC. De basisnormen voor stralingsbescherming. Geraadpleegd op 15 februari 2013 via http://fanc.fgov.be/nl/page/de-basisnormen-voor-stralingsbescherming/66.aspx FANC. Geraadpleegd op 15 februari 2013 via http://www.fanc.fgov.be/nl/page/onze-missie-enactiviteitendomein/1342.aspx FANC. Geraadpleegd op 15 februari 2013 via http://www.fanc.fgov.be/nl/page/het-vervoer-en-de-invoervan-radioactieve-stoffen/76.aspx?LG=2 FANC. Het statuut van het agentschap. Geraadpleegd op 15 februari 2013 via http://www.fanc.fgov.be/nl/page/het-statuut-van-het-agentschap/15.aspx FANC. INES. Geraadpleegd op 7 april 2013 via http://fanc.fgov.be/nl/page/ines-international-nuclearevent-scale/220.aspx Fukushima Fallout: Nuclear business makes people pay and suffer. (2013). Geraadpleegd op 23 maart 2013 via http://www.greenpeace.org/belgium/nl/pers/rapporten/fukushima-fallout-nuclear-business-makespeople-pay-and-suffer/ Gevaarlijke stoffen. Geraadpleegd op 5 februari 2013 via http://www.gevaarlijkestoffen.net/index.php/klasse7 Greenpeace. Law nuclear memorie. Geraadpleegd op 18 mei 2013 via http://www.greenpeace.org/belgium/Global/belgium/report/2009/11/law_nuclear_memorie.pdf Greenpeace. Zijn windmolenparken in zee dé oplossing?. Geraadpleegd op 19 mei 2013 via http://www.greenpeace.org/belgium/nl/wat-doen-we/kernenergie/vraag-antwoord/ Groenkracht. (2013). Wat is hernieuwbare energie?. Geraadpleegd op 4 juni 2013 via http://www.groenkracht.be/nl/vragen/wat-is-hernieuwbare-energie-/ Halveringstijd. (2013) In Wikipedia. Geraadpleegd op 31 mei 2013 via https://nl.wikipedia.org/wiki/Halveringstijd http://www.niras.be/content/classificatie. Geraadpleegd op 31 januari 2013. http://www.sckcen.be/nl/Wetenschap-Samenleving/Gezondheid-Veiligheid/Radioactief-afval. Geraadpleegd op 31 januari 2013.
Pagina 78
http://www.sip.be/fv/fv01/belgie.html. Geraadpleegd op 31 januari 2013. InfoNu. De gevaren van radioactieve straling en kernenergie. Geraadpleegd op 15 februari 2013 via http://wetenschap.infonu.nl/scheikunde/69830-de-gevaren-van-radioactieve-straling-en-kernenergie.html IRSN. Geraadpleegd op 4 februari 2013 via http://www.irsn.fr/FR/IRSN/presentation/Pages/Presentation.aspx Kerncentrale. (2013) In Wikipedia. Geraadpleegd op 3 maart 2013 via http://nl.wikipedia.org/wiki/Kerncentrale Leefmilieu Brussel. (2013). Wat is hernieuwbare energie?. Geraadpleegd op 4 juni 2013 via http://www.leefmilieubrussel.be/Templates/Particuliers/Informer.aspx?id=1806 MONA. Geraadpleegd op 16 februari 2013 via http://www.monavzw.be/doel/3444/default.aspx?_vs=0_N&id=7 NIRAS. (2013). Radioactief verval. Geraadpleegd op 3 maart 2013 via http://www.niras.be/content/radioactief-verval NIRAS. Geraadpleegd op 24 april 2013 via http://www.niras.be/content/nationale-instelling-voorradioactief-afval-en-verrijkte-splijtstoffen Nucleair Forum. De capaciteit voor elektriciteitsproductie. Geraadpleegd op 5 mei 2013 via http://www.nuclearforum.be/nl/forum/de-capaciteit-voor-elektriciteitsproductie-belgie Nucleair Forum. Geraadpleegd op 16 februari 2013 via http://forumnucleaire.be/nl/forum/wie-zijn-wij Nucleair Forum. Geraadpleegd op 16 februari 2013 via http://www.nuclearforum.be/nl/forum/synatom Nucleair Forum. Geraadpleegd op 4 mei 2013 via http://www.nucleairforum.be/nl/vraag/zijn-jullieverzekerd-voor-de-totale-evacuatie-van-vlaanderen-gedurende-pakweg-100-jaar Online encyclopedie. Drukwaterreactor. Geraadpleegd op 17 februari 2013 via http://www.encyclo.nl/begrip/Drukwaterreactor Radioactief afval. (2013) in Wikipedia. Geraadpleegd op 30 mei 2013 via http://nl.wikipedia.org/wiki/Radioactief_afval Resoc. Geraadpleegd op 16 februari 2013 via http://www.resockempen.be/duurzame-milieu-enenergietechnologie/ SCK – CEN. Geraadpleegd op 25 maart 2013 via http://www.sckcen.be/nl/WetenschapSamenleving/Nucleaire-wetenschap/Kernsplijting SCK – CEN. Geraadpleegd op 5 april 2013 via http://www.sckcen.be/nl/Over-SCK-CEN Stora. Hoogactief verglaasd afval. Geraadpleegd op 15 februari 2013 via http://www.stora.org/nl/content/hoogactief-verglaasd-afval
Pagina 79
Stora. Studie- en overleggroep radioactief afval in Dessel. Geraadpleegd op 15 februari 2013 via http://www.stora.org/nl/content/studie-en-overleggroep-radioactief-afval-in-dessel Syban. Nucleaire verzekering. Geraadpleegd op 2 mei 2013 via http://www.syban.be/nl/page/insurance Synatom. Geraadpleegd op 16 februari 2013 via http://www.synatom.be/nl/synatom-0 TN International. Geraadpleegd op 17 februari 2013 via http://www.areva.com/EN/operations-1256/tninternational-secure-packing-and-transport-of-nuclear-materials.html Transnubel. Geraadpleegd op 17 februari 2013 via http://www.transnubel.be/nl/index.html Transnubel. Geraadpleegd op 17 februari 2013 via http://www.transnubel.be/nl/pack/typea.html Transnubel. Geraadpleegd op 17 februari 2013 via http://www.transnubel.be/nl/pack/typeb.html Transnubel. Geraadpleegd op 17 februari 2013 via http://www.transnubel.be/nl/pack/other.html Transrad. Geraadpleegd op 17 februari 2013 via http://www.transrad.be/nl/onze-diensten/transport Woorden Nederlandse taal. (2013). Radioactiviteit. Geraadpleegd op 1 juni 2013 via http://www.woorden.org/woord/radioactiviteit
6. Andere Interviewgesprek met Glorieux, E. Geraadpleegd op 2 februari 2013. Rechtbank eerste aanleg te Brussel, Vandebroeck De Rieck Verstraeten, 23 maart 2012. Rechtbank eerste aanleg te Gent, AR 11/386/C, 6 juni 2011. Vraag en antwoord, Binnenlandse zaken, 2011, 23 december, 5 – 4849 B. Anciaux. Vraag en antwoord, Commissie voor Leefmilieu en natuur, Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid en Ruimtelijke Ordening en Onroerend Erfgoed, 2004, 28 oktober, A. De Ridder. Vraag en antwoord, Radioactiviteit onder de loep, Biologie, 2011, 23 maart, Van Sprundel, M. Vraag en antwoord, Wat is het verschil tussen uranium en plutonium?, Belgisch Instituut voor Ruimte – Aëronomie, 2008, 7 mei, Philippe. Vraag en antwoord, Wat zijn de gevolgen van radioactieve straling?, Kernenergie, 2013, Rijksoverheid.
Pagina 80