Studentenstatuut 2013 - 2014 Opleidingsdeel Christelijke Hogeschool Windesheim
Bachelor Journalistiek CROHO-nummer 34686
De opleiding Journalistiek leidt op tot Bachelor of Journalism
voltijd en deeltijd
DE OPLEIDING JOURNALISTIEK IS GEACCREDITEERD TOT EN MET 31 DECEMBER 2013
Studentenstatuut hbo-bacheloropleiding Journalistiek 2013-2014
INHOUDSOPGAVE 1. ONDERWIJS EN EXAMENREGELING - BESCHRIJVING VAN DE OPLEIDING
1.1 OMSCHRIJVING VAN HET ONDERWIJS VAN DE OPLEIDING 1.1.1 - De onderwijsvisie van Windesheim 1.1.2 - De onderwijsleeractiviteiten 1.1.3 – Studieloopbaanbegeleiding 1.1.4 - Kwaliteit en studeerbaarheid 1.1.5 - Vorm van de opleiding 1.1.6 – Studiesucces 1.1.7 – Toetsing en beoordeling
pagina pagina pagina pagina pagina pagina pagina
5 8 10 11 12 19 20
1.2 DE RELATIE VAN DE OPLEIDING MET HET BEROEPENVELD 1.2.1 - Doelstelling van de opleiding 1.2.2 - De eindtermen c.q. eindcompetenties van de opleiding 1.2.3 - Inhoud van de opleiding 1.2.4 - De relatie tussen de opleiding en het beroepenveld
pagina 22 pagina 22 pagina 36 pagina 38
1.3 INRICHTING VAN HET ONDERWIJS 1.3.1 - Inrichting van de opleiding
pagina 39
1a – schema reguliere leerroute 1b – schema deeltijdopleiding 1c – schema theoretische leerroute 1.3.2 - Overzicht informatie major, minors en onderwijseenheden 1.3.3 - Accreditatie 1.3.4 - Excursies
pagina 42 pagina 42 pagina 42
2
Studentenstatuut hbo-bacheloropleiding Journalistiek 2013-2014
1. ONDERWIJS EN EXAMENREGELING - BESCHRIJVING VAN DE OPLEIDING
1.1 OMSCHRIJVING VAN HET ONDERWIJS VAN DE OPLEIDING 1.1.1 - De onderwijsvisie van Windesheim en de opleiding Journalistiek Windesheim is een brede kennisinstelling en heeft de ambitie een inspirerende omgeving voor hoger onderwijs te zijn. Onze studenten krijgen een excellente opleiding aangeboden, die hen theoretisch en praktisch voorbereidt op een succesvolle en maatschappelijk relevante loopbaan. Om de ontwikkeling van het onderwijs verdere impulsen te geven, wordt praktijkgericht onderzoek verricht. Daarnaast toetst Windesheim de kennis voortdurend aan de praktijk door samen te werken met bedrijven en non profitorganisaties in de regio. Door onderwijs, onderzoek en ondernemen op deze wijze uitgebalanceerd ten opzichte van elkaar te positioneren, versterken ze elkaar. Vier uitgangspunten Ambitieus studieklimaat Windesheim daagt studenten uit. De leersituatie creëert steeds spanning tussen het bestaande en het volgende competentieniveau, wat studenten prikkelt hun grenzen te verleggen. De praktijk van het beroep is de basis waaraan uitdagende opdrachten worden ontleend. Om recht te doen aan de verschillende talenten en ambities kunnen studenten binnen de beroepsgerichte curricula een deel van het onderwijs zelf invullen om tot verbreding, verdieping of verzwaring van het programma te komen. In dit ambitieuze studieklimaat worden kwantitatieve en kwalitatieve eisen gesteld aan de inspanningen van de student. Uitdagend, tegelijkertijd realistisch. De waarde(n)volle professional Windesheim leidt professionals op die geleerd hebben het eigen professionele handelen kritisch ter discussie te stellen en hierover verantwoording af te leggen. Daarbij hanteert de professional persoonlijke, institutionele en wettelijke waarden en normen. Door een onderzoekende en reflectieve houding ontwikkelen zij continu hun professionaliteit, vanuit hun idealen over goed samenleven. Vanuit de eigen vakbekwaamheid en met die kritische reflectie leveren zij een bijdrage aan de kwaliteit van de samenleving. De professional is op de hoogte van de meest recente ontwikkelingen op het vakgebied en is door onderzoekvaardigheden gewapend voor de toekomst en de steeds veranderende beroepspraktijk. Hij ziet kansen, weet deze te benutten, kan innoveren en neemt initiatief. Studentbegeleiding op maat Aan studenten krijgt persoonlijke en adequate begeleiding, met eerlijke en bruikbare feedback op de prestaties. Al voor de poort maakt de student kennis met Windesheim en vice versa, met het doel de meest passende opleiding te kunnen kiezen. Er wordt gestuurd op resultaat, opdat de student succesvol zijn studie kan doorlopen. Windesheim biedt een omgeving waarin studenten zich maximaal kunnen ontplooien. Hierbij worden zowel uitzonderlijke begaafdheden als specifieke functiebeperkingen serieus genomen. Tevens faciliteert de hogeschool tijd- en plaatsonafhankelijk werken. Voor studenten met een functiebeperking zijn er speciale faciliteiten zoals extra tijd bij dyslexie, aangepast lesmateriaal bij slechtziendheid en ondersteuning bij het maken van tentamens in geval van RSI-klachten. Voor de maatregelen in het kader van SMF wordt verwezen naar deel 2 Onderswijs- en Examenregeling , artikel 4.4.
3
Studentenstatuut hbo-bacheloropleiding Journalistiek 2013-2014
Hoge kwaliteit van onderwijs De norm is het aanbieden van opleidingen van bovengemiddeld niveau. Een deel van de opleidingen van Windesheim heeft een nóg hoger ambitieniveau en werkt toe naar het predicaat Topopleiding. De opleiding Journalistiek is daar één van. Om steeds met de nieuwste inzichten in de diverse vakgebieden te kunnen werken, zijn opleidingen verbonden met Centers of Expertise en kenniscentra. Onderwijs, onderzoek en ondernemen zijn met elkaar geïntegreerd en versterken elkaar daardoor in kwaliteit en vernieuwingskracht. Windesheim laat iedere student zich internationaal oriënteren om de kwaliteit en het beroepsperspectief van de afgestudeerden te vergroten. Windesheim handhaaft en verbetert continu onderwijskwaliteit. Het professioneel handelen van alle medewerkers is het vertrekpunt voor kwaliteit. Docenten vormen de ruggengraat van de kwaliteit van de opleiding. Zij zijn op de hoogte van de belangrijkste ontwikkelingen binnen hun vakgebied. Windesheim hanteert hierbij een dubbele professionaliteit: docenten zijn vakbekwaam én didactisch onderlegd. Hoge kwaliteit is voor hen geen toevallige uitkomst, het is een logisch gevolg van de beheersing van het proces en de afstemming met de omgeving. Windesheim - Is een inspirerende kennisinstelling voor met name de regio Zwolle en Almere met een ambitieus studieklimaat en opleidingen van bovengemiddeld niveau. - Biedt een omgeving waar de student zich, met de nodige invloed op het studieprogramma, kan vormen tot een waarde(n)volle professional. - Levert een professional die de regie kan voeren over de eigen loopbaan en over de grenzen van het vakgebied kan heenkijken.
Missie en Visie Journalistiek Voor de opleiding Journalistiek zijn deze uitgangspunten uitgewerkt in een eigen missie en visie. Deze zijn in november 2012 voltooid als belangrijk start- en ijkpunt voor de ontwikkeling van het nieuwe curriculum. Missie Journalistiek De opleiding Journalistiek en het Kenniscentrum Media willen kwalitatief hoogwaardig onderwijs bieden en een betekenisvolle partner zijn voor de beroepspraktijk. De opleiding wil een van de vooraanstaande opleidingen Journalistiek binnen Nederland zijn. Studenten en professionals uit de beroepspraktijk kunnen op Windesheim in verschillende fasen van hun journalistieke carrière kennis vergaren en (specifieke) vaardigheden leren en (verder) ontwikkelen. Drie kernwaarden nemen binnen de opleiding een centrale plaats in: betrouwbaarheid, betrokkenheid en gedrevenheid. Studenten leren op publiekgerichte wijze informatie in de openbaarheid te brengen en zo een bijdrage te leveren aan de kwaliteit van de samenleving. Zij hebben oog voor de diversiteit in de samenleving en voor de rol van Nederland in de wereld en andersom. Studenten beschikken over een brede, algemene kennis en nemen de maatschappelijke verantwoordelijkheid van de journalistiek serieus. De opleiding wil hiermee bevorderen dat studenten zich ontwikkelen tot professionals die: -
betrokken zijn bij de samenleving en zich verantwoordelijk voelen voor de kwaliteit van de publieke informatievoorziening; 4
Studentenstatuut hbo-bacheloropleiding Journalistiek 2013-2014
-
zich realiseren dat losse nieuwsfeiten pas waarde hebben als ze voorzien zijn van context en duiding; weten hoe zij burgers kunnen betrekken bij de publieke zaak, daarbij gebruik makend van de mogelijkheden die de media bieden; bewust anticiperen op de ontwikkelingen in het werkveld.
Visie Journalistiek Het journalistieke landschap is volop in beweging vanwege technologische, economische en maatschappelijke ontwikkelingen.1 De traditionele rol van de journalist als waakhond van de democratie staat onder druk, zeker op lokaal en regionaal niveau. Juist nu is er grote behoefte aan journalisten die als gidsen nieuws en informatie weten te vinden, te controleren en te duiden. Daarom kiest de opleiding Journalistiek ervoor om betrouwbare en ondernemende navigators op te leiden. Op Windesheim opgeleide journalisten kunnen snel nieuwe, verrassende wegen vinden. Ze verrijken het voortdurende nieuwsproces door hun vindingrijkheid, vertelkracht en verbeeldend vermogen. Ze hebben goedgetrainde voelsprieten om telkens nieuwe, originele, invalshoeken te vinden. Ze zijn gretig en gedreven. De aankomende professionals zijn betrokken bij de samenleving en bij hun publiek, dat zij uitdagen mee te denken als actieve burgers. Vanuit de ambitie om een topopleiding te worden, stelt de opleiding hoge eisen aan docenten en studenten en stimuleert ze hen om zich voortdurend te ontwikkelen. In een dynamische onderwijsomgeving worden studenten steeds opnieuw uitgedaagd om het beste uit zichzelf te halen. De journalistieke beroepspraktijk staat centraal, met het aanleren van gedegen vakmanschap als onontbeerlijke basis. Studenten vergaren veel kennis van de maatschappij en de wereld, kennis die zij nodig hebben om nieuws van context te kunnen voorzien. De opgeleide professionals weten hoe zij hun competenties gericht kunnen inzetten en hebben een oordeel over het eigen beroepsmatige handelen en de kwaliteit van de productie. Studenten kijken met een onderzoekende en kritische blik naar de eigen ontwikkeling als journalist, de journalistieke praktijk en de betekenis van het vak voor de samenleving. Ten slotte willen de opleiding en haar kenniscentrum een rol spelen in de ontwikkeling van de beroepspraktijk en het debat voeren over media, democratie en burgerschap. Studenten van de opleiding Journalistiek in Zwolle krijgen alle kans om vernieuwende journalistieke vertelvormen op multimediale platforms te ontwikkelen. Zij worden opgeleid in het opzetten en voeren van een kansrijke freelancepraktijk, om in te spelen op de flexibilisering van de arbeidsmarkt. De opleiding stimuleert een ondernemende houding bij zowel studenten als docenten. Samengevat: Windesheim leidt studenten op tot betrouwbare, betrokken en ondernemende journalisten. Zij kunnen het bijzondere journalistieke verhaal vinden, vertellen en verbeelden.
1
Drok, N. (2010). Bakens van betrouwbaarheid. Chr. Hogeschool Windesheim.
5
Studentenstatuut hbo-bacheloropleiding Journalistiek 2013-2014
1.1.2 - De onderwijsleeractiviteiten 1.1.2.1 – Bestaand curriculum Het onderwijs op Windesheim is competentiegericht ingericht. Dat betekent dat het onderwijs zich richt op de integrale toepassing van kennis, vaardigheden en attitudes in een beroepscontext, met het oog op de verrichting van specifieke beroepstaken2. Het is voor professionele bachelorstudenten in toenemende mate van belang dat ze ervaring opdoen met toegepast onderzoek. Dat geeft diepgang aan hun vakmanschap, scherpt de reflectieve en cognitieve vaardigheden aan, bevordert een onderzoekende houding en stelt studenten en afgestudeerden in staat een bijdrage te leveren aan innovaties in de beroepspraktijk. Concreet betekent dit dat het onderwijs op Windesheim de volgende uitgangspunten heeft: competentiegericht: kenmerkende beroepssituaties en beroepstaken vormen de katalysator voor het leren; kennisintensief: niet alleen kennisverwerving, maar ook toepassing in realistische context, theoretische en methodische verantwoording en transfer staan centraal; vraaggestuurd: de student maakt bewuste en gemotiveerde keuzes ten aanzien van zijn eigen studieloopbaan; aandacht voor de ontwikkeling van het vermogen van de student tot zelfsturing op de eigen opleiding en loopbaan. Onder competentie wordt meer in het algemeen verstaan het vermogen om in een beroepscontext kennis, vaardigheden en houding zodanig te combineren dat de vereiste resultaten bereikt worden. Competentieleren richt zich dan ook meer op professionele gedragskenmerken dan op specifieke leerstof. Dat houdt niet alleen een aanpassing van na te streven leerdoelen in, maar in samenhang daarmee ook een verandering van werkvorm en toetsing. Een centrale rol hierbij speelt het practicum, waar studenten volgens het journalistieke stappenplan uit het beroeps- en opleidingsprofiel in redactieverband werken aan beroepsproducten. Bij de didactische uitgangspunten van Windesheim past goed het leerlijnenmodel van de opleiding Journalistiek. Het lopende leerplan heeft de volgende vier leerlijnen als basis3: 1. De conceptuele lijn, die gericht is op feitelijke en begripsmatige kennis. 2. De vaardighedenlijn, die gericht is op cognitieve, psychomotorische, reactieve en interactieve vaardigheden. 3. De persoonlijke ontwikkelingslijn, die gericht is op de sociale, persoonlijke en professionele ontwikkeling van de student. 4. De integratielijn, die zich richt op het samenbrengen van de conceptuele lijn, de vaardighedenlijn en de persoonlijke leerlijn door het in redactieverband vervaardigen van beroepsproducten. De conceptuele leerlijn wordt in de jaren 1 en 2 voornamelijk gevormd door het maatschappijvakonderwijs (Politiek, Economie, Cultuur, Communicatiewetenschap). In de jaren 3 en 4 2 3
Windesheim Onderwijs Standaard (WOS) 5.0 Deze leerlijnen zijn geconcretiseerd en onderbouwd in het Opleidings- en Toetskader 2012 van de opleiding Journalistiek.
6
Studentenstatuut hbo-bacheloropleiding Journalistiek 2013-2014
bestaat de conceptuele leerlijn voornamelijk uit Communicatiewetenschap en diverse specialisatiemodulen. De vaardighedenlijn wordt in de jaren 1 en 2 voornamelijk gevormd door Journalistiekonderwijs, Taalonderwijs (Nederlands en Engels) en Onderzoek. In de jaren 3 en 4 wordt de vaardighedenlijn voornamelijk gevormd door Journalistiekonderwijs en Praktijkgericht Onderzoek. De integratielijn richt zich op het samenbrengen van de conceptuele lijn, de vaardighedenlijn en de persoonlijke leerlijn door in redactieverband beroepsproducten te vervaardigen. De integratie- en persoonlijke lijnen worden gevormd door het wekelijkse practicum in de jaren 1 en 2 en een doorlopend practicum van een halfjaar in de jaren 3 en 4. Het practicum is opgezet volgens de beginselen van het competentieleren en vindt plaats binnen een realistische beroepsomgeving. 1.1.2.2 – Nieuw curriculum Het nieuwe curriculum van de opleiding Journalistiek heeft de leerlijnen verder uitgewerkt volgens het didactisch model van De Bie. Door middel van dit model kiest de opleiding voor een sterke relatie met de beroepspraktijk op basis van toenemende complexiteit. De student doorloopt tijdens zijn of haar opleiding een breed perspectief van professionele rollen: van redacteur die vooral bezig is met het verwerken en bewerken van de dagelijkse nieuwsstroom, tot een professional met een specialisme die in staat is eigen, originele en onderscheidende journalistieke producties te maken. De samenhang wordt aangebracht door in de conceptuele, vaardigheids- en reflectieve leerlijn onderwijs aan te bieden dat een relatie heeft met de projecten in de integrale leerlijn: De eerste anderhalf jaar volgen studenten een generiek programma, waarbij in de conceptuele leerlijn Journalistiek en de maatschappijvakken een belangrijke rol spelen. In de vaardighedenleerlijn is er aandacht voor Taalbeheersing, Engels, onderzoek en crossmediale vaardigheden. Studenten komen vanaf het begin van de opleiding in aanraking met de verschillende aspecten van de geschreven en de audiovisuele journalistiek. Per periode zijn er twee praktijkweken, waarin de gevolgde onderwijsonderdelen zoveel mogelijk samenkomen. In de specialiserende minor die studenten in het tweede semester van jaar 2 gaan volgen, kunnen zij meer accent leggen op een van de twee vormen van journalistiek: Geschreven of Audiovisuele Journalistiek. Zo geven studenten al in een vroeg stadium sturing aan hun studie. In beide richtingen is crossmediale journalistiek geïntegreerd, zoals de beroepspraktijk in toenemende mate vraagt. In de gekozen richting lopen studenten in jaar 3 ook hun stage en zij studeren er in jaar 4 op af. 1.1.3 - Studieloopbaanbegeleiding De opleiding kent twee vormen van studentbegeleiding: de basisbegeleiding en de specialistische begeleiding. De studieloopbaanbegeleiders en de studievoortgangsadviseurs zijn verantwoordelijk voor de basisbegeleiding en begeleiden studenten bij de ontwikkeling van loopbaanen leercompetenties. Op Windesheimniveau bieden de decaan, psychologen, vertrouwenspersonen en deskundigen op het gebied van bijvoorbeeld dyslexie specialistische begeleiding. Voor 7
Studentenstatuut hbo-bacheloropleiding Journalistiek 2013-2014
studenten met een beperking en voor topsporters is beleid ontwikkeld en is een casemanager aangesteld. Binnen Windesheim is er voor gekozen om ‘zelfsturing op studie en loopbaan’ als zogenaamde elfde HBO-competentie toe te voegen, naast de tien algemene competenties. Deze elfde competentie wordt ook wel de loopbaancompetentie genoemd. Dit betekent niets anders dan dat de student in staat is zijn eigen studieloopbaan zoveel mogelijk in te richten, en dat deze past bij wat hij wil en kan. In het huidige onderwijs is vraaggestuurd leren namelijk een belangrijk uitgangspunt. Hierbij gaat het om zelfsturing van de student in zijn eigen leerproces. Hij maakt zijn keuzes zo veel mogelijk zelf, en is als het ware de regisseur van zijn eigen leerproces. Om die rol te kunnen vervullen, moet hij in staat zijn leervragen te formuleren. Dat kan alleen als hij weet wat hij wil leren, waar zijn talenten liggen en zijn verbeterpunten, waar zijn belangstelling naar uitgaat en wat voor hem belangrijke waarden zijn in zijn werk. Om zijn leerproces te kunnen sturen, moet hij weten hoe hij zijn kwaliteiten en motieven kan inzetten. Met andere woorden: de student heeft loopbaancompetentie nodig om op een zinvolle manier sturing te kunnen geven aan zijn studieloopbaan. Studieloopbaanbegeleiding binnen de opleiding Journalistiek is er op gericht studenten in dit proces intensief te begeleiden. Slb’ers ondersteunen studenten in hun persoonlijke ontwikkeling, bij de studievoortgang en bij de oriëntatie op de beroepspraktijk. Uiteindelijk doel is het ontwikkelen van zogeheten arbeidsidentiteit. Dat betekent in dit geval dat de student weet binnen welke beroepen en arbeidsgebieden hij wil en kan werken. Hij weet welk (journalistiek) beroep bij hem past, en hij kan aangeven en onderbouwen wat hij kan en wat hij nog moet leren. Studenten kunnen de elfde HBO-competentie ontwikkelen door het uitvoeren van vijf zogeheten loopbaantaken. Loopbaantaken 1. Kwaliteitenreflectie
Belangrijke vragen Wat kan ik?
2. Motievenreflectie
Wat wil ik?
3. Werkexploratie
Hoe krijg ik greep op trends, ontwikkelingen en mogelijkheden op de arbeidsmarkt? Hoe creëer en onderhoud ik een netwerk van contacten dat ik kan inzetten voor mijn loopbaan? Hoe zorg ik er voor dat mijn loopbaanontwikkeling aansluit bij mijn kwaliteiten en motieven?
4. Netwerken 5. Loopbaansturing
Om een antwoord te krijgen op bovengenoemde vragen, ontwikkelt de student gedurende de studie een groot aantal activiteiten. Dat kunnen hele concrete opdrachten zijn, maar de student kan ook zelf initiatieven ontplooien. Het resultaat verzamelt hij in zijn slb-portfolio dat hij bespreekt met de studieloopbaanbegeleider. Het eerste niveau heeft betrekking op de ervaringen die de student op doet binnen de opleiding (colleges, practicum jaar 1) en eventueel daarbuiten (zijn huidige werk). Op het tweede en derde niveau is de student in toenemende mate in staat om zich te verdiepen en te verbreden: 8
Studentenstatuut hbo-bacheloropleiding Journalistiek 2013-2014
hij kijkt verder dan de opleiding en stemt de opdrachten af op zijn toekomstige loopbaan. Op het gevorderde niveau gaat vraagsturing een rol spelen: Waar gaat het mij gemakkelijk, weet ik goed wat ik wil en kan? Op welk punt loop ik vast? De (studieloopbaan)vragen die hieruit voortkomen, kan de student bespreken met zijn studieloopbaanbegeleider in jaar 1 en 2, met de studieadviseur in jaar 3 en 4 of met de vakdocent. Uiteindelijk bepaalt de student helemaal zelf wat hij in de studieloopbaan verder wil ontwikkelen en hoe hij dat wil doen. Hij volgt de actuele ontwikkelingen in het werkveld, denkt na over het soort werk dat hij wil doen als hij afgestudeerd is, en vraagt zich af hoe hij zich gaat presenteren op de arbeidsmarkt. 1.1.4 - Kwaliteit en studeerbaarheid 1.1.4.1 – Kwaliteitsbewaking De opleiding heeft een gestandaardiseerde wijze van interne kwaliteitsbewaking op basis van de PDCA-cyclus (Plan-Do-Check-Act). De gehanteerde methode is een combinatie van kwantitatief en kwalitatief onderzoek. In dit kader wordt gebruik gemaakt van de volgende instrumenten:
Standaard evaluatielijsten per leerlijn voor alle onderwijsmodulen; Analyse van studenttevredenheid aan de hand van panelgesprekken met studenten; Publicatie van evaluaties, panelverslagen en actielijsten; Analyse van de toetsresultaten; Analyse van alumni-enquêtes; Doorstroomanalyse: instroom – doorstroom – uitstroom; Selectiedagen voor aanmelders en monitoring van de eerstejaars studenten.
1.1.4.2 – Studielast Voor het leerplan geldt dat het totaal van de studielast evenwichtig over de leerjaren en binnen de leerjaren is verdeeld. Als uitgangspunt voor de programmering is genomen de normstudent die 40 uur per week aan de studie besteedt. De belasting in het studieprogramma is gebaseerd op vastgestelde studeerbaarheidsnormen, zoals de leesnorm van tien pagina’s per uur voor standaard studieboeken. Voor complexe teksten of teksten in een andere taal kan de norm lager zijn vastgesteld. De spreiding van studielast wordt stelselmatig geëvalueerd en wordt zo nodig besproken in onderwijsteamoverleg en geoptimaliseerd. 1.1.4.3 – Studeerbaarheid Door de opbouw in moduulblokken kan de student de opleiding flexibel inrichten, waarmee grote studievertraging voorkomen kan worden. Vanaf jaar 2 worden de meeste onderwijsmodulen binnen een studiejaar twee keer aangeboden en vormen zij een afgeronde eenheid. Het onderwijsprogramma heeft een heldere en eenvoudige structuur bestaande uit samenhangende onderwijsblokken van 30 EC.
9
Studentenstatuut hbo-bacheloropleiding Journalistiek 2013-2014
Studenten kunnen vrijwel elke maand afstuderen, maar studenten moeten in juli en augustus rekening houden met een zomerstop. In deze periode worden er geen cijfers verwerkt en kunnen er geen diploma’s worden uitgereikt. Binnen de opleiding Journalistiek is sprake van een transparante informatievoorziening. Studenten en medewerkers beschikken over documenten als het Studentenstatuut en de Jaarplanning. Deze relevante informatie is toegankelijk op de Infosite van het hogeschoolnetwerk (Sharenet). Met behulp van Sharenet, Educator en de nieuwe elektronische leeromgeving N@Tschool kunnen studenten zelf hun tentamenresultaten inzien, hun studievoortgang bijhouden en onderwijsmateriaal raadplegen. Tijdig worden roosters, literatuurlijsten en overige relevante onderwijsinformatie voor studenten via Sharenet en/of N@Tschool aangeboden. Ook formulieren voor het aanvragen van vrijstellingen en andere relevante formulieren voor studenten zijn online beschikbaar via Sharenet. 1.1.4.4 - Visie op studieloopbaanbegeleiding Van iedere student Journalistiek wordt gevraagd dat hij zijn eigen koers uitzet in de studie. Dat hij zelf gaat bepalen wat hij hier wil leren, hoe hij dat wil leren, en welke werkzaamheden hij daarmee nu en later wil verrichten, binnen een bepaald beroep. Studieloopbaanbegeleiding is bedoeld om de student te helpen bij het maken van die keuzes. De student doet dit niet alleen. Hij heeft zijn vaste (slb)groep medestudenten en krijgt begeleiding van een studieloopbaanbegeleider, die minimaal een jaar aan de student is verbonden. De slb’er organiseert groepsbijeenkomsten, voert individuele gesprekken met de student en verwijst waar nodig naar professionele hulp binnen of buiten Windesheim als persoonlijke omstandigheden bij de student daar aanleiding toe geven. Dan gaat het bijvoorbeeld om de decaan of de studentenpsycholoog. Verder voert de student verschillende opdrachten uit ter oriëntatie op de beroepspraktijk, binnen het practicum Journalistiek, tijdens slb-bijeenkomsten, en ook daarbuiten. 1.1.5 - Vorm van de opleiding 1.1.5.1 - Numerus fixus De opleiding Journalistiek hanteert een (100 procent) decentrale selectie voor het studiejaar 2013-’14 en zal deze ook hanteren voor 2014-’15. Deze selectie dient als instrument om studenten op kwaliteit te kunnen selecteren. Voor 2013-’14 worden maximaal 225 studenten toegelaten. In april en juni 2014 worden selectiedagen gehouden, waarbij aanmelders voor de opleiding op de volgende onderdelen worden getoetst: - Nederlands - Engels - Journalistieke beroepshouding De aanmelder wordt toegelaten indien het onderdeel Journalistieke beroepshouding met een voldoende is afgesloten én een van de twee taaltoetsen. Journalistieke beroepshouding bestaat uit de volgende onderdelen: 10
Studentenstatuut hbo-bacheloropleiding Journalistiek 2013-2014
- toets algemene ontwikkeling (40 mc-vragen); - persoonlijkheidstest HZO (Hollands Zelfonderzoek voor beroeps- en loopbaankeuzes); - een persoonlijk gesprek met een docent en student. Dat is bedoeld als kennismaking, om de motivatie te peilen, maar ook voor het bespreken van de toetsresultaten. Op basis van de uitkomst van de toetsing wordt de aanmelder ingedeeld in drie categorieën (A, B of C) die een hoger of lager nummer op de plaatsingslijst inhouden. 1.1.5.2 - Opbouw De opleiding kent een eerste fase die bestaat uit de jaren 1 en 2 en een tweede fase of hoofdfase die bestaat uit de jaren 3 en 4. In de Eerste Fase heeft de samenhang tussen leerstofgebieden in principe plaats door koppeling via inhoudelijke thematiek. Hierbij wordt gebruik gemaakt van recente literatuur op het vereiste niveau. Een centrale rol is weggelegd voor de praktijkweken (jaar 1) of het wekelijkse practicum (jaar 2 en verder), waar studenten volgens het journalistieke stappenplan uit het beroeps- en opleidingsprofiel in redactieverband werken aan beroepsproducten. Deze practica zijn de rode draad in het onderwijs in de Eerste Fase. In de loop van het curriculum worden de te vervaardigen beroepsproducten complexer. Met de overgang naar een nieuw curriculum zal een overgangssituatie gelden van drie jaar. In deze drie jaar zal het curriculum op verschillende plaatsen worden aangepast, zodat de huidige studenten al zoveel mogelijk profiteren van de wijzigingen van het curriculum. In de propedeuse wordt het nieuwe curriculum ingevoerd. De overige studiejaren krijgen te maken met een overgangssituatie. Jaar 1 Vanaf september 2013 gaat de opleiding Journalistiek werken met een andere opzet van collegeweken. Het hart van de leerlijnen wordt gevormd door de integrale leerlijn. In de eerste drie weken staan de colleges centraal. Dit is ter voorbereiding op de integrale leerlijn. Daarna is er een praktijkweek (integrale leerlijn). Vervolgens volgen studenten weer twee weken colleges om de periode af te sluiten met een tweede praktijkweek. Daarna volgt een tentamenperiode van twee weken. De student maakt in de praktijkweken kennis met verschillende media (geschreven, radio, televisie en internet), waarbij per week een medium centraal staat. In een redactionele setting werkt de student mee aan een website, die sterk nieuwsgeoriënteerd is (‘fast news’). Crossmediaal leren denken en werken staat voorop. De praktijkweken zijn voor de student zijn eerste kennismaking met de complexiteit van journalistiek werken in teamverband, met behulp van verschillende technieken. Hij laat zien dat hij een neus voor nieuws heeft, de journalistieke uitingsvormen beheerst en kan omgaan met deadlines. De praktijkweken bouwen telkens voort op de kennis die de student heeft opgedaan in het onderwijs in de voorafgaande weken. Het maatschappijvak dat hij op dat moment volgt, bepaalt mede de journalistieke onderwerpkeuze. De opzet van de propedeuse in het nieuwe leerplan is beschreven in de Blauwdruk Propedeuse Journalistiek 2013 die hier is te raadplegen.
11
Studentenstatuut hbo-bacheloropleiding Journalistiek 2013-2014
Jaar 2 Studenten die dit studiejaar aan jaar 2 beginnen van de opleiding Journalistiek volgen in jaar 2 nog het programma van het huidige leerplan. Deze studenten krijgen vanaf jaar 3 al wel te maken met het nieuwe leerplan. Ze kunnen dan kiezen uit twee minordifferentiaties (audiovisueel of geschreven) en kunnen in jaar 3 op stage gaan. Deze stage sluit aan op de gekozen richting in jaar 2. Vervolgens volgen zij in jaar 4 nog een minor (of tweede stage) en studeren af met de nieuwe afstudeerproductie en onderzoeksproject. Jaar 3 Studenten die dit studiejaar aan jaar 3 beginnen van de opleiding Journalistiek volgen het programma van het huidige leerplan. In jaar 4 lopen de studenten stage en studeren ze af met de nieuwe afstudeerproductie en werken ze mee aan een onderzoeksproject. Jaar 4 Studenten die dit studiejaar aan jaar 4 beginnen, kunnen afstuderen met de nieuwe journalistieke afstudeerproductie en het onderzoeksproject in M6. Overgangssituatie Hieronder volgen de stroomschema’s voor de overgang naar het nieuwe curriculum in jaar 4. De overgangssituatie zal drie jaar duren. De huidige driemaandsstage en een aantal specialisatiemodulen in jaar 4 blijven het komende studiejaar gehandhaafd. Een tweede stage blijft dan mogelijk mits de student kiest voor het praktijkgerichte onderzoek. In plaats van een tweede stage in combinatie met een onderzoek heeft de student ook de mogelijkheid om te kiezen voor een afstudeerproductie, die in nauwe samenwerking met de beroepspraktijk en zo mogelijk op de werkplek wordt vervaardigd. Studenten krijgen de mogelijkheid om op een aantal stageplekken in plaats van een driemaandsstage van 20 EC een vijfmaandsstage van 30 EC te lopen. Zij volgen dan geen specialisatiemoduul van 10 EC, die bij een driemaandsstage wel nodig is. Deze specialisatiemodulen worden in periodes van 7 weken aangeboden. Voor de studenten in jaar 2 (cohort 2012) verschuift de stage van jaar 4 naar jaar 3 in 2014-‘15, waarmee de keuzeminor zou komen te vervallen. De keuzeminor kan voor dit cohort evenwel nog worden aangeboden in jaar 4, mits op bachelorniveau. Voor de Versnelde Route blijft een driemaandsstage in 2013-‘14 mogelijk om te kunnen combineren met Onderzoek.
Reguliere route (cohorten 2010-2013) Jr 1
2
2013/2014 Semester 1 Nieuw curriculum M1
Sem 2 Nieuw curriculum M2
Bestaand curriculum M3-oud
Bestaand curriculum M4-oud
2014/2015 Sem 1
Nieuw curriculum M3
Sem 2
Nieuw curriculum Minordifferentiatie
12
2015/2016 Sem 1
Sem 2
2016/2017 Sem 1 Sem 2
Studentenstatuut hbo-bacheloropleiding Journalistiek 2013-2014
3
Bestaand curriculum: Minordifferen tiatie
Bestaand curriculum: Keuze-minor
Overgang naar nieuw curriculum: Minordifferentiatie
Overgang naar nw curriculum: Stage 5 mnd. (M4) of Keuzeminor
Nieuw curriculum Stage 5 maanden (M4)
Nieuw curr.: Keuzeminor
4
Overgang naar nieuw curriculum: Stage 3 mnd. plus spec.moduul of Stage 5 mnd. (M4)
Overgang naar nieuw curriculum: Afstudeerproductie met reflectie (M6)
Overgang naar nieuw curriculum: Stage 5 maanden (M4)
Overgang naar nieuw curriculum: Afstudeerproductie met reflectie (M6)
Overgang naar nieuw curriculum: Stage 5 mnd. (M4) of Keuzeminor
Overgang naar nw curr.: Afstudeerproductie met reflectie (M6)
Nieuw curr. M5
Nieuw curr. M6
Route Tussentijdse Instroom (cohorten 2010, 2011 en 2012) Jaar 2/3
2013/2014 Semester 1 Bestaand curriculum M4-oud
3/4
Bestaand curriculum: Keuzeminor
4
Bestaand curriculum: Onderzoek/Tweede stage/spec.modulen
Semester 2 Bestaand curriculum: Majordifferentiatie Overgang naar nieuw curriculum: Stage 3 mnd. plus spec.moduul of Stage 5 mnd.(M4)
2014/2015 Sem 1
Overgang naar nieuw curriculum: Stage 5 mnd. (M4) of Keuzeminor
Overgang naar nieuw curriculum: Afstudeerproductie met reflectie (M6)
Sem 2
2015/2016 Sem 1
Sem 2
Overgang naar nieuw curriculum: Stage 5 mnd. (M4) of Keuzeminor Nieuw curriculum M6
Theoretische leerweg (cohort 2011) Jaar 3
2013/2014 Semester 1 Bestaand curriculum: Premaster of Keuzeminor en 1 specialisatiemodule
Semester 2 Bestaand curriculum: Stage 3 maanden, Onderzoek en 1 specialisatiemodule
De examencommissie beslist over bijzondere gevallen en uitzonderingen op deze routes. De belangrijkste staan hierna beschreven. Tweede stage Door aanpassingen in het curriculum als overgangsfase hebben studenten in jaar 3 en 4 geen mogelijkheid tot het volgen van een tweede keuzeminor. De vierdejaars is de optie geboden om 13
Studentenstatuut hbo-bacheloropleiding Journalistiek 2013-2014
een tweede stage van 13 weken te volgen. Zij doen dan ook het bestaande praktijkgericht onderzoek en kunnen niet de nieuwe afstudeerproductie maken. Deze studenten hebben vóór 1 mei 2013 hun route besproken met de studievoortgangsadviseur en een verzoek voor deze optie gericht aan de examencommissie. Tweede keuzeminor Voor de tweedejaars in 2013-‘14 is een extra aanpassing in het curriculum gedaan: de Majordifferentiatie heet voortaan Minordifferentiatie (minor met beperkte keuze: Audiovisuele Journalistiek of Geschreven Journalistiek). Daarnaast blijft een tweede keuzeminor mogelijk. In het vierde jaar gaan studenten dan op stage en volgen zij de nieuwe M6 (afstudeerproductie en onderzoeksproject). De diverse overgangsregelingen van de opleiding zijn hier te vinden. Eerste Fase In de Eerste Fase van de opleiding staan kennis en vaardigheden op het gebied van nieuws (jaar 1) en context (jaar 2) centraal. Het taalonderwijs is hier direct op afgestemd. Het begeleidende maatschappijvakonderwijs belicht respectievelijk de lokale, nationale en internationale invalshoek. De modulen Onderzoek en de maatschappijvakken dragen bij aan systematische analyse van maatschappelijke problemen met behulp van betrouwbare bronnen en op verantwoorde wijze zelf verzamelde gegevens. Net als het taalonderwijs ondersteunen maatschappijvakken de praktijkweken in jaar 1 en het practicum in jaar 2. Globale onderwijsinhoud eerste fase Major (jaren 1 en 2): Basale journalistieke vaardigheden. Basale taalvaardigheid: lezen/samenvatten, schrijven (foutloos, publiekgericht), mondelinge taalvaardigheid (gesprekstechniek), argumenteren. Elementaire kennis van de samenleving, toegespitst op drie hoofdgebieden: sociaalculturele ontwikkelingen, politiek en economie. Basale onderzoeksvaardigheden. Elementaire kennis van het beroepenveld, in het bijzonder het medialandschap en het gebruikerslandschap. Essentiële onderdelen van de beroepshouding: ethisch, nieuwsgierig, betrokken, sociaal, onafhankelijk, doelgroepgericht, zorgvuldig. Tweede Fase In de Tweede Fase (jaren 3 en 4) wordt het onderwijs in sterke mate gestuurd door de individuele leervragen van studenten (vraagsturing). Dan vindt namelijk op basis van een door de individuele student opgesteld Persoonlijk Activiteitenplan (PAP) verdere verdieping plaats. De minordifferentiaties Crossmediale Journalistiek, RTV-journalistiek, Tijdschriftjournalistiek en Programmamaken worden in het derde jaar aangeboden in een sterk praktijkgerichte projectvorm. Leidende beginselen bij de invulling van dit onderwijs zijn publiekgerichtheid, contextualiteit en multimedialiteit.
Crossmediale Journalistiek wordt beoefend in teamverband op de redactie van dagblad De Stentor in Zwolle. Studenten vergaren nieuws onder andere conform de principes van de civiele journalistiek en bewerken dit onder de vlag van De Stentor voor de jongerensite MijnZ.nl. Zij werken crossmediaal: voor print, online, audio en video.
14
Studentenstatuut hbo-bacheloropleiding Journalistiek 2013-2014
RTV-journalistiek is gericht op de vervaardiging binnen een integrated newsroom van bijdragen voor nieuwsprogramma’s op radio- en televisie en van content voor de bijbehorende website. Bij Tijdschriftjournalistiek vervaardigen de studenten een zestal tijdschriften en experimenteren zij met de tijdschriftenwebsite Omnizine.nl. Bij Programmamaken maken studenten kennis met alle facetten van het beroep programmamaker. Zij ontwikkelen en produceren creatieve, crossmediale programma’s (radio, televisie en internet) voor verschillende doelgroepen gericht op cultuur, educatie en informatie. Studenten pitchen onder meer formats bij Omroep Flevoland; het winnende format wordt in samenwerking met de omroep geproduceerd.
De derdejaars practica bereiden studenten naar aard, inhoud en beoordelingskader voor op de stage, de afstudeerproductie en het onderzoeksproject. Daartoe verwerven studenten tijdens dit derde jaar inzicht in communicatietheorieën. Zij leren deze op methodologisch correcte wijze te gebruiken in op de journalistieke beroepspraktijk georiënteerd onderzoek. Het vierde jaar staat in het teken van praktijkleren. De student doorloopt in de overgang naar het nieuwe curriculum een stage van drie of vijf maanden in de beroepspraktijk. Aansluitend vervaardigt hij een journalistieke afstudeerproductie in samenwerking met de beroepspraktijk. Daarnaast neemt hij deel aan een onderzoeksproject waarmee hij zijn onderzoekscompetenties behaalt. Studenten kunnen hun beroepsprofiel verder accentueren door een keuze van een andere differentiatie als minor in de vrije ruimte: Crossmediale Journalistiek, RTV-journalistiek, Tijdschriftjournalistiek of Programmamaken.4 Zij kunnen ook kiezen uit een van de volgende minors: Storytelling, Onderzoeksjournalistiek, Ontwikkelingsjournalistiek, European News Online, Programme Making, studie in het buitenland, de premaster voor de Master Journalistiek aan de VU of een tweede stage. In geval van keuze voor een tweede stage van 20 EC in het vierde jaar betekent dit dat de student niet de afstudeerproductie en onderzoeksproject (samen 30 EC) maar het praktijkgericht onderzoek (10 EC) uit het bestaande curriculum zal moeten doen. Naast deze minorvariant volgen de studenten een moduul Praktijkvoorbereiding, dat zich richt op de aankomende stage en freelance werk. Studenten leggen hun keuzes van minors vast in een Persoonlijk Activiteiten Plan (PAP) of studieplan. Wijzigingen in het PAP worden alleen verwerkt na toestemming door de examencommissie. De minor kan bestaan uit een premastertraject voor een wetenschappelijke masteropleiding, waarbij is voldaan aan de toelatingseisen voor die master krachtens afspraken met de examencommissie van de opleiding die de master aanbiedt. Studenten kunnen minors kiezen die buiten de opleiding worden aangeboden. Daarbij geldt de voorwaarde dat deze minors ten minste op niveau 2 (gevorderd) zijn. Voor een tweede stage geldt dat de stageplek hbo-waardig moet zijn. Voor niet-journalistieke minors en tweede stages geldt dat de student schriftelijk moet motiveren bij de Examencommissie dat deze minor of stage bijdraagt aan zijn ontwikkeling tot journalist. Globale onderwijsinhoud tweede fase Major (jaar 3 en 4): Differentiaties: Crossmediale Journalistiek, RTV-journalistiek, Tijdschriftjournalistiek of Programmamaken. 4
Major bevat 180 EC + 2 Minoren van 30 EC levert bachelor van 240 EC
15
Studentenstatuut hbo-bacheloropleiding Journalistiek 2013-2014
Kennis van (recente) theorieën over de media, van belangrijke ontwikkelingen in en rond de media en het vermogen een onderbouwde visie op die ontwikkelingen te kunnen geven. Praktijkleren door middel van een stage en een afstudeerproductie in samenwerking met de beroepspraktijk. Door middel van het uitvoeren van deelonderzoek binnen een onderzoeksproject zelfstandig definiëren en analyseren van probleemsituaties in de beroepspraktijk en het ontwikkelen en toepassen van zinvolle (nieuwe) oplossingen.
Deeltijd Het deeltijdonderwijs heeft vrijwel dezelfde structuur en onderwijsinhouden als het bestaande curriculum in de voltijd. In de eerste twee jaar krijgen studenten de journalistieke basisvaardigheden voor verslaggeving, berichtgeving, interviewen en context. Deze vaardigheden worden zoveel mogelijk in een multimediale beroepscontext geoefend. In de laatste twee jaar vindt verdere verdieping plaats. De journalistieke producten worden meer complex. Het onderwijs richt zich op crossmediale journalistiek vanuit een civieljournalistiek perspectief en op onderzoeksjournalistiek en storytelling. In het deeltijdonderwijs bestaat de mogelijkheid tot het volgen van een stage op maat. Dit om een combinatie stage en werk mogelijk te maken. Door de gelijke structuur en de vergelijkbare onderwijsinhouden bestaat de mogelijkheid voor studenten vanaf jaar 2 over te stappen van de voltijd naar de deeltijd en omgekeerd. De instroom in de Deeltijdopleiding Journalistiek is vanwege sterk teruggelopen belangstelling stopgezet. De DTO faseert uit en stopt op 31 augustus 2018. De zittende studenten worden tot die tijd in staat gesteld volgens het bestaande leerplan het onderwijsprogramma te doorlopen. Voor het praktijkgericht onderzoek zijn drie startmomenten in de Deeltijd: september en december 2013 en februari 2014. De startvoorwaarden zijn: modulen Onderzoek jaar 2 en Communicatiewetenschap jaar 3 behaald. Theoretische leerweg De opleiding kent op dit moment naast de reguliere leerroute nog een theoretische leerweg die het studenten mogelijk maakt drempelloos door te stromen naar de Master Journalistiek aan de Vrije Universiteit. Het programma bevat vakken die zich richten op theoretische verdieping en het pre-masterprogramma van 30 EC, dat aan de Vrije Universiteit in Amsterdam wordt gevolgd. Het is mogelijk dit programma in drie jaar af te ronden, wat studenten de kans biedt een bachelor en een WO-master te behalen in vier jaar. De opleiding Journalistiek heeft besloten deze route af te bouwen. Met ingang van het studiejaar 2012-2013 is de instroom in deze theoretische route niet langer mogelijk. De premaster blijft wel een optie in de reguliere leerroute. 1.1.6 Studiesucces Vanwege de verhoging van de BSA-norm van 50 naar 54 EC heeft de opleiding Journalistiek zogeheten flankerend beleid ontwikkeld om het studiesucces te vergroten. De volgende maatregelen zijn getroffen: -
Voor alle werkcolleges en de praktijkweken in jaar 1 geldt een aanwezigheidsplicht van minimaal 80 procent. Met studenten die niet aan deze norm voldoen, wordt een gesprek gevoerd in het kader van het Voorlopig Studie Advies (VSA). Docenten kunnen met 16
Studentenstatuut hbo-bacheloropleiding Journalistiek 2013-2014
betrekking tot de aanwezigheid eisen stellen aan studenten in de vorm van verplicht vooraf te maken opdracht(en). -
In week 6 van elke periode vinden er proeftoetsen plaats voor alle vakken die met een tentamen worden afgesloten. De toetsen tellen ten minste 25 mc-vragen (de helft van het aantal vragen van het tentamen).
-
Hertentamens zijn in de eerste tentamenweek (week 8), de reguliere tentamens worden gepland in de tweede week (week 9). Hiermee wordt de tentamendruk meer gespreid, volgend op de tweede Praktijkweek (week 7).
-
Voor alle conceptuele vakken en de module Onderzoek 1.1 is er een extra tentamenronde in periode 5. Deelname is bedoeld voor studenten die vanwege overmacht het reguliere of hertentamen niet hebben kunnen maken. De Examencommissie beoordeelt of er sprake is van overmacht.
-
Herkansingen van de tentamens Taalbeheersing en Engels worden in elke periode aangeboden. De student doet het hertentamen wanneer hij verwacht de toets met voldoende resultaat te kunnen afronden.
-
In semester 1 zijn er bijspijkercursussen voor studenten die dit nodig hebben volgens de diagnostische taaltoets en/of die aan het eind van periode 1 een onvoldoende hebben behaald voor het tentamen Spelling en Formuleren.
Voor het journalistiek practicum en voor het vak taalbeheersing in jaar 2 van de voltijdopleiding (M3 en M4) geldt een aanwezigheidsplicht van 80 procent. Indien de student niet aan deze eis voldoet, kan het onderdeel Beroepshouding niet met een voldoende worden afgerond. Bij Taalbeheersing bestaat de sanctie uit een extra opdracht. Drempelvoorwaarden stage en onderzoek 1. Voor deelname aan stage geldt als drempelvoorwaarde dat de volgende onderdelen met goed gevolg moeten zijn afgerond: Het propedeutisch examen (60 EC) Alle onderwijsmodulen in jaar 2 (60 EC) De gekozen differentiatie inclusief het moduul CW/Onderzoek (30 EC) Bij maximaal 10 EC achterstand beslist de Examencommissie of de student op stage mag. Daarbij worden de zogeheten onderwaterpunten (deelvakken die zijn behaald maar niet in Educator zijn verwerkt) meegeteld. 2. Voor studenten in de theoretische leerweg geldt de premaster als differentiatie. Dat is inclusief het moduul Onderzoek. 3. Voor het praktijkgericht onderzoek geldt als drempelvoorwaarde dat alle modulen Onderzoek in de jaren 1, 2 en 3 met goed gevolg zijn afgerond of de premaster. 4. Voor deelname aan het praktijkgericht onderzoek in jaar 4 van de deeltijdopleiding geldt dat de student de onderzoeksmodulen in jaar 2 en de CW-modulen in jaar 3 met een voldoende moet hebben afgerond. 5. 17
Studentenstatuut hbo-bacheloropleiding Journalistiek 2013-2014
1.1.7 Toetsing en beoordeling De uitgangspunten voor de toetsing en de beoordeling binnen de opleiding zijn beschreven in het Opleidings- en Toetskader (OTK). Hierna volgen de regels van de opleiding voor de beoordeling van toetsen. Onder toetsen worden verstaan: tentamens, portfolio’s, dossiers, werkstukken en eindverslagen. 1. Indien de student het tentamen dat direct op de onderwijsperiode volgt niet aflegt, kent de docent het cijfer 1 toe. Om deel te kunnen nemen aan een tentamen is voorafgaande inschrijving verplicht. Indien de student een herkansing nodig heeft voor een tentamen, wordt er vanuit gegaan dat de student deze mogelijkheid benut op het eerstvolgende moment dat het tentamen wordt aangeboden nadat de reguliere kans niet met een voldoende is afgesloten. 2. Docenten beoordelen alleen portfolio’s, dossiers, werkstukken en verslagen die voor de gestelde deadline zijn ingeleverd en die voldoen aan eisen voor verzorgd taalgebruik. Deze eisen zijn randvoorwaardelijk en maken onderdeel uit van alle relevante beoordelingsformulieren. 5Als niet aan de randvoorwaarden is voldaan, kan geen cijfer worden toegekend. Dat levert in Educator het cijfer 1 op. Voor jaar 1 geldt een uitzondering: de student krijgt eerst een waarschuwing als niet aan de randvoorwaarde is voldaan. Hij krijgt geen inhoudelijke feedback op het ingeleverde werk. De student mag dan één keer repareren, zonder verlies van een kans. Is bij de tweede keer inleveren nog niet aan de randvoorwaarde voldaan, dan komt er een 1 in Educator. 3. Een portfolio/dossier wordt ingeleverd in de periode waarin onderwijs in de onderwijseenheid is verzorgd, volgens de deadlines die door de vakdocent zijn aangegeven. 4. Bij de beoordeling van een (onderdeel van een) portfolio/dossier wordt de datum waarop het onderdeel ter beoordeling is ingeleverd als tentamendatum geregistreerd. 5. Een groepsgewijs portfolio/dossier is zodanig ingericht dat een individuele beoordeling kan worden gegeven. 6. Docenten zien er op toe dat studenten alle portfolio’s/dossiers inleveren via een Ephorus-opdracht op N@Tschool. Portfolio’s/dossiers die niet op deze wijze zijn ingeleverd, zijn niet geldig en kunnen dus niet worden beoordeeld. Een uitzondering geldt voor bestanden die vanwege de omvang niet op N@Tschool geplaatst kunnen worden, zoals videobestanden. Studenten leveren deze bestanden voor de gestelde deadline digitaal aan op cd/dvd of usb-stick. Dit ontslaat studenten niet van de plicht om de portfolio’s/dossiers zelf op N@Tschool te plaatsen. Zij nemen hierin een verwijzing op naar de bestanden die op cd/dvd of usb-stick zijn ingeleverd. 7. Als bewijs van inleveren geldt het moment dat het portfolio/dossier is ingeleverd op N@Tschool. 8. Indien op de gestelde deadline geen portfolio/dossier is ingeleverd of als het portfolio/dossier niet volledig is of niet voldoet aan de randvoorwaarden voor verzorgd 5
Randvoorwaarde verzorgd taalgebruik, december 2012.
18
Studentenstatuut hbo-bacheloropleiding Journalistiek 2013-2014
taalgebruik, dan registreert de docent in Educator een 1 als cijfer. 9. Niet complete of te laat ingeleverde portfolio’s/dossiers worden niet voorzien van feedback. 10. Compleet ingeleverde portfolio’s/dossiers worden van feedback voorzien en beoordeeld.
11. Studenten kunnen een als onvoldoende beoordeeld portfolio/dossier verbeteren op basis van de feedback en op aanwijzen van de docent en het portfolio/dossier opnieuw inleveren tot en met één studiejaar volgend op het studiejaar waarin de eerste beoordeling is gegeven. 12. Studenten kunnen opdrachten op dezelfde wijze herkansen tot één studiejaar na het jaar waarin de eerste kans is benut. Na de termijn van één studiejaar vervalt dit recht en is de student gehouden aan de nieuwe herkansingsvoorwaarden, die ook gelden voor studenten die op dat moment het moduul volgen. Deze opdracht kan altijd individueel worden uitgevoerd. 13. Herkansingen zijn van gelijke omvang als de oorspronkelijke opdracht en zijn een volwaardige afspiegeling van de hoeveelheid studielast van het moduul. 14. Voor herkansing van het dossier Beroepshouding (M1, M2, M3 en M4) geldt: Als de student gemiddeld een onvoldoende heeft gescoord op basis van de criteria uit het beoordelingsformulier, dan kan hij zelf de keuze bepalen van het criterium of de criteria die worden herkanst. Wanneer de verbetering van één criterium of enkele criteria gemiddeld tot een voldoende leidt, is het onderdeel gehaald. Voorwaarde is dat alle beoordelingscriteria met ten minste een 5 zijn beoordeeld. Is dit niet het geval, dan moet in elk geval dit criterium worden herkanst. Het kan dus zijn dat een student als gemiddelde over alle criteria een voldoende heeft gescoord en toch moet herkansen. De wijze van herkansen is te vinden in het moduulmateriaal op N@Tschool. 15. Als een student een vrijstelling wil aanvragen, moet hij bij zijn verzoek gebruikmaken van het formulier ‘verzoek tot vrijstelling voor het afleggen van één of meerdere tentamens’ en dient hij de gevraagde bewijsstukken toe te voegen. Het formulier verzoek vrijstelling is op ShareNet te vinden. 16. Voor de borging van de kwaliteit van de toetsing en van de onderwijsmodulen benoemt de manager van de opleiding Journalistiek voor elk onderwijsmoduul een moduulverantwoordelijke. Die is verantwoordelijk voor: a. de kwaliteit van de toetsing van het onderwijsmoduul; b. onderhoud van de toetsbank; c. uitvoeren van het vrijstellingenbeleid; d. herkansingen (als de eigen docent niet meer beschikbaar is); e. tijdig aanleveren van materiaal (toetsen, studiemateriaal); f. onderhoud van zijn/haar moduul op N@Tschool; g. onderhoud van de inhoudelijke invulling van het moduul in Educator. 19
Studentenstatuut hbo-bacheloropleiding Journalistiek 2013-2014
1.2 DE RELATIE VAN DE OPLEIDING MET HET BEROEPENVELD 1.2.1 - Doelstelling van de opleiding De opleiding Journalistiek en het Kenniscentrum Media willen kwalitatief hoogwaardig onderwijs bieden en een betekenisvolle partner zijn voor de beroepspraktijk. De opleiding wil een van de vooraanstaande opleidingen Journalistiek binnen Nederland zijn. Studenten en professionals uit de beroepspraktijk kunnen op Windesheim in verschillende fasen van hun journalistieke carrière kennis vergaren en (specifieke) vaardigheden leren en (verder) ontwikkelen. Drie kernwaarden nemen binnen de opleiding een centrale plaats in: betrouwbaarheid, betrokkenheid en gedrevenheid. 1.2.2 - De eindtermen c.q. eindcompetenties van de opleiding Om een goede start te kunnen maken op de journalistieke arbeidsmarkt, moet de student beschikken over ten minste de kwalificaties die in het beroeps- en opleidingsprofiel zijn samengebracht onder tien competenties. Elke competentie is opgebouwd uit vijf kwalificaties. Daarin zijn de eindtermen van de opleiding zoals geformuleerd onder algemene beroepshouding, kennis en vaardigheden geïntegreerd samengebracht. De opleiding heeft deze eindtermen vastgelegd in een Body of Knowledge and Skills. 1.2.2.1 - Beroeps- en opleidingsprofiel Competentie 1 Reflecteren op de maatschappelijke rol 1
Betrokken zijn op de samenleving
2
Inzicht hebben in de maatschappelijke rol van de journalistiek
3
Een onderbouwde visie op journalistiek hebben
4
De waarden begrijpen die journalistieke keuzes bepalen
5
Kunnen reflecteren op een toekomstige loopbaan
6
Competentie 2 Relevante onderwerpen en invalshoeken vinden De actualiteit kennen
7
De kenmerken van uiteenlopende media kennen
8
De relevantie van een onderwerp voor een doelgroep kunnen bepalen
9
Maatschappelijk debat kunnen bevorderen
10
Nieuwswaardige onderwerpen kunnen ontdekken op basis van diepergaand onderzoek
11
Competentie 3 Journalistiek werk plannen en organiseren Een realistisch plan van aanpak kunnen maken
12
Onder tijdsdruk kunnen werken
13
Aan onvoorziene situaties kunnen aanpassen
14
Bijdragen van het publiek kunnen organiseren
15
Binnen budgettaire grenzen kunnen werken 20
Studentenstatuut hbo-bacheloropleiding Journalistiek 2013-2014
16
Competentie 4 Snel informatie verzamelen Een goede algemene ontwikkeling hebben
17
Op een bepaald gebied gespecialiseerde kennis hebben
18
Alle benodigde bronnen effectief kunnen gebruiken
19
Meerdere perspectieven in een verhaal kunnen verwerken
20
Interactie met het publiek willen
21
Competentie 5 Belangrijke informatie selecteren Hoofd- van bijzaken kunnen onderscheiden
22
Informatie kunnen selecteren op basis van betrouwbaarheid
23
De geselecteerde informatie kunnen interpreteren
24
De informatieselectie kunnen afstemmen op genre-eisen
25
Bewust zijn van de impact van de informatieselectie op bronnen en publiek
26
Competentie 6 Informatie op een journalistieke manier structureren Verschillende vertelstructuren kunnen toepassen
27
Vorm en inhoud kunnen afstemmen
28
Kunnen ordenen op basis van genre-eisen
29
Kunnen ordenen op basis van relevantie
30
Ordeningstechnieken van nieuwe media kunnen toepassen
31
Competentie 7 Informatie in een journalistieke vorm presenteren Over grote taalvaardigheid beschikken
32
Informatie kunnen presenteren in combinaties van woord, geluid en beeld.
33
De beginselen van vormgeving beheersen
34
Kunnen werken met technische middelen
35
Met gespecialiseerde technici kunnen samenwerken
36
Competentie 8 Journalistiek werk(wijze) verantwoorden Een helder beeld hebben van journalistieke kwaliteitseisen
37
Het eigen werk kritisch kunnen beschouwen
38
Kritiek van derden kunnen verwerken
39
Verantwoording nemen voor de gemaakte journalistieke keuzes
40
Verantwoording nemen voor het journalistieke eindproduct
41
Competentie 9 In een team werken Sociaal vaardig zijn
42
Betrouwbaar zijn
43
Initiatief tonen
44
Inzicht tonen in eigen sterkten en zwakten
45
Inzicht tonen in samenwerkingsrelaties
21
Studentenstatuut hbo-bacheloropleiding Journalistiek 2013-2014
46
Competentie 10 Bewust zijn van de eigen rol in een mediaorganisatie of als freelancer Ideeën overtuigend kunnen presenteren
47
Rechten en plichten binnen een organisatie kennen
48
Marktomstandigheden kennen
49
Redactioneel beleid kunnen evalueren
50
Praktische aspecten van het freelancen kennen
1.2.2.2 Eindtermen Alle competenties uit het beroeps- en opleidingsprofiel zijn uitgewerkt in drie niveaus: beginnend, gevorderd en bachelor niveau. Vervolgens is in een tabel uitgewerkt welke competenties uit het beroeps- en opleidingsprofiel op welk niveau door de student moet worden getoond en in welke beroepscontext. Op deze wijze is inzichtelijk gemaakt hoe de student kan laten zien dat hij de competentie beheerst.
Niveau
Basis
Gevorderd
Bachelor
De student voert de journalistieke taken uit conform standaardprocedures. Uitvoering is gericht op het aanleren van vaardigheden. Hij heeft nog veel begeleiding nodig, en krijgt veel tussentijdse feedback. De student maakt eigen handelen zichtbaar en is hierop aanspreekbaar. Kent de doelgroep (en) en de eigenschappen van de media waarvoor hij werkt.
De student beheerst de meeste journalistieke genres. Hij voert de journalistieke taken uit door zelf een analyse te maken van de context waarbinnen hij werkt, en door zelf een keuze te maken voor de probleemaanpak en de methode. Minder begeleiding, meer zelfsturend, feedback meer aan het eind. Hij onderbouwt eigen handelen en verantwoordt de gevolgen van eigen handelen voor anderen. Kan z’n werk afstemmen op het medium en de doelgroep van zijn keuze.
De student werkt aan complexe opdrachten. Kan onderwerpen interpreteren en analyseren, en verricht zelfstandig research. Kan taken uitvoeren in uiteenlopende beroepssituaties. Werkt geheel en zelfstandig en stemt eigen handelen af op de ander. Neemt zelf verantwoordelijkheid voor de eigen uitvoerende taken. Kan werken voor verschillende platformen tegelijk.
Competenties
Indicatoren
Indicatoren
Indicatoren
1. Reflecteren op de maatschappelijke rol
- Betrokken zijn op de samenleving (1)
- Betrokken zijn op de samenleving (1)
- Betrokken zijn op de samenleving (1)
- Inzicht hebben in de maatschappelijke rol van de journalistiek (2)
- Inzicht hebben in de maatschappelijke rol van de journalistiek (2)
- Inzicht hebben in de maatschappelijke rol van de journalistiek (2)
- Een onderbouwde visie op journalistiek hebben (3)
- Een onderbouwde visie op journalistiek hebben (3)
- Kunnen reflecteren op een toekomstige loopbaan (5)
- De waarden begrijpen die journalistieke keuzes bepalen (4) - Kunnen reflecteren op een toekomstige loopbaan (5)
22
Studentenstatuut hbo-bacheloropleiding Journalistiek 2013-2014
2. Relevante onderwerpen en invalshoeken vinden
Samengevat: De student kent de rol van de journalistiek in maatschappelijke vraagstukken.
Samengevat: De student kan de rol van de journalistiek in maatschappelijke kwesties herkennen en analyseren.
Samengevat: De student heeft een visie op belangrijke vraagstukken die spelen in de journalistieke praktijk, en biedt onderbouwde suggesties voor innovatieve oplossingen.
- De actualiteit kennen (6)
- De actualiteit kennen (6)
- De actualiteit kennen (6)
- De kenmerken van uiteenlopende media kennen (7)
- De relevantie van een onderwerp voor een doelgroep kunnen bepalen (8)
- De kenmerken van uiteenlopende media kennen (7)
- De relevantie van een onderwerp voor een doelgroep kunnen bepalen (8)
- Nieuwswaardige onderwerpen kunnen ontdekken op basis van diepergaand onderzoek (10)
- De relevantie van een onderwerp voor een doelgroep kunnen bepalen (8) - Het maatschappelijk debat kunnen bevorderen (9) - Nieuwswaardige onderwerpen kunnen ontdekken op basis van diepergaand onderzoek (10)
3. Journalistiek werk plannen en organiseren
Samengevat: De student volgt de actualiteit, en is op de hoogte van de belangrijkste maatschappelijke ontwikkelingen, in Nederland en daarbuiten. Hij is in staat onderwerpen te bedenken, en kan een nieuwsselectie maken die past bij het medium en de doelgroep.
Samengevat: De student volgt de actualiteit en kiest onderwerpen die gecompliceerder zijn en vragen om meer inzicht in de achtergronden. Hij kan een context bij het nieuws kiezen die past bij het medium en de doelgroep.
Samengevat: De student ziet maatschappelijke trends en ontwikkelingen, en kan deze op een journalistieke manier aanpakken. Hij bedenkt relevante onderwerpen, en kan deze hun context plaatsen. Hij overziet het medialandschap en kan voor alle doelgroepen onderwerpen vaststellen.
-Een realistisch plan van aanpak kunnen maken (11)
-Een realistisch plan van aanpak kunnen maken (11)
- Een realistisch plan van aanpak kunnen maken (11)
Onder tijdsdruk kunnen werken (12)
Onder tijdsdruk kunnen werken (12)
- Onder tijdsdruk kunnen werken (12)
- Bijdragen van het publiek kunnen organiseren (14)
- Aan onvoorziene situaties kunnen aanpassen (13)
- Binnen budgettaire grenzen kunnen werken(15)
- Bijdragen van het publiek kunnen organiseren (14) - Binnen budgettaire grenzen kunnen werken(15)
23
Studentenstatuut hbo-bacheloropleiding Journalistiek 2013-2014
4. Snel informatie verzamelen
Samengevat: De student kan een realistische werkplanning maken. Hij is resultaatgericht en houdt zich aan de deadlines.
Samengevat: De student is in staat tot het zelfstandig en volgens opdracht produceren van journalistiek werk. Daarbij houdt hij zich aan de deadlines en hij blijft binnen de budgettaire grenzen.
Samengevat: De student is in staat om zich, uitgaande van een werkplan, aan te passen aan onvoorziene omstandigheden. Dit binnen de deadlines en de budgettaire grenzen.
- Een goede algemene ontwikkeling (16)
- Een goede algemene ontwikkeling (16)
- Een goede algemene ontwikkeling (16)
- Alle benodigde bronnen effectief kunnen gebruiken (18)
- Alle benodigde bronnen effectief kunnen gebruiken (18)
- Op een bepaald gebied gespecialiseerde kennis hebben (17)
- Meerdere perspectieven in een verhaal kunnen verwerken (19)
- Alle benodigde bronnen effectief kunnen gebruiken (18)
- Interactie met het publiek willen (20)
- Meerdere perspectieven in een verhaal kunnen verwerken (19) - Interactie met het publiek willen (20)
5. Belangrijke informatie selecteren
Samengevat: De student kan alle voor de nieuwsvoorziening benodigde bronnen efficiënt en effectief gebruiken. Hij kan de bronnenkeuze verantwoorden.
Samengevat: De student kan door middel van research achtergrondinformatie bij het nieuws vinden. Hij vindt probleemloos zijn weg op het internet en in databanken. Mondelinge bronnen treedt hij probleemloos tegemoet.
Samengevat: De student kan geheel zelfstandig een uitgewerkt plan maken voor een actuele, complexe journalistieke productie. Ten behoeve van die productie doet hij onderzoek, waarbij hij ook moeilijk toegankelijke bronnen weet te vinden en te ontsluiten.
- Hoofd- van bijzaken kunnen onderscheiden (21)
- Hoofd- van bijzaken kunnen onderscheiden (21)
- Hoofd- van bijzaken kunnen onderscheiden (21)
- Informatie kunnen selecteren op basis van betrouwbaarheid (22)
- Informatie kunnen selecteren op basis van betrouwbaarheid (22)
- Informatie kunnen selecteren op basis van betrouwbaarheid (22)
- De geselecteerde informatie kunnen interpreteren (23)
De geselecteerde informatie kunnen interpreteren (23)
- De geselecteerde informatie kunnen interpreteren (23)
- De informatieselectie kunnen afstemmen op genre-eisen (24)
- De informatieselectie kunnen afstemmen op genre-eisen (24) - Bewust zijn van de impact van de informatieselectie op bronnen en publiek (25)
24
Studentenstatuut hbo-bacheloropleiding Journalistiek 2013-2014
6. Informatie op een journalistieke manier structureren
Samengevat: De student kan de voor de gebruiker meest nieuwswaardige informatie selecteren. Hij weet welke bronnen betrouwbaar zijn, en welke niet.
Samengevat: De student is in staat informatie te selecteren die nodig is voor het bieden van context en het leggen van verbanden. Hij kent de waarde van de informatie, en weet de informatieselectie af te stemmen op de genreeisen.
Samengevat: De student weet informatie te selecteren die het publiek inzicht biedt in gevolgen van en oplossingen voor actuele vraagstukken. Hij kent de waarde van de informatie, en stemt de informatieselectie af op de genre-eisen.
- Vorm en inhoud kunnen afstemmen (27)
- Vorm en inhoud kunnen afstemmen (27)
-Verschillende vertelstructuren kunnen toepassen (26)
- Kunnen ordenen op basis van relevantie (29)
- Kunnen ordenen op basis van genre-eisen (28) - Kunnen ordenen op basis van relevantie (29) - Ordeningstechnieken van nieuwe media kunnen toepassen (30)
- Vorm en inhoud kunnen afstemmen (27) - Kunnen ordenen op basis van genre-eisen (28) - Kunnen ordenen op basis van relevantie (29) - Ordeningstechnieken van nieuwe media kunnen toepassen (30)
7. Informatie in een journalistieke vorm presenteren
Samengevat: De student kan de informatie ordenen op basis van de regels die gelden voor nieuwsgerichte genres.
Samengevat: De student kan de informatie ordenen op basis van de regels die gelden voor op context gerichte genres, en ook voor internetproducties.
Samengevat: De student kan de informatie ordenen op basis van de regels die gelden voor innovatieve vertelvormen, zoals de samengestelde productie.
- Over grote taalvaardigheid beschikken (31)
- Over grote taalvaardigheid beschikken (31)
- Over grote taalvaardigheid beschikken (31)
- Informatie kunnen presenteren in combinaties van woord, geluid en beeld (32)
- Informatie kunnen presenteren in combinaties van woord, geluid en beeld (32)
- Informatie kunnen presenteren in combinaties van woord, geluid en beeld (32)
- Kunnen werken met technische middelen (34)
- De beginselen van vormgeving beheersen (33)
- De beginselen van vormgeving beheersen (33)
- Kunnen werken met technische middelen (34)
- Kunnen werken met technische middelen (34)
- Met gespecialiseerde technici kunnen samenwerken (35)
- Met gespecialiseerde technici kunnen samenwerken (35)
25
Studentenstatuut hbo-bacheloropleiding Journalistiek 2013-2014
8. Journalistiek(e) werk(wijze) verantwoorden
9. In een team werken
Samengevat: De student beheerst de nieuwsgerichte genres (o.a. nieuwsbericht en nieuwsverslag, in beeld, tekst en geluid. Taalgebruik is verzorgd.
Samengevat: De student kan op context gerichte genres (interview / achtergrond) produceren, in woord, beeld en geluid. Taalgebruik en technische uitvoering zijn verzorgd.
Samengevat: De student kan alle op nieuws, verslag, context, opinie, kennis, advies, verstrooiing en interactie gerichte journalistieke genres produceren, voor een crossmediaal platform. Hij beheerst de opmaak, montage- en webtechnieken.
- Een helder beeld hebben van journalistieke kwaliteitseisen (36)
- Een helder beeld hebben van journalistieke kwaliteitseisen (36)
- Een helder beeld hebben van journalistieke kwaliteitseisen (36)
- Het eigen werk kritisch kunnen beschouwen (37)
- Het eigen werk kritisch kunnen beschouwen (37)
- Het eigen werk kritisch kunnen beschouwen (37)
- Kritiek van derden kunnen verwerken (38)
- Kritiek van derden kunnen verwerken (38)
- Kritiek van derden kunnen verwerken (38)
- Verantwoording nemen voor de gemaakte journalistieke keuzes (39)
- Verantwoording nemen voor de gemaakte journalistieke keuzes (39)
- Verantwoording nemen voor het journalistieke eindproduct (40)
- Verantwoording nemen voor het journalistieke eindproduct (40)
Samengevat: De student kent de kernbegrippen uit de media- en beroepsethiek, en ook de kwaliteitsnormen die daaruit voortvloeien. Hij kan deze toepassen op zijn eigen werk, en kan ook omgaan met feedback van derden.
Samengevat: De student kan verantwoording afleggen over zijn eigen werk en journalistiek handelen. Hij kent zijn eigen tekortkomingen en kan leerdoelen formuleren om zijn leren en handelen bij te sturen.
Samengevat: De student houdt zichzelf op de hoogte van journalistiek-ethische kwesties en kan deze koppelen aan zijn eigen handelen en dat van anderen. Hij kan er een gefundeerd oordeel over geven.
- Sociaal vaardig zijn (41)
- Sociaal vaardig zijn (41)
- Sociaal vaardig zijn (41)
- Betrouwbaar zijn (42)
- Betrouwbaar zijn (42)
- Betrouwbaar zijn (42)
- Initiatief tonen (43)
- Initiatief tonen (43)
- Initiatief tonen (43)
- Inzicht tonen in eigen sterkten en zwakten (44)
- Inzicht tonen in eigen sterkten en zwakten (44)
- Inzicht tonen in eigen sterkten en zwakten (44)
- Inzicht tonen in samenwerkingsrelaties (45)
- Inzicht tonen in samenwerkingsrelaties (45)
26
Studentenstatuut hbo-bacheloropleiding Journalistiek 2013-2014
10. Bewust zijn van de eigen rol in een mediaorganisatie of als freelancer
Samengevat: De student heeft inzicht in eigen sterke en zwakke punten ten aanzien van journalistieke kwaliteiten en beroepshouding Afspraken komt hij na en hij zet zich in voor het groepsbelang.
Samengevat: De student heeft inzicht in eigen houding en gedrag en de impact er van op de samenwerking in een groep. Hij kan feedback geven op houding en gedrag van anderen in de groep.
Samengevat: De student kan aantoonbaar het eigen handelen afstemmen op het inzicht in het eigen functioneren in team- en of redactieverband.
- Ideeën overtuigend kunnen presenteren (46)
- Ideeën overtuigend kunnen presenteren (46)
- Ideeën overtuigend kunnen presenteren (46)
- Rechten en plichten binnen een organisatie kennen (47)
- Rechten en plichten binnen een organisatie kennen (47)
- Kent de markomstandigheden (48) - Redactioneel beleid kunnen evalueren (49)
Samengevat: De student kan eigen ideeën en meningen in begrijpelijke taal duidelijk maken aan anderen in team- en/of redactieverband.
Samengevat: De student kan ideeën overtuigend presenteren. Hij kent het beroepenveld en heeft een klein netwerkje opgebouwd.
- Redactioneel beleid kunnen evalueren (49) - Praktische aspecten van het freelancen kennen (50)
Samengevat: De student kan functioneren op basis van gangbare rechten en plichten binnen een mediaorganisatie. Hij heeft voldoende kennis van de praktische kanten van het zelfstandig ondernemerschap, om de freelancemarkt op te kunnen gaan.
1.2.2.3 – Body of Knowledge and Skills De term Body of Knowledge and Skills (BoKS) staat voor het geheel van kennis en vaardigheden van de beroepsbeoefenaar en geeft aan wat studenten moeten kennen en kunnen aan het eind van hun studie om een goede start te maken op de journalistieke arbeidsmarkt. Bij het ontwerpen van het nieuwe curriculum is er gewerkt aan een BoKS voor de opleiding Journalistiek. Het landelijke beroeps- en opleidingsprofiel voor Journalistiek is hierbij het uitgangspunt geweest. De BoKS gaat dieper in op de achterliggende basiskennis- en deskundigheidsgebieden. Met het expliciteren van een BoKS is er een collectief referentiekader voor docenten die zowel bij het ontwikkelen en het uitvoeren van modules als bij toetsing en beoordeling in hun onderwijs te maken krijgen met deze gebieden. Algemeen Studenten leren zich te ontwikkelen tot waarde(n)volle professionals die zich verantwoordelijk voelen voor de kwaliteit van de publieke informatievoorziening en die zich bewust zijn van de wisselwerking tussen journalistiek en de democratische- en pluriforme samenleving. Studenten
27
Studentenstatuut hbo-bacheloropleiding Journalistiek 2013-2014
worden daarbij opgeleid tot ondernemende journalisten die in staat zijn op effectieve en efficiënte wijze de burger te bereiken en betrekken. De opleiding Journalistiek gaat er daarbij vanuit dat het veranderend medialandschap en journalistiek werkveld vraagt om innovatieve en inventieve professionals die niet alleen een beroep kunnen uitoefenen maar dat ook kunnen vernieuwen. 1. Kennis De student heeft brede, algemene kennis van de journalistiek/media, de maatschappij en de wereld. De student… - kent de ontwikkelingsgeschiedenis van onze samenleving; heeft inzicht in de pluriforme maatschappelijke werkelijkheid, van lokaal tot mondiaal; - is zich bewust van het verband tussen de kwaliteit van de samenleving, vrije pers en actief burgerschap; - heeft inzicht in het moderniseringsproces en in de grote vraagstukken waar onze democratie, rechtstaat en samenleving voor geplaatst zien; - heeft kennis en inzicht op het terrein van religies en levensbeschouwing; - heeft inzicht in de werking van publieke instituties; - weet met besef van journalistieke productieprocessen hoe planmatig effectief en efficiënt een productie te realiseren; - heeft kennis van het veranderend medialandschap en de journalistieke ontwikkelingen daarbinnen; - heeft kennis van de specifieke eigenschappen van de media; - heeft kennis van de ethische regels en (media)recht. 2. Vaardigheden De student is in staat relevante kennis en inzicht ten behoeve van de productie snel en op onafhankelijke wijze te vergaren en te verdiepen. De student … - kan zelfstandig werken maar ook collegiaal en bedrijfsmatig met anderen samenwerken; - kan zelfstandig en creatief onderwerpen en originele invalshoeken bepalen op basis van professionele criteria en maatschappelijke kennis en betrokkenheid; - kan snel en gericht relevante informatie verzamelen, selecteren en ordenen en verwerken in een adequate journalistieke vorm; - heeft het vermogen complexe vraagstukken en (nieuws)feiten te analyseren, contextualiseren en duiden zodat burgers de essentie en consequenties ervan begrijpen; - weet hoe hij de lezer moet informeren, boeien en binden door adequate storytelling en het benutten van de kracht van vorm, genre of medium; - kan de te verwerken informatie op aantrekkelijke wijze presenteren via (combinaties van) verschillende media en genres; - beschikt over uitstekende mondelinge, schriftelijke, lees- en luistervaardigheden (Nederlands en Engels); - behandelt bronnen, doelgroepen of personen die onderwerp zijn van research, productie en na openbaarmaking met respect; 28
Studentenstatuut hbo-bacheloropleiding Journalistiek 2013-2014
-
kan reflecteren op de maatschappelijke functie van de journalistiek en op het eigen journalistiek handelen en is zich bewust van zijn rol in opinievorming; bezit ondernemende houding en is in staat om zichzelf als professional en zijn producties bij anderen onder de aandacht te brengen; kijkt met een onderzoekende en kritische blik naar de eigen ontwikkeling als journalist, de journalistieke praktijk en de betekenis van het vak voor de samenleving.
1.2.2.4 – Verklaring van Tartu Het beroeps- en opleidingsprofiel is schooloverstijgend. Het profiel is vastgesteld door de gezamenlijke Hbo-opleidingen voor de Journalistiek in Nederland en na enkele wijzigingen overgenomen door de verenigde Europese opleidingen voor de Journalistiek. De opleiding Journalistiek is lid van deze European Journalism Training Association en onderschrijft de Verklaring van Tartu6, die stelt dat afgestudeerden het publiek van dienst moeten zijn door:
Inzicht te geven in politieke, economische en sociaal-culturele omstandigheden en ontwikkelingen; Op alle niveaus een democratische cultuur te versterken; Te bevorderen dat instituties en personen maatschappelijk verantwoording afleggen; De mogelijkheden voor burgers te ondersteunen om in persoonlijke en maatschappelijke aangelegenheden keuzes te kunnen maken.
En daarbij: Verantwoordelijkheid te voelen voor de vrijheid van meningsuiting; Respect te hebben voor de persoonlijke integriteit van mensen; Kritisch te zijn op bronnen en onafhankelijk van gevestigde belangen; Beroepsethische normen hoog te houden. 1.2.2.5 – Hbo-kwalificaties Er ligt een rechtstreekse relatie tussen het beroeps- en opleidingsprofiel en de hbo-kwalificaties. Deze relatie is inzichtelijk gemaakt in het volgende schema. Dat laat zien dat alle generieke Hbo–kwalificaties door de competenties van het beroeps- en opleidingsprofiel op bachelorniveau gedekt worden. Het gaat om de relatie tussen de competenties uit het beroeps- en opleidingsprofiel, de beroepscontext waarbinnen de competentie moet worden getoond, de wijze waarop de student kan laten zien dat hij de competentie beheerst, de verbinding van de betreffende journalistieke competentie met de generieke Hbo-kwalificaties en het niveau waarop de competentie in het majorgedeelte van de opleiding moet worden afgesloten. Bij bijv. competentie 1 (“Reflecteren op de maatschappelijke rol”) betekent dit dat de student: “In de rol van beginnend professional moet kunnen reflecteren op zijn maatschappelijke rol, in de beroepscontext van een redactionele omgeving, waarbij hij laat zien dat hij wetenschappelijke kennis en onderzoek toepast en methodisch kan denken en handelen. Deze competentie hangt samen met de 3e en 7e kwalificatie uit het generieke Hbo-profiel en moet op bachelorniveau in de major worden afgerond.” Op deze wijze zijn alle competenties uit het beroeps- en opleidingsprofiel uitgewerkt.
6
Tartu Declaration, June 2006.
29
Studentenstatuut hbo-bacheloropleiding Journalistiek 2013-2014
1. Reflecteren op de maatschappelijke rol In de rol van Kunnen In het kader van Met het vermogen
Verbinding met Hbo kwalificaties
Niveau in Major
Beginnend professional Reflecteren een redactionele omgeving daarbij wetenschappelijke kennis en onderzoek toe te passen en methodisch te kunnen denken en handelen. Nr. 3 Wetenschappelijke toepassing en onderzoek Nr. 7 Methodisch en reflectief denken en handelen Bachelorniveau
2. Relevante onderwerpen en invalshoeken vinden In de rol van Beginnend professional Kunnen Signaleren van maatschappelijke ontwikkelingen In het kader van een redactionele omgeving Met het vermogen daarbij probleemgericht te kunnen denken en handelen. Verbinding met Hbo kwalificaties Nr.2 Multidisciplinaire integratie van verschillende vakinhoudelijke disciplines Nr.3 Wetenschappelijke toepassing en onderzoek (het toepassen van wetenschappelijke kennis) Niveau in Major Bachelorniveau 3. Journalistiek werk plannen en organiseren In de rol van Kunnen In het kader van Met het vermogen Verbinding met Hbo kwalificaties Niveau in Major 4. Snel informatie verzamelen In de rol van Kunnen In het kader van Met het vermogen Verbinding met Hbo kwalificaties
Niveau in Major
Beginnend professional Organiseren van werkzaamheden een redactionele omgeving daarbij probleemgericht te kunnen denken, handelen, communiceren en samenwerken. Nr.6 Probleemgericht denken en handelen Nr.9 Basis management bekwaamheid Bachelorniveau
Beginnend professional Verzamelen een redactionele omgeving daarbij oplossingsgericht te kunnen denken en onderzoeken. Nr.2 Multidisciplinaire integratie van verschillende vakinhoudelijke discipline Nr. 3 Wetenschappelijke toepassing en onderzoek Bachelorniveau
30
Studentenstatuut hbo-bacheloropleiding Journalistiek 2013-2014
5. Belangrijke informatie selecteren In de rol van Kunnen In het kader van Met het vermogen Verbinding met Hbo kwalificaties
Niveau in Major
Beginnend professional Bedenken en beoordelen van onderwerp en invalshoek op basis van journalistieke criteria een redactionele omgeving daarbij oplossingsgericht en creatief te kunnen denken en handelen. Nr.2 Multidisciplinaire integratie van verschillende vakinhoudelijke discipline Nr.5 Creatief denken en handelen Bachelorniveau
6. Informatie op een journalistieke manier structureren In de rol van Beginnend professional Kunnen Structureren In het kader van een redactionele omgeving Met het vermogen daarbij probleemgericht en methodisch te kunnen denken en handelen. Verbinding met Hbo kwalificaties Nr. 6 Probleemgericht denken en handelen (analyseren en oplossen van complexe probleemsituaties) Nr. 7 Methodisch en reflectief denken en handelen Niveau in Major Bachelorniveau 7. Informatie in een journalistieke vorm presenteren In de rol van Beginnend professional Kunnen Presenteren In het kader van een redactionele omgeving Met het vermogen daarbij oplossingsgericht en creatief te kunnen denken en handelen. Verbinding met Hbo kwalificaties Nr. 4 Transfer en brede inzetbaarheid (transfereren van kennis en vaardigheden) Nr.5 Creatief denken en handelen Niveau in Major Bachelorniveau 8. Journalistiek werk(wijze) verantwoorden In de rol van Kunnen In het kader van Met het vermogen
Verbinding met Hbo kwalificaties
Niveau in Major
Beginnend professional Verantwoorden een redactionele omgeving daarbij methodisch en reflectief te kunnen denken en handelen op een maatschappelijk verantwoorde wijze. Nr. 7 Methodisch en reflectief denken en handelen. Nr. 10 Maatschappelijk verantwoord handelen (ethisch, normatief en maatschappelijk reflecteren en handelen) Bachelorniveau
31
Studentenstatuut hbo-bacheloropleiding Journalistiek 2013-2014
9. In een team werken In de rol van Kunnen In het kader van Met het vermogen
Beginnend professional Samenwerken een redactionele omgeving daarbij oplossingsgericht te kunnen denken, handelen, communiceren en samenwerken. Nr. 8 Sociaal-communicatieve bekwaamheid (communiceren en samenwerking) Nr.9 Basis management bekwaamheid Bachelorniveau
Verbinding met Hbo kwalificaties
Niveau in Major
10. Bewust zijn van de eigen rol in een mediaorganisatie of als freelancer In de rol van Beginnend professional Kunnen Meedraaien In het kader van een redactionele omgeving Met het vermogen daarbij reflectief te kunnen denken en gedrag en handelingen hierop aan te passen Verbinding met Hbo kwalificaties Nr. 1. Brede professionalisering Nr. 11 Zelfsturing Niveau in Major Bachelorniveau
1.2.2.6 – Onderwijskundige context De Bacheloropleiding (240 EC) Journalistiek is georganiseerd in een structuur met een major en meerdere minors. De major bestaat uit 180 EC en is verplicht voor alle studenten. In het derde jaar kiest de student zijn uitstroomprofiel uit vier minors: Crossmediale journalistiek, RTVJournalistiek, Tijdschriftjournalistiek en Programmamaken. De Bacheloropleiding wordt gecompleteerd met 1 minor naar keuze van 30 EC. MAJOR UNIFORM
MINORDIFFERENTIATIE
M 1 30 EC Productie volgens gestandaardiseerd ontwerpproces van eenvoudige communicatiemiddelen binnen gegeven economische of maatschappelijke context.
m 1 30 EC Crossmediale Journalistiek
M 2 30 EC Productie volgens gestandaardiseerd ontwerpproces van eenvoudige communicatiemiddelen binnen gegeven economische of maatschappelijke context.
M 3 30 EC Productie volgens gestandaardiseerd
MINOREN
Productie volgens een oorspronkelijk ontwerpproces van complexe communicatiemiddelen.
m 1 30 EC RTV-Journalistiek Productie volgens een oorspronkelijk ontwerpproces van complexe communicatiemiddelen
m 1 30 EC Programmamaken Productie volgens een oorspronkelijk ontwerpproces van complexe communicatiemiddelen
m 1 30 EC Tijdschriftjournalistiek Productie volgens een oorspronkelijk ontwerpproces van
32
m 2 30 EC Een keuze uit de vier onderdelen van m 1 , plus de minoren: Storytelling, Onderzoeksjournalistiek, European News Online, Programme Making, Premaster, Ontwikkelingsjournalistiek en studie in het buitenland. Productie volgens een oorspronkelijk ontwerpproces van complexe communicatiemiddelen.
Studentenstatuut hbo-bacheloropleiding Journalistiek 2013-2014
ontwerpproces van meer complexe communicatiemiddelen die geplaatst worden binnen economische of maatschappelijke context.
complexe communicatiemiddelen
M 4 30 EC Productie volgens gestandaardiseerd ontwerpproces van meer complexe communicatiemiddelen die geplaatst worden binnen economische of maatschappelijke context.
M 6 30 EC (in overgang naar nieuw curriculum)
Afstudeerproductie en Onderzoeksproject (nieuw curriculum) Optioneel: Tweede stage en Praktijkgericht onderzoek (oud curriculum)
M 5 30 EC (in overgang naar nieuw curriculum) Stage, evt. met specialisatiemodule Verdieping praktijk in journalistieke of communicatieve beroepsomgeving, evt. in combinatie met inhoudelijke of journalistieke verdieping
1.2.2.7 – Competentiematrix In de competentiematrix van de opleiding is uitgewerkt in welk onderdeel van de opleiding (Major of minor) welke competenties uit het beroeps- en opleidingsprofiel op welk niveau worden afgerond. Deze matrix toont aan dat aan het einde van de opleiding alle competenties op bachelorniveau zijn behaald. Als voorbeeld: de competentie ‘1. Reflecteren’ wordt na jaar 1 afgerond op niveau 1, na jaar 2 afgerond op niveau 2 en na afloop van de stage (M6) afgerond op niveau 3. 1.2.3 - Inhoud van de opleiding
De opleiding Journalistiek en het Kenniscentrum Media willen kwalitatief hoogwaardig onderwijs bieden en een betekenisvolle partner zijn voor de beroepspraktijk, zoals in de Missie van de opleiding staat verwoord. Met het nieuwe curriculum zoals dat in jaar 1 en gedeeltelijk in jaar 4 wordt ingevoerd, wil de opleiding Journalistiek beter aansluiten op het snel veranderende werkveld en de eisen binnen het hbo-onderwijs. Journalisten moeten steeds vaker crossmediaal kunnen denken en werken. Zij moeten in staat zijn eigen nieuws te vinden, vertellen en verbeelden aan de hand van een variatie in vertelvormen. Ook een ondernemende houding is in de journalistiek steeds belangrijker. Daarnaast spelen creativiteit, analytisch en innovatief vermogen, maatschappelijke kennis, een grote taalvaardigheid, een onderzoekende houding en het kunnen reflecteren op de 33
Studentenstatuut hbo-bacheloropleiding Journalistiek 2013-2014
beroepspraktijk een belangrijke rol. Ook moet er in het nieuwe curriculum meer aandacht zijn voor de kwaliteit van het onderwijs, het uitdagen van studenten vanaf de start van de opleiding en een goede borging van het eindniveau. De opleiding wil bovenstaande uitgangspunten bereiken door een sterkere relatie te leggen met de beroepspraktijk. Daarnaast wordt crossmediale journalistiek gedurende de hele opleiding aangeboden en wordt er gewerkt aan meer integratie van de vakken in de propedeuse om hiermee het belang van maatschappelijke kennis duidelijk te maken. De opleiding Journalistiek laat de student in een vroeg stadium kennismaken met de beroepspraktijk en stemt gedurende de hele opleiding de leeromgeving zoveel mogelijk af op die praktijk. Dit gebeurt aan de hand van verschillende praktijkweken. In jaar 1 staat het kennismaken met de beroepspraktijk centraal. Dit gebeurt onder meer door het bezoeken van verschillende redacties, het organiseren van een beroependag en diverse gastcolleges. Deze lijn wordt in het nieuwe curriculum versterkt door in jaar 2 de praktijkweken te koppelen aan mensen uit de beroepspraktijk en te streven naar co-makership bij de specialiserende minors. Een verplichte studiereis geeft de student kans om kennis te maken met de internationale beroepspraktijk. In jaar 3 wordt de stage verlengd van 13 naar 20 weken en in jaar 4 zoekt de opleiding samenwerking met de beroepspraktijk bij de afstudeeropdrachten. Ook in de integrale leerlijn komt de beroepspraktijk nadrukkelijk aan bod. Als werkvorm wordt een journalistieke redactie ingevoerd, die even groot is als een cohort studenten. De redactie is onderverdeeld in aandachtsgebieden, waarin de maatschappijvakken vertegenwoordigd zijn. Alle studenten van de opleiding leveren bijdragen (content) voor een multimediaal portaal, dat regelmatig bijgehouden wordt. De journalistiekdocent bepaalt of bijdragen gepubliceerd mogen worden. Daarnaast bieden de praktijkweken inzicht in het onder druk produceren van verschillende soorten media: krant, tijdschrift, radio en televisie nieuws en achtergronden (fast en slow news). 1.2.4 - De relatie tussen de opleiding en het beroepenveld Er is sprake van een voortdurende wisselwerking tussen opleiding en beroepenveld. Deze wisselwerking komt op verschillende niveaus en wijzen tot stand:
via de werkveldcommissie (adviesraad); via docenten die tevens in het beroepenveld actief zijn; via gastdocenten uit het beroepenveld (structureel en incidenteel); via stages, onderzoeksprojecten en afstudeerproducties van studenten; via het Kenniscentrum Media; via de aanstelling van journalistieke professionals als Special Lecturers van de opleiding; door middel van studiedagen en excursies; door middel van beroepen- en praktijkdagen; door middel van een alumnibeleid met actieve terugkoppeling en kruisbestuiving.
Het onderwijs is georganiseerd rond praktijkweken/practica waarin geregeld vertegenwoordigers van de beroepspraktijk zijn betrokken, bijvoorbeeld als gasteindredacteur of voor het 34
Studentenstatuut hbo-bacheloropleiding Journalistiek 2013-2014
geven van workshops. Een belangrijke rol is weggelegd voor stages, waarop studenten zich voorbereiden met onderwijsmodulen die nauw aansluiten bij ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. Door deze modulen parallel aan te bieden en daarin dwarsverbanden aan te brengen, draagt de opleiding bij aan integratie van kennis en vaardigheden. Vanuit het practicum of vanuit studieloopbaanbegeleiding zijn als een rode draad opdrachten door het curriculum geweven. Ze dagen studenten uit om zelf contacten met het beroepenveld te leggen om zo de beroepspraktijk ook van binnenuit te leren kennen. In jaar 1 zijn deze opdrachten gericht op een eerste oriëntatie op de beroepspraktijk. Studenten maken kennis met de praktijk middels een aantal bedrijfsbezoeken (rtv, printmedia etc.), interviews en een beroependag. In jaar 2 ligt de focus op beroepsspecifieke oriëntatie. Ter voorbereiding op de keuze voor een differentiatie in het derde jaar werken studenten aan gerichte opdrachten en bedrijfsbezoeken. In jaar 3 ligt de nadruk van de praktijkoriëntatie op de voorbereiding van de stage. In het moduul praktijkvoorbereiding krijgen ze ondersteuning bij het kiezen van en solliciteren naar een stageplek middels onder meer gastlessen, colleges en workshops op maat. Daarnaast maken zij in dit moduul kennis met de facetten van het freelancebestaan, dat binnen de beroeps-praktijk steeds vaker gebruikelijk is. 1.3 INRICHTING VAN HET ONDERWIJS 1.3.1 – Inrichting van de opleiding Onder hoofdstuk A van dit document is in paragraaf 5 de vorm van de opleiding inzichtelijk gemaakt en is beschreven hoe de deeltijdopleiding zich verhoudt tot de voltijd. Schematisch ziet dit er zo uit:
Schema VTO (inclusief studiepuntentabel7) JAAR 1 (Nieuw curriculum) EERSTE SEMESTER EERSTE JAAR – Leren het nieuws herkennen en verwerken Major 1.1 Integrale leerlijn Conceptuele leerlijn Vaardigheden leerlijn
Studieloopbaan
Neus voor nieuws Journalistiek Politiek Economie Taalbeheersing Onderzoek Crossmediale vaardigheden
Major 1.2 EC 3 2 2 2 2 2 1
Cont. Neus voor nieuws Journalistiek Sociaal-culturele ontw CW Taalbeheersing Engels Crossmediale vaardigheden
EC 3 2 2 2 2 2 1
SLB
1
SLB
1
TOTAAL
15
TOTAAL
15
7
Cont.
Een gedetailleerde weergave van de studiepunten in de voltijd en de versnelde route (theoretische leerweg) is te vinden in deze lijst. 35
Studentenstatuut hbo-bacheloropleiding Journalistiek 2013-2014
Cursief = alternerend
TWEEDE SEMESTER EERSTE JAAR – het nieuws meerwaarde geven door er zelf verslag van te doen Major 2.1 Integrale leerlijn Conceptuele leerlijn Vaardigheden leerlijn
Studieloopbaan
Major 2.2 EC 3 2 2 2 2 2
Bovenop het nieuws Journalistiek Politiek Economie Taalbeheersing Onderzoek
Cont. Bovenop het nieuws Journalistiek Sociaal-culturele ontw CW Taalbeheersing Engels
EC 3 2 2 2 2 2
Crossmediale vaardigheden
1
Crossmediale vaardigheden
1
SLB
1
SLB
1
15
TOTAAL
15
TOTAAL Cursief = alternerend
Cont.
Jaar 2 t/m 4 (huidig curriculum) Semester 1
Semester 2
Jaar 2
Blok 2A
Blok 2B
Journalistiek: Interview Taalbeheersing: Mondelinge Taalvaardigheid Engels: Mondelinge Taalvaardigheid Politiek: Nat. Politiek in Europees perspectief
12
Economie - Buitenland
4 2
Jaar 4
Jaar 3
SLB
Minordifferentiatie*: Crossmediale Journalistiek (CMJ) of RTV-journalistiek (RTV) of Tijdschriftjournalistiek of Programmamaken
Stage (20 weken)
Optie: Stage (13 weken) 30
en:
4 4 4
30
20
Journalistiek: Context Taalbeheersing: Argumenteren
12
Engels: leesvaardigheid Cultuur (SCO)
4
Onderzoek
4 2
SLB Keuzeminor Ontwikkelingsjournalistiek of Onderzoeksjournalistiek** of Storytelling/Verhalen** of Buitenlandstudie of European News** of Premaster of Programmamaken (Engels)** of CMJ** of RTV** of Programmamaken** of Vrije ruimte1 24 Optie: Tweede stage (13 Afstudeerproductie weken) en:
36
4
4
30
20
Studentenstatuut hbo-bacheloropleiding Journalistiek 2013-2014
en:
Specialisatiemoduul***
10
Onderzoeksproject 6
Praktijkgericht Onderzoek
10
* De differentiatie is inclusief een moduul Communicatiewetenschappen/Onderzoek (4EC) ** Deze keuzeminoren zijn inclusief een moduul Praktijkvoorbereiding (4EC). *** De aangeboden specialisatiemodulen zijn: Fotojournalistiek, Vormgeving, Datajournalistiek, Religie en Filosofie, Masterclass Interviewen, Jeugd-tv, Geschiedenis van de Actualiteit, Sport, Media & Samenleving.
37
Studentenstatuut hbo-bacheloropleiding Journalistiek 2013-2014
Schema Deeltijd (inclusief studiepuntentabel8)
Jaar 3
Jaar 2
Semester 1
Semester 2
Blok 2A1
ec
Blok 2A2
ec
Blok 2B1
ec
Blok 2B2
ec
Interview SLB Mondelinge taalvaardigheid
5 1
Interview SLB Com. Wet.: Kwaliteit v.d. Media Onderzoek: Bronnen
5 1
Context SLB Argumenteren
5 1
Context SLB Com. Wet.: Ethiek Media
5 1
4
4
Onderzoek: Bronnen
4
Blok 3A1
ec
Blok 3A2
ec
Crossmediale Journalistiek
10
Crossmediale Journalistiek
10
Publieke Opinie & Agendasetting Blok 4A1
Framing 5
ec 10 5
5
Blok 4A2
Stage en Onderzoek
Jaar 4
Stage en Onderzoek
4
ec 10 5
4
Cultuur (SCO) Blok 3B1
Onderzoeksjournalistiek of Storytelling Democratie en Burgerschap of Multiculturaliteit Blok 4B1
4 ec 10
5
ec
Cultuur (SCO) Blok 3B2
Onderzoeksjournalistiek of Storytelling Democratie en Burgerschap of Multiculturaliteit Blok 4B2
Keuzeminor 1
Keuzeminor 2
Onderzoeksjournalistiek of Storytelling en Democratie & Burgerschap of Multiculturalisme of Vrije Ruimte
Onderzoeksjournalistiek of Storytelling en Democratie & Burgerschap of Multiculturalisme of Vrije Ruimte
15
4
Blok 2B2
ec
Practicum week
4
4 ec 10
5
ec
15
Schema Theoretische Leerroute (Inclusief studiepuntentabel9)
Jaar 3
Semester 1
Semester 2
Premaster of Differentiatie*: CMJ, RTV, Tijdschriftjournalistiek of Programmamaken
30
Specialisatiemoduul**
10
Stage (13 weken)
20
Specialisatiemoduul**
10
Onderzoek
10
* De differentiatie is inclusief een onderzoeksmoduul (4EC) ** De aangeboden specialisatiemodulen zijn: Fotojournalistiek, Vormgeving, Datajournalistiek, Religie en Filosofie, Masterclass Interviewen, Jeugd-tv, Geschiedenis van de Actualiteit, Sport, Media & Samenleving.
8
Een gedetailleerde weergave van de studiepunten in de deeltijdvariant van de opleiding Journalistiek is te vinden in deze lijst. 9 Een gedetailleerde weergave van de studiepunten in de voltijd en de versnelde route (theoretische leerweg) is te vinden in deze lijst. 38
Studentenstatuut hbo-bacheloropleiding Journalistiek 2013-2014
1.3.2 - Overzicht informatie major, minors en onderwijseenheden In deze studiegids VT/DT is een gedetailleerd overzicht te vinden van de majors en de minors voor alle opleidingsvarianten. Deze informatie is afkomstig uit Educator, waarin de onderwijscatalogus van de opleiding Journalistiek is ondergebracht. 1.3.3. – Bijzondere leerwegen De opleiding kent twee aangepaste leerwegen. Zie artikel 2.7 van de Onderwijs- en Examenregeling. Studenten met een score van een 7,2 gemiddeld in de propedeuse, kunnen in jaar twee instromen in een Windesheimbreed honours programma. Studenten die belangstelling hebben voor dit programma, kunnen een mailbericht sturen naar
[email protected] Studenten met een afgeronde VWO-vooropleiding hebben de mogelijkheid om een verrijkt programma te volgen. Dit opleidingsoverstijgend programma dat in het Engels wordt aangeboden biedt een duidelijke meerwaarde op het CV van de student. De thema’s die aan de orde komen hebben een hoog actualiteitsgehalte en zijn interessant voor alle studenten van het domein BMR. Tijdens het programma komen thema’s op het gebied van Globalisation aan de orde. Het VWO-programma wordt aangeboden naast het reguliere programma in de propedeuse en het eerste semester van het tweede jaar. Het VWO-programma heeft een omvang van 30 credits (n.l. drie semesters van 10 EC). Het VWO-programma wordt aangeboden op gevorderd niveau en kan (afhankelijk van de routes binnen de opleiding) de mogelijkheid tot versnelling van de studie bieden van een half jaar. 1.3.4 - Accreditatie De accreditatie van de opleiding Journalistiek is in april 2012 verlengd tot en met 31 december 2013. 1.3.5 – Excursies Tweede- en derdejaars studenten voltijd en deeltijd kunnen zich inschrijven voor een mediaexcursie naar een van de volgende steden: New York, Londen of Berlijn. Deze reizen vinden uitsluitend doorgang bij voldoende deelname.
39