Inleiding Kent u dat? De wereld van de klassieke muziek in willen stappen, maar u weet niet waar te beginnen? Voor de volgeladen bakken van de klassieke platenzaak of fonotheek gestaan en tureluurs geworden van het verpletterende aanbod? En verward en wanhopig deze onbekende jungle maar weer verlaten en thuis weer je favoriete pop- of jazzplaat gedraaid? De Centrale Discotheek Rotterdam heeft zich het lot van deze zoekers naar de klassieke muziekliefde aangetrokken. Vier vakmensen van de Centrale Discotheek hebben twaalf hoogtepunten uit het bijna eindeloze klassieke repertoire uitgekozen. In eenvoudige woorden stellen zij enkele genieën en hun meesterwerken aan u voor: componisten als Bach, Mozart of Beethoven.
Bach: Cantate Ich habe genug Tegenwoordig is hij populairder dan ooit: Johann Sebastian Bach. Maar tijdens zijn leven stond hij slechts op de zevende plaats van de top-tien van Duitse componisten. Hij werd geroemd als de grote voltooier van de Duitse orgelkunst. Maar geen componist van de jongere generatie zette die traditie voort. Zo waren Bachs zonen de pioniers van een nieuwe stijl die vooruitwees naar Haydn, Mozart en Beethoven. Bachs tijd leek voorbij. Toch was hij wel degelijk een vernieuwer geweest Al in zijn jeugd had hij Franse muziek leren kennen en imiteren. Dat was dankzij de hertog van Celle, een vurige fan van de Franse smaak en de pracht en praal van Versailles. Bach had nog maar amper zijn eerste baantje als organist in Arnstadt, of hij toog voor nieuwe indrukken naar Lübeck. Zijn doel: de fameuze componist Buxtehude, een van de reuzen van het Noordduitse orgelspel. Later raakte Bach in de ban van de extravagante muziek van de Italiaanse priester Vivaldi. Hij bewerkte diens heftige concerten voor klavecimbel en orgel. Al deze stijlen vermengde Bach als een moderne kosmopoliet in zijn eigen werken. Zijn muziek was echter te briljant en complex voor de smaak van zijn tijd. Eenvoud en elegantie waren destijds de modewoorden. Bachs muziek werd vergeten en pas na de pruikentijd weer onder het stof vandaan gehaald. Ondertussen was er wel veel verloren gegaan. Van Bach zijn zo'n 200 kerkelijke cantate's bewaard gebleven, maar het moeten er veel meer zijn geweest. De meeste cantates schreef Bach in Leipzig. Als cantor van de Thomaskerk verzorgde hij de muziek in de kerken van de stad en het muziekonderwijs aan de Thomasschool. Met de beste studenten voerde Bach op zon- en feestdagen zijn cantates uit. Sommige daarvan zijn feestelijk, met uitbundige openingskoren en virtuoze aria's. Andere zijn intiemer, zoals de cantates met slechts één zangstem. Een geliefd voorbeeld is Ich Habe Genug, Bachs ontroerende portret van de bijbelse figuur Simeon. Deze weet dat zijn levensverwachting is vervuld wanneer hij in de tempel het kindje Jezus aanschouwt. De oude grijsaard ziet zijn levenseinde dan ook met vreugde tegemoet. Als een wiegenlied van de dood klinkt de aria 'Schlummert Ein, Ihr Matten Augen, Fallet Sanft Und Selig Zu!'. De cantate eindigt met een loflied 'Ich Freue Mich Auf Meinen Tod'. Deze tekst komt ons misschien bizar voor, maar was volgens de vroomheid van Bachs dagen volstrekt vanzelfsprekend.
2
Händel: Messiah Een schandaal! Al maanden had het operapubliek zich misdragen met gefluit en boegeroep. Maar dit was ongehoord. Luid aangemoedigd door het publiek waren twee rivaliserende primadonna's, elkaar op het toneel in de haren gevlogen. Voor de ogen van de prinses van Wales nota bene. Veel edellieden begonnen zich af te vragen of zij nog wel langer sponsor wilden blijven van dergelijke voorstellingen van Italiaanse opera's. Hun geld kwam immers in de handen van die onfatsoenlijke, egocentrische, ijdele, maar aanbeden castraten en primadonna's, die met hun schitterende kostuums de mode van het komende seizoen konden bepalen. Ook de componist Händel had problemen met de zangers. Toen zangeres Cuzzoni weigerde een aria van hem te zingen, werd hij zo razend dat hij haar buiten het raam hing en dreigde haar te laten vallen. Vanwege zijn gevoel voor humor vergaven de omstanders hem zijn tactloze optreden. Zo niet Cuzzoni. Samen met een paar andere sterzangers stapte zij later over naar Händels concurrent. Maar de Italiaanse opera was sowieso ten dode opgeschreven. Het publiek kwam niet meer opdraven voor een avondje zang in een vreemde taal en sponsors trokken zich terug. Toch bleef Händel koppig doorwerken aan nieuwe opera's en raakte daardoor bijna failliet. Pas bij het succes van zijn oratorium Messiah (1741) begreep Händel dat dit het genre van de toekomst was. Händels oratoria leken sterk op zijn opera's: dezelfde prachtige aria's met lange, lyrische melodieën. Daarbij had het oratorium niet de reputatie van onfatsoenlijkheid van de opera: een belangrijk pluspunt voor de Puriteinse middenklasse, Händels nieuwe publiek. Oratoria konden ze tenminste begrijpen. De verhalen uit de bijbel waren bekend en de taal was Engels. Bovendien was in dit genre een hoofdrol weggelegd voor het koor, wat beantwoordde aan het gevoel van burgerlijke gemeenschapszin. De Messiah werd jaarlijks door Händel uitgevoerd tijdens liefdadigheidsconcerten voor een weeshuis. Na zijn dood werd de traditie voortgezet. Zo bezorgde dit oratorium hem onsterfelijke populariteit: Halleluja!
3
Haydn: Symfonie nr 45 Abschied Wie vanuit Wenen ongeveer zeventig kilometer naar het zuidoosten reist, stuit aan de grens tussen Oostenrijk en Hongarije op het meer van Neusiedler. Aan een van de uithoeken van dat meer ligt het betoverende slot Esterháza, dat de rijke Hongaarse vorst Nikolaus I Esterházy halverwege de 18de eeuw liet bouwen. 's Zomers trok vorst Nikolaus vanuit zijn winterverblijf in het Oostenrijkse Eisenstadt met zijn hele hofhouding naar dit nieuwe paleis. Het was omgeven door tuinen en reusachtige parken. Het geheel vormde zo'n doolhof dat er bij feesten plattegronden van het complex moesten worden uitgedeeld, zodat de gasten hun weg terug konden vinden. Hier woonde en werkte de componist Joseph Haydn tussen 1766 en 1790. Hij was er hofkapelmeester, dirigent van het hoforkest, en componist van kerkmuziek, van opera's, symfonieën, concerten, en kamermuziek. Wie naar de operavoorstellingen ging luisterde daar vaak naar Haydns opera's en zag hem vanachter het klavecimbel het geheel dirigeren. Was men van de partij op een groots feest in het paleis, dan luisterde de gast onder het tafelen opnieuw naar muziek van Haydn. Hij dirigeerde zijn orkest van een man of twintig in een divertimento, een symfonie of een concert. En bij de uitvoeringen in de intieme muzieksalon klonk weer muziek van Haydn: sonates, trio's en strijkkwartetten. Vaak was daar maar een luisteraar: vorst Nikolaus. De muzikanten van de hofkapel, in die tijd allemaal mannen, woonden op het landgoed Esterháza, maar zonder hun vrouwen. Die waren achtergebleven in Eisenstadt, het winterverblijf. Gedurende de hele zomer dat vorst Esterházy in zijn slot verbleef, moesten de muzikanten paraat zijn en zagen zij dus maandenlang hun vrouwen niet. Pas wanneer de vorst zou vertrekken, zouden de kwijnende, vaak nog jonge muzikanten hun vrouwen kunnen weerzien. Zij riepen voor dit nijpende probleem de hulp van Haydn in. Die componeerde daarom zijn Abschiedssinfonie om vorst Nikolaus te bewegen eerder te vertrekken. Deze symfonie is voor Haydns tijd heftig, duister, mineur, melancholiek en opstandig tegelijk . In het laatste deel van deze symfonie liet Haydn de ene na de andere muzikant zijn partij uitspelen, zijn kaars uitblazen en met zijn instrument onder de arm weglopen, tot er niemand meer over was, behalve Nikolaus zelf. Het 'afscheidseffect' in de symfonie had het gewenste effect: de vorst vertrok de volgende ochtend.
4
Mozart: Die Zauberflöte Waarom behoort Wolfgang Amadeus Mozart tot de grootste componisten aller tijden? Omdat híj een meester was in alle genres, en andere componisten slechts in een paar. Daarbij is Mozarts levensverhaal zo bijzonder en avontuurlijk, dat hij een legende is geworden. Mozart was een wonderkind. Vader Leopold liet hem overal in Europa optreden. De jongen speelde op het klavecimbel voor koningen en werd vertroeteld door adellijke dames. Zijn vader prentte hem altijd in om de adel met respect te behandelen, maar musici te wantrouwen. De achterdochtige Leopold zag achter iedere afwijzing van het hof een intrige van jaloerse collega's. Misschien dat Mozart zich daarom later ronduit arrogant gedroeg tegenover collega's die hij niet zo bijzonder vond. Hij was zich zeer bewust van zijn kwaliteiten en verwachtte daarvoor ook de erkenning. Dat leidde onvermijdelijk tot grote teleurstellingen. Veel vorsten waren immers niet gediend van deze eigenzinnige musicus, die met hen leek om te willen gaan als hun gelijke. Daarom verkreeg Mozart pas laat een bescheiden positie aan het Weense hof, na lang lobbyen en smeken. In 1784 was Mozart lid geworden van de broederschap der vrijmetselaars, een geheime orde die geloofde dat de mensen onderling gelijk waren en van nature goed. Uiteindelijk zou er een soort van aards paradijs ontstaan waar iedereen solidair was met elkaar. De vrijmetselaars kwamen bijeen in loges, die in de 18de eeuw overal in Europa verspreid waren. Tot de leden behoorden edelen en beroemde wetenschappers. Hoewel het hier om rationele mensen ging, was de orde doordrenkt van geheimzinnigheid en mystiek. Zij hadden hun eigen rituelen, symbolen en geheimtaal, waardoor zij elkaar konden herkennen. Tot de Weense vrijmetselaars behoorde ook Mozarts kameraad Emanuel Schikaneder. Hij was directeur van het Weense volkstheater en schreef de tekst van Mozarts Zauberflöte. Deze opera werd voor het eerst opgevoerd in Schikaneders volkstheater in 1791 en werd gebracht als een exotisch volkssprookje met kluchtige elementen. Maar achter deze uiterlijke schijn gaat een serieuze ondertoon schuil, met daarin het gedachtegoed van de vrijmetselaars. Licht staat tegenover Duisternis, de Rede tegenover Bijgeloof. Voor Richard Wagner betekende Die Zauberflöte het begin van de Duitse opera.
5
Beethoven: Sonate op 57 Appassionata In de zomer van 1804 maakte Beethoven een lange wandeling met zijn leerling Ferdinand Ries. Ries schreef daarover op: 'Onderweg had hij voortdurend in zichzelf lopen brommen, ja zelfs geloeid, steeds weer op en neer, zonder bepaalde tonen te zingen. Toen ik hem vroeg wat het was, zei hij, dat hem net het thema voor het laatste deel van zijn sonate te binnen was geschoten. ' 'Toen we in zijn kamer aankwamen, liep hij zonder zijn hoed af te nemen regelrecht naar de piano. Ikzelf ging in een hoek zitten, en Beethoven was me al gauw vergeten. Nu was hij zeker een uur lang met de zo prachtige Finale in de weer. Eindelijk stond hij op, was verbaasd mij nog te zien en zei: Ik kan je vandaag geen les geven, ik moet nog werken.' Het stuk dat Beethoven onder handen had, was de Pianosonate op.57 bijgenaamd Appassionata, wat 'De hartstochtelijke' betekent. Die bijnaam werd niet door Beethoven bedacht, maar door uitgever Crantz die in 1838 (dus elf jaar na Beethovens dood) het stuk publiceerde in een versie voor twee pianisten. Wie de sonate beluistert snapt hoe Crantz daarbij kwam. De eerste luisteraars waren sprakeloos over de kracht, energie en passie. Toen Beethoven het stuk voorspeelde aan zijn kameraad Anton Schindler en die vroeg wat het voorstelde, zei Beethoven kortaf: 'Lees maar The Tempest van Shakespeare.' Deze sonate schildert het bekendste beeld van Beethoven, namelijk dat van een held en strijder tegen de elementen en het noodlot, net zoals in de Vijfde Symfonie, de Noodlotssymfonie. Vanaf een afstand lijkt de Appassionata traditioneel. Ze bestaat uit drie delen, achtereenvolgens een snel, een langzaam en weer een snel deel. De twee snelle delen zijn doortrokken van een enorme onrust en stormachtigheid. Het langzame middendeel schort het beklemmende gevoel van wanhoop even op, maar dat is slechts tijdelijk. En ook de hectische finale brengt geen oplossing. Daar wordt een stortvloed van razendsnelle noten ontketend die zich nauwelijks laat temmen. In de Presto-Coda wordt de spanning nog eens extra opgevoerd. Maar dan is de sonate voorbij. Even plotseling als ze begon.
6