B lad
4
BIJLAGE Innovatie Fiscaal: continuïteit in beleid ook na 2015 Continuïteit in beleid is essentieel voor een stimulerend innovatie klimaat. Investeringsbeslissingen worden immers voor de langere termijn genomen. VNO-NCW en MKB-Nederland zijn daarom blij dat de fiscale innovatieregelingen (WBSO en RDA) ondanks de taakstellingen zo goed als ongewijzigd doorgezet worden in 2015. In 2016 staan er echter nog een forse bezuiniging ter grootte van 140 miljoen euro op deze instrumenten op de rol. We pleiten ervoor deze taakstelling terug te draaien en te zorgen dat er in 2016 geen verdere versobering plaatsvindt van het fiscale innovatie instrumentarium. Positief is het voornemen van het kabinet om de vormgeving van de RDA te verbeteren zodat ook verlieslijdende ondernemers en starters er gebruik van kunnen maken. De aanpassing van het instrument mag er niet toe leiden dat er effectief minder geld beschikbaar komt voor bedrijven. Wij maken ons daarbij ook zorgen over de resterende taakstelling van het kabinet om verspreid over 2016 en 2017 nog te komen tot een structurele versobering van het fiscale innovatie-instrumentarium van in totaal 167 miljoen euro. De voorgenomen integratie van de regelingen WBSO en RDA is wat ons betreft geen doel op zichzelf. Bij de vormgeving moet de continuïteit in regelingen en de (financiële) effecten voor de individuele onderneming voorop staan. Betere betrokkenheid midden- en kleinbedrijf bij het topsectorenbeleid Het topsectorenbeleid heeft dynamiek gebracht en de samenwerking tussen partijen uit de gouden driehoek versterkt. Er zijn talloze succesvolle voorbeelden van nieuwe PPS verbanden die door het topsectorenbeleid zijn opgezet mede door de TKI toeslag. Het is dan ook zaak hier krachtig mee door te gaan. Er dienen voldoende TKI middelen beschikbaar te zijn om de ambitie van succesvolle PPS te realiseren. Een van de aandachtspunten daarbij is de betrokkenheid van het midden- en kleinbedrijf. De MKB innovatieregeling topsectoren (MIT) is een uitermate succesvolle regeling. De regeling stimuleert vooral onderlinge R&D samenwerking tussen mkb bedrijven. Ook dit jaar is door het mkb voor weer ruim 140 miljoen aan projectvoorstellen ingediend, ondanks de verlaging van de percentages van de rijksbijdrage van 35 procent naar 25 procent In een aantal sectoren zoals de high tech is bovendien sprake van forse overtekening. Dit laat zien dat een verhoging van het budget wenselijk is. VNO-NCW en MKB-Nederland pleiten ervoor om het budget voor de MIT in 2015 te verdubbelen. Dat vraagt een gezamenlijke inspanning van rijk en regio.
B lad
5
IPC regeling: breng gevolgen afschaffing in kaart Vorig jaar is de IPC regeling, een regeling die innovatiesamenwerking in het brede mkb stimuleerde, geschrapt. VNO-NCW en MKB-Nederland vonden en vinden dit onwenselijk. De regeling maakte het mogelijk om, met zeer beperkte middelen (7 miljoen euro), innovatie te stimuleren in andere sectoren in de economie dan de topsectoren. Een IPC kan resulteren in een nieuw product, zoals onbrandbaar karton, een bouwpakket voor de ombouw van auto’s voor gehandicapten, of een nieuw concept voor containervervoer, en tot verbeteringen van processen. Uit de evaluatie van de IPC regeling (2010) gaf bijna 90 procent van de onderzochte bedrijven aan door deelname aan IPC meer aan innovatie te doen. De IPC kent een andere doelgroep dan de MIT regeling. Waar de MIT regeling zich primair richt op de koplopers in de topsectoren, daar richt de IPC zich op het meer technologievolgende mkb. Beide zijn belangrijk. VNO-NCW en MKB Nederland pleiten ervoor dat EZ een analyse verricht over de knelpunten rondom innovatie in het technologievolgend mkb en de mogelijke gevolgen van het wegvallen van de IPC voor deze doelgroep. Op basis daarvan kan dan bezien worden of doorstart van een breed mkb innovatie samenwerkingsinstrument wenselijk is. Een substantieel Toekomstfonds Het voorstel voor een Toekomstfonds, naar Noors voorbeeld gefinancierd met aardgasbaten, oogt qua opzet hoopvol. VNO-NCW en MKB-Nederland zien het vooral als een start. Op een aantal punten is verbetering en aanscherping nodig: Dit fonds moet een substantiële omvang krijgen. De huidige voeding is wat dit betreft zeer bescheiden en afhankelijk van gasbatenmeevallers.
In de uitvoering is de eis dat middelen uit de hoofdsom alleen in revolverende projecten – het geld moet één op één weer terug komen - mag worden gestoken een beperking voor sommige vormen van onderzoek. Deze eis sluit een belangrijk deel van de investeringen in de toekomst uit. Het kabinet erkent dit en koppelt het aan een aanvullende post op de rijksbegroting. Dit gaat echter om 12 miljoen pas vanaf 2018. VNO-NCW en MKB-Nederland pleiten ervoor dit in ieder geval naar voren te schuiven zodat wel gestart kan worden met concrete initiatieven.
Bij de besteding geeft de brief twee categorieën aan: grootschalige infrastructuur faciliteiten en risicovolle publiek-private samenwerking. VNO-NCW en MKBNederland pleiten ervoor ook ruimte te bieden aan private initiatieven zoals ontwikkeld in het kader van smart industry of pilotachtige faciliteiten (proeffabrieken) voor de (maak)industrie.
B lad
6
Het is verder van belang de lessen van het vroegere FES te betrekken bij de vormgeving van de besteding. Uit de evaluatie van de commissie Meijerink van de FES procedures valt bijvoorbeeld de les te trekken dat besteding geen zaak moet zijn van spending departments waarbij te veel zaken als investering worden gekwalificeerd. Dat levert teveel hobby horses van de overheid op en maakt het proces erg intransparant. VNO-NCW en MKB-Nederland pleiten ervoor de vormgeving van het fonds veel meer publiek-privaat vorm te geven.
Financiering Bedrijven in Nederland financieren zich vooral via banken. Dat geldt vooral voor het midden- en kleinbedrijf. Het is essentieel om ook andere financieringskanalen aan te boren voor investeringen in Nederland. Daarbij biedt het verbreden van de mogelijkheden om meer risicodragend kapitaal aan te kunnen trekken financiële veerkracht aan ondernemingen en zekerheid voor het aantrekken van vreemd vermogen. Alternatieve aanbieders zijn in opkomst, maar tot nu toe zijn er geen initiatieven die al een substantieel marktaandeel hebben. Aanbod en vraag weten elkaar nog onvoldoende te vinden. De transitie naar een nieuw financieringsaanbod en – markt kent belemmeringen. Een snelle uitrol van de garantieverlening op achtergestelde leningen is noodzakelijk om het aanbod van achtergestelde leningen op poten te krijgen. Met het aanvullend financieringspakket dat het kabinet in juni presenteerde zijn goede stappen gezet. VNO-NCW en MKB-Nederland bepleiten een voortvarende uitvoering daarvan langs de volgende lijnen:
De Nederlandse Investeringsinstelling moet het platform worden, waar nieuw financieringsaanbod voor het bedrijfsleven samenkomt en verder vorm krijgt. Daarbij hoort ook securitisatie en het ontwikkelen van een infrastructuur om de kredietwaardigheid van mkb-bedrijven op een transparante manier in beeld te brengen. Volgens VNO-NCW en MKB-Nederland kan zo de drempel voor veel (nieuwe) investeerders op de Nederlandse financieringsmarkt worden weggenomen.
Het verbeteren van de transparantie over de kredietwaardigheid van mkb ondernemingen is voorwaarde voor verbreding en verdieping van de markt. Deze transparantie maakt externe ratings van bedrijven mogelijk waardoor de beoordelingskosten voor (nieuwe) financiering kunnen dalen en meer aanbieders van financiering zich op de markt zullen begeven. We bepleiten dat de al ontwikkelde Standaard Bedrijfsrapportage/XBRL (SBR) de basis gaat vormen. Ondernemers blijven hiermee aan het stuur. Zij bepalen welke informatie wie krijgt.
Parallel aan de ontwikkeling van de NII moet worden ingezet op een voortvarende uitrol van het in de markt zetten van fondsen die achtergesteld vermogen beschikbaar stellen aan het mkb. Ondernemers kunnen weer bancair financierbaar worden als zij hun eigen vermogen aansterken. Wij achten het van groot belang dat
B lad
7
met het ondersteunen van deze fondsen (via garanties) niet wordt gewacht op de NII maar nu al wordt gestart.
De garantieregelingen, zoals de BMKB, zijn belangrijk voor het op gang houden van bancaire kredietverlening. Tijdens de crisisjaren 2009-2013 is er voor 8 miljard aan kredietverlening mee mogelijk gemaakt. Wij hechten veel waarde aan deze – voor ondernemers – belangrijke regelingen. De regelingen zijn nu zo ingericht dat zij procyclisch werken. Bij economische voorspoed is het gebruik hoog omdat ondernemers meer investeren. Bij economische tegenwind daalt het gebruik snel. Momenteel zien we dat voor 1 miljard aan garantieruimte niet wordt benut. Ondernemers zoeken naar werkkapitaal, waar de BMKB niet op is ingericht. Wij bepleiten dat de BMKB zo aangepast wordt dat deze breder kan worden benut, waarbij ook de mogelijkheid om werkkapitaal eronder te brengen moet worden onderzocht.
De verhoging van de limiet van Qredits komt tegemoet aan de behoefte van starters en kleine ondernemingen naar financiering. De verhoging naar 150.000 euro was al een goede stap. Met de aankondiging in juli dat de limiet wordt opgetrokken naar 250.000 euro kan nog een grotere doelgroep worden bereikt. Tot op heden is deze verhoging niet gerealiseerd.
VNO-NCW, MKB-Nederland en de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) hebben gezamenlijk de Ondernemerskredietdesk opgericht. Op deze website worden ondernemers wegwijs gemaakt in het snel veranderende financieringslandschap. Het netwerk aan hulp (ondernemersklankbord), financiers (kredietunies, qredits etc.) en branches wordt via de website ontsloten voor ondernemers. Wij hebben de ambitie om van deze website de financiële ANWB voor ondernemers te maken. Wij bepleiten ook een koppeling aan het Ondernemersplein en RVO teneinde ook de overheidsinstrumenten ruimere bekendheid te geven.
Regeldrukvermindering VNO-NCW en MKB-Nederland zijn bezorgd over de realisatie van de beoogde regeldrukvermindering. Tot april 2014 heeft het kabinet volgens eigen berekeningen nog maar 800 miljoen euro regeldrukvermindering gerealiseerd van de voorgenomen 2,5 miljard euro in 2017. Wel zijn er plannen die optellen tot 2,2 miljard euro. Minister Kamp is verantwoordelijk voor de regeldrukvermindering, terwijl regels veelal afkomstig zijn van andere departementen. De doelstelling van 2,5 miljard euro zelf is niet uitgesplitst per departement. In het verleden is op effectieve wijze regeldruk verminderd, door net als bij de begroting, per ministerie een kwantitatieve regeldruktaakstelling neer te leggen. Het kabinet heeft een netto-doelstelling. Wanneer een ministerie extra regelgevingslasten veroorzaakt, moet dat gecompenseerd worden. Op die extra regelgevingslasten is op dit moment weinig zicht.
B lad
8
Om de ambitieuze doelstelling van vermindering van regeldruk te behalen bepleiten VNO-NCW en MKB-Nederland de volgende acties: In kaart brengen van de extra regeldruk, die veroorzaakt wordt door nieuwe regelgeving in deze kabinetsperiode, tot nu toe en verwacht naar de toekomst. De omvang van deze extra regeldruk moet onafhankelijk bepaald worden door de regeldrukwaakhond Actal. Zo schakelen we het risico uit dat ministeries de extra regeldruk van nieuwe wetgeving onderschatten, en de voorgenomen vermindering van regeldruk overschatten om zo makkelijker de netto doelstelling te kunnen realiseren.
Invoeren van een kwantitatieve regeldrukdoelstelling per departement en een duidelijk tijdpad waarlangs de werkelijke regeldrukvermindering zal plaatsvinden in 2015, 2016 en 2017.
Toezicht Het kabinet zet in op minder toezichtlasten voor bedrijven. Naast de acties die volgen uit de genoemde Toezichttop, wil het kabinet dat doen door de introductie van regelhulpen en het Ondernemingsdossier. Met regelhulpen weten vooral mkbondernemers beter wat van hen verwacht wordt (zij lezen het Staatsblad niet), wat een positief effect heeft op de naleving. Via het Ondernemingsdossier kan eenvoudiger informatie-uitwisseling plaatsvinden tussen ondernemers en toezichthouders. Probleem is dat er op dit moment nog weinig regelhulpen beschikbaar zijn. De overheid zou, net als de invulmodule voor inkomstenbelasting van de Belastingdienst, veel actiever regelhulpen kunnen ontwikkelen. VNO-NCW en MKB-Nederland bepleiten dat in 2015 elk departement vijf branche overstijgende regelhulpen maakt, voor die onderwerpen die het meest complex zijn voor kleine en middelgrote ondernemers. Het kabinet wil in de logistieke sector gaan toewerken naar één controlemoment om de efficiency van de logistieke keten te vergroten. De Douane, ILT en nVWA gaan op één moment samen inspecteren. Wij menen dat verdergaande samenwerking tussen toezichthouders ook gerealiseerd moet worden in de chemische sector (toezicht op veiligheid door één toezichthouder, in plaats van ILT, RUD en Veiligheidsregio) en in andere sectoren met veel toezichthouders, zoals de horeca. Aanbestedingsbeleid De nieuwe Aanbestedingswet is in april 2013 in werking getreden en bevat verschillende bepalingen, die het makkelijker moeten maken voor mkb-ondernemers om mee te dingen naar overheidsopdrachten (opdrachten niet samenvoegen, verbod op omzeteisen, de gids proportionaliteit). Ondanks deze positieve aanpassingen, blijven mkb-ondernemers in de praktijk aanlopen tegen belangrijke belemmeringen bij overheidsopdrachten. Ten eerste stellen steeds meer overheden automatisch “social return” eisen bij de aanbesteding, als vast percentage van de opdracht, zonder na te gaan of de opdracht zich daarvoor leent. Gekwalificeerde mensen moeten plaats maken, of zelfs
B lad
9
ontslagen worden, als je al mensen kunt vinden met een afstand tot de arbeidsmarkt die opdracht kunnen uitvoeren. Daarnaast leidt social return niet tot méér werk, maar alleen tot verschuiving van mensen. VNO-NCW en MKB-Nederland bepleiten daarom een uitfasering van het instrument social return bij uitvoering van de afspraken in het Sociaal Akkoord, waarbij werkgevers zich hebben verplicht tot het realiseren van 100.000 banen voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt.
Een tweede probleem is de enorme hoeveelheid aan certificeringen die overheden vragen aan bedrijven. Dat leidt tot sterke verhoging van de administratieve lasten, zoals recentelijk ook Actal constateerde. De ondernemingsorganisaties vragen om in de evaluatie van de Aanbestedingswet uitdrukkelijk deze zorgpunten van het mkb te onderzoeken, en oplossingen voor te stellen om de toegang tot overheidsopdrachten te vergemakkelijken.
Bij de inwerkingtreding van de Aanbestedingswet is een Commissie van Aanbestedingsexperts gestart, zodat op laagdrempelige wijze geschillen beslecht kunnen worden tussen ondernemers en aanbestedende diensten. De praktijk laat zien dat de Commissie zeer nuttig werk doet, en kwalitatief goede oordelen geeft, die wanneer getoetst door de rechter blijven staan. De Commissie biedt vooral toegevoegde waarde wanneer de aanbestedingsprocedure zelf nog loopt, zodat voorkomen wordt dat een uitspraak pas komt wanneer de opdracht al is verleend. Probleem is echter de beperkte en gefragmenteerde capaciteit van de Commissie van Aanbestedingsexperts, waardoor snelle en zorgvuldige behandeling van klachten in het gedrang komt. Uitbreiding van de capaciteit is naar onze mening nodig om te voorzien in zowel zorgvuldige als snelle behandeling van klachten, zodat deze zoveel mogelijk tijdens aanbestedingsprocedures afgehandeld kunnen worden.
Boete-maxima ACM Het kabinet stelt voor de boete-maxima voor ACM te verhogen. Doel is de afschrikwekkende werking van de mededingingswet te verhogen, wat moet leiden tot meer concurrentie. VNO-NCW en MKB-Nederland zijn ook voorstander van meer concurrentie, maar zien niet in welk probleem nu wordt opgelost. Er is geen sprake van een toename van overtredingen van de mededingingswet. Daarnaast is het voorstel niet proportioneel en loopt het internationaal uit de pas. De Europese Commissie staat bekend als strenge toezichthouder, maar het kabinet meent dat de ACM boetes moet kunnen uitdelen die tot acht (!) keer hoger liggen. Het wetsvoorstel is niet nodig, en lijkt vooral symboolwetgeving. Het kabinetsvoorstel is bovendien inconsistent. De maximumboete wordt gekoppeld aan de duur van de overtreding zodat de boete samenhangt met de werkelijke economische schade. Een overtreding van vier jaar, leidt tot een vier keer hogere boete. Het wettelijk boetemaximum blijft echter gelden voor de gehele omzet van een bedrijf, en is niet
B lad
10
beperkt tot de omzet waarover daadwerkelijk kartelafspraken zijn gemaakt. Dat leidt tot de vreemde uitkomst dat bijvoorbeeld een bedrijf dat verf én kwasten maakt een hoger wettelijk boete-maximum heeft dan een bedrijf dat alleen verf maakt, indien in de markt voor verfproducten kartelafspraken zouden worden gemaakt. Dat is niet uit te leggen en benadeelt bedrijven die verschillende soorten activiteiten of divisies hebben. VNO-NCW en MKB-Nederland bepleiten daarom dat het wettelijk boetemaximum van ACM gekoppeld wordt aan de betrokken omzet, in plaats van de omzet van een geheel concern. Garantietermijn consumentenrecht Het kabinet pleit op Europees niveau voor het creëren van één digitale interne markt. Hierbij zet het onder meer in op het makkelijker maken van grensoverschrijdende ecommerce, samen met gelijkgezinde lidstaten. Dit kan door verdere harmonisering van consumentenrechten. VNO-NCW en MKB-Nederland zijn positief dat het kabinet zich inzet om grensoverschrijdende e-commerce makkelijker te maken door verdere harmonisering van consumentenrechten. Wij bepleiten wel concrete stappen te zetten om te komen tot een meer uniforme Europese garantietermijn, door de huidige nationale regeling beter af te stemmen op die van omringende landen. Dienstverlening Kamer van Koophandel Het kabinet werkt aan een prestatie dashboard, waarmee in de toekomst de prestaties van de Kamer van Koophandel gemeten kunnen worden. De nieuwe Kamer van Koophandel levert dienstverlening aan bedrijven op het vlak van starten, internationalisering, zzp-ers, financiering etc. Vaak is echter onduidelijk hoe deze publieke dienstverlening zich verhoudt tot het aanbod van private partijen: consultants, ondernemersorganisaties etc. Eén van de onderdelen van dit dashboard zou daarom antwoord moeten geven op de vraag of de Kamer van Koophandel zich niet begeeft op het vlak van private dienstverlening, zodat oneerlijke concurrentie voorkomen kan worden. Daarom moet in het dashboard van de Kamer van Koophandel een indicator komen, waarmee permanent in beeld wordt gebracht of de dienstverlening van de KvK complementair is aan dat van private organisaties en er geen ongewenste overlap plaatsvindt. ICT en eID Betrouwbare identificatie op het internet door een eID Stelsel in te richten maakt het op termijn mogelijk dat veel meer transacties betrouwbaar geheel online worden afgerond. Zowel (verplichte) handelingen tussen de overheden, burgers en bedrijven, als tussen bedrijven en hun klanten. eID zal een boost geven aan de huidige online handel en transacties. Innovatie en allerlei nieuwe business modellen zijn gebaat bij meer digitaal vertrouwen in de identiteit van de wederpartij. Ook in transacties met de overheid kan een stevige
B lad
11
efficiencyslag worden gemaakt door meer online te doen. Een online retailer die via eID zeker weet met wie hij online zakendoet bijvoorbeeld, zal meer geneigd zijn een product af te leveren zonder dat daar op voorhand al voor betaald is. Maar ook bij nieuwe concepten zoals Airbnb is het voor zowel de verhuurder als voor de huurder – die elkaar op voorhand niet kennen – goed te weten aan wie ze verhuren en bij wie ze onderdak vinden. Ook transacties die nu nog gepaard gaan met een fysieke check van persoon of paspoort (afsluiten van een rekening of kopen van een verzekeringsproduct), kunnen dan helemaal digitaal, hetgeen een flinke efficiencyslag oplevert, zowel bij bedrijf als klant. De rol van overheden is echter cruciaal. Een vliegende start van het eID stelsel is mede afhankelijk van de aansluiting van overheidsdienstverleners op het stelsel. Als bedrijven en consumenten via het eID stelsel overal kunnen inloggen, dus ook bij grote overheidspartijen waarmee veel contact is zoals de belastingdienst, UWV, DUO, hun gemeente, etc. dan zal dat een vliegwieleffect hebben. Als deze partijen daarentegen niet de mogelijkheid bieden om bij hun met eID in te loggen, dan wordt het gebruik van eID voor burgers en bedrijven mogelijk minder interessant. VNO-NCW en MKB-Nederland menen dus dat overheidsdienstverleners een cruciale rol hebben in dit kader en bepleiten dat dergelijke partijen gecommitteerd worden aan eID. Ambitieus ondernemerschap. Het programma ‘ambitieus ondernemerschap’ past in de nieuwe aanpak om ruimte te geven aan groei van ondernemerschap en ondernemingen. VNO-NCW en MKBNederland steunen deze aanpak. De benadering van het ministerie om een op groei gericht ecosysteem rond de ondernemer te bouwen, juichen wij toe. Groei van ondernemingen vraagt een stimulerende omgeving bestaande uit onder andere toegankelijke financiering (krediet en kapitaal), een gunstig fiscaal klimaat en een regelluwe omgeving. Voor Nederland is het – gezien de relatief beperkte thuismarkt – in het bijzonder van belang dat drempels om de grens over te gaan zo laag mogelijk zijn. Door een startup-visum wordt het voor innovatieve starts-ups uit het buitenland op hun beurt aantrekkelijk om in Nederland te ondernemen. Wij zijn positief over deze maatregel omdat deze ondernemingen van belang zijn voor de innovatiekracht van Nederland.