Nr
7 - 12 - 4 Leveranciersgegevens
Insituform Belgium NV - Industrieweg 1118 bus 2 3660 Opglabbeek - Dhr. Henk Timmer
Systeemkaart Vlario Catalogus Productnaam
Insituform Belgium-kous ✘ ✘ ✘ 1.Toepassingsgebied: ¨Hemelwater / ¨Stedelijk afvalwater / ¨Huishoudelijk ✘ ✘ afvalwater / ¨Bedrijfsafvalwater / ¨Gemengd systeem 2. - Familie: (titel) Koustechniek - Verwijzing naar het Standaardbestek : (hoofdstuk) VII - 12
✘ ✘ ✘ 3. Doel: ¨Structureel - ¨Waterdichting / ¨Hydraulische verbetering / ✘ ✘ ¨Corrosiebescherming / ¨Abrasiebescherrming ✘ ✘ 4. Renovatiemodel: ¨A - ¨B - ¨C - ¨D
5. Aard materialen: PE, polyester,vinylester, epoxy
Vorm: Alle Max. lengte:
min.ø: 500
mm
100
max. ø:
3000
mm
m
Methode: Een met kunsthars geïmpregneerde vilten kous wordt onder waterdruk binnenstebuiten gekeerd tegen de oude buiswand. Vervolgens wordt het water opgewarmd waardoor het hars uithardt en een nieuwe, naadloze en structureel sterke buis vormt in de oude buis.
Wandruwheid:
< 0,1
mm
Hechting aan bestaande constructie : Continue renovatie : Naadloos : Bochten : Plaatselijk graven : Verkleinen sectie:
2 à 3
Neen Ja Ja Ja Neen
%
Verkeershinder: ¨ permanent ¨ enkel tijdens werkuren ✘ enkel werkweek ¨ ¨ geen hinder Duur huisaansluiting buiten gebruik: Riool blijft in gebruik: Contact Tel: 089/61 26 37 Fax: 089/85 34 75
¨ ja
✘ ter hoogte van de inspectieput(ten) ¨ ¨ langs het hele tracé
+/- 24
uur
✘ neen (overpompen noodzakelijk) ¨
¨ gedeeltelijk
E-mail:
[email protected] Website: www.insituform.com
Documentatie: (max. 4 bladzijden, A4 tot 100g/m²)
bijgevoegd
De Insituformmethode Algemeen Ongeveer dertig jaar geleden bereikte men een technologische doorbraak op het gebied van rioolrenovatie. Het betrof een belangrijke ontwikkeling voor gemeente en industrie, die gebruik maken van afvoerbuizen, rioolbuizen, industriële pijpleidingen, enz. De Insituformmethode werd reeds in 1973 in Groot-Brittannië onder licentie toegepast. Vele kilometers rioolbuizen en industriële leidingen zijn inmiddels van een Insituform bekleding voorzien. Bij het Insituform proces wordt allereerst een naaldvilten kous van voldoende wanddikte vervaardigd, die aan de buitenzijde is voorzien van een polyurethaan- of PE-folie. Vervolgens wordt deze kous geïmpregneerd met een polyester-, epoxy- of Vinylesterhars, waarvan de hoeveelheid overeenkomst met de inhoud van het vilt. Op het werk wordt de kous met behulp van waterdruk via de toegangskoker in het riool aangebracht; De druk van de waterkolom zorgt ervoor dat de kous volledig de vorm aanneemt van de oude buiswand. Door het water te laten circuleren via een boiler wordt dit verwarmd tot circa 85°C. Hierdoor vindt er een chemische reactie plaats waardoor het hars uithardt. Op deze wijze ontstaat er in de oude leiding een geheel nieuwe, naadloze kunststof leiding, die volledig resistent is tegen agressieve, chemische stoffen, en een wanddikte heeft die ervoor zorgt dat de constructieve eisen voor de leiding weer hersteld zijn. De Insituformmethode is een moderne techniek, welke thans wereldwijd voor het renoveren van leidingen wordt toegepast. Insituform-relining werkt afdichtend, versterkt en conserveert de leidingen voor gemeente en industrie door de vorming van een inwendig gladde, corrosievaste buis-in-een-buis. Er is geen andere renovatiemethode, die tegen dit proces wat betreft gemak van toepassing en veelzijdigheid op kan. De voordelen De voordelen van de Insituformmethode zijn talrijk. Ze hebben dan ook tot gevolg dat deze techniek in een betrekkelijk korte tijd zo is ‘ingeburgerd’, dat ze op grote schaal wordt toegepast. Kort samengevat komen de voordelen op het volgende neer: • aanpassing aan vorm en diameter, • snel en eenvoudig toe te passen, • geen graafwerk, • verwaarloosbare diameterverkleining, • verbeterde doorstroming door de gladde binnenkant, • vormt een nieuwe, naadloze leiding binnen de oude, • bespaart op onderhoud, • corrosievaste bekleding, • ook toepasbaar op plaatsen waar vervanging moeilijk en kostbaar is (onder water en wegen),
•
lange levensduur.
In het navolgende worden die voordelen wat nader uitgewerkt. Insituform bekledingen passen in leidingen van uiteenlopende vormgeving, zoals met ronde of ovale doorsnede, al dan niet met vlakke onderkant. Tot op heden is de bekleding aangebracht in buizen variërend in afmeting van 100 tot 3.000 mm. Met Insituform worden leidingen gerenoveerd in een fractie van de tijd die voor andere methoden nodig is. Door het feit dat er geen graafwerk is met de daarmee gepaard gaande onderbrekingen voor verkeer, handel en industrie, bespaart Insituform veel tijd. In de meeste gevallen kan de bekleding zonder graafwerk worden aangebracht via bestaande putten, waardor ontgravingen, beschadiging c.q. vernietiging van wegdek, bomen, schuttingen, enz. en onderbrekingen aan andere voorzieningen, niet voorkomen. Zijaansluitingen kunnen van binnenuit met een op afstand bediende boorinstallatie weer worden geopend. Insituform-relining overbrugt breuken en ontbrekende buisstukken waardoor lekkages onmogelijk worden. Insituform past nauwsluitend en kan niet-aaneensluitende buizen doorverbinden om zo toch een onafgebroken geheel te vormen. De bekleding wordt onder druk aangebracht en uitgehard. De overdruk wordt tijdens het aanbrengen en uithardingsproces gecontroleerd. Voor veel ernstig beschadigde pijpleidingen is Insituform het beste alternatief voor totale vervanging. De nauw passende bekleding reduceert het verlies aan doorsnede tot een minimum. De gladde, naadloze buis zorgt voor een verbeterde doorstromingscapaciteit. Door de gladde, naadloze binnenkant zijn er geen plaatsen waar zich afzettingen kunnen vormen. Er zijn geen naden waardoor wortels naar binnen kunnen dringen; insijpeling is uitgesloten; het onderhoud is minimaal. De met hars geïmpregneerde kous vormt na uitharding een op sterkte gebrachte, chemicaliën-resistentie bekleding. Er kan uit diverse harsen worden gekozen welke resistent zijn tegen de corroderende werking van de vloeistoffen in de leiding. De dikte van de bekleding kan in ruime mate worden aangepast, met inbegrip van plaatselijke verdikking over slechts een gedeelte van de leiding. Het resultaat is een in situ aangebrachte leiding; Het is mogelijk leidingen in gebouwen of op verafgelegen secties, welke niet voor voertuigen toegankelijk zijn, te relinen. Ook leidingen die onder wegen of water lopen, waar vervanging kostbaar, tijdrovend en moeilijk is, kunnen via de Insituformmethode worden gerenoveerd. Bij renovatie met Insituform ontstaan er geen zettingen in de grond en creëert men een nieuwe, kunststof leiding in de oude, hetgeen een lange levensduur betekent. De verwachte levensduur van in buizen toegepaste bekledingen is afhankelijk van de chemische en schurende invloeden, alsmede van de temperatuur, druk, snelheid en aard van de getransporteerde vloeistoffen en/of gassen.
Het is nu dertig jaar geleden dat de eerste rioolbuizen door middel van het Insituform proces werden gerenoveerd. De aangebrachte bekledingen zijn nauwelijks of niet beschadigd en men kan rustig uitgaan van een levensduur van tenminste vijftig jaar. Wijze van uitvoering Het te bekleden riool- of pijpleidinggedeelte dient eerst volledig te worden gereinigd. In het geval van een niet af te stoppen riolering of pijpleiding wordt het afvalwater rond gepompt. Op het betreffende werk wordt boven de inspectieput of de toegangskoker, waardoor de bekleding in de leiding moet worden gebracht, een statief op vier poten geplaatst. De bovenzijde hiervan bestaat uit een ring met een omtrek overeenkomstig met de omtrek van de te renoveren buis. De kous is aan het beginpunt voorzien van een manchet. Met stalen klemmen wordt deze manchet aan de buitenkant bevestigd en vervolgens wordt de kous in de ring van het statief gedrukt. De holle ruimte die dan ontstaat wordt gevuld met water. Door het gewicht van het water wordt de kous naar beneden gedrukt. Bij het begin van de buis is een geleidingsbocht aangebracht om de lining eenvoudig in de buis te krijgen. Dankzij de waterdruk en een beetje assistentie bij het ‘nemen’ van de bocht, vindt de kous moeiteloos zijn weg in de buis. Door toevoeging van meer water ontrolt de kous zich als het ware in de oude buis. Aan het einde van de geïmpregneerde kous worden een touw en een brandslang aangebracht. Het touw is noodzakelijk om ervoor te zorgen dat de kous met gelijkmatige snelheid in de buis wordt voortgestuwd. De brandslang is nodig voor de circulatie van het water. Zodra de lining het eindpunt heeft bereikt, wordt het verwarmingsproces gestart. Bij het begin wordt het koude water omhoog gezogen. Door dit water te laten circuleren via een boiler wordt het verwarmd. Vervolgens wordt het door de brandslang naar het einde van de kous gepompt. De temperatuur van het water wordt op deze wijze opgevoerd tot 85°C en gedurende een welbepaalde tijd op die temperatuur gehouden. Het hars in de strak tegen de buis aangedrukte kous is dan volledig uitgehard. Nadat het water is afgekoeld kan met het afslijpen van de bekleding aan het begin en het einde, en het uitboren van de inlaten, worden begonnen. De betreffende buis of leiding is dan voorzien van een sterke naadloze bekleding. Testen Onderstaande testen zijn uitgevoerd door het British Gas Engineering Research Station en TNO. Slijtproef Polyurethaanfilm De slijtvastheid van een monster uit polyurethaan materiaal, dat aan een harsblok was gehecht, werd vergeleken met asbestcementplaat met gebruikmaking van een Taber slijtproefmachine volgens testmethode ASTM D-1044. Op elk van de H-22 Calibrase wielen rustte een gewicht van 500 gram.
Na 10.000 cyclussen vertoonde de urethaanlaag een slijtage van nog geen 0,001 inch. De afschuring had de oppervlakteglans verwijderd. Slijtproef harsmateriaal De slijtvastheid van een monster harsmateriaal werd vergeleken met beton met gebruikmaking van een Taber slijtproefmachine en Calibratse H-18 wielen. Het hars werd getest met een droog oppervlak en vervolgens met een nat oppervlak. Na 2.000 cyclussen vertoonde het hars in de droge toestand 0,86 mm diepe slijtage en in de natte toestand 0,61 mm diepe slijtage. Het beton had na 2.000 cyclussen een 0,64 mm diepe slijtage ondergaan. Bevriezings/verhittingstest harsmateriaal Drie monsters van een vierkante dm uit Insituform wandmateriaal werden aan 5 koud-warm cyclussen onderworpen. Elke cyclus bestond uit een 16 uur durende blootstelling aan –4°C, gevolgd door een onmiddellijke plaatsing in een oven die op 82°C werd gehouden. Na beëindiging van elke cyclus werd het monster tot de omgevingstemperatuur afgekoeld en vervolgens 7x vergroot onderzocht en op maatvastheid gemeten. De gemiddelde %-verandering bedroeg bij alle afmetingen 0,9%. Er waren geen waarneembare tekenen van scheuren, barstjes of blaasjes. Maatveranderingen stabiliseerden zich aan het einde van de derde cyclus. Vochtdoorlatingsproef harsmateriaal Een waterdrukkolom van 760 mm werd toegepast over het oppervlak van een buis met een inwendige diameter van 5 mm aan de urethaan zijde van een vlak monster uit wandmateriaal. De monsters werden dagelijks visueel gecontroleerd op tekenen van vochtdoorlating. Er werd na 5 dagen geen waarneembare waterdoorlating geconstateerd. Vermoeiingsproef harsmateriaal Vermoeidheid van Insituform materiaal kan twee oorzaken hebben: door verkeer veroorzaakte trillingen en drukwisselingen. Verkeerstrillingen hebben gewoonlijk een lage spanning met een hoge frequentie: ca. 20 Hz. Drukwisselingen hebben een lage frequentie maar kunnen een hoge spanning hebben. Er werd een 3 mm dikke, uitgeharde Insituform harsplaat genomen. Daaruit werden stukken voor de vermoeiingsproeven gesneden. Het testen geschiedde in overeenstemming met de daarvoor geldende Britse normen. De belastingscyclussen waren sinusvormig bij een frequentie van 10 Hz. De belasting was in de vorm van trekkracht. Het eerste proefstuk werd aan belastingscyclussen onderworpen variërend van 3,3 en 17,2 N/mm². Het ene brak na 50.000 cyclussen en het andere na 70.000 cyclussen. Dit leidt tot de conclusie dat een 3 mm dikke bekleding in een buis met een diameter van 200 mm zou bezwijken na 140 jaar dagelijks onderworpen te zijn geweest aan drukwisselingen tussen 0,10 en 0,54 N/mm². Het laatste proefmonster werd aan cyclussen tussen 1N/mm² en 20 N/mm² onderworpen. Dit bezweek na 2.390 cyclussen.
Het is interessant om op te merken dat bij alle vermoeiingstestmonsters het bezwijken plotseling optrad. Aangezien het materiaal doorschijnend is, kan men gedurende de test onder licht vaststellen of in het testmonster zich uitbreidende scheuren optreden. Er waren wat rimpeltjes aan het oppervlak van een van de testmonsters, maar er deed zich geen bezwijken door vermoeidheid voor op plaatsen waarvan men dacht dat er spanning zou ontstaan. Het effect van een verandering in de cyclusfrequentie is niet onderzocht. De uitgevoerde testen geven echter aan, dat de vermoeiingseigenschappen van het materiaal geheel toereikend zijn. Buigproef op met Insituform beklede buis met voegen Twee stukken buis met een inwendige diameter van 200 mm en met voegen werden na bekleding met Insituform uit een buisleiding verwijderd. Elke buis werd op een buisbuigbank tussen 1,5 m van elkaar gelegen houders geplaatst. De buizen werden zodanig geplaatst dat de voegen zich halverwege bevonden. De eerste buis begaf het bij een verplaatsing van 35 mm, hetgeen overeenkomt met een hoekdoorbuiging van 5°28’. De belasting op de buis op het moment van bezwijken bedroeg ca. 23,6 kN. De tweede buis begaf het bij een verplaatsing van 30 mm, hetgeen overeenkomst met een hoekdoorbuiging van 4°38’. De belasting op de buis op het moment vanbezwijken bedroeg ca. 28,1 kN. Beide buizen waren bekleed met één laag (van 3 mm). Dwarskrachtproef op met Insituform beklede buis Drie 1,52 m lange stukken stalen pijp met een inwendige diameter van 200 mm werden bekleed met één laag Insituform materiaal. Elke pijp was halverwege zijn lengte voorzien van een 3 mm brede rondgaande snede. Het metaal werd hierdoor plaatselijk geheel verwijderd zonder echter het bekledingmateriaal te beschadigen. De pijpen werden in een buigbank vastgeklemd en in een zodanige richting geforceerd dat de hartlijnen van de twee helften parallel bleven en de tussenruimte 3 mm bleef. De toegepaste belasting werd gedurende de testen geregistreerd en de relatieve verplaatsing werd alleen voor de proeven op de tweede en derde pijp geregistreerd. De eerste pijp bezweek onder een toegepaste belasting van 45,7 kN. De tweede pijp bezweek onder een toegepaste belasting van 38,6 kN bij een relatieve verplaatsing van 9 mm, terwijl de derde pijp het begaf bij 36,8 kN en verplaatsing van 10 mm. Uit zowel de buigproeven als de dwarskrachtproeven blijkt dat de bekleding niet zo sterk is als metalen buismateriaal, maar wel buigzamer. Bij een grondverschuiving of –verzakking waardoor de buis breekt zal de bekleding wat doorbuiging opvangen. De bekleding zal alleen dan breken indien de grondbelasting zo hoog blijkt dat deze spanningen tot het breekpunt teweegbrengt. Toepassingsmogelijkheden en –gegevens Ontwerpfactoren voor buisbekledingen
De Insituform buisbekleding werd speciaal ontwikkeld zodat bestaande leidingen, buizen of andere kanalen zonder graafwerk kunnen worden gerenoveerd. Insituform is bij uitstek geschikt voor: 1. Het weer volledig op constructieve sterkte brengen van de oude buis. 2. Het opheffen van naar binnen dringend grondwater met eventuele zandspoeling via voegen, breuken en ontbrekende buisgedeelten. 3. Het beschermen van leidingen tegen corroderende chemische vloeistoffen of dampen. 4. Het uitschakelen van lekkages via voegen en scheuren ter voorkoming van verontreinigende en chemische stoffen in het omringende grondwater. 5. Het vergroten van de doorstromingscapaciteit van bestaande leidingen dankzij het gladde, naadloze wandoppervlak. 6. Het terugbrengen van onderhoud door vermindering van aanslag en uitschakeling van worteldoorgroei. 7. Het opheffen van druklekken in waterleidingen of aardgasleidingen door dichting van gaatjes, naden of scheurtjes. 8. Het verkleinen van de diameter, waarbij de overige ruimte wordt volgeïnjecteerd met een krimpvrije, lichtgewicht mortel. Gegevens voor de uitvoering De volgende factoren dienen bij het bepalen van een Insituform bekleding voor een bepaalde toepassing in aanmerking te worden genomen: 1. Diameter (of omtrek) van de te bekleden pijpleiding. 2. Lengte van het aaneengesloten te renoveren gedeelte. 3. Wanddikte ter verkrijging van de vereiste sterkte. 4. Type hars ter verkrijging van de vereiste corrosievastheid. 1. Diameter. Elke binnendiameter tussen ca. 100 en ca. 3.000 mm kan met behulp van de standaard apparatuur en aanbrengprocedures worden bekleed. Buisleidingen met afnemende diameter tussen putten en leidingen met veel bochten kunnen eveneens worden gerenoveerd. Voor niet ronde, bijvoorbeeld ovale, doorsneden gelden dezelfde omtrekoverwegingen als voor ronde doorsneden. Het is belangrijk dat de buisafmetingen zo nauwkeurig mogelijk worden opgegeven ter verkrijging van een goede pasvorm. Bij een ronde buis dient als de inwendige diameter het gemiddelde van zo mogelijk twee of meer metingen te worden opgegeven, tenzij van de leiding standaard buisafmetingen bekend zijn. Voor niet-ronde doorsneden dienen zowel de gemiddelde omtrek als de totale afmetingen te worden gemeten. Voordat de uitvoering plaatsvindt zullen onze technici de afmetingen nog controleren. 2. Lengte. De lengte van een onafgebroken gedeelte tussen achtereenvolgende toegangskokers dient door meting te worden vastgesteld. Met behulp van standaard apparatuur zijn lengten tot 300 meter en meer te renoveren. Langere, doorlopende leidingen kunnen afhankelijk van de gegeven omstandigheden eveneens worden behandeld. Het is mogelijk onafgebroken gedeelten te renoveren over meerdere putlengten. Dikwijls is het praktischer om verschillende secties in één keer te bekleden; Hoeken van 45° (horizontaal of verticaal) leveren doorgaans geen problemen op; grotere bochten, tot 90°, zijn mogelijk. De plaats van bochten dient in aanmerking te worden genomen. Bij het einde van een doorlopend gedeelte zijn zij gemakkelijker te realiseren dan aan het beginpunt.
3. Wanddikte. De wanddikte van Insituform bekledingen kan precies aan de eisen van elke te renoveren buis worden aangepast doordat met lagen van nominaal 3 mm vilt wordt gewerkt. Dit leidt tot standaard dikten van 3 mm, 6 mm, 9 mm, 12 mm, enz. Er zijn grenzen aan de dikte- en diametercombinaties, die worden bepaald door praktische beperkingen van het omkeerproces of structurele factoren in dunnen bekledingen. 4. Type hars. Afhankelijk van de materiaalsoort van de te renoveren leiding en de chemische eigenschappen van het afvalwater kan de keuze van de harssoort worden bepaald. Fysische eigenschappen Materialen De kous bestaat uit een of meerdere lagen polyesternaaldvilt van 3 mm per laag. De buitenste laag vilt is voorzien van een 0,25 mm dikke polyurethaan- of PE-film, die ervoor zorgt dat de kous tijdens het impregneren vacuüm gezogen kan worden en tevens volledig harsdicht is. De films zijn slijtvast en bieden uitstekend weerstand tegen chemische stoffen. Men kan ze dan ook als een extra wandbescherming beschouwen. Polyesterharsen Polyesterharsen zijn uitstekend geschikt voor de renovatie van rioleringen. Zij worden sinds ruim dertig jaar verwerkt in scheepsrompen en corrosievrije bekledingen voor tanks e.d. De gegevens in onderstaande tabel hebben betrekking op een van de meest gebruikte, uitgeharde polyesterharsen. Epoxyharsen Epoxyharsen hebben goede hechteigenschappen zodat de bekleding aan de bestaande leiding hecht. Deze harsen bieden uitgesproken voordelen voor de bekleding van gas- en waterleidingen in industriële pijpleidingen, vooral ook omdat zij niet krimpen. Polyurethaanharsen Polyurethaanharsen hebben een hoge slijtvastheid. Zij worden gebruikt voor leidingen waardoor vloeistoffen met vaste stoffen, of alléén maar vaste stoffen worden getransporteerd, zoals bijvoorbeeld slurry, granen, enz. Tabellen over fysische eigenschappen van genoemde harssoorten zijn op aanvraag verkrijgbaar. Weerstand tegen chemische invloeden De in Insituform bekledingen gebruikte harsen hebben een hoge weerstand tegen chemische invloeden. In het algemeen kan worden gewerkt met standaard harsen. Het is echter mogelijk dat voor specifiek industriële rioolstelsels gekozen wordt voor speciale, nog hoogwaardigere harssoorten. Testmonsters en resistentietabellen voor chemische stoffen zijn op aanvraag verkrijgbaar.
Insituform polyester representatieve waarden Fysische eigenschap
Waarde
Eenheid
Trekeigenschappen Trekkracht Elasticiteitsmodulus Rek bij breuk
20 2200 2
N/mm² N/mm² procent
Schuifsterkte
50
N/mm²
Buigeigenschappen Buigsterkte Buigingscoëfficiënt
20 2200
N/mm² N/mm²
Vervorming onder belasting (5,5 N/mm²) 70°C 24 h)
0,149
procent
Uitzettingscoëfficiënt
5,96 x 10 –5
----
Doorbuigingstemperatuur bij 0,45 N/mm² bij 1,8 N/mm²
106 92,50
°C °C
Samendrukkingseigenschappen Drukvastheid Samendrukkingsmodulus
90 2000
N/mm² N/mm²
Slagwaarde
225
N/mm²
Draagsterkte bij 4% vervorming bij maximum
23 40
N/mm² N/mm²
Barcol-hardheid
35
---
Testen uitgevoerd door: Coventry (Lanchester) Polytechnic en United States Testing Co., Inc. Alle testen zijn in overeenstemming met de daarvoor geldende Britse en ASTM-normen.