art.1: zone weide [recreatie] 1.1.
bestemming
Deze zone is bestemd als lig- en speelweide.
P
Er is mogelijkheid om die openbaar te maken door een verbinding met de nabijgelegen carpoolparking. De ligweide is voor iedereen toegankelijk: wandelaars en fietsers die een rustpauze inlassen, spelende kinderen, …
Het oprichten van gebouwen of andere constructies zoals vast meubilair (picknickbanken,…), speeltuigen, … in deze zone is niet toegestaan Er zijn 3 parkeerplaatsen toegestaan voor logistieke dienstverlening op het terrein. Deze parkeerplaatsen meten 3x5m. Zij dienen zich rond de toegangsweg naar het hoofdgebouw te bevinden. Ze dienen direct op deze weg aan te sluiten en bevinden zich, gegroepeerd en ten oosten van de toegangsweg. Onder logistieke dienstverlening wordt verstaan: technisch onderhoud, kortstondig laden en lossen, … .
1.2.
inrichting en beheer
1.2.1. algemeen -1.2.2. landschappelijke integratie De groenaanplanting bestaat enerzijds uit gras en anderzijds uit enkele hoogstammige, solitaire bomen. Nieuwe bomen worden op een onderlinge afstand van minimum 15m geplant. Beplanting van middelgrote hoogte zoals heesters, struiken, hagen,… is niet toegestaan.
De parkeerplaats ter ondersteuning van de logistieke activiteit wordt uitgevoerd in gewapend gras 1.2.3. terreinnivelleringen en/of reliëfwijzigingen
De bedoeling is om de continuïteit van het open landschap in de omgeving te laten doorvloeien tot aan de voet van de militaire mast en het hoofdgebouw. Daarom wordt gekozen voor een combinatie van lage vegetatie (gras) en punctueel ingeplante hoge vegetatie (boomkruinen). Op die manier vormt de beplanting geen visuele barriere in het landschap De parkeerplaatsen dienen optimaal geintegreerd te worden in de landschappelijke omgeving, vandaar enkel gewapend gras toegelaten.
Terreinnivelleringen en/of reliëfwijzigingen zijn niet toegelaten. 1.2.4. afsluitingen Afsluitingen zijn enkel toegelaten op de buitengrenzen van het RUP.
1.2.5. verhardingen Er is geen verharding toegestaan De bestaande verharding die kan dienen voor de ontsluiting van het militaire domein wordt gedoogd. Zodra de militaire activiteit is uitgedoofd dient zij afgebroken te worden. Deze nabestemming treedt in werking op aangeven van de militaire overheid en na goedkeuring door de gemeenteraad (zie art. 4). 1.2.6. bebouwing Alle bestaande bebouwing dient afgebroken te worden Voor de in onbruik geraakte elektriciteitscabine geldt een uitdoofscenario. Het gebouw kan tijdelijk in gebruik genomen worden tot de uitbreidingszone (zie art. 6) wordt aangesneden. Bij realisering van de uitbreiding van het hoofdgebouw dient de elektriciteitscabine afgebroken te worden.
Op deze plaatsen wordt het typische karakter van de bestaande militaire, defensieve afsluiting bewaard. De ritmische opeenvolging van de geknakte betonnen palen aan de randen geeft de site een krachtige identiteit die refereert naar het vroeger militair gebruik.
zie kaart KRT18 Met het wegbreken van deze gebouwen, krijgt het hoofdgebouw zijn oorspronkelijke uitstraling terug: manifest centraal ingeplant op het militair domein, te midden van een open landschap, bovenop de top van een glooiing biedt het hoofdgebouw een 360°-zicht op het omliggende landschap. De afbraak is qua timing gekoppeld aan de uitbreiding van het hoofdgebouw.
art.2: zone kampeerweide [recreatie] 2.1.
bestemming
Deze zone is bestemd als kampeerweide. Het oprichten van tenten met een strikt tijdelijk gebruik is toegelaten, gedurende 75 dagen in het jaar. Het stallen van caravans, mobielhomes, personenwagens, voertuigen, … is niet toegelaten. Het oprichten van gebouwen of andere constructies zoals vast meubilair, speeltuigen, … is niet toegestaan
2.2.
inrichting en beheer
2.2.1. landschappelijke integratie De groenaanplanting bestaat enerzijds uit gras en anderzijds uit enkele hoogstammige, solitaire bomen. Beplanting van middelgrote hoogte zoals heesters, struiken, hagen,… is enkel toegestaan aan de zijde van de snelweg. Ook op de grens tussen de zone weide en de zone kampeerweide mag een haag voorzien worden. 2.2.2. terreinnivelleringen en/of reliëfwijzigingen Terreinnivelleringen en/of reliëfwijzigingen zijn niet toegelaten. Een uitzondering wordt gemaakt voor de akoestische maatregelen in punt 2.2.5. 2.2.3. afsluitingen Afsluitingen zijn enkel toegelaten op de buitengrenzen van het RUP.
Er wordt gekozen voor inheemse soorten (meidoorn, …). Het aanplanten van hoogstammige bomen op minder dan 10m van de grens van de autosnelweg dient afgetoetst te worden aan het advies van de afdeling Beleid Mobiliteit en Verkeerskunde . Dit wordt toegestaan om een zekere afscheiding tussen de zone weide en kampeerweide te maken, wat de privacy op de kampeerweide ten goede kan komen.
Op deze plaatsen wordt het typische karakter van de bestaande militaire, defensieve afsluiting bewaard. De ritmische opeenvolging van de geknakte betonnen palen aan de randen geeft de site een krachtige identiteit die refereert naar het vroeger militair gebruik.
2.2.4. verhardingen er is geen verharding toegestaan 2.2.5. akoestische maatregelen Het nemen van akoestische maatregelen is toegestaan ter hoogte van de grenzen van het RUP. Enkel de volgende maatregelen zijn toegelaten: - Vegetatie (zie ook 2.2.1) - Het oprichten van schanskorven met stenen, die begroeien (max. hoogte 2m10) - Het oprichten van schanskorven met stenen en grond, die begroeien (max. 2m10) - Het oprichten van een berm (max 2m10), geintegreerd in het landschap
Door de nabijheid van de snelweg kunnen bijkomende akoestische maatregelen aangewezen zijn. Gezien de waardevolle omgeving dient deze oplossing perfect geintegreerd te worden in het bestaande landschap. Deze ingrepen dienen dus zowel landschappelijk, als akoestisch onderbouwd te zijn. De hoogte van 2m10 stemt overeen met de onderkant van de ramen van het merkwaardig gebouw, zodoende het uitzicht op het landschap vanuit het merkwaardig gebouw niet te verhinderen (cfr. observatie vliegtuigen) én zodoende de impact op het landschap te beperken. Hierbij dient ook advies gevraagd te worden bij de dienst Wegen en Verkeer. Andere oplossingen zoals houten schuttingen, prefab betonplaten,…. zijn niet toegestaan.
art. 3: zone voor verharding [recreatie] 3.1 .
bestemming
Deze zone is bestemd voor verharde oppervlaktes. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen: - zone voor lichte vracht (< 25ton) (zeldzaam gebruik), personenwagens (zeldzaam gebruik), fietsers en voetgangers (index A) - zone voor fietsers, voetgangers, tuinmeubilair en fietsenstalling (index B) - zone voor voetgangers, terrassen en fietsenstalling (index C)
De uitvoering van zone B is deels afhankelijk van het realiseren van de verbinding met carpoolparking. De gebruikers en eigenaars van de militaire zone hebben recht op vrije doorgang in de zones met index A voor lichte vracht (< 25ton) tot de ingang van hun domein, zolang de militaire activiteit niet uitgedoofd is. De gebruikers en eigenaars van de technische nis hebben recht op vrije doorgang voor lichte vracht (< 25ton) in de zones met index A tot de ingang van hun domein, zolang de militaire activiteit niet uitgedoofd is.
3.2.
inrichting en beheer
3.2.1. algemeen Parkeren op de verharding is niet toegestaan. Een uitzondering geldt voor de technische diensten ter ondersteuning van de militaire activiteit (zie art. 4) of de technische facilieiten (zie art.4). Zij kunnen parkeren op de verharding met index A aangeduid. Het fietsverkeer beschikt over een minimum doorgang van 1,5m en mag niet gehinderd worden door tuinmeubilair, fietsenstalling,… in zones met index B Fietsenstallingen en tuinmeubilair kunnen geplaatst worden op de verharding in zones met index B en C. 3.2.2. maatvoering Zie bestemmingsplan 3.2.3. terreinnivelleringen en/of reliëfwijzigingen Terreinnivelleringen en/of reliëfwijzigingen zijn niet toegelaten.
Parkeren gebeurt op de carpoolparking die via een landweg met de site is verbonden.
3.2.4. afsluitingen Afsluiting van max. 2,0m zijn enkel toegelaten op de grenzen van het RUP Afsluithekkens kunnen voorzien worden (zie symbool). Bij het ontwerp van dergelijke afsluithekkens wordt toegezien op de architecturale kwaliteit van het ontwerp. 3.2.5. materialisatie De verharding wordt uitgevoerd in een waterdoorlatend materiaal zoals gemalen dolomiet, vegecol,… De materialisering van de zones A, B en C bestaat uit hetzelfde materiaal. De binnenzone in het centrale gebouw dient voor minimum 40% onverhard te zijn.
zie plan
Zie bijlage
Zie referentieschets op het voorblad “voorschriften”
art.4: zone voor militaire activiteit 4.1.
bestemming en nabestemming
Deze zone is bestemd voor militaire activiteiten in functie van het communicatienetwerk Be-milcom Indien de militaire activiteit uitdooft is een nabestemming voorzien. Deze nabestemming treedt in werking op aangeven van de militaire overheid en na goedkeuring door de gemeenteraad.
Bij de opmaak van het RUP wordt verwacht dat de Bemilcomsite mogelijks vanaf 2015 volledig zou kunnen verlaten worden. Defensie kon echter geen garanties geven over het uitdoofscenario. De gebruikers en eigenaars van de militaire zone hebben recht op vrije doorgang voor lichte vracht (< 25ton) tot de ingang van hun domein.
Het overblijvend militair domein wordt bij de nabestemming opgedeeld in 3 delen: - een zone weide die deel uit gaat maken van art. 1 - een zone verharding die deel uit gaat maken van art. 3 - een technische nis die deel uit gaat maken van art. 3, maar Bij de nabestemming hebben de gebruikers en eigenaars die met een afsluiting kan ingericht worden als een van de technische faciliteiten op de mast recht op vrije technische nis. Het betreft hier de cirkel rond de zendmast. doorgang voor lichte vracht (< 25ton). Deze zone is bestemd als uitloopzone rond de mast. Ze is enkel toegankelijk voor technische activiteiten in functie van de diverse communicatienetwerken (gsm, politie, …) op de zendmast
4.2.
inrichting en beheer
4.2.1. zendmast De zendmast maakt deel uit van de militaire infrastructuur en kan indien nodig vervangen of aangepast worden in het kader van modernisering. Bij het stopzetten van militaire activiteit treedt de nabestemming in werking. Op dat moment worden alle gebouwen die overgaan naar de zone weide verwijderd. Alleen de zendmast blijft staan. 4.2.2. terreinnivelleringen en/of reliëfwijzigingen Terreinnivelleringen en/of reliëfwijzigingen zijn niet toegelaten. 4.2.3. afsluitingen Een afsluiting volgens de militaire normen is toegestaan op de
Het technisch lokaal nr. 3 raakt in onbruik na het verdwijnen van de Be-milcomactiviteiten en dient afgebroken te worden (zie krt 18)
grenzen van de zone. Bij het stopzetten van militaire activiteit treedt de nabestemming in werking. Op dat moment wordt de omheining rond het militaire domein verwijderd. De afsluiting rond de technische nis dient in het landschap geïntegreerd te worden, rekening houdend met het recreatief gebruik van het oud militair domein. De nieuwe afsluiting dient geïntegreerd te worden in een “parkelement “ . 4.2.4. materialisatie Er wordt gebruik gemaakt van waterdoorlatende verharding zoals gemalen dolomiet, vegecol,…, voor de zones die verhard dienen te worden.
referentievoorbeeld I Zennetuin Sint-Jans-Molenbeek, zie bijlage: het paviljoen van de parkwachterwoning dat in se louter functioneel is, wordt geïntegreerd in een parkelement dat tegelijk ook een pergola en zitbank is.
zie referenties in bijlage
art.5: zone bebouwing [recreatie] 5.1.
bestemming
De bestaande bebouwing kan heringericht worden, met als bestemming 1 of meerdere van onderstaande bestemmingen: 1. jeugdlogies: • slaapruimtes (capaciteit min. 40 bedden) • bergruimte • keuken/refter • vergaderruimte • fietsenstalling • sanitair (onafhankelijk te gebruiken voor kampeerders, fietsers, ev. passanten) 2. administratief lokaal in functie van natuurbeheer in de Heihoek
zie ook toelichting
5.2. inrichting en beheer -
5.2.0. algemeen De bestaande bebouwing wordt bewaard met behoud van de architecturale uitstraling van het gebouw 5.2.1. radiale opbouw De heldere opbouw en logica van de architectuur van het hoofdgebouw dient bewaard te blijven bij de nieuwe bestemming uit 5.1.
5.2.2. buitengevel (buitencirkel) De heldere opbouw en logica van de architectuur van de buitengevel dient bewaard te blijven bij de nieuwe bestemming uit 5.1.
Het militaire gebouw is gestructureerd volgens de windrichtingen. Het gebouw bestaat uit 24 segmenten tussen radialen alle 15°. Alle scheidingsmuren bevinden zich binnenin op deze assen. Deze radiale opbouw is eveneens duidelijk zichtbaar in de buitengevel (buitencirkel zie 5.2.2), als in de binnengevel (binnencirkel zie 5.2.3). Zie ook toelichting krt14-20, schema 1. De buitengevel vertoont van boven naar onder een duidelijke geleding. Deze geleding wordt uitdrukkelijk bewaard:
(01) plint onderaan (02) metselwerk in bruine baksteen, bestaand formaat , en voegwerk • (03)continue band in beton rondom rond (incl. integratie vensterbank) • (04) schrijnwerk of metselwerk in bruine baksteen • (05) continue band in beton rondom rond • (06) dakopstand rondom rond • (07) kroonlijst rondom rond 2. In band nr. 04 is de radiale opbouw (zie ook punt 5.2.1) door afwisseling van baksteen en schrijnwerk duidelijk herkenbaar. Dat principe wordt bewaard. 3. De bestaande raamverdeling wordt bewaard. De raamprofielen kunnen vervangen worden door houten of stalen ramen ; ramen in PVC zijn niet toegestaan – vervangen raamprofielen respecteren de bestaande raamverdeling en de slankheid van het bestaande schrijnwerk [zie toelichting - sfeerbeelden] zie schets titelblad voorpagina voorschriften In dat geval zal het nieuwe schrijnwerk eenzelfde raamverdeling vertonen als de bestaande ramen boven de vensterbank. • •
Het vlak in metselwerk (nr.02) onder de vensterbank kan verlaagd worden en vervangen worden door schrijnwerk. Dat dient over de volledige breedte tussen 2 dwarse muren te gebeuren.
5.2.3. binnengevel (binnencirkel) De heldere opbouw en logica van de architectuur van de buitengevel dient bewaard te blijven bij de nieuwe bestemming uit 5.1.
De mogelijkheid bestaat om het muurvlak (nr.01) onder de vensterbank integraal ter vervangen door schrijnwerk. In dat geval zal het nieuwe schrijnwerk eenzelfde raamverdeling vertonen als de bestaande ramen boven de vensterbank.
1. De binnengevel vertoont van boven naar onder een duidelijke geleding. Deze geleding wordt uitdrukkelijk bewaard: • (01) grijsgecementeerde muur met ev. één deur per segment geïntegreerd • (02)continue band in beton rondom rond (incl. integratie vensterbank) • (03) schrijnwerk of grijs gecementeerd muurvlak • (04) afvoergoot rondom rond • (05) grijsgecementeerde uitstekende dakrand rondom rond • (06) kroonlijst rondom rond 2. In band nr. 03 is de radiale opbouw (zie ook punt 5.2.1) door afwisseling van baksteen en schrijnwerk duidelijk herkenbaar. Dat principe wordt bewaard. 3. De bestaande raamverdeling wordt bewaard. De bestaande raamprofielen kunnen vervangen worden door houten of stalen ramen ; vervangen raamprofielen respecteren de bestaande raamverdeling en de slankheid van het bestaande schrijnwerk zie toelichting, sfeerbeelden zie schets titelblad voorpagina voorschriften
art.6: uitbreidingszone bebouwing [recreatie] 6.1.
bestemming
Qua toegelaten bestemmingen gelden de voorschriften in 5.1.
6.2
inrichting en beheer
6.2.0. algemeen De nieuwe bebouwing respecteert de basisprincipes uit 6.2.1, 6.2.2 en 6.2.3, respectievelijk radiale opbouw, geleding en materiaalkeuze buitengevel, geleding en materiaalkeuze binnengevel 6.2.1. structurele opbouw gebouw De uitbreiding van het gebouw kan gebeuren over 4 bijkomende segmenten van 16°. 6.2.2. buitengevel nieuwbouw De buitengevel nieuwbouw is opgebouwd volgens de principes uit 5.2.2 6.2.3. binnengevel nieuwbouw De binnengevel nieuwbouw is opgebouwd volgens de principes uit 5.2.2 6.2.4. luifel nieuwbouw De luifel maakt de ganse overspanning zonder steun of kan maximum eenmaal ondersteund worden op één as. Deze ondersteuning wordt ingepast op het raster van de radiale opbouw (zie punt 5.2.1) De buitengevel van de luifel volgt de principes uit 5.2.2 en is bijgevolg als volgt opgebouwd: • (05) continue band in beton rondom rond • (06) dakopstand rondom rond • (07) kroonlijst rondom rond
zie toelichting krt20, oranje ingekleurd deel
zie schets titelblad voorpagina voorschriften
zie schets titelblad voorpagina voorschriften
De binnengevel van de luifel volgt de principes uit 5.2.3 en is bijgevolg als volgt opgevolgd • (05) grijsgecementeerde uitstekende dakrand rondom rond • (06) kroonlijst rondom rond
zie schets titelblad voorpagina voorschriften