Heliosstraat 53a 7321 ED Apeldoorn (055) 843 5410
[email protected] www.cs-opleidingen.nl
[email protected]
Apeldoorn, 12 november 2013
Betreft: reactie op initiatiefnota
Geachte mevrouw Schut- Welkzijn, Begin oktober heeft u de initiatiefnota ‘Activering uit Arbeidsongeschiktheid’ ingediend, waarmee u een aantal punten voorstelde ter verbetering van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA). U heeft toen ook om reacties uit het veld gevraagd. Graag geef ik in de bijlage mijn reactie namens CS Opleidingen BV. CS Opleidingen verzorgt al vele jaren hoogwaardige en praktische maatwerkopleidingen op het vakgebied van sociale zekerheid, inkomensverzekeringen en verzuimmanagement. Voorbeelden zijn Post Bachelor Register Casemanagement en Regie op Verzuim. Hiervoor werken we samen met de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. CS is het enige opleidingsinstituut in Nederland dat opleidingen tot op het niveau van Post Bachelor voor Register Casemanagers kan uitschrijven. Studenten die deze studie succesvol afronden mogen de registertitel RCCM achter hun naam plaatsen. Voor een compleet overzicht van onze opleidingen en workshops verwijs ik u graag naar onze website www.cs-opleidingen.nl. Wij zijn het eens met uw initiatief. Naar onze mening zijn er echter wel enkele aanpassingen nodig om ervoor te zorgen dat de werkgevers en werknemers niet onnodig belast worden door de maatregelen. Wij pleiten voor een no-risk regeling voor werknemers die <35% arbeidsongeschikt zijn verklaard bij de WIA-beoordeling. Juist zij vallen vaak tussen wal en schip, vandaar dat wij aandacht vragen voor het verbeteren van hun positie.
Heliosstraat 53a 7321 ED Apeldoorn (055) 843 5410
[email protected] www.cs-opleidingen.nl
Mocht u vragen hebben over onze reactie, dan geef ik graag een toelichting. U kunt mij bereiken via mail: ŝŶĨŽ@cs-opleidingen.nl of telefoon: ;ϬϱϱͿϴϰϯϱϰϭϬ. Hoogachtend,
Marjol Nikkels Specialist sociale wetgeving en directeur CS Opleidingen
Heliosstraat 53a 7321 ED Apeldoorn (055) 843 5410
[email protected] www.cs-opleidingen.nl
Reactie op Initiatiefnota ‘Activering uit Arbeidsongeschiktheid’
Aandacht voor de positie van de 35-minner
Aanleiding Begin oktober heeft u de initiatiefnota ‘Activering uit Arbeidsongeschiktheid’ ingediend, waarmee u een aantal punten voorstelde om de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA) te verbeteren. U stelt onder andere voor om na een herbeoordeling en afschatting van de mate van arbeidsongeschiktheid een gewenningsperiode van maximaal twee maanden te handhaven. Daarnaast stelt u voor een periodieke herbeoordeling in te stellen voor de niet-duurzaam arbeidsongeschikten. Het doel is snellere activering van arbeidsongeschikten op de arbeidsmarkt en een reducering van het werkgeversrisico. Deze voorstellen passen geheel in de lijn van activering van werknemers die nu nog langs de kant van de arbeidsmarkt staan. Wij zijn echter van mening dat om dit initiatief te laten slagen enkele aanpassingen nodig zijn, om ervoor te zorgen dragen dat werkgevers en werknemers niet onnodig belast worden door de maatregelen. Het betreft hier met name een no-risk regeling voor werknemers die <35% arbeidsongeschikt zijn verklaard bij de WIA-beoordeling. Wettelijk kader Op grond van artikel 7:629 BW heeft een werkgever loondoorbetalingsverplichting voor een werknemer die ziek wordt. Werkgever en werknemer hebben verantwoordelijkheden en verplichtingen om de re-integratie te laten slagen. Uitgangspunt is dat de werknemer zo veel mogelijk bij de eigen werkgever re-integreert. Is dit niet mogelijk, dan wordt gekeken naar reintegratie bij een andere werkgever. Het wenselijke resultaat van de re-integratie is, dat er zo min mogelijk beroep wordt gedaan op een uitkering. Slaagt de werknemer erin minimaal 65% van zijn loonwaarde te verdienen met passende arbeid, dan heeft hij geen recht op een WIA-uitkering. De werknemer is daarmee een zogenoemde ‘35-minner’ geworden. Problematiek ’35-minner’ Blijft de ’35-minner’ in dienst bij de oude werkgever en blijven de kerntaken van de arbeidsovereenkomst gelijk, waardoor er geen sprake is van nieuw bedongen arbeid, dan ontstaat er een onwenselijke situatie. Op grond van het bovengenoemde wetsartikel 7:629 BW, heeft een werkgever een loondoorbetalingsverplichting van maximaal 104 weken, wanneer de werknemer ongeschikt is voor het verrichten van de bedongen arbeid. Heeft de werknemer al een periode van 104 weken loondoorbetaling doorlopen en is hij bij de WIA-keuring in staat gebleken minimaal 65%
Heliosstraat 53a 7321 ED Apeldoorn (055) 843 5410
[email protected] www.cs-opleidingen.nl
van zijn loonwaarde te kunnen verdienen, dan bestaat er voor de werkgever niet altijd opnieuw een periode van loondoorbetaling. De werknemer valt hiermee dus tussen wal en schip. Er is geen aanspraak op een arbeidsongeschiktheidsuitkering, maar ook niet op loondoorbetaling. Het is niet vanzelfsprekend dat bij het hervatten in de eigen arbeid, dan wel in andere arbeid, er automatisch een nieuw recht op loondoorbetaling ontstaat. Werknemers die door bovengenoemde reden geen loon uitbetaald krijgen bij ziekte, hebben geen aanspraak op een sociale zekerheidsuitkering. De WIA is niet van toepassing, doordat er meer dan 65% van de loonwaarde verdiend wordt. Een WW-uitkering kan op wettelijke gronden niet worden toegekend, omdat de werknemer door ziekte niet beschikbaar is voor de arbeidsmarkt en dat is een vereiste binnen de WW. Een ZW-uitkering kan wettelijk gezien ook niet, omdat een ZWuitkering alleen ziekengeld uitkeert over een periode van 104 weken ongeschiktheid tot werken voor de eigen arbeid. Aangezien die periode van 104 weken bij de loondoorbetalingsverplichting van de werkgever al doorlopen is, wordt er ook niet voldaan aan het criterium van de Ziektewet. Daarnaast is in artikel 29 lid 1 sub a ZW vastgelegd, dat een recht op Ziektewetuitkering niet kan bestaan, zolang er een werkgever is waarmee de werknemer een dienstbetrekking heeft en op grond van die dienstbetrekking loon behoort te ontvangen. Kortom, de werknemer valt buiten de boot bij een hernieuwde ziekteperiode. Vangnet Ziektewet Op grond van artikel 29b ZW komt de wetgever werkgevers tegemoet bij het doorbetalen van loon bij ziekte van een arbeidsgehandicapte werknemer. Dit is de zogenoemde ‘no-risk polis’. De no-risk houdt in, dat de werkgever bij ziekte van de werknemer met een no-risk status geen loondoorbetalingsverplichting heeft; de werknemer krijgt een uitkering vanuit de Ziektewet. Het doel van deze regeling is, dat werkgevers ook werknemers in dienst nemen die een arbeidshandicap hebben, zonder hiervoor financieel risico te lopen. De werknemer moet hiervoor echter als arbeidsgehandicapte worden aangemerkt; dit kan wanneer de werknemer een WAO-uitkering (AGH-status), een WGA- of IVA-uitkering (SFB-status), Wajong (onbeperkte no-risk) of WAZ-uitkering heeft of deze heeft gehad binnen 5 jaar voorafgaand aan de dienstbetrekking bij de werkgever. Een no-risk polis duurt 5 jaar, startend vanaf het moment dat de werknemer in dienst treedt bij de werkgever. Een werknemer die bij de WIAkeuring <35% arbeidsongeschikt is, heeft geen aanspraak op de uitkering en daarmee ook geen status van arbeidsgehandicapte. Dus ook binnen het Vangnet Ziektewet valt de werknemer onder geen enkele sociale zekerheidsdekking.
Heliosstraat 53a 7321 ED Apeldoorn (055) 843 5410
[email protected] www.cs-opleidingen.nl
Activerende werking van no-risk bij ’35-minners’ De regering richt zich op participatie van alle doelgroepen op de arbeidsmarkt, die niet of nauwelijks actief zijn in arbeid. Wanneer werknemer minder dan 35% arbeidsongeschikt is, betekent dit niet dat hij volledig terug kan keren naar het werk. Door de ziekte, lage opleiding of leeftijd kan er een achterstand zijn op de arbeidsmarkt en is het moeilijk weer mee te doen aan het arbeidsproces. Daardoor is er geen inkomen, tenzij de werknemer een bijstandsuitkering krijgt. In vele gevallen is dit echter niet wenselijk, omdat de werknemer nog wel kan en wil werken, maar hier alleen de mogelijkheid niet toe krijgt. Een no-risk voor een ’35-minner’ kan de mogelijkheid vergroten bij de eigen werkgever te blijven, nadat uit de WIA-keuring blijkt dat er geen recht bestaat op een arbeidsongeschiktheidsuitkering. De werkgever loopt echter het risico, dat de werknemer opnieuw uitvalt wegens ziekte en er loon moet worden doorbetaald. Voor veel werkgevers is dit een argument om de werknemer niet in dienst te houden. De no-risk polis van artikel 29b van de Ziektewet is wel van toepassing op werknemers die minder dan 35% arbeidsongeschikt zijn, indien aan vier voorwaarden is voldaan: 1. werknemer had geen recht op een WIA-uitkering; 2. werknemer had voor het einde van de wachttijd geen dienstbetrekking met een andere dan zijn eigen werkgever; 3. werknemer was niet in staat om eigen of aangepaste werkzaamheden bij zijn eigen werkgever te verrichten; 4. werknemer gaat binnen vijf jaar na einde wachttijd bij een werkgever in dienstbetrekking arbeid verrichten. Tevens is de no-risk polis van artikel 29 b Ziektewet van toepassing op werknemers die wel een WIA-uitkering ontvangen. Waarom zijn de werknemers die bij hun eigen werkgever re-integreren slechter af dan werknemers die niet bij hun eigen werkgever re-integreren? Re-integratie bij de eigen werkgever is volgens het overheidsbeleid wenselijk. Om dit mogelijk te maken, zal de doelgroep van artikel 29b ZW verruimd moeten worden. Krijgt de werknemer een structureel functioneel beperkt status (SFB) en daarmee een no-risk, dan is het risico voor de werkgever op hernieuwde loondoorbetaling weggenomen en daarmee de voornaamste reden om een ‘35-minner’ niet in dienst te houden. Deze prikkel werkt activerend voor de werkgever om de werknemer in dienst te houden na de WIA-keuring.
Financiering no-risk voor ’35-minners’
Heliosstraat 53a 7321 ED Apeldoorn (055) 843 5410
[email protected] www.cs-opleidingen.nl
Bij invoering van de WIA is de reikwijdte van de no-riskpolis verruimd, om arbeidsgehandicapten de kans te geven bij werkgevers in dienst te komen of te blijven en werkgevers hier een vergoeding tegenover te stellen. Om dit te kunnen financieren, is de groep ’35-minners’ buiten de reikwijdte van de no-risk gehouden, omdat zij theoretisch in staat moeten zijn om zonder uitval door ziekte hun oude loonwaarde te behouden. Daarnaast was een andere beweegreden dat de werkgevers en sociale partners voor de re-integratie en het inkomen van de <35% groep verantwoordelijk zou zijn en er daarmee al voldoende ondersteuning geboden werd voor deze groep. Doordat de werkgever loondoorbetaling bij hernieuwde ziekmelding kan ontduiken door contractaanpassingen, vervalt deze ‘zorgplicht’ en staat de werknemer wederom met lege handen. De financiële consequenties van de uitbreiding van artikel 29b Ziektewet zouden kunnen worden ondervangen door de ‘gewenningsbijdrage na de herbeoordeling’ in de WIA af te schaffen (artikel 60 lid 3 WIA). Wenselijkheid no-risk voor werkgever en werknemer De wenselijkheid voor een no-risk voor de werknemer is hierboven uitgebreid benadrukt. Voor de werkgever is het ook wenselijk dat werknemers die minder dan 35% arbeidsongeschikt zijn in dienst gehouden kunnen worden, doordat er bij hernieuwde uitval door ziekte een vangnet van toepassing is en de werkgever geen loon hoeft door te betalen. Dit is het financiële aspect. Het maatschappelijke aspect is de zorg die de werkgever op zich neemt voor werknemers die anders langs de kant van de arbeidsmarkt komen te staan. In deze tijd van activering van alle groepen werknemers vanuit uitkeringssituaties is het wenselijk dat werkgevers hier ook de mogelijkheid toe krijgen, zonder volledig financieel de lasten te dragen voor het overheidsbeleid. Activering en participatie kunnen met een wettelijke grondslag ingericht worden, ten einde het overheidsbeleid zodanig ten uitvoer te brengen, dat alle doelgroepen de mogelijkheid hebben en krijgen om deel te nemen aan het arbeidsproces. Conclusie Naar aanleiding van uw initiatiefnota, die wij overigens met veel interesse hebben gelezen en waar wij ons ook in kunnen vinden, is deze brief een aanvulling. De hierboven beschreven problematiek is een essentieel onderdeel om deze weeffout in de wet WIA te herstellen. Dit helpt de 35-minner zijn baan te behouden en de werkgever om deze werknemer in dienst te houden, zonder een hoge kostenpost. Daarnaast kan dit een stimulerende maatregel zijn om werknemers met een arbeidshandicap weer deel te laten nemen aan de arbeidsmarkt. Daarmee wordt ook een verlichting van de uitkeringslast gecreëerd, die ten goede komt van een gezonde verzorgingsstaat met het essentiële en noodzakelijke sociale vangnet.