Antwoord
aan de vijanden van de open samenleving
Actieplan tegen terreur en radicalisering
INHOUDSTAFEL Inhoudstafel
2
Inleiding
4
Vrijheid & Veiligheid: een vals dilemma
7
Politie
8
1.
Rekrutering van politie op niveau houden
8
2.
Eén politiezone in Brussel
8
3.
Inhaalbeweging diversiteit in het politiekorps
8
Informatievergaring
9
4.
Privacy in de 21ste eeuw
5.
Databanken
10
6.
Inlichtingendiensten
10
7.
ANPR-camera’s inzetten op correcte manier
10
8.
Patrouilleren op het internet mogelijk maken
11
Criminaliteit bestrijden 9.
Illegale wapenhandel bestrijden
9
11 11
10.
Aanpak van zones met georganiseerde criminaliteit
11
11.
Financiering terrorisme aanpakken
12
12.
De rechtstaat herstellen, beginnen in de openbare ruimte.
12
Terroristen aanpakken
12
13.
Reeds genomen maatregelen
12
14.
Geen automatisch recht op terugkeer
14
Over grenzen heen kijken
15
15.
Een gecoördineerde aanpak in eigen land
15
16.
Een Europese aanpak
15
17.
Grenzen controleren
15
Inhoudstafel
18.
Syrië en Irak
15
19.
De steunpilaren van Daesh aanpakken
16
20.
Nieuwe broeihaarden voorkomen
17
Eerlijke kansen & Integratie: oorzaken wegnemen
18
21.
Investeren in achtergestelde stadswijken
18
22.
Zorgen voor voldoende bagage op vlak van integratie
19
23.
Onderwijs
19
24.
Hinderpalen voor werk wegnemen
19
25.
Aanpakken van discriminatie
20
26.
Activering via het integratiecontract en gemeenschapsdienst
20
27.
Maatschappelijk draagvlak voor sociale zekerheid vergroten
21
Diversiteit & waarden: Mensen verbinden Onze waarden
22 22
28.
De fundamenten van onze samenleving sterker uitdragen
22
29.
Gelijkheid van mannen en vrouwen
23
30.
Stop het doelgroepenbeleid
23
Onderwijs
24
31.
Thuisonderwijs: controleren, insnoeren of afschaffen
24
32.
Samen in het jeugdwerk
24
Islam in onze maatschappij
25
33.
Inmenging van de Golfstaten tegengaan en verbieden
25
34.
De uitbouw van een Europese islam faciliteren
26
INLEIDING Actieplan tegen fundamentalisme en voor een open samenleving “We hold these truths to be self-evident: that all men are created equal; that they are endowed by their Creator with certain unalienable rights; that among these are life, liberty, and the pursuit of happiness,” staat in de Amerikaanse Onafhankelijkheidsverklaring. Maar zijn deze rechten wel zo self-evident? Nee, blijkt vandaag helaas eens te meer. We moeten ze verdedigen. Want fysieke integriteit, godsdienstvrijheid, vrije meningsuiting, gelijkheid van allen, ongeacht geslacht, geloof, seksuele voorkeur, politieke overtuiging, zijn te belangrijk om ze te laten aantasten. De aanslagen in Parijs, de dagelijkse waanzin van Daesh in het Midden-Oosten betekenen dat we - of we dat willen of niet - in een totaal nieuw tijdsgewricht zijn terecht gekomen. Dat is zo al sinds 9/11. Maar toen was dat nog enigszins een ver-van-mijn-bed gebeuren. Nu zitten we er middenin. De onderzoeken lopen nog, maar één zaak is duidelijk: er zijn belangrijke linken naar ons land. Een aantal van de daders hebben banden met ons land. Onze eigen hoofdstad, in het hart van Europa, fungeerde als een logistieke draaischijf voor de aanslagen. De mogelijke daders zijn in onze samenleving opgegroeid. Het heeft geen enkele zin om struisvogel te spelen. Dat hebben Madrid, Londen, Parijs, Verviers en nog eens Parijs ons duidelijk gemaakt. Parijs was niet het einde, het is spijtig genoeg een volgende fase in een langdurig conflict waar we niet buiten kunnen blijven. Het raakt ons allen in de kern van wat we zijn en hoe we willen leven. Dit is ook niet louter meer een uitdaging voor de politiek, maar voor de hele samenleving. Alle krachten worden gemobiliseerd. We worden geconfronteerd met een totalitaire ideologie die de fundamenten van onze maatschappij radicaal verwerpt en met alle mogelijke middelen de confrontatie aangaat. Deze totalitaire ideologie lijkt sterk op andere totalitaire wereldbeelden zoals het nazisme van Hitler of het communisme van Pol Pot. Het is even gevaarlijk, radicaal en onverzoenbaar
Inleiding
Deze totalitaire ideologie kaapt de Islam. Ze maakt er een cultuur van de dood en de wreedheid van. Op die manier stigmatiseert ze moslims zoals het nazisme met de Duitsers deed, of Pol Pot met socialisten. Fundamentalisme dwingt ons om ons maatschappijmodel te verdedigen. We lukken daar alleen in als we onze taboes laten vallen en platgetreden paden verlaten. Dat betekent niet dat we ongenuanceerd handelen, maar politiek correct denken is evenmin bevorderlijk. We leven in de 21ste-eeuw maar werken nog teveel met concepten en methoden uit de 20ste. We moeten de fundamenten van onze samenlevingsmodel, gebaseerd op vrijheid, gelijkheid en broederlijkheid herijken. Politie, justitie en indien nodig defensie moeten de strijd tegen het terrorisme en gewelddadig extremisme ten volle aangaan. Vandaag blijkt echter dat onze veiligheids- en inlichtingendiensten te versnipperd werken, binnen België, maar ook over de grenzen heen. Maar de staat kan geen ideologie verslaan, dat moet de samenleving doen. Dat moeten mensen doen. We zullen maar een echte overwinning boeken op de fundamentalisten als we de expliciete of impliciete aanhang ervoor én hun voedingsbodem en rekruteringsbasis hebben weggenomen of laten opdrogen. We moeten ons vragen stellen als we zien dat een aantal jongeren, vaak met een migratieachtergrond van de tweede of derde generatie al, naar Syrië trekken om daar barbaarse daden te stellen, of aanslagen plegen tegen hun landgenoten, stadsgenoten in eigen land. Het maakt ons duidelijk dat ons integratiebeleid voor heel wat mensen vandaag niet gewerkt heeft. Die diagnose durven stellen is het begin van de zoektocht naar de remedie. De strijd die de terroristen voeren is er dus niet alleen een met bommen en aanslagen en geweld, maar ook met ideeën en emoties. Het is in essentie een ideologische strijd tussen een democratische rechtstaat en een totalitaire staat, tussen een open samenleving of een theocratie, tussen respect voor de mensenrechten of de dictatuur van wat sommigen in een heilig boek menen te lezen. We moeten die strijd aangaan om de harten en hoofden van mensen. We moeten zoveel mogelijk mensen winnen voor, en binden aan, ons maatschappijmodel. Dat is in wezen een politieke strijd, maar in de meest fundamentele betekenis van het woord. Liberalen moeten daarin het voortouw nemen. Want die strijd vereist een individuele kijk op de samenleving. Empowerment, mensen sterker maken, is hier het sleutelwoord. Waarbij we niet kijken naar de afkomst van mensen, maar naar hun toekomst. Ons land draagt de waarden van de Verlichting uit. Het unieke is dat deze idealen universeel zijn en een gedeelde basis zijn voor eenieder. Scheiding van kerk en staat, godsdienstvrijheid; vrije meningsuiting, gelijkheid van man en vrouw en van iedereen ongeacht seksuele voorkeur, stemrecht, recht op onderwijs en werk ongeacht etnische achtergrond of geloof zijn fundamenteel. Op dat project moeten we trots zijn en het zou de opdracht van alle actoren in de samenleving moeten zijn om – los van iedere politieke, levensbeschouwelijke, regionale of
Inleiding
taalkundige achtergrond – die waarden consequent te koesteren. Die waarden zijn inclusief, niet-cultureel gebonden en nodigen uit tot participatie en actief burgerschap. De terroristen van Daesh hopen met aanslagen haat, verdeeldheid en polarisatie te zaaien. Ze willen ons dwingen naar de wereld te kijken door hun bril. In een verdeelde samenleving groeien immers hun rekruteringskansen. Daarom moet ons beleid net het omgekeerde beogen: onze gedeelde waarden versterken, eerlijke kansen bevorderen, diversiteit omarmen, vrijheid versterken. Zij willen dat we vijanden zien in onze medemensen, wij moeten ze zien als medeburgers, medeslachtoffers, bondgenoten. Als we van die lijn afwijken, behaalt het extremisme haar grootste overwinning. De terroristen proberen ons nog een andere fout te laten maken. Een strategie die elke totalitaire ideologie hanteert in haar strijd tegen democraten. Ze hoopt dat we als reactie onze eigen principes opgeven, onze basisrechten opschorten, de rule of law loslaten, kiezen voor willekeur. Dat mogen we nooit doen, want dan winnen ze opnieuw en laten wij ons zien als inconsequent, onbetrouwbaar en ongeloofwaardig. Maar we moeten wel de moed hebben onze principes te hertalen naar vandaag, onze methoden te actualiseren. En vooral: we moeten offensief onze liberale democratie en universele waarden verdedigen.
Vrijheid & Veiligheid: een vals dilemma
Concrete actiepunten Taboes doorbreken. Duidelijke keuzes. Nieuwe wegen.
VRIJHEID & VEILIGHEID: EEN VALS DILEMMA Als liberalen stellen we de fundamentele vrijheden voorop. Boven alles is er het recht op veiligheid en fysieke integriteit, dat een basisrecht is waar niet aan getornd kan worden. Wie moet vrezen voor zijn of haar leven, heeft weinig boodschap aan andere vrijheden. De eerste taak van een samenleving is dan ook de veiligheid van de burgers vrijwaren. Alle overheden, van de lokale besturen tot Europa, moeten dit zien als een kerntaak, de handen in elkaar slaan en nooit hun verantwoordelijkheid afwijzen. We moeten resoluut zijn in onze strijd tegen terrorisme. Maar we mogen ook niet in de val van terroristen trappen. Zij willen niet liever dan dat we, gedreven door angst, onze eigen waarden, onze eigen manier van leven aan de kant schuiven. Onze eenheid en vastberadenheid zijn daarbij essentieel. In onze strijd tegen het terrorisme moeten we dus altijd onze fundamentele vrijheden in het achterhoofd houden. We moeten streng zijn voor wie die vrijheden aanvalt. We laten onze vrijheid van meningsuiting niet zo misbruiken dat de democratie in gevaar komt. We laten het respect voor privacy niet misbruiken door wie clandestien misdaden wil uitvoeren. We laten de vrijheid van religie niet gebruiken door wie onder het mom van religie haat tegen anderen predikt. Kortom, we laten onze vrijheden niet gebruiken door wie die vrijheden zelf wil ondergraven. Het gaat dus nooit om een zwart-wit-keuze tussen vrijheid en veiligheid, maar altijd om het zoeken naar het juiste evenwicht. Hoe groter onze overtuiging dat terrorisme met verregaande maatregelen moet worden bestreden, hoe voorzichter we moeten zijn in de implementatie ervan. Dat is ook wat Michael Ignatieff tijdens de lezingenreeks Café Futur van Open Vld en in zijn boek The Lesser Evil al aanhaalde. Alle maatregelen in de strijd tegen het terrorisme die in conflict komen met onze fundamentele vrijheden moeten aan een aantal voorwaarden voldoen:
Vrijheid & Veiligheid: een vals dilemma
Tijdelijkheid: we voorzien een houdbaarheidsdatum en een verplichte evaluatie. Zo vermijden we dat ze later in een totaal andere context gebruikt kunnen worden. Proportionaliteit: we schieten niet met een kanon op een mug, enkele extreme problemen vereisen extreme maatregelen. Controle: voor elke maatregel moeten er voldoende checks and balances met controle door Parlement, rechterlijke macht en burgers zelf zijn. De toets van de lange termijn: wat zijn de effecten van maatregelen op de langere termijn? Dienen ze het doel van de open en vrije samenleving?
POLITIE 1. Rekrutering van politie op niveau houden Vandaag zijn er al grote tekorten aan manschappen bij de federale politie. Ook in sommige zones beginnen er grote gaten te vallen. Antwerpen heeft op dit moment al 140 VTE tekort, terwijl ze wel degelijk middelen heeft voorzien om die te betalen. De reden: er worden te weinig mensen gerekruteerd. Om het aantal politiemensen op peil te houden, moeten we landelijk jaarlijks ongeveer 1400 politiemensen rekruteren. Dit jaar werd in de eerste tien maanden niemand gerekruteerd en konden in oktober maar 600 mensen starten met hun opleiding. Waarschijnlijk komt er nog een contingent van 200 bij dit jaar. Mechelen bijvoorbeeld verwacht hierdoor tegen einde 2016 een tekort van 20 VTE die ze niet kunnen invullen. Ter vergelijking: dat is in aantal een derde van de (heel grote) lokale recherche. Dit is een tijdbom die onmiddellijk ontmanteld moet worden.
2. Eén politiezone in Brussel Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest telt 5000 politieagenten. Geen Europese stad heeft zoveel politie. Maar zolang er geen ééngemaakte politiezone komt onder leiding van een slagvaardige korpschef zal zich hier een veiligheidsprobleem stellen. De federale overheid moet bij wet deze eenmaking opleggen. Met een ééngemaakte politie, uitgerust met de meest moderne uitrusting en technieken, kan Brussel op korte termijn enorme vooruitgang boeken in de strijd tegen het terrorisme en het gewelddadig radicalisme.
3. Inhaalbeweging diversiteit in het politiekorps Een dringende inhaalbeweging om meer diversiteit in de politie te krijgen is nodig. Dat is cruciaal om twee redenen: de politie wordt een spiegel van de samenleving en dat versterkt de band en de identificatiemogelijkheden van mensen met de overheid. Daarnaast bieden we een antwoord op een actueel veiligheidsmanco dat erin bestaat dat de politie te weinig capaciteit heeft om vaak voorkomende vreemde talen te begrijpen (Arabisch, Tamazight, ...). Ons voorstel is eenvoudig: laat mensen nu psychologische en fysieke proeven doen, onderzoek hun achtergrond op geschiktheid en meldt hen dat. Geef ze dan bijvoorbeeld 2 jaar de tijd om hun diploma middelbaar onderwijs te halen en hun kennis Nederlands bij te schaven (deze laatste twee zijn dé reden waarom zo weinig allochtonen politieman of vrouw kunnen worden). Laat hen ondertussen al parttime bij de politie werken op
Vrijheid & Veiligheid: een vals dilemma
administratieve of andere haalbare taken, zodat ze vertrouwd raken met het korps. Daarnaast volgens ze les op hun maat. Dat voorstel botst steeds op allerlei idiote bezwaren. De Minister van Binnenlandse Zaken gaat nu een sterk afgezwakt proefproject doen in Antwerpen, maar we hebben geen proefproject nodig maar een robuust programma om die diversiteit zo snel mogelijk op niveau te tillen.
INFORMATIEVERGARING 4. Privacy in de 21ste eeuw Privacy is een fundamenteel recht. Zeker liberalen zijn hier erg gevoelig aan en terecht. Maar we hanteren in onze politieke benadering een privacyconcept dat stamt uit de 20ste eeuw. De grote vijand was toen het communisme, met een overheid die al haar inwoners controleerde en met een bureaucratie die werkte als gedachtenpolitie. Vandaag leven we in een andere tijd. De sociale media en de technologische revolutie zorgt ervoor dat het privacydebat een ander paradigma behoeft. Onze privacy is ook bedreigd door zowel big business, die info over ons opslaan, verwerken, gebruiken,verkopen. Ook andere mensen kunnen veel eenvoudiger en op nieuwe manieren ongevraagd inbreken in onze privacy. Op de keper beschouwd is de wijze waarop de overheid met onze privacy omgaat het meest van al wettelijk geregeld en afgebakend. Anderzijds is de overheid wellicht ook die partij die het minst over ons doen en laten weet. Het risico van misbruik is daar - juist omwille van het specifieke karakter van de overheid in een democratische samenleving - het kleinst. De driehoekrelatie veiligheid, overheid en privacy moeten we bekijken in de context van een veranderende wereld. Terroristen hebben vandaag nagenoeg ongelimiteerde middelen om wereldwijd met elkaar te communiceren en kunnen zich makkelijker dan ooit verplaatsen tussen steden, landen en zelfs continenten. Koppel die vaststelling aan een overheid die nauwelijks informatie mag garen en besef meteen hoe ongelijk de strijd is. Dit wil niet zeggen dat we de overheid een carte-blanche moeten geven. Want zolang alles goed loopt, stellen we ons geen vragen. Pas als het fout loopt, vragen we ons af wat we gedaan hebben. Maar we moeten ook de verkramping achterwege laten die soms verhindert dat de staat haar verantwoordelijkheid ten aanzien van onze veiligheid ten volle kan opnemen. Het betekent dat we privacy op een andere manier moeten durven bekijken. Nieuwe technologie verandert onze omgang met privacy fundamenteel: kunnen we nog vermijden dat anderen persoonlijke informatie over onszelf kennen? Nauwelijks. Maar we kunnen mensen hun privacy wel terug in handen geven. Daarin heeft de overheid een nieuwe belangrijke rol te vervullen. Ze moet de basisregels vastleggen en toezien op de naleving ervan. Wie bewaart informatie, en hoe lang? Wie krijgt toegang tot welke informatie? Wat zijn de regels voor verdere verspreiding? Hoe
Vrijheid & Veiligheid: een vals dilemma
kunnen burgers weten wie welke informatie heeft? Hoe kunnen burgers de verwijdering van gegevens vragen? En dat zowel voor gegevens die door privéspelers bijgehouden worden als door overheden.
5. Databanken Inlichtingendiensten moeten de nodige informatie kunnen vergaren om terroristen op te sporen. Centraal daarin moet echter de proportionaliteit staan: enkel gegevens die echt nodig zijn moeten opgeslagen worden, en dat enkel zolang het nodig is. Het heeft ook geen nut meer en meer gegevens op te slaan als we ze niet kunnen analyseren en/of uitwisselen met andere inlichtingendiensten. We moeten zorgen dat wat we doen, ook kan werken. Anders moeten we geen privégegevens gaan inzamelen. Daarnaast moet er uiteraard een strikte democratische controle zijn, en moeten individuen ook kunnen nagaan wie wat weet. Wetgeving rond dataretentie (van telecommunicatiegegevens) en PNR – Passenger Name Records (commerciële informatie over internationale verplaatsingen) hebben hier een belangrijke rol in te spelen. Voor PNR ijveren we voor een Europese aanpak, verderbouwend op het werk dat Commissie en Europees Parlement al verzet hebben. Idealiter is er één Europees systeem, of zijn de verschillende systemen op zijn minst compatibel met elkaar.
6. Inlichtingendiensten: samenwerken of fusioneren, onder democratische controle Ons land heeft twee inlichtingendiensten: een burgerlijke, de Staatsveiligheid en een militaire, de ADIV, de Algemene Dienst Inlichtingen en Veiligheid. Daarnaast beschikken we ook over het Coördinatieorgaan voor de Dreigingsanalyse (OCAD). Samen staan ze in voor de bescherming van de staat en haar instellingen. Deze diensten moeten hun informatie beter kunnen uitwisselen en in de toekomst meer samenwerken. De grens tussen militair en niet-militair is immers vaag geworden. We moeten ons eveneens durven de vraag stellen of een geïntegreerde inlichtingendienst geen geschikte(re) oplossing is. Essentieel daarbij blijven duidelijke regels en een strenge democratische controle via het Comité I. Ook moeten de Europese inlichtingendiensten informatie beter met elkaar delen. Een Europees platform, met voldoende aandacht voor checks and balances, kan dit mogelijk maken.
7. ANPR-camera’s inzetten op correcte manier In de steden en regio’s waar camera’s met automatische nummerplaatherkenning (“ANPR”) ingezet worden zijn de resultaten op het terrein positief, ook voor het oplossen van criminele feiten. We breiden het gebruik van ANPR-camera’s uit. Daarnaast maken we er één ANPR-netwerk van zodat het een cameraschild over ons land wordt. Zo kunnen we grensoverschrijdende criminaliteit en terroristische groeperingen beter bestrijden. Toegang tot de gegevens moet echter sterk beperkt worden tot het parket en de inlichtingendiensten, en er moet degelijk toezicht op de naleving hiervan ingebouwd worden.
Vrijheid & Veiligheid: een vals dilemma
8. Patrouilleren op het internet mogelijk maken Aanzetten tot en oproepen tot haat en geweld moeten ook op het internet worden aangepakt. Binnenkort start in ons land een Internet Referral Unit om deze taak op zich te nemen. Het zal er op aan komen het patrouilleren op internet wettelijk te regelen, met respect voor de privacy. Nu riskeren agenten nog een procedurefout als ze semipublieke informatie verzamelen via een anonieme account op Facebook of andere internetfora waar je je moet registreren (bv. met een fictief e-mailadres). Dat moet veranderen.
CRIMINALITEIT BESTRIJDEN 9. Illegale wapenhandel bestrijden België blijkt al te vaak een draaischijf te zijn wanneer illegale wapens opduiken. De strijd tegen illegale wapenhandel moeten we dan ook onverkort verder zetten. Er werd een interfederaal comité ter bestrijding van illegale wapenhandel opgericht. Dit comité moet optimaal werken door de acties van de diverse diensten op elkaar af te stemmen. Het probleem moet ook duidelijker in kaart worden gebracht, omdat vandaag iedere informatie over het aantal illegale wapens in ons land ontbreekt. Verder moet het actieplan inzake de strijd tegen illegale wapenhandel verder worden gezet. Een belangrijk aspect daarbij is de internationale samenwerking, onder meer via Europol, gezien ook veel wapens vanuit andere regio’s in Europa in ons land terechtkomen. Het Centraal Wapenregister is een geïnformatiseerde databank waarin gegevens worden opgenomen over het bezit en de overdracht van vuurwapens, over wapenbezitters en erkende personen. In het CWR worden alle personen geregistreerd die op basis van een vergunning, een erkenning als handelaar of verzamelaar, een sportschutterslicentie of een jachtverlof vuurwapens voorhanden houden. Een goedwerkende CWR is cruciaal om legaal en illegaal wapenbezit te onderscheiden. Dergelijke databank laat immers ook toe om vast te stellen wanneer legale wapens van de radar verdwijnen en mogelijks in het illegale circuit komen. Er moet ingezet worden op het performant maken en houden van deze databank. Daarnaast moet ook een duidelijk beeld gekregen worden van de manieren waarop onklaar gemaakte wapens opnieuw schietklaar gemaakt worden. Deze gedemilitariseerde wapens worden door relatief simpele ingrepen opnieuw inzetbaar en maken deel uit van het illegale circuit. Een zicht op de aantallen van deze wapens ontbreekt echter vooralsnog.
10. Aanpak van zones met georganiseerde criminaliteit In diverse steden en gebieden zijn plaatsen waar verschillende vormen van georganiseerde criminaliteit welig tieren: voertuigencriminaliteit, productie en handel in drugs, witwaspraktijken, prostitutie, smokkel van alcohol en sigaretten, illegale wapentrafiek, mensenhandel en mensensmokkel, enz. Deze groepen zijn ook vatbaarder voor radicalisering. Deze criminele activiteiten manifesteren zich voornamelijk in een aantal grote steden met Brussel en Antwerpen als uitschieters
Vrijheid & Veiligheid: een vals dilemma
Deze zones moeten in kaart gebracht worden op basis van kwantitatieve en kwalitatieve criteria, en geprioritiseerd. De diverse problemen vereisen een geïntegreerde aanpak door gemengde teams samengesteld uit actoren uit de politionele diensten, FOD Financiën (Bijzondere Belastingsinspectie), Dienst Vreemdelingenzaken, milieu-inspectie, RSZ, RVA, brandveiligheid, economische inspectie, Justitie, enz.
11. Financiering terrorisme aanpakken Het zal er ook op aankomen de financieringsbronnen van terrorisme en radicalisme aan te pakken. Dan hebben we het niet enkel over de klassieke financieringsbronnen. We moeten daarbij ook de criminele nevenactiviteiten opsporen en bestrijden. Terroristische groeperingen zijn meestal ook actief in andere criminele takken, al was het maar om aan inkomsten te raken: wapenhandel, autozwendel, drughandel, enzovoort. De strijd tegen deze criminele fenomenen moet worden opgespoord, omdat daarmee ook de terreurnetwerken zelf beter zichtbaar worden. Maar dergelijke groeperingen doen evengoed op legale manieren aan zaken en verdienen daarmee nog meer geld. Naast de klassieke politionele onderzoeken hebben dus ook sociale en fiscale inspecties hier hun rol. Bovendien dringt verdere actie tegen witwassen, ook op Europees niveau, zich op. De Cel Financiële Informatiewerking moet bovendien ook kunnen optreden in geval van extremisme, en niet enkel in geval van terrorisme vandaag. Voor de definitie van “extremisme” vallen we terug op de regeling voor de inlichtingen- en veiligheidsdiensten. Dit slaat dus enkel op activiteiten die onder meer de veiligheid van de Staat en het voortbestaan van de democratische en grondwettelijke orde bedreigen of zouden kunnen bedreigen. Op die manier kunnen we mogelijke gevaren in een vroeger stadium detecteren.
12. De rechtstaat herstellen, beginnen in de openbare ruimte. De broken window-theorie leert ons dat verloedering en overlast de start zijn van een negatieve spiraal die eindigt in het verdwijnen van sociale cohesie, vrij spel voor misdaad. Door in probleemwijken de rechtstaat terug te herstellen, met een kordaat lik-opstukbeleid, het afdwingen van het respect voor de spelregels van onze samenleving, het creëren van een versterkt veiligheidsgevoel wordt de eerste stap gezet naar een hersteld vertrouwen in onze maatschappij. Jeugdbendes, overlast, spijbelen, drugdealen, kraakpanden, ... moeten met methoden van gewapend bestuur worden aangepakt totdat de normaliteit in deze wijken is teruggekeerd.
TERRORISTEN AANPAKKEN 13. Reeds genomen maatregelen In reactie op de terreuraanslag op Charlie Hebdo en de verijdelde aanslag in Verviers heeft de Regering 12 maatregelen goedgekeurd ter ondersteuning van het antiterreurbeleid. Het betrof met name maatregelen in versnelde uitvoering van het Regeerakkoord of maatregelen die bestaande gaten in het veiligheids- en inlichtingbeleid dienden op te vullen. We weten waarom we deze maatregelen namen: wie naar vreemde landen trekt om daar mee te werken aan een barbaarse strijd, moet daar de gevolgen van dragen. Daarom
Vrijheid & Veiligheid: een vals dilemma
stelden we naar het buitenland trekken om daar terroristische activiteiten te plegen strafbaar en maakten we het mogelijk de Belgische nationaliteit af te nemen. De 12 maatregelen waren: 1) 2)
3)
4) 5) 6) 7)
8) 9)
10) 11) 12)
Aanvulling van het strafwetboek met een nieuw terroristisch misdrijf, namelijk verplaatsing naar het buitenland voor terroristische doeleinden Uitbreiding van de lijst van strafbare feiten die aanleiding geven tot het gebruik van bijzondere opsporingsmethoden (art. 90ter van het Wetboek van Strafvordering) tot alle terroristische misdrijven (boek II, Titel Iter van het strafwetboek) Uitbreiding van de mogelijkheden voor het intrekken van de nationaliteit (bij dubbele nationaliteit) waardoor voor terroristische misdrijven ook de Belgische nationaliteit kan ingetrokken worden als de feiten gepleegd na 10 jaar na toekenning van de Belgische nationaliteit. Tijdelijke intrekking identiteitskaart, weigering tot aflevering en intrekking van paspoorten : bestuurlijke maatregel bestemd om het afreizen tegen te houden Tenuitvoerlegging van de bevriezing van de nationale tegoeden, teneinde de financiering van terrorisme te bestrijden Herziening van de circulaire « Foreign Fighters » van 25 september 2014, om een betere opvolging van de FTF te bewerkstelligen Optimalisering van de informatie uitwisseling tussen administratieve en gerechtelijke diensten en overheden (met problematiek van het gedeeld beroepsgeheim) Herziening van het plan tegen radicalisering van 2005 (Plan R) wordt versneld, om rekening te houden met de recente evoluties Radicalisme in de gevangenissen: er wordt geïnvesteerd in meer ondersteuning en opleiding voor de gevangenissen om een antwoord te geven op de toenemende radicalisering binnen de gevangenissen. Daarnaast komt er een specifieke sectie in Hasselt en in Ittre om de geradicaliseerden die proberen te rekruteren in de gevangenis apart onder te brengen. Hervorming van de inlichtingen- en veiligheidsinstanties Inzet van het leger voor specifieke bewakingsopdrachten Versterking van de analysecapaciteit van de Veiligheid van de Staat
Na de aanslagen van 13 november in Parijs kondigde de federale regering nog bijkomende maatregelen aan. Deze worden momenteel verder uitgewerkt. 1. 2. 3. 4. 5. 6.
400 miljoen euro extra voor veiligheid en strijd tegen terrorisme Versterking van de politiecontroles aan de grenzen (Tijdelijke) inzet van 520 militairen om de veiligheid op te drijven Nieuwe technologieën voor de inlichtingendiensten (stemherkenning, uitbreiding telefoontap in geval van onder meer wapenhandel) Administratieve aanhouding van 72 uur voor terroristische daden 24 uur op 24 - huiszoekingen voor terroristische misdrijven en einde van de uitzondering waarbij huiszoekingen tussen 21 uur en 5 uur niet zijn toegestaan
Vrijheid & Veiligheid: een vals dilemma
7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17.
18.
Foreign fighters – vrijheidsberoving: principe: gevangenis bij terugkeer naar België Elektronische band voor personen die geregistreerd staan bij de dreigingsanalysediensten (met procedure op tegenspraak) Registratie van de gegevens van passagiers in vliegtuigen en hogesnelheidstreinen Screening van alle predikers om iedereen die haat predikt, onder huisarrest te plaatsen, van hun vrijheid te beroven of uit te wijzen Ontmanteling van niet-erkende cultplaatsen die het jihadisme verspreiden Einde anonieme prepaid kaarten Actieplan Molenbeek – preventie en repressie Versterking van de screening voor de toegang tot gevoelige jobs Uitbreiding van het netwerk van camera’s voor nummerplaatherkenning Afsluiten van websites die haat prediken Evaluatie met het oog op een aanpassing van de wetten in verband met de noodtoestand. Mogelijkheid tijdelijke en uitzonderlijke maatregelen om de publieke veiligheid te verzekeren. Deelname op het internationale toneel aan de strijd tegen IS. Fregatschip Leopold I: escorte van het Franse vliegdekschip “Charles de Gaulle”. Luchtaanvallen beurtelings met Nederland.
14. Geen automatisch recht op terugkeer Vandaag stellen we ons de vraag hoe we moeten omgaan met Syriëstrijders die naar ons land willen terugkeren. We moeten echter verder durven gaan, zonder met bestaande internationaalrechtelijke verdragen in strijd te komen. Wie naar Syrië (of naar andere landen) trekt voor terroristische doeleinden, moet daar de verantwoordelijkheid voor dragen. Het is te makkelijk om hier te vertrekken, mee te doen aan terroristische activiteiten, en dan eenvoudigweg terug te keren. Wie met organisaties als Daesh gaat meestrijden, moet beseffen dat ze zich daarmee buiten ons maatschappelijk model stellen. We moeten duidelijk stellen dat wie dat doet, in principe niet meer op een reguliere manier kan terugkeren naar ons land. We voeren daarom een tijdelijke maatregel in. Wie nog wil terugkeren, kan dat aanvragen. We kiezen voor een gecontroleerde en strikt georganiseerde vorm van terugkeer. Enkel na een onderzoek kan een terugkeer mogelijk zijn, maar dat zal altijd gevolgd worden door minstens een opvolgingstraject, een deradicaliseringstraject. Daarnaast zullen de reeds voorziene straffen opgelegd worden naargelang de gepleegde feiten. Zo kan nog altijd (waar mogelijk) de nationaliteit afgenomen worden, zoals reeds voorzien in maatregelen die we eerder dit jaar namen. In het Verenigd Koninkrijk bestaat een soortgelijke regeling al. De minister kan voor wie vertrokken is om terrorismedaden te plegen (of bij een vermoeden), een temporary exclusion order uitvaardigen. Hiervoor is voorafgaande toestemming van de rechtbank nodig, tenzij de urgentie dit niet toelaat. Die persoon kan dan tijdelijk niet naar de UK terugkeren, tenzij onder de voorwaarden bepaald in een permit to return, dat de voorwaarden voor terugkeer bepaalt (vb. periode waarbinnen men dient terug te keren, op welke vlucht, bij wie zich aan te melden bij terugkeer, enz.). Er kunnen ook verplichtingen
Vrijheid & Veiligheid: een vals dilemma
opgelegd worden eenmaal men teruggekeerd is (vb. naar politie gaan, bepaalde afspraken naleven, enz.). Wie de verplichtingen niet naleeft, begaat een misdrijf en kan gestraft worden (gaande van een boete tot een gevangenisstraf van maximum 5 jaar).
OVER GRENZEN HEEN KIJKEN Terrorisme kent geen grenzen. Het is dan ook belangrijk dat we zelf ook onze eigen grenzen overstijgen. Zowel binnen ons eigen land, als buiten de Belgische landsgrenzen.
15. Een gecoördineerde aanpak in eigen land Het is duidelijk dat deze problematiek onze klassieke bevoegdheidsverdelingen overstijgt. Daarom moet er zo snel mogelijk een task force komen onder leiding van de premier. Daarbij moeten alle verantwoordelijken betrokken zijn: de bevoegde federale ministers, de deelstaten, veiligheidsdiensten, lokale actoren, etc.
16. Een Europese aanpak We onderschrijven de “ALDE contribution to an EU roadmap to combat terrorism”. De Europese liberale fractie stelt daarin een aanpak gebaseerd op 5 punten voor: 1. Nieuwe instrumenten om inlichtingen en informatie op EU-niveau te delen 2. Interne veiligheid- en wetshandhavingscapaciteiten verder uitbouwen door Europol te versterken en een Europees anti-terrorismecenter binnen Europol te creëren 3. Grensoverschrijdende criminaliteit aanpakken door Eurojust te versterken 4. Oorzaken van terrorisme en radicalisering wegnemen via preventie 5. Een Europese externe strategie om internationaal terrorisme aan te pakken binnen het Europees gemeenschappelijk buitenlands beleid Een aantal van de concrete actiepunten nemen we elders in deze nota reeds op.
17. Grenzen controleren Een aantal grenzen zijn makkelijk te controleren: de havens en luchthavens. Het verkeer over land is echter moeilijker. We willen het vrij verkeer binnen Europa niet op de helling zetten. Dat neemt niet weg dat we, wanneer het dreigingsniveau het rechtvaardigt, gerichte en tijdelijke controles moeten uitvoeren. Dit is trouwens al voorzien in het Schengenverdrag. De binnengrenzen van de Schengenzone willen we niet terug sluiten. Daarom is het des te belangrijker om onze buitengrenzen beter te bewaken. Een gecoördineerde aanpak, waarbij iedereen die de EU wil binnenkomen, terdege moet gecontroleerd worden staat daarbij centraal en vereist een inspanning van alle lidstaten.
18. Syrië en Irak Het is niet duidelijk wat het objectief en einddoel is van een militaire missie. Het is niet duidelijk hoe ver dit conflict zal uitbreiden. Want bombardementen op zich zullen nooit voldoende zijn. Engageren we ons dan ook voor de volgende stappen? Een militaire
Vrijheid & Veiligheid: een vals dilemma
interventie kan nooit slagen zonder een plan voor wat daarna komt. Dat hebben Irak en Libië ons helaas pijnlijk duidelijk gemaakt. We kunnen beter op een andere manier hulp verlenen, nl. humanitair en diplomatiek. Ook kunnen we een rol spelen in het ondersteunen en opleiden van het plaatselijk leger en politie- en veiligheidsdiensten. We moeten ingrijpen om de situatie beter te maken, niet slechter. Dat is een essentieel internationaalrechtelijk principe (responsiblity to protect). De militaire missie kan immers als uitkomst hebben dat Assad versterkt uit het conflict komt, of dat er een nieuwe failed state ontstaat. Dat kan niet de bedoeling zijn. We kiezen er vandaag voor ons niet militair in Syrië te engageren gezien de randvoorwaarden voor een succesvolle missie niet zijn vervuld. Daarmee zetten we ons niet in internationaal isolement, want ook andere landen nemen deze positie in. De liberale partij die net de verkiezingen in Canada won, neemt bijvoorbeeld dezelfde positie in. Slechts als er een internationale coalitie tot stand komt met een duidelijk einddoel kunnen we een Belgische deelname overwegen.
19. De steunpilaren van Daesh aanpakken Daesh kan enkel blijven bestaan zolang ze over geld beschikt om haar strijders en terreur te financieren. Die inkomsten komen nu uit verschillende kanalen: drugshandel, losgeld na kidnappings, verkoop van slaven, enzovoort. Maar er stroomt ook geld uit bepaalde Golfstaten naar Daesh, via rijke mecenassen die het als een instrument zien om een radicaal gedachtegoed te verspreiden. Deze geldstromen moeten gemonitord en stopgezet worden: door de Golfstaten zelf of door de internationale gemeenschap. Europa moet hierin als één blok optreden ten aanzien van bijvoorbeeld Saudi-Arabië en Iran. Zij zorgen immers in hun proxy-oorlog voor een ongekende stijging in de financiering van terroristische groeperingen in heel het Midden-Oosten. Deze beide landen hebben een belangrijke sleutel in handen om hierin verbetering te brengen. Maar ze zijn niet de enige: ook andere Golfstaten spelen een dubbele rol. België moet ook opvolgen of er op deze manier geld vloeit naar vzw’s en moskeeën in eigen land om een radicaal gedachtegoed te verspreiden. Daarnaast zien we zien dat Daesh meer dan de helft van haar inkomsten uit de verkoop van olie en gas haalt. De strategie van de internationale coalitie onder leiding van de VS om raffinaderijen van ruwe olie te viseren, is alvast een stap in de goede richting. Daarnaast dient de grens tussen Syrië en Turkije veel strenger bewaakt te worden. Via die weg wordt immers ruwe olie in Turkije verkocht. Ook andere smokkelaars, onder meer van kunst en katoen, kunnen dan worden tegengehouden én zo zouden Syriëstrijders vanuit het Westen moeilijker tot in Syrië geraken. Enkel vluchtelingen kunnen worden doorgelaten. Indien Turkije deze grens niet alleen kan beveiligen, moeten haar internationale partners haar hierin bijstaan. Verder kan men de winsten uit de olieverkoop ondergraven door olie aan lagere prijzen te verkopen in buurland Irak. Daesh verkoopt momenteel al haar vaten olie ver onder de marktprijs maar het zou mogelijk moeten zijn om bij de olievelden die onlangs veroverd werden in Irak, nog lagere prijzen aan te bieden. Hierdoor zouden alle onafhankelijk
Vrijheid & Veiligheid: een vals dilemma
opkopers van olie en benzine uit de regio eerder naar verkopers in Irak gedreven worden. Op die manier zou dan de oliemarkt instorten voor Daesh.
20. Nieuwe broeihaarden voorkomen We willen verder vermijden dat er nieuwe broeihaarden ontstaan buiten de bestaande zoals Irak en Syrië. De ingrediënten daarvoor kennen we: mensen in andere landen ook hoop en kansen geven, hen vooruitgang laten boeken, failed states vermijden. De tandem van ontwikkelingssamenwerking en vrijhandel staat daarbij centraal. Wanneer burgers – gewone mannen en vrouwen – hun lot in eigen handen kunnen nemen en zich niet langer onder het juk bevinden van dictators or theologische heersers, ontstaat een tegengewicht voor opkomend extremisme of terrorisme. Ons beleid moet dus ook kritischer zijn voor regimes die niet aan de kant van het volk staan, als een duidelijk signaal dat ook de democratie voor ons een universele waarde is.
EERLIJKE KANSEN & INTEGRATIE: OORZAKEN WEGNEMEN In het project van onze samenleving krijgt iedereen een faire kans. Succes of geluk kunnen we niet garanderen, maar als een maatschappij het signaal geeft dat sommige mensen ongewenst zijn of nooit aan de bak kunnen komen, ontstaat uitsluiting. Zo drijft de maatschappij mensen – en zeker jongeren – naar de rand van de samenleving. Hoe meer kansen we geven, hoe meer we ook iedereen kunnen aanspreken op hun individuele verantwoordelijkheid. In de strijd om onze vrijheid en veiligheid te verdedigen, kunnen we dus niet enkel aan symptoombestrijding doen, maar moeten we ook voluit inzetten op het realiseren van de ambities van het project van onze samenleving. Dat is een samenleving waar ieder individu, met de eigen talenten en eigenheid, kan meetellen. Daarbij gaan we uit van de liberale gedachte: vrijheid en democratie, gekoppeld aan een optimisme in de toekomst. Mensen sterker maken, is daarom een opdracht voor het beleid. Om de mogelijkheden die in mensen zetten naar boven te brengen. Dat is niet altijd makkelijk voor zij die een verschillende achtergrond hebben op het vlak van taal of cultuur, of voor wie het financieel niet meezit, …, maar we geven geen enkel individu op. Iedereen verdient een eerlijke kans. We willen dat iedereen die ook grijpt. Zo vermijden we dat nog meer jongeren radicaliseren. Zo nemen we de voedingsbodem weg. Natuurlijk zal de zoektocht naar een succesvol leven niet voor iedereen vlekkeloos verlopen. Sommigen zullen ondanks alles op een zeer verkeerd spoor belanden. Bijzondere aandacht gaat daarom ook naar de vroege detectie van radicalisering en het ondersteunen van zij die hier op de eerste lijn mee omgaan: in de scholen, in de sociale, sportieve en culturele organisaties, in de buurt, in de hulpverleningssector, …
21. Investeren in achtergestelde stadswijken Stadslucht maakt vrij, is het middeleeuw adagium. Dat moet ook in de 21ste eeuw meer dan ooit zo zijn. Sommige steden moeten efficiënter werken, meer focus hebben. Maar tegelijk is het in het belang van iedereen dat er geen gettowijken ontstaan. De aanpak begint ook hier met publieke ruimte. Zij is meer dan sommigen denken de grote gelijkmaker in de stad en een hefboom naar sociale vooruitgang. Investeren in kwaliteitsvolle en nette straten en pleinen, voldoende parken en speelplekken, nodigt investeringen uit en ook middenklasse uit om zich daar terug te vestigen. Projectontwikkelaars worden zo gemotiveerd om ook daar te investeren.
Eerlijke kansen & Integratie: oorzaken wegnemen
Daarom moet de overheid meer consequent kiezen voor de stad. De mogelijkheden van een stad kunnen we ook maar omarmen als we de nodige instrumenten geven aan zij die van hun stad een succes willen maken. Zo is het moeilijk te begrijpen dat een stad als Vilvoorde – met de gekende uitdagingen – nog altijd niet erkend wordt als centrumstad en zo de bijhorende middelen misloopt. Maar ook op andere vlakken moeten we de banale tegenstelling tussen stad en landelijkheid kunnen overstijgen omdat we anders een verder afglijden van sommige wijken niet zullen keren.
22. Zorgen voor voldoende bagage op vlak van integratie Om ervoor te zorgen dat nieuwkomers echte startkansen krijgen in onze samenleving, moeten zij voldoende bagage hebben. In dit kader kan gedacht worden om aan mensen die in het kader van gezinshereniging naar ons land willen komen, een redelijk engagement te vragen inzake integratie, zoals de basiskennis van een landstaal en het doorlopen van een inburgeringstraject vooraleer ze naar België te komen. Onder meer in Duitsland, Frankrijk en Nederland bestaat deze aanpak al. Zo creëren we echte opportuniteiten voor nieuwkomers in onze samenleving, met de emancipatie van het individu als fundamentele beweegreden.
23. Onderwijs Het onderwijs speelt een cruciale rol om radicalisering tegen te gaan. Scholen moeten er voor zorgen dat iedereen, ongeacht zijn achtergrond, eerlijke kansen krijgt. Indien scholen zelf (al dan niet onbewust) een beleid voeren waarbij leerlingen op een bepaalde manieren uitgesloten worden, zal dit vervreemding van de maatschappij in de hand werken. Er moet dan ook volop worden ingezet op een inclusief beleid waarbij scholen diversiteit als meerwaarde en bron van rijkdom aanzien. Een restrictief beleid, zowel op talig als cultureel vlak, zorgt er voor dat de school de maatschappelijke realiteit niet reflecteert noch omarmt. Door zelf via het schoolbeleid het goede voorbeeld te tonen, worden leerlingen niet alleen aangezet om een open geest te ontwikkelen; het verhoogt ook hun welbevinden. Inzetten op het verhogen van het welbevinden van de leerlingen en dan met name op het verhogen van het gevoel van (school)verbondenheid heeft niet alleen een positieve impact op de leerprestaties maar ook op deviant gedrag zoals spijbelen en vroegtijdig schoolverlaten. Preventief werken werkt duidelijk beter dan remediërend werken. De school moet ook een actief lid zijn van de gemeenschap en ook zijn deuren open zetten voor die gemeenschap. Initiatieven als de brede school moeten daarom ook gesteund worden. Vervreemding van een gemeenschap en of maatschappij wordt quasi onmogelijk wanneer iedereen zich een gewaardeerd en actief lid van de gemeenschap voelt. De school moet hier dan zowel een onderwijzende als een bindende factor binnen deze gemeenschap zijn.
24. Hinderpalen voor werk wegnemen Wie een migratieachtergrond heeft, doet het in België heel slecht op de arbeidsmarkt. De kloof op het vlak van werkzaamheid met de rest van de samenleving. Een van de oorzaken is de rigiditeit van onze arbeidsmarkt. Heel wat potentiële jobs worden niet gecreëerd, hoewel we hopen dat de federale maatregelen in het kader van de tax shift een kentering teweeg kunnen brengen.
Eerlijke kansen & Integratie: oorzaken wegnemen
Naast het inzetten op het verlagen van de loonkost, moeten we ook naar andere elementen kijken, zoals het ontslagrecht. Als het heel duur is om iemand te ontslaan, zal een werkgever wel twee keer nadenken vooraleer iemand een vast contract aan te bieden. Op die manier krijg je een tweedeling in de samenleving, tussen (over)beschermde insiders, enerzijds, en outsiders die niet aan de bak komen, anderzijds. Nieuwkomers komen te vaak in de tweede categorie terecht. Er zijn ook andere hinderpalen. Zo is nachtarbeid nog altijd niet mogelijk in de sterk groeiende sector van de e-commerce door een protectionistische reflex van de vakbonden. Ook is er het pijnpunt van de erkenning van diploma’s en competenties. Denk hierbij aan de verhalen van mensen die ingenieur of dokter zijn in hun land van herkomst, maar hier een nachtwinkel openhouden. Kostbaar talent gaat zo verloren. Ook zou er in het kader van integratie en inburgering meer out of the box gedacht moeten worden zonder alles in overheidsstructuren te willen steken, bijvoorbeeld meer inzetten op taallessen op de werkvloer. Daarnaast zou de overheid zelf het goede voorbeeld moeten geven inzake de tewerkstelling van nieuwkomers. De rigide regels rond nationaliteit en taal, alsook het verbod op uitzendarbeid bij de overheid staan dit in de weg.
25. Aanpakken van discriminatie Even hard als we tegen radicalisering strijden, moeten we discriminatie durven aanpakken. Voor ons kan racisme en discriminatie niet, zoals we reeds duidelijk stelden in onze Toekomstverklaring. Eerlijke startkansen garanderen kan pas als de strijd tegen discriminatie wordt opgevoerd. Twee op de drie dienstenchequebedrijven gaan in op discriminerende vragen van klanten. Wie een anders klinkende naam heeft, ziet zijn kansen om uitgenodigd te worden op een sollicitatiegesprek al met de helft slinken. Een meer voluntaristisch antidiscriminatiebeleid, zeker op de arbeids- en woningmarkt, is een cruciale bouwsteen om integratie te bevorderen. Zo’n beleid moet focussen op preventie maar ook op controles. De beloofde federale wettelijke maatregelen moeten snel worden uitgerold. De overheid moet voor zichzelf streng zijn en voorloper zijn. Maar ook de private werkgevers moeten aangesproken worden op hun verantwoordelijkheid. We roepen de sociale partners op om dringend systemen van zelfregulering in te voeren in de verschillende sectoren. Indien dat niets oplevert, moet de overheid zelf overgaan tot gerichte controles.
26. Activering via het integratiecontract en gemeenschapsdienst We laten iedereen die beroep doet op ondersteuning door het OCMW, ongeacht de afkomst, een integratiecontract ondertekenen, dat de wederzijdse rechten en plichten omvat. Met zo’n integratiecontract kan worden ingezet op activering, en dit op maat van het individu. Waar nodig zetten we in op taallessen, vorming, opleiding en werkervaringen. Eveneens binnen die aanpak op maat kunnen we inzetten op gemeenschapsdienst, gedurende maximaal 2 halve dagen per week. Dit versterkt de eigenwaarde, de vaardigheden en de betrokkenheid bij de samenleving en de arbeidsmarkt. Het integratiecontract biedt kansen en vraagt tegelijk engagementen. Als er manifeste onwil is, dan kán je via een GPMI de vergoeding inhouden. Op deze manier wordt het leefloon een
Eerlijke kansen & Integratie: oorzaken wegnemen
actief en activerend instrument dat mensen niet isoleert maar emancipeert. Deze aanpak moet er komen voor àlle leefloners, omdat het gaat om een inclusief instrument dat iedereen bij de samenleving wil betrekken. Daarnaast is een integrale activeringsaanpak vereist, waarbij OCMW’s en de VDAB elkaar versterken. Ook is er nood aan coaches binnen de lokale besturen die de activering opvolgen samen met andere actoren.
27. Maatschappelijk draagvlak voor sociale zekerheid vergroten We moeten onze 20ste-eeuwse sociale zekerheid aanpassen aan de 21ste-eeuwse realiteit. Dat wil zeggen dat we het maatschappelijke draagvlak van onze sociale zekerheid moeten vergroten, en dat doen we door het activerende karakter ervan te versterken. Voor iedereen, ongeacht de afkomst. Wie behoeftig is, verdient een basisbescherming onder de vorm van gezondheidszorgen enerzijds, en een leefloon of een minimumpensioen anderzijds. Het recht op een werkloosheidsuitkering of een volwaardig pensioen, daarentegen, kan enkel opgebouwd worden door te werken en wordt dus opgebouwd doorheen de tijd (bijvoorbeeld op 5 jaar tijd). We moeten er dan ook over durven nadenken om heilige huisjes te slopen, die in andere landen niet bestaan of er al lang afgeschaft zijn. Denken we maar aan de inschakelingsuitkering en het feit dat de werkloosheidsuitkering nog steeds onbeperkt is in de tijd. Ook het kindergeld moet meer als een emancipatorisch instrument worden ingezet en niet als een onvoorwaardelijke uitkering. Het kindergeld moet dienen om kinderen sterker te maken. Daarom willen we het koppelen aan de inschrijving op school. Wat ons betreft al vanaf 3 jaar. Zo krijgen we kinderen en gezinnen zo snel mogelijk op de radar: als ze vroeger inschrijven, kan je de band met de kinderen en de moeders sneller opbouwen. Het doel is emancipatie. Kinderen moeten daarom snel naar school. Maar emancipatie begint ook bij de moeders. Het is belangrijk dat moeders hier ook gaan werken en de taal spreken. Nu zien we vaak het omgekeerde. En als we de moeders niet bereiken, dan dreigen we een hele generatie te missen. Het opleidingsniveau van de moeder en de thuistaal zijn bepalend voor de kansen van een kind. Naast een basisbedrag, zou je een deel van het kindergeld kunnen koppelen aan het taalniveau van de moeder.
DIVERSITEIT & WAARDEN: MENSEN VERBINDEN Individuele vrijheid is essentieel in een open samenleving. Zo kunnen ideeën botsen. De fundamenten van onze maatschappij, zoals de universele waarden van de Verlichting, worden vandaag echter gecontesteerd door het totalitaire denken. Het is daarom nodig om de samenleving hierrond blijvend te mobiliseren, deze basisprincipes opnieuw te expliciteren, bij te brengen en ze zonder schroom te verdedigen. In het onderwijs, via de overheid, in onze verenigingen, aan nieuw- én oudkomers. Cultuurrelativisme is daarbij onze grootste vijand. Ook op meer symbolische manieren, zoals bijvoorbeeld het tekenen van een burgercharter. Maar vooral ook via kritisch debat en vorming. We moeten de universele waarden – die niet enkel die van het Westen zijn – opnieuw vertalen binnen onze nieuwe 21ste-eeuwse realiteit. Die realiteit is er een van superdiversiteit. Op zich is dat goed nieuws, want hoe meer diversiteit hoe meer vrijheid en omgekeerd. Die vertaalslag zal duidelijk maar tegelijk verbindend moeten zijn. Want we winnen de strijd tegen het extremisme maar als we mensen op de sokkel van de moderniteit getild krijgen, als we iedereen een volwaardige plek geven in onze open samenleving. Een moeilijk debat is daarbij de verhouding tussen de staat, die in principe neutraal dient te zijn, en de vrijheid van religie en levensbeschouwing. De scheiding tussen kerk en staat is verworven, maar dit is geen voldoende ruimte voor een echt respect voor de vrijheid van het individu. De persoonlijke keuze om te geloven – én om niet te geloven – en de vrijheid om zich daarbij te organiseren, moet worden beschermd. Maar die tolerantie ten aanzien van de verschillende manieren van denken en leven in een samenleving moet tegelijk ook worden verzoend met het respect voor de universele waarden die we allemaal delen.
ONZE WAARDEN 28. De fundamenten van onze samenleving sterker uitdragen De Grondwet is geen vodje papier. Zo ook met de grondrechten en universele waarden die daarin en in andere Europese en internationale mensenrechten zijn vervat. Door de soms moeilijke debatten over nationale identiteit in een Vlaams-Belgische context, durven we ons soms niet onomwonden scharen achter de kernwaarden van onze institutionele democratie. Snappen we altijd wel de waarde van vrije meningsuiting, van nondiscriminatie, van sociale rechten (en plichten), van privacy, van het stemrecht, …? Opvoeden tot burgerschap mag niet beperkt blijven tot een lesje politieke geschiedenis. Het gaat om het stimuleren van een levende democratie en een cultuur van
Diversiteit & waarden: Mensen verbinden
mensenrechten doorheen het hele maatschappelijke leven. Van de leerlingenraad tot het buurtcomité, van de politieke partij tot het middenveld. Symbolische daden en momenten kunnen daarbij een belangrijke rol spelen om zowel op individueel als collectief niveau te reflecteren. Waarom organiseren we geen ceremonie op het gemeentehuis met mensen die onze nationaliteit verwerven in plaats via een eenvoudige stempeltje aan een loket? Waarom geen mogelijkheid van samenlevingsdienst aanbieden aan jongeren? Waarom geen burgercharter opstellen dat wordt aangeboden aan iedere zestienjarige met een oplijsting van onze rechten en vrijheden in een begrijpelijke taal? En als er een feestdag voor de Arbeid en de Koning is, waarom dan niet voor onze Vrijheid of Democratie? Het komt er dus niet op aan via een kunstmatig nationalisme of patriottisme de gehechtheid aan ons land te bevorderen, maar om wel zowel individueel als gemeenschappelijk meer trots uit te stralen op onze liberale democratie.
29. Gelijkheid van mannen en vrouwen Ons samenlevingsmodel stoelt op het principe dat mannen en vrouwen gelijk en gelijkwaardig zijn. Dat wordt niet in alle culturen zo ervaren, maar hier mogen we geen millimeter op toegeven. Omdat het over de kijk op elk individu gaat. Meer nog: eigenlijk zou ons concept van gelijkheid van man en vrouw moeten uitgebreid worden met het inzicht dat het noodzakelijk is dat jongens en meisjes, mannen en vrouwen voldoende kansen en momenten op ontmoeten hebben: op de schoolbanken, de arbeidsmarkt en in de vrije tijd. Dat ze niet in afzonderlijke circuits leven, maar samenleven. Wie alleen in contact kan of mag komen met mensen van zijn eigen sekse wordt in zijn ontwikkeling, in zijn menszijn gefnuikt of beperkt. Dat is een aantasting van onze fundamentele menselijke vrijheid. Dat betekent ook dat in het onderwijs meer aandacht gaat naar gendergelijkheid en gelijkheid van jongens en meisjes. Maar ook dat we een beleid voeren tegen gescheiden zwem- en turnuren, tegen seksuele intimidatie op straat en voor meer respect voor vrouwen in de publieke ruimte. We hebben ook een mobilisatie van binnenuit nodig, bv. via mondige en sterke moslima’s binnen de Islam. Laat ons een cultuur creëren zoals in de Scandinavische landen, waar nultolerantie heerst tegen genderongelijk gedrag. In Zweden bijvoorbeeld krijgt elke 16-jarige het boek “We should all be feminists” van Chimamda Ngozi Adichie. Vanuit diezelfde optiek willen we ook een cultuur van respect creëren voor mensen met diverse sexuele voorkeuren. Religie, eender de welke, mag geen reden zijn om rechten van L, G, B of T te schaden.
30. Stop het doelgroepenbeleid We moeten het doelgroepenbeleid definitief achter ons laten. Dit beleid heeft niet alleen gefaald, het heeft ook jarenlang mensen beleidsmatig opgesloten in hun etnisch-culturele achtergrond. Bovendien dwingt zo een beleid ertoe te definiëren wat die achtergrond juist is en hoe die zich verhoudt ten aanzien van anderen. Dit beleid benadrukt noodgedwongen en onvermijdelijk de verschillen, daar waar we als samenleving permanent moeten zoeken
Diversiteit & waarden: Mensen verbinden
wat ons bindt. Dit doelgroepenbeleid vindt haar oorsprong in een fout maatschappij- en mensbeeld, dat vertrekt van de groep in plaats van de mens. Het is ofwel pamperend, zoals links doet, ofwel stigmatiserend, zoals rechts doet. Natuurlijk bestaat er de vrijheid van vereniging. Er is niets fout mee dat mensen die een of meerdere van hun identiteitskenmerken delen samen dingen doen. Alleen is de vraag of de overheid dit moet stimuleren en subsidiëren. Kan zij die middelen niet beter inzetten op de plekken waar we elkaar ontmoeten, waar we dingen samen doen ongeacht onze afkomst, waar we kunnen verbinden in plaats van verdelen? Bovendien is dat doelgroepenbeleid een kind van de 20ste-eeuw. Toen leefden in onze steden maar een of twee grote etnisch-culturele "gemeenschappen". Met de superdiversiteit is het in de praktijk onmogelijk – en ja, ook onbetaalbaar – geworden om die doelgroepenaanpak vol te houden. Het is immers een manier om de verfoeide verzuiling verder te laten doorbestaan, maar nu met nieuwe generaties jongeren die zich zouden moeten blijven opsluiten in een bepaald gesubsidieerd hokje. Daarom: zowel in onze semantiek, in ons beleid, in onze aanpak van en onze kijk op de samenleving: weg met die doelgroepen. We zijn allemaal burgers van deze samenleving, allemaal verschillend en uniek.
ONDERWIJS 31. Thuisonderwijs: controleren, insnoeren of afschaffen Het aantal kinderen dat thuisonderwijs volgt stijgt in Vlaanderen. Soms zijn daar heel gerede argumenten voor, bijvoorbeeld bij langdurig zieke kinderen. Sommige kinderen volgen thuisonderwijs omdat hun ouders hiervoor pedagogische, filosofische of religieuze redenen hebben. Ook dat is een vrijheid die onze Grondwet garandeert. Maar de controle op dat thuisonderwijs is ondermaats, wat dus ook tot misbruik van die vrijheid leidt. De onderwijsinspectie engageert zich om binnen de twee jaar één keer op controle te komen. Indien het positief verloopt, is dat de enige keer. De samenwerking met politie en lokale besturen loopt echter mank, hoewel ook hier een bron van radicalisering kan zijn. Hier is dringend een aangepaste controle noodzakelijk. Tegelijk kan men zich de vraag stellen of dat thuisonderwijs zonder echte objectieve redenen nog wel moet aanvaard worden in de 21ste-eeuw. Het gaat hier over de vrijheid van het kind, dat nu dreigt te vervreemden van andere kinderen en de samenleving en in een gevaarlijk intellectueel en sociaal isolement kan terecht komen.
32. Samen in het jeugdwerk In een aantal sectoren van onze maatschappij leven we vandaag nog altijd te veel naast in plaats van met elkaar. Terwijl net de ontmoeting van mensen met andere achtergronden en opvattingen onze vrijheid versterkt en onze inzichten verrijkt. Jeugdbewegingen, jeugdhuizen en speelpleinwerking zijn – samen met het onderwijs – cruciale plekken waar mensen voor het leven gevormd worden. In Vlaanderen is het klassieke jeugdwerk razend
Diversiteit & waarden: Mensen verbinden
populair en daar mogen we trots op zijn. Het is een periode van groeien en ravotten, maar ook van verantwoordelijkheid leren dragen en samenleven met anderen. Vandaag is het jeugdwerk spijtig genoeg een voornamelijk wit gegeven. We hebben nood aan een straffe aanpak die het klassieke jeugdwerk opentrekt naar de diversiteit in onze samenleving. Zij die beweren dat dit niet gaat, omdat kinderen uit een migratieachtergrond anders spelen, bezondigen zich aan een afschuwelijke vorm van groepsdenken. De gesubsidieerde en erkende jeugdwerkingen zullen een inspanning moeten doen, net als lokale besturen, gezagsfiguren binnen de lokale gemeenschap. Maar wie zijn jeugdjaren samen doormaakt bij een jeugdbeweging, jeugdhuis of speelplein leert elkaar niet alleen beter kennen, maar vindt ook gedeelde waarden.
ISLAM IN ONZE MAATSCHAPPIJ 33. Inmenging van de Golfstaten tegengaan en verbieden De Islam is één van de erkende erediensten in ons land. Dat betekent ook een geheel van rechten en plichten. Een van de grootste vergissingen uit het beleid met betrekking tot de Islam in ons land is het toelaten dat Saoedi-Arabië en andere Golfstaten hun Wahabitische versie ervan mochten slijten in ons land. Meer nog: in de jaren zeventig en tachtig hebben we de deur zelfs wagenwijd opengezet voor hun bemoeienis. De gevolgen zijn dramatisch: tal van moskeeën zijn financieel of intellectueel afhankelijk van de Saoedische geldkraan. Nochtans was het Wahabisme, een zeer totalitaire en reactionaire invulling van de Islam vreemd aan de Noord-Afrikaanse en Turkse migranten. Dit is zonder meer de wegbereider voor de totalitaire invulling van deze religie. We moeten dat met alle middelen stoppen en elke bemoeienis, financiering of beïnvloeding consequent bestrijden. Dat betekent ook dat we onze relaties met Saoedi-Arabië, en met andere staten die extremisme financieren, moeten durven herzien. Dan gaat het niet alleen om bilaterale verdragen. Ook economisch moeten we consequent durven zijn. Dus een absolute stop op wapenleveringen aan Saoedi-Arabië. Bovendien moeten we ook individuele investeringen tegen het licht houden. Zo kan het niet dat private investeerders in projecten tegelijkertijd terreurgroepen steunen. Vandaag kijken we ook onvoldoende zuiver naar de gebeurtenissen in het Midden-Oosten en inmenging van een aantal Golfstaten omdat we te afhankelijk zijn van olie en fossiele energie. Laten we daarom overschakelen op andere, hernieuwbare energiebronnen. Zo kiezen we voor zuiverheid van lucht, milieu en omgeving, en in onze geostrategische opstelling. Zo moeten we ook de erfpacht op de Grote Moskee in het Jubelpark die door de Belgische Staat aan het Islamitisch Cultureel Centrum verleend werd in vraag durven stellen en de mogelijkheden om deze te beëindigen onderzoeken?
Diversiteit & waarden: Mensen verbinden
34. De uitbouw van een Europese islam faciliteren Er dient zich in Vlaanderen een nieuwe generatie moslims aan, die hun geloofsovertuiging willen verzoenen met de Europese samenleving, de moderniteit en de principes waarop die stoelt. Dat is dezelfde moeilijke weg die de katholieke kerk heeft moeten doormaken. Het is natuurlijk niet aan de politiek om zich in te laten met theologische debatten en om in te schatten hoe sterk de modernistische stroming is of kan zijn, maar als maatschappij mogen we deze stroming alvast niet hinderen, en kunnen we ze ondersteunen en faciliteren waar gewenst. Zo blijven goedwerkende moskeeën al te lang wachten op erkenning waardoor ze kwetsbaar blijven voor buitenlandse beïnvloeding en te afhankelijk zijn van andere steun. De uitbouw van een degelijke imamopleiding verloopt traag, waarbij ook het platform Vlaamse Imams de nodige ondersteuning verdient. Zij kunnen mee een Islam van eigen bodem tot stand brengen in plaats van ideeën en praktijken uit het buitenland te moeten importeren. Algemener willen we niet dat godsdiensten in ons land door buitenlandse bronnen gefinancierd worden.