ALLES OVER STUDEREN De informatiegids met informatie over studiekeuze en studeren
Inhoudsopgave Het leenstelsel ............................................................................................................................. 4 Algemeen over het leenstelsel ........................................................................................................... 4 Mbo ..................................................................................................................................................... 4 Hbo en wo ........................................................................................................................................... 4 Handige websites................................................................................................................................ 6 Van havo naar mbo ...................................................................................................................... 7 Wanneer van havo naar mbo? ........................................................................................................... 7 Opleiding op mbo niveau ................................................................................................................... 7 Sprinttraject ........................................................................................................................................ 8 Van mbo naar verkort hbo ................................................................................................................. 8 Studiefinanciering mbo ...................................................................................................................... 9 Handige websites................................................................................................................................ 9 Havo – Studiekeuze .................................................................................................................... 10 Brede studies .................................................................................................................................... 10 Verkeerd gekozen? ........................................................................................................................... 10 Bachelor en master ........................................................................................................................... 11 Van hbo naar wo ............................................................................................................................... 11 Financiën bachelor/master op hbo of wo........................................................................................ 11 Aanmelding voor een studie ............................................................................................................ 12 Selectie .............................................................................................................................................. 12 Loting................................................................................................................................................. 13 Handige websites.............................................................................................................................. 14 Vwo – Studiekeuze ..................................................................................................................... 15 Hbo of wo? ........................................................................................................................................ 15 Studeren aan een universiteit .......................................................................................................... 15 Een studie kiezen .............................................................................................................................. 16 Brede studies .................................................................................................................................... 16 Verkeerd gekozen? ........................................................................................................................... 17 Bachelor en master ........................................................................................................................... 17 Aanmelding ....................................................................................................................................... 17 Loting................................................................................................................................................. 18 Handige websites.............................................................................................................................. 20
2
Naar het buitenland ................................................................................................................... 21 Algemeen: voorbereiding ................................................................................................................. 21 Tussenjaar in het buitenland ............................................................................................................ 21 Studeren in het buitenland .............................................................................................................. 22 Handige websites.............................................................................................................................. 22 Kind wordt 18 ............................................................................................................................ 23 Handige websites.............................................................................................................................. 23 Bijlage 1: Oriëntatie studiekeuze ................................................................................................ 24 Bijlage 2: Voorbereiding op intakegesprek .................................................................................. 26
3
Het leenstelsel Algemeen over het leenstelsel Vanaf 1 september 2015 is het oude stelsel van de studiefinanciering vervangen door het leenstelsel. DUO (Dienst Uitvoering Onderwijs) is de organisatie waarbij je je lening en/of aanvullende beurs aanvraagt. DUO is de uitvoeringsorganisatie van de Rijksoverheid voor het onderwijs. Mbo De basisbeurs voor mbo’ers blijft. Als je ouder bent dan 18 kun je deze aanvragen. Daarnaast krijgen mbo-leerlingen onder de 18 jaar vanaf 2017 recht op een OV-kaart, in het huidige stelsel krijg je de OV-kaart pas vanaf je 18e. Wil je na het mbo naar het hbo? Dan heb je opnieuw recht op studievoorschot. De regels zoals hieronder beschreven gelden dan voor jou. Zie ook de informatie over doorleren op een mbo.
Hbo en wo In het nieuwe stelsel, het ‘leenstelsel’ of ‘studievoorschot’, is de basisbeurs verdwenen. In plaats daarvan kunnen studenten ervoor kiezen een bedrag per maand te lenen. Dit bedrag is maximaal € 854,13. Je kunt er dus voor kiezen om een gedeelte hiervan te lenen. Daarnaast mag je nog €162,58 per maand lenen voor het collegegeld. In totaal kun je dus max. € 1016,71 lenen per maand. Je bepaalt zelf hoeveel je leent voor je levensonderhoud en collegegeld. Of je uitwonend of thuiswonend bent maakt niet uit. Je krijgt voor een 4-jarige hbo- of universitaire studie in totaal 7 jaar studievoorschot. Je moet al je studievoorschot binnen 10 jaar opgebruiken. Aanvullende beurs Het zou kunnen dat je recht hebt op een aanvullende beurs. Hier zijn allerlei voorwaarden aan verbonden. De aanvullende beurs is maximaal € 378,22. Of je hier recht op hebt en de hoogte van deze aanvullende beurs, hangt onder andere af van het gezamenlijke inkomen van je ouders. Als je ouders max. € 30.000 per jaar verdienen, heb je recht op een volledige aanvullende beurs. Verdienen ze tot € 46.000, dan heb je recht op een gedeeltelijke aanvullende beurs. Ook wordt meegenomen in de berekening of je broertjes of zusjes hebt die (nog niet) studeren en of je ouders zelf een studieschuld hebben. Op de website van DUO vind je een online rekenhulp die voor je uitrekent of je recht hebt op een aanvullende beurs (zie handige websites aan het eind van dit gedeelte over studievoorschot). Het bedrag dat je krijgt als aanvullende beurs wordt in mindering gebracht van wat je maximaal kunt lenen. De aanvullende beurs krijg je maximaal 4 jaar en valt onder de prestatieregeling (zie onder). Studentenreisproduct (OV-kaart) Je hebt recht op een studentenreisproduct. Je kunt kiezen voor een weekkaart, als je thuis woont en dagelijks naar je studie in een andere plaats reist, of voor een weekendkaart, als je op kamers gaat en in het weekend terug gaat naar je ouders. Reizen met deze week- of weekendkaart zijn gratis op de
4
dagen waarvoor jij hem aangevraagd hebt. Je studentenreisproduct krijg je de eerste 5 jaar. Prestatieregeling aanvullende beurs en studentenreisproduct Voor zowel je aanvullende beurs en het studentenreisproduct geldt de prestatieregeling. Dit houdt in dat je beurs en het reisproduct een gift worden als je binnen 10 jaar je diploma behaald. Je hoeft dit dan dus niet terug te betalen. Je eventuele lening moet je natuurlijk wel terug betalen. Verlaat je het hoger onderwijs zonder een diploma te behalen, dan moet je de kosten voor je OV-kaart en de aanvullende beurs die je ontvangen hebt terug betalen. De eerste vijf maanden van je aanvullende beurs hoef je niet terug te betalen, die mag je altijd houden. Aflossing studieschuld Je hebt na het afronden van je studie 35 jaar de tijd om je studieschuld af te lossen. Na deze 35 jaar wordt je resterende schuld kwijtgescholden, je hoeft dus niet verder af te lossen. De eerste twee jaar na je afstuderen hoef je nog niet af te lossen. Dit noemt met de ‘aanloopfase’. Je kunt als je wilt in de aanloopfase beginnen met aflossen, maar het hoeft niet. De 35 jaren terugbetaalfase beginnen na deze twee jaar aanloopfase. Daarnaast kun je zogenaamde ‘jokerjaren’ inzetten. Maximaal 5 jaar (20 kwartalen) kun je een periode instellen waarin je niet aflost. Je betaalt geen rente, maar de rente opbouw loopt wel door. Je hoeft deze kwartalen niet achter elkaar in te zetten. Dit is handig als je tussendoor even zonder werk zit bijvoorbeeld. Aangezien je de aflossing tijdelijk stop zet, gaan deze jokerjaren niet van je 35 jaar af. Die periode van 35 jaar gaat verder wanneer jij weer verder gaat met betalen. Hoeveel je per maand af moet lossen wordt berekend aan de hand van je inkomen en de hoogte van je studieschuld. Je moet maximaal 4% van je inkomen boven het minimumloon terugbetalen wanneer je een studieschuld hebt. Het gemiddelde afbetalingspercentage ligt op 1 %. In de onderstaande tabel staan voorbeelden van bedragen die je per maand zou moeten betalen, afhankelijk van de hoogte van je studieschuld en je inkomen.
5
Handige websites Algemene informatie studievoorschot www.duo.nl Studievoorschot aanvragen https://duo.nl/particulieren/student-hbo-of-universiteit/studiefinanciering/studiefinancieringaanvragen.asp Rekenhulp studievoorschot DUO http://www.duo.nl/studiepunt/rekenhulp/studiefinanciering/ Rekenhulp financieel plan voor studeren https://www.financieelstudieplan.nl/ Financiële zaken rondom studeren (op kamers gaan etc.) www.startstuderen.nl
6
Van havo naar mbo Wanneer van havo naar mbo? Wanneer je een overgangsbewijs hebt van 3 naar 4 havo, mag je overstappen naar een mbo opleiding. Er zijn verschillende redenen waarom je dit zou doen: - Je wilt later een hbo-opleiding volgen, maar sommige vakken liggen je echt niet en je denkt dat het behalen van een havodiploma daardoor lastiger wordt. - Je blijft zitten in havo 4 of zakt voor je examen in havo 5 en je hebt heel veel moeite gedaan, maar het is toch niet gelukt. Wellicht ben je beter op je plek op het mbo. - Je wilt liever bezig zijn met een opleiding die je gericht opleidt voor een bepaald beroep, je bent graag praktisch bezig. Er zitten voordelen aan het volgen van een mbo-opleiding voor je naar een hbo-opleiding gaat. - Je doet veel kennis en ervaring op tijdens je mbo opleiding. Hierdoor heb je een voorsprong als je aan je hbo-opleiding begint ten opzichte van havisten. Daarnaast zou je eventuele vrijstellingen op de hbo-opleiding kunnen krijgen. - Je doet tijdens je mbo-opleiding veel werkervaring op, omdat je veel stage loopt. Deze ervaring neem je weer mee naar je volgende studie. - Je krijgt ruimte om te kijken of de studierichting iets voor je is. Je krijgt verschillende vakken op de mbo-opleiding die te maken hebben met je vak, waardoor je al weet welke richtingen binnen het vakgebied leuk zijn en waar je goed in bent. Je zou het een nadeel kunnen vinden dat je waarschijnlijk de betere student zult zijn: het niveau en het tempo zijn wellicht te laag voor je. Aan de andere kant kun je juist meer zelfvertrouwen krijgen, doordat je goede cijfers zult halen. Ook kan de aansluiting op het hbo minder goed zijn. Op het hbo moet je immers weer aan de bak met theorie en zul je zelfstandiger moeten kunnen werken. Informeer bij je mbo-instelling of zij samenwerken met hbo-instellingen. Opleiding op mbo-niveau Er zijn vier verschillende niveaus op het mbo. Wanneer je op zoek gaat naar een geschikte opleiding is het goed om hier op te letten. Met een havo-achtergrond ben je goed in staat om een niveau 3 of 4 opleiding te volgen, niveau 1 en 2 zijn veel te makkelijk voor je. Wanneer je door wilt studeren op een hbo, heb je een niveau 4 diploma nodig. De vier niveaus Niveau 1: Je wordt assistent beroepsbeoefenaar en voert je onder begeleiding uit. Je hebt een assisterende, ondersteunende rol. Het gaat om weinig complex werk. Niveau 2: Je wordt medewerker/basisberoepsbeoefenaar en doet je werk grotendeels zelfstandig en hebt een uitvoerende, ondersteunende rol. Het gaat veelal om standaardwerk. Niveau 3: Je wordt zelfstandig medewerker/zelfstandig beroepsbeoefenaar en doet je werk geheel zelfstandig. Je hebt diverse rollen, van uitvoerend en adviserend tot begeleidend, aansturend en controlerend. Je doet standaardwerk en werk dat eigen inzicht vraagt. Niveau 4: Je wordt middenkaderfunctionaris/gespecialiseerd beroepsbeoefenaar en doet je werk
7
geheel zelfstandig. Je bent breed inzetbaar, maar kan ook zelfstandig gespecialiseerd werk uitvoeren. Je hebt diverse rollen, van uitvoerend tot coördinerend.
BOL of BBL? Binnen het mbo bestaan twee leerwegen, BeroepsOpleidende Leerweg (BOL) of BeroepsBegeleidende Leerweg (BBL). In onderstaand schema staan de verschillen tussen de twee leerwegen. BOL School & stage Meer theorie en zelfstudie Kortere werkperiodes in een vorm van een stage, waarbij soms een stagevergoeding wordt geboden Wel studiefinanciering en ov-jaarkaart (vanaf 18 jaar) Stageperiodes van meerdere weken achter elkaar van 4 of 5 dagen per week 4 of 5 dagen per week naar school (buiten de stageperiodes) Veel contact met leeftijdsgenoten, doordat leerling veel op school is Stage bij een erkend leerbedrijf is verplicht.
BBL Werken & leren Meer praktijk Doordat wordt gewerkt, ontvang de leerling in veel gevallen loon of een soort stagevergoeding Geen studiefinanciering en OV-jaarkaart 3 of 4 dagen per week werken 1 of 2 dagen per week naar school Weinig contact met leeftijdsgenoten doordat de leerling weinig op school is Baan bij een erkend leerbedrijf is verplicht.
Sprinttraject De meeste mbo-opleidingen bieden sprinttrajecten aan. Je opleiding duurt dan maar 2 jaar in plaats van 3. Een sprinttraject betekent dat je meer werk moet verzetten dan de reguliere mbo student. Het tempo ligt hoger en je moet dingen sneller oppakken en zelfstandig doen. Je moet dus erg gemotiveerd zijn, wanneer je het sprinttraject ingaat. Of het sprinttraject een optie voor je is, is afhankelijk van welke studie je wilt gaan volgen en of je voor het sprinttraject in aanmerking komt. De mbo-scholen geven daar informatie over op hun website. Van mbo naar verkort hbo Wanneer je een mbo diploma hebt, kun je in sommige gevallen het hbo in minder dan 4 jaar doorlopen. Als je een mbo opleiding hebt gedaan die naadloos aansluit op een hbo opleiding (een verwante opleiding), kun je vrijstellingen krijgen. De verkorting is meestal een half jaar tot een jaar. De vrijstelling kan zijn voor een theoriegedeelte, maar ook voor een werk- of stageperiode. De mogelijkheid tot een verkort studietraject is afhankelijk van de hogeschool waar je wilt studeren. Kijk dus voor informatie op de websites van de hogeschool waar je verder zou willen leren. Sommige mbo’s bieden in samenspraak met een hbo een speciaal verkort traject aan, het mhbo-traject. Dan kun je in zes á zesenhalf jaar beide diploma’s behalen. Als je goede studieresultaten en een goede motivatie hebt, kun je daarvoor in aanmerking komen. In zo’n traject kun je bijvoorbeeld in het derde jaar van je mbo-opleiding al toetsen maken voor de verwante hbo-opleiding.
8
Studiefinanciering mbo Voor je 18e hoef je nog geen lesgeld te betalen op een mbo. Vanaf studiejaar 2015-2016 krijgen ouders een verhoogd kindgebonden budget om in de schoolkosten tegemoet te komen. Vanaf 1 januari 2017 hebben mbo-studenten ook recht op een OV-kaart voor hun 18e. Voltijd mbo-studenten van 18 jaar of ouder hebben recht op studiefinanciering. Dit geldt alleen voor leerlingen met de BeroepsOpleidende Leerweg (BOL). Voor studenten aan een mbo-opleiding op niveau 1 of 2 is de studiefinanciering een gift. Je krijgt studiefinanciering zolang je staat ingeschreven voor een opleiding op niveau 1 of 2. Voor niveau 3 en 4 geldt dat de studiefinanciering een prestatiebeurs is. Studenten op niveau 3 of 4 die de opleiding niet afronden, moeten de studiefinanciering terugbetalen. Je hebt 10 jaar de tijd om je diploma te behalen. Je krijgt voor de meeste opleiding 4 jaar beurs. Daarna kun je nog 3 jaar lenen en het reisproduct gebruiken. Je moet je studiefinanciering binnen 10 jaar opgebruiken. Studiefinanciering voor mbo bestaat uit 4 onderdelen: een basisbeurs, een aanvullende beurs, een lening en een studentenreisproduct. De basisbeurs en het studentenreisproduct zijn er voor iedereen. Een aanvullende beurs en een lening moet je extra aanvragen. De hoogte van de studiefinanciering hangt af van de thuissituatie. In onderstaande tabel zie je de bedragen voor 2015.
Basisbeurs Aanvullende beurs* Lening Totaal**
Uitwonend € 264,40 € 354,78 € 176,49 € 795,67
Thuiswonend € 81,02 € 333,38 € 176,49 € 590,89
* Als je nog geen lesgeld hoeft te betalen, is de aanvullende beurs € 94,25 lager. ** Krijg je geen of minder aanvullende beurs? Dan mag je het verschil bijlenen.
Handige websites Studiekeuze MBO www.lyceumoudehoven.dedecaan.net Algemene informatie studiefinanciering www.duo.nl Berekenen studiefinanciering https://duo.nl/particulieren/deurmat/service/rekenhulpen/rekenhulp-berekenenstudiefinanciering.asp
9
Havo – Studiekeuze Een studie kiezen Hieronder staan enkele tips om je te helpen bij het kiezen van een studie. - Oriënteer je breed op het aanbod van opleidingen. Soms bieden verschillende hogescholen en universiteiten dezelfde opleiding aan, maar kunnen er onderling (grote) verschillen zijn in projecten, cursussen, vakken, specialisaties en stages die aangeboden worden. - Het is belangrijk open dagen en meeloopdagen te bezoeken en gesprekken te voeren met studenten en mensen in het vakgebied waar jij wilt gaan werken. Hierdoor weet je goed wat je te wachten staat en daarnaast heb je deze informatie nodig om je portfolio op te bouwen. Steeds meer hogescholen en universiteiten verwachten dat je goed georiënteerd en gemotiveerd bent en dat je dit kun aantonen. Je portfolio is je bewijs hiervan. - Via www.lyceumoudehoven.dedecaan.net kun je alle opleidingen die er aangeboden worden in Nederland bekijken. Wanneer je op een van de opleidingen klikt, staat er een link bij naar de keuzegids. Via www.lyceumoudehoven.dedecaan.net heb je toegang tot deze keuzegids. In deze gids kun je zien hoe opleidingen beoordeeld worden en wat je kansen op de arbeidsmarkt zijn bij deze opleidingen. Deze informatie kan je helpen een beslissing te nemen. - Praat met de mensen om je heen over je studiekeuze. Je ouders, familie en vrienden kennen jou het beste en kunnen je waarschijnlijk van goed advies voorzien. Zie ook bijlage 1 voor informatie en vragen die je kunt stellen in je keuzeproces. Brede studies Een aantal opleidingen zijn erg breed, oftewel algemeen opgezet. Dit heeft voordelen en nadelen. Voordelen -Je kunt het eerste jaar van je studie gebruiken om je beter te oriënteren op waar je jezelf in zou willen specialiseren. Je kunt je studiekeuze hiermee een jaar ‘uitstellen’. Het is wel van belang dat je een brede opleiding kiest die in je interessegebied ligt. Uiteindelijk moet je kiezen en dan is het wel handig als je al in de goede richting zit. - Het kiezen van een brede studie kan ervoor zorgen dat je veel kanten op kunt en dat kan voor je banenzoektocht interessant zijn. Soms is dat ook een nadeel, omdat je niet gespecialiseerd genoeg bent. Nadelen - Als je een brede studie kiest krijg je allerlei vakken die je misschien niet zo interessant vindt. Hierdoor is de kans dat je afhaakt groter. Verkeerd gekozen? Wanneer je erachter komt dat een studie toch niet bij je past, is dat erg vervelend. Het beste is meteen te stoppen en het door te geven aan DUO, zodat je studievoorschot niet door blijft lopen. Vervolgens heb je twee opties: 1) Je direct inschrijven bij een andere opleiding, sommige opleidingen hebben instroommomenten halverwege het jaar. Zorg er wel voor dat je voor die tijd goed onderzocht hebt of deze nieuwe opleiding wél iets voor je is.
10
2) Wachten tot het nieuwe studiejaar begint en de tijd gebruiken om je goed te oriënteren op een nieuwe opleiding. Bij ‘handige links’ kun je vinden bij welke opleidingen je halverwege het jaar kunt instromen. Aangezien je recht hebt op 7 jaar studievoorschot, betekent de wisseling niet direct dat je recht om te lenen in gevaar komt, maar het zal wel betekenen dat je een jaar of een half jaar extra moet lenen. Dit zal dus financiële gevolgen hebben, die afhankelijk zijn van de hoeveelheid geld dat je leent. Bachelor en master Wanneer je een opleiding in het hoger onderwijs hebt afgerond krijg je een graad, “bachelor” of “master”. Na een vierjarige hbo-opleiding of drie jaar aan de universiteit krijg je de graad bachelor. Daarna kun je nog doorstuderen voor een master. Zowel hbo’s als universiteiten bieden masters aan. Hbo-bachelor en wo-bachelor zijn niet hetzelfde. Een hbo-bachelor is over het algemeen praktijkgerichter, wanneer je deze hebt afgerond kun je de arbeidsmarkt op. Bij een wo-bachelor is je wetenschappelijke opleiding nog niet afgerond en moet je dus doorstuderen voor een wo-master om klaar te zijn voor de arbeidsmarkt. Op een universiteit wordt je theoretischer geschoold. Hbostudenten kunnen dus na hun hbo-bachelor niet zomaar overstappen op een wo-master. Meestal moet je dan eerst een schakelprogramma doorlopen. Honours programma Sommige hogescholen bieden een "Honours Programma" aan voor leerlingen die meer verdieping en uitdaging zoeken in hun studie. Het is een aanvullend programma voor gemotiveerde en talentvolle bachelorstudenten. Wanneer je dit programma volgt, wordt er dus extra inzet van je verwacht. Je studieresultaten en je motivatie bepalen of je in aanmerking komt voor dit programma. Zie ook de handige websites voor een overzicht van hogescholen die dit soort programma’s aanbieden. Van hbo naar wo Wanneer je via een hbo-opleiding naar de universiteit wilt, zijn er twee hoofdroutes die je kunt nemen. 1. Met je hbo-propedeuse (afgerond eerste jaar) naar de universiteit. 2. Na het behalen van je hbo diploma een master volgen aan de universiteit. Aan beide routes zitten voor- en nadelen. Als je de eerste route wilt nemen, overstappen na het behalen van je propedeuse, is het waarschijnlijk dat je aan aanvullende eisen moet voldoen. Een voorbeeld hiervan is dat je (soms) wiskunde op vwo-niveau moet hebben afgerond. Dit zou je dan via het VAVO moeten regelen. Uit onderzoek is gebleken dat veel van deze overstappers uitvallen in het eerste jaar van de universiteit. Haal je het wel, dan is dit waarschijnlijk de snelste route naar een universitair diploma vanaf de havo. De tweede route duurt iets langer. Zoals eerder vermeldt moet je waarschijnlijk een schakelprogramma volgen, een zogenaamde ‘pre-master’. Hierdoor ben je wel beter voorbereid op je universitaire master. Financiën bachelor/master op hbo of wo Voor een studie aan hbo of universiteit mag je standaard maximaal 7 jaar lenen. Als je een master
11
gaat doen, wordt deze periode soms verlengd. Zie onderstaande tabel voor de periodes van studievoorschot. Lening
Studentenreisproduct
Aanvullende beurs
hbo-bachelor > hbo-master 8 jaar 6 jaar 5 jaar hbo-bachelor > 1-jarige wo-master 7 jaar 5 jaar 4 jaar hbo-bachelor > 2-jarige wo-master 8 jaar 6 jaar 5 jaar wo-bachelor > 1-jarige wo-master 7 jaar 5 jaar 4 jaar wo-bachelor > 2-jarige wo-master 8 jaar 6 jaar 5 jaar wo-bachelor > 3-jarige wo-master 9 jaar 7 jaar 6 jaar Wanneer je een schakelprogramma moet volgen, heb je niet altijd recht op studievoorschot. Je hebt recht op studievoorschot als je als voltijdstudent ingeschreven staat voor een regulier bachelorprogramma. Het volgen van een regulier bachelorprogramma is echter niet bij elke opleiding mogelijk. In dat geval bestaat er geen recht op studievoorschot.
Aanmelding voor een studie Wanneer je je studiekeuze gemaakt hebt, moet je voor 1 mei ingeschreven staan voor die studie op Studielink (zie handige websites). Je hebt dan recht op studiekeuzecheck. Aanmelden voor 1 mei betekent ook dat je recht heb op toelating tot een andere studie (toelatingsrecht). Sommige studies hebben numerus fixus, dat wil zeggen dat ze een beperkt aantal studenten toelaten. Voor studies met numerus fixus moet je uiterlijk voor 15 mei aangemeld zijn. Als je dan uitgeloot wordt behoudt je je toelatingsrecht voor andere opleidingen in het hoger onderwijs mits je je uiterlijk 1 mei hebt aangemeld. De centrale lotingsprocedure verdwijnt vanaf studiejaar 2017-2018. Opleidingen gaan zelf studenten selecteren, om te zorgen voor een betere match tussen student en opleiding. Je mag je via Studielink voor 4 studies aanmelden. Hiervan mag 1 studie een lotingsstudie zijn. Als je voor 1 mei de eerste aanmelding hebt gedaan, mag je nog tot 1 september wisselen van keuze. Als je na 1 mei aangemeld bent, kun je geweigerd worden door een opleiding. Toelatingseisen pabo Wanneer je naar de pabo wilt (lerarenopleiding basisonderwijs) gelden vanaf studiejaar 2015-2016 aanvullende eisen. De toelatingseisen gelden voor een aantal basisschoolvakken. Wanneer je diploma niet voldoet aan deze vakken, moet je een toelatingstoets maken.
Selectie De meeste opleidingen doen tegenwoordig aan één van de soorten selectie voordat zij leerlingen toelaten . Dit kan zijn: - Via een motivatiegesprek en/of toetsing - Via loting (dit verdwijnt per 2017) Motivatiegesprek en/of toetsing Hogescholen en universiteiten willen studie-uitval zoveel mogelijk voorkomen. Zij worden steeds strenger in hun toelatingsbeleid. Om ervoor te zorgen dat zo min mogelijk studenten uitvallen, nodigen zij studenten uit voor een toelatingsgesprek waarbij aankomende studenten hun studiekeuze moeten toelichten. Je moet in staat zijn om te onderbouwen waarom jij past bij je
12
gekozen studie. Dit kan te maken hebben met cijfers, maar ook met je talenten, motivatie en andere kwaliteiten. Soms moet je en toets maken om te zien of je aan de vereisten van de opleiding voldoet. De mogelijke varianten van gesprekken zijn: - Studiekeuzegesprek (is meer oriënterend) - Matchingsgesprek (er wordt gekeken naar je geschiktheid voor de opleiding) - Intakegesprek (er wordt getoetst of je aan de toelatingsvoorwaarden voldoet) - Selectiegesprek of gesprek decentrale selectie (de meest geschikte kandidaten worden geselecteerd) Wanneer je een studiekeuze of matchingsgesprek voert, is de uitkomst van het gesprek vooral adviserend van aard en mag je zelf beslissen. Bij een intake- of selectiegesprek beslist de opleiding of de kandidaat wordt toegelaten. Loting Een aantal opleidingen met een vastgesteld aantal plaatsen (numerus fixus) passen loting toe om studenten toe te laten. Dit zijn de zogenaamde ‘Lotingsstudies’. Je mag je maar voor één studie met loting aanmelden per studiejaar. Je mag vervolgens drie keer meedoen aan een loting voor een studie. Als je in een eerder studiejaar voor een opleiding bent ingeloot én ingeschreven, is het niet mogelijk om voor die opleiding nog eens aan de loting mee te doen. Dit geldt ook als je de opleiding aan een andere instelling wilt volgen of voor een andere studievorm kiest (voltijd/deeltijd/duaal). Je kunt op 3 manieren worden toegelaten tot een lotingsstudie. - via centrale selectie - door directe plaatsing - via decentrale selectie Centrale selectie
Op universiteiten gebeurt het dat er teveel aanmeldingen zijn voor een bepaalde opleiding. Dan komt er een opleidingsloting. Als er te veel aanmeldingen zijn voor een opleiding aan een bepaalde hogeschool of universiteit, dan spreken we van een instellingsloting. DUO voert de loting uit. Als je ingeloot wordt, krijg je een e-mail via Studielink. Als je uitgeloot wordt ontvang je een brief. Je moet om ingeloot te kunnen worden wel alle bewijsstukken op tijd opgestuurd hebben en voldoen aan de eisen. Er zijn 5 lotingsklassen. In welke lotingsklasse je valt is afhankelijk van je gemiddelde eindexamencijfer. Lotingsklasse A: hoger of gelijk aan 8,00 Lotingsklasse B: kleiner dan 8,00 maar groter dan of gelijk aan 7,50 Lotingsklasse C: kleiner dan 7,50 maar groter dan of gelijk aan 7,00 Lotingsklasse D: kleiner dan 7,00 maar groter dan of gelijk aan 6,50 Lotingsklasse E: lager dan 6,50 Lotingsklasse B t/m E moeten ingeloot worden. Je inlotingskansen verhouden zich als volgt: B : C : D : E = 9 : 6 : 4 : 3.
13
Directe plaatsing Je kunt direct geplaatst worden bij een lotingsstudie van jouw keuze als je in lotingsklasse A zit. Je moet hiervoor wel voldaan hebben aan alle eisen, zoals het op tijd insturen van je bewijsstukken. Decentrale selectie Bij decentrale selectie selecteren de hogescholen en universiteiten zelf studenten voor hun lotingsstudies. De onderwijsinstelling stelt zelf een uiterste aanmelddatum vast voor de decentrale selectie. Deze kan dus anders zijn dan de aanmelddatum voor de centrale selectie. Per studiejaar kun je je maar voor één opleiding met decentrale selectie aanmelden. De criteria waarop je geselecteerd wordt kunnen te maken hebben met je vooropleiding, vakkenpakket, werkervaring of specifieke kennis en vaardigheden. Dit verschilt per opleiding, dus kijk wat de criteria zijn bij de opleiding van jouw keuze. Je krijgt bericht van de opleiding als je geselecteerd bent. Dit betekent helaas niet dat je automatisch aan de opleiding kunt starten. Een aantal factoren wegen mee in je plaatsing: - het percentage plaatsen dat beschikbaar is gesteld voor de decentrale selectie door de onderwijsinstelling. - het aantal studenten dat rechtstreeks is geplaatst. Direct geplaatste studenten hebben altijd voorrang. - het aantal geselecteerden. De uiteindelijke uitslag van de loting (of je ook geplaatst bent) krijg je van DUO. Handige websites Maken van een studiekeuze https://lyceumoudehoven.dedecaan.net www.studiekeuze123.nl Over (vrouwen op) technische studies www.ditdoeik.nl Aanmelden studie www.studielink.nl Instromen halverwege het studiejaar http://hbobachelors.nl/tweede-instroommoment/ Hogescholen met honours programma http://hbobachelors.nl/honours-program/ Alles over studievoorschot en loting www.duo.nl
14
Vwo – Studiekeuze Hbo of wo? Als vwo-leerling heb je erg veel keuzemogelijkheden. Een van de eerste afwegingen die je moet maken is of je een hbo- of een wo-opleiding wilt gaan volgen. Het is beide hoger onderwijs, maar de invulling van het onderwijs is erg verschillend. Het is dus belangrijk om de verschillen te kennen, zodat je een keuze kunt maken die het best bij jou past. HBO Beroepsgericht, je wordt opgeleid om een bepaald beroep uit te gaan oefenen Praktijkgericht (met opdrachten in de praktijk, bijvoorbeeld binnen organisaties en bedrijven) Stage is verplicht, hierdoor doe je al veel werkervaring op tijdens je opleiding Je past de theorie gelijk toe in de praktijk Competentiegericht leren Veel verschillende vakken Gemiddeld studietempo Veel groepsgewijs werken Je wordt opgeleid voor een uitvoerend beroep Helder beroepsbeeld, je weet wat je “bent” als je afgestudeerd bent, bijvoorbeeld “fysiotherapeut”
WO Wetenschappelijk gericht, je wordt opgeleid tot wetenschapper in een bepaalde richting Theoretisch gericht (abstracte opdrachten waarbij je onderzoek doet) Stage is mogelijk, niet alle opleiding bieden dit aan als optie Je genereert nieuwe kennis Vakgericht leren Minder vakken (maar meer verdieping) Hoog studietempo Veel zelfstandig werken Je wordt opgeleid voor een hogere functie met sneller promotiemogelijkheden Geen helder beroepsbeeld, als je afgestudeerd bent kun je vaak op verschillende beleidsmatige en wetenschappelijke terreinen aan de slag
Honours programma Sommige hogescholen bieden een "Honours Programma" aan voor leerlingen die meer verdieping en uitdaging zoeken in hun studie. Het is een aanvullend programma voor gemotiveerde en talentvolle bachelorstudenten. Wanneer je dit programma volgt, wordt er dus extra inzet van je verwacht. Je studieresultaten en je motivatie bepalen of je in aanmerking komt voor dit programma. Zie ook de handige websites voor een overzicht van hogescholen die dit soort programma’s aanbieden. Studeren aan een universiteit Er zijn verschillen tussen vwo en de universiteit. Op de middelbare school heb je les. Op de universiteit volg je hoorcolleges en werkcolleges. Afhankelijk van je studie heb je ook practica. In een hoorcollege zit je in een collegezaal met soms tot wel 500 andere studenten. Je luistert dan anderhalf tot twee uur naar een docent. Daarnaast ga je vaak in werkcolleges, in kleinere groepen van ongeveer 25 studenten, aan de gang met de stof. In werkcolleges maak je onder begeleiding van een docent opdrachten of voer je discussies aansluitend bij het hoorcollege. De practica zijn bedoeld om bepaalde vaardigheden te ontwikkelen en oefenen. Daarnaast heb je elk jaar twee semesters. Aan het eind van elk semester sluit je vakken af met een tentamen. Dit wil zeggen dat je erg veel leerstof in één tentamen moet afsluiten. Je moet dus in staat zijn om met grote hoeveelheden stof om te gaan.
15
Op de universiteit wordt een grote mate van zelfstandigheid van je verwacht. Je moet zelf initiatief nemen, je werk organiseren en je tijd indelen. Dit heeft zijn voordelen, je bent hierdoor flexibel, maar als je slecht bent in plannen, zal je het lastig krijgen. Je hebt dus veel discipline nodig om aan de universiteit te studeren. Veel van je boeken zullen in het Engels zijn. Wetenschappelijke literatuur is de basis voor universitaire opleidingen en veel wetenschappelijke literatuur is nu eenmaal in het Engels geschreven. Als je erg slecht bent in Engels, kun je het hier dus moeilijk mee krijgen. De voertaal in de hoor- en werkcolleges is over het algemeen wel in het Nederlands, tenzij dit bij de opleiding of cursus specifiek staat aangegeven. Een studie kiezen Hieronder staan enkele tips om je te helpen bij het kiezen van een studie. - Oriënteer je breed op het aanbod van opleidingen. Soms bieden verschillende hogescholen en universiteiten dezelfde opleiding aan, maar kunnen er onderling (grote) verschillen zijn in projecten, cursussen, vakken, specialisaties en stages die aangeboden worden. - Het is belangrijk open dagen en meeloopdagen te bezoeken en gesprekken te voeren met studenten en mensen in het vakgebied waar jij wilt gaan werken. Hierdoor weet je goed wat je te wachten staat en daarnaast heb je deze informatie nodig om je portfolio op te bouwen. Steeds meer hogescholen en universiteiten verwachten dat je goed georiënteerd en gemotiveerd bent en dat je dit kun aantonen. Je portfolio is je bewijs hiervan. - Via lyceumoudehoven.dedecaan.net kun je alle opleidingen die er aangeboden worden in Nederland bekijken. Wanneer je op een van de opleidingen klikt, staat er een link bij naar de keuzegids. Via dedecaan.net heb je toegang tot deze keuzegids. In deze gids kun je zien hoe opleidingen beoordeeld worden en wat je kansen op de arbeidsmarkt zijn bij deze opleidingen. Deze informatie kan je helpen een beslissing te nemen. - Praat met de mensen om je heen over je studiekeuze. Je ouders, familie en vrienden kennen jou het beste en kunnen je waarschijnlijk van goed advies voorzien. Zie ook bijlage 1 voor informatie en vragen die je kunt stellen in je keuzeproces. Brede studies Een aantal opleidingen zijn erg breed, oftewel algemeen opgezet. Dit heeft voordelen en nadelen. Voordelen -Je kunt het eerste jaar van je studie gebruiken om je beter te oriënteren op waar je jezelf in zou willen specialiseren. Je kunt je studiekeuze hiermee een jaar ‘uitstellen’. Het is wel van belang dat je een brede opleiding kiest die in je interessegebied ligt. Uiteindelijk moet je kiezen en dan is het wel handig als je al in de goede richting zit. - Het kiezen van een brede studie zorgt ervoor dat er veel beroepen op aansluiten en je hierdoor ook meer baanzekerheid hebt als je afgestudeerd bent. Maar het tegenovergestelde is ook realiteit: wanneer je niet gespecialiseerd genoeg bent, zul je wellicht niet geschikt genoeg zijn. Je zult dus zeker keuzes moeten (blijven) maken tijdens je studieloopbaan. Nadelen - Als je een brede studie kiest krijg je allerlei vakken die je misschien niet zo interessant vindt. Hierdoor is de kans dat je afhaakt groter. Kies je echter voor een University College of Liberal Arts and Sciences-opleiding, dan heb je (veel) eigen keuzevrijheid.
16
Verkeerd gekozen? Wanneer je erachter komt dat een studie toch niet bij je past is dat erg vervelend. Het beste is meteen te stoppen en het door te geven aan DUO, zodat je studievoorschot niet door blijft lopen. Vervolgens heb je twee opties: 1) Je direct inschrijven bij een andere opleiding, sommige opleidingen hebben instroommomenten halverwege het jaar. Zorg er wel voor dat je voor die tijd goed onderzocht hebt of deze nieuwe opleiding wél iets voor je is. 2) Wachten tot het nieuwe studiejaar begint en de tijd gebruiken om je goed te oriënteren op een nieuwe opleiding. Bij ‘handige links’ kun je vinden bij welke opleidingen je halverwege het jaar kunt instromen. Aangezien je recht hebt op 7 jaar studievoorschot, betekent de wisseling niet direct dat je recht om te lenen in gevaar komt, maar het zal wel betekenen dat je een jaar of een half jaar extra moet lenen. Dit zal dus financiële gevolgen hebben, die afhankelijk zijn van de hoeveelheid geld dat je leent. Bachelor en master Wanneer je een opleiding in het hoger onderwijs hebt afgerond krijg je een graad, “bachelor” of “master”. Na een vierjarige hbo-opleiding of drie jaar aan de universiteit krijg je de graad bachelor. Daarna kun je nog doorstuderen voor een master. Zowel hbo’s als universiteiten bieden masters aan. Hbo-bachelor en wo-bachelor zijn niet hetzelfde. Een hbo-bachelor is over het algemeen praktijkgerichter, wanneer je deze hebt afgerond kun je de arbeidsmarkt op. Bij een wo-bachelor is je wetenschappelijke opleiding nog niet afgerond en moet je dus doorstuderen voor een wo-master om klaar te zijn voor de arbeidsmarkt. Op een universiteit wordt je theoretischer geschoold. Hbostudenten kunnen dus na hun hbo-bachelor niet zomaar overstappen op een wo-master. Meestal moet je dan eerst een schakelprogramma doorlopen.
Aanmelding Wanneer je je studiekeuze gemaakt hebt, moet je voor 1 mei ingeschreven staan voor die studie op Studielink (zie handige websites). Je hebt dan recht op studiekeuzecheck. Aanmelden voor 1 mei betekent ook dat je recht heb op toelating tot een andere studie (toelatingsrecht). Sommige studies hebben numerus fixus, dat wil zeggen dat ze een beperkt aantal studenten toelaten. Voor studies met numerus fixus moet je uiterlijk voor 15 mei aangemeld zijn. Als je dan uitgeloot wordt behoudt je je toelatingsrecht voor andere opleidingen in het hoger onderwijs mits je je uiterlijk 1 mei hebt aangemeld. De centrale lotingsprocedure verdwijnt vanaf studiejaar 2017-2018. Opleidingen gaan zelf studenten selecteren, om te zorgen voor een betere match tussen student en opleiding. Je mag je via Studielink voor 4 studies aanmelden. Hiervan mag 1 studie een lotingsstudie zijn. Als je voor 1 mei de eerste aanmelding hebt gedaan, mag je nog tot 1 september wisselen van keuze. Als je na 1 mei aangemeld bent, kun je geweigerd worden door een opleiding. Toelatingseisen pabo Wanneer je naar de pabo wilt (lerarenopleiding basisonderwijs) gelden vanaf studiejaar 2015-2016 aanvullende eisen. De toelatingseisen gelden voor een aantal basisschoolvakken. Wanneer je diploma niet voldoet aan deze vakken, moet je een toelatingstoets maken.
17
Selectie De meeste opleidingen doen tegenwoordig aan één van de soorten selectie voordat zij leerlingen toelaten . Dit kan zijn: - Via een motivatiegesprek en/of toetsing - Via loting (dit verdwijnt per 2017) Motivatiegesprek en/of toetsing Hogescholen en universiteiten willen studie-uitval zoveel mogelijk voorkomen. Zij worden steeds strenger in hun toelatingsbeleid. Om ervoor te zorgen dat zo min mogelijk studenten uitvallen, nodigen zij studenten uit voor een toelatingsgesprek waarbij aankomende studenten hun studiekeuze moeten toelichten. Je moet in staat zijn om te onderbouwen waarom jij past bij je gekozen studie. Dit kan te maken hebben met cijfers, maar ook met je talenten, motivatie en andere kwaliteiten. Soms moet je en toets maken om te zien of je aan de vereisten van de opleiding voldoet. De mogelijke varianten van gesprekken zijn: - Studiekeuzegesprek (is meer oriënterend) - Matchingsgesprek (er wordt gekeken naar je geschiktheid voor de opleiding) - Intakegesprek (er wordt getoetst of je aan de toelatingsvoorwaarden voldoet) - Selectiegesprek of gesprek decentrale selectie (de meest geschikte kandidaten worden geselecteerd) Wanneer je een studiekeuze of matchingsgesprek voert, is de uitkomst van het gesprek vooral adviserend van aard en mag je zelf beslissen. Bij een intake- of selectiegesprek beslist de opleiding of de kandidaat wordt toegelaten. Loting Een aantal opleidingen met een vastgesteld aantal plaatsen (numerus fixus) passen loting toe om studenten toe te laten. Dit zijn de zogenaamde ‘Lotingsstudies’. Je mag je maar voor één studie met loting aanmelden per studiejaar. Je mag vervolgens drie keer meedoen aan een loting voor een studie. Als je in een eerder studiejaar voor een opleiding bent ingeloot én ingeschreven, is het niet mogelijk om voor die opleiding nog eens aan de loting mee te doen. Dit geldt ook als je de opleiding aan een andere instelling wilt volgen of voor een andere studievorm kiest (voltijd/deeltijd/duaal). Je kunt op 3 manieren worden toegelaten tot een lotingsstudie. - via centrale selectie - door directe plaatsing - via decentrale selectie Centrale selectie
Op universiteiten gebeurt het dat er teveel aanmeldingen zijn voor een bepaalde opleiding. Dan komt er een opleidingsloting. Als er te veel aanmeldingen zijn voor een opleiding aan een bepaalde hogeschool of universiteit, dan spreken we van een instellingsloting. DUO voert de loting uit. Als je ingeloot wordt, krijg je een e-mail via Studielink. Als je uitgeloot wordt ontvang je een brief. Je moet om ingeloot te kunnen worden wel alle bewijsstukken op tijd opgestuurd hebben en voldoen aan de
18
eisen. Er zijn 5 lotingsklassen. In welke lotingsklasse je valt is afhankelijk van je gemiddelde eindexamencijfer. Lotingsklasse A: hoger of gelijk aan 8,00 Lotingsklasse B: kleiner dan 8,00 maar groter dan of gelijk aan 7,50 Lotingsklasse C: kleiner dan 7,50 maar groter dan of gelijk aan 7,00 Lotingsklasse D: kleiner dan 7,00 maar groter dan of gelijk aan 6,50 Lotingsklasse E: lager dan 6,50 Lotingsklasse B t/m E moeten ingeloot worden. Je inlotingskansen verhouden zich als volgt: B : C : D : E = 9 : 6 : 4 : 3. Directe plaatsing Je kunt direct geplaatst worden bij een lotingsstudie van jouw keuze als je in lotingsklasse A zit. Je moet hiervoor wel voldaan hebben aan alle eisen, zoals het op tijd insturen van je bewijsstukken. Decentrale selectie Bij decentrale selectie selecteren de hogescholen en universiteiten zelf studenten voor hun lotingsstudies. De onderwijsinstelling stelt zelf een uiterste aanmelddatum vast voor de decentrale selectie. Deze kan dus anders zijn dan de aanmelddatum voor de centrale selectie. Per studiejaar kun je je maar voor één opleiding met decentrale selectie aanmelden. De criteria waarop je geselecteerd wordt kunnen te maken hebben met je vooropleiding, vakkenpakket, werkervaring of specifieke kennis en vaardigheden. Dit verschilt per opleiding, dus kijk wat de criteria zijn bij de opleiding van jouw keuze. Je krijgt bericht van de opleiding als je geselecteerd bent. Dit betekent helaas niet dat je automatisch aan de opleiding kunt starten. Een aantal factoren wegen mee in je plaatsing: - het percentage plaatsen dat beschikbaar is gesteld voor de decentrale selectie door de onderwijsinstelling. - het aantal studenten dat rechtstreeks is geplaatst. Direct geplaatste studenten hebben altijd voorrang. - het aantal geselecteerden. De uiteindelijke uitslag van de loting (of je ook geplaatst bent) krijg je van DUO.
19
Handige websites Maken van een studiekeuze https://lyceumoudehoven.dedecaan.net www.studiekeuze123.nl Over (vrouwen op) technische studies www.ditdoeik.nl Aanmelden studie www.studielink.nl Hogescholen met honours programma http://hbobachelors.nl/honours-program/ Instromen halverwege het studiejaar http://hbobachelors.nl/tweede-instroommoment/ http://universitairebachelors.nl/tweede-instroommoment/ Alles over studievoorschot en loting www.duo.nl
20
Naar het buitenland Algemeen: voorbereiding Wanneer je besluit voor een langere periode naar het buitenland te gaan, zijn er een aantal zaken die je van tevoren moet regelen. - Een visum of werkvergunning voor landen buiten de Europese Unie. De regels voor het verkrijgen hiervan verschillen per land. Soms kun je dit ter plekke aanvragen, soms moet je dat een tijd van tevoren doen. Kijk op de website van de ambassade van het land waar je naartoe wilt. - Zorg dat je goed verzekerd bent. Een meer uitgebreide ziektekostenverzekering kan waarschijnlijk handig zijn en een goede reisverzekering is essentieel. - Wanneer je langer dan 8 maanden in het buitenland verblijft, moet je je uitschrijven uit het bevolkingsregister. Kijk op de website van je gemeente om te ontdekken hoe je dit moet doen. - Wanneer je naar een land gaat waar ziektes voorkomen die wij niet kennen, heb je inentingen of medicijnen nodig om je daartegen te beschermen. Veel van deze inentingen, of bijvoorbeeld tabletten tegen malaria, moet je ver van tevoren krijgen. Informeer dus tijdig bij je huisarts of bij de GGD wat je nodig hebt. Tussenjaar in het buitenland Er zijn verschillende studies die aangetoond hebben dat een tussenjaar in het buitenland kan helpen bij het maken van je studiekeuze. Je hebt meer tijd om jezelf te ontwikkelen en je keuzes goed af te wegen. Daarnaast kun je al wat relevante werkervaring opdoen in de sector waarin jij zou willen gaan werken later. Hierbij is het handig om het tussenjaar te gebruiken om iets gerichts te gaan doen. Als je al wel weet wat je wilt studeren, maar je wilt in het tussenjaar vooral veel nieuwe ervaringen opdoen, is onderstaande informatie ook nuttig voor je. High school of college uitwisseling Als je nog niet uitgeleerd bent, nog twijfelt over je studiekeuze en graag een tijd in het buitenland wilt verblijven, om bijvoorbeeld je taalvaardigheid te verbeteren, is een jaar high school (14-18 jaar) of college (18+) een idee. Bij een college, toegankelijk met een VWO-diploma, kun je zelf je vakkenpakket kiezen, dus je kunt hierbij al kijken of bepaalde studierichtingen je liggen. In sommige gevallen zijn studiebeurzen beschikbaar. Kijk hiervoor bij de handige websites. Taalcursus in het buitenland Verschillende organisaties bieden taalcursussen aan in het buitenland. Doordat je in het land verblijft waar de taal gesproken wordt, leer je een taal veel sneller. Ook kan dit je voordelen bieden in een vervolgstudie, bijvoorbeeld wanneer je een cursus Engels volgt en veel van je boeken of colleges in het Engels zijn. (Vrijwilligers)werk in het buitenland Wanneer je in het buitenland aan de slag wilt heb je veel opties. Werken op een boerderij, als skileraar, als au pair of vrijwilligerswerk doen in een ontwikkelingsgebied. Seizoenswerk doen in Australië is erg populair. De overheid heeft speciaal daarvoor een website opgestart. Zie voor deze website de handige websites. Wanneer je aan de gang zou willen als au pair, moet je in veel gevallen minstens 18 jaar zijn. Je krijgt dan kost, inwoning en zakgeld in ruil voor je ondersteuning van een gezin voor de zorg voor de kinderen. Er zijn verschillende bemiddelingsbureaus op internet te vinden.
21
Studeren in het buitenland Je kunt ervoor kiezen om een deel van je studie, of je gehele studie in het buitenland te volgen. Veel Nederlandse hogescholen en universiteiten bieden stages of uitwisselingsprogramma’s met buitenlandse opleidingen aan. Bijna alle hogescholen en universiteiten hebben een ´international office´, een afdeling die de internationale contacten met andere hogescholen en universiteiten onderhoudt. Tijdelijk in het buitenland studeren Je moet van tevoren afspraken maken met je onderwijsinstelling over de studiepunten wanneer je een tijdelijke studie in het buitenland volgt. Het is namelijk wel handig als je de studiepunten die je in het buitenland behaald, mee kunt nemen naar je opleiding in Nederland. Wanneer je tijdelijk een studie of stage in het buitenland volgt, kun je vaak je lening of aanvullende beurs meenemen. Je hele studie in het buitenland volgen Als je een hele studie in het buitenland wilt volgen, is het ten eerste van belang om te weten of je toelaatbaar bent met je diploma. Een vwo-diploma is bijna altijd voldoende, soms kun je ook met een havo-diploma terecht. Ook is het onder bijzondere voorwaarden mogelijk om het studievoorschot dat je in Nederland zou krijgen, mee te nemen naar het buitenland. Kijk daarvoor op de website van DUO. Kijk voor andere studiebeurzen op de links bij de handige websites. Ten slotte is het nog van belang te weten wat je diploma waard is na het behalen hiervan in het buitenland. Niet elke opleiding geeft een diploma waarmee je in Nederland op hetzelfde niveau aan de slag kunt. Handige websites Algemeen www.wilweg.nl www.travelactive.nl Studiebeurzen buitenland http://www.fulbright.nl/?menutree=5|48 https://www.wilweg.nl/financiering/beursopener Erkenning diploma www.beroepserkenning.nl Seizoenswerk Australië http://jobsearch.gov.au/harvesttrail/
22
Kind wordt 18 Er veranderen een aantal zaken wanneer uw kind 18 wordt. Hieronder een overzicht van de belangrijkste veranderingen. Rechten en plichten U heeft als ouder tot uw kind 21 is een onderhoudsplicht. Dit houdt in dat u uw kind financieel moet ondersteunen op gebied van levensonderhoud en studie. Kinderen kunnen vanaf hun 18e een Digi-D aanvragen, inloggegevens om zaken met de overheid te regelen. Vanaf 18 jaar mogen kinderen zelf overeenkomsten afsluiten. Dit betekent dat zij zelf zaken mogen kopen. U bent aan de andere kant niet meer verantwoordelijk voor hun schulden. Ook de aansprakelijkheid ligt nu bij de kinderen zelf. Hiervoor bent u niet meer verantwoordelijk. Het is dus van belang een WA-verzekering te nemen. Geld De kinderbijslag stopt en het kind gebonden budget, mocht u daar recht op hebben, ook. Uw kind kan daarentegen als hij/zij studeert een studievoorschot aanvragen, of wanneer hij/zij nog op school zit, een tegemoetkoming scholieren. Dit vraagt u aan bij DUO, zie handige websites. Wanneer u gescheiden bent en er is sprake van alimentatie voor de kinderen, dan krijgt het kind dit vanaf zijn 18e tot 21e op zijn eigen rekening gestort. Voor informatie over studiefinanciering, zie het hoofdstuk ‘studiefinanciering’ of kijk op de website van DUO. Zorgverzekering Uw kind is niet meer gratis meeverzekerd. Dit wil zeggen dat het kind een eigen zorgverzekering moet aanvragen. Daarnaast krijgt uw kind wel recht op zorgtoeslag. De zorgtoeslag kunt u aanvragen bij de belastingdienst. Zie handige websites hieronder. Handige websites Voor een meer uitgebreide checklist http://www.18ennu.nl/checklist/ http://www.ouders.nl/artikelen/help-mijn-kind-wordt-18 Voor aanvragen zorgtoeslag www.toeslagen.nl Voor aanvragen studiefinanciering of scholieren tegemoetkoming www.duo.nl
23
Bijlage 1: Oriëntatie studiekeuze Om je voor te bereiden op een goede studiekeuze moet je eerst informatie verzamelen. Hieronder vindt je goede beginpunten voor het opzoeken van informatie en de juist vragen om te stellen. Informatie verzamelen Dit doe je op verschillende manieren onder andere via: - Studiegidsen, brochures en folders via de decaan van je huidige school of via internet. - Voorlichtingsdagen en open dagen bezoeken, meelopen of proefstuderen. - Een (telefoon-)gesprek met een studieadviseur/decaan of docent van een opleiding. - Een (telefoon-)gesprek met een student, een studie-/studentenvereniging. - Een interview met een beroepsbeoefenaar en/of een bedrijfsbezoek. Wanneer je een open dag of een meeloopdag bezoekt of het gesprek aangaat met een docent of student van de opleiding waarin je geïnteresseerd bent, zijn onderstaande vragen nuttig om te stellen. Toelatingseisen - Wat zijn de toelatingseisen? Welk(e) opleiding, profiel of vakken moet je hebben? - Welke vakken zijn handig om gehad te hebben en waarom? - Is er een loting? (numerus fixus) en/of zijn er extra toelatingseisen? - Is er een selectieprocedure (testen en opdrachten) en zijn daar kosten aan verbonden? - Wanneer moet je je uiterlijk voor een opleiding inschrijven? Propedeuse (1e jaar) - Welke vakken krijg ik tijdens het propedeusejaar? Wat zijn de moeilijke vakken en waarom? - Hoeveel % van de eerstejaars haalt in één jaar de propedeuse? - Wat zijn de oorzaken van studievertraging of uitval? - Hoeveel studiepunten moet ik halen om geen Bindend Studieadvies (BSA) te krijgen? - Waaruit bestaat de studiebegeleiding in het eerste jaar? - Is er ook een oriënterend propedeusejaar? Studie - In welke vorm kan ik deze studie doen? (voltijd, deeltijd of duaal) - Wat zijn de vakken in de hoofdfase? - Welke vaardigheden en houding zijn nodig om te kunnen werken in deze sector of dit beroep? Wat zijn de beroepsmogelijkheden na de opleiding? - Bevat de studie één of meerdere stages? In welk jaar en hoe lang? - Is er voor mij ook een verkorte studie mogelijk? (vwo/mbo-instroom) - Wanneer moet ik een afstudeerrichting (minor) kiezen? - Wat zijn de verschillende afstudeermogelijkheden (minors)? - Wat is de inhoud en de werkwijze van afstuderen? - Welke vervolgopleidingen zijn er mogelijk? - Is er ook een werkverplichting? - Welke studiefaciliteiten zijn er? Welke bijscholingsactiviteiten zijn er? - Wat zijn de studiekosten? (lesgeld, boekengeld, conferenties e.d.)
24
Inhoud lesprogramma (curriculum) - Welke lesvormen worden er gegeven, wat houden ze in en welke komt het meeste voor? - Hoeveel lesuren zijn er gemiddeld per week? In hoeverre is er aanwezigheidsplicht? - Hoeveel uur dient er per week gemiddeld aan zelfstudie gedaan te worden? Overige vragen - Hoeveel studenten zijn er het afgelopen jaar afgestudeerd? - Hoe is de sfeer op de opleiding? Welk type mens studeert hier? - Hoe is de arbeidsmarktsituatie op dat gebied? - Hoelang duurt het gemiddeld voordat deze studenten een baan vinden? - Kun je ook stage lopen of werken in het buitenland? - Wat zijn overstapmogelijkheden naar een andere opleiding binnen of buiten de school en wat zijn de gevolgen hiervan? - Bestaat de opleiding op meerdere plaatsen? Zo ja: waar en wat zijn de verschillen? - Hoe is de locatie/school, de omgeving en de bereikbaarheid? Zijn er meerdere locaties? - Hoe is de reistijd met het openbaar vervoer? - Hoe is het met de kansen om een kamer te krijgen in de buurt? Wat zijn belangrijke adressen hiervoor? Hoe is het studentenleven? Zijn er sportfaciliteiten?
25
Bijlage 2: Voorbereiding op intakegesprek Ter voorbereiding van de intake op het hbo is het handig als je voor jezelf op rij zet hoe je tot je opleidingskeuze gekomen bent (activiteiten en gesprekken) en even stil te staan bij je prestaties in je vooropleiding die helpen bij studiesucces of die belemmerend kunnen zijn. Sommige opleidingen vragen een motivatiebrief, bij andere opleidingen moet je vragenlijsten invullen bij weer anderen heb je alleen een gesprek etc.. Onderstaande punten helpen je om je voor te bereiden op de vragen van de opleiding van je keuze. Welke activiteiten hebben een belangrijke rol gespeeld bij je keuze: Activiteit Open dag Dagje mee naar het lab Meeloop dag Masterclass ………………. Studie try-out Profielwerkstuk Gesprek student Gesprek beroepsbeoefenaar Ervaring (bijbaantje, stage) Anders n.l.
Wanneer
Resultaat
Spiegelen: met wie heb je je keuze al besproken? Met wie Ouders/familie Vrienden/klasgenoten Vakdocent Mentor / decaan Mezelf
Wanneer
Wat vonden ze ervan
Vul je cv aan met ervaringen die laten zien wat je al kunt Wat
Onderwerp/ vakken
Jouw aandeel
Resultaat(verslag/ontwe rp/ presentatie, ervaring)
Ervaring met
Profielwerkstuk/ BPV Praktische opdracht/PSO Maatschappelijke stage ..................
Waarom past deze opleiding bij jou? Vragen Waarom wil je de opleiding graag doen? Wat zijn jouw sterke kanten voor de opleiding? Wat zijn jouw zwakke kanten voor de opleiding?
Antwoorden
(denk oa aan je vakkenpakket)
26