"VCC-033318 NL 2006-11-03"
Algemeen Opmerking! USA/CANADA: USA/Canada gebruiken Volvo System Tester in plaats van Volvo Diagnostic Key; zie het service bulletin Groep 28, nr 804: OBD System memory cassette for Volvo Scan Tool (VST). Het Volvo diagnosesysteem op microprocessorbasis kan in twee functies worden verdeeld: Zelfdiagnose De zelfdiagnose houdt in, dat tijdens bedrijf afzonderlijke elektronische systemen een functietest uitvoeren en eventuele storingen bewaard worden om later uitgelezen te worden. Test De testfunctie is een aanvulling op de zelfdiagnose en is een hulpmiddel bij het storingen lokaliseren en bij het controleren van het gehele elektronische systeem.
Diagnose–aansluitingen De diagnose–aansluitingen zitten in de motorruimte aan de voorkant van het kastje voor de stuurelektronica. Er zijn twee diagnose–aansluitingen, aangeduid met A en B, elk met zes aansluitingen. Met de hand aflezen kan gebeuren met de lichtdiode en drukknop van de diagnose– aansluiting.
Tekstlezer US/Can:Volvo System Tester (ST) Door het inschakelen van een tekstlezer: Volvo Diagnostic Key kan men snel en eenvoudig de diagnose uitvoeren en codes aflezen. Meer informatie over het gebruik van het diagnosesysteem en het invoeren van gegevens via de Volvo System Tester. Opmerking! N.B! Met de testfunctie kan men niet een defecte com– ponent (b.v. bedrading,
© Copyright 2004 Volvo Car Corporation. Alle rechten voorbehouden.
1(17)
"VCC-033318 NL 2006-11-03"
schakelaar, sensor) identificeren. Hiervoor is het gewone storingen lokaliseren nodig.
Diagnose–aansluiting De diagnose–aansluiting A heeft een lichtdiode en een drukknop, alsmede een keuzekabel met contactpennen. Met behulp van de diagnose–aansluiting A7 kan men de diagnose met de hand uitvoeren met behulp van de drukknop en de lichtdiode bij het instrumentenpaneel met microprocessor (fabrikaat VDO). Geregistreerde foutcodes kunnen worden verkregen door de knipperingen van de lichtdiode af te lezen of met behulp van een ingeschakelde tekstlezer.
Met de hand aflezen met de diagnose– aansluiting - Zet de contactpen van de keuzekabel in de aansluiting 7 van de diagnose–aansluiting A. - Zet het contact aan. - Kies met de drukknop de mode volgens onderstaande beschrijving.
De diagnose–aansluiting werkt niet Als de diagnose–aansluiting niet functioneert, volgt u de procedures voor het lokaliseren van storingen.
Met de hand aflezen en code invoeren Het activeren van een mode gebeurt door op de drukknop van de diagnose–aansluiting A even veel malen te drukken als het nummer van de gewenste mode, bijvoorbeeld 5 maal drukken voor de mode 5. Een mode wordt daarna beantwoord met een drie–cijfer– ige code, bestaande uit de cijfers 0–9. Bijvoorbeeld 1–5–1 om het servicelampje op nul te zetten (gebeurt in de mode 4). Elk cijfer komt overeen met evenveel knipperingen/malen op de knop drukken, m.u.v. het cijfer "0" dat met 10 knipperingen/malen op de knop drukken overeenkomt. De cijfers worden door een pauze van elkaar gescheiden.
Invoeren
© Copyright 2004 Volvo Car Corporation. Alle rechten voorbehouden.
2(17)
"VCC-033318 NL 2006-11-03"
Bij het invoeren worden pauzes gemarkeerd, doordat de lichtdiode eventjes later blijft oplichten en bij het aflezen worden pauzes gemarkeerd, doordat de lichtdiode tussen de cijfers niet oplicht. Opmerking! Wanneer men codes invoert, drukt men kort en duidelijk op de drukknop (circa 1 seconde). In het algemeen gaat men als volgt te werk: - Wacht op blijvend oplichten; voer het eerste cijfer van de code in. - Wacht op blijvend oplichten; voer het tweede cijfer van de code in. - Wacht op blijvend oplichten en voer het derde cijfer van de code in. Hierop bestaat een uitzondering: Opmerking! U kunt uitsluitend met diagnosefunctie 6 de kilometerstand in een nieuw VDO–dashboard invoeren. Hierbij hoeft u geen code in te voeren, maar kunt u de daadwerkelijke afstand opgeven. Zie voor meer informatie Diagnosefunctie 6 - Gegevens invoeren .
Aflezen: Geregistreerde foutcodes worden afgelezen door het aantal knipperingen van de lichtdiode te tellen. De foutcodes worden afgelezen in de volgorde waarin deze bewaard zijn, dat wil zeggen: eerst in, eerst uit. Maximaal 7 foutcodes kunnen worden bewaard. In geval van een volle reeks wordt de laatst bewaarde code geannuleerd, indien deze een lagere prioriteit dan de nieuwe foutcode heeft.
Diagnose met de hand voor het VDO instrumentenpaneel Via plaats 7 van de diagnose–aansluiting A wordt het diagnosesysteem van het instrumentenpaneel dat de modes 1 – 3 – 4 – 5 – 6 omvat, bereikt. Zie de volgende tabel. Diagnose–aansluiting A7
Mode:
© Copyright 2004 Volvo Car Corporation. Alle rechten voorbehouden.
Beschrijving van diagnosefunctie:
3(17)
"VCC-033318 NL 2006-11-03"
1 2
3
4
5
6
ZelfdiagnosUitlezen en wissen van opgeslagen foutcodes. – Wordt niet voor het instrumentenpaneel gebruikt. Functietest Functietest van brandstofmeter, temperatuurmeter, snelheidsmeter, dagteller en toerenteller. InstellingenOp nul zetten van serviceherinnering en veranderen van de overbrengingssnelheid voor de tekstlezer. Gegevens Aflezen van b.v. gereden aflezen kilometers sinds de laatste keer op nul zetten of ingestelde serviceherinneringswaard Gegevens Wordt gebruik voor invoeren waarden instellen, b.v. invoeren van aantal kilometers bij nieuw instrument dat in gebruikte auto wordt gemonteerd en voor coderen van het land.
Mode 1 – Zelfdiagnose De microprocessor van het instrumentenpaneel kan 7 verschillende soorten storingen registreren en bewaren. De stuureenheid heeft een geheugen voor de diagnosecodes hetgeen inhoudt, dat de codes in het geheugen bewaard blijven, ook al is de accu lange tijd losgekoppeld. Met deze diagnosefunctie kunt u controleren of bij het dashboard bepaalde inkomende signalen ontbreken en of de signaalkabels voor de snelheidsgegevens defect zijn. Het dashboard zendt deze snelheidsgegevens door naar een groot aantal andere systemen, waaronder de boordcomputer, de cruise control, het brandstof– en ontstekingssysteem en de automatische versnellingsbak.
Met de hand uitlezen van foutcodes
© Copyright 2004 Volvo Car Corporation. Alle rechten voorbehouden.
4(17)
"VCC-033318 NL 2006-11-03"
- Zet het contact aan. - Kies plaats 7 van de diagnose–aansluiting A. - Druk de knop een keer kort maar krachtig in. Nu is de mode 1 ingeschakeld.
Eventuele foutcodes noteren Kijk naar de lichtdiode, tel het aantal knipperingen en noteer de foutcode. - Druk nog een maal op de knop en controleer of er nog meer foutcodes zijn. De foutcodes verschijnen in de volgorde waarin deze bewaard zijn. Nadat alle foutcodes zijn verschenen, verschijnen deze weer in dezelfde volgorde. - Zie voor meer informatie over het wissen van storingscodes Foutcodes wissen . Foutcodes Code 1–1–1 1–1–2 1–1–3 1–2–1 1–2–2 1–2–3 1–3–1 1–3–2 1–3–3
Tekst Geen fouten opgeslagen in het diagnosesysteem, Kortsluiting in brandstofmetersensor Open verbinding brandstofmetersensor Sensortijd motortemperatuur te kort Sensortijd motortemperatuur te lang Snelheidssignaal 48 pulsen kortgesloten aan accuspanning Snelheidssignaal 12 pulsen kortgesloten aan accuspanning Toerentalsensorsignaal ontbreekt Tanksignaal naar boordcomputer kortgesloten aan accuspanning
Foutcodes wissen Er kan pas worden gewist, nadat alle opgeslagen foutcodes ten minste een maal zijn verschenen, d.w.z., wanneer de eerste foutcode voor de tweede maal verschijnt. Om in de mode 1 opgeslagen foutcodes te wissen moet men het volgende doen: - Druk langer dan 5 seconden op de drukknop. - Laat de knop los. De lichtdiode blijft na 3
© Copyright 2004 Volvo Car Corporation. Alle rechten voorbehouden.
5(17)
"VCC-033318 NL 2006-11-03"
seconden branden. - Druk weer op de knop, langer dan 5 seconden. - Laat de knop los en de lichtdiode gaat uit. Het wissen is nu uitgevoerd.
Controleren of de foutcodes gewist zijn Zet het contact uit en weer aan en controleer of de foutcodes gewist zijn door een maal kort maar duidelijk op de drukknop te drukken (zie hierboven). Indien de code 1–1–1 verschijnt, zijn de foutcodes gewist. Indien het wissen niet gelukt is: begin als hierboven weer bij het begin.
Mode 3 – Functietest Ga in de mode 3 door 3 maal kort op de knop van de diagnose–aansluiting te drukken. Nu voert de stuureenheid een functietest van bepaalde instrumenten uit door de wijzer te doen uitslaan. Men krijgt een indicatie over de functies van de meters of over het defect zijn van een van hen. De stuureenheid activeert de wijzers gelijktijdig gedurende 30 tot 60 seconden en de lichtdiode blijft tijdens de test oplichten. Het volgende wordt gecontroleerd (zie de afbeelding): - De brandstofmeter moet 1/2 tank aanwijzen. - De temperatuurmeter moet het rode veld aanraken (komt met 126°C overeen). - De snelheidsmeter moet verticaal staan. - De kilometerteller wordt over een afstand van 500 m geactiveerd (verschijnt op de dagteller). - De toerenteller moet verticaal staan. Indien de wijzeruitslagen tijdens de functietest correct, maar tijdens de proefrit onjuist zijn, betekent dit, dat de storing in de bedrading of in de op het instrumentenpaneel aangesloten sensoren zit.
Functietest met de hand uitvoeren - Zet het contact aan. - Kies plaats 7 van de diagnose–aansluiting A. Druk de knop drie keer kort maar krachtig in.
© Copyright 2004 Volvo Car Corporation. Alle rechten voorbehouden.
6(17)
"VCC-033318 NL 2006-11-03"
- Druk de knop drie keer kort maar krachtig in. U bevindt zich nu in diagnosefunctie 3. De instrumenten zullen nu op de bovenbeschreven wijze worden getest. - Sluit de functietest af door het contact uit te zetten of wacht op het einde van de testcyclus na 1 minuut.
Mode 4 – Instellingen De mode 4 wordt gebruikt om de informatie op nul te zetten die bewaard is om het serviceherinneringslampje te doen branden. De servicefunctie moet bij elke servicebeurt op nul worden gezet. Deze functie wordt ook gebruikt om de overbrengingssnelheid te veranderen, wanneer foutcodes met behulp van de tekstlezer worden afgelezen.
Met de hand invoeren van instellingen - Zet het contact aan - Kies plaats 7 van de diagnose–aansluiting A. - Druk de knop vier keerkort maar krachtig in. U bevindt zich nu in diagnosefunctie 4. - Wanneer de lichtdiode blijft oplichten, is het systeem gereed om codes te op te nemen. - Druk het eerste cijfer in, terwijl de lichtdiode oplicht. - Wacht met het indrukken van het tweede cijfer, totdat de lichtdiode weer blijft oplichten. - Doe hetzelfde met het derde cijfer. - Wacht op antwoord uit de stuureenheid hetgeen inhoudt, dat de lichtdiode een paar maal snel knippert. Instellingen Code 1–5–1 3–1–1 3–1–2
Functie/instellingOpmerking Zet serviceteller Servicelampje gaat op nul uit Basissnelheid Bij met de hand uitlezen X2 Snelheid Bij met de hand uitlezen door ervaren operator
© Copyright 2004 Volvo Car Corporation. Alle rechten voorbehouden.
7(17)
"VCC-033318 NL 2006-11-03"
3–1–3
X10 Snelheid
Bij met de hand uitlezen met tekstlezer
Diagnosefunctie 5 - Gegevens aflezen Deze functie wordt gebruikt voor het aflezen van gegevens. Activeringsinstellingen of manipulatietijden aflezen, zie tabel.
Gegevens handmatig aflezen - Zet het contact aan. - Kies positie 7 op diagnose-aansluiting A. - Druk de knop vijf maal kort maar krachtig in.
U bevindt zich nu in diagnosefunctie 5. Het systeem accepteert codes wanneer de lichtdiode brand. - Voer het eerste cijfer in terwijl de lichtdiode nog brandt. Voer het tweede cijfer niet in totdat de lichtdiode opnieuw brandt. - Voer het tweede cijfer in wanneer de lichtdiode brandt. - Wacht met het invoeren van het derde cijfer totdat de lichtdiode weer brandt. - Lees en noteer de responscode. De respons op de codes kan als tekst in de volgende tabellen worden afgelezen. Informatie en controle Code
Tekst
Opmerkingen
1-1-1
Kilometerteller
De laatste drie cijfers van de door het instrument geregistreerde kilometerstand.
1-1-2
Kilometerteller
De eerste drie cijfers van de door het instrument geregistreerde kilometerstand.
1-1-3
Gemanipuleerde
Tijd in uren gedurende welke Geen code.
© Copyright 2004 Volvo Car Corporation. Alle rechten voorbehouden.
Verklaring responscode:
8(17)
"VCC-033318 NL 2006-11-03"
tijd kilometerteller de snelheidsmeter was uitgeschakeld terwijl de motor draaide. Drie laatste cijfers van een zescijferig nummer.
Knippersignalen geven cijfers aan, 0 = 10 knippersignalen.
1-1-4
Gemanipuleerde Tijd in uren gedurende welke tijd kilometerteller de snelheidsmeter was uitgeschakeld terwijl de motor draaide. Drie eerste cijfers van een zescijferig nummer.
Geen code. Knippersignalen geven cijfers aan, 0 = 10 knippersignalen.
1-2-1
Aantal kilometers Geeft de afstand in Zie Tabel 1, 1-2-1 sinds laatste beurt kilometers of mijlen sinds de Kilometerstand sinds laatste beurt (waarbij de laatste servicebeurt . serviceteller op nul werd gezet).
1-2-2
Werkelijke tijd in maanden Tijd verstreken vanaf het moment sinds de laatste beurt. dat het servicelampje voor de laatste maal op nul werd gezet
Zie Tabel 2, 1-2-2 Tijd sinds laatste servicebeurt .
1-2-3
Motoruren sinds laatste servicebeurt
De tijd in uren die de motor heeft gedraaid na de laatste servicebeurt.
Zie Tabel 3, 1-2-3 Motoruren sinds laatste servicebeurt .
1-2-4
Type snelheidsmeter
Marktspecificatie voor instrumentenpaneel.
Zie Tabel 4, 1-2-4 Snelheidsmeter, .
1-3-1
Het servicelampje* Ingevoerde afstand voor - parameter servicetermijnen kilometerstand
Zie Tabel 5, 1-3-1 Interval kilometerstand voor activering servicelampje .
1-3-2
Servicelampje* parameter tijd
Werkelijke tijd voor servicetermijnen
Zie Tabel 6, 1-3-2 Interval werkelijke tijd voor activering servicelampje .
1-3-3
Servicelampje* parameter motoruren
Ingevoerde motoruren voor servicetermijnen.
1-3-4
Type toerenteller
Ingevoerd motortoerental
Zie Tabel 7, 1-3-3 Interval motoruren voor activering servicelampje . Zie Tabel 8, 1-3-4 Toerenteller, waarde motortoerental bijstellen .
Tabel 1-8 Tabel 1, 1-2-1 Kilometerstand sinds laatste servicebeurt Code
Tekst:
© Copyright 2004 Volvo Car Corporation. Alle rechten voorbehouden.
Code
Tekst: km /
9(17)
"VCC-033318 NL 2006-11-03"
1-1-1 1-1-2 1-1-3 1-2-1 1-2-2 1-2-3 1-3-1 1-3-2 1-3-3 2-1-1 2-1-2 2-1-3 2-2-1 2-2-2 2-2-3 2-3-1
km / mijlen 0 2-3-2 1.000 / 500 2-3-3 2.000 / 3-1-1 1.000 3.000 / 3-1-2 1.500 4.000 / 3-1-3 2.000 5.000 / 3-2-1 2.500 6.000 / 3-2-2 3.000 7.000 / 3-2-3 3.500 8.000 / 3-3-1 4.000 9.000 / 3-3-2 4.500 10.000 / 3-3-3 5.000 11.000 / 4-1-1 5.500 12.000 / 4-1-2 6.000 13.000 / 4-1-3 6.500 14.000 / 4-2-1 7.000 15.000 / 4-4-4 7.500
mijlen 16.000 / 8.000 17.000 / 8.500 18.000 / 9.000 19.000 / 9.500 20.000 / 10.000 21.000 / 10.500 22.000 / 11.000 23.000 / 11.500 24.000 / 12.000 25.000 / 12.500 26.000 / 13.000 27.000 / 13.500 28.000 / 14.000 29.000 / 14.500 30.000 / 15.000 >30.000 / >15.000
Tabel 2, 1-2-2 Tijd sinds laatste servicebeurt Code 1-1-1 1-1-2 1-1-3 1-2-1 1-2-2 1-2-2 1-3-1 1-3-2 1-3-3 2-1-1 2-1-2
Tekst: maanden 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
© Copyright 2004 Volvo Car Corporation. Alle rechten voorbehouden.
Code 2-2-3 2-3-1 2-3-2 2-3-3 3-1-1 3-1-2 3-1-3 3-2-1 3-2-2 3-2-3 3-3-1
Tekst: maanden 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24
10(17)
"VCC-033318 NL 2006-11-03"
2-1-3 2-2-1 2-2-2
11 12 13
3-3-2 4-4-4
25 >25
Tabel 3, 1-2-3 Motoruren sinds laatste servicebeurt Code 1-1-1 1-1-2 1-1-3 1-2-1 1-2-2 1-2-3 1-3-1
Tekst: uren Code 0 1-3-2 100 1-3-3 200 2-1-1 300 2-1-2 400 2-1-3 500 4-4-4 600
Tekst: uren 700 800 900 1.000 1.100 >1.100
Tabel 4, 1-2-4 Snelheidsmeter, CodeTekst: land 1-1- Europa, Canada en 1 Oost-Europa 1-1- Europa, Canada en 2 Oost-Europa / TURBO 1-1- Overzee, overig 3 1-1- VS 4 1-1- GB, Hong Kong 5
Code Tekst: land 1-1-6 Overzee / TURBO 1-1-7 VS / TURBO
1-1-8 GB, Hong Kong / TURBO 1-6-1 Storing
Tabel 5, 1-3-1 Interval kilometerstand voor activering servicelampje Code 1-1-1 1-1-2 1-1-3
Tekst: km / Code mijlen 5.000 / 1-1-4 2.500 7.500 / 1-1-5 5.000 1-6-1 10.000 / 7.500
Tekst: km / mijlen 15.000 / 10.000 20.000 / 12.500 Storing
Tabel 6, 1-3-2 Interval werkelijke tijd voor activering servicelampje Code 1-1-1 1-1-2 1-1-3
Tekst: maanden 6 12 18
Code 1-1-4 1-6-1
Tekst: maanden 24 Storing
Tabel 7, 1-3-3 Interval motoruren voor
© Copyright 2004 Volvo Car Corporation. Alle rechten voorbehouden.
11(17)
"VCC-033318 NL 2006-11-03"
activering servicelampje Code 1-1-1 1-1-2
Tekst: uren Code 500 1-1-3 750 1-6-1
Tekst: uren 1.000 Storing
Tabel 8, 1-3-4 Toerenteller, waarde motortoerental bijstellen Code 1-1-1 1-1-2 1-1-3 1-6-1
Tekst: Motortoerental 8000 omw/min: 7000 omw/min: 5000 omw/min: Storing
Storingscode 1-6-1 in bovenstaande tabellen 4-8 geeft aan dat de storing zich in het 1. instrumentenpaneel bevindt. - Lees de responscode nogmaals af. 2. - Als storingscode 1-6-1 opnieuw voorkomt vervangt u het instrumentenpaneel. Doe dit 3. aan de hand van Instrumentenpaneel. .
Diagnosefunctie 6 - Gegevens invoeren Diagnosefunctie 6 wordt gebruikt bij het vervangen van het instrumentenpaneel. juiste wijze gebeurd. Gebruik indien mogelijk een eenheid voor tekstweergave.
© Copyright 2004 Volvo Car Corporation. Alle rechten voorbehouden.
12(17)