AGENDA VOOR BURGERSCHAP In deze notitie laten we ons licht schijnen over de wijze waarop het domein Burgerschap in het onderwijs kan worden gerealiseerd en wat de actuele stand van zaken is. Vervolgens formuleren we een agenda voor de toekomst. In een bijlage beschrijven we tenslotte de expertise en de producten van de CED-Groep op het terrein van Burgerschap. Burgerschap in het onderwijs Het doel van het onderwijs is ervoor zorgen dat kinderen de maatschappij ‘kunnen voortzetten’. Dit komt tot uitdrukking in de twee primaire taken van het onderwijs: kwalificeren en socialiseren. Onderwijs bereidt leerlingen voor op het vervolgonderwijs of toekomstige arbeid, door het overdragen van kennis en vaardigheden (de kwalificerende taak), en bereidt leerlingen voor op deelname aan de maatschappij, door vorming in waarden, normen en attituden (de socialiserende taak)1. Burgerschapsvorming in het onderwijs is daarmee niet iets nieuws, maar hangt samen met de socialiserende functie die het onderwijs sinds jaar en dag heeft. Burgerschap, ‘de bereidheid en het vermogen deel uit te maken van een gemeenschap en daar een actieve bijdrage aan te leveren’2, wordt vaak gekoppeld aan sociale integratie, waarbij betrokkenheid bij en meedoen aan de maatschappij centraal staat. Wij voegen daar nog aan toe: het gaat om adequaat handelen in die gemeenschap. Daarmee bedoelen we dat het gedrag passend is, bijvoorbeeld bij de leeftijd van het kind en bij de waarden en regels die bij de gemeenschap horen3.
Meedoen Burgerschap gaat over participatie en betrokkenheid, over meedoen aan de gemeenschap. Dit meedoen kan zich richten op verschillende gebieden, bijvoorbeeld sociaal, economisch, cultureel, politiek. Er zijn oplopende niveaus van participatie, van mee-uitvoeren en mee-denken tot meebepalen. Eigen identiteit Burgerschap gaat ook over het ontwikkelen van een eigen identiteit, dus over zelfbeeldontwikkeling, levensbeschouwelijke ontwikkeling, de vorming van eigen en gemeenschappelijke waardepatronen, en de vorming van moreel oordeelsvermogen, het geweten. Naast de persoonlijke identiteit gaat het over de gedeelde identiteit, die van de samenleving. Democratisch denken en handelen De democratie als politiek systeem en de pluriforme samenleving zijn de achtergronden waartegen burgerschap zich afspeelt. Politiek Burgerschap (of staatsBurgerschap) is een van de componenten van burgerschap. Het ontwikkelen van een democratische houding staat hierbij centraal.
Verschillende niveaus en situaties Burgerschap speelt zich af op verschillende niveaus (klas, school, vereniging, geloofsgemeenschap, wijk, stad, regionaal, landelijk, Europees, wereldwijd) en is gekoppeld aan vele situaties. Competentie Burgerschap is een competentie, waaraan aspecten van kennis, vaardigheid, houding en reflectie onderscheiden kunnen worden. Sociale competentie maakt deel uit van burgerschap, maar sociale competentie en burgerschap zijn niet hetzelfde. Zodra zich een sociale situatie voordoet, zodra er interactie is met anderen, is sociale competentie van belang. Maar niet elke sociale situatie is een burgerschapssituatie. Aspecten van Burgerschap
4
Agenda voor Burgerschap, CED-Groep, M. van Bokkem & M.Hoogenkamp, oktober 2009
Bij Burgerschapsvorming, het onderwijs in burgerschap, zijn alle hierboven genoemde aspecten van burgerschap van belang. Dat betekent dat Burgerschapsvorming zich richt op de kennis, vaardigheden en houdingen die kinderen nodig hebben om betrokken te zijn bij en actief mee te doen aan de gemeenschap. Het gaat er daarbij niet alleen om hen voor te bereiden op het leven als volwassen burger in de maatschappij, maar ook om hen toe te rusten om ‘burger’ te zijn in de gemeenschappen waarin ze zich nu bewegen. Bijvoorbeeld de school, hobbyclubs, vriendengroepen, enzovoort.
Alle mogelijkheden benutten Werken aan burgerschapscompetenties doe je door alle mogelijkheden te benutten, de hele dag door. Hoewel methoden ondersteuning kunnen bieden en in bepaalde lessen of middels projecten aan burgerschap kan worden gewerkt, vindt burgerschapsvorming door het hele curriculum heen verweven plaats. Maar ook daarbuiten, bijvoorbeeld in de pauzes, tijdens de brede schoolactiviteiten en in maatschappelijke stages. Hierbij is het belangrijk dat er schoolbrede afspraken zijn, zoals eenduidige termen, maar ook een eenduidige aanpak van kleine dilemma’s die zich dagelijks voordoen. Een brede aanpak Een brede aanpak is van belang, zowel binnen de school als daarbuiten. Voor de school betekent dit dat men op alle niveaus bezig is met het werken aan burgerschap: op het niveau van beleid, groep en leerling, en ook naar buiten toe: samen met ouders en met de wijk. Burgerschap wordt immers bij uitstek niet alleen op school geleerd, maar ook thuis, in andere gemeenschappen zoals (sport)clubs, en in de samenleving. De voorbeeldfunctie van school speelt hier een belangrijke rol. Men leeft de waarden en normen die men wil overdragen ook zelf na, bijvoorbeeld door binnen het team de democratische principes toe te passen, en door een open en actieve houding naar buiten toe. Leren door doen In de eerste plaats door leerlingen zelf te laten oefenen op allerlei manieren: leren door doen. Dat betekent niet alleen kennisoverdracht over bijvoorbeeld democratie en verkiezingen, maar daarnaast ook: een school die zelf als een democratie functioneert, waarin leerlingen daadwerkelijk betrokken worden bij besluitvorming in de school, echt meedoen en meebeslissen, en hierdoor voelen wat het betekent. De leerlingen kunnen vaak meer dan vooraf (zelf) gedacht. Onderwijs in Burgerschap
5
De Wet op het primair onderwijs, de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet op de expertisecentra schrijven voor dat scholen actief burgerschap en sociale integratie moeten bevorderen6. De Inspectie van het Onderwijs geeft een overzicht van kerndoelen voor het primair onderwijs en de onderbouw van het voortgezet onderwijs die – direct, zijdelings of in voorwaardelijke sfeer – met burgerschap en integratie verbonden zijn. Daarnaast specificeert de Inspectie om welke onderwerpen het gaat, maar benadrukt dat er veel ruimte is voor eigen invulling. Dat aanbod moet natuurlijk wel aansluiten bij de specifieke leerling-populatie en de bijzonderheden van de school. Scholen zijn niet alleen verplicht hun aanbod te formuleren, de inspectie ziet erop toe dat daarmee planmatig en doelgericht wordt omgegaan. En stelt daarvoor kwaliteitseisen7.
Agenda voor Burgerschap, CED-Groep, M. van Bokkem & M.Hoogenkamp, oktober 2009
Waarom is Burgerschapsvorming lastig? Uit reacties van het scholenveld merken we dat ‘Burgerschap’ over het algemeen een negatieve lading heeft. Dit heeft te maken met onduidelijkheid over het onderwijsaanbod en de manier waarop leerlingen burgerschap kunnen ontwikkelen. Veel scholen zien de aandacht voor burgerschap als extra belasting. Scholen hebben een vaag beeld bij burgerschapsvorming en realiseren zich niet dat veel van hun onderwijsactiviteiten al bijdragen aan burgerschap. Ze overzien hun aanbod niet, en de samenhang die zij daarin kunnen aanbrengen. Er is bovendien weinig tot geen zicht op de resultaten van hun inspanningen. Doordat de inspectie het burgerschapsaanbod niet voorschrijft, maar daarin ruimte biedt en op grote lijnen stuurt, moeten scholen zelf keuzes maken voor de manier waarop zij invulling geven aan burgerschapsvorming. Daar is kennis van het onderwerp en leiderschap voor nodig. Een andere bemoeilijkende factor is dat burgerschapsvorming geen ‘vak apart’ is, maar veel meer dan taal en rekenen verweven is in allerlei vakken en lessen als geschiedenis, staatsinrichting, sociale vaardigheden, levensbeschouwing, maatschappijleer. Het fundament voor burgerschap is het pedagogisch klimaat. Er is aldus niet één methode voor burgerschap. Over democratie kun je leren, maar meer nog moet je het ervaren, in allerlei situaties, van ‘meeste stemmen gelden’ in de onderbouw tot ‘verkiezing van de leerlingenraad’ in de bovenbouw en op het voortgezet onderwijs. Burgerschapsvorming gaat niet alleen over het vergaren van kennis, maar in de volle breedte over het ontwikkelen van competenties. Leerlingen laten oefenen in vaardigheden, het bewerkstelligen van attitudeverandering en het stimuleren van het vermogen tot reflectie vergt veel van de competenties van de leraar zelf. Niet iedere leerkracht heeft daartoe de juiste gereedschappen tot zijn of haar beschikking. Bovendien vraagt het een bepaalde houding om leerlingen (meer) verantwoordelijkheid te geven, eigenaar te laten zijn, en stelt het eisen aan het gedrag van de leraar als model. Burgerschapsvorming raakt – nog veel meer dan onderwijs in aardrijkskunde, taal en wiskunde – de persoon van de leraar zelf.
Ordeningskader voor het domein Burgerschap Net als voor alle andere basisvaardigheden is ook voor Burgerschapsvorming een planmatige aanpak van belang. We brengen hieronder de elementen van deze aanpak in beeld. De elementen samen vormen de inrichting van het ‘domein Burgerschap’.
Schoolbeleid: Directie en team formuleren hoe zij, in samenwerking met ouders en buitenschoolse partners, de ontwikkeling van Burgerschap wil stimuleren. Naast de wettelijke eisen speelt de visie op de pedagogische taak van de school hierbij een belangrijke rol: hoever kan en wil de school daarin gaan? Instrumenten als een Burgerschapscan en een beleidsdraaiboek kunnen een schoolteam hierbij helpen. Volgsysteem: Welke Burgerschapscompetenties beheersen de leerlingen al en wat wil de school bereiken? Voor enkele onderdelen van Burgerschap zijn instrumenten beschikbaar. Leerlingen, docenten en ouders kunnen informatie aandragen om de beginsituatie en de vorderingen in beeld te brengen. Zo kan onderwijs in Burgerschap ‘datadriven’ opgezet worden. Docentvaardigheden: Alle docenten hebben een taak als het gaat om de ontwikkeling van Burgerschap, maar de intensiteit kan verschillen. Een groepsleerkracht op de basisschool zal direct werken aan dit kerndoel, een mentor of docent maatschappijleer in het voortgezet onderwijs eveneens, maar een docent Frans zal hier wellicht op een minder directe manier aan bijdragen. In het beleidsplan worden hierover afspraken gemaakt. Training in Burgerschapsonderwijs en praktische methodieken kunnen docenten ondersteunen. Agenda voor Burgerschap, CED-Groep, M. van Bokkem & M.Hoogenkamp, oktober 2009
Onderwijs aan klas of groep: Het onderwijs in Burgerschap kan programmatisch of projectmatig ingevuld worden. Van belang is dat er, aansluitend bij de beginsituatie van de leerlingen, ruimte is voor aanleren, toepassen en integreren van de burgerschapscompetenties. Methoden, handreikingen en lesbrieven dienen hierbij als houvast voor de docent, zowel om de kerndoelen te realiseren als om de didactiek te onderbouwen en praktische ideeën op te doen. Individuele leerling: Sommige leerlingen profiteren onvoldoende van het basisaanbod; zij hebben een intensievere aanpak nodig om hun burgerschapscompetenties te ontwikkelen. Voorbeelden hiervan zijn peer mediation en coaching. Dit kan ondersteund worden met een portfolio. Afstemming op het buitenschoolse leren: Activiteiten in het kader van verlengde dagarrangementen, de brede school, de buitenschoolse opvang en de maatschappelijke stage bieden goede mogelijkheden voor Burgerschapsvorming buiten de klas. Dit vraagt visie op en afstemming van doelen, aanbod, organisatie en evaluatie. En dat niet alleen binnen het schoolteam, maar juist ook met partners van andere organisaties. Zo ontstaat een doorgaande lijn van binnenschools naar buitenschools leren. Inrichting van het onderwijsdomein Burgerschap
8
Schets van de stand van zaken Is het onderwijs voldoende toegerust met kennis, vaardigheden, methodieken en hulpmiddelen om het domein van Burgerschap in te vullen? Als we kijken naar het schoolbeleid, dan zien we dat er voor het onderwijs inmiddels verschillende beleidsinstrumenten beschikbaar zijn waarmee basisscholen zicht kunnen krijgen op hun Burgerschapsvorming: het Diagnose-instrument Burgerschapsvorming van de Besturenraad, het Instrument Maatschappelijk Verantwoord van de SLO en De Burgerschapscan van de CED-Groep9. Voor het voortgezet onderwijs zijn er vrijwel geen instrumenten beschikbaar. In de praktijk zien we dat het werken aan schoolbeleid, al of niet met gebruik van deze instrumenten, nog een stevige impuls verdient. Van een uitgewerkte visie op de bevordering van Burgerschap is op weinig scholen sprake. Bovendien blijft het aanbod voor Burgerschapsonderwijs nog veelal hangen in een opsomming van al aanwezige ad-hoc activiteiten en projecten, die de ontwikkeling van een doelgericht aanbod in de weg staat10. Er zijn enkele volginstrumenten voor zowel primair als voortgezet onderwijs waarmee de ontwikkeling van leerlingen in kaart kan worden gebracht, voor burgerschap of onderdelen daarvan: SCOL voor het meten van de sociale competentie van leerlingen, Viseon voor het meten van de sociaal-emotionele ontwikkeling van leerlingen en het Meet instrument Burgerschapseducatie (i.o.)11. Er zijn participatieladders die de kwaliteit van participeren inzichtelijk maken, maar een instrument voor het systematisch in kaart brengen van de mate van participatie van leerlingen is niet beschikbaar. Veel scholen zijn inmiddels gestart met de implementatie van de instrumenten voor sociale competentie. De specifieke Burgerschapscomponenten worden minder systematisch gevolgd. Zoals hierboven genoemd, zijn docentvaardigheden de sleutel in het stimuleren van Burgerschap. Veel leerkrachten zijn zich onvoldoende bewust van de bijdrage die zij – gewild of ongewild – leveren doordat zij een belangrijke voorbeeldfunctie voor de leerlingen vervullen. Training in het voorleven van burgerschapscompetenties en het motiveren van leerlingen hierin is zeer nuttig12 maar vindt nog lang niet overal plaats. Dit geldt in het bijzonder voor het voortgezet onderwijs waar veel docenten Agenda voor Burgerschap, CED-Groep, M. van Bokkem & M.Hoogenkamp, oktober 2009
nauwelijks geschoold zijn in deze meer pedagogische kant van het lesgeven. Daarnaast hebben docenten behoefte aan meer houvast ten aanzien van de vraag wat zij concreet kunnen ondernemen. Zowel voor PO als voor VO is er onderwijsmateriaal om invulling te geven aan aspecten van Burgerschap. Diverse methoden voor sociale competentie besteden ook aandacht aan Burgerschap. (Leefstijl, Kinderen en.. hun sociale talenten, Kanjertraining13). Er zijn pestprojecten, methodieken voor leerlingbemiddeling, lespakketten over verkiezingen, programma’s voor vriendschapsscholen, brede aanpakken zoals de Vreedzame school en de Veilige school. Er is los materiaal op Klasse-tv en een bonte verzameling aan materiaal op sites van de Landelijke Pedagogische Centra’s en onderwijsbegeleidingsdiensten14. Het aanbod rondom identiteit heeft veelal religie als kader, richt zich minder op persoonlijke en culturele identiteit. Het belang van participatie van leerlingen staat veelal goed beschreven in de officiële onderwijsdocumenten maar blijft in de praktijk achter. Leerlingen kunnen op een veel hoger niveau participeren dan leraren denken en toestaan, al van jongs af aan. Als het gaat om rechten en plichten in de samenleving ontbreken praktische handreikingen voor jongeren (op diverse leeftijden), met als gevolg dat zowel op school als thuis het wiel steeds opnieuw moet worden uitgevonden. Ten behoeve van een overzicht van (les)materialen voor sociale competentie hebben we in opdracht van OCW de Keuzegids ontwikkeld15. Voor Burgerschap is dit overzicht er nog niet. Afstemming met het buitenschoolse leren vindt nog slechts incidenteel plaats. We zien dat het onderwijs vooral energie steekt in het regelen dàt er voldoende arrangementen, bso- en stageplaatsen zijn en dat de communicatie tussen de partners op gang komt. De inhoudelijke invulling komt vaak nog op het tweede plan, zodat de kansen die deze activiteiten bieden voor Burgerschapsvorming niet (planmatig en bewust) benut worden. Het samenwerken met ouders, zowel in het volgen van de ontwikkeling van leerlingen als in de afstemming tussen het binnen- en buitenschoolse leren, komt nog weinig van de grond. In het primair onderwijs wordt wel samengewerkt in het kader van projecten. In het voortgezet onderwijs gaan contacten met ouders vaak over correcties bij incidenten.
Waaraan is behoefte? We constateren een aantal witte vlekken in de inrichting van het domein Burgerschap. Hieraan zouden landelijk de volgende impulsen gegeven kunnen worden: Beleid: Geef landelijk trainingen aan het (midden)management van PO- en VO- scholen in het ontwikkelen van beleid ten aanzien van Burgerschap. Ondersteun het middenmanagement met een draaiboek voor het organiseren en implementeren van binnenschools Burgerschapsbeleid en voor de samenwerking met ouders en buitenschoolse partners. Volgsysteem: Train schoolteams in het datagestuurd werken aan Burgerschap, ook als ze daarvoor nog geen volgsysteem hebben geïmplementeerd. Ontwikkel een participatiemeter, waarmee in het VO de mate van participatie van jongeren in de samenleving eenvoudig kan worden vastgesteld. Deze meter kan zowel praktisch richting geven aan de ontwikkeling die jongeren willen gaan doormaken, als ingezet worden voor de evaluatie van Burgerschapsbeleid.
Agenda voor Burgerschap, CED-Groep, M. van Bokkem & M.Hoogenkamp, oktober 2009
Docentvaardigheden: Geef training aan VO-docenten waardoor zij zich bewust worden van de dagelijkse mogelijkheden die zij hebben om burgerschapscompetenties bij jongeren te stimuleren. Ontwikkel daarbij als handreiking aansprekend beeldmateriaal en toegankelijke beschrijvingen van good practice. Ontwikkel in samenwerking met PABO’s en ROC’s onderwijsmateriaal waaruit zij kunnen putten om Burgerschap een plaats te geven in het bestaande curriculum van deze instellingen, zodat studenten worden opgeleid om dit domein inhoud en vorm te kunnen geven. Geef scholen overzicht over professionaliseringsmogelijkheden op het gebied van burgerschap. Ontwikkel hierbij criteria waaraan professionalisering moet voldoen, met als kader de SBLcompetenties, bijvoorbeeld op de manier zoals het NJI zijn databank heeft voor programma's.
Onderwijs: Ontwikkel een keuzegids voor Burgerschap (aansluitend bij die voor sociale competentie) waardoor scholen voor PO en VO een geordend overzicht hebben van beschikbare methodieken en middelen. Ontwikkel praktische handreikingen voor jongeren op diverse leeftijden over hun rechten en plichten als burger. Ontwikkel handreikingen voor culturele (Burgerschap)educatie. Om sociale integratie en Burgerschap te bevorderen verschuift de focus van persoonlijke naar gemeenschappelijke identiteit. Wat bindt en boeit ons… in deze klas, op deze school, in deze wijk, in dit dorp of deze stad, in dit land en deze wereld. Zet concrete implementatietrajecten op in primair en voortgezet onderwijs waarin het domein Burgerschap vormgegeven wordt en ontwikkel samen met de praktijk bijbehorende handwijzers en handreikingen. Ondersteun scholen daarbij op alle niveaus, van beleid tot en met het individuele leerling-niveau. Implementeer planmatig, ga uit van een structurele aanpak, met oog voor borging en consolidatie. Afstemming binnenschools-buitenschools Zorg voor Handreikingen voor schoolteams t.a.v. de samenwerking met ouders en buitenschoolse partners op het thema Burgerschap. Stel een toolkit van handreikingen/materialen/middelen samen waar ook de brede school gebruik van kan maken als het gaat om het voortzetten van de doorgaande lijn voor Burgerschap. Zicht op opbrengsten: Doe onderzoek naar de effecten van Burgerschapsonderwijs op kinderen en jongeren en ga na wat de succesfactoren zijn. Ontsluit onderzoek naar Burgerschapsonderwijs uit binnen en buitenland.
Agenda voor Burgerschap, CED-Groep, M. van Bokkem & M.Hoogenkamp, oktober 2009
Bijlage 1 De CED-Groep en Burgerschap De CED-Groep is een landelijk expertisecentrum voor de innovatie en ondersteuning van het onderwijs. Onze bijdrage aan het onderwijs komt tot uitdrukking in professionele educatieve dienstverlening, in beleids- en evaluatieonderzoek en in de ontwikkeling van kwalitatief hoogwaardige innovatieve werkwijzen en producten. De ontwikkeling daarvan kenmerkt zich door een combinatie van gebruik van recente wetenschappelijke inzichten én het intensief betrekken van het onderwijsveld zelf. Wij ontwikkelen altijd samen met het scholenveld, staan stevig verankerd in de praktijk, zodat innovaties grondig getoetst worden door de doelgroepen waarvoor zij bestemd zijn. Wij slaan de brug van theorie en beleid naar praktijk. Hierdoor zijn onze werkwijzen en producten praktisch relevant en kunnen ze gebruiksklaar ingezet worden in het onderwijsveld. De werkzaamheden van de CED-Groep zijn zeer breed en richten zich op VVE en kinderdagopvang, primair onderwijs, voortgezet onderwijs, middelbaar beroepsonderwijs, volwasseneneducatie en speciaal onderwijs. Onze inhoudelijke speerpunten zijn naast de cognitieve vakken, Burgerschap & sociale competentie en de zorg voor leerlingen met speciale behoeften in het primair onderwijs (rugzakje, passend onderwijs) of het speciaal (basis) onderwijs. Wij onderscheiden ons van andere onderwijsbegeleidingsdiensten door onze unieke ontwikkel-en onderzoeksexpertise. En we onderscheiden ons van andere expertisecentra en onderzoeksbureaus door ons direct en vanzelfsprekend contact met het onderwijsveld via 200 schoolbegeleiders die dagelijks in de scholen werken. De CED-Groep heeft een lange traditie als het gaat om ontwikkeling en implementatie van het onderwijsdomein sociale competentie en Burgerschap. Wat 20 jaar geleden begon met de sociale vaardigheidstrainingen is inmiddels uitgegroeid tot een breed aanbod van programma’s en implementatietrajecten voor sociale competentie op alle niveaus van het onderwijs. De laatste jaren hebben we daar elementen van Burgerschap aan toegevoegd. Onze producten en werkwijzen worden landelijk gebruikt en zeer positief geëvalueerd. Zo gebruiken ruim 1000 scholen de SCOL (leerlingvolgsysteem) en zijn de programma’s Taakspel en ‘Kinderen en… hun sociale talenten’ nu al op ruim 2000 scholen voor primair en voortgezet onderwijs ingevoerd. En veel scholen zijn al aan de slag met het praktijkboek Burgerschap om de eerste stappen te zetten in schoolbeleid op dit domein. Op het terrein van onderzoek hebben we naast een aantal verkennende studies ook onderzoek gedaan naar het meten van de ontwikkeling van kinderen op het gebied van sociale competentie. Dit heeft geresulteerd in een leerlingvolgsysteem en een proefschrift. De CED-Groep is hoofdaannemer van het Kenniscentrum Gemengde Scholen dat, in opdracht van OCW gemeenten, schoolbesturen, scholen en ouders ondersteunt bij het bevorderen van sociale integratie. Door het verzamelen en verspreiden van kennis worden scholen, schoolbesturen, ouders en gemeenten geactiveerd om samen kleurrijke scholen te creëren in het primair en voortgezet onderwijs. Zie www.gemengdescholen.nl Tenslotte: We hebben een netwerk met scholen opgebouwd (veldraad) waarmee we het concept Burgerschap en onderwijs in Burgerschap verder ontwikkelen. Expertgroepen met vertegenwoordigers van onderwijsorganisaties zijn verbonden aan onze ontwikkelprojecten voor Burgerschap en sociale integratie.
Agenda voor Burgerschap, CED-Groep, M. van Bokkem & M.Hoogenkamp, oktober 2009
Niveau
Kinderopvang / VVE Quickscan Sociale Competentie
Speciaal(basis)onderwijs Quickscan Sociale Competentie
Schoolbeleid
Primair Onderwijs Quickscan Sociale Competentie Draaiboek Sociale competentie schoolbreed
Voortgezet Onderwijs Quickscan Sociale Competentie
Handreiking Gemengde Scholen Burgerschapscan Leerlingvolgsysteem
Docent/ Pedagogisch medewerker
Zo doe ik (observatielijst 0-4 jr)
SCOL (genormeerd instrument sociale competentie)
Taakspel-bso training
Taakspeltraining
Groepsleidster Interactie Training (GrIT)
Onderwijs Groep
Taakspel is bouwen
Sociaal Spel Puk & Ko (VVE-programma) Uk & Puk (i.o.)
Leerling
Taakspeltraining
SCOL VO Taakspeltraining
Kaliberkompas (instrument voor leerkrachtcompetenties)
Training Signalering (i.o.) Taakspel voor de bso
SCOL
Taakspel in de klas Taakspel op de speelplaats
Taakspel voor geVOrderden
Teamplayers (ideeënboek voor leerlingparticipatie)
Teamplayers (i.o.)
Kinderen en… hun sociale talenten
Kinderen ..sociale talenten
Sociale Training in Praktijk ZMLK)
Kinderen ..morele talenten
SOVA in de klas
Praktijkboek Burgerschap
Portfolio Sociale Competentie
Ziezo (sociale competentiemethode voor nieuwkomers) Portfolio Sociale Competentie
Leerling SCOL
Leerling SCOL
Leerling SCOL
Brede School Portfolio Buitenschools en Ouders
Ouderlijst Zo Doe Ik (i.o.)
Draaiboek Sociale Competentie op school en thuis
Werkwijzen en producten van de CED-Groep voor het geïntegreerde domein Sociale Competentie/Burgerschap en expliciet voor Burgerschap (cursief gedrukt). Agenda voor Burgerschap, CED-Groep, M. van Bokkem & M.Hoogenkamp, oktober 2009
Literatuurverwijzingen 1
2 3 4
5
6
7
Onderwijsraad (2008). Onderwijs en maatschappelijke verwachtingen. Scholen kiezen zelfbewust positie. Den Haag: Onderwijsraad. Inspectie van het Onderwijs (2006). Toezicht op Burgerschap en integratie. Utrecht: Inspectie van het Onderwijs. Joosten F (2007) Een maat om op te bouwen. Sociale competentie meten voor het basisonderwijs. Bron J (2006). Een basis voor Burgerschap. Een inhoudelijke verkenning voor het funderend onderwijs. Enschede: SLO. Joosten F (2007) Een maat om op te bouwen. Sociale competentie meten voor het basisonderwijs. Knobbe L, K van der Veer en M ten Heggeler (2008) De Burgerschapscan. Rotterdam: CED-Groep. Hoogenkamp M en Kassenberg A (2004). Sociale competentie in het onderwijs. In JH Slavenburg (red). De kansen voor het grijpen. Leuven/ Voorburg: Acco. Knobbe L, Veer K van der en Heggeler M ten (2008) De Burgerschapscan. Rotterdam: CED-Groep. CFI/OCW Voorlichtingspublicatie Burgerschap en sociale integratie. Den Haag: CFI. Inspectie van het Onderwijs (2006). Toezicht op Burgerschap en integratie. Utrecht: Inspectie van het Onderwijs.
8
Struiksma C & Hoogenkamp M (2001) Sociale competentie in een continuüm van zorg. In M Hoogenkamp, F Joosten & K van Voorst van Beest (red). Sociale competentie: een vak apart. Scholen begeleiden naar een nieuwe basisvaardigheid. Leuven/Leusden: Acco. 9 Andel A van (2008) Diagnose-instrument Burgerschapsvorming. Voorburg: Besturenraad. Bron J (2009) Maatschappelijk Verantwoord. Instrument voor zelfevaluatie actief Burgerschap en sociale integratie. Enschede: SLO Knobbe L, Veer van der en Heggeler M ten (2008) De Burgerschapscan. Rotterdam: CED-Groep. 10 Inspectie van het Onderwijs (2009). De staat van het onderwijs. Onderwijsverslag 2007/2008. Utrecht: Inspectie van het Onderwijs. 11 Joosten F, Bokkem M van & Heggeler M ten (2007) Sociale Competentie Observatielijst (SCOL) versie 3.0 Rotterdam. Amersfoort: Kwintessens Uitgevers. Sluijter C (2003) Viseon. Arnhem: Citogroep. Dam G ten, e.a. (2007). Meten van Burgerschapscompetenties: een tussenstand. Paper ten behoeve van de Onderwijs Research Dagen te Groningen. Amsterdam: Instituut voor de Lerarenopleiding (ILO). 12 Sar AM van der (in voorbereiding). Taakspel bij probleemgedrag op school, ontwikkeling en effectiviteit. Proefschrift. 13 Schulte J (2000). Leefstijl. Nieuw Vennep: Lions-Quest Nederland. Voorst van Beest K & Bokkem M van (2003) Kinderen en… hun sociale talenten. Theoretische verantwoording. Hilversum: Kwintessens Uitgevers. Weide G (2006) Handleiding Kanjertraining basisonderwijs. Almere: Instituut voor Kanjertrainingen. 14
Hoogenkamp M, F Joosten & K van Voorst van Beest (red) (2001). Sociale competentie: een vak apart. Scholen begeleiden naar een nieuwe basisvaardigheid. Leuven/Leusden: Acco. Knobbe L, e.a. (2009). Praktijkboek Burgerschap. Rotterdam: CED-Groep. 15 Roede E, Voorst van Beest K van & Joosten F (2005). Kiezen voor sociale competentie. Een keuzegids. Amsterdam: SCOKohnstamm Instituut. Onderwijsraad (2003). Onderwijs en Burgerschap. Een voorname rol voor onderwijsinstellingen en de overheid. Den Haag: Onderwijsraad. Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (2003). Waarden, normen en de last van het gedrag. Amsterdam: Amsterdam University Press. Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (2004). Opvoeding, onderwijs en jeugdbeleid in het algemeen belang. De noodzaak van een democratisch-pedagogisch offensief. Den Haag: Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid.
Contactgegevens: Martine van Bokkem, unitmanager Sociale competentie en Burgerschap Tel. 010-4017599
[email protected]
Agenda voor Burgerschap, CED-Groep, M. van Bokkem & M.Hoogenkamp, oktober 2009