Afval(bron)scheiding en hoe verder? Inhoud 1. Inleiding 2. Huidig kader 3. Landelijke ontwikkelingen afvalinzameling 4. Inzamelprestatie gemeente De Wolden 2012 5. Afvalbeheer 6. Ambities en doelen 7. Proces vaststellen afvalbeheerplan 2014-2017 8. Samenvatting: vragen aan de raad 1. Inleiding De gemeente heeft op grond van de Wet milieubeheer een wettelijke plicht om huishoudelijk afval in te zamelen. De verplichting houdt in dat wekelijks bij alle woningen in de gemeente het huisvuil moet worden opgehaald en dat er binnen de gemeente een locatie moet zijn waar inwoners hun grof huisvuil naar toe kunnen brengen. Daarnaast schrijft de wet voor dat bepaalde afvalcomponenten gescheiden moeten worden ingezameld. De gemeente bepaalt zelf hoe de inzameling wordt vormgegeven. Ze heeft daarbij alle vrijheid. Er zijn evenmin wettelijk recyclingdoelstellingen. De wet bepaalt wel dat de ingezetenen betrokken moeten te worden bij het bepalen van de inzamelstructuur en dat deze structuur vastgelegd dient te worden in een (afvalstoffen)verordening. De taakverdeling bij afvalbeheer is dat de raad de (beleids)kaders stelt en dat burgemeester en wethouders verantwoordelijk zijn voor de uitvoering. De inwoners van De Wolden bieden jaarlijks circa 18.000 ton afval aan bij de gemeente, waarvan ca. 11.500 ton aan de bron wordt gescheiden (bijlage 1) waardoor recycling van deze afvalstromen mogelijk is. Het niet gescheiden (rest)afval gaat naar een verwerkingsinrichting waar eerst (na)scheiding plaatsvindt en vervolgens verbranding. De hoeveelheid restafval bedraagt jaarlijks ca 6.500 ton. Hiervan wordt ca. 5.300 ton ingezameld met mini- en verzamelcontainers. Het resterende deel is grof huisvuil dat door de inwoners naar het afvaldepot wordt gebracht. De samenstelling van het afval in de restafvalcontainers (grijze minicontainer) wordt jaarlijks (2 keer) onderzocht. Daarvoor wordt een monster getrokken uit de inhoud van ca. 25 containers. Deze zogenaamde sorteeranalyses laten zien dat meer dan de helft van het afval in de mini’s bestaat uit afval dat gescheiden wordt ingezameld (bijlage 2). Het zelfde zal gelden voor de verzamelcontainers. Dit betekent dat ca 3.000 ton recyclebaar afval (grondstoffen) als restafval worden afgevoerd. Het grootste deel bestaat uit g.f.t.-afval, kunststofverpakkingsafval, papier en drankenkartons. De verwerking van restafval kost de gemeente € 115,-- per ton (prijspeil 2013). Voor de totale fractie komt dit neer op ca. € 750.000,-- per jaar. Wanneer al het recyclebare afval in de restafvalcontainer gescheiden wordt ingezameld, is (in theorie) een besparing op verwerking van restafval mogelijk van ca. € 335.000,--. Het huidige verwerkingscontract loopt tot 1 juli 2016. De verwachting is dat het nieuwe verwerkingstarief aanzienlijk lager komt te liggen (ca. € 60,--; prijspeil 2016). Het besparingspotentieel op verwerking van restafval wordt daarmee bijna gehalveerd.
Een betere afvalscheiding heeft naast financieel voordeel ook milieuvoordeel. De inzet van recyclables bespaart grondstoffen en vermijdt CO2. De milieubelasting neemt af. In de lbrief “Meer waarde uit afval” bepleit toenmalig Staatssecretaris Joop Atsma een forse verhoging van de recycling van huishoudelijk afval (bronscheidingsdoelstelling van 65%). Gemeenten moeten niet meer denken in afvalstoffen maar in waardevolle grondstoffen. Het percentage afval dat in De Wolden brongescheiden wordt ingezameld bedraagt de laatste twee jaren 64 %. De bronscheidingsdoelstelling van 65 % in 2015 is haalbaar met enkele aanpassingen van de bestaande inzamelstructuur. Om het percentage aanmerkelijk (met 10 tot 15 procent) te verhogen dient de inzamelstructuur “ingrijpend” gewijzigd te worden (diftar, lagere inzamelfrequentie op restafval of een wijkcontainer voor restafval). De raad wordt in deze nota gevraagd of een hoger bronscheidingspercentage gewenst is en zo ja welk percentage, alsmede welke aanpassing(en) van de bestaande inzamelstructuur de raad daarvoor acceptabel vindt. Om een idee te geven, 10 % betekent dat per inwoner per jaar ca. 75 kg afval moet worden omgebogen van de grijze minicontainer naar een recyclebare afvalstroom en 15% betekent ca. 112 kg. Vorig jaar heeft iedere inwoner via de grijze container 224 kg afval aangeboden. Recycling staat in het afvalbeheer op de één na hoogste trede van de Ladder van Lansink. Preventie staat op de hoogste plaats. Voor de gemeente liggen op het vlak van preventie weinig mogelijkheden. Het voorkomen van afval dient met name door de Rijksoverheid gerealiseerd te worden door afspraken met het bedrijfsleven, bijvoorbeeld de verpakkingsindustrie. De mogelijkheden van de gemeente zijn voorlichting en zelf het goede voorbeeld geven. Figuur 1: Ladder Van Lansink
Met de inzet van recyclables wordt CO2 vermeden. Voor papier, GFT, glas, textiel en kunststoffen heeft Agentschap NL een eenvoudige rekentool ontwikkeld die de CO2besparing berekend wanneer deze afvalstromen niet worden verbrand, maar gescheiden worden ingezameld en verwerkt. Deze tool laat zien dat de gemeente De Wolden met de gescheiden inzameling van deze componenten 6.400 ton CO2 bespaard. Op basis van standpunt van de raad over de bronscheiding en de inzamelstructuur stelt het college van burgemeester en wethouders een plan van aanpak op voor de komende vier jaar (Afvalbeheerplan 2014-2017). Wanneer het standpunt betekent dat de bestaande inzamelstructuur niet “ingrijpend” aangepast hoeft te worden is participatie van de inwoners bij de voorbereiding van het plan niet direct noodzakelijk. Dit is wel het geval bij invoering van diftar of aanpassing van de ledigingsfrequentie.
2. Huidig kader 2.1 Gemeentelijk Politieke Termijn Agenda 2010-2014 Onder het thema (duurzame) economie staat: “De raad streeft een duurzame economie na en staat open voor voorzieningen en “regelingen die de CO2 uitstoot kunnen beperken. Vormen van alternatieve energie “worden gestimuleerd door de raad. Collegeprogramma Onder programma 10: milieu De gemeente streeft naar duurzame ontwikkeling, er is aandacht voor het zorgvuldig omgaan met onze leefomgeving en er wordt gekozen voor oplossingen die ook voor de toekomst verantwoord zijn. De ambities voor milieu zijn vastgelegd in het Milieu-ambitieplan 2010-2015. Afval “De gemeente heeft als doel te voldoen aan de landelijke doelstellingen (LAP) voor “inzameling van gescheiden afval. De inzamelstructuur wordt hier op gebaseerd. “Uitgangspunt is dat de wijziging van de inzamelstructuur niet mag leiden tot verhoging “van de afvalstoffenheffing, tenzij gekozen wordt voor een hoger serviceniveau. Milieu-Ambitieplan 2010-2015 In het Milieu-Ambitieplan staat dat de gemeente op gebied van afvalbeheer wil voldoen aan de recyclingdoelstellingen uit het Landelijk afvalbeheersplan 1 (2002-2012) en Landelijk afvalbeheersplan 2 (2009-2021). Concreet betekent dit:
Gft Glas Textiel Papier KCA Bronscheiding totaal
LAP 1 (2006) 55% 90% 50% 75% 90% 60%
LAP 2 (2015) 60%
Losse raadsbesluiten De raad heeft in voorgaande jaren de volgende besluiten genomen: 1. Bij de aankoop van nieuwe minicontainers in 2005 heeft de raad besloten dat de containers niet gechipt hoeven te worden, omdat geen tariefsdifferentatie op basis van kilo’s of ledigingsfrequentie wordt ingevoerd. 2. In de kadernota 2005 heeft de raad besloten dat een aanpassing van de inzamelstructuur, die leidt tot verhoging van de afvalstoffenheffing, alleen acceptabel is, wanneer het serviceniveau dienovereenkomstig toeneemt. 3. Begin 2010, bij de start van de broninzameling van kunststofverpakkingen, heeft de raad aangegeven dat de bronscheiding dient te worden beëindigd zodra de kunststofverpakkingen via nascheiding gescheiden kunnen worden ingezameld.
2.2 Landelijk Landelijk afvalbeheersplan 2 Voor de inzameling van afvalstoffen heeft de minister een beheersplan opgesteld, het Landelijk afvalbeheersplan 2 (LAP 2). Dit plan heeft betrekking op de inzameling en verwerking van alle afvalstoffen, zoals o.a. huishoudelijke afvalstoffen en geldt tot 2021. In het LAP 2 staan voor huishoudelijk afval, in tegenstelling tot LAP 1, geen recyclingdoelstellingen meer voor deelstromen, alleen nog een overall scheidingsdoelstelling, te realiseren door ketengericht beleid. Tot nu toe was het afvalbeleid voornamelijk gericht op de eindfase van de materiaalketens, de afvalfase. LAP
2 richt zich op de hele keten. Zie Ambities en doelstellingen voor de komende 12 jaar (bijlage 3). Enkele concrete punten uit het LAP 2: 1. Scheidingsdoelstelling voor huishoudelijk afval, 60 %. 2. Grof restafval dient eerst nagescheiden te worden voordat het verbrand kan worden; 3. Op de milieustraat dient het afval in tenminste 18 fracties gescheiden te worden.
2.3
Ontwikkelingen
Brief Atsma d.d. 25 augustus 2011 (Meer waarde uit afval) Over huishoudelijk restafval schrijft Atsma dat de recycling van huishoudelijk afval achter blijft bij de andere sectoren. De recycling schommelt al jaren (landelijk) tussen de 48 en 53%, terwijl er een doelstelling is van 60%. Door een aantal ontwikkelingen (bijvoorbeeld de gescheiden inzameling van kunststofverpakkingsafval) is hij van mening dat de recycling met 10 tot 15% kan stijgen naar in totaal 65% in 2015. Zie bijlage 8a. Advies aan de staatssecretaris van I & M (mei 2012) De staatssecretaris heeft de afvalbranche gevraagd een advies uit te brengen dat moet leiden tot een forse toename van recycling van huishoudelijk afval. Het advies met de titel “Hoe kunnen we 2/3 van het huishoudelijk afval recyclen?” is in mei 2012 aan de staatssecretaris aangeboden (bijlage 8b). De belangrijkste adviezen uit oogpunt van gemeenten zijn: Aan de staatssecretaris: 1. Alle partijen in de keten afrekenbaar aanspreken op hun rol en verantwoordelijkheden. 2. De introductie van een gemeentelijke restafvaldoelstelling, waarop gemeenten kunnen worden afgerekend met een bonus/malus-systeem (naar Vlaams voorbeeld*). 3. De rijksoverheid moet scherpe inzamel- en recycledoelstellingen vaststellen voor gemeenten en producenten. 4. De afrekenbaarheid vastleggen in een Grondstoffenakkoord die door gemeente en rijksoverheid word overeengekomen. * In Vlaanderen zijn gemeenten een samenwerkingsovereenkomst aangegaan, waarmee ze verklaren niet meer dan 180 kg restafval per inwoner te produceren.
Aan de gemeenten: 1. Bekijk hoe een (vorm van) diftar ingezet kan worden om de recycledoelstellingen te ondersteunen. 2. Bewerkstellig een beter scheidingsgedrag door een goede balans tussen hoge service op recyclables, een financiële prikkel voor gescheiden inzameling en constante communicatie. 3. Zorg voor een hoog voorzieningen niveau voor afvalscheiding op de milieustraat. Dit draagt bij aan een betere gescheiden inzameling van grof huishoudelijk afval. 4. Ga een samenwerking aan met andere gemeenten op het gebied van de regievoering op afvalbeheer om teruglopende beleidscapaciteit op te vangen. Aan de gemeenten per deelstroom (de belangrijkste): GFT: Diftar, met een nul tarief op GFT. Oud Papier: Diftar, met een minicontainer voor papier. Kunststof: Intensivering van bronscheiding. GHA: Voorzieningenniveau op milieustraten omhoog. Textiel: Communicatie en bronscheiding intensiveren. AEEA: Aanhaken bij Wecycle. Glas: Opties onderzoeken. Drankenkartons: Wachten op inzamelvergoeding Blik: Geen
3. Landelijke ontwikkelingen afvalinzameling 3.1 bronscheiding Landelijk zijn door gemeenten (en inzamelbedrijven) al diverse inzamelmethodieken geïntroduceerd of proeven gaande die tot reductie van restafval moeten leiden. Hieruit blijkt dat er twee mogelijkheden zijn om te komen tot een noemenswaardige vermindering van het restafval. Namelijk het veranderen van de inzamelfrequentie bij huis-aan-huis inzameling (serviceprikkel) of de financiële prikkel van het diftar-systeem. De verandering in service is mogelijk een evenzo goede prikkel als diftar. Nog beter is een combinatie van diftar en service. Uitbreiding huis-aan-huis inzameling afvalstromen Om inwoners tot afvalscheiding te stimuleren worden in den lande proeven gedaan met het huis-aan-huis inzamelen (bronscheiding) van de zogenaamde droge stoffen. Dit zijn stoffen die door hun "droge" samenstelling (bijvoorbeeld drankenkartons, blik, textiel, kunststoffen, hout en metaal) makkelijk (handmatig) gesorteerd kunnen worden. Afvalinzamelbedrijf HVC heeft in 2011 proeven gedaan met een droge stoffencontainer (Sliedrecht en in de Emmeloord). Onder de burgers was groot draagvlak voor het apart houden van deze stoffen in een (extra) mini-container. Na een jaar bleek de stroom apart ingezamelde herbruikbare stoffen toegenomen te zijn van 18% naar 25%. Het restafval daalde, maar niet spectaculair. Er bleven bijvoorbeeld nog 50 kg droge stoffen per inwoner per jaar in de grijze container achter. De proef heeft als mogelijk bijeffect dat afvalbrengpunten minder bezocht worden, omdat stromen die voorheen op de milieustraat gebracht moesten worden nu huis-aan-huis ingezameld worden. Bovendien lijkt er ook geen grote prikkel vanuit te gaan om het restafval te verminderen. Om het restafval verder te verkleinen is de proef daarom in 2012 doorgezet, waarbij nog maar een keer in de drie weken (Sliedrecht) en een keer in de vier weken (Emmeloord) restafval ingezameld wordt. Grof huishoudelijke afvalstromen Ook in het grof huishoudelijk afval van de brengstations worden steeds meer afvalstromen apart ingezameld en verwerkt, bijvoorbeeld dakbedekking (teer en bitumen), matrassen, gips en harde kunststoffen. Daarnaast blijkt dat het grof huishoudelijk restafval zo rond de 20-30% (rapport CREM) materiaal bevat dat al op de milieustraten gescheiden zou moeten worden aangeboden. Veel voorkomende stromen in het grof huishoudelijk restafval zijn textiel, tapijt, harde plastics, bouw- en sloopafval, kartonnen dozen, bankstellen, matrassen en EPS (piepschuim). Dit zijn stromen die apart recyclebaar zijn. Bankstellen moeten overigens eerst worden gedemonteerd, bijvoorbeeld in samenwerking met het kringloopbedrijf. Inzamelaar Circulus/Berkel Milieu heeft een proef gedaan met het ontmantelen van bankstellen en doet nu een vervolgonderzoek naar de technische en economische haalbaarheid hiervan. Inzamelfrequentie Er zijn veel gemeenten (en inzameldiensten) die (proeven) gestart zijn met het inzamelen van restafval in een andere frequentie. Hierbij wordt het restafval nog maar 1 keer in de 3 weken of 1 keer in de 4 weken ingezameld. Een proef met een driewekelijkse inzameling lopen o.a. in de gemeente Hoogeveen (Wolfsbos). Dit betekent dat in de eerste week het restafval opgehaald wordt, de daaropvolgende week het gft en in de derde week de droge stoffen container (in de proeven alleen kunststoffen). Vervolgens wordt in de vierde week weer het restafval ingezameld. De gemeenten Staphorst, Steenwijkerland en Olst Wijhe zijn vorig jaar gestart met het 1 keer per 4 weken legen van de restafvalcontainer. In alle drie de gemeenten geldt een ledigingstarief voor de restafvalcontainer (diftar) en is het ledigen van de g.f.t.-afval container gratis. Het betreft in die gemeente de eerste fase naar omgekeerd inzamelen.
Omgekeerd inzamelen Het doel van “Omgekeerd Inzamelen” is dat huishoudelijke afvalstoffen maximaal worden hergebruikt. Door meerdere gemeenten is een streefwaarde van enkele tientallen kg restafval per inwoner in 2020 als ambitie geformuleerd. In Hoonhorst(kern) en in de wijk Stadshagen in Zwolle wordt momenteel omgekeerd ingezameld. Hiervoor is aangegeven dat Steenwijkerland vorig jaar is gestart met het verlagen van de inzamelfrequentie van de restafvalcontainer naar 1 keer per 4 weken als eerste fase van het proces waarbij die gemeente overgaat naar omgekeerd inzamelen. Dit jaar worden er in Steenwijkerland ondergrondse restafvalcontainers geplaatst (160 stuks) en wordt de huidige restafvalcontainer in gebruik genomen als kunststofcontainer. De tweede fase moet in december zijn afgerond. De resultaten in Staphorst zijn onlangs door de raad geëvalueerd (5-2-2013). Of en wanneer Staphorst overgaat op omgekeerd inzamelen is niet bekend. Mini-milieustraten Om bronscheiding te bevorderen verrijzen steeds meer mini-milieustraten in Nederland (o.a. in Area gebied). Bij deze mini-milieustraten kunnen burgers op een nette en overzichtelijk manier, geplaatst bij winkelcentra, in ondergrondse container diverse afvalstromen inleveren. Naast glas, papier en textiel komen er ook ondergrondse containers voor kunststof, kleine elektrische apparaten (recyclezuilen) en zelfs frituurvet. In recyclezuilen kunnen naast kleine elektrische apparaten ook spaarlampen, CD/Dvd’s, mobiele telefoons en cartridges gedeponeerd worden Pijnacker In Pijnacker houdt afvalinzamelaar Avalex met “Afval Loont!” een proef met het belonen van burgers voor het brengen van afvalstromen naar speciale inzamelfilialen (genaamd 'Ryck' , de Nederlandse recyclebank). Met een elektronisch passysteem kunnen burgers geld sparen, dat regelmatig naar het opgegeven bankrekeningnummer wordt overgemaakt. Het project is gestart in september 2011 en werd direct met veel enthousiasme door de burger ontvangen. Op 21 maart 2012 werd de miljoenste kilo ingeleverd (en was zo'n 100.000 euro uitbetaald). Het project kreeg in de landelijke media veel aandacht en wekt veel sympathie op bij burgers. De vraag is echter of het systeem rendabel is. Op 4 december 2012 heeft de gemeenteraad van Pijnacker-Nootdorp besloten dat het project “Afval loont!” niet doorgaat ( resultaat is goed, maar de inzameling is te duur, omdat elk inzamelfiliaal bemenst moet zijn). De hiervoor genoemde inzamelmethoden zullen de komende jaren verder doorontwikkeld worden en zolang er geen landelijke wetgeving is zullen alle gemeenten individueel een keuze maken voor een bepaalde methode om hun doelstellingen te behalen. Naast bronscheiding kunnen gemeenten hierbij ook kiezen voor nascheiding van afvalstromen.
3.2 Nascheiding In de opmaat naar de inzameling van kunststof verpakkingsafval is discussie ontstaan of het kunststof via bron- dan wel nascheiding ingezameld moest gaan worden. KplusV voerde in 2010 in opdracht van het ministerie van VROM een evaluatie uit van de twee methoden, waarbij gekeken is of het nascheiden gelijkwaardig is aan het bronscheiden. In het rapport 'Evaluatie-onderzoek bron-en nascheiding kunststof verpakkingsafval 28 februari 2011' concludeert Kplus:
o
o
o
o
Er is op dit moment sprake van verschillende prestaties, niet alleen tussen bron- en nascheiding, maar ook tussen de verschillende bronscheidingsystemen en tussen de beide nascheidingsystemen. Over de gehele keten beschouwd beoordelen wij de gemiddelde bronscheidingsprestaties op dit moment als robuuster dan die van de nascheiding. Bij bronscheiding is over de hele keten inmiddels sprake van een geregisseerd en gecontroleerd proces, bij nascheiding is dit systeem nog in ontwikkeling, waardoor over heel 2010 gerekend nog minder constante en/of hoge prestaties zijn gehaald. Daarnaast achten wij de feitelijke hergebruikprestatie van bronscheiding op dit moment, rekening houdend met verschillen in stedelijkheidsklasse, van een hoger niveau dan gemiddeld bij nascheiding. Op basis van de laatste drie maanden van 2010 lijken er met het Omrinsysteem vergelijkbare prestaties als met het bronscheidingsysteem te kunnen worden gehaald. Echter er zullen meer en over een langere periode ervaringen met het Omrin-materiaal moeten worden opgedaan om hier harde uitspraken over te kunnen doen. Met het Atterosysteem worden vergelijkbare hoeveelheden kunststofmateriaal als bij Omrin uit het restafval teruggewonnen en vindt er ook materiaalhergebruik plaats. De totale keten-prestaties liggen op dit moment echter nog niet op het niveau van het gemiddelde van bron-scheiding. Het hergebruikpercentage ligt circa 25% lager, mede daardoor liggen de kosten per hergebruikte ton hoger en de kwaliteitszorg in de hele keten bevindt zich nog niet op het niveau van dat van het bronscheidingsysteem.
In vervolg op het rapport van KplusV kwam in februari 2012 het rapport 'Feitenrapport nascheiding' op tafel van het Directoraat-Generaal Milieu, directie duurzaamheid. De conclusie in dit rapport is: Op basis van de nu bekend zijnde gegevens is er nog geen sprake van gelijkwaardigheid van nascheiding aan bronscheiding. Bij bronscheiding is de kwaliteit van de grondstoffen vooralsnog beter dan bij nascheiding. Dit komt doordat de grondstoffen niet vervuild raken door het mengen met natte fracties. Een nadeel van nascheiding kan verder zijn dat het een signaal naar de burger geeft dat afval onbeperkt ingezameld wordt, terwijl we toe moeten naar minder afval en afval bovendien meer en meer als grondstof moeten gebruiken. Bronscheiding geeft dat signaal wel af. Het bronscheiden van kunststof kan bovendien een extra stimulans zijn voor de burger om overige stromen zoals glas, papier en textiel apart te scheiden. Tot slot speelt de door staatsecretaris Atsma vastgestelde bronscheidingsdoelstelling van 65% een rol die in 2015 gehaald moet worden. De 65% moet onder andere behaald worden door een hogere kunststofinzameling (2%). Nedvang (de producenten), de Minister en de Nederlandse Gemeenten hebben eind vorig jaar een nieuwe overeenkomst (met addendum) afgesloten voor de inzameling van verpakkingen met daarin een nieuwe inzamelvergoeding en inzamelvoorwaarden. Enkele belangrijke voorwaarden/afspraken zijn: o
o
Een vergoeding voor nascheiding krijgt een gemeente vooralsnog alleen als het afval door een Nedvang gecertificeerde installatie wordt gescheiden. Bovendien is er nog geen vergoeding mogelijk voor de vervoerskosten (inzameling en transport naar installatie); Als een bronscheidingsgemeente overgaat op nascheiding dan mag het de hoeveelheid hergebruik niet terugvallen ten opzichte van het niveau van 2012;
o
o o o o
o
o
De vergoeding bronscheiding wordt mogelijk gedifferentieerd. Dit betekent dat er bijvoorbeeld naar prestatie wordt uitbetaald of naar soort inzamelgebied (stedelijkheid, diftar); Het verpakkend bedrijfsleven start per 1-1-2014 met een inzamelsysteem (plastic Heroes) voor kunststof bij sportaccommodaties; Het verpakkend bedrijfsleven plaatst inzamelcontainers voor kunststof bij alle supermarkten in Nederland; Op zijn vroegst wordt per 1 januari 2015 het statiegeldsysteem afgeschaft mits aan de prestatiegaranties wordt voldaan; Het verpakkend bedrijfsleven vergoed de kosten (in restafval, afvalbakken op straat, zwerfafval) die gemeenten moeten maken als gevolg van het afschaffen van statiegeld op PET-flessen; Alleen de bronscheidingsgemeenten komen in aanmerking voor de vergoeding van de kosten ten gevolge van de (voormalige) statiegeldflessen die in het restafval terecht komen; De looptijd van het contract wordt 10 jaar;
4. Inzamelprestatie gemeente De Wolden in 2012 Na de landelijke ontwikkelingen rond bron-en nascheiding zoemen we in dit hoofdstuk in op de inzamelprestaties van gemeente De Wolden in 2012. 4.1 Totaal ingezameld huisvuil De inwoners van De Wolden hebben in totaal 17.739 ton huisvuil aangeboden. In 2011 lag dit 683 ton hoger. Van deze hoeveelheid is in 11.344 ton gescheiden aangeboden, oftewel 64 %. Daarmee voldoet de gemeente aan de LAP 2 doelstelling van 60 % en bijna aan de doelstelling van 65 % die Atsma noemt in zijn brief van mei 2011. Omgerekend naar inwoners betekenen deze tonnages dat per inwoner 747 kg afval is aangeboden, waarvan 478 kg gescheiden. De Drentse gemeenten vergelijken jaarlijks hun afvalinzamelprestaties. De laatste cijfers zijn van 2011. Hieruit blijkt dat de inwoners van De Wolden samen met de inwoners van Coevorden in dat jaar het meeste afval hebben aangeboden, namelijk 787 kg en de inwoners van Tynaarlo (diftar gemeente) het minste, namelijk 391 kg. Vergelijkbare gemeenten als Midden-Drenthe en Westerveld kwamen uit op respectievelijk 725 kg en 758 kg. Met een overall scheidingsresultaat van 63 % scoorde de gemeente De Wolden het hoogst van alle Drentse gemeenten (CBS: In 2011 Nederland 611 kg per inwoner).
4.2 Mini/verzamelcontainers Via deze containers is 5.311 ton aangeboden. Dit komt neer op 224 kg per inwoner. In 2011 was dit nagenoeg het zelfde (CBS: In 2011 Nederland 226 kg per inwoner). Uit de benchmarkt 2011 blijkt dat de gemeente De Wolden (231 kg) gemiddeld “scoort” bij de gemeenten die geen diftar toepassen. Midden-Drenthe en Westerveld zijn het hoogst met elk 255 kg en Hoogeveen is het laagst met 218 kg. De beide diftar gemeenten Tynaarlo en Borger-Odoorn hadden 144 kg respectievelijk 146 kg.
4.3 Grof huisvuil Er is 4.522 ton grof huisvuil aangeboden bij het afvaldepot (incl. mobiel). Dat is ca. 400 ton minder dan het jaar daarvoor. Van deze hoeveelheid is 3.438 ton gescheiden aangeboden, oftewel 76 % procent. Per inwoner betekent dit 190 kg waarvan 143 kg gescheiden en 47 kg niet gescheiden (CBS: In 2011 Nederland 36 kg per inwoner).
In 2011 was dit 205 kg per inwoner. Op Coevorden (317 kg) na is dit het hoogst van alle Drentse gemeenten. De gemeenten Hoogeveen, Westerveld en midden-Drenthe hadden respectievelijk 175 kg, 180 kg en 116 kg. Een verklaring voor het hoge aantal kilo’s zou het lage storttarief kunnen zijn. Hiermee kan afval uit de omringde gemeenten worden aangetrokken. Qua scheiding scoort De Wolden het op één na hoogst.
4.4 Inzamelstructuur Het afval in De Wolden wordt gescheiden sinds 2013 gescheiden in 29 fractie. Dit zijn: g.f.t., flessenglas, papier, kunststofverpakkingen, k.c.a, batterijen, textiel en schoenen, A en B afvalhout, C-hout, schoon puin, vlakglas, asbest, afgewerkte olie, accu’s, metalen, landbouwfolie, autobanden, overmaatse banden, grof tuinafval, frituurolie/vet, elektrische apparaten, tl- en spaarlampen, Dakleer, gips, harde kunststoffen en drukhouders, kringloop, restafval en grof restafval. Onderzocht wordt nog in hoeverre het effectief is om drankkartons, piepschuim, tapijt en matrassen gescheiden in te zamelen. Op het afvaldepot in Zuidwolde wordt het afval gescheiden in 19 fracties. Op het mobiele stations in 5 fracties (puin, afvalhout, takken, metalen en restafval). Afvalstoffen die aan - Papier en karton - gft - kunststof - textiel - restafval - grofvuil
huis worden opgehaald zijn: 1x per 4 weken 1x per 2 weken 1x per 4 weken 1x per kwartaal 1x per 2 weken op afroep (beperkt aantal stromen, bijvoorbeeld tuinafval)
Afvalstoffen die gebracht kunnen worden zijn: - glas en textiel wijkcontainers - grof vuil afvaldepot (vast en mobiel) - kca, olie, accu’s chemocar (2x per jaar in de buurt) - elektrische app. chemocar - tl- en spaarlampen chemocar
4.5 Afvalscheiding Het milieu-ambitieplan heeft voor vijf afvalfracties een doelstelling. De tabel hieronder vermeldt de doelstelling in een percentage en in kg per inwoner en het gerealiseerde scheidingresultaat. Voor kunststofverpakkingsafval geldt geen doelstelling. Tabel 1: Gerealiseerde afvalscheiding
Gft Glas Textiel Papier Kunststof kca
% 55 90 50 75 90
Doelstelling Kg/inw 139 22 7 78 1,9 248
Gerealiseerd % Kg/inw 82 207 73 18 34 5 91 94 22 8 59 1,3 333
De onderstaande figuur laat de gemiddelde afvalscheidingresultaat van alle Nederlandse gemeenten in 2011 zien. Figuur 2: Afvalscheiding Nederland
Afvalscheiding Nederland in kg per inwoner 1,3 4 21 gft
6
papier 78
kunststof glas textiel kca
63
Bron: CBS, situatie 2011.
4.6 Sorteeranalyse restafval (grijze minicontainer) Jaarlijks wordt de inhoud van de restafvalcontainers (grijze minicontainer) onderzocht. Dit gebeurd in mei en in oktober. Er worden vier steekmonster genomen en onderzocht. Dit leverde in 2012 de volgende samenstelling van het restafval op. Tabel 2: Sorteeranalyse restafval
Gft Glas Textiel Papier Kca Kunststof
Drankenkartons Elektr(on)ische Hout Steenachtig Afgezeefd (< 20 mm) restafval
2012 (%)
Gemiddeld in laatste 4 jr (%)
20 3 4 4 0,5 13
17 5 5 5 0,5 14
Nederland (%) 33 5 4 21 0 18
44,5
46,5
81
4 1 3 3 9 35
4 1 3 6 10 30
19
99,5%
100,5%
100%
De onderstaande figuur laat zien wat er in 2011 in de restafvalcontainer van alle Nederlandse gemeenten zat. Figuur 3: Sorteeranalyse Nederland
Sorteeranalyse restafvalcontainer Nederland
textiel 4%
kca 0%
overig 9%
metalen 4% glas 5%
gft 33%
kunststof 18% luiers 6%
papier 21%
gft papier luiers kunststof glas metalen textiel kca overig
Bron: Agendschap NL, situatie 2011.
4.7 Wat zit er nog de restafvalcontainer? In 2012 is per inwoner 224 kg afval via de restafvalcontainer aangeboden. Deze hoeveelheid bestond voor 124 kg uit afval (grondstoffen) dat in ook gescheiden wordt ingezameld. In onderstaande tabel staat de samenstelling van het afval in de grijze minicontainer in kilogrammen per inwoner. Tabel 3: Grondstoffen in restafvalcontainer
Gft Glas Textiel Papier Kca Kunststof
Grondstoffen in restafvalcontainer (kg per inwoner) 45 7 9 9 1 28 99
9 2 7 7 20 78
Drankenkartons Elektr(on)ische Hout Steenachtig Afgezeefd (< 20 mm) restafval
224 kg Figuur 4: Grondstoffen in restafvalcontainer
Wat zit er nog in de restafvalcontainer? 600 1,3 5 8 18
Hoeveelheid ( kg per inwoner)
550 500
94
450 400 350
207
300 250
1 9 28 7 9 45
200 150
Kca Textiel Kunststof Glas Papier GFT Rest
224
100
125
50 0 Gescheiden opgehaald in 2012
grondstoffen in restafval
4.8 Afvalstoffenheffing De gemeente De Wolden kent drie tarieven voor de afvalstoffenheffing. Een tarief voor: 2012 2013 - meerpersoonshuishouden € 210,60 € 212,64 - éénpersoonshuishouden € 165,95 € 167,64 - recreatiewoning € 165,95 € 167,64 Op de website van Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (Coelo) staan de afvalstoffenheffingen (2012) van alle Nederlandse gemeenten. In Drenthe bedraagt de heffing voor een meerpersoonshuishouden: 2012 Meppel € 243 Hoogeveen € 278 Westerveld € 252 Midden Drenthe € 215 Coevorden € 295 Emmen € 300 Borger-Odoorn € 215 Assen € 239 Aa en Hunze € 253 Tynaarlo € 215 Noordenveld € 225
4.9 Trend De trend van de laatste jaren is dat de totale hoeveelheid aangeboden afval licht daalt, dat de restafvalfracties (mini en grof) eveneens licht dalen en dat de gescheiden fracties iets stijgen. De reden daarvan zou kunnen zijn de economische situatie en dat het afval in meer fracties wordt gescheiden (kunststofverpakkingsafval, C-hout, dakleer, gips).
5. Afvalbeheer
Afvalbeheer is meer dan inzamelen alleen. De afvalbeheer(cyclus) start met het bepalen van een ambitie voor afvalbeheer. Op basis hiervan kunnen concrete doelen worden gesteld, alsmede het tijdstip waarop deze doelen moeten zijn gerealiseerd en de instrumenten die daarvoor worden ingezet, tezamen het afvalbeheerbeleid. In bijlage 4 is e.e.a weergegeven. De horizontale lijn is het deel van de afval(materiaal)keten waar de gemeente hoofdzakelijk mee te maken heeft en daaroverheen de afvalbeheercyclus en de instrumenten die de gemeente tot haar beschikking heeft om de ambitie (doelen) te realiseren.
6. Ambitie en doelen Het is de ambitie van de gemeente De Wolden om zoveel mogelijk recyclebaar afval gescheiden in te zamelen. De gemeente streeft daarbij naar een goede balans in de afvaldriehoek Milieu (duurzaamheid), service en kosten. figuur 6: afvaldriehoek
Milieu
Kosten
Service
Dit betekent nu: Milieu Het halen van de landelijke doelstelling (65% bronscheiding) voor gescheiden afvalinzameling in 2015. Service Het in stand houden van een hoog serviceniveau voor de inwoners van de gemeente met bestaande (laagdrempelige) voorzieningen. Kosten De kosten voor de inwoners laag houden en een verhoging alleen toe te laten wanneer het serviceniveau evenredig stijgt. Vraag aan de raad Vindt de raad dat de huidige ambitie, doelen en randvoorwaarden (kaders) nog steeds actueel zijn, of vindt de raad dat bijstelling gewenst is. Mogelijkheid 1: De huidige doelstelling (65% bronscheiding in 2015) blijft gehandhaafd In 2012 is 64% van het aangeboden afval gescheiden ingezameld. Om tot 65% bronscheiding te komen, moet nog ca. 200 ton, oftewel ca. 10 kg per inwoner per jaar extra gescheiden worden. Dit is mogelijk door de bestaande inzamelstructuur te optimaliseren. Het serviceniveau voor de inwoner blijft op het zelfde niveau, de kosten blijven min of meer gelijk en het gestelde milieudoel wordt bereikt. De wijzigingen ter optimalisatie van de bestaande inzamelstructuur staan opgesomd in bijlage 5. Een aantal belangrijke veranderingen zijn:
het niet meer opstellen van het mobiel afvaldepot; heffing voor tweede gft-container naar € 0,00; heffing voor tweede restafvalcontainer naar € 100,00; storten grof tuinafval op afvaldepot gratis; stortrecht afvaldepot verhogen naar € 10,00 per aanhangwagentje. De veranderingen kunnen in principe direct worden ingevoerd en kunnen dat zelfde jaar al het gewenste resultaat opleveren. Vraag aan de raad: Wat vindt de raad van het niet meer opstellen van het mobiel afvaldepot en de overige wijzigingen ter optimalisatie van de inzamelstructuur. Mogelijkheid 2: De lat wordt hoger gelegd (70 tot 80 % bronscheiding in 2017) In 2012 heeft elke inwoner via de grijze minicontainer gemiddeld 225 kg afval aangeboden. Uit de sorteeranalyses blijkt dat ca. 125 kg hiervan bestaat uit recyclebaar materiaal dat ook gescheiden wordt ingezameld (tabel 3 “Grondstoffen in de restafvalcontainer”). Om deze recyclebare materialen gescheiden in te zamelen is een optimalisering van de bestaande inzamelstructuur niet voldoende, maar is een “forse” aanpassing noodzakelijk. Welke aanpassing dit moet zijn, is afhankelijk van de nieuw geformuleerde doelstelling (percentage bronscheiding / reductie restafval in grijze container). Hieronder worden een drietal aanpassingen besproken. 75 kg per inwoner afval minder in de grijze minicontainer (bronscheiding van ca. 74%) Dit betekent dat de hoeveelheid afval die met de restafvalcontainer wordt aangeboden met een derde moet worden teruggebracht. Dit komt overeen met ca. 1.770 ton. Op basis van de sorteeranalyses als volgt te verdelen: Gft 792 ton Glas 120 ton Papier 159 ton Textiel 159 ton Kunststof 495 ton Overig 45 ton Deze vermindering is op twee manieren te realiseren, met diftar (prijsprikkel) en met een verlaging van de ledigingsfrequentie van de grijze container naar 1 keer per 3 of 4 weken (serviceprikkel). Een combinatie van beide is mogelijk maar lijkt bij een frequentie van 1 keer per 4 weken minder effectief, omdat de meeste inwoners een periode van 8 weken moeilijk zullen kunnen overbruggen. In beide gevallen dient de bronscheiding van de hiervoor genoemde afvalstromen geïntensiveerd te worden door het bieden van extra service. O.a. dient de inzamelfrequentie van kunststof verhoogd te worden. Het inzamelen van kunststof met een minicontainer geeft daarbij waarschijnlijk het beste resultaat. Dilemma is dat de inwoners dan te maken krijgen met 4 minicontainer. Dit zal in veel situaties problemen geven, omdat er simpelweg geen ruimte is. Oplossing zou kunnen zijn een combinatie van zakken, minicontainers en wijkcontainers (pers) waarbij de inwoners vrij zijn in de keus van het inzamelmiddel. Voor de intensivering van de overige stromen zie bijlage 5. Diftar De cijfers van de Drentse diftar gemeenten Tynaarlo en Borger-Odoorn, respectievelijk per inwoner 144 kg en 146 kg restafval in de minicontainer liggen ten grondslag aan bestaande mening dat de doelstelling van 75 kg reductie met diftar realiseerbaar is. Diftar geeft extra kosten (investerings- en factureringskosten), daarnaast is het niet efficiënt om oude containers (uitgezet in 2005) van een chip te voorzien. Diftar leidt tot minder milieubelasting door meer recycling, tot kostenbesparing op afvalverwerking, tot een eerlijker verdeling van de kosten tussen de inwoners en een
gelijk blijvend serviceniveau. Er zijn risico’s in de vorm van toename zwerfafval en illegale afvalstortingen. Ledigingsfrequentie grijze container 1 keer per 3 weken In de gemeente Hoogeveen loopt sinds oktober vorig jaar een proef in de wijk Wolfsbos. De proef is erg succesvol. De inwoners zijn positief. Er wordt een kwart minder restafval (ca. 55 kg per inwoner) ingezameld en meer dan twee keer zoveel kunststof (van 6 naar 14 kg per inwoner). De wijk Wolfsbos (500 gezinnen) is een stedelijke wijk met kleine tuintjes. De inwoners hebben geen papiercontainer. In de proef wordt 1 keer per 3 weken gft, kunststof en restafval ingezameld. Voor alle drie afvalstromen hebben de inwoners een minicontainer beschikbaar. Verder is bij het winkelcentrum een mini-milieustraat ingericht en is er voor de inwoners een afvalcoach om vragen te beantwoorden. Vraag bij de proef is komt er meer gft-afval in de grijze container nu de ledigingsfrequentie is verlaagd van 2 naar 3 weken. In de afgelopen maanden (okt- feb) was dit niet het geval. De resultaten uit bovenstaande proef doen vermoeden dat met een ledigingsfrequentie van 1 keer per 3 weken de genoemde doelstelling van 75 kg reductie (73 % bronscheiding) niet gerealiseerd wordt. Een doelstelling van 50 kg reductie (70 % bronscheiding lijkt daarentegen wel haalbaar. In het verlagen van de inzamelfrequentie voor gft-afval (1 x per 3 weken ipv 1 x per 2 weken)schuilt het gevaar dat er gft-afval in de grijze container verdwijnt, waarmee het paard achter de wagen komt te staan. In hoeverre dit opgevangen kan worden met maatregelen als: gratis tweede gft-container, gratis takken routes, gratis storten grof tuinafval op afvaldepot, extra bladkorven is ongewis. Ter informatie in 2012 is ca. 950 ton gft-afval via de restafvalcontainer afgevoerd. Dit is ca 20 % van de totale hoeveel die met deze container is afgevoerd. Ledigingsfrequentie grijze container 1 keer per 4 weken In de gemeente Steenwijkerland is vorig jaar gestart met het 1 keer per 4 weken legen van de restafvalcontainer. Gelijktijdig daarmee is het tarief voor de lediging van de restafval container verhoogd naar € 9,21 en is het ledigen van de gft-afval container gratis gemaakt. Het vaste tariefsdeel bedraagt € 121,-- . Het resultaat is dat er in 2012 160 % meer g.f.t.-afval is ingezameld en dat de hoeveelheid restafval met 35 % is afgenomen. De inwoners zijn positief. In de gemeente Staphorst loopt het zelfde proces als in Steenwijkerland. In staphorst bedraagt het vaste deel € 156,00. De evaluatie 2012 laat in Staphorst zien dat er 226 % meer g.ft.-afval is ingezameld (46 kg naar 150 kg per inwoner; gezinnen in het buitengebied hadden geen groene container) en dat er 26 % minder restafval is ingezameld (van 141 naar 105 kg). De inwoners zijn in meerderheid positief. Zie bijlagen 8c en 8d. De resultaten van Steenwijkerland en Staphorst doen vermoeden dat een restafval reductie van 75 kg per inwoner mogelijk is met een ledigingsfrequentie van 1 keer per 4 weken. Kanttekening die daarbij gemaakt moet worden is, dat beide gemeente diftar hanteren en dat dit een stimulerend effect heeft op het scheidingsgedrag van inwoners. Anderszins kan gezegd worden dat de inwoners van De Wolden een grote bereidheid hebben om het afval te scheiden. De huidige resultaten laten dit zien. De conclusie kan zijn dat een lagere ledigingsfrequentie leidt tot minder milieubelasting door meer recycling en tot een min of meer gelijkblijvend serviceniveau (op restafval minder en op kunststof meer). In bijlage 6a en 6b is het financiële voordeel berekend van 50 en 75 kg restafval reductie per inwoner bij een ledigingsfrequentie van 3
respectievelijk 4 weken. Het voordeel bedraagt bij een reductie van 50 kg ca. € 317.000,-- en bij 75 kg ca. € 375.000,-- . In bijlage 7 worden de hiervoor genoemde inzamelmogelijkheden in een wekenschema weergegeven. Vragen aan de raad 1. Wanneer de raad vindt dat de bronscheiding van recyclebles geïntensiveerd moet worden, kiest de raad dan voor het instrument diftar of voor het instrument verlagen van de ledigingsfrequentie van de restafvalcontainer. 2. Als gekozen wordt voor instrument ledigingsfrequentie, welke frequentie heeft dan de voorkeur. 112 kg per inwoner minder afval in de grijze minicontainer (bronscheiding van ca. 79%) Dit betekent dat de hoeveelheid afval die met de restafvalcontainer wordt aangeboden met de helft moet worden teruggebracht. Dit komt overeen met ca. 2.650 ton. Op basis van de sorteeranalyses als volgt te verdelen: Gft 948 ton Glas 142 ton Papier 189 ton Textiel 189 ton Kunststof 616 ton Overig 567 ton In Hoonhorst (kern) en de wijk Stadshagen in Zwolle wordt omgekeerd inzamelen nu toegepast. In Stadshagen sinds oktober volgend jaar en in Hoonhorst al sinds 2011. De resultaten uit Hoonhorst laten zien dat met omgekeerd inzamelen een bronscheidingspercentage van 90 % mogelijk is en dat de hoeveelheid restafval per inwoner per jaar kan dalen naar 30 kg. Omgekeerd inzamelen betekent dat het restafval niet meer aan huis wordt opgehaald, maar waarbij het door de inwoners gebracht moet worden naar een wijkcontainer. De service op recyclebare afvalstromen wordt verhoogd en de service op restafval wordt verlaagd (serviceprikkel). De vrijkomende grijze restafvalcontainer wordt ingezet voor de inzameling van kunststof (en in de toekomst waarschijnlijk voor meer droge componenten zoals: blik, drankartons, hout, textiel, elektrische apparaten e.d. De resultaten van Hoonhorst doen vermoeden dat een restafval reductie van 112 kg per inwoner per jaar (eenvoudig) mogelijk moet zijn. De conclusie kan zijn dat omgekeerd inzamelen tot minder milieubelasting door meer recycling en tot een min of meer gelijkblijvend serviceniveau (op restafval minder en op kunststof/droge componenten meer). Hiervoor is aangegeven dat de gemeente Steenwijkerland dit jaar overgaat op omgekeerd inzamelen. Steenwijkerland doet dat in de hele gemeente, ook in het buitengebied. Er kan ook onderscheid gemaakt worden tussen stedelijk gebied en het buitengebied, in die zin dat er in het buitengebied nog wel restafval aan huis wordt opgehaald, omdat deze methode vanwege de grotere afstanden, daar minder geschikt is. Stel in De Wolden wordt besloten in de dorpen over te stappen op omgekeerd inzamelen en in het buitengebied niet. Dan moeten er voor ca. 7.000 huishoudens in de dorpen 50 ondergrondse containers worden geplaatst die wekelijks worden geleegd. Het financieel voordeel van deze optie is ca. € 507.000,--. Zie bijlage 6c. Vraag aan de raad Wat vindt de raad van omgekeerd inzamelen.
7. Proces vaststellen afvalbeheerplan 2014-2017 In het afvalbeheerplan 2014-2017 beschrijft het college hoe het afvalbeheer (inzameling) wordt ingericht/uitgevoerd. Het college doet dit op basis van de visie (doelen) die de gemeenteraad heeft op afvalinzameling (bronscheiding). De raad bepaalt deze visie (doelen) in een opiniërende vergadering op basis van een raadsvoorstel (met deze nota als bijlage) en stelt de doelen later in een besluitvormende vergadering vast. Met deze kaders maakt het college een afvalbeheerplan. Het door het college vastgestelde plan wordt ter kennis name naar de raad gestuurd. Jaarlijks doet het college verslag aan de raad over voorgang van het plan. De raad kan het plan en de verslagen bespreken en kan de uitvoering bijsturen. Indien de doelen die de raad stelt leidt tot een forse aanpassing (diftar, andere ledigingsfrequentie restafvalcontainer, omgekeerd inzamelen) dan dienen de inwoners hierbij betrokken te worden. Wanneer voor het realiseren van de doelen slechts een optimalisering van de bestaande inzamelstructuur nodig is, dan is het betrekken van de inwoners bij het afvalbeheerplan niet nodig. Planning: - April collegebesluit - Mei/juni opiniërend en vaststellen in raad - Juli/december vaststellen afvalbeheerplan
8. Samenvatting: Vragen aan de raad A. Vindt de raad dat de huidige ambitie, doelen en randvoorwaarden (kaders) nog steeds actueel zijn, of vindt de raad dat bijstelling gewenst is. B. Wanneer de raad vindt dat de bronscheiding van recyclebles geïntensiveerd moet worden, kiest de raad dan voor het instrument diftar of voor het instrument verlagen van de ledigingsfrequentie van de restafvalcontainer. C. Als gekozen wordt voor instrument ledigingsfrequentie, welke frequentie heeft dan voorkeur. D. Wat vindt de raad van omgekeerd inzamelen E. Wat vindt de raad van het niet meer opstellen van het mobiel afvaldepot en de overige wijzigingen ter optimalisatie van de inzamelstructuur. F. Wat vindt de raad van het inzamelen van kunststof met een minicontainer.
---
Bijlage 1
Overzicht hoeveelheden ingezameld huisvuil afvalstroom 1.Gft-afval 2.Restafval:
3. 4.
5.A en B-hout 6.C-hout 7.Puin 8.Vlakglas 9.Flessenglas 10.Papier en karton 11.Kca gesorteerd 12.Batterijen 13.Afgewerkte olie 14.Accu's 15.Asbest Koel- en vriesapparaten Tv's Klein wit- en bruingoed ICT-apparaten 16.Metalen 17.Landbouw folie 18.Autobanden 19.Overmaatse banden 20.Grof tuinafval 21.Textiel 0Drankkartons 22.frituurvet/olie 23.Kunststofverpakkingen 24.w&b goed + ICT 25.tl- en spaarlampen 26.Dakleer 27.Harde kunststoffen 28.Gips 0Matrassen 29Drukhouders Totaal huishoudelijk afval Totaal gescheiden Totaal niet gescheiden Controle Perc. gescheiden Totaal grof Gescheiden grof Perc. grof gescheiden
minicontainer verzamelcont ondergrondse kringloop grof mobiel grof depot totaal
1998 ton ton ton ton ton ton ton ton ton ton ton ton ton ton ton ton ton stuk stuk stuk stuk ton ton kub/ton ton ton ton ton ton ton ton ton ton ton ton ton ton
1999
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
4.804 4.853
4.737 5.040
4.976 5.316
4.845 5.424
4.918 5.344
4.602 5.672
5.053 5.561
4.948 5.617
1.527 6.380 193
268 1.085 6.393 262
218 1.352 6.886 291
185 1.286 6.895 651
161 979 6.682 1.201
25 139 1.088 6.924 896
8 162 1.109 6.840 1.029
1.664 33 321 2.196 29
1.446 27 431 2.021 34
1.684 27 484 2.042 43
2.876 27 476 2.020 26
10
9
6
8
136 412
127 470
116 494
136 485
1.753 15 454 2.026 19 0 8 7 115 440
1.634 26 483 1.976 16 3 8 10 99 362
-
1.000
1.200
1.500
1.500
1.700
94
115
114
40
40
60
127 16 28
142 13 75
300 14 -
300 79 4 -
300 79 4 -
300 76 -
90
90
90
90
16.304 16.115 17.202 9.924 9.722 10.316 6.380 6.393 6.886 0 0 0 61% 60% 60% 4.087 3.769 4.258 2.560 2.416 2.688 63% 64% 63%
18.597 11.702 6.895 0 63% 5.730 4.259 74%
2007
2008
2009
4.833 5.415 103
4.961 5.203 120
4.962 5.261 158
2 176 1.233 7.028 1.162
204 1.292 7.014 1.344
49 192 1.370 6.934 1.521
37 209 1.191 6.856 1.302
1.748 34 465 2.146 16 4 11 9 108 588
1.827 40 456 2.245 20 3 10 11 117 530
1.945 40 456 2.332 20 3 12 12 108 505
153 6 120
1.050 500 126 15 135
300 85 -
300 81 -
300 88 -
1.500 1.250 126 13 80 8 300 105 -
1.250 1.500 128 15 12 6 300 104 -
1.662 48 501 2.475 20,9 5,0 7,3 8,0 108 380 285 1.900 1.520 153 13 13 6 300 116 0
1.601 47 453 2.526 15,2 3,3 8,5 8,2 115 365 400 2.000 1.600 159 18 12 4 300 126 0
90
90
90
90
90
90
90
17.904 11.222 6.484 198 63% 4.860 3.720 77%
17.427 10.528 6.899 0 60% 4.594 3.367 73%
18.217 11.385 6.832 0 62% 4.884 3.613 74%
18.589 11.563 7.026 0 62% 5.195 3.786 73%
18.774 11.760 7.014 0 63% 5.508 4.012 73%
18.942 12.057 6.885 0 64% 5.540 3.978 72%
18.606 11.787 6.819 0 63% 5.102 3.702 73%
4.967 5.279 149 26 46 113 1.236 6.849 1.377 1.450 32 434 2.315 23,1 2,1 8,2 5,2 86 154 23 11 5 300 131 3 0 97
18.273 11.470 6.803 0 63% 4.943 3.594 73%
2010 4.712 5.074 125 40 37 118 1.180 6.575 1.227 39 1.385 20 429 2.469 18,7 1,9 6,5 1,6 69 156 16 15 6 300 123 0,6 167 98
17.834 11.296 6.537 0 63% 4.673 3.375 72%
2011
2012
2013
5.001 5.180 145 10 38 123 1.159 6.655 1.319 111 1.475 36 428 2.400 18,2 2,5 6,4 4,2 74 142 15 14 7 300 117 0,2 196 98 1,0
4.914 5.136 164 11 37 117 967 6.432 1.078 165 1.460 34 431 2.240 20,0 1,6 6,1 2,4 88
1
1
18.422 11.805 6.617 0 64% 4.924 3.642 74%
17.739 11.344 6.395 0 64% 4.522 3.438 76%
119 13 18 7 300 112
300
0,5 187 100 1,0 8 0 0
300 300 0 0 100% 300 300 100%
Bijlage 2
Resultaten sorteeranalyses (nieuw) Component Groente, Fruit en Tuinafval Klein Chemisch Afval Dranken kartons Papier Glas Textiel en schoenen
Plastic Elektr(on)isch Hout Steenachtig Afgezeefd Rest
Component Groente, Fruit en Tuinafval Klein Chemisch Afval Dranken kartons Papier Glas Textiel en schoenen
Plastic Elektr(on)isch Hout Steenachtig Afgezeefd Rest
Deelstroom
28-10-09 29-10-09 25-05-10 26-05-10 13-10-10 14-10-10 20-07-11 22-01-11 21-11-11 22-11-11 24-05-12 25-05-12 06-11-12 7-11-2012 % % % % % % % % % % % % % %
GFT Keuken 12,58% 7,58% 5,17% 18,75% 14,11% 9,93% 3,05% 0,50% 14,77% 11,31% 7,24% 12,91% 13,30% GFT Tuin 4,13% 1,95% 2,67% 1,53% 2,01% 20,06% 17,47% 3,49% 2,73% 12,75% 2,36% 1,04% 26,87% Batterijjen 0,03% 0,03% 0,08% 1,00% 0,00% 0,00% 0,01% 0,05% 0,03% 0,14% 0,02% 0,00% 0,57% Overig 0,47% 0,00% 0,75% 0,00% 0,06% 0,32% 0,00% 0,00% 0,00% 1,12% 0,73% 0,02% 0,19% Dranken kartons 5,95% 6,60% 3,08% 3,55% 2,75% 5,02% 4,29% 2,15% 3,70% 4,18% 3,89% 3,86% 2,95% Verpakking 3,52% 1,70% 3,12% 4,96% 2,29% 1,37% 2,57% 1,95% 4,43% 2,36% 1,74% 1,92% 2,73% Grafisch 3,69% 1,44% 1,53% 1,55% 1,59% 0,66% 0,57% 2,26% 2,00% 5,04% 1,22% 2,00% 3,23% Verpakking 3,99% 3,39% 2,21% 7,05% 0,00% 2,13% 4,51% 3,45% 5,33% 2,76% 2,33% 3,87% 1,87% Overig 0,85% 0,49% 10,40% 0,54% 5,93% 0,00% 0,00% 0,00% 0,34% 0,07% 0,00% 0,00% 0,00% Kleding 2,84% 4,52% 4,47% 1,07% 5,46% 2,11% 1,61% 4,82% 3,97% 2,86% 5,08% 3,75% 2,20% Schoeisel 0,25% 1,10% 0,36% 0,80% 3,06% 3,02% 0,69% 0,65% 0,79% 0,18% 1,49% 0,63% 0,00% Folies 6,77% 5,45% 5,72% 6,64% 8,09% 5,82% 5,43% 9,52% 6,06% 4,85% 7,58% 6,47% 3,72% Vormvast Pet 0,74% 0,57% 0,14% 0,50% 0,36% 0,03% 0,78% 1,61% 1,34% 0,28% 0,67% 0,09% 0,14% Vormvast Overig 5,70% 8,68% 2,61% 4,49% 7,50% 8,52% 4,20% 3,32% 3,56% 3,48% 5,09% 3,88% 4,04% Niet verpakking 0,77% 0,36% 3,15% 3,34% 0,81% 2,11% 2,80% 1,38% 2,83% 5,13% 4,29% 1,38% 2,50% MIX 0,06% 0,82% 0,22% 0,42% 0,14% 4,39% 0,44% 0,29% 2,87% 2,72% 2,11% 0,00% 0,00% Hout 3,88% 3,54% 4,47% 6,63% 9,03% 1,72% 1,63% 1,03% 5,57% 0,35% 3,21% 1,39% 5,11% Steen/ Keramiek 5,92% 8,27% 6,60% 11,34% 0,35% 1,68% 0,42% 12,21% 5,50% 12,07% 3,92% 3,94% 0,79% Afgezeefd < 20 10,79% 5,21% 20,71% 13,55% 9,19% 4,42% 7,71% 12,24% 10,88% 8,15% 13,24% 7,43% 8,73% Restafval 27,06% 38,30% 22,54% 12,28% 27,27% 26,69% 41,83% 39,08% 23,31% 20,21% 33,79% 45,42% 21,06% Totaal 100,00% 100,00% 100,00% 100,00% 100,00% 100,00% 100,00% 100,00% 100,00% 100,00% 100,00% 100,00% 100,00%
2009 %
2010 %
GFT Keuken 10,08% GFT Tuin 3,04% Batterijjen 0,03% Overig 0,23% Dranken kartons 6,27% Verpakking 2,61% Grafisch 2,56% Verpakking 3,69% Overig 0,67% Kleding 3,68% Schoeisel 0,68% Folies 6,11% Vormvast Pet 0,65% Vormvast Overig 7,19% Niet verpakking 0,57% MIX 0,44% Hout 3,71% Steen/ Keramiek 7,10% Afgezeefd < 20 8,00% Restafval 32,68% Totaal 100,00%
11,99% 6,57% 0,27% 0,28% 3,60% 2,94% 1,34% 2,85% 4,22% 3,28% 1,81% 6,57% 0,26% 5,78% 2,35% 1,29% 5,46% 4,99% 11,97% 22,19% 100,00%
Deelstroom
2011 %
2012 %
7,41% 12,49% 9,11% 7,81% 0,06% 0,16% 0,28% 0,24% 3,58% 3,98% 2,83% 2,29% 2,47% 1,90% 4,01% 2,95% 0,10% 0,00% 3,32% 4,14% 0,58% 0,69% 6,47% 5,44% 1,00% 0,36% 3,64% 4,18% 3,03% 2,61% 1,58% 0,66% 2,14% 2,61% 7,55% 3,10% 9,74% 9,10% 31,11% 35,32% 100,00% 100,00%
%
0,00%
%
0,00%
%
0,00%
%
0,00%
%
0,00%
%
0,00%
%
0,00%
%
0,00%
%
0,00%
16,49% 0,96% 0,03% 0,00% 5,23% 2,76% 1,14% 3,73% 0,00% 5,51% 0,65% 4,00% 0,54% 3,71% 2,25% 0,54% 0,71% 3,75% 7,00% 41,00% 100,00%
gemiddeld % 10,5% 17,1% 6,6% 0,1% 0,4% 0,3% 4,4% 2,7% 4,7% 2,1% 3,4% 4,6% 1,2% 3,6% 4,5% 0,9% 6,1% 0,6% 14,0% 5,2% 2,1% 1,0% 3,5% 5,7% 9,7% 30,3% 100,0%
Bijlage 3
Ketenregie afvalbeheer 5 Handhaven • Toezicht en controle • Repressie en beboeten
6 Registreren/monitoren • •
Inning Afvalregistratie
4 Communicatie
• •
Marketing Voorlichting
Burger (ontdoener)
Transport
Inzamelen
3 Acceptatiebeleid • Tarievenbeleid (gratis/betaald) • Beschikbaarheidbeleid
Materiaal en product hergebruik
Energie uit afval
1 Doelstellingen/afvalbeheerbeleid • LAP 2 (preventie, hergebruik) • Eigen door gemeente gestelde doelen
2 Inrichting inzamelstructuur • •
Haal- en brengfaciliteiten containermanagement
Bijlage 4 LAP 2, hoofdstuk 0.4 Ambities en doelstellingen voor de komende 12 jaar Milieubeleid heeft tot doel het scheppen van condities en het stellen van randvoorwaarden voor de instandhouding en verbetering van de milieukwaliteit, om op die manier een bijdrage te leveren aan duurzame ontwikkeling. Dit algemene milieudoel betekent dat het afvalstoffenbeleid zich richt op het beperken van het ontstaan van afvalstoffen, het beperken van de milieudruk van de activiteit ‘afvalbeheer’ en het vanuit ketengericht afvalbeleid beperken van de milieudruk van productketens. Dit resulteert in de volgende kwantitatieve en kwalitatieve doelstellingen: 1. Stimuleren van preventie van afvalstoffen, zodanig dat het totaal afvalaanbod in 2015 niet groter mag zijn dan 68 Mton en in 2021 niet groter mag zijn dan 73 Mton. 2. Verhogen van de nuttige toepassing van het totaal aan afvalstoffen van 83% in 2006 naar 85% in 2015. 3. Verhogen van de nuttige toepassing van het totaal aan huishoudelijk afval van 51% in 2006 naar 60% in 2015. 4. Verhogen van de nuttige toepassing van het totaal aan HDO-afval van 46% in 2006 naar 60% in 2015. 5. Minstens gelijk houden van het in 2006 in Nederland reeds behaalde percentage van 95% nuttige toepassing van bouw- en sloopafval, ondanks de verwachte forse toename in de productie van deze afvalstroom in de komende jaren (van 24 Mton in 2006 naar 32 Mton in 2021). 6. Minstens gelijk houden van het in 2006 in Nederland reeds behaalde percentage van 90% nuttige toepassing van industrieel afval, ondanks de verwachte toename in de productie van deze afvalstroom van 16 Mton in 2006 naar 18 Mton in 2021. 7. Reduceren van storten van brandbaar restafval van 1,7 Mton in 2007 tot 0 Mton in 2012. 8. Reduceren (richtinggevende doelstelling) van 20% milieudruk in 2015 voor elk van de zeven prioritaire stromen die in het kader van het ketengericht afvalbeleid worden opgepakt. 9. Optimaal benutten van de energie-inhoud van afval dat niet kan worden hergebruikt. 10. Beter benutten van de restwarmte van afvalverbranding. 11. Realiseren van een gelijkwaardig Europees speelveld voor afvalbeheer. 12. Bevorderen van marktwerking en het vormgeven van de bijzondere verantwoordelijkheid van de overheid voor storten. 13. Gebruiken van het Cradle-to-Cradle (C2C) concept als inspiratiebron bij de zeven prioritaire stromen die in het kader van het ketengericht afvalbeleid worden opgepakt. 14. In het kader van de integrale ketenbenadering vanuit het afvalstoffenbeleid een bijdrage leveren aan de ambities op het gebied van duurzaamheid van het kabinet Balkenende IV: o in 2020 is de CO2-uitstoot met 30% verminderd ten opzichte van 1990; o in 2020 bestaat er geen gevaar meer voor mens en milieu als gevolg o van de verspreiding van gevaarlijke stoffen; o in 2010 is het verlies van biodiversiteit gestopt.
Bijlage 5 Veranderingen (optimaliseren) bestaande inzamelstructuur om doelstelling 65 % bronscheiding te realiseren 1.
De communicatie over afvalinzameling intensiveren. In het bijzonder over de gescheiden inzameling van kunststof 2. Gescheiden inzamelen van bitumen (dakleer e.d.) op het afvaldepot. Ingevoerd op 1-1-2013. Geschatte extra opbrengst 25 ton; 3. gescheiden inzameling van harde kunststoffen. Ingevoerd per 1-1-2013. Extra opbrengst 25 ton; 4. Gescheiden inzameling van bedden. In Lelystad is onlangs een fabriek geopend die de bedden kan verwerken. Extra 10 ton. 5. Afschaffen van mobiele grof afvalbrengstation. Extra 25 ton; 6. Gescheiden inzameling van gips. Ingevoerd op 1-1-2013. Extra 25 ton. 7. Gescheiden inzameling van piepschuim. 8. Het storten van grof tuinafval gratis maken. 9. Het rijden van jaarlijks twee gratis takkenroutes (voor- en najaar). 10. Het plaatsen van “extra bladcontainers”. 11. Het storten van grof restafval duurder maken (bijvoorbeeld € 10,-- per aanhangwagentje). 12. De identificatieplicht op het afvaldepot stringenter handhaven. Hiermee kan worden voorkomen dat burgers uit andere gemeenten en bedrijven gebruik maken van deze voorziening. 13. De heffing voor een tweede gft-container verlagen naar € 0,00 (nu € 72,48) 14. De heffing voor een tweede grijze container verhogen naar € 100,-- (nu € 72,48). 15. Opheffen kca inzameling met chemocar en in plaats daarvan inzamelpunten voor batterijen en kleine elektrische apparaten inrichten bij winkeliers. 16. Inzameling van kleine elektrische apparaten, spaarlampen, batterijen, inktcartridges, mobiele telefoons, cd/dvd’s mbv een speciale recyclezuil bij ondergrondse containerlocaties voor glas en textiel. 17. De inzameling van glas met behulp van wijkcontainers onder de loep nemen. Onderzoeken of er nog geschikte locaties zijn om containers bij te plaatsen. 18. Handhaving van instanties die zonder vergunning afval inzamelen. Bijvoorbeeld de niet vergunde kledinginzameling container bij supermarkten. Deze tonnen worden nu niet geregistreerd. 19. Met de drie grote inzamelaars van textiel t.w. Humana, KICI en Reshare afspraken te maken over een gezamenlijke inzameling met wijkcontainers en periodieke huis-aan-huis inzamelingen
Bijlage 6a Financieel voordeel bij 50 kg per inwoner minder afval in de restafvalcontainer (25 % reductie)
Uitgangspunten: 1.190 ton minder restafval ledigingsfrequentie restafval container 1 x per 3 weken ledigingsfrequentie g.f.t.-afval container 1 x per 2 weken ophaalfrequentie kunststofzakken 1 x per 3 weken afvalstroom 1.190 ton minder restafval: - 8 inzamelingen minder (€6.925) - verwerkingskosten restafval (€115,01) 532 ton meer gft-afval: - verwerkingskosten (€36,15) 81 ton meer glas: - inzameling (€37,00) - verkoop glas (€6,00) - vergoeding Nedvang (€45,00) 107 ton meer papier: - inzameling (€10,00) - verkoop papier (€90,00) - vergoeding inzamelaars (€50,00) 107 ton meer textiel:: - geen kosten en opbrengst 333 ton meer Kunststof: - driewekelijkse inzameling - distributie inzamelzakken - inkoop inzamelzakken - vergoeding Nedvang (€430,--) 30 ton meer overig afval: Totaal Effect op afvalstoffenheffing
Financieel effect -/- € 55.400 -/- € 136.862 € 19.232 € 2.997 -/- € 486 -/- € 3.645 € 1.170 -/- € 9.630 € 5.350 €0 € 20.000 € 23.500 € 15.000 -/- € 143.190 €0 -/- € 261.964 - € 26,--
NB: Vanaf 1 juli 2016 zal de besparing op verwerking restafval gehalveerd zijn door een nieuw verwerkingscontract.
NB: Inzameling kunststof met minicontainers. In dat geval dient rekening gehouden te worden met jaarlijkse investeringskosten van ca. € 30.000,-- (€ 300.000,--; 15 jaar)
Bijlage 6b Financieel voordeel bij 75 kg per inwoner minder afval in restafvalcontainer (33 % reductie)
Uitgangspunten: 1.770 ton minder restafval ledigingsfrequentie restafval container 1 x per 3 weken ledigingsfrequentie g.f.t.-afval container 1 x per 2 weken ophaalfrequentie kunststofzakken 1 x per 3 weken afvalstroom 1.770 ton minder restafval : - 13 inzamelingen minder (€6.925) - verwerkingskosten (€115,01) 792 ton meer gft-afval: - verwerkingskosten (€36,15) 120 ton meer glas: - inzameling (€37,00) - verkoop glas (€6,00) - vergoeding Nedvang (€45,00) 159 ton meer papier: - inzameling (€10,00) - verkoop papier (€90,00) - vergoeding inzamelaars (€50,00) 159 ton meer textiel:: - geen kosten en opbrengst 495 ton meer Kunststof: - tweewekelijkse inzameling - distributie inzamelzakken - inkoop inzamelzakken - vergoeding Nedvang (€430,--) 45 ton meer overig afval: Totaal Effect op afvalstoffenheffing
Financieel effect -/- € 90.025 -/- € 203.568 € 28.631 € 4.440 -/- € 720 -/- € 5.400 € 1.590 -/- € 14.310 € 7.950 €0 € 52.000 € 35.000 € 22.500 -/- € 212.850 €0 -/- € 374.762 - 15 %
NB: Vanaf 1 juli 2016 zal de besparing op verwerking restafval gehalveerd zijn door een nieuw verwerkingscontract.
NB: Inzameling kunststof met minicontainers. In dat geval dient rekening gehouden te worden met jaarlijkse investeringskosten van ca. € 30.000,-- (€ 300.000,--; 15 jaar)
Bijlage 6c Financieel voordeel bij 112 kg per inwoner minder afval in restafvalcontainer (50 % reductie)
Uitgangspunten: - 2.650 ton minder restafval - omgekeerd inzamelen - investering in ondergrondse restafval containers € 375.000,-- (50 stuks à € 7.500,--) - in buitengebied inzameling restafval met mini’s - kunststof met container droge componenten elke 2 weken aan huis - gft elke 2 weken aan huis afvalstroom 2.650 ton minder restafval (€115,01): - 7.000 huishoudens, 17.000 inw. 125 kg - 3.000 huishoudens, 7.000 inw. 75 kg Kapitaalslasten ondergrondse restafvalcontainers Wekelijks legen van 50 ondergrondse containers (€15,00/cont/keer?) 7.000 aansluitingen zonder restafvalcontainer (€38,53/2) 3.000 aansluitingen met restafvalcontainers (buitengebied) naar 1 keer per 4 weken legen(€38,53/2/2) 948 ton meer gft-afval (20 % van 5.311 ton): - verwerkingskosten (€36,15) 142 ton meer glas (3%): - inzameling (€37,00) - verkoop glas (€6,00) - vergoeding Nedvang (€45,00) 189 ton meer papier (4%): - inzameling (€10,00) - verkoop papier (€90,00) - vergoeding inzamelaars (€50,00) 189 ton meer textiel (4%): - geen kosten en opbrengst 616 ton meer Kunststof (13%): - tweewekelijkse inzameling - distributie inzamelzakken - inkoop inzamelzakken - vergoeding Nedvang (€430,--) 567 ton overig afval (12%): Totaal Effect op afvalstoffenheffing
Financieel effect -/- € 304.777
€ 37.500
€ 39.000 -/- € 134.855
-/- € 28.898
€ 34.270 € 5.254 -/- € 852 -/- € 6.390 € 1890 -/- € 17.010 € 9.450 €0 € 52.000 € 43.250 € 28.000 -/- € 264.880 €0 -/- € 507.048 -20 %
NB: Er is geen rekening gehouden met het misschien niet meer nodig zijn van enkele verzamelcontainers Berekening aantal ondergrondse container voor 7.000 huishoudens 2 m3 ruimte per huishouden per jaar (op basis van cijfers proef Heino) voor 7.000 huishoudens dus 14.000 m3 nodig. Ondergrondse restafvalcontainer is 5 m3 Is 2.800 ondergrondse containers per jaar Is per week 54 containers (50 containers plaatsen) Is 140 huishoudens (ca 220 inwoners) per container
Bijlage 7 Mogelijke inzamelschema's restafval inzameling gft-afval inzameling kunststofverpakkingen inzameling
A
rest gft en kunststof week 1
2
1x per 4 wkn 1x per 2 wkn 3 4 5
6
7
8
9
10
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
container Kunststof in zakken gelijktijdig met gft
B
rest en kunststof gft week 1 2
1x per 4 wkn 1x per 2 wkn 3 4 5
11
12
13
14
15
container Kunststof in zakken
C
rest, gft en kunststof 1x per 3 wkn week 1 2 3 4 5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
container Kunststof in zakken of container
D
rest, gft en kunststof 1x per 2 wkn week 1 2 3 4 5 container Kunststof in zakken gelijktijdig met gft
E
rest en kunststof gft week 1
1x per 3 wkn 1x per 2 wkn 2 3 4 5
container Kunststof in zakken Opmerkingen 1. Schema E zal aanleiding geven tot de verkeerde of geen container aan de weg. Is te onverzichtelijk en gaat ten kosten van het scheidingsresultaat. Niet invoeren 2. De mogelijkheden C en D zijn goed te combineren met diftar.