Adviezen bij bestraling van mond en keel Bestraling van de mond en keel kan problemen geven met de voeding. Het spijsverteringskanaal is erg gevoelig voor bestraling, mond en keel kunnen snel geïrriteerd raken. U eet dan minder goed, terwijl het gedurende deze behandeling juist belangrijk is dat u in een goede voedingstoestand blijft. Deze folder geeft nadere informatie en adviezen om u op weg te helpen.
Vocht Tijdens de bestraling is het belangrijk om voldoende te drinken. Anderhalf tot twee liter drinkvocht per dag. Dit komt overeen met 12-16 kopjes. Voorbeelden van dranken die u kunt gebruiken zijn: water, koffie, thee, melk, karnemelk, yoghurt(drank), vruchtensap, (aanmaak)limonade, bouillon en soep. Na het eten en drinken is het van belang uw mond goed te spoelen met water of met de zout-soda oplossing die staat beschreven op pagina 6. Tijdens de bestraling kunnen geleidelijk aan klachten ontstaan. Deze klachten zijn niet direct na het stoppen van de bestraling verdwenen, maar kunnen nog geruime tijd aanhouden. De mogelijke klachten worden genoemd en voorzien van praktische adviezen.
Droge mond Bij de bestraling van het hoofd- halsgebied gaan de speekselklieren in de mond steeds minder speeksel produceren. Onderstaande adviezen kunnen u misschien helpen.
1
• • • • • •
Spoel de mond regelmatig en drink vaak kleine slokjes water. Kamillethee, saliethee en slappe bouillon zijn geschikt om de mond tussendoor mee te spoelen. Kauw op (suikervrije) kauwgom of fris-zure producten zoals appel en komkommer. Zuig op zacht suikervrij snoep. Snoepjes met een mintsmaak kunnen pijn en irritatie aan het slijmvlies geven. Neem bij iedere hap voedsel iets te drinken om zo het eten met vocht weg te spoelen. Gebruik royaal jus of saus bij de warme maaltijd. Besmeer het brood met smeuïg beleg, zoals leverpastei, smeerkaas, salade of jam. Vloeibare gerechten zoals soep, pap en appelmoes leveren weinig problemen en kunnen volop worden gebruikt. Vervang brood eventueel door volle melkproducten zoals pap, vla, yoghurt,
•
kwark of drinkontbijt. Zorg ervoor dat u ook ’s nachts drinken binnen handbereik heeft staan. Gebruik ’s nachts geen dranken met suiker.
Slijmvorming Slijmvorming in de mond ontstaat door de bestraling. Niet-zure melkproducten kunnen een vervelend plakkerig gevoel geven. Door na het drinken van niet-zure melkproducten water te drinken of de mond te spoelen met de zout/soda oplossing (zie blz. 6) verdwijnt dit gevoel. Ook kan het spoelen met slappe bouillon wat verlichting geven.
Pijnlijke mond of keel Pijn ontstaat doordat het slijmvlies van de mond door de behandeling wordt beschadigd. Daardoor kunnen makkelijk ontstekingen in de mond ontstaan. Om de klachten te beperken, kunt u de volgende adviezen in acht nemen: 2
•
Laat hete dranken afkoelen. Meestal wordt voeding op kamertemperatuur goed verdragen. Soms zijn ijskoude gerechten heel plezierig, omdat de kou de mond enigszins verdooft. Gebruik
• • • • • • • • • •
ijsblokjes zonder scherpe randen om op te zuigen. Vermijd scherpe kruiden en specerijen zoals peper, sambal, mosterd, kerrie en paprika. Vermijd sterk gezouten producten zoals chips en andere zoutjes. Gebruik geen alcohol en rook niet. Gebruik geen sinaasappelsap, grapefruitsap of citroensap als dit te scherp is. Fruit of vruchtensap kunnen goed door yoghurt of vla worden verwerkt. Als alle fruit of vruchtensap teveel irriteren, is een rozebottelsiroop een goede vervanging. Gebruik geen hard of grof voedsel, zoals hardgebakken vlees, gefrituurde gerechten en rauwkost. Snijd de harde korstjes van het brood en drink erbij. Neem vaker pap in plaats van brood. Roer een scheutje ongeklopte slagroom door de soep, de jus, de yoghurt of de fruitsalade. Drink eventueel met een kortgeknipt rietje. U kunt dan zo sturen, dat de drank in het minst pijnlijke gedeelte van de mond komt.
Smaakverandering Het kan gebeuren dat het eten anders gaat smaken, terwijl het niet anders is klaargemaakt. Sommige gerechten gaan erg bitter smaken, andere gerechten juist zoet of zout. U kunt ook last hebben van een vieze smaak in de mond. Eten smaakt dan niet meer als vanouds. De belangrijkste oorzaak hiervan is een veranderde samenstelling van het speeksel en de verminderde functie van de smaakpapillen. Door verschillende 3
gerechten uit te proberen, kunt u uitzoeken wat u het beste smaakt. Dit kunnen andere gerechten zijn dan u gewend was om te eten. Om een frisser gevoel in de mond te krijgen, kunt u de volgende adviezen proberen.
•
Drink fris-zure dranken zoals karnemelk, yoghurtdrank of vruch-
• •
Kauw op fris-zure producten zoals komkommer of appel.
•
tensap. Kauw op (suikervrije) kauwgom of zuig op suikervrije zuurtjes of andere zachte suikervrije snoepjes. Temperatuur beïnvloedt de smaak. Kijk op elke temperatuur gerechten het beste smaken. Koude gerechten hebben een minder sterke smaak dan warme gerechten.
Smaakverlies Ook kan het gebeuren dat u niets meer proeft. Dat maakt het eten erg moeilijk. Probeer toch voldoende voedsel te gebruiken.
Slikklachten Door de bestraling kunt u problemen (bijvoorbeeld pijn) krijgen met het slikken. Het is goed dit te melden bij de behandelend radiotherapeut, zodat er pijnstillers kunnen worden voorgeschreven. Ten aanzien van het eten kunt u starten met de volgende adviezen:
•
Begin met het voedsel heel fijn te snijden en neem de tijd om het
•
Snijd de harde korsten van het brood en besmeer het met zacht
eten. smeuïg beleg, zoals paté, ragout, huzarensalade, zalmsalade, roerei en jam. In plaats van gewoon brood, kunnen ook cake of
•
zachte kadetjes worden gebruikt. Drink iets bij het brood. 4
•
Vervang brood door pap, pudding of vla. Met melk en room kunt
•
Maak de warme maaltijden smeuïg met appelmoes, bouillon, jus
u vla en pap zonodig op de gewenste dikte brengen. of saus. U kunt ook stamppot klaarmaken. Zachte groenten zijn bijvoorbeeld: spinazie, andijvie, bloemkool, worteltjes en witlof. Spaghetti, macaroni en rijst kunnen met saus vaak makkelijker worden doorgeslikt. Neem geen mager rundvlees, dit is doorgaans lastig om te eten. Geschikter zijn: gehakt, doorregen varkensvlees, tartaar, verse worst, ragout, gestoofde vis, haring, paling en vis uit blik. Wees voorzichtig met graten en botjes.
Verslikken Als u zich regelmatig verslikt dan kan logopedie zinvol zijn. Overleg met uw behandelend arts of de verpleegkundige voor een verwijzing naar de logopedist.
Obstipatie Oorzaken van een moeilijke stoelgang kunnen zijn: Oorzaken van een moeilijke stoelgang kunnen zijn:
• • • •
Te weinig eten en drinken. Te weinig vezelrijke voeding. Weinig lichaamsbeweging. Het gebruik van bepaalde medicatie zoals pijnstillers op basis van morfine.
Adviezen voor een betere stoelgang zijn:
•
Drink voldoende. (Anderhalf tot twee liter per dag. Dit is ongeveer
•
Gebruik voldoende vezels. Voedingsvezels zitten in fijnvolkoren-
12-16 kopjes.) brood, bruinbrood, granenpap (zoals havermout-, brinta-, gort- of 5
griesmeelpap). aardappelen, groente, fruit, peulvruchten en
•
peulvruchtensoep (bruine- en wittebonensoep, erwtensoep). Sla het ontbijt nooit over.
Mondverzorging Let op een goede mondverzorging en maak na iedere maaltijd de mond steeds goed schoon. Als er weinig of geen speeksel is, is de kans op tandbederf of ontstekingen veel groter dan normaal. Door de tanden of het gebit goed schoon te maken, is de kans op infecties veel kleiner. Verstandig is het de mond acht tot tien keer per dag te spoelen met een zout/soda oplossing. Deze maakt u als volgt: Los 1 kleine theelepel zout en 1 kleine theelepel huishoudsoda op in 1 liter water. Breng dit aan de kook en laat het even goed doorkoken. Laat het mengsel afkoelen. Dit mengsel op kamertemperatuur bewaren en dagelijks een nieuwe oplossing maken. Tot veertien dagen na de laatste bestraling moet u uw mond blijven spoelen met dit mengsel. Daarna kunt u de frequentie van spoelen met de dag afbouwen.
Wegen Het is de bedoeling dat u wekelijks wordt gewogen door de diëtist en/ of verpleegkundige. Als u in een paar dagen fors afvalt, meldt dit dan.
Huidverzorging Door de bestraling kan de huid geïrriteerd raken. Goede huidverzorging is daarom belangrijk. Verzorg de huid volgens de richtlijn die u gekregen heeft na het eerste gesprek met de radiotherapeut.
6
Bij huidproblemen altijd contact opnemen met de behandelend radiotherapeut of verpleegkundige. Dit geldt ook als u al klaar bent met de bestraling.
Bereikbaarheid Heleen Lintz, Edith Bruggink, Lotte Knapen, Annemieke Janssens Verpleegkundig consulenten Radiotherapie T 024 - 361 53 14 (werkdagen: 09.30-11.00 uur en
13.30-15.00 uur)
T 024 - 361 11 11(avonduren/weekenden; vraag naar de
dienstdoende bestralingsarts)
E
[email protected]
09-2014-6882
7