Advies versnellingsagenda zorgeconomie Brabant: region of smart health
Sociaal-Economische Raad Brabant Provinciale Raad Gezondheid april 2012
Colofon
Dit advies is een samenwerkingsproduct van de Sociaal-Economische Raad Brabant en de Provinciale Raad Gezondheid
Pettelaarpark 10 Postbus 70 5201 AB ’s-Hertogenbosch (073) 6806660
[email protected] www.serbrabant.nl
Rijnstraat 4 5215 ER ’s-Hertogenbosch (073) 6120766
[email protected] www.provincialeraadgezondheid.nl www.alliantiegezondbrabant.nl
Foto’s omslag: Philips Research, Development of traces for nuclear molucular imaging Foto: Philips; Slimme Zorg, provincie Noord-Brabant, Mevrouw Blatter beeldbelt met zoon en kleindochter. Foto: onbekend.
De Provinciale Raad Gezondheid en SER Brabant worden gefinancierd door de provincie Noord-Brabant.
ADVIES VERSNELLINGSAGENDA ZORGECONOMIE
Inhoudsopgave Samenvatting............................................................................................................................................................................................... 4 Droombeelden ......................................................................................................................................................................................... 8 1.
Inleiding........................................................................................................................................................................................... 13
2.
Decor................................................................................................................................................................................................... 17
3.
Kansen en keuzes................................................................................................................................................................ 25
4.
Strategisch kader................................................................................................................................................................. 37
5.
Inzet provincie. ....................................................................................................................................................................... 41
Bijlage Gesprekspartners. ............................................................................................................................................................................. 43
3
Samenvatting SER Brabant en de Provinciale Raad Gezondheid brengen op verzoek van het College van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant de kansen, keuzes en gewenste aanpak voor ‘zorgeconomie’ in kaart.
Decor De Provincie Noord-Brabant focust met haar Economisch Programma Brabant 2020 op innovaties in economisch en maatschappelijk strategische domeinen, zogenaamde cross-overs. De brede health sector - cure, care, toeleverende en faciliterende bedrijven - is zo’n domein. De (brede) health sector levert met een toegevoegde waarde van € 6,5 miljard een bijdrage van 8,5% aan het Brabants bruto regionaal product. De sector biedt werk aan 18% van de Brabantse beroepsbevolking. In de sector is de afgelopen tien jaar bovengemiddeld geïnvesteerd. Gezondheid is steeds sterker in de maatschappelijke belangstelling komen te staan. Een herorganisatie van de gezondheidszorg is urgent, gezien de sterk stijgende zorgkosten en het oplopende personeelstekort.
Urgentie
4
• Economische urgentie Brabant heeft een sterke uitgangspositie, maar als gevolg van globalisering staat de regionale economie onder druk, er is veel onzekerheid en niets is meer vanzelfsprekend. Investeren in veerkracht en diversificatie draagt bij aan het recessie-bestendiger maken van de regionale economie. Zorgeconomie is in dat opzicht een kansrijk gebied, de investeringen waren de afgelopen jaren bovengemiddeld, ondanks de recessie. In potentie is er een krachtig cluster aanwezig in Brabant; daar moeten we met ambitie werk van maken. De opgave is met name gelegen in het slechten van belemmeringen rond zorginnovatie, zoals perverse bekostiging, onvoldoende aansluiting vinden bij eindgebruikers, lange ontwikkeltijden e.d. Veel zorginnovaties lopen vast in opschalen en vermarkten. • Maatschappelijke urgentie D e collectieve zorg staat onder enorme druk als gevolg van een samenloop van verschillende dominante trends - een vergrijzende bevolking, een toename van het aantal chronisch zieken, betere mogelijkheden om ziekten te diagnosticeren en te behandelen en een tekort aan zorgpersoneel. Deze trends leiden tot een explosieve groei van de kosten. Zonder radicale ingrepen in het systeem zullen de zorgkosten in Nederland volgens het Centraal Planbureau tot 2050 verdrievoudigen: van € 87,1 mld. (2010) naar € 254,9 mld. (2050).
ADVIES VERSNELLINGSAGENDA ZORGECONOMIE
Kansen Brabant is relatief kansrijk om gezondheid en zorg tot een economisch speerpunt te maken. We hebben alles in huis om health innovatie tot een succes te maken. • .Brabant/Brainport heeft een ecosysteem dat technologische innovaties op het terrein van health oplevert. Farmacie is in herontwikkeling. • Gezondheid kan ook sterker worden verbonden met andere Brabantse sterktes, zoals agrofood, biobased, mobiliteit en sport. • Brabant is sterk in het ontwikkelen van nieuwe toepassingen op de snijvlakken van domeinen (cross-overs). • Brabant heeft de traditie en de potentie om technologische innovaties in te bedden in sociale innovatie, in ketens en netwerken, tussen formele en informele zorg. • Brabant is een sterk Europees netwerk rond social innovation aan het opbouwen. • Brabant heeft een sterke traditie in industrialiseren: we kunnen zelf produceren en het afzetten op de wereldmarkt. • We missen o.a. agglomoratiekracht; die moeten we zelf organiseren via nationale en internationale samenwerking en de verbetering van de internationale bereikbaarheid (‘borrowed size’).
Focus en keuzes Brabant moet kiezen, moet focussen om te kunnen excelleren. De Brabantse innovatiekracht - nieuwe technologie, nieuwe producten, nieuwe diensten - wordt ingezet op de fundamentele veranderingen in het zorglandschap: de kanteling naar een versterkt eerstelijnsmodel. Brabant gaat zich met ambitie en lef profileren als EU-proeftuin voor dat nieuwe zorglandschap: ‘Brabant region of smart health’. Smart Health omvat de volgende elementen: 1. LifeTec. 2. Health @home. 3. Life & health.
5
In die positionering worden de drie Brabantse krachtgebieden via het strategische begrip ‘smart health’ op één noemer gebracht.
Life Tec
Healt h@ ho m e
Brabant: Region of smart health
l Hea Life &
th
Strategisch kader
6
De provinciale inzet op het thema ‘zorgeconomie’ sluit naadloos aan bij de Brabantse ambitie om in 2020 tot de Europese top van kennis- en innovatieregio’s te behoren. Het Economisch Programma Brabant 2020 is de ‘versnellingsagenda’ voor een Brabantse aanpak met Europese ambities. Dit programma heeft een integrerende functie, want zorgeconomie raakt ook aan andere provinciale agenda’s zoals de internationaliseringsagenda, het nieuwe koersdocument Stad en Platteland, het sportbeleid en zelfs het nieuwe natuur- en landschapsbeleid. Zes stappen om die ambitie te realiseren: Stap 1 – Gedeelde visie op gezondheid en zorg 2025 (vraagkant). Stap 2 – Inzet op systeeminnovaties: think big! Stap 3 – Brabant EU-proeftuin ‘Smart Health’. Stap 4 – Opschalen, verbinden en versnellen. Stap 5 – Kiezen voor stakeholdersmodel. Stap 6 – Organisatie randvoorwaarden (slim organiseren, financieren, alloceren en opleiden).
ADVIES VERSNELLINGSAGENDA ZORGECONOMIE
Inzet provincie 1. Ontwikkelen van een breed maatschappelijk onderschreven Brabantse visie op gezondheid en gezondheidszorg 2025. 2. Instellen Strategisch Platform ‘Smart Health’. 3. Schakelen met Den Haag (regelarme experimenteerruimte) en Brussel (European Innovation Partnerships). 4. Organiseren ontwikkelcapaciteit voor ‘verbinden, versnellen, opschalen’, o.a. door het opzetten van een kenniscentrum ‘Smart health’. 5. .Instellen van een revolverend MKB-innovatiefonds ter grootte van minimaal ca. € 10 mln. om effectief te kunnen aanjagen en insteken op de EU-fondsen 2014-2020. 6. Randvoorwaarden/infrastructuur op orde brengen.
7
‘Een gezond leven; een mensenleven lang!’ 1 ”Ik droom van een lang en gezond leven, waarin ik tot mijn dood op míjn manier kan deelnemen in de maatschappij. Dromen zijn misschien bedrog, maar nieuwe technologieën kunnen behoorlijk bijdragen aan de vervulling ervan. Zo werken we aan het kweken van botweefsel. Reparatie of correctie met lichaamseigen materiaal is veel beter dan met andere materialen. Daarom werken we ook aan hartkleppen voor baby’s, die meegroeien met het lichaam. Eén operatie is dan voldoende voor een heel leven lang. De kosten van de zorg in Nederland en elders in de wereld lopen op, er dreigt een tekort aan verzorgend personeel. We moeten daarom technologieën bedenken die de zorg efficiënter maken. In mijn toekomstdroom bevat een ziekenhuis nauwelijks bedden, omdat kwalen worden verholpen zonder in het lichaam te snijden. Huizen worden zo ingericht, dat ouderen veel langer dan nu zelfstandig kunnen blijven wonen. Bijvoorbeeld met behulp van domotica en flexibele inrichting. Een in hoogte verstelbaar aanrecht is dan niet meer dan normaal. Wat we willen bereiken, is dat mensen kunnen blijven doen wat ze willen. Het beeld dat ik graag uitdraag, is dat mensen niet langzaam wegkwijnen, maar tot op het laatste moment van het leven erbij horen. Die droom geeft richting aan ons onderzoek.” Roel Fonville, TU/e, director Strategic Area Health
‘De Gouden Vierhoek’ 2 “Zuidoost-Nederland heeft een sterke medische sector die internationaal hoge ogen gooit en rust op diverse pijlers. De regio Eindhoven is de bakermat van innovatieve technologie, waaronder de scanners van Philips Medical Systems. Op de Chemelot Campus in Zuid-Limburg wordt gewerkt aan slimme materialen en kunststoffen die onder meer bij hart- en vaatoperaties worden toegepast. Daarnaast concentreert zich op de Universiteit Maastricht en de Hogeschool Zuyd veel gezondheidszorg- en medische kennis.
8
Brainport 2020 voorziet in de vorming van één, sterk Lifesciences & Health Network waarin alle hierboven genoemde clusters gezamenlijk optrekken. “De grote uitdaging is om dit netwerk economisch door te ontwikkelen tot een toonaangevende wereldspeler. Om te komen met zorgproducten die zich over de hele wereld laten vermarkten”, zegt Peter Portheine, programmamanager Brainport Health Innovation. […] “We willen komen tot een ‘Gouden Vierhoek’ van kennisinstellingen, de zorg, overheid en het bedrijfsleven.” Volgens hoogleraar Luc de Witte biedt het uitbouwen van het medisch-technologisch cluster grote voordelen voor Zuidoost-Nederland. “Je kunt als grote regio krachtiger opereren richting Europa, waar steeds meer van het geld voor onderzoek en innovatie vandaan komt. Daarnaast ben je in staat om projecten waarin je nieuwe vormen van zorg uitprobeert, uit te voeren op een schaal die er toe doet.” Een van de thema’s die bij het nieuwe netwerk hoog op de agenda staat is home care. Hierbij worden nieuwe technologieën en innovaties ingezet om de zorg goedkoper en zo dicht mogelijk bij de mensen thuis te laten plaatsvinden.”
ADVIES VERSNELLINGSAGENDA ZORGECONOMIE
‘Compagnons in het versterken van kwaliteit van leven’ “De gezondheidszorg in 2025 heeft als centrale doelstelling het behouden en verder stimuleren van de kwaliteit van leven van de Nederlandse burgers gedurende zijn levensloop. Op deze wijze levert het haar bijdrage aan een inclusieve en duurzame Nederlandse samenleving. De gezondheidszorg in 2025 zet in op preventie, cure en care door middel van een integrale sectoroverschrijdende benadering waarin het benutten van de mogelijkheden en het overkomen van de beperkingen van de burger centraal staan. Het denken in uni-dimensionele ziektebeelden behoort tot het verleden. Zorgorganisaties werken vanuit hun eigen expertise en sterktes. Overgangen tussen disciplines/expertises lopen, voor de burger, naadloos in elkaar over. Technologische innovatie en de organisatie van zorg staan ten dienste van de kwaliteit van leven en worden als ondersteunend gezien én ervaren door burgers en zorgprofessionals. Innovatie, zowel technologisch als sociaal, is geen doel op zich maar een middel om de kwaliteit van leven te verhogen en zo een duurzame samenleving te behouden/bereiken. Het helpt zorgprofessionals, patiënten en mantelzorgers om compagnons te zijn in het versterken van de kwaliteit van leven. In 2025 is er een goed geoliede gezondheidszorg waar de zorg rondom de noden van de burger wordt georganiseerd. Zorg verlenen is denken in termen van kwaliteit van leven: niet meer of minder zorg dan nodig, effectief en efficiënt!” Jan A. Roukema, Johan Denollet, UvT Corps Inge Bongers, Henk Garretsen, UvT Tranzo
1. Bron: http://www.tue.nl/onderzoek/health/over-health/toekomstdroom/ 2. Bron: http://www.brainport2020.nl/Nieuws/Lifesciences_Health_Network_gaat_op_zoek_naar_ de_%E2%80%98Gouden_Vierhoek%E2%80%99.
9
n e d l e e b 5 m 2 o 0 o 2 Dr h t l a e h t r a Sm
‘Actieve burger in warm netwerk’ 3
“Mede dankzij internet kan de Brabantse burger actief blijven meedoen en voldoende contacten onderhouden met anderen. Hij heeft de eigen regie over zijn leven en kan zichzelf redden vanuit zijn luie leunstoel thuis. Hij heeft allerlei handige hulpmiddelen in zijn huis die zijn huis schoonhouden en het woongemak bevorderen. Hij heeft een warm netwerk om zich heen van mensen in de buurt of in zijn dorp die elkaar hand- en spandiensten verlenen. Dankzij de techniek kunnen familieleden, vrienden en buren gemakkelijk en snel met elkaar schakelen en contacten plannen. Ze ontmoeten elkaar ook via internet communities tussen de bedrijven door. De woningcorporaties en welzijn- en zorgorganisaties dragen hun steentje hieraan bij met handige diensten zoals de digitale huismeester, een digitale ontmoetingsplaats,een buurt watch, on line marktplaats voor dienstenruil en boodschappen bezorgservice aan huis. Zo blijven mensen met elkaar in contact en zorgen ze samen voor een veilige omgeving met woongemak. Ook zijn mensen zich bewuster van hun eigen gezondheid. Ze kunnen regelmatig zelf hun gewicht en bloeddruk meten thuis of in het wijkcentrum. Zo nodig houdt een deskundige het verloop van de uitslagen in de gaten via de uitslagen op internet. Mensen leven niet alleen langer, maar blijven hierdoor langer gezond en hoeven minder snel een beroep te doen op dure medische of verpleegkundige zorg.”
10
3. B ron: Toekomstbeeld slimme zorg 2020, verhaallijn 1; https://slimmezorg.pleio.nl/pg/file/read/397317/ verhaallijn-slimme-diensten-en-zorg-2020-deel-i.
ADVIES VERSNELLINGSAGENDA ZORGECONOMIE
Smart en connected communities In 2025 ligt er in Brabant een ICT-infrastructuur die ook beschikbaar is voor health toepassingen. Voor professionals in cure en care én voor actieve burgers. De Brabantse traditie om samen te werken krijgt een nieuwe dimensie. Deze ICT-infrastructuur wordt niet alleen gebruikt voor health, maar verbindt burgers, bedrijven en overheden rond maatschappelijke en economische domeinen: mobiliteit, energie, vrije tijd, sociaal leven, etc. Brabant is in 2025 een ‘smart and connected community’.
Smart+Connected Communities
Enabling Social, Environmental end Economical Sustainability
Running a Village, City, Community, Country, the World on Networked Information Sustainability Services Delivered by Technology Social
Environmental
Economic
Enhanced quality of life for citizens
Protecting the world for future generations
Contnious job and business growth
11
n e d l e e b 5 m 2 o 0 o 2 Dr h t l a e h t r a Sm
ADVIES VERSNELLINGSAGENDA ZORGECONOMIE
1. Inleiding 1.1 AGENDA VAN BRABANT
In het kader van de Agenda van Brabant wordt de komende jaren sterk ingezet op ‘slimme verbindingen’ tussen maatschappelijke opgaven en nieuwe economische kansen. Eén van de kansrijke thema’s voor Brabant is ‘health’ of ‘zorgeconomie’: verbindingen tussen economie, gezondheid en gezondheidszorg. De health sector is één van de sterkst groeiende sectoren in de Brabantse economie en een belangrijke bron van innovatie. Ontwikkelingen zoals de stijging van het aantal chronisch zieken, de groeiende belangstelling voor gezondheid en wellness en de verwachte tekorten op de arbeidsmarkt, maken het bovendien urgent om de economische potentie te benutten en tegelijkertijd de maatschappelijke urgentie te beantwoorden. SER Brabant en de Provinciale Raad Gezondheid brengen - op verzoek van het College van Gedeputeerde Staten - de kansen, keuzes en gewenste aanpak in kaart. Uitgangspunt voor ons is dat ‘gezondheid’ een van de megathema’s is van de komende jaren en dat Brabant potentieel zeer kansrijk is in de verbindingen met economie en technologie.
1.2 BEGRIPSAFBAKENING
In dit advies worden meerdere termen gebruikt. De term ‘health sector’ verwijst naar branches op het brede terrein van gezondheid en zorg. De term ‘health’ legt ook de verbinding met ontwikkelingen op het terrein van duurzaamheid, voeding, natuur, etc. De term ‘zorgeconomie’, waarmee we dit adviestraject in zijn gegaan, heeft een sterke associatie met de gezondheidszorg en lijkt daarmee een smaller begrip dan ‘health sector’. In dit rapport worden ze door elkaar heen gebruikt. B&A Consulting stelt dat de ‘health sector’ uit deelsectoren en branches bestaat die deels met elkaar verweven zijn en die deels los van elkaar opereren4. Zij kiest voor een brede benadering van de ‘health sector’, namelijk: • core: cure en care; • productie: farmaceutische industrie, medische technologie en hulpmiddelen;
4. B&A Consulting, Health sector Kamergebied Brabant: een verkenning van aard, omvang en kansen. Advies t.b.v. Kamer van Koophandel Brabant, 2009, p. 10.
13
• handel: groot- en detailhandel; • diensten: wellness, preventie en facilitaire diensten; • instituties: verzekeringen, financiers en kennis.
Handel Kennis
Detailhandel
Groothandel
Core
Farmacie
Cure Consument
Medische technologie
Diensten Facilitaire diensten en preventie
Verzekeraars
Cure
Wellness
Figuur: Health sector naar activiteiten en onderlinge toeleverings- en uitbestedingsrelaties. (bron: B&A Consulting, 2009, p.10)
14
Boer & Croon5 onderscheidt de begrippen bedrijfstak zorg, bedrijfskolom zorg en zorgsector. Zorgeconomie heeft betrekking op de toeleveranciers (industrie, zakelijke dienstverlening), de zorgaanbieders, maar zeker ook op onderwijs & onderzoek en patiëntenfondsen, zoals genoemd onder zorgfacilitators. Zorgaanbieders is een zeer diverse groep: van grootschalige ziekenhuiszorg tot vele duizenden zelfstandig ondernemers en nieuwe, kleinschalige zorginitiatieven.
5. Boer & Croon. De bedrijfstak Zorg. Onderzoek naar economische betekenis van de zorgsector. Advies in opdracht van Ministerie VWS, 2009.
ADVIES VERSNELLINGSAGENDA ZORGECONOMIE
De Zorg (inclusief haar toeleveranciers) Toeleveranciers Bouw Apparatuur
Zorgaanbieders
Zorg facilitators
(behandeling extramuraal)
1e lijns
Overheid en uitvoeringsorganisaties
Ziekenhuizen en GGZ
Zorgverzekeraars
(verzorging)
VV&T
Onderwijs en onderzoek
Overig
Belangenorganisaties
(behandeling intramuraal)
ICT Etc.
Bedrijfskolom Zorg Zorgsector Bedrijfstak Zorg
Figuur: de zorg (bron: Boer & Croon, 2009)
1.3 TOTSTANDKOMING EN INHOUD ADVIES
Het advies is onder andere een bouwsteen voor het economisch programma van de Provincie Noord-Brabant. Het is een samenwerkingsproduct van de SociaalEconomische Raad Brabant en de Provinciale Raad Gezondheid. Dit advies is in een aantal stappen tot stand gekomen. 1. O riënterende gesprekken met een 10-tal experts (zomer/najaar 2011). 2. Gesprek met de Provincie Noord-Brabant, directies EZM en SCO (december 2011). 3. P rocesnotitie ten behoeve van Gedeputeerde Staten en Provinciale Staten (januari 2012). 4. E xpertmeeting zorgeconomie met een 40-tal experts (januari 2012). 5. V erdiepingsgesprekken (februari 2012). 6. V aststellen van het advies in resp. SER Brabant en Provinciale Raad Gezondheid (maart 2012). Het advies schetst het decor (hoofdstuk 2) en de kansen voor Brabant (hoofdstuk 3). Focus en keuzes maken zijn essentieel om zowel economisch als maatschappelijk succes te boeken (hoofdstuk 4). In hoofdstuk 5 wordt een strategisch kader uitgetekend. De kern ervan is om een ambitieuze, Europees geörienteerde agenda te ontwikkelen met Brabantse partners: ‘Brabant: region of Smart Health’. In hoofdstuk 6 formuleren we de inzet van de provincie: het initiëren en in gezamenlijkheid uitvoeren van deze gedeelde Brabantse ambitie. SER Brabant en Provinciale Raad Gezondheid zijn vanzelfsprekend bereid om te ondersteunen bij de nadere uitwerking en uitvoering van dit health programma.
15
ADVIES VERSNELLINGSAGENDA ZORGECONOMIE
2. Decor De wereld om ons heen verandert in hoog tempo. De economische ontwikkeling in Europa blijft achter. Europa moet - ook nadat we door deze economische recessie zijn heengegaan - alle zeilen bijzetten om concurrerend te blijven op de wereldmarkt. Innovaties op strategische terreinen - klimaat/energie, voeding, mobiliteit, gezondheid en zorg - zijn maatschappelijk urgent en kunnen tegelijkertijd onze economische positie op de wereldmarkt versterken. Daarop focust de provincie haar inzet met het Economisch Programma Brabant 2020: het verschil maken ten aanzien van ‘echte’ innovaties. In dit hoofdstuk schetsten we kort het decor voor zorgeconomie.
2.1 URGENTIE
Economische urgentie Brabant heeft een sterke uitgangspositie, maar als gevolg van globalisering staat de regionale economie onder druk, er is veel onzekerheid en niets is meer vanzelfsprekend. Investeren in veerkracht en diversificatie draagt bij aan het recessie-bestendiger maken van de regionale economie. Zorgeconomie is in dat opzicht een kansrijk gebied: de investeringen waren de afgelopen jaren bovengemiddeld, ondanks de recessie. In potentie is er een krachtig cluster aanwezig in Brabant; daar moeten we met ambitie werk van maken. De opgave is met name gelegen in het slechten van belemmeringen rond zorginnovatie, zoals perverse bekostiging, onvoldoende aansluiting vinden bij eindgebruikers, lange ontwikkeltijden en dergelijke. Veel zorginnovaties lopen vast in opschalen en vermarkten. Maatschappelijke urgentie Als er ergens urgentie aan de orde is, dan is het wel op dit gebied. De collectieve zorg staat immers onder enorme druk als gevolg van een samenloop van verschillende dominante trends - een vergrijzende bevolking, een toename van het aantal chronisch zieken, betere mogelijkheden om ziekten te diagnosticeren en te behandelen en een tekort aan zorgpersoneel 6. Deze trends leiden tot een explosieve groei van de kosten. Zonder radicale ingrepen in het systeem zullen de zorgkosten in Nederland volgens het Centraal Planbureau tot 2050 verdrievoudigen: van € 87,1 mld. (2010) naar € 254,9 mld. (2050)7. Interessante vraag in dit
6. Raad voor de Volksgezondheid en Zorg/RVZ, Perspectief op gezondheid 20/20, 2010. 7. Sandra Olsthoorn, interview met Rien Meijerink (RVZ): ‘Kies voor een radicale aanpak’, Financieel Dagblad, Outlook zorg, maart 2012, pp. 08-12.
17
verband is of Brabant met haar economisch-technologische potenties een bijdrage kan leveren aan de door te voeren systeeminnovaties in de gezondheidszorg.
2.2 ECONOMISCHE BETEKENIS HEALTH SECTOR
Uitgaande van de definitie uit het vorige hoofdstuk bedraagt de toegevoegde waarde van de Brabantse health sector (bredere sectoranalyse) op dit moment al € 6,5 miljard. Dat is een kleine 10% van de toegevoegde waarde van de totale Brabantse economie. Belangrijk feit is dat deze sector de afgelopen jaren, ondanks de recessie, een zeer sterke groei heeft doorgemaakt, namelijk 9% groei tussen 2000 en 2009. Deze groeicijfers hebben zowel betrekking op de omzet, investeringen, toegevoegde waarde als de werkgelegenheid. Hieronder in kort bestek de relevante Brabantse cijfers, zowel absoluut als relatief.
Absolute cijfers
Relatieve aandeel
Toegevoegde waarde
€ 6,5 miljard
8,5 % BRP
Werkgelegenheid
220.000 werkzame personen
18% Brabantse werkgelegenheid
Aantal bedrijfsvestigingen
19.200
14% totaal aantal vestigingen
Investeringen
€ 1,2 miljard
7,7% jaarlijkse investeringen
Arbeidsproductiviteit
€ 54.700
0,77
Figuur: Relevante Brabantse cijfers (bron: Kamer van Koophandel Brabant8)
18
Wat opvalt in de cijfers zijn de bovengemiddeld hoge investeringen in de Brabantse health sector in de afgelopen tien jaar, de sterke autonome werkgelegenheidsgroei en de sterke aanwas van nieuw ondernemerschap (waaronder veel ZZP’ers). Het gaat hier om een snel in belang toenemend cluster, hoewel moet worden aangetekend dat dit cluster nog niet echt zichtbaar is, zelfs niet voor de bedrijven die tot dit cluster worden gerekend. Minder positief zijn de cijfers over de valorisatie in de health sector. Er blijken in de praktijk nogal wat hobbels te zijn in het traject kennis, kunde, kassa. Ook de innovatiebudgetten staan onder druk, terwijl het doorvoeren van innovaties juist van groot belang is, zowel uit een oogpunt van kostenreducties in de zorgsector als in verband met de relatief lage arbeidsproductiviteit.
8. B&A Groep, Health sector Kamergebied Brabant: een verkenning van aard, omvang en kansen. Onderzoek in opdracht van KvK Brabant, 2009.
ADVIES VERSNELLINGSAGENDA ZORGECONOMIE
2.3 DEMOGRAFIE
Uit de demografische prognoses blijkt dat het aantal inwoners in Brabant tot 2025 e.v. blijft groeien. Strikt genomen is in onze provincie derhalve geen sprake van ‘krimp’ van de bevolking. Wel neemt het groeitempo sterk af en gaat het aantal ouderen fors stijgen. Sociaal-economisch is van belang dat het aantal ‘economisch actieven’ (categorie 15-65 jaar) vanaf 2010 is gaan dalen. Dat is een wezenlijk aandachtspunt, want de krimp van het aantal economisch actieven (-4% tot 2025, -10% tot 2040) blijkt in Brabant sterker te zijn dan gemiddeld in Nederland. Binnen de provincie is de doorwerking overigens sterk uiteenlopend. Waar in de stedelijke gebieden nog sprake zal zijn van doorgaande groei tot 2040, zal de bevolking in een aantal landelijke regio’s echt gaan krimpen. In West-Brabant en Noordoost-Brabant is een relatief sterkere krimp van het aantal economisch actieven te verwachten. Onderstaand schema vat de gegevens samen.
Inwoners
Economisch actieven
65+-ers
2010-2025
2025-2040
2010-2025 2025-2040 2010-2025 2025-2040
Nederland
4%
1%
-3%
-5%
47%
20
Noord-Brabant
4%
1%
-4%
-6%
48%
18%
West-Brabant
3%
1%
-5%
-5%
44%
17%
Midden-Brabant
5%
3%
-3%
-3%
50%
19%
Noordoost-Brabant
3%
1%
-5%
-7%
54%
19%
Zuidoost-Brabant
4%
1%
-4%
-6%
45%
17%
Figuur: Demografische ontwikkeling Brabant 2010-2040 (bron: SER Brabant, Demografie en Ondernemerschap, 2010)
Belangrijke demografische verwachtingen zijn de vergrijzing/ontgroening en het stijgend aantal éénpersoonshuishoudens. In 2040 zal - op zijn hoogtepunt - 28% van de Brabanders 65 jaar of ouder zijn. Ook zijn er dan ruim 400.000 75+’ers, twee-en-een-half keer meer dan nu (ca. 16% van de bevolking). Het aantal alleenstaande ouderen stijgt sterk. Familiezorg en vrijwilligerszorg zullen onder druk komen te staan, omdat de arbeidsparticipatie van mensen tot 67 jaar hoger zal zijn.
19
2.4 ARBEIDSMARKT
Hoewel nog wat getemperd door de lage economische groei, ontstaat er de komende jaren weer krapte op de Brabantse arbeidsmarkt. Afhankelijk van de economische groei bedraagt de krapte 10 à 25.000 in 2015, dit is een gevolg van de toenemende vervangingsvraag vanwege de vergrijzing en ontgroening. Alleen in de zorgsector zal sprake zijn van uitbreidingsvraag. In 2025 zal het aantal economisch actieven in Noord-Brabant gedaald zijn met 72.000. Maar nu al zien we stevige knelpunten in specifieke sectoren: zorg, techniek en onderwijs, waarbij vooral sprake is van kwalitatieve tekorten: onvoldoende instroom in opleidingen en onvoldoende mensen met de juiste kwalificaties. De figuur hieronder laat zien hoe de zorgvraag stijgt terwijl de beroepsbevolking in Brabant daalt. Dat vraagt om meer en vooral de juiste mensen beschikbaar te krijgen voor de arbeidsmarkt en te werken aan het verhogen van de arbeidsproductiviteit door innovaties. 130
Index (2009=100)
120 110 100 90
vraag naar Z&W
2025
2023
2021
2019
2017
2015
2013
2011
2009
80
beroepsbevolking
20 Figuur: Ontwikkeling van de vraag naar zorg en welzijn (op grond van demografie) en beroepsbevolking in Noord-Brabant9
2.5 GEZONDHEID
Gezondheid is één van de belangrijkste waarden in de ogen van mensen. Er is de laatste jaren maatschappelijk steeds meer belangstelling voor duurzaamheid en gezond leven. Dit manifesteert zich onder andere in debatten over de intensieve 9. Van der Windt e.a. (2009) Arbeidsmarktverkenningen tot 2013 voor vier regio’s in de sector Zorg en Welzijn in Noord-Brabant. Utrecht/Tilburg: Prismant/Transvorm.
ADVIES VERSNELLINGSAGENDA ZORGECONOMIE
veehouderij, leefstijl en bewegen, voeding en biodiversiteit.10 Gezondheid zal de komende jaren een majeur thema blijven. In de gezondheidszorg groeit de belangstelling voor duurzaamheid en maatschappelijk ondernemen11: o.a. duurzaam bouwen, de relatie tussen gezondheid en een natuurlijke, gezonde omgeving, duurzame zorgconcepten. Epidemiologie Ouderdom komt met gebreken: de verwachte stijging van het aantal chronisch zieken houdt sterk verband met de veroudering van de bevolking. Tegelijkertijd verricht de groep (vitale) ouderen ook veel familiezorg en vrijwilligerswerk: ouderen voor ouderen. De gemiddelde levensverwachting en de gezonde levensverwachting stijgt in Brabant. De gemiddelde levensverwachting voor mannen is 78 jaar, waarvan zo’n 62 tot 65 in goede gezondheid. Voor vrouwen geldt een gemiddelde levensverwachting van 82 jaar, waarvan 62 tot 66 in goede gezondheid. 12 Het verschil tussen mannen en vrouwen neemt af, het verschil tussen laag- en hoogopgeleiden blijft hardnekkig in stand. Kanker en hartfalen voeren onveranderd de lijst aan bij doodsoorzaken. Andere (chronische) ziekten die veel voorkomen en/of een hoge ziektelast opleveren zijn o.a. diabetes, astma/COPD, depressie, beroerte/CVA, reuma, dementie en angststoornissen. De grote uitdaging voor de gezondheidszorg zit in een herorganisatie van zorg om de groeiende zorgvraag van chronisch zieken en ouderen op te vangen. Health = wealth In de gezondheidszorg domineert sterk het paradigma van de macro-kostenbeheersing. De laatste jaren is er ook steeds meer aandacht voor de positieve relatie tussen gezondheid en economie. Zorgkosten zijn investeringen in de welvaart van onze samenleving. Gezonde mensen participeren meer, zijn productiever, leveren een hogere bijdrage aan de welvaart. Bij een stijgende welvaart verbetert de volksgezondheid; bij verbetering van de volksgezondheid stijgt de welvaart. 13
21
10. Z ie o.a. Raad voor de Volksgezondheid en Zorg, Preventie van Welvaartsziekten, 2011; Commissie-Van Doorn, Al het vlees duurzaam, 2011; Wetenschappelijke Raad voor Integrale Duurzame Landbouw en Voeding, Naar een integrale benadering van duurzame landbouw en gezonde voeding, 2011; MOLO Taskforce Biodiversiteit Noord-Brabant, Manifest ‘Brabant kiest voor biodiversiteit’, 2011. 11. N IGZ e.a., Nu zorgen voor morgen, schetsen voor een routekaart naar maatschappelijk verantwoord ondernemen in de zorgsector, 2011. 12. Alliantie Gezond Brabant, Naar een gezond Brabant, 2011. 13. RIVM, Volksgezondheid Toekomstverkenning 2010, deelrapport Maatschappelijke baten, 2010.
2.6 VERANDEREND ZORGLANDSCHAP
Patiënt 2.0/doe-het-zelf-zorg Mede onder invloed van het stijgende opleidingsniveau en internet ontstaat er een generatie zeer goed geïnformeerde en geëmancipeerde burgers en - bij ziekte - (chronische) patiënten.14 De burger neemt verantwoordelijkheid voor zijn eigen leefstijl en gezondheid en - bij ziekte - voor behandeling en zorg. Dit vergt een cultuuromslag bij ‘zorgconsumenten’ (dat worden ‘actieve en verantwoordelijke burgers/patiënten’), andere competenties van hulpverleners (coachend, ondersteunend, ondernemend) en een andere inrichting van de zorg (van instituten naar netwerken). De oriëntatie verschuift van ‘ziekte en zorg’ (ZZ) naar ‘gezondheid en gedrag’ (GG),15 van consumeren naar co-produceren/co-creëren. Onhoudbaar zorgstelsel, druk op systeeminnovatie Het huidige zorgstelsel wordt door velen als ‘onhoudbaar’ gezien. De zorgsector moet antwoorden vinden op vier grote, gecombineerde uitdagingen16: 1. .de vertraagde economische groei die de ruimte voor groei van de zorguitgaven zal beperken; 2. e en toenemende, maar vooral veranderende zorgvraag; 3. d e sterk toenemende mogelijkheden voor diagnostiek, behandeling en zorg en de grotere mogelijkheden om dit thuis beschikbaar te krijgen; de burger van nu claimt dit; 4. e en substantieel tekort aan zorgpersoneel. Dit betekent dat er systeeminnovaties aan de vraag- en de aanbodzijde nodig zijn. Aan de vraagkant treedt de verschuiving van ZZ naar GG op. Aan de aanbodkant zal sprake zijn van een herschikking van het zorglandschap, financiering en sturing op kwaliteit en prestaties. Technologische en sociale innovatie zijn belangrijke ‘change agents’.
22
Herschikking zorglandschap In de curatieve gezondheidszorg zet de marktwerking door. Zorgverzekeraars krijgen een dominantere positie in de sturing en inkoop. Het zorglandschap gaat aanzienlijk veranderen18: van instituten naar netwerken. Hoogcomplexe medisch-specialistische zorg (de super¬specialismen/themazorg) en acute zorg worden geconcentreerd. Laagcomplexe, monodisciplinaire zorg
14. D e groep chronische patiënten is een gedifferentieerde groep. Naast de hoogopgeleide groep is er een groep laagopgeleide patiënten die – als het op zelfmanagement aankomt – op een passende manier dient te worden ondersteund. 15. Raad voor de Volksgezondheid en Zorg/RVZ, Perspectief op gezondheid 20/20, 2010. 16. RVZ, 2010. 17. RVZ, Medisch specialistische zorg 2020, 2011; Boer & Croon, Van instituten naar netwerken, 2010. 18. Boer & Croon, Van instituut naar netwerk. Een verkenning van de ‘next generation’ curatieve zorg, 2010.
ADVIES VERSNELLINGSAGENDA ZORGECONOMIE
wordt georganiseerd in fokusklinieken19 (ZBC’s, operatiestraten). Chronische zorg wordt in ketens rond patiënten en in wijken georganiseerd (primaire zorg) . Er wordt ingezet op het substitueren of afschalen van zorg richting basiszorg, zelfmanagement en preventie. De langdurige zorg en ondersteuning wordt verder gedecentraliseerd naar gemeenten, waardoor gemeenten in staat worden gesteld om integraal beleid op het terrein van participatie (werk, leefbaarheid, gezondheid, zorg, jeugd en gezin) te ontwikkelen, onder andere in afstemming met de eerste lijn.
Monodisciplinaire interventies • Low tech infrastructuur • Goedkoper en kleinschaliger • Locatie onafhankelijk en verspreid • Grotere nadruk op procesoptimalisatie
Primaire zorg • Dichtbij de burger • Samen met huidige eerste lijn • Functies: diagnostiek, preventie en voorlichting, chronische zorg, follow up en lichte revalidatie
Huidige ziekenhuizen Breed aanbod per locatie Thema zorg • Wetenschap en onderwijs • High-tech infrastructuur • Complexe en/of multi-disciplinaire interventies • Geconcentraard in enkele themalocaties • Losgekioppeld van andere thema’s en typen zorg door focus • Apart gefinancierd
Acute zorg • Tien traumacentra en 30 acute centra • Beschikbaarheidsfunctie • Apart gefinancierd • Teruggebracht tot benodigd aantal locaties
Figuur: Vier bouwstenen voor de ‘next generation’ curatieve zorg (bron: Boer &Croon, 2010, pag.21
19. L . de Winter, Zorgondernemerschap als therapie. Van medisch paternalisme naar consumentisme, van patiënt naar klant, Nyenrode, 2011.
23
Technologisering & informatisering Er worden grote medisch-technologische ontwikkelingen in diagnostiek, behandeling en domotica verwacht. Dit heeft grote effecten in termen van kwaliteit van leven, kwaliteit van zorg en arbeidsbesparing. De zorg zal een inhaalslag moeten maken in informatisering, zowel in e-health als in bedrijfsvoering. Het elektronisch patiëntendossier is een onmisbare schakel in het in netwerken organiseren van de gezondheidszorg. In de digitale agenda - zowel Europees, landelijk als provinciaal/regionaal - is gezondheidszorg en ‘active and healthy ageing’ een belangrijk toepassingsgebied.20
2.7 CONCLUSIE
De Provincie Noord-Brabant focust met haar Economisch Programma Brabant 2020 op innovaties op economisch en maatschappelijk strategische domeinen. De brede health sector - cure, care, toeleverende en faciliterende bedrijven - is zo’n domein. De (brede) health sector levert met een toegevoegde waarde van € 6,5 miljard een bijdrage van 8,5% aan het Brabants bruto regionaal product. De sector biedt werk aan 18% van de Brabantse beroepsbevolking. In de sector is de afgelopen tien jaar bovengemiddeld geïnvesteerd. Gezondheid is steeds sterker in de maatschappelijke belangstelling komen te staan. Een herorganisatie van de gezondheidszorg is urgent, gezien de sterk stijgende zorgkosten en het oplopende personeelstekort.
24
20. Europese Commissie, Digitale Agenda voor Europa, 2010; Rijksoverheid, Digitale Agenda.NL, 2011; Digitale agenda Samenwerkingsverband Regio Eindhoven.
ADVIES VERSNELLINGSAGENDA ZORGECONOMIE
3. Kansen en keuzes 3.1 BRABANT IS KANSRIJK
Gezondheid en zorg staan hoog genoteerd op veel regionale economische agenda’s in heel Nederland. De zorgvraag stijgt en verandert, o.a. door de opkomst van een koopkrachtige, zelfbewuste generatie ouderen. In alle regio’s is de zorg goed voor tenminste 15% van de werkgelegenheid en er zijn veel medisch-technologische ontwikkelingen. De zorg vraagt om nieuwe zorg-, business- en technologische concepten. Dat is maatschappelijk relevant én economisch zeer interessant. Wij betogen in dit hoofdstuk dat Brabant relatief kansrijk is in health: er is veel kennis- en technologiepotentieel, er is een samenwerkingstraditie, er zijn meerdere grootschalige innovatietrajecten en Brainport is de ‘Slimste regio ter wereld’ mede dankzij haar inspanningen en ambitie in health. 1. High tech en high touch Brabant combineert high tech met ‘high touch’. De harde zakelijke en technologische kant in een ‘zachte’ sociale omgeving. Een aantrekkelijke leefomgeving: stedelijke cultuur en groene, natuurrijke omgeving. Een traditie van samenwerking en kennisdeling: in economische sectoren, in arbeidsmarktbeleid, in het maatschappelijk domein, in dorpen en steden, in en tussen regio’s. E r is op het terrein van health, life science en food veel samenwerking op de schaal van Zuid-Nederland en met Vlaanderen. Voor innovatie is samenwerking, kennisdeling en cross-sectoraal denken van groot belang. Daar zit de kracht van Brabant. Vanaf de jaren ’90 is met name in Zuidoost-Brabant/Brainport, geïnvesteerd in een hechte samenwerking tussen ondernemingen, onderzoek/onderwijs en overheid (Triple Helix), met name om technologische innovatie en economische ontwikkeling te versnellen. Die werkwijze krijgt navolging. 2. Open innovatie ecosysteem Brainport (Oost-Brabant, Limburg) staat bekend om zijn open innovatie ecosysteem waarin grote bedrijven met veel R&D acteren (Philips, ASML, etc.), kennisinstellingen (zoals Technische Universiteit Eindhoven, TNO, Holst Centre, Universiteit Maastricht, hogescholen) en honderden midden- en kleinbedrijven.21 Dit Triple Helix-model heeft navolging gekregen in andere regio’s. In dit ecosysteem is sprake van open, horizontale (niet-hiërarchische) samenwerking.
21. Zuid-Nederlands LifeTec-MKB is o.a. verenigd in LifeTecZone.nl.
25
TU/e heeft health tot één van zijn drie strategische gebieden benoemd. Ook op de Universiteit van Tilburg (UvT) en de Universiteit van Maastricht is gezondheid een speerpunt. Verder ligt er een ‘academische schil’ om Brabant en Brainport heen: binnen Nederland (Utrecht, Nijmegen, Rotterdam) en in Duitsland en Vlaanderen (Leuven, Gent, Aken; o.a. IMEC). Op het terrein van health is er een sterke relatie met o.a. zorginstellingen en gemeenten. Er zijn meerdere open innovatie campussen (HTCE, Chemelot, en - net gestart - Oss Life Science Park/OLSP).
Figuur: Brabantse economische topclusters (Bron: SER Brabant)
26
3. Toepassingen voor de markt D e regio heeft een hoogtechnologisch kennispotentieel, zoals in high tech systems & materials, life science en food. De kunst is dit kennispotentieel te vertalen in toepassingen voor de markt. In Brabant zijn er goede relaties tussen kennisinstellingen, bedrijfsleven en grote zorginstellingen; is er veel ervaring met het ontwikkelen van applicaties, juist ook op het snijvlak van disciplines en domeinen. m toepassingen op het terrein van health te ontwikkelen en te implementeren, O zal nog sterker de aansluiting bij de patiënt en bij de gezondheidszorg moeten worden gevonden. Technologie en zorg moeten beter met elkaar worden verbonden. Het gaat dan niet alleen om ‘wat technologie kan’, maar vooral ook om ‘wat mensen vragen’. Het gaat om toepassingen in preventie, diagnostiek, behandeling
ADVIES VERSNELLINGSAGENDA ZORGECONOMIE
en domotica die door patiënten en hulpverleners worden geaccepteerd, die de kwaliteit van leven verhogen, die gemakkelijk zijn in gebruik, etc. 4. Social innovation In Zuid-Nederland is niet alleen toptechnologische kennis aanwezig, maar ook alpha en gamma wetenschap (o.a. aan de universiteiten van Tilburg en Maastricht). De UvT heeft onder andere als speerpunten social innovation, geestelijke gezondheid, care en preventie. In Brabant zijn innovatieve zorgconcepten neergezet: van slimme zorg, familiezorg en zelfhulp/ervaringsdeskundigheid tot dementieondersteuning, wijkzuster en zorgcoöperatie. Zorgverzekeraars werken samen met een aantal koploper-zorggroepen en bedrijfsleven om innovatie in de eerstelijn te bevorderen. UVIT en CZ hebben een experiment met populatiebekostiging voor ziekenhuis en eerstelijn aangevraagd (pilots in Eindhoven en Maastricht), met name om substitutie en innovatie door te zetten. l deze zorginnovaties komen tot stand door samenwerking tussen zorg, beA drijven, patiënten/informele zorg en onderzoek. Het provinciale Slimme zorg-project laat goed zien dat technologische innovaties ingebed moeten worden in ketenorganisatie en moeten aansluiten bij eindgebruikers. Daar zijn we goed in, in Brabant. Sociale innovatie, in een open innovatienetwerk, Triple helix-plus. 5. Innovatie en onderzoek in topinstellingen Vijf van de 26 topklinische opleidingsziekenhuizen zitten in Brabant. In die STZziekenhuizen is veel aandacht voor onderzoek en ontwikkeling. De nadruk ligt veel meer dan in een UMC - op implementatie en op zorginnovaties voor een brede groep patiënten. Onder deze ziekenhuizen begint geleidelijk specialisatie te ontstaan. Denk aan trauma en neuro in het Elisabeth Ziekenhuis, neonatologie in het Maxima Medisch Centrum, hart en oncologie in het Catharina Ziekenhuis en urologie in het Jeroen Bosch Ziekenhuis. Maar er zijn meer Brabantse zorginstellingen die oog hebben voor onderzoek en innovatie, o.a. kleinere centra zoals epilepsiecentrum Kempenhaeghe en een groot aantal gezondheidszorginstellingen die samenwerken in academische werkplaatsen (Tranzo, UvT). e Brabantse STZ-ziekenhuizen en epilepsiecentrum Kempenhaege hebben D een 20-tal (deeltijd)hoogleraren in dienst, waarvan ca. de helft is aangesteld bij TU/e en UvT. Aan de UvT en TiasNimbas zijn eveneens een groot aantal bijzonder hoogleraren verbonden die werkzaam zijn bij GGZ-instellingen, gehandicaptenzorginstellingen, UMC’s en landelijke kennisinstellingen zoals RIVM en NIVEL. Hier ligt een belangrijke vindplaats voor innovatie - professionals met een passie voor zorg en innovatie - en een belangrijke proeftuin om innovaties te beproeven en op te schalen.
27
3.2 BRABANTSE STERKTES IN (INTER)NATIONAAL PERSPECTIEF
Als je wilt excelleren, dan moet je kiezen en focussen. Dat was de centrale boodschap die de geraadpleegde experts gaven op de expertmeeting zorgeconomie (27 januari 2012). Die keuzes moeten gebaseerd zijn op bestaande sterktes. Regionale clusters In het topsectorplan Life Science & Health (LSH)22 is een scan gemaakt van regionale LSH-clusters in Nederland. Deze regionale clusters werken veelal op mondiale markten. Medische technologie, farmacie (humaan, veterinair) en gezonde voeding zijn als regionale sterktes van Brabant benoemd. Brabant heeft met Philips en TU/e wereldspelers in huis op het vlak van medische technologie, zoals beeldvorming (imaging/mri). Philips Healthcare heeft o.a. cardiovasculair als speerpunt. Een cluster dat sterk in ontwikkeling is, is het cluster dat zich richt op slimme zorgoplossingen in diagnostiek, interventies, slimmer leven/wonen, informele zorg. 23 De humane farmacie heeft met het verdwijnen van de R&D-afdeling van MSD een grote veer moeten laten. Het Oss Life Science Park biedt kansen voor de toekomst. De veterinaire gezondheidszorg is juist sterk in Brabant, zeker ook op het snijvlak met de humane gezondheidszorg. De gezondheid voor mens en dier is ‘One Health’, zo weten we weer sinds de Q-koortsepedemie. Brabant heeft een internationaal sterke agrarische en voedingsmiddelen-industrie. De raakvlakken
28
Figuur: Huidige locale clusters met inhoudelijke accenten, anno 2011 (bron: Topsectorplan Life Science & Health, 2011, p.17)
22. M inisterie van EL&I, Topsectorplan Life Science & Health, Voor een gezond en welvarend Nederland, 2011. 23. Brainport vermeldt o.a. ‘home care (niet-klinisch)’ als een cluster in ontwikkeling; Brainport Development, Brainport 2020 Top Economy Smart Society, 2010, p.66.
ADVIES VERSNELLINGSAGENDA ZORGECONOMIE
tussen gezondheid en voeding zijn groot. Noordoost-Brabant richt zijn pijlen op Food & Health. Zuidoost-Brabant heeft als zwaartepunt Food & Technology. De commissie Van Doorn werkt aan een duurzame veehouderij. Internationale positie De kennisbasis en de infrastructuur zijn in internationaal perspectief goed op orde. De publiek-private innovatieinfrastructuur in Nederland wordt internationaal als voorbeeld gezien. Brainport heeft een goede internationale concurrentiepositie, met name in high tech systems & materials en in chemie, inclusief LifeTec.24 Urgentie is geboden om deze positie te consolideren, met name om opkomende regio’s voor te blijven, o.a. door continuïteit van beleid, focus op clusters, ondernemerschap, nieuwe bedrijvigheid ontwikkelen, bereikbaarheid en ‘branding’. Het Planbureau voor de Leefomgeving heeft de internationale concurrentiekracht van de topsectoren onderzocht.25 Brabant behoort met Noord- en ZuidHolland tot de topregio’s van Nederland, maar het planbureau plaatst ook kanttekeningen bij de internationale positie van de Nederlandse regio’s en topsectoren. We ontberen agglomeratiekracht en in Brabant laat de internationale bereikbaarheid te wensen over in vergelijking met concurrerende toptechnologische regio’s in Europa. Het is belangrijk te investeren in die factoren waarop de Nederlandse regio’s achterblijven bij hun belangrijkste Europese concurrenten, aldus het planbureau. Het gaat dan om investeringen in de publiek-private kennisbasis, clustering (met name voor high tech en chemie), financiële dienstverlening en bereikbaarheid.
3.3 FOCUS EN KEUZES
Brabant moet kiezen, moet focussen om te kunnen excelleren. De Brabantse innovatiekracht - nieuwe technologie, nieuwe producten, nieuwe diensten - wordt ingezet op de fundamentele veranderingen in het zorglandschap: de kanteling naar een versterkt eerstelijnsmodel. Brabant gaat zich met ambitie profileren als EU-proeftuin voor dat nieuwe zorglandschap: ‘Brabant region of smart health’. Smart Health omvat de volgende elementen: 1. LifeTec. 2. Health @home. 3. Life & health.
24. Brainport Development, Brainport 2020 Top Economy Smart Society, 2010. 25. Planbureau voor de Leefomgeving, De internationale concurrentiepositie van de topsectoren, 2011.
29
Life Tec
Healt h@ ho m e
Brabant: Region of smart health
l Hea Life &
th
In die positionering worden de drie Brabantse krachtgebieden via het strategische begrip ‘smart health’ op één noemer gebracht. Ad. 1 LifeTec Op het snijvlak van high tech systems & materials en life science & health excelleert de regio op het terrein van medische technologie, onder andere op het terrein van medische beeldvorming (imaging/mri) en nanotechnologie. Voorbeelden van ontwikkelingen op het terrein van ‘nanotech for health’ zijn: • sensortechnologie zoals de draadloze ‘jackets’ die worden beproefd in de kinder-IC’s van het MMC; • lab-on-a-chip: een thuislaboratorium ter grootte van een chip; • weefselherkenning met sensoren; • tissue engineering zoals de zelfgroeiende hartkleppen van Q-Tis, waardoor kinderen met hartfalen minder hoeven te worden geopereerd.
30
Op het terrein van farmacie zijn onder andere de veterinaire (MSD/Intervet, Boxmeer) en de humane farmacie van belang (o.a. MSD en Oss Life Science Park/ OSLP). Het OSLP moet zich de komende jaren kunnen gaan bewijzen. Voor lifetec-ontwikkelingen is hooggespecialiseerde multidisciplinaire kennis vereist. Kennis die bedrijven en kennisinstellingen niet allemaal in eigen huis kunnen organiseren. Samenwerking in open innovatie ecosystemen is daarop het antwoord. De samenwerking betreft o.a. ketensamenwerking, gezamenlijk onderzoek, het delen van hoogwaardige infrastructuur/faciliteiten, het aantrekken van (internationale) bedrijven, het faciliteren van start ups, het aantrekken van kenniswerkers en het internationaal positioneren van het cluster.
SER BRABANT - PROVINCIALE RAAD GEZONDHEID BRABANT - ADVIES VERSNELLINGSAGENDA ZORGECONOMIE
Op het terrein van high tech systems en life science wordt er met name op de schaal van Zuid-Nederland/Vlaanderen samengewerkt (toptechnologieregio ELAt, the Eindhoven-Leuven-Aachen triangle). Voor farmacie is o.a. de verbinding met Nijmegen van belang. Een Red Med Tech Highway is in ontwikkeling; deze verbindt Zuid-Nederland met Health Valley en Food Valley in Oost-Nederland. In de regio zijn ook twee Europese samenwerkingsverbanden gevestigd: de Knowledge Innovation Communities (KIC), nl. een KIC-ICT (met toepassingen op het terrein van health) en een KIC-InnoEnergy.
Ad 2. Health @home De verbinding tussen de focusgebieden ‘lifetec’ en ‘health @home’ zit met name in het ontwikkelen van toepassingen (nieuwe diagnostiek, interventies, domotica en robotica, etc.) en de implementatie ervan, de sociale innovatie. De uitdaging ligt met name in de verschuiving van ‘wat techniek kan’ naar: ‘wat mensen vragen’. De gezondheidszorg van de toekomst is opgebouwd in netwerken rond patiënten, zodat we een zo hoog mogelijke kwaliteit van leven bereiken ondanks gezondheidsproblemen of functiebeperkingen. Er ontstaat een radicaal versterkte eerstelijnszorg. Ook wordt sterk ingezet op zelfredzaamheid en sociale steun. Sociale en technologische innovatie en professionele en informele zorgsystemen gaan hier hand in hand. • Patiënten zijn de spil, de regievoerder in hun eigen leven en gezondheidszorg; zij zijn co-producent voor hun eigen gezondheid en zorg (health 2.0, zelfmanagement, etc.). • Er komt meer nadruk op preventie en leefstijl, o.a. personalised medicine, functional food, etc. (zie ook ‘Life & health’). • Patiënten krijgen vanuit hun huis toegang tot gezondheidszorg via e-health; er worden kleine, handzame instrumenten ontwikkeld die patiënten thuis kunnen gebruiken voor snelle screening en diagnostiek, behandeling, medicatie, etc. • Chronische patiënten, oudere en gehandicapte mensen kunnen langer zelfstandig wonen door technologische aanpassingen in en om het huis; zij zijn georganiseerd in communities, zowel in dorpen/wijken als via internet (active and healthy ageing, independent living, home care). • Er ontstaan nieuwe zorgconcepten en diensten voor ouderen en (chronische) patiënten. • Operaties vinden steeds meer als dagbehandeling plaats, omdat de ingrepen veel minder belastend worden (minimaal en noninvasieve ingrepen, het ‘beddeloze’ ziekenhuis). • De nazorg vindt thuis plaats.
31
Cure en care gaan in netwerken met elkaar samenwerken. De laagcomplexe zorg (ook die uit het ziekenhuis) wordt in de nabijheid van de patiënten aangeboden, in ketensamenwerking en wijkgezondheidscentra. De care, de eerste lijn, het welzijnswerk, woningcorporaties en gemeenten gaan samenwerken in netwerken, gericht op langer zelfstandig leven en participatie.
Intramurale zorg Zorginnovaties uit dit thema zijn deels ook van toepassing op de intramurale verblijfszorg. Maar deze verblijfszorg is niet de focus van ‘health @home’, die ligt op zelfstandig wonende mensen. Om die keuze te illustreren: het aantal mensen met dementie verdubbelt in Brabant naar 50.000 in 2030. Tweederde van de dementerenden woont thuis. Zowel absoluut als relatief zal het aantal thuiswonende dementerenden groeien door vergrijzing en extramuralisering van de zorg. In innovaties voor die groep liggen de maatschappelijke urgentie én de economische potentie besloten.
Het slimmer organiseren van gezondheidszorg vraagt om nieuwe verbindingen tussen medische technologie, sociale/organisatorische wetenschap, andere kennisgebieden (design, automotive) en informele zorg. Er moeten nieuwe zorg-, business en technologische concepten worden ontwikkeld. Die herorganisatie van zorg moet worden gericht op een grote, brede groep (chronische) patiënten.
32
Daar zit Brabants sterke kant: sociale innovatie, het organiseren in ketens, zoals bijvoorbeeld in Slimme zorg. Brabant zou de ambitie moeten hebben om een toonaangevende proeftuin te worden. Een proeftuin die een fundamenteel vernieuwde eerstelijnszorg biedt: health @home. Een proeftuin waar toepassingen die zijn ontwikkeld door kennisinstellingen, bedrijven en innovatieve zorginstellingen kunnen worden beproefd, opgeschaald en vermarkt. Bijvoorbeeld proeftuinen rond robotica, preventie (voor gediagnosticeerde patiënten), e-health, nieuwe diensten, etc.
ADVIES VERSNELLINGSAGENDA ZORGECONOMIE
Innovatiebarrières De barrières waar innovaties in de gezondheidszorg op stuk lopen, zijn bekend. In 2008 maakten de ministeries van VWS en Economische zaken een SWOT-analyse.26 Problemen zijn o.a. de versnippering in de zorg, perverse prikkels in de financiering, risicomijdend gedrag, weinig ondernemerschap en een niet-koersvast overheidsbeleid. Oplossingsrichtingen die deze werkgroep bepleitte, waren o.a. sturing op kwaliteit en keuzevrijheid voor patiënten, meer ruimte voor innovatie door financiële prikkels, product- en procesinnovaties doorvoeren en een krachtige kennisketen. Vanuit andere innovatietrajecten27 worden deze barrières herkend, met name de perverse financiering voor innovatie, een gebrek aan uniformering en standaardisatie, technologische innovaties die onvoldoende aansluiten bij de wensen van gebruikers (professionals, patiënten), maar ook een conservatieve cultuur in de zorg. Voor farmaceutische en medisch-technologische interventies geldt tevens de lange doorloopttijd van onderzoek, ontwikkeling en toelating. Veel (technologische, sociale) innovaties worden door een MKB’er in een zorginstelling of in een zorgketen ontwikkeld. Ze lopen vast in het opschalen en vermarkten. Er moet worden gewerkt aan nieuwe business- of verdienmodellen. Voorts is bekend dat het Nederlandse MKB slecht scoort in Europese programma’s.
Ad. 3 Life & health Daar waar het focusgebied ‘health @home’ zich sterk richt op het herorganiseren van gezondheidszorg rondom de (chronische) patiënt en ouderen, richt ‘Life & health’ zich sterk op preventie en leefstijl. Dit thema zoekt cross-overs tussen gezondheid en andere Brabantse sterktes: food, biobased, mobility, sport e.d. Brabant is nu niet de gezondste provincie, noch in de fysieke omgeving, noch in leefstijl. Laat dat de motivatie zijn om te werken aan economisch interessante cross overs op health-terrein én tegelijk te werken aan gezondheidswinst voor onze Bourgondische burgers. Agrofood/biobased In de landbouw en voedingsindustrie - één van Brabants topclusters - is veel aandacht voor het verduurzamen van productieprocessen en het gezonder maken van voeding.28 Op het snijvlak van gezondheid en voeding gaat het om preventie (leefstijl) en het ontwikkelen van voeding voor specifieke consumenten- of pa-
26. Interdepartementale werkgroep, Probleemanalyse Innovatie in de zorg, 2008. 27. O.a. digitale agenda, Ehealthnu.nl, Innovatieve Acties Brabant, Slimme zorg, Slimmer leven. 28. SER Brabant, Advies Omslag Brabantse agrosector; naar een versnellingsagenda, mei 2010. Provinciale Raad Gezondheid, Naar een gezond Brabant, Strategienota integraal gezondheidsbeleid, 2011.
33
tiëntensegmenten, zoals bijvoorbeeld cholesterol-verlagende producten (functional food). De regio ‘s-Hertogenbosch wil zich ontwikkelen tot een kennisregio op het terrein van food & health, onder andere rondom de nieuwe ziekenhuizen in ‘s-Hertogenbosch, Uden en Boxmeer. Zuidoost-Brabant zet sterk in op de verwerking en verpakking voor de voedingsmiddelen¬industrie via het Food Technology Park Brainport in Helmond. In de intensieve veehouderij ligt er de ambitie om tot een duurzame vleesproductie te komen. De relatie met de gezondheid voor mens en dier is sterk (One Health) en betreft o.a. (veterinaire) farmacie, antibiotica-reductie, preventie van zoönosen. In ‘biobased economy’ is er de ambitie om biomassa, groene reststromen, onder andere om te zetten in nieuwe hoogwaardige producten en toepassingen, waaronder health-toepassingen. Natuur en landschap In het natuur- en landschapsbeleid dient zich een koerswijziging aan. Het koersdocument ‘Stad en Platteland’, dat in december 2011 is vastgesteld door Provinciale Staten, schetst de actuele visie van de provincie op een vitaal Brabants platteland. Die visie houdt in dat er een betere samenhang moet komen tussen enerzijds economie, leefbaarheid en gezondheid en anderzijds natuur en landschap. Het gaat dan vooral om nieuwe, ‘slimme’ verbindingen. In dit kader wordt door de Provincie een sturingsfilosofie aangekondigd die meer ruimte en verantwoordelijkheid biedt voor bedrijven en actoren in de maatschappij. Directe aanleiding voor die koerswijziging is de druk op de overheidsfinanciën en de forse bezuiniging op onder meer natuur en landschap.
34
De Sociaal-Economische Raad (SER) Brabant pleit in het advies “Economie & Natuur; samen slimmer investeren” (april 2012) voor het nog krachtiger doortrekken van die nieuwe koers door een direct verband te zoeken tussen het natuuren landschapsbeleid (Landschappen van Allure) en de regionaal strategische agenda’s. In dit kader wordt gepleit voor een fundamenteel ander gebieds-ontwikkelingsmodel (‘gebiedsontwikkeling 3.0’), namelijk met directe betrokkenheid en verantwoordelijkheid van de private sector, c.q. de ondernemers. Zorgeconomie wordt in dit verband expliciet genoemd als potentieel domein voor nieuwe verbindingen met natuur en landschap. Mobiliteit/sport Ook is er een sterke relatie tussen bewegen en gezondheid. Op het terrein van ‘smart mobility’ liggen er kansen voor duurzamer, schoner en veiliger vervoer. Ook zijn er toepassingen op het terrein van ‘health @home’, zoals zorgrobotica. In de sport liggen er innovatiekansen, met name op het terrein van (top)sport en
ADVIES VERSNELLINGSAGENDA ZORGECONOMIE
technologie.29 Op dit terrein zijn onder andere het landelijke InnoSport en de Zuidoost-Nederlandse Stichting Sport en Techniek in Eindhoven actief. Op de terrein van gezondheid in relatie tot preventie, voeding, mobiliteit en sport liggen kansen voor innovatieve MKB-bedrijven. Die cross-overs tussen gezondheid en andere sectoren moeten worden versterkt. Op dit terrein is o.a. behoefte aan vorming van netwerken/clusters, het delen van hoogwaardige onderzoeksfaciliteiten, proeftuinen (bijvoorbeeld op het terrein van farmacotherapie, obesitas, functional food, etc.) en het ondersteunen van start ups.
3.4 CONCLUSIE
Brabant is relatief kansrijk om gezondheid en zorg tot een economisch speerpunt te maken. We hebben alles in huis om health innovatie tot een succes te maken. • Brabant/Brainport heeft een ecosysteem dat technologische innovaties op het terrein van health oplevert. Farmacie is in herontwikkeling. • Gezondheid kan ook sterker worden verbonden met andere Brabantse sterktes, zoals agrofood, biobased, mobiliteit en sport. • Brabant is sterk in het ontwikkelen van nieuwe toepassingen op de snijvlakken van domeinen (cross-overs). • Brabant heeft de traditie en de potentie om technologische innovaties in te bedden in sociale innovatie, in ketens en netwerken, tussen formele en informele zorg. • Brabant is een sterk Europees netwerk rond social innovation aan het opbouwen. • Brabant heeft een sterke traditie in industrialiseren: we kunnen zelf produceren en het afzetten op de wereldmarkt. • We missen o.a. agglomeratiekracht; die moeten we zelf organiseren via nationale en internationale samenwerking en de verbetering van de internationale bereikbaarheid (‘borrowed size’). Brabant moet kiezen, moet focussen om te kunnen excelleren. De Brabantse innovatiekracht wordt ingezet op de fundamentele veranderingen in het zorglandschap: de kanteling naar een versterkt eerstelijnsmodel. Brabant gaat zich met ambitie profileren als EU-proeftuin voor dat nieuwe zorglandschap: ‘Brabant region of smart health’. Smart Health omvat de volgende elementen: 1. LifeTec. 2. Health @home. 3. Life & health.
29. SER Brabant, De economische waarde van sport; keuzes en prioriteiten voor Brabant, juli 2010.
35
ADVIES VERSNELLINGSAGENDA ZORGECONOMIE
4. Strategisch Kader De provinciale inzet op het thema ‘zorgeconomie’ sluit naadloos aan bij de Brabantse ambitie om in 2020 tot de Europese top van kennis- en innovatieregio’s te behoren. In potentie is dit één van de paradepaardjes op weg naar die top. In de visie van SER Brabant en Provinciale Raad Gezondheid is het Economisch Programma Brabant 2020 de ‘versnellingsagenda’ voor een Brabantse aanpak met Europese ambities. Dit programma heeft een integrerende functie, want zorgeconomie raakt ook aan andere provinciale agenda’s zoals de internationaliseringsagenda, het nieuwe koersdocument Stad en Platteland, het sportbeleid en zelfs het nieuwe natuur- en landschapsbeleid. In de voorgaande paragrafen is reeds beschreven hoe de kansen liggen en welke keuzes zouden moeten worden gemaakt. Cruciale vraag is nu hoe en vanuit welk strategisch kader de ambities op Brabants niveau kunnen worden gerealiseerd. In het navolgende schetsen wij de te nemen stappen.
Stap 1 – Gedeelde visie op gezondheid en zorg 2025 (vraagkant) Vertrekpunt voor de Brabantse aanpak is een heldere gezamenlijke visie op de ontwikkelingen aan de vraagkant. Een visie op hoe de gezondheidszorg er in 2025 uitziet en, uiteraard, welke kansen dat biedt voor de Brabantse economie. Sleutelfiguren uit de verschillende domeinen hebben voor dit advies hun ‘droombeelden 2025’ verwoord. Kortweg zijn de volgende trends op te tekenen. • Patiënt 2.0: gezondheid, zorg en diensten georganiseerd rondom en onder regie van de patiënt. • Kwaliteit van leven komt centraal te staan. • Veranderend zorglandschap: van instituten naar netwerken, versterking van preventie en eerstelijnszorg • Technologisering (in diagnostiek, behandeling, domotica) en informatisering van de zorg.
Stap 2 – Inzet op systeeminnovaties: think big! De Brabantse inzet is - conform de uitgangspunten van het Economisch Programma 2020 - primair gericht op ‘echte’ innovaties en het langs die lijn bevorderen van nieuwe business opportunities. In het voorgaande punt zit de focus al besloten: de Brabantse innovatiekracht -nieuwe technologie, nieuwe producten, nieuwe diensten - wordt exclusiever en meer gebundeld ingezet op het versterkte
37
eerstelijnsmodel van de toekomst (‘smart health’). Door technologie (incl. food, farma en life sciences) en zorg slimmer aan elkaar te verbinden, komt de (technologische en sociale) innovatie maximaal bij de patiënt terecht, dat is de kern van de Brabantse strategie. Deze strategie is een Brabantse agenda, maar de uitvoering beperkt zich niet tot de grenzen van de provincie. Er zullen op hogere schaalniveaus allianties moeten worden aangegaan. Samenwerking op Zuidnederlands niveau en/of met Vlaanderen ligt het meest voor de hand. Dat is al manifest op technologische gebieden als life tec en nanotech for health. Rond agrofood en life sciences liggen er ook samenwerkingskansen met Oost-Nederland (Health Valley en Food Valley). Stap 3 - Brabant EU-proeftuin ‘Smart Health’ In potentie heeft Brabant een sterk health cluster, maar het is nog niet echt zichtbaar. Er is bovendien veel concurrentie, want het thema speelt al in veel regio’s. Naast het bundelen en opschalen van initiatieven (zie hieronder) vraagt dit eerst en vooral om een uitgekiende regiobranding. Dit is tevens gewenst om met succes te kunnen inspelen op de EU agenda 2020, die aantrekkelijke aanknopingspunten biedt voor Brabant. De EU verlangt echter wel dat regio’s hun ‘smart specialisations’ formuleren. Dat onderstreept de noodzaak van regiobranding. Brabant zou zich in dit kader moeten positioneren als ‘EU-proeftuin Smart Health’. Een dergelijke positionering kan rekenen op herkenning en draagvlak in het veld en bij de belangrijkste stakeholders (industrie, wetenschap, zorginstellingen, patiëntenorganisaties). In die positionering worden de drie Brabantse krachtgebieden via het strategische begrip ‘smart health’ op één noemer gebracht: Liftetec, Health @home en Life & health.
38
Het Economisch Programma Brabant 2020 biedt een basis voor de uitwerking door: • het Brabantbreed opzetten van vraag- en marktgedreven proeftuinen en (regionale) implementatietuinen30 (living labs, experimental design landscapes); • hiervoor regelarme experimenteerruimte claimen op nationaal niveau (ontschotting ZWW, AWBZ, Wmo; innovatiebevorderende bekostiging); • het voeren van een actieve EU-strategie en het participeren in European Innovation Partnerships; • het instellen van een provinciaal revolverend MKB-innovatiefonds; • het opzetten van een kenniscentrum/-netwerk ‘Smart Health’ (mobiliseren, faciliteren, accelereren, voor MKB, zorginstellingen e.d., o.a. richting EU-programma’s). 30. O.a. Midden-Brabant (Midpoint, Care avenue), West-Brabant (BZW, Zorg in Balans, Position paper Zorgondernemers West-Brabant en Zeeland, 2011).
ADVIES VERSNELLINGSAGENDA ZORGECONOMIE
Stap 4 – Opschalen, verbinden en versnellen Strategisch is van belang dat op Brabants niveau nieuwe en bestaande (regionale) initiatieven aan elkaar worden verbonden. Daarmee ontstaat op de beide schaalniveaus - provinciaal en regionaal - extra dynamiek en versnelling en wordt de regio echt op de kaart gezet: ‘Brabant region of smart health’. Dit vraagt wel om een vorm van regievoering, waarbij bij voorkeur zou moeten worden aangesloten bij bestaande organisaties en structuren. Hierin kan worden voorzien door op provinciaal niveau een Strategisch Platform ‘Smart Health’ in te stellen, waarin de relevante stakeholders vertegenwoordigd zijn. Dit platform kan adviseren over het formuleren van Brabant brede ontwikkelopdrachten, waar regio’s en (samenwerkende) organisaties op kunnen intekenen.
Stap 5 – Kiezen voor stakeholdersmodel Bij het thema ‘zorgeconomie’ zijn veel partijen - zowel publiek als privaat - actief betrokken: het bedrijfsleven, de zorginstellingen, universiteiten en overige kennisinstellingen, onderzoeksinstituten, patiëntenorganisaties, financiers (zorgverzekeraars, gemeenten) en - last but not least - de samenwerkende partijen in de regio’s. Door al op voorhand aan te geven dat de provincie kiest voor het stakeholdersmodel, en dat men dus niet op de traditionele manier vanuit het Provinciehuis de kar zal trekken, wordt zoveel mogelijk initiatief- en ondernemingsruimte geboden aan de samenwerkende partijen. Dit vraagt echter wel om een vorm van regie op Brabants niveau. Geadviseerd wordt te kiezen voor het instellen van een Strategisch Platform ‘Smart Health’.
Stap 6 – Organisatie overige randvoorwaarden Via het Economisch Programma 2020 wordt bevorderd dat de juiste randvoorwaarden worden geschapen op aanpalende domeinen. Daar moet niet alleen de basis op orde zijn, maar ook moet er geschakeld kunnen worden met de Brabantse strategische agenda ‘smart health’. In dit kader noemen wij de volgende hoofdzaken. • Slim organiseren Het bieden van innovatie- en ondernemingsruimte voor bedrijven, actief inzetten op kennisvalorisatie vanuit onderwijs en zorg (inclusief start-ups), ruimte voor nieuwe organisatievormen (o.a. coöperatieve verbanden), businessmodellen en innovatiemethoden.
39
• Slim financieren T oegankelijke kapitaalstructuur (seed en preseed), aanboren privaat kapitaal, toegang tot EU-fondsen, instelling van een revolverend MKB-innovatiefonds. • Slim alloceren en opleiden G ecoördineerde Brabantse arbeidsmarktaanpak, organiseren van ‘worldclass onderwijs’, clustergewijs organiseren van het health-onderwijs (technologisch, zorg), organiseren van doorlopende leerlijnen mbo/hbo/wo, opzetten van een netwerkorganisatie (voor basiskennis en vakmanschap tot kenniswerkers en marketeers).31
40
31. Vgl. SER Brabant/Kamers van Koophandel, Investeren in ‘worldclass onderwijs’. Aanbevelingen voor de ‘Agenda van Brabant’, 2011; Brabant Medical School e.a., Innovatieprogramma Zorgonderwijs 2.0, 2011.
ADVIES VERSNELLINGSAGENDA ZORGECONOMIE
5. Inzet provincie De rol en inzet van de provincie zitten besloten in het Strategisch Kader en de daarin onderscheiden stappen. Die inzet is er primair op gericht om Noord-Brabant door te laten groeien van peloton (2012) naar absolute kopgroep van EUregio’s (2020) op dit gebied. Daar zit de belangrijkste legitimatie voor een stevige provinciale inzet. Conform de uitgangspunten in het Bestuursakkoord ‘Tien voor Brabant’ wordt geadviseerd om als provincie de rol van ‘ondernemende overheid’ te kiezen, met de nadruk op faciliteren en aanjagen. Bedrijven, zorginstellingen en kennisinstellingen worden samen met andere publieke en private stakeholders aan slag gebracht. Op provinciaal niveau wordt actief invulling gegeven aan verbinden, versnellen en opschalen, opdat de health-potenties van Brabant in 2012-2015 (inter)nationaal echt zichtbaar gaan worden.
Kernopgaven 1. Ontwikkelen van een breed maatschappelijk onderschreven Brabantse visie op gezondheid en gezondheidszorg 2025 (overleg met stakeholders, organiseren debat in de provincie, inschakelen social media, etc.). 2. Instellen Strategisch Platform ‘Smart Health’. 3. Schakelen met Den Haag (regelarme experimenteerruimte) en Brussel (European Innovation Partnerships). 4. Organiseren ontwikkelcapaciteit voor ‘verbinden, versnellen, opschalen’, o.a. door het opzetten van een kenniscentrum/-netwerk ‘Smart Health’. 5. .Instellen van een revolverend MKB-innovatiefonds ter grootte van minimaal ca. € 10 mln. om effectief te kunnen aanjagen en insteken op de EU-fondsen 2014-2020. 6. Randvoorwaarden/infrastructuur op orde brengen: • slim organiseren; • slim financieren; • slim alloceren en opleiden.
41
42
ADVIES VERSNELLINGSAGENDA ZORGECONOMIE
Bijlage GESPREKSPARTNERS De heer F.J.M. van Kalmthout Avans Hogeschool De heer H.J. Weggen Avoord Zorg en Wonen De heer D. de Jager BOM De heer E. van Oorschot BOM Mevrouw R. Hein BOM/5-Sterrenregio De heer H. Hendrix Brabant Medical School/Elisabeth Ziekenhuis De heer J. Brouwers Brainport Development De heer A. Landstra Brainport Development De heer P. Portheine Brainport Development De heer G. van der Horst BZW/SER Brabant De heer R. Mens BZW Mevrouw M. Sol Consultancy Bureau Sol De heer J. Gijzen CZ De heer J. Vermeulen CZ De heer A. de Jonge Diabetes Vereniging Nederland Mevrouw E. Willemse Expertisecentrum Familiezorg De heer R. Overdiep Fontys Paramedische Hogeschool De heer H. Brons Groenhuysen De heer G. Hijl HAS Kennistransfer De heer W. Spaan Jeroen Bosch Ziekenhuis Mevrouw M. Renée Kamer van Koophandel Brabant De heer C. van Gerwen Koning Willem I College De heer W. Derksen Kuijpers Installaties De heer J. van Kuijk MidPoint Brabant/Zorgnetwerk Midden-Brabant De heer R. van ‘t Hullenaar Maxima Medisch Centrum Mevrouw J. Verhoeven NPCF/Provinciale Raad Gezondheid De heer J. van den Hurk Philips Healthcare/Holland Health Tech De heer G.A.C.M. Spierings Philips Research Mevrouw H. Meijs ROC Eindhoven De heer B. van Dijk SER Brabant/Provinciale Raad Gezondheid De heer J.A. Roukema Tilburg University/Elisabeth Ziekenhuis De heer H. Garretsen Tilburg University/Provinciale Raad Gezondheid De heer E.J. Sol TNO De heer P. Verrijt Transvorm De heer A.J.H.M. Peels TU/e De heer J.S. Misker TU/e . ........................................................................................
.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. .......................................................................................................................................................................
.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
...........................................................................................................
.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
...........................................................................................................................................................................................
.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. ........................................................................................................................................
. ...........................................................................................................
............................................................................
.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
.. . . . . . . . . . . . . . . . . . .
.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. ....................................................
.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
........................................................................................................
.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. ...............
.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. ..............................................................................................................................................................
. .............................................................................................................................................................
.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
43
De heer R. Fonville Mevrouw M. Swinkels De heer R. van der Reijden De heer H. Leenders De heer K. Burger Dirven De heer M. ter Harmsen van der Beek De heer M. van Gruijthuijsen Mevrouw E. Aarts Mevrouw M. Lestrade Mevrouw T. Klitsie De heer E. van Merriënboer De heer F. van Dooremalen Mevrouw C. Moonen Mevrouw M. Wijnstekers Mevrouw N. Wester Mevrouw S. van Eenbergen
TU/e ZorgTechnoService Zuidzorg Provinciale Staten Provinciale Staten Provinciale Staten Provinciale Staten Provinciale Staten Provinciale Staten Provinciale Staten Provincie Noord-Brabant Provincie Noord-Brabant Provincie Noord-Brabant Provincie Noord-Brabant Provincie Noord-Brabant Provincie Noord-Brabant
.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. ...............................................................................................................
.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. ........................................................................................................................
.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. ..................................................................................................................
................................................................................................................................
. .......................................................................
.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
...............................................................................................
.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
..........................................................................
SECRETARIAAT De heer L. Dubbeldam De heer A. van den Dungen
SER Brabant Provinciale Raad Gezondheid
......................................................................................................................................
44
.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
ADVIES VERSNELLINGSAGENDA ZORGECONOMIE
46
ADVIES VERSNELLINGSAGENDA ZORGECONOMIE
Pettelaarpark 10 Postbus 70 5201 AB ‘s-Hertogenbosch (073) 6806660
[email protected] www.serbrabant.nl
47 Rijnstraat 4 5215 ER ’s-Hertogenbosch (073) 6120766
[email protected] www.provincialeraadgezondheid.nl www.alliantiegezondbrabant.nl