!
Rémy Bonnaffé
Administratief beroep Het administratief beroep een beroep dat: - wordt ingesteld bij een orgaan van het actief bestuur - dat ertoe strekt een beslissing • van wie: ‣ dat orgaan zelf ‣ een hiërarchisch ondergeschikt orgaan ‣ een onder toezicht staand orgaan ‣ een andere administratieve overheid • wat: ‣ doen intrekken ‣ vernietigen ‣ wijzigen ‣ indien geen dergelijke beslissing werd genomen, alsnog een beslissing te bewerkstelligen 1. Toelichting 1.1.
Algemeen
Als de burger meent geschaad te zijn door een beslissing van een administratieve overheid kan hij eerst gaan naar de administratie zelf i.p.v. meteen naar rechtbank. Beoordeelt: - Wettigheid - opportuniteit Mag op een redelijke wijze oordelen op grond van welke gegevens welke maatregelen genomen dienen te worden om de aangekondigde doelstellingen te bereiken. Essentieel element: beroep bij een administratieve overheid - administratieve beslissing - een gezag van gewijsde (= onderscheid met jurisdictioneel beroep) 1.2.
Indeling naargelang de overheid bij wie men beroep instelt
- willig of oneigenlijk beroep: bij dezelfde overheid die de beslissing nam - hiërarchisch beroep: bij een hiërarchisch meerdere - beroep bij de toezichthoudende overheid: beroep bij de overheid die toezicht houdt op de gedecentraliseerde overheid die de beslissing nam - beroep bij een andere administratieve overheid: geen hiërarchische/toezichthoudende relatie • Vol beroep: overheid in beroep kan volledig nieuwe beslissing nemen (hoeft zich niet te beperken tot vernietiging)
!
Rémy Bonnaffé
1.3.
Indeling naargelang de verplichting op het beroep te antwoorden
- georganiseerd beroep: • overheid is verplicht te antwoorden • verplichting gebaseerd op een duidelijke rechtsregel (termijnen, ...) • meestal wordt de aanvraag in haar volledigheid onderzocht: • Moet uitgeput worden vooraleer naar RvS te kunnen gaan - niet-georganiseerd beroep: • geen verplichting om te beslissing • niet uitputten om naar de RvS te kunnen gaan • typische voorbeelden: ‣ willig of oneigenlijk beroep (nagenoeg altijd) ‣ hiërarchisch beroep (meestal niet)
!
Rémy Bonnaffé
Administratief toezicht Geheel van middelen waarover de toezichthoudende overheid beschikt om: - wie: gedecentraliseerde diensten/overheden: • territoriaal (provincies, gemeenten en O.C.M.W.’s, ...) • functioneel (instellingen van openbaar nut, ...) - wat: • legaliteitscontrole: verplichten rechtsregels na te leven • opportuniteitscontrole: verplichten het algemeen belang te eerbiedigen 1. Toelichting 1.1.
Algemeen
Sommige openbare diensten/overheden worden opgericht als: - territoriaal gedecentraliseerde overheden (vb: gemeentes, provincies) - functioneel gedecentraliseerde overheden (vb: Universiteit Gent) Hieruit volgt: - eigen rechtspersoonlijkheid - beslissingsrecht t.o.v. de openbare macht die hen tot stand heeft gebracht • wordt uitgevoerd in naam van de publiekrechtelijke persoon, niet in naam van het centrale bestuur Ze zijn niet aan het hiërarchisch gezag onderworpen, maar worden wel gecontroleerd door de toezichthoudende overheid. Verschil met hiërarchisch gezag: toezichthoudende overheid kan in principe niet in plaats van de gedecentraliseerde overheid beslissen. Gedecentraliseerde overheid zal opnieuw beslissing moeten nemen (tenzij ‘dwangtoezicht’) Hieronder wordt enkel het administratief toezicht op territoriaal gedecentraliseerde overheden besproken. Opgelet: er gelden bijzondere regelingen voor: - de Brusselse randgemeenten - gemeente Voeren 1.2.
Gewoon administratief toezicht
Gewesten zijn bevoegd voor het administratief toezicht van gemeen recht = administratief toezicht op handelingen die gemeenten stellen in het kader van: - hun eigen bevoegdheden (aangelegenheden die van provinciaal of van gemeentelijk belang zijn) - de medebewindstaken indien daarbij niet in een strengere controle door de bevoegde wet- of decreetgever werd voorzien.
!
Rémy Bonnaffé
Er wordt zowel in het gemeente- als provinciedecreet een onderscheid gemaakt tussen: a. Algemeen administratief toezicht Een beslissing is onmiddellijk uitvoerbaar tenzij deze naderhand wordt: - geschorst • wat: toezichthoudende overheid verzet tegen de uitvoering van een beslissing • tijdelijk: indien de beslissing later niet wordt ingetrokken of vernietigd verliest de schorsing haar juridische impact • bevoegdheden: ‣ provinciegouverneur: voor beslissingen van de gemeenten ‣ Vlaamse regering: voor beslissingen van de provincies - Vernietigd • wat: toezichthoudende overheid doet een handeling teniet • vernietiging werkt retroactief • bevoegdheden: Vlaamse regering voor zowel gemeenten als provincies • normaal wordt de beslissing eerst geschorst - mogelijke redenen voor schorsing en vernietiging: de beslissing • schendt een rechtsregel of • schaadt het algemeen belang Algemeen administratief toezicht wordt meestal op gang gebracht na een klacht (administratief beroep bij de toezichthoudende overheid). b. Bijzonder administratief toezicht Beslissing van gemeente- of provinciebestuur is pas uitvoerbaar nadat de Vlaamse regering expliciet goedkeurt. Beperkt aantal handelingen, vb.: - oprichting autonoom gemeentebedrijf - oprichting districtsbestuur c. Dwangtoezicht Mogelijk na ingebrekestelling een commissaris naar gemeente of provincie sturen om: - informatie in te zamelen - maatregelen ten uitvoer te brengen die in rechte zijn voorgeschreven Het is dus mogelijk de onwilligheid van een gemeente- of provinciebestuur te breken en beslissingen te nemen in naam van het bestuur. 1.3.
Specifiek administratief toezicht
Gemeenten en provincies oefenen ook een aantal functies uit die hen opgedragen worden door de fed., gemeens.- of gewestsoverheid worden opgedragen (medebewindstaken). Voor de medebewindstaken kan een specifiek administratief toezicht georganiseerd. Bevoegdheid voor organisatie (bepaalt ook de vorm, zie vorige puntjes a, b en c) en uitoefening ligt bij de overheid die bevoegd is voor betrokken materie. Indien geen specifiek administratief toezicht georganiseerd wordt valt deze terug onder het gewoon administratief toezicht (gewestsbevoegdheid).
!
Rémy Bonnaffé
Administratieve rechtshandeling - eenzijdige en uitvoerbare rechtshandeling - die wordt verricht door een administratief orgaan 1. Toelichting 1.1.
Bespreking elementen in de definitie
a. Rechtshandeling Voorbereidende documenten van de wet betreffende de uitdrukkelijke motivering van bestuurshandelingen (1991): rechtshandelingen zijn “de handelingen die bewust worden verricht met het oog op: - het creëren van rechtsgevolgen of - het beletten van de totstandkoming van bepaalde rechtsgevolgen”. b. Eenzijdig en uitvoerbaar Dus geen voorbereidende handelingen, niet-definitieve handelingen, niet-bindende adviezen, ... c. Uitgaande van een administratieve overheid Definitie van administratieve overheden (Procureur-generaal H. de Termicourt): - instellingen/lichamen die niet onder de rechterlijke/wetgevende macht ressorteren - die door een openbare macht zijn opgericht • regelt de organisatie en kan de werkwijze of de statuten bepalen en wijzigen - om te voorzien in een openbare dienst/openbaar nut - met de bevoegdheid om beslissingen te stellen die uitwerking hebben t.a.v. derden De juridische vorm (rechtspersoon van publiek- of privaatrecht) is niet doorslaggevend. Belangrijker zijn de volgende vragen: 1. beslissingsbevoegdheid? kan ze eenzijdige, uitvoerbare, derdenbindende maatregelen nemen 2. doel en opdracht van de rechtspersoon (algemeen nut/belang of niet)? 3. opgericht of erkend door de openbare overheid/wet/decreet? 4. belast met het beheer van een openbare dienst? 5. controlebevoegdheid van de openbare overheid op het orgaan?
!
Rémy Bonnaffé
1.2.
Belang en nut van de kwalificatie
- bevoegdheid van de Raad van State, afdeling bestuursrechtspraak (schorsen/vern.) - exceptie van onwettigheid 1.3.
Verordenende vs. beschikkende administratieve rechtshandelingen
- verordenende administratieve rechtshandelingen • Verordeningen • Geschreven rechtsregels met abstract, algemeen en onpersoonlijk karakter - beschikkende administratieve rechtshandelingen • een rechtsregel wordt toegepast m.b.t. een concreet geval (bep. persoon of zaak) ‣ moet sinds 1991 formeel gemotiveerd zijn ‣ beslissing moet zelf feitelijke en juridische gronden aangeven waarop ze berust
!
Rémy Bonnaffé
Afkondiging 1. Definitie - eerste daad van de uitvoering van een wet, decreet of ordonnantie - uitvoerende macht de authenticiteit en het bestaan van die wet, dat decreet of die ordonnantie bevestigd 2. Toelichting - Fed. wet: plechtige handeling door de Koning als hoofd van de uitvoerende macht • bevestigt het bestaan vd wet • beveelt dat ze met ’s Lands zegel wordt bekleed • beveelt dat ze in het Belgisch staatsblad wordt gepubliceerd - wettelijk bepaalde formule: “Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met ‘s Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt” - decreten en ordonnanties worden afgekondigd door gemeensch./gewestsregering
!
Rémy Bonnaffé
Alarmbelprocedure Een regeling waardoor: - Op verzoek van minstens 3/4 van de leden van een taalgroep in • Kamer van Volksvertegenwoordigers • De Senaat of • Brussels Hoofdstedelijke Parlement - Voor de eindstemming in de plenaire vergadering - Behandeling van ontwerp/voorstel van wet/ordonnantie kan worden opgeschort - Voorkomen dat een bepaald ontwerp/voorstel van wet/ordonnantie • betrekking tussen de gemeenschappen ernstig in het gedrang zou kunnen brengen. 1. Toelichting - Art. 54 G.W., ingevoerd 1970 - Ontwerpen van begroting & ontwerpen/voorstellen van wetten waarvoor al een bijzondere meerderheid is vereist - Slecht eenmaal door leden ve taalgroep ten aanzien van hetzelfde ont/voorst. Doel: vermijden dat één van de taalgroepen via eenvoudige meerderheidminderheidsverhouding wordt benadeeld. • Ministerraad over ontwerp/voorstel moet uitspreken: beoogd compromis • Lukt dat niet: regeringscrisis, leiden tot ontslag regering 1.1.
Verloop van de procedure: 1. Motie ‣ Wijst gewraakte bepalingen aan ‣ Verklaard waarom ontw/voorst. betrekking tssn gemeens. in gedrang brengt 2. (1) ondertekend 3/4 van leden van een taalgroep & ingediend voor eindstemming plenaire vergadering 3. Indiening (1) schorst verdere parlementaire behandeling vh voorst/ontw 4. Ministerraad binnen 30 dagen ‣ Gemotiveerd advies geven over de motie ‣ Eventueel voorstellen het ontwerp/voorstel amenderen 5. Betrokken kamer moet zich uitspreken over het advies of het amendement
1.2.
Op gemeenschapsniveau
- gelijkaardig mechanisme: ideologische en filosofische alarmbelprocedure • doel: voorkomen dat een van de levensbeschouwelijke visies benadeeld wordt • enkel toepasselijk in gemeenschapsaangelegenheden, niet in gewestelijke
!
Rémy Bonnaffé
Ambtenaar - sensu lato: iedere burger die aan de uitoefening van de openbare macht deelneemt - sensu stricto: de persoon die statutair en meestal in vast dienstverband werkzaam is in een overheidsdienst 2. Toelichting 2.1.
Statuut van de ambtenaar
- rechten en plichten van de ambtenaar geregeld in een statuut (i.p.v. overeenkomst) • rechtstoestand is niet het gevolg van onderling overleg • rechtstoestand wordt eenzijdig bij wet/reglement door de overheid bepaald • ambtenaar kan enkel kiezen het statuut te aanvaarden of te weigeren • kan eenzijdig gewijzigd worden door de overheid ‣ moeten eerst onderhandeld worden met de vakbonden • voordeel: ‣ vastheid van betrekking ‣ kan enkel worden ontslagen: • door een tuchtmaatregel • in uitzonderlijke omstandigheden - overheid stelt echter ook contractueel personeel tewerk 2.2.
Benoeming
- benoeming: handeling waarbij de overheid eenzijdig het wettelijk of reglementair statuut op een ambtenaar van toepassing verklaart • wordt pas effectief als de betrokkene de benoeming aanvaardt - bevordering: ambtenaar wordt benoemd tot een graad van een hogere rang - benoemings-/bevorderingsvoorwaarden zijn aan strike regels onderworpen • o.a. om politieke benoemingen en bevorderingen uit te sluiten 2.3.
Bevoegdheden
- sinds staatshervorming 1988: in principe Gemeenschappen en Gewesten bevoegd voor vaststellen statuut eigen personeel • aantal algemene principes (bepaald in een K.B.)
!
Rémy Bonnaffé
Amnestie 1. Definitie - beslissing van de wetgevende macht - met terugwerkende kracht - ontneemt strafbare handelingen hun strafbaar karakter 2. Toelichting - retroactief wordt dus de schuld weggenomen • Zodat handeling wettelijk wordt geacht nooit een misdrijf te zij - een zaak van de wetgever • kan ook krachtens een wet (koning bepaalt strafbare feiten die onder regel valt) - Juiste draagwijdte van de amnestieregel wordt in iedere amnestiewet afz. omsch. - geen algemene (grondwettelijke) beginselen inzake draagwijdte • aangenomen dat ze een algemene (niet-individuele) draagwijdte moet hebben • aangenomen dat het wetten van openbare orde zijn - heeft principieel geen betrekking op veiligheidsmaatregelen (vb. internering) - in België reeds 10 amnestiewetten afgekondigd
!
Rémy Bonnaffé
Algemeen rechtsbeginsel 1. Definitie - Een rechtsregel die door de rechter • Direct of • Indirect - Wordt afgeleid uit principes die aan de gehele rechtsorde ten grondslag liggen en - Die om die reden als fundamenteel worden beschouwd 2. Toelichting 2.1.
Oorsprong algemene rechtsbeginselen
Rechter: - mag geen algemene en als regel geldende beschikking maken (art. 6 Ger. W.) - mag zich niet schuldig maken aan rechtsweigering (art. 5 Ger. W.) Oplossing: hij kan algemene rechtsbeginselen afleiden uit grondwettelijke, wettelijke of reglementaire normen. Onderscheid met gewoonterechtelijke regels: ontstaan niet afhankelijk van een gevestigde praktijk 2.2.
Algemene rechtsbeginselen met grondwettelijke waarde
- vullen de Grondwet aan en staan hiërarchisch boven de wet - enkel het Grondwettelijk Hof kan deze ‘erkennen’ - Grondwettelijk Hof heeft o.a. volgende erkend: recht van verdediging, onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de rechter, evenredigheidbeginsel 2.3.
Algemene rechtsbeginselen met wettelijke waarde
- vullen de wet aan - staan hiërarchisch boven de administratieve rechtshandelingen - Raad van State heeft o.a. beginsel van behoorlijk bestuur ontwikkeld (vb: zorgvuldigheidsbeginsel, de zuinigheid, de onpartijdigheid en het rechtszekerheidsbeginsel)
!
Rémy Bonnaffé
Arrest 1. Definitie Een beslissing van één van de hogere Belgische rechtscolleges: 1. Hoven van beroep 2. Arbeidshoven 3. Militair gerechtshof (in oorlogstijd) 4. De hoven van assisen 5. Het Hof van Cassatie 6. Het Grondwettelijk Hof en de Raad van State Ook de beslissing van 7. Hof van Justitie van de Europese gemeenschappen 8. Het Gerecht van Eerste Aanleg 9. Het Europees hof voor de rechten van de mens 10. Benelux Gerechtshof
!
Rémy Bonnaffé
Begroting 1. Definitie - raming van inkomsten/uitgaven v/e overheidsorgaan voor een toekomstige periode - Die een verplichting inhoudt om de geraamde ontvangsten in te vorderen - machtiging om de geraamde uitgaven aan te gaan en te betalen 2. Toelichting 2.1.
Algemeen
- regering bereidt de begroting voor in een ontwerp van begroting - uiteindelijke vaststelling door de wetgevende macht - begroting neemt de vorm aan van een wet in formele zin • geen voorafgaand advies van Raad van State afdeling wetgeving nodig • kunnen niet dienen als grondslag voor een reglementair besluit • uitzondering: begrotingsruiters: materiële regels in de begrotingswet 2.2.
Basisbeginsel die uit de Grondwet voortvloeien
a. Annaliteitsbeginsel (eenjarigheidsbeginsel) b. Universaliteitsbeginsel - alle uitgaven moeten in de begroting terug te vinden zijn - verbod voorbehoud bepaalde ontvangst voor bepaalde uitgave (niet-affectatie) o afwijking slechts mogelijk via de een begrotingsfonds (vb. Minafonds) c. Specialiteitbeginsel - geen artikel van de begrotingsuitgaven mag overschreden worden - geen overschrijving tussen verschillende begrotingsartikelen • overschot mag niet aangewend worden om een tekort op een ander artikel te voorkomen behoudens aanpassing van de begroting
!
Rémy Bonnaffé
Bekendmaking - handeling van de uitvoerende macht - Een materiële wet wordt ter kennis gebracht van de burger op door wet bepaalde wijze - Opdat deze ten aanzien van hem verplichtend kan zijn 1. Toelichting Art. 190 G.W.: - Geen wet, besluit of verordening van algemeen, provenciaal of gemeentelijk bestuur verbindend dan na te zijn bekendgemaakt in de vorm bij de wet bepaald. - Voor decreten, ordonnanties en gemeenschaps- en gewestbesluiten: art. 22 BWHI Materiële wet verplichten opleggen aan rechtsonderhorigen: - Eerst bekend maken het federale beleidsniveau: BS Gemeenschappen en gewesten: BS - 10 dagen na publicatie, tenzij: • Wet zelf een ander termijn bepaald • Uitvoerende macht word gemachtigd om de datum van inwerkingtreding te bepalen Normen van het Provenciaal bestuur: Belgisch Bestuursmemoriaal Gemeentelijke bestuur: Aanplakking - 5 dagen na publicatie: • Tenzij anders bepaald
!
Rémy Bonnaffé
Bekrachtiging 1. Definitie - Laatste stadium van de wetgevende procedure - Koning of de gemeenschaps- of gewestregering, als tak van de wetgevende macht - Zich akkoord verklaart met de door het federale parlement, respectievelijk het gemeenschaps- of gewestparlement, aangenomen voorstel of ontwerp van wet, decreet of ordonnantie. 2. Toelichting - Art. 36 G.W.: de wetgevende macht wordt gezamenlijk uitgeoefend door: • Koning • Kamer van volksvertegenwoordigers • Senaat - Art. 109 G.W.: de Koning bekrachtigt de wetten en kondigt ze af • Als deel van de wetgevende macht • Mogelijkheid om te weigeren wordt tegenwoordig onmogelijk geacht - Bekrachtigingsformule verschilt naargelang welke kamer(s) wet gestemd hebben
!
Rémy Bonnaffé
Belangenconflict 1. Definitie - Conflicten die ontstaan doordat de belangen van de: • Federale overheid • Gemeenschap of gewestregering - Ernstig worden geschaad door het doen of laten van een andere component vd staat - Kan ontstaan door: • Initiatieven van de wetgevende of uitvoerende macht • Door het ontbreken van initiatieven • Niet-naleven van de voorgeschreven overlegprocedures 2. Toelichting - Om belangenconflicten te vermijden = Art. 143 G.W.: voorziet de loyauteit van • Federale Staat • De gemeenschappen • De gewesten • Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie - Verschil met bevoegdheidsconflict: • Oorzaak niet in schending van een bevoegdheidsregel • Wel in opportuniteit of de wijze waarop een bevoegdheid wordt uitgeoefend 2.1.
Belangenconflict op parlementair vlak
- Wanneer: • Federale wetgevende kamer • Gemeenschaps- of gewestparlement • Vergadering van de Franse Gemeenschapscommissie • Verenigde Vergadering van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie - Oordeelt ernstig te kunnen worden benadeeld door: • een ontwerp of voorstel van wet, decreet of ordonnantie • door een amendement daarop • dat wordt behandeld bij een andere wetgevende vergadering - Kan de betrokkene wetgevende vergadering door middel van een motie de schorsing van de procedure in de andere wetgevende vergadering gedurende 60 bekomen om overleg te kunnen plegen - Indien door dat overleg geen oplossing: zaak voorgesteld aan Senaat die advies geeft aan het Overlegcomité (bij belangenconflict federale wetg. kamer meteen naar OC) - Overlegcomité neemt vervolgend de beslissing - Overlegcomité: • Politiek orgaan • Dubbele paritaire manier is samengesteld
!
Rémy Bonnaffé
‣ Gelijk aantal vertegenwoordigers van de federale regering, waaronder de eerste minister die het overlegcomité voorzit & ministers van de gemeenschaps- en gewestregering ‣ Evenveel Nederlandstaligen en Franstaligen 2.2.
Belangenconflict op regeringsvlak
- Wanneer: • Federale regering • Gemeenschaps- of geestregering • Het verenigde College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie - Oordeelt ernstig te kunnen worden benadeeld door: • Een ontwerp van beslissing • Beslissing - Dan kan de • Eerste Minister • Voorzitter van de regeringen of • Verenigde college van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie - De zaak met het oog op overleg aanhangig maken bij het overlegcomité - Betwiste beslissing ode uitvoering ervan geschorst gedurende 60 dagen, waarbinnen OC volgens de procedure van consensus beslist
!
Rémy Bonnaffé
Belasting 1. Definitie - Een verplichte geldelijke bijdrage aan de overheid - Zonder rechtstreeks aanwijsbare tegenprestatie vanwege die overheid 2. Toelichting 2.1.
Algemeen
- Essentieel element: verplichte bijdrage - Dient om de algemene uitgaven van de overheid te financieren - Drie grondwettelijke principes: • Legaliteitsbeginsel: ‣ belasting slechts worden ingevoerd door de verkozen beraadslagende organen van de verschillende beleidsniveaus ‣ die de aanslagvoet, de hoogte en de uitzondering bepalen • Gelijkheidsbeginsel: ‣ verbiedt dat inzake belastingen voorrechten worden ingevoerd • Annaliteitsbeginsel: ‣ Belastingen jaarlijks wordt gestemd 2.2.
Onderscheid directe/indirecte belastingen
- directe belastingen: geheven op een periodiek weerkerende toestand • Personenbelasting, vennootschapsbelasting - indirecte belastingen: geheven op toevallige, geïsoleerde bijzondere rechtshandelingen of juridische feiten • goederen en diensten (vb. BTW) • douanerechten 2.2.1.1.
Onderscheid belasting/retributie
- retributie: • vrijheid om al dan niet gebruik te maken van de dienst • hoogte van de dienst moet overeenstemmen met de waarde van de dienst • wettelijke basis noodzakelijk, maar enkel in hoofdlijnen • annaliteitsbeginsel geldt niet
!
Rémy Bonnaffé
Bijzondere wet 1. Definitie - Een (federale) wet die moet worden aangenomen met een meerderheid van de uitgebrachte stemmen in elke taalgroep van zowel • De Kamer van Volksvertegenwoordigers als • De Senaat - Op voorwaarde dat de meerderheid van elke taalgroep aanwezig is en - het totaal van de uitgebrachte stemmen een ja-stem is 2. Toelichting Meerderheid veronderstelt dat (Art. 4 G.W.): - De meerderheid van de leden van elke taalgroep aanwezig is - De meerderheid van de uitgebrachte stemmen in elke taalgroep ja-stemmen zijn - Totaal van de ja-stemmen twee derden van de uitgebrachte stemmen bereikt Achterliggende gedachte: - Vermijden dat een voor een taalgemeenschap fundamentele aangelegenheid - via de werking van de eenvoudige meerderheidsregels - tegen de zin van die taalgemeenschap zou kunnen worden doorgevoerd
!
Rémy Bonnaffé
Brussel 1. Defintie - Hoofdstad van België - Zetel van de Europese Commissie & commissies van het Europese Parlement - Hoofdstad van de Vlaamse Gemeenschap - Tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad is het enige tweetalige taalgebied bestaande uit: • Stad Brussel en de gemeenten (18): ‣ Schaarbeek ‣ Anderlecht ‣ Ukkel ‣ Elsene ‣ Sint-Jans-Molenbeek ‣ Vorst ‣ Sint-Lambrechts ‣ Woluwe ‣ Sint-Gillis ‣ Etterbeek ‣ Sint-Pieters-Woluwe ‣ Jette ‣ Evere ‣ Oudergem ‣ Watermaal-bosvoorde ‣ Ganshoren ‣ Sint-Joost-ten-Node ‣ Sint-Aghatha-Berchem ‣ Koekelberg - Brussels Hoofdstedelijk gewest: • gewest waarvan de bevoegdheden en de werking van de instellingen worden geregeld in de Bijzondere Wet Brusselse Instellingen • Waarvan het grondgebied overeenstemt met het grondgebied van ‣ het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad ‣ de Brusselse agglomeratie en ‣ het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad 2. Toelichting (enkel over Brussels Hoofdstedelijk Gewest) 2.1.
Algemeen
- Heeft rechtspersoonlijkheid - Beschikt over dezelfde bevoegdheden als het Vlaamse en het Waalse gewest. - Zijn instellingen oefenen daarnaast de bevoegdheden uit van: • de Brusselse agglomeratie • sommige provinciale en gemeenschapsbevoegdheden
!
Rémy Bonnaffé
2.2. (i)
Instellingen
Brussels Hoofdstedelijke Parlement - Vormt samen met de Brusselse Hoofdstedelijke Regering de wetgevende macht - Telt 89 leden - Om de 5 jaar rechtstreeks verkozen worden - Bestaat uit Nederlandse (17) en een Franse (72) taalgroep • Aantal enkel gewijzigd worden door een bijzondere wet - Verkiezingen gebeuren met eentalige lijsten zodat de Brusselse inwoners ofwel op een Franstalige lijst, ofwel op een Nederlandstalige lijst dienen te stemmen
(ii)
Brussels Hoofdstedelijke Regering
- Vormt de uitvoerende macht - Bestaat uit 5 leden die door Brussels Hoofdstedelijk Parlement worden verkozen - Behalve voorzitter telt de BH regering 2 Nederlandstalige en 2 Franstalige leden. - Moet personen van verschillend geslacht tellen - Beslist collegiaal en bij consensus - Naast BH Regering verkiest het BH Parlement 3 gewestelijke staatssecretarissen • Waarvan minstens één tot de kleinste taalgroep (Nederlandse taalgroep) moet behoren • Maken geen deel uit van de regering maar kunnen wel haar vergaderingen bijwonen 2.3. (i)
Bevoegdheden
Gewestbevoegdheden - Met uitzondering van de constitutieve autonomie dezelfde bevoegdheden als VL en W Gewest - Oefent deze bevoegdheden niet uit dmv decreten, maar ordonnanties • Staat hiërarchisch echter niet op hetzelfde niveau als gewestdecreten • 1. Kunnen door elke rechter aan die bepalingen van de Grondwet worden getoetst waaran het GH niet vermag te toetsen • 2. Koning, ter vrijwaring van de internationale rol en de hoofdstedelijke functie van Brussel, bij een in ministerraad overlegde besluit de uitvoering ervan schorsen van ordonnanties van het Brusselse Parlement en besluiten van de Brusselse Regering die betrekking hebben op: ‣ De stedenbouw en de ruimtelijke ordening ‣ De openbare werken en het vervoer • 3. Ordonnanties niet authentiek worden geïnterpreteerd (itt decreten)
(ii)
Gemeenschapsbevoegdheden
- Brusselse instellingen worden gebruikt om de gemeenschapsbevoegdheden in Brussel uit te oefenen
!
Rémy Bonnaffé
- Vl/Fr Gemeenschap oefenen in Brussel hun bevoegdheden uit via de Vlaamse/ Franse Gemeenschapscommissie, die optreden als gedecentraliseerde besturen van de Vlaamse/Franse Gemeenschap - Staatshervorming 1993: Franse Gemeenschap aantal bevoegdheden overgedragen aan de Franse Gemeenschapscommissie in Brussel, die in die hoedanigheid optreed als autonome gemeenschap dmv decreten Vergadering van de Vlaamse Gemeenschapscommissie bestaat uit de - 17 leden van de Nederlandse taalgroep van het Brussels Hoofdstedelijke Parlement - het college van de Vlaamse Gemeenschapscommissie uit de Nederlandstalige leden van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering - de Nederlandstalige staatssecretarissen Vergadering van de Franse Gemeenschapscommissie bestaat uit - De 72 leden van de Franse taalgroep van het Brussels Hoofdstedelijk Parlement - Het college van de Franse Gemeenschapscommissie uit de Franstalige leden van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering - Franstalige Staatssecretarissen Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie: gemeenschapsaangelegenheden die gemeen zijn aan beide gemeenschappen, treed op als een autonome vierde gemeenschap d.m.v. ordonnanties. - Het gaar daarbij om de bevoegdheden t.a.v de • bipersoonsgebonden instellingen • de bevoegdheden inzake persoonsgebonden aangelegenheden t.a.v de fysieke personen in Brussels-Hoofdstad - treedt op als federaal gedecentraliseerd bestuur: • T.a.v de biculturele en bi-onderwijsaangelegendheden • de maatregelen op vlak van onderwijs en cultuur die de Brusselaars rechtstreeks raken - De verenigde Vergadering van de Gemeenschappelijke Gemeenscapscommissie bestaat uit alle 89 leden van • het Brussels Hoofdstedelijk Parlement - Het Verenigde College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie uit • de leden van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering • Maar de voorzitter heeft enkel een raadgevende stem 2.4.
Provinciale bevoegdheden
- Staatshervorming ‘93, 1 jan ’95 provincie Brabant opgesplitst in: Vlaams- & WaalsBrabant.
!
Rémy Bonnaffé
- Grondgebied van de 19 Brussels gemeenten ontsnapt dus aan de provinciale indeling en bestaat als een tweetalig arrondissement Brussel-Hoofstad • In dit arrondissement oefent een commissaris van de federale regering met de titel van gouverneur een aantal federale bevoegdheden uit • Daarnaast vicegouverneur die enkel bevoegdheden heeft inzake de toepassing van de wetten op het gebruik der talen in bestuurszaken en in het onderwijs - Sommige vroegere provinciale bevoegdheden worden thans uitgeoefend door de Gemeenschappen of de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie - De meeste provinciale bevoegdheden worden echter uitgeoefend door de organen van het Brussels Hoofdstedelijke Gewest
!
Rémy Bonnaffé
Constitutieve autonomie 1. Definitie Bevoegdheid van de deelstaten van een federale staat om de inrichting en de werking van hun eigen organen te bepalen 2. Toelichting - Deelstaten zijn niet onafhankelijk → bepalen niet volledig zelf eigen inrichting - Basisregels worden vastgelegd door federale Grondwet en wetgeving - Deelstaten hebben eigen bevoegdheid om instellingen te organiseren: constitutieve autonomie - Evolutie: • Tot 1993: beperkt en onvoldoende om van constitutieve autonomie te spreken • 1993: grondwetswijziging → mogelijkheid hiervoor wordt geopend ‣ Vlaams Parlement, Parlement van de Franse Gemeenschap en het parlement van het Waalse Gewest → aangelegenheden betreffende hun verkiezing, samenstelling en werking zelf te regelen. - Twee voorwaarden: • Bijzondere wet moet aanduiden voor welke aangelegenheden deze bevoegdheid wordt toegewezen; en • Deze autonomie moet vorm worden gegeven dmv een bijzonder decreet ‣ 2/3 goedgekeurd ‣ Meerderheid leden van betrokken Parlement aanwezig - Komt niet toe aan de Duitstalige gemeenschap en Brussels Hoofdstedelijk Gewest
!
Rémy Bonnaffé
Contraseign 1. Definitie Voorafgaandelijk ondertekening van een akte van de Koning door een minister of eventueel een (federale) staatssecretaris. 2. Toelichting - Art. 88 GW.: Koning onschendbaar en zijn ministers verantwoordelijk - Art. 106 GW.: geen akte van de Koning gevolg hebben, wanneer zij niet is medeondertekend door een minister, die daardoor alleen reeds, ervoor verantwoordelijk wordt → Koning = niet bevoegd alleen te handelen. - ‘onverantwoordelijk’ en kan niet door het federale parlement ter verantwoording worden geroepen. - Ministers of federale regering zijn verantwoordelijk voor handelen van Koning • Moeten verantwoording afleggen in het parlement • “Le Roi règne et ne fouverne pas’ - Elke handeling, ook niet-geschreven, die enige politieke weerslag heeft • N.a.v. ontvangst door de Koning van José Happart
!
Rémy Bonnaffé
Coöptatie 1. Definitie Aanduiding van personen voor een bepaalde functie door personen die een dergelijke functie reeds zelf bekleden 2. Toelichting - komt voor bij de aanduiding van een aantal senatoren - ingevoerd in 1921 • gevolg van het invoeren van het algemeen enkelvoudig stemrecht om: ‣ de rekrutering van vooraanstaande personaliteiten mogelijk te maken ‣ te vermijden dat het nieuwe stelsel tot grote verschuivingen zou leiden - 1993: beperkt tot 6 senatoren voor de Nederlands taalgroep en 4 vr Franse taalgr.
!
Rémy Bonnaffé
Deconcentratie - Decentralisatie 1. Definitie Deconcentratie: - De bestuurlijke organisatie vorm waarbij - Door een overheid bevoegdheden worden gedelegeerd aan ondergeschikte organen - Die aan het hiërarchisch gezag van die overheid onderworpen zijn Decentralisatie - Bestuurlijke organisatievorm waarbij - Aan gedecentraliseerde overheden bevoegdheden worden toegewezen, - Waarvan de uitoefening aan het administratief toezicht van de toezichthoudende overheid onderworpen is 2. Toelichting Deconcentratie - Overheid delegeert een overheid intern een aantal bevoegdheden aan hiërarchisch ondergeschikte organen - Dezelfde rechtspersoon behoren als de bevoegdheidsdelegerende overheid - Gedeconcentreerde organen oefenen bevoegdheden uit voor naam en rekening - Oefent controle uit dmv hiërarchisch gezag: • Bevoegdheidsdelegerende overheid bevelen kan geven aan de gedeconcentreerde organen • Beslissingen van die gedeconcentreerde organen mag wijzigen of • De beslissing ervan mag vervangen door een andere beslissing (‘indeplaatsstelling’) ‣ Indien de hiërarchisch hogere overheid meent dat de beslissing van het gedeconcentreerde orgaan de wet schendt (legaliteitscontrole) of het algemeen belang niet dient (opportuniteitscontrole) Decentralisatie - Overheden beschikken over bevoegdheid om in hun toegewezen aangelegenheden autonoom beslissingen te nemen - Beschikken over eigen rechtspersoonlijkheid - Eigen naam en rekening - Onderworpen aan administratief toezicht • Toezichthoudende overheid mag controleren of de beslissing vd gedecentraliseerde overheid de wet respecteren (leg.controle) en doorgaans ook of de beslissing het ‘algemeen belang’ dient (opp.controle) • Na deze controle kan toezichthoudende overheid de beslissing schorsen of vernietigen • Kan niet in de plaats beslissen
!
Rémy Bonnaffé
‣ Gedecentraliseerde overheid opnieuw zelf een nieuwe beslissing, tenzij ‘dwangtoezicht’. - Territoriaal gedecentraliseerd (vb: gemeenten/provincies) - Functioneel gedecentraliseerd (vb: UGent)
!
Rémy Bonnaffé
Decreet - Ordonnantie 1. Definitie - Een juridische norm met kracht van wet - Die wordt aangenomen door de wetgevende macht van: • Vlaamse/Franse/Duitse gemeenschap • Vlaamse/Waalse gewest • Franse Gemeenschapscommissie • Brussels hoofdstedelijk gewest • Verenigde Vergadering van de Gemeenschappelijke Gemeenschappen - Ook een handeling waarbij Wetgevende Kamers in verenigde vergadering besluiten nemen - Ook normen aangenomen door het Nationaal Congres 2. Toelichting - Hiërarchisch zelfde niveau federale wet, uitzondering voor ordonnanties: • Ruimere gerechtelijke toetsingsmogelijkheid • Sommige gevallen een administratief toezicht kan worden uitgeoefend - Rechtskracht beperkt tot betrokken gemeenschap/gewet - Alleen op de aangelegenheden die tot de bevoegdheid van de gemeenschappen/ gewesten behoren
!
Rémy Bonnaffé
Discretionaire bevoegdheid - Marginale toetsing 1. Definitie (i)
Discretionaire bevoegdheid
Bevoegdheid waarbij de overheid over een grote mate van beleidsvrijheid beschikt in de keuze van de middelen om het wettelijke doel te bereiken. (ii)
Marginale toetsing
- onderzoek door de rechter die - de wettelijkheid van een overheidsbeslissing nagaat • onderzoekt of de belangenafweging (v/d overheid) niet kennelijk onredelijk is • rechter kan zelf belangenafweging niet maken! 2. Toelichting - Overheid heeft vaak ruime beleidsvrijheid → verschillende oplossing mogelijk - Overheid moet echter altijd het algemeen belang nastreven→ afweging belangen - De rechter kan nagaan of de overheid niet kennelijk onredelijk is en dus buiten haar bevoegdheid en verplichting om het algemeen belang te dienen optreedt = marginale toetsing - Rechter → scheiding der machten respecteren: beleidskeuze niet ipv overheid maken - Indien geen ruime beleidsvrijheid: gebonden bevoegdheid (rechter dient zich dan niet te beperken tot marginale toetsing)
!
Rémy Bonnaffé
Dwangsom 1. Definitie - bijkomende veroordeling tot betaling van een geldsom - opgelegd door de rechter op verzoek van een procespartij - doel: druk uitoefenen opdat de veroordeelde de hoofdveroordeling tijdig uitvoert 2. Toelichting - Benelux-overeenkomst houdende de eenvormige wet betreffende de dwangsom - in 1980 geïntroduceerd in ons Belgisch recht (Ger. W.) - kan Raad van State ook dwangsom opleggen? → lang twistpunt geweest • 1990: bevoegdheid voor RvS om dwangsom op te leggen om een efficiënte uitvoering van zijn arresten te verzekeren (art. 36 R.v.St.-Wet) ‣ enkel indien reeds een annulatiearrest werd uitgesproken ‣ en indien dit arrest een plicht tot (niet-)handelen inhoudt ‣ overheid moet eerst aangemaand orden om het arrest uit te voeren - Kan ook dwangsom opleggen n.a.v een schorsingsarrest of dwangsom koppelen aan de oplegging van voorlopige maatregelen - Kan ook dwangsom opleggen aan overheid die niet of niet tijdig het vereiste administratief dossier indient → voorafgaande aanmaning niet vereist.
!
Rémy Bonnaffé
Eerherstel 1. Definitie - rechterlijke beslissing - voor de toekomst aan de strafrechtelijke gevolgen van een veroordeling van een straf na de uitvoering of na een genademaatregel een einde wordt gesteld • criminele, correctionele of politiestraffen 2. Toelichting - mogelijk voor elke veroordeling die niet automatisch uitgewist wordt - voorwaarden: • geen eerherstel genoten gedurende de voorbije tien jaar • uitvoering van de opgelegde vrijheids- en geldstraffen • voldoening van plicht tot teruggave, schadevergoeding en betaling van kosten • proeftijd met vaste verblijfplaats en blijk van verbeterd gedrag (3 - 10 jaar) - doel: volledige reclassering van de veroordeelde - niet te verwarren met de uitwissing van veroordelingen • enkel politiestraffen • veroordelingen verdwijnen voor de toekomst 3 jaar na veroordeling • Van rechtswege • Uitwissing gebeurt automatisch, zonder rechterlijke tussenkomst • zonder voorwaarden • Kan ook postuum
!
Rémy Bonnaffé
Europese Unie 1. Definitie - Een economische en politieke internationale organisatie sui generis met rechtspers. - Bestaande uit 27 Europese staten - die haar rechtsgrond vindt in het verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. - En die over die bevoegdheden beschikt die de lidstaten haar toekennen - Met als doelstelling het creëren van een steeds hechtere unie tussen verschillende Europese volkeren 2. Toelichting 2.1.
Evolutie
Startpunten van sociaal-economische samenwerking: - Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (1952) - Europese Economische Gemeenschap (1957) - Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (1957) Verdrag van Brussel (1965) → drie organisaties de facto samengevoegd = Europese Gemeenschappen. Beschikte voortaan over: - 1 Commissie - 1 Raad van Ministers - 1 Hof van Justitie - 1 Budget Ondertekening van het Verdrag van Maastricht (Verdrag betreffende de EU): - Doel: • bevoegdheden van de Europese Gemeenschappen uit te breiden • Verschillende integratiesporen te institutionaliseren, zonder specifieke rechtskarakter ervan werd gewijzigd - Daartoe werd de EU opgericht → overkoepelende organisatie voor 3 pijlers moest dienen 1. Bestaande Europese gemeenschappen ‣ Bevoegd voor ‘klassieke’ sociaal-economische bevoegdheden ‣ Beslissing binnen deze pijler = supranationaal karakter 2. Gemeenschappelijk buitenlands- en veiligheidsbeleid 3. Politiële en justitiële samenwerking in strafzaken ‣ 2 & 3: intergouvernementeel karakter: beslissing komen tot stand op basis van consensus, niet noodzakelijk onderworpen aan rechterlijke controle door het Hof van Justitie
!
Rémy Bonnaffé
1 januari 2007 van 6 naar 27 lidstaten1 → oorspronkelijke beslissingsprocedure = werkt niet langer → poging om structuur/werking van de EU te hervormen - Verdrag van Nice (2001) - Europese Grondwet: afwijzende referenda in Frankrijk/Nederland. • fusie van de bestaande EU-verdrag • afschaffing pijlerstructuur • vereenvoudiging van de beslissingsprocedures • uitbreiding van de bevoegdheden van Europese Unie 2007 pogingen ondernomen om voorstellen van Europese Grondwet alsnog ingang te doen vinden: - Verdrag van Lissabon (13 december 2007) → werking 1 december 2009 • Structuur van en de beslissingsprocedures binnen de EU gewijzigd • Handvest van de Grondrechten juridisch bindend • Nationale parlementen een belangrijke rol bij het waken over de naleving van het subsidiariteitsbeginsel 2.2.
Juridische aard
Rechtsgrond in 2 verdragen: - verdrag betreffende de Europese Unie (Verdrag van Maastricht, 1992) - Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (Verdrag van Rome, 1957) Deze twee verdragen w’ grondig gewijzigd door: - Verdrag tot wijziging van het Verdrag betreffende de Europese Unie - Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (Verdrag van Lissabon, 2007) • Doopt het [Verdrag betreffende de oprichting van de Europese Gemeenschap] om tot [Verdrag betreffende de werking van de EU] • Verschaft EU rechtspersoonlijkheid, waardoor ze verdragen kan sluiten met andere volkenrechtelijke subjecten. 2.3.
Bevoegdheidsverdeling
Verdrag van Lissabon → oude pijlerstructuur vervangen door structuur waarin bevoegdheden werden opgedeeld in 3 verschillende bevoegdheidsniveaus: (i)
Exclusieve bevoegdheden
= aangelegenheden waarvoor EU exclusief bevoegd is: - Douane-unie - Vaststelling mededingingsregels die voor werking van de interne markt nodig zijn - Monetair beleid voor de lidstaten die de euro als munt hebben - Instandhouding van biologische rijkdommen van de zee (gemeensch. visserijbeleid) - Gemeenschappelijke handelspolitiek België, Nederland, Luxemburg, Frankrijk, Duitsland, Italië, het VK, Ierland, Spanje, Portugal, Zweden, Finland, Denemarken, Griekenland, Oostenrijk, Cyprus, Malta, Slovenië, Polen, Tsjechië, Slowakije, Hongarije, Estland, Letland, Litouwen, Roemenië en Bulgarije. 1
!
Rémy Bonnaffé
(ii)
Gedeelde bevoegdheden
= aangelegenheden waarvoor lidstaten slechts regelgevend kunnen optreden voor zover de EU niet zelf reeds regelgevend is opgetreden of niet langer regelgevend optreedt (cf. ‘concurrerende bevoegdheden’) = residuair aan exclusieve/ondersteunende bevoegdheden - Interne markt
- Vervoer
- Sociaal beleid
- Trans-Europese netwerken
- Economische, sociale en territoriale samenhang
- Energie
- Landbouw en visserij, met uitsluiting van de instandhouding van de biologische rijkdommen van de zee - Milieu
- De ruimte van vrijheid, veiligheid en recht - De gemeenschappelijke veiligheidsvraagstukken op het gebied van volksgezondheid
- Consumentenbescherming (iii) Ondersteunende bevoegdheden = aangelegenheden waarvoor lidstaten bevoegd blijven, maar waarvoor de Unie bevoegd is om het optreden van de lidstaten te ondersteunen, coördineren of aan te vullen. - Bescherming en verbetering van de volksgezondheid
- Onderwijs, beroepsopleiding, jongeren en sport
- Industrie
- Civiele bescherming
- Cultuur
- Administratieve samenwerking
- Toerisme 2.4. (i)
Rechtshandelingen van de Europese Unie en beslissingsprocedure
Rechtshandelingen
Bevoegdheden van EU w’ uitgeoefend dmv: - Verordening: algemene strekking, verbindend in al haar onderdelen en rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat - Richtlijn: verbindend ten aanzien van het te bereiken resultaat voor elke lidstaat waarvoor zij bestemd is, doch aan de nationale instanties wordt de bevoegdheid gelaten vorm en middel te kiezen. - Besluit: verbindend in al zijn onderdelen, indien de adresstaten worden vermeld, is het alleen voor hen verbindend. - Aanbevelingen en adviezen: zijn niet bindend
!
Rémy Bonnaffé
(ii)
Beslissingsprocedure
Verordeningen, richtlijnen en besluiten (behoudens specifieke aangelegenheden) aangenomen via gewone wetgevende procedure: - Europees Parlement en de Raad beslissen tezamen - Op voorstel van de Commissie - Waarbij het Europese Parlement en de Raad beide een amanderingsrecht hebben Voor specifieke aangelegenheden (sociale zekerheid, sociale bescherming werknemers) moet een bijzondere wetgevende procedure worden gevolgd (bv unanimiteit binnen de Raad, na raadpleging van het Europese Parlement, …) 2.5. (i)
Organen
Europese Parlement - 750 leden (voorzitter uitgezonderd) - Om de 5 jaar, rechtstreeks worden verkozen - Min. 6 & max. 96 leden per staat - Vormt samen met de raad de wetgevende macht. - Bevoegdheid om, samen met de Raad, de rechtshandelingen van de Unie via de normale wetgevende procedure goed te keuren. Heeft geen initatiefrecht. - Politieke controle uit over de Commissie, keurt de begroting goed en verkiest het de voorzitter van de Commissie.
(ii)
Raad
- Een minister van elke lidstaat (de minister bevoegd voor desbetreffende aang.) - Vormt samen met EP de wetgevende macht - Bevoegdheid om, samen met de EP, de rechtshandelingen van de Unie via de normale wetgevende procedure goed te keuren. Heeft geen initatiefrecht. - Beslist via gekwalificeerde meerderheid, tenzij anders voorzien in verdragen (iii) Europese Raad - Bestaat uit staatshoofden of regeringsleiders van de lidstaten, zijn voorzitter en de voorzitter van de Europese commissie - ‘Hoge Vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid’ neemt deel aan de werkzaamheden van de Europese Raad - Voorzitter wordt met gekwalificeerde meerderheid gekozen door (niet noodzakelijk uit) de Europese Raad voor periode van 2.5 jaar. - Geeft nodige impulsen voor de ontwikkeling van de Unie - Bepaalt de algemene politieke beleidslijnen en prioriteiten - Oefent geen wetgevende taak uit - Beslist in beginsel bij consensus
!
Rémy Bonnaffé
(iv) Europese Commissie - Bestaat uit 27 commissarissen, 1 per lidstaat, met inbegrip vd voorzitter van de Commissie en van de Hoge Vertegenwoordiger - W’ door de Europese Raad via gekwalificeerde meerderheid aan het Europese Parlement voorgedragen, die de benoeming al dan niet goedkeurt via gewone meerderheid - Overige leden w’ geselecteerd door de Raad op voorstel van de lidstaten - Volledige Commissie worden als college ter goedkeuring onderworpen aan stemming in het Europese Parlement - Ambtstermijn is 5 jaar - Sterke kenmerken van ‘uitvoerende macht’, - Beschikt als enige over initatiefrecht m.b.t Europese rechtshandelingen - Legt als college verantwoording af aan het Europese parlement - Onafhankelijk (commissarissen treden niet op als vert. van lidstaat) (v)
Hof van Justitie van de Europese Unie
Omvat: - Het Hof van Justitie - Het Gerecht - Gespecialiseerde rechtbanken Bestaat uit 1 rechter/lidstaat, bijgestaan door Advocaten generaal Verzekert de eerbiediging van het recht bij de uitlegging en toepassing van de verdragen (vi) Europese Centrale bank - Voet samen met nationale banken die de Euro als munteenheid hebben, het monetaire beleid van de EU - Zij is onafhankelijk in de uitoefening van haar bevoegdheden en in beheer van haar middelen (vii) Rekenkamer Verricht controle van de rekening van de Europese Unie
!
Rémy Bonnaffé
Exceptie van onwettigheid 1. Definitie - Verplichting voor elke rechter (incl. administratieve rechtscolleges) om - besluiten en verordeningen van alle administratieve overheden - buiten toepassing te laten - wanneer zij niet met de wetten en rechtsnormen van hogere rang overeenstemmen. 2. Toelichting - opgenomen in art. 159 G.W. - geldt voor de rechter, niet voor de administratieve overheid - belangrijkste onderscheid met annulatieberoep bij RvS: • tegenstelbaarheid aan derden: ‣ vernietiging door RvS geldt erga omnes ‣ exceptie van onwettigheid: beslissing wordt buiten toepassing gelaten in concrete zaak • termijnen: ‣ annulatieberoep binnen 60 dagen ‣ exceptie van onwettigheid kan te allen tijde ingeroepen worden - discussie omtrent de draagwijdte van Art. 159: • RVS: geldt niet voor individuele beslissingen ‣ dus: na 60 dagen is individuele beslissing definitief rechtsgeldig • gewone hoven en rechtbanken volgen deze visie niet - evolutie: • van een exceptie die ingeroepen moest worden door een partij • naar een verplichting voor de rechter om ambtshalve onwettige besluiten buiten beschouwing te laten
!
Rémy Bonnaffé
Faciliteitengemeenten 1. Definitie - Een gemeente gelegen in een ééntalig taalgebied - Waarvan de inwoners het recht hebben om, - in de gevallen die de wet bepaalt, in relatie met de overheid of het gerecht een andere taal te gebruiken (of aangesproken te worden) dan deze van het ééntalig gebied 2. Toelichting - Door indeling in taalgebieden w’ bevoegden van verschillende wetgevers inzake taalgebruik beperkt - En wordt ofwel voorrang van de taal van het eentalig gebied op alle andere talen, ofwel van het tweetalig karakter van het gebied gewaarborgd - Specifieke regeling ‘faciliteitengemeenten’: • De zes Brusselse randgemeenten (faciliteiten voor Franstaligen) • De tien taalgrensgemeenten (faciliteiten voor Neder- en Franstaligen) • De negen gemeenten van het Duitse taalgebied (faciliteiten voor Franstaligen) • Twee gemeenten uit het Malmédyse (faciliteiten voor Duitstaligen) - In faciliteitenregeling kunnen slechts wijzigen worden aangebracht bij bijzondere meerderheid
!
Rémy Bonnaffé
Federalisme 1. Definitie - techniek waarbij in de schoot van dezelfde staat bevoegdheden verdeeld worden tussen het centrale gezag en de deelstaten van deze staat - doel: ruime autonomie verlenen aan de deelstaten - middel: staatsmachten toevertrouwen die ze vrij kunnen uitoefenen • geen hiërarchische band met het centrum 2. Bespreking drie grote staatsvormen 2.1.
Eenheidsstaat
- kenmerkend: soevereiniteit berust in één centrum - komt in absolute zin nog weinig voor - afgezwakte vormen: • Deconcentratie ‣ bevoegdheidstoewijzing door de hogere overheid aan lagere organen ‣ organen blijven aan het hiërarchisch toezicht onderworpen • toezichthoudende overheid kan in de plaats treden van het orgaan • decentralisatie ‣ bevoegdheidstoewijzing aan autonome organen • organen beschikken over eigen rechtspersoon ‣ organen blijven aan het bestuurlijk toezicht onderworpen • toezichthoudende overheid kan niet in de plaats treden van het orgaan 2.2.
Confederatie
- verbinding tussen staten die eigen soevereiniteit behouden - komen bij verdrag overeen om bepaalde aangelegenheden gemeensch. te houden • meestal buitenlandse belangen en veiligheid - verschil met federalisme: basis is verdrag i.p.v. grondwet - beschikt meestal over beraadslagend orgaan met diplomatieke vertegenwoordigers - veeleer beheerst door het internationaal recht dan het grondwettelijk recht 2.3. 2.3.
Federale staat
Kenmerken: (komen bij geen enkele federale staat allemaal voor) - tweekamerstelsel • één kamer vertegenwoordigt federale staat, andere de deelstaten • België: Senaat moet uiting geven aan gevoeligheden gemeensch/gewesten door de aanwezigheid van leden gekozen door de parlementen van de deelgebieden - residuaire bevoegdheden aan de deelstaten • principieel voorzien in de Grondwet ‣ treedt pas in werking als een bevoegdhedenlijst van de federale overheid vastgelegd wordt in de Grondwet (art. 35 G.W.)
!
Rémy Bonnaffé
- grondwettelijk hof - medebeslissingsrecht deelstaten bij vaststellen bevoegdheden/statuut • slechts gedeeltelijk aanwezig in België ‣ deels gerealiseerd door communautaire/grondwettelijke meerderheid ‣ wettelijk niet gelijkwaardig, feitelijk even sterk ‣ deels gerealiseerd op basis van de constitutieve autonomie
!
Rémy Bonnaffé
Flandria-arrest 1. Definitie - arrest van 5 november 1920 van het Hof van Cassatie - overheid kan aansprakelijk gesteld worden voor daden en besluiten genomen in het kader van het algemeen belang 2. Toelichting 2.1.
Feiten
- zeer oude boom die eigendom is van stad Brugge valt op de openbare weg - de boom vernietigt planten van de onderneming Flandria - val was te wijten aan nalatigheid van stad Brugge (had de boom moeten omhakken) 2.2.
Weerslag
- tot dan was burgerlijke rechter enkel bevoegd om te oordelen over bestuursdaden als de overheid optrad als privaatrechtelijk persoon - indien overheid als publiekrechtelijk persoon → rechter verklaarde zich onbevoegd - Flandria-arrest: als het bestuur een burgerlijk rechter van de burger aantast begaat het een onrechtmatige daad waarvoor de gewone rechter bevoegd is - verfijnd in latere arresten: • Wegverkeerstekenarrest: voorzichtigheidsplicht • Koekpokkenarrest: ook bij verordeningsbevoegdheid zorgvuldigheidsplicht • Cuverlierarrest: ook schending politiek recht valt hieronder • Goffinarrest: verzuim uitvoering K.B. houdt fout in (zelfs indien geen termijn) • Leclef- en Dumoulinarrest: herstelling in nature en maatregelen mogelijk • Anca-arrest: ook aansprakelijk voor fout van de rechterlijke macht • Francovich-arrest: staat aansprakelijk voor niet-tijdig omzetten Europese richtlijn in nationaal recht wanneer: ‣ beoogde resultaat toekenning van rechten aan particulieren bevat ‣ deze rechten op basis van de richtlijnbepalingen kunnen worden aangeduid ‣ causaal verband tussen schending van de verplichting en de schade • Brasserie du Pêcheur-arrest: indien schending gemeenschapsrecht toe te rekenen is aan de nationale wetgever en er een ruime beoordelingsmarge is → particulieren hebben recht op schadevergoeding indien: ‣ doel het toekennen van rechten is ‣ de schending voldoende gekwalificeerd is ‣ rechtstreeks oorzakelijk verband tussen deze schendingen en de schade
!
Rémy Bonnaffé
Gemeenschappen en gewesten 1. Definitie In België worden de centrale bevoegdheden door drie instanties uitgeoefend: - de federale Staat - Gemeenschappen: • Vlaamse • Franse • Duitstalige - Gewesten: • Vlaams • Waals • Brussels Hoofdstedelijk 2. Toelichting 2.1.
Territoriale bevoegdheidsverdeling
‘→’ = bevoegd in - Vlaamse gemeenschap → Nederlands taalgebied (wat overeenstemt met het grondgebied van het Vlaamse Gewest) en [in de 19 Brusselse gemeenten indien de instellingen die wegens hun activiteit of organisatie moeten worden beschouwd als uitsluitend te behoren tot de Vlaamse Gemeenschap] - Franse gemeenschap → geldt hetzelfde, zij het dat de FG niet bevoegd is in het Duitse taalgebied - Duitse gemeenschap → Duitse taalgebied - Vlaamse Gewest bevat grondgebied van de Vlaamse provincies - Waalse Gewest bevat grondgebied van de Waalse provincies (incl. Duits taalgebied) - Brussels Hoofdstedelijk Gewest omvat 19 Brusselse gemeenten 2.2. (i)
Materiële bevoegdheidsverdeling
De gemeenschapsbevoegdheden
De gemeenschappen zijn geheel of gedeeltelijk bevoegd voor: 1. Culturele aangelegenheden 2. Onderwijs 3. Persoonsgebonden aangelegenheden 4. Regeling van het taalgebruik in bepaalde aangelegenheden 5. Samenwerking tussen de gemeenschappen, de gewesten en de gederale overheid en instemming met de verdragen in de hun toegewezen bevoegdheid 6. De organisatie en de uitoefening van het administratief toezicht op handelingen van gedecentraliseerde overheden wat de aangelegenheden betreft waarvoor de gemeenschappen bevoegd zijn 7. Wetenschappelijk onderzoek in de hun opgedragen aangelegenheden 8. Internationale betrekkingen in de hun opgedragen aangelegenheden
!
Rémy Bonnaffé
(ii)
De gewestbevoegdheden
De gewesten zijn geheel of gedeeltelijk bevoegd voor: 1. Ruimtelijke ordening 2. Leefmilieu en waterbeleid 3. Landinrichting en natuurbehoud 4. Huisvesting 5. Landbouwbeleid en de zeevisserij 6. Economisch beleid 7. Energiebeleid 8. Ondergeschikte besturen 9. Tewerkgestellingsbeleid 10. Openbare werken en vervoer 11. Wetenschappelijk onderzoek in de hun opgedragen aangelegenheden 12. De organisatie en de uitoefening van het administratief toezicht op de handelingen van de gedecentraliseerde overheden, met uitzondering van die welke betrekking hebben op de aangelegenheden waarvoor de federale overheid of de gemeenschapsoverheid bevoegd is 13. De samenwerking tussen de gemeenschappen, de gewesten en de federale overheid in de hun toegewezen bevoegdheden 14. Internationale betrekkingen in de hun opgedragen aangelegenheden. - Op basis van art. 138 G.W heeft Franse Gemeenschap een aantal van haar bevoegdheden overgedragen aan het Waalse Gewest en aan de Franse Gemeenschapscommissie in Brussel. - Daarnaast Waals Gewest bevoegdheden overgedragen aan de Duitstalige Gemeenschap. - Op basis van art. 137 G.W worden bevoegdheden van de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest uitgeoefend door dezelfde organen, m.n het Vlaams Parlement en de Vlaamse regering.
!
Rémy Bonnaffé
Genaderecht 1. Definitie - recht dat de Koning bezit (uitvoerbaar middels K.B.) - straffen die door definitief geworden rechterlijke beslissingen zijn uitgesproken kwijtschelden of verminderen (art. 110 G.W.) - individueel of collectief - betreft enkel uitvoering: fout/straf zelf verdwijnt niet 2. Toelichting - kan enkel betrekking hebben op strafrechtelijke sancties (incl. administratieve geldboetes) die het juridisch karakter van een straf hebben • → geen strafrechtelijke maatregelen, tuchtsancties, veroordelingen tot gerechtskosten, schadevergoeding of teruggave, ... - ongeacht de aard van de straf en met of zonder uitstel van tenuitvoerlegging - verantwoording: nuttigheidsfunctie • om onbillijke en ongewenste volgen op te heffen van algemene wetteksten o middel: ‣ rekening houden met omstandigheden waarmee de rechter geen rekening kon houden ‣ grote verschillen inzake straftoemeting dempen ‣ consequenties van rechterlijke dwalingen te doen verdwijnen - in principe geen retroactieve kracht: doet enkel uitvoering van straf verdwijnen • → enkel niet-uitgevoerde straffen kunnen voorwerp zijn van genade • afwijking: geldboetes: worden wel terugbetaald (mits voorwaarden) - inmiddels zijn de strafuitvoeringsrechtbanken opgericht • → rechterlijke macht nu ook vat op uitvoering van straf • maar geen invloed op genaderecht van de Koning (grondwettelijk verankerd) Amnestie
Genade
Eerherstel
Bevoegde instantie
Wetgever
Koning
Rechter
Werking in de tijd
Terugwerkende kracht
Geen terugwerkende kracht, (m.u.v geldboetes)
Geen terugwerkende kracht
Collectief
Individueel of collectief
Individueel
Strafbaarheid van de handeling
Uitvoering van de handeling
Strafrechtelijke gevolgen van een veroordeling na uitvoering straf of genaderegel
Individueel of collectief Waaraan wordt een einde gemaakt
!
Rémy Bonnaffé
Gezag van gewijsde - kracht van gewijsde 1. Definitie 1.1.
Gezag van gewijsde
- Een - Om reden van een dwingende maatschappelijke noodwendigheid - door de wet aan een rechterlijke beslissing - ten gunste van de procespartijen - toegekende eigenschap, - Ter bescherming van de bindende kracht van de uitspraak 1.2.
Kracht van gewijsde
- Het verworven zijn door een gerechtelijke beslissing van de volle uitvoeringsmogelijkheid, - Zodat niet meer kan worden bestreden door verzet of hoger beroep, - Noch door een buitengewoon rechtsmiddel dat - op het vlak van de tenuitvoerlegging - van rechtswege een schorsende werking heeft 2. Toelichting 2.1.
Gezag van gewijsde
- Een eigenschap van een rechterlijke uitspraak - Die bindende kracht van de rechterlijke beslissing, nadat deze werd gewezen, beschermt - Strekt ertoe de onaantastbaarheid van deze rechten en verplichtingen te verzekeren in een navolgend geding - Deze onaantastbaarheid verhindert dat tussen dezelfde partijen, over reeds eerder tussen hen beslechte geschilpunten, andermaal een uitspraak wordt geveld - Relatief = geldt enkel m.b.t ‘dezelfde zaak’ - Kan ook absoluut zijn = gezag van gewijsde geldt t.a.v iedereen (erga omnes) • Grondwettelijk Hof • Raad van State 2.2.
Kracht van gewijsde
- Heeft betrekking op de uitvoerbaarheid van een beslissing - Krijgt kracht van gewijsde op het ogenblik dat geen rechtsmiddelen meer kunnen worden aangewend die een schorsende werking hebben - In Burgerlijk recht: indien geen gewone rechtsmiddelen kunnen worden ingesteld (hoger beroep en verzet) • Belet niet dat nog buitengewone rechtsmiddelen (cassatie, derdenverzet, …) kunnen worden ingezet - In strafzaken: rechterlijke beslissing in kracht van gewijsde indien noch gewone, noch buitengewone rechtsmiddelen kunnen worden ingesteld
!
Rémy Bonnaffé
Grondrechten 1. Definitie - geheel van subjectieve rechten - doel: voorwaarden creëren en garanderen opdat personen op vrije en menswaardige wijze zouden kunnen functioneren - als essentieel beschouwd in een rechtsstaat • → binden de democratisch verkozen meerderheid 2. Toelichting 2.1.
Historiek en rechtsbronnen
- filosofische grondslag: liberale democratische gedachtegoed dat in West-Europa opgang maakte sinds de Middeleeuwen met Charter en Keuren • vb. Magna Charta, Bill of Rights, Déclaration des droits de l’homme et du citoyen - voornaamste rechtsbronnen vandaag: • Grondwet • aantal mondiale en regionale mensenrechtenverdragen, o.a.: ‣ Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (UVRM) ‣ Internat. Verdrag inzake Burgerlijke en Politieke Rechten (BUPO) ‣ Internat. Verdrag inzake Economische, Sociale en Culturele Rechten (ECOSOC) ‣ Internat. Verdrag inzake de Rechten van het Kind (Kinderrechtenverdrag) ‣ Europees Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) 2.2.
Categorieën en generaties van grondrechten
Vier categorieën, drie generaties: - 1ste generatie: burgerlijke en politieke rechten • burgerlijke rechten: rechtsonderhorige beschermen tegen onrechtmatig en ongeoorloofd overheidsoptreden (vb. recht op persoonlijke vrijheid) • politieke rechten: rechtszoekende laten deelnemen aan het staatsgezag - 2de generatie: economische, sociale en culturele rechten: rechtszoekende in waardigheid laten leven (vb. recht op behoorlijke huisvesting, gezond leefmilieu) - 3de generatie: collectieve rechten: bepaalde globale toestand garanderen t.a.v. groepen van personen (vb. het recht op vrede) Vooral de eerste generatie van grondrechten (die in internationale verdragen zijn opgenomen) zijn in rechte afdwingbaar.
!
Rémy Bonnaffé
2.3. (i)
Afdwingbaarheid van grondrechten
Voor de nationale rechter
Smeerkaasarrest → internationale grondrechten met directe werking kunnen rechtstreeks ingeroepen worden. - directe werking: norm moet ‘self-executing’ zijn • → regel op zichzelf beschouwd behoeft geen verdere nationale reglementering i.v.m. precisiering of vervollediging - twee criteria: • objectief criterium: duidelijke en juridische volledige verdragsbepaling die de verdragspartijen een onthoudingsplicht of een plicht om op een bepaalde wijze te handelen oplegt • subjectief criterium: bedoeling van de verdragspartijen ‣ wordt soms afgezwakt (vb. EVRM, BUPO, Kinderrechtenverdrag, ...) - Grondwettelijke Hof kan ook, via grondwettelijk gelijkheidsbeginsel, formele wetten toetsen aan alle internationale verdragen die grondrechten garanderen, ongeacht directe werking of niet. (ii)
Voor een internationaal forum
- normaliter een afdwingingsmechanisme voorzien in de verdragen • vb. rapportageprocedure (Kinderrechtenverdrag, ECOSOC) • vb. rapporteringspicht én klachtenprocedure bij niet-jurisdictioneel orgaan (BUPO) • vb. klachtenprocedure bij een jurisdictioneel orgaan (EVRM) 2.4.
Toepassingsgeval: EVRM
- van toepassing op iedereen die onder de rechtsmacht van de verdragsstaten valt - biedt een collectieve garantie voor een aantal fundamentele rechten en vrijheden - afdwingingsmechanisme: E.H.R.M. en het Comité van Ministers (Straatsburg) • men moet eerst de interne rechtsmiddelen uitputten • E.H.R.M. onderzoekt ontvankelijkheid en kan op die grond afwijzen • → onderzoek ten gronde en/of een voorstel tot minnelijke schikking ‣ E.H.R.M. kan “billijke genoegdoening” toekennen aan de klager • arresten zijn bindend voor de lidstaat • Comité van Ministers houdt toezicht op uitvoering van de arresten
!
Rémy Bonnaffé
Grondwet 1. Definitie 1.1.
In de formele zin
het geheel van rechtsregels waarvan: - goedkeuring aan strakkere regels gebonden is dan wat voor de gewone wetten geldt - waarvoor een speciale wijzigingsprocedure geldt 1.2.
In de materiële zin
het geheel van fundamentele rechtsregels (geschreven of ongeschreven) die: - de werking en de organisatie van de gezagsinstanties - de verhouding tussen deze gezagsinstanties en de rechtsonderhorigen bepalen of de grenzen bepalen waarbinnen beide tot ontwikkeling kunnen komen. 2. Toelichting 2.1.
Onderscheid tussen formele en materiële grondwet
Formeel standpunt: - Aanduiden hoe een grondwet vorm krijgt - Waarbij deze goedkeurings- of wijzigingsregels doorgaans anders dan voor andere normen - Deze regels worden verantwoord door het feit dat de formele grondwet regels bevat die tot de materiële grondwet behoren - Doorgans is een geschreven grondwet star en ongeschreven grondwet soepel, maar die regel is niet absoluut Materieel standpunt: - Niet kijken naar de wijze waarop, maar de inhoud van die grondwet - Hot moet daarbij gaan om: (i)
Rechtsregels
= een norm die afdwingbaar is - Geen aansporingen of wensen - Waar deze zijn vervat heeft geen belang (ii)
Fundamentele rechtsregels
- Geen details maar wel grote lijnen vastleggen - W’ beschouwd als basis van de staatsstructuur en staan daarom in de normenhiërarchie hoger dan andere normen (iii) Geschreven of ongeschreven rechtsregels - VK beschikt enkel over een ongeschreven grondwet
!
Rémy Bonnaffé
Grondwettelijk Hof 1. Definitie - Een rechtscollege dat - Bevoegd is om formele wetten te toetsen aan: • de door of krachten de grondwet vastgestelde bevoegdheidsverdelende regels • titel II van de Grondwet • artikelen 170, 172 en 191 G.W. 2. Toelichting 2.1.
Ontstaansgeschiedenis
Lange tijd wet onschendbaar - Grondwet was wel hoogste norm - Wetgever besliste zelf over de interpretatie die de Grondwet moest geven - Rechter laten beslissen over conflict tussen wet/grondwet = ondemocratisch → rechter niet verkozen Staatshervorming 1980 maakte deze redenering onhoudbaar - Deelgebieden verregaande autonomie, konden wetskrachtige bepalingen aannemen - Voor conflicten tussen beide moest scheidsrechter gevonden worden → arbitragehof In 1988 → onderwijs nagenoeg volledig naar gemeenschappen - ‘minderheidsgroepen’ in beide landsdelen wilden daarom onafhankelijke instantie die de vrijheid van onderwijs moest waarborgen - → Arbitragehof kan wetten, decreten of ordonnanties toetsen aan gelijkheidbeginsel 2003 → bevoegdheid Arbitragehof d.m.v een bijzondere wet andermaal uitgebreid - Bevoegdheid om w/d/o te toetsen aan titel II G.w, art. 170/172 en art. 191. - Meer en meer kenmerken van volwaardig grondwettelijk hof 7 mei 2007 → “Grondwettelijk Hof” Bevoegdheid, statuut en werking → art. 142 G.W en bijzondere wet op het Arbitragehof 2.2.
Grondwettelijk Hof is een volwaardig rechtscollege
Is een rechtscollege (ondanks niet hoofdstuk ‘rechterlijke macht’) - Meeste principes (recht van verdediging, openbare terechtzitting) van toepassing 2.3.
Samenstelling
- Dubbele pariteit • 6 Nederlandstalige/6 Franstalige rechters • Helft rechters zitting omwille van juridische ervaring/andere helft als ervaring parlementslid - Fr/Nltalige voorzitter, om het jaar het voorzitterschap waarnemen - Rechters w’ bijgestaan door referendarissen
!
Rémy Bonnaffé
- 2 griffiers - Zaken worden behandeld door 7 rechters volgens een beurtrolsysteem 2.4. (i)
Bevoegdheid
Toetsingsvoorwerp - Enkel formele wetten (w/d/o) - Hanteert hierbij formeel criterium: alle handelingen door een wetgever goedgekeurd of bekrachtigd - Incl. Bijzondere wetten, louter formele wetten en bekrachtigde bijzondere machtenbesluiten
(ii)
Toetsingsmaatstaf
Bevoegd om formele wetten te toetsen aan: - Bevoegdheidsverdelende regels - Titel II van de Grondwet (incl. 10 en 11), art. 170/172 en 191 • Wordt zeer ruim geïnterpreteerd: “2 artikelen maken deel uit van elke bepaling” - Toetsingsmaatstaf kan worden uitgebreid via bijzondere wet, grondwetsherziening is niet nodig. 2.5.
Toegang tot het Grondwettelijk Hof
Kan pas arrest vellen nadat een vernietigingsberoep word ingesteld of een prejudiciële vraag werd gesteld → kan niet uit eigen beweging. (i)
Vernietigingsberoep - Kan worden ingesteld door: • Ministerraad of een gemeenschaps- of gewestregering • De voorzitters van de parlementen (wetgevende vergaderingen) op verzoek van twee derden van hun leden • Iedere natuurlijke of rechtspersoon die doet blijken van een belang - Slechts ontvankelijk wanneer zij worden ingesteld binnen 6 maanden na de bekendmaking van de formele wetten in BS • Voor wetgevende akte tot goedkeuring verdrag : 60 dagen - Kan op vordering van verzoekende partij de w/d/o geheel of gedeeltelijk schorsen als: • Ernstige middelen worden aangevoerd • Wordt aangetoond dat de onmiddellijke uitvoering van de bestreden formele wet peen moeilijk te herstellen ernstig nadeel kan berokken
(ii)
Prejudiciële vragen
- Indien een geschil voor een rechtscollege de vraag rijst of een w/d/o al dan niet in overeenstemming is met [Titel II, art. 170, 172, 191 of met bevoegdheidsverdelende regels] - Hof mag die vraag niet beantwoorden indien een constituerend verdrag betreffende de Europese Unie of het EVRM instemming verkrijgt.
!
Rémy Bonnaffé
Geen verplichting (wel mogelijkheid) tot stellen van PV in volgende gevallen: 1. Indien bodemgeschil niet door het rechtscollege kan worden behandeld om • Reden van onbevoegdheid of niet-ontvankelijkheid • Tenzij wanneer die redenen zijn ontleend aan normen die zelf het voorwerp uitmaken van het verzoek tot het stellen van PV 2. Indien GW reeds uitspraak heeft gedaan over een PV of vernietigingsberoep met identiek voorwerp 3. Indien vordering spoedeisend is en de uitspraak over de vordering slechts een voorlopig karakter heeft 4. Indien het een uitspraak over de handhaving van de voorlopige hechtenis betreft 5. Indien het rechtscollege meent dat het antwoord op de prejudiciële vraag niet onontbeerlijk is om uitspraak te doen 6. Indien de wet/d/o de [bevoegdheidsverdelende regels, titel II, art. 170, 172, 191] klaarblijkelijk niet schendt (2)(3) Geld niet wanneer ernstige twijfel bestaat over de verenigbaarheid van de w/d/o met de [bevoegdheidsverdelende regels, titel II, art. 170, 172, 191] én geen vraag of beroep met hetzelfde onderwerp bij het hof aanhangig is (5)(6) gelden niet voor HvC en RvS 2.6.
Gevolgen van een arrest van het Grondwettelijk Hof
Vernietigingsarresten - Absoluut gezag van gewijsde (erga omnes) vanaf bekendmaking in BS - Terugwerkende kracht, kan dit eventueel milderen Prejudiciële vraag - Beperkt gezag van gewijsde • Slechts het rechtscollege dat PV heeft gesteld en de rechtscollege die in dezelfde zaak uitspraak doen, zijn verplicht het arrest te respecteren - Wanneer GH geoordeeld heeft dat w/d/o in strijd is met [] moet elke rechter, die in dezelfde zaak moet oordelen, die formele wet buiten beschouwing laten
!
Rémy Bonnaffé
Grondwettelijke gewoonte 1. Definitie Een rechtsregel die naar voren treedt ingevolge - een ononderbroken en overeenstemmende reeks van rechtshandelingen - door de gestelde machten verricht - in de overtuiging dat deze handelingen voor rechtmatig en wettig moeten worden gehouden 2. Toelichting - lager dan de formele Grondwet (enkel aanvullend karakter) - wijziging van de formele Grondwet kan een einde maken aan een grondwettelijke gewoonte - voorbeelden: • ontslagnemende regering beperkt haar bevoegdheden tot de ‘lopende zaken’ • gesprekken tussen ministers en de Koning blijven geheim - onderscheid met grondwettelijk gebruik: grondwettelijke gewoonte houdt een juridische verplichting in
!
Rémy Bonnaffé
Hof van Cassatie 1. Definitie - hoogste rechtscollege van de rechterlijke macht - bevoegdheid om in laatste aanleg gewezen vonnissen/arresten te verbreken • wegens schending van de wet of • substantiële of op straffe van nietigheid voorgeschreven vormvereisten - waarborgt de eenheid in rechtspraak 2. Toelichting - Hof treedt niet in beoordeling van de feiten, toetst enkel wettigheid en vorm • Hof mag wel rekening houden met de feiten → feiten juist gekwalificeerd? - het begrip wet wordt gehanteerd in de materiële betekenis: • Grondwet, internationale bepalingen D.W., communautaire wet, wet, decreet, ordonnantie, K.B., provinciale en gemeentelijke verordening en algemene rechtsbeginselen • louter formele wetten worden niet aanvaard - wanneer het Hof een vonnis/arrest verbreekt: • stuurt men het terug naar: ‣ ander rechtscollege van gelijke rang en hoedanigheid of ‣ zelfde rechtscollege met andere samenstelling • rechtscollege spreekt een nieuw vonnis/arrest ten gronde uit (niet gebonden aan arrest van het Hof van Cassatie) ‣ indien het nieuwe vonnis Cassatie volgt → geen Cassatie meer mogelijk ‣ indien niet → Cassatie staat nog open • indien het vonnis/arrest opnieuw verbroken wordt om dezelfde redenen is het rechtscollege waarnaar verwezen wordt gebonden om dit na te leven - cassatie is een buitengewoon rechtsmiddel • termijn: ‣ 3 maanden in burgerlijke zaken ‣ 15 dagen in strafzaken • in burgerlijke zaken heeft cassatie geen schorsende werking, bij strafzaken wel - het Hof doet ook uitspraak over geschillen van bevoegdheid tussen de burgerlijke rechter en de administratieve rechten → conflicten van attributie • Doet zich voor tussen organen die niet tot dezelfde macht behoren • ≠ bevoegdheidsconflicten: treden op binnen één macht (in casu rechterlijke) • Kan positief (méér dan één acht zich bevoegd) • Of negatief (geen enkele instantie acht zich bevoegd) • Kunnen optreden bij jurisdictioneel pluralisme (= scheiding tussen gewone en ‘buitenrechtelijke’ of administratieve rechtscolleges • Jurisdictioneel monisme (= integratie burgerlijk en administratieve rechtscolleges binnen één macht) enkel bevoegdheidsconflicten mogelijk zijn
!
Rémy Bonnaffé
Impliciete bevoegdheden 1. Definitie - volwaardige bevoegdheden (de impliciete bevoegdheden brengen een geoorloofde aantasting van de bevoegdheden van andere deelgebieden of van de federale overheid met zich mee) • bijkomend (waarvoor de deelgebieden normaliter niet bevoegd zijn) en • voorwaardelijk (toepassing moet noodzakelijk zijn voor uitoefening van een van de bevoegdheden van die overheid) - niet als dusdanig door de wet aan een bepaald bestuursniveau toegewezen 2. Toelichting - vastgelegd in wet tot hervorming der instelling (1980) - normerende overheden kunnen bevoegdheden uitoefenen waarvoor ze strikt genomen niet bevoegd zijn maar die wel noodzakelijk zijn voor de uitoefening van de aangelegenheden waarvoor ze wel bevoegd zijn - volgens Arbitragehof moet aan twee voorwaarden voldaan zijn: • voorbehouden aangelegenheden lenen zich tot een gedifferentieerde regeling • weerslag op de federale aangelegenheid is slechts marginaal - vroeger werd toepassing impliciete bevoegdheden op door de Grondwet voorbehouden bevoegdheden aan de federale bevoegdheid door de rechtspraak niet aanvaard → vervallen door wetswijziging
!
Rémy Bonnaffé
Koning 1. Definitie - Het staatshoofd dat in ons land op grond van erfopvolging wordt aangesteld - Eveneens hoofd van de federale uitvoerende macht en een tak van de federale wetgevende macht 2. Toelichting 2.1.
Erfopvolging
Art. 85 G.W. - Lange tijd enkel mannen - Grondwetswijziging 1991 → vrouwen ook 2.2. (i)
Bevoegdheden
Tak van de (federale) wetgevende macht - Wetgevende initiatieven te nemen met daaraan verbonden amenderingsrecht - Bekrachtigt de wetten en neemt deel aan procedure tot herziening vd Grondwet
(ii)
Hoofd van de (federale) uitvoerende macht
- Kondigt de wetten af en maakt ze bekend - Sluit de zittingen in de Kamers - Roept de Kamers bijeen in buitengewone zitting of ontbind ze - Benoemt de ministers en rijksambtenaren - Voert de wetten uit en staat in voor het algemeen beleid van het land 2.3. (i)
Statuut
De Koning is onschendbaar en onverantwoordelijk
Art. 88: Koning onschendbaar, ministers verantwoordelijk. - Onschendbaar = tegen de Koning kan geen rechtsgeding (nog burgerlijk nog strafrechtelijk) worden gevoerd Art. 106: geen akte van de Koning gevolg kan hebben, wanneer ze niet medeondertekend is door een minister - Koning is politiek onverantwoordelijk: hij kan nog door de koning, noch door het Parlement uit zijn ambt worden ontzet (ii)
De Koning is onbekwaam om alleen te handelen
Art. 88 (iii) De Koning heeft geen persoonlijke macht Enkel bevoegdheden die samen met zijn ministers moeten w’ uitgeoefend - Regering die de effectieve leiding van staatsbeleid heeft en daarbij formeel de naam van het ‘staatshoofd’ voert
!
Rémy Bonnaffé
Koninklijk besluit 1. Definitie Een rechtshandeling waarbij de Koning een: - algemene bestuurlijke maatregel of - een individuele overheidshandeling stelt. 2. Toelichting 2.1.
Indeling naar de inhoud
- reglementaire (verordenende) K.B.’s: formuleren een rechtsregel • algemene draagwijdte • wetten in de materiële maar niet in de formele zin - organieke K.B.’s: organiseren een openbare dienst - beschikkende K.B.’s: toepassing van een rechtsregel in een concreet geval → alle drie administratieve rechtshandelingen 2.2.
Gemeenschappen en gewesten
Equivalent van K.B.: besluiten van de respectievelijke regeringen, die collegiaal de uitvoerende macht van de gemeenschappen en gewesten vormen.
!
Rémy Bonnaffé
Legislatuur 1. Definitie De duur waarvoor een orgaan verkozen is. 2. Toelichting Principe van democratische verkiezingen: - kiezer mag zich vrij uitspreken over voorkeur qua politieke vertegenwoordiging - politieke voorkeur kan ook gewijzigd worden → verkozenen worden slechts voor bepaalde termijn (= legislatuur) verkozen Duur van de legislaturen per orgaan: - gemeente- en provincieraden: 6 jaar (vast) - Kamer en Senaat: 4 jaar (kan voortijdig ontbonden worden door Koning) - Europees Parlement en Gewest- en Gemeenschapsparlementen: 5 jaar (vast) Parlementen die niet voortijdig ontbonden kunnen worden, worden legislatuurparlementen genoemd.
!
Rémy Bonnaffé
Lopende zaken 1. Definitie - bevoegdheden die een regering kan blijven uitoefenen als ze handelt in een toestand waarin geen volwaardige parlementaire controle meer mogelijk is - beschouwd als een grondwettelijke gewoonte 2. Toelichting Gevallen waarin het normaal evenwicht tussen UM en WM ontbreekt: - wanneer de regering effectief het vertrouwen verloren heeft - wanneer het Parlement door een ontbinding de regering niet kan controleren Beginsel van de continuïteit van de openbare dienst: - Ontslag van regering pas formeel aanvaard op ogenblik dat nieuwe regering wordt benoemd - Ondertussen is de regering ontslagnemend • Regering blijft aan de macht, maar beschikt niet meer over al haar bevoegdheden • Controle door WM weggevallen → regering beperken tot de ‘lopende zaken’ ‣ Niet in de (formele) Grondwet geregeld, maar is grondwettelijke gewoonte • Beslissingen die hier buiten vallen, kunnen door Rvs vernietigd worden (afd. Bestuursrechtspraak) of door [elke rechter buiten beschouwing worden gelaten op basis van exceptie van onwettigheid] - Bevoegdheid beperkt zich tot de daden van dagelijks bestuur. - Daden van algemeen politiek belang (= zaken waarvan aangenomen moet worden dat steun van het Parlement nodig is) kunnen niet uitgevoerd worden, tenzij zeer dringende noodzaak - Daden die niet van dagelijks bestuur zijn en niet van algemeen politiek belang behoren tot de lopende zaken wanneer aan drie voorwaarden voldaan is: • procedure moet voor de periode van de lopende zaken gestart zijn • procedure mag niet overhaast gevoerd zijn • eindbeslissing mag geen belangrijke en nieuwe beleidskeuzen inhouden - Benoemingen van ambtenaren niveau 1 behoort tot de lopende zaken; de Koning neemt deze beslissingen maar de nieuwe regering moet beslissen of de benoeming uitgevoerd wordt of niet.
Categorie
Lopende zaken?
Uitzondering
Dagelijks bestuur
Ja
Regeringszaken
Nee
Hoogdringendheid
Tussencategorie
Nee
Zie voorw. hierboven
Benoeming ambtenaren niveau 1 Ja
Zie hierboven
!
Rémy Bonnaffé
Ministeriële omzendbrief 1. Definitie - Een brief die richtlijnen bevat die door een minister wordt verstuurd aan - Die organen en instellingen waarover hij [rechtstreeks of onrechtstreeks] het [hiërarschisch gezag of het administratief toezicht] uitoefent 2. Toelichting (i)
Indicatieve omzendbrief
= een omzendbrief waarin de minister - voor zichzelf richtlijnen vaststelt die hij zich voorneemt te volgen bij het onderzoek van individuele gevallen of - waarin hij de voorwaarden meedeelt waarvan hij als toezichthoudende overheid zijn goedkeuring zal laten afhangen of - die in acht moet worden genomen om een schorsing of een vernietiging van de beslissing te voorkomen. Bevat louter aanbevelingen, ontslaat minister niet van zijn verplichting om ieder geval afzonderlijk te onderzoeken - Heeft dus geen verordenend karakter • Rechterlijke toetsing van omzendbrief is dus niet mogelijk (ii)
Interpretatieve omzendbrief
= een brief waarbij een minister de instructies geeft aan de ondergeschikte ambtenaren van zijn diensten over de wijze waarop de wetten en besluiten naar zijn oordeel moeten worden toegepast - In principe niet de bedoeling de erin vervatte instructies verplichtend te stellen - Verstrekt louter inlichtingen en heeft dus geen verordend karakter - Rechterlijke toetsing van en indicatieve omzendbrief is dus niet mogelijk Uitzondering: interpretatieve omzendbrief wel verordenend karakter verkrijgen: - Wanneer de bedoeling primeert de erin vervatte interpretatie als enige juiste toepasbaar te stellen - Rechterlijke toetsing wel mogelijk
!
Rémy Bonnaffé
(iii) Verordende omzendbrief - bedoeling een dwingende rechtsregel te formuleren - moet nageleefd worden door allen aan wie hij is gericht - voorwaarden om verordenend te zijn: • omzendbrief moet nieuwe regels aan de bestaande toevoegen • ze moet abstract en algemeen zijn • overheid moet willen dwingende regels stellen (kan blijken uit wijze waarop ze opgesteld is) • moet opgesteld en bekendgemaakt worden door een overheid die: ‣ over verordenende bevoegdheid beschikt m.b.t. de materie ‣ beschikt over een discretionaire bevoegdheid die het haar mogelijk maakt bij betwisting de naleving af te dwingen • gericht zijn tot de personen of diensten die normengevende overheid helpen bij het uitvoeren van de wet - vatbaar voor annulatieberoep bij de Raad van State - verplicht onderworpen aan de voorafgaandelijke adviesvereiste van de RvS, afdeling wetgeving - moet op behoorlijke wijze worden bekendgemaakt
!
Rémy Bonnaffé
Misdrijf 1. Definitie Een handeling die strafbaar is gesteld bij wet 2. Toelichting 2.1.
Grondwettelijke principes
- Art. 12, °2 G.W: niemand kan worden vervolgd dan in de gevallen die de wet bepaalt en in de vorm die zij voorschrijft (nullem crimen sine lege) - Art. 14 G.W.: geen straf worden ingevoerd of toegepast dan krachtens de wet. (nulla poena sine lege) 2.2.
Indeling van de misdrijven volgens hun hoofdstraf
Enkel voor misdrijven van gemeen recht (niet politieke & drukpersmisdrijven) (i)
Overtreding:
Met politionele hoofdstraf strafbaar zijn gesteld: - Gevangenisstraf 1 - 7 dagen (wanneer gevangenisstraf, geldboete geen hoofdstraf meer) - Geldboete 1 - 25€ - Werkstraf 20 - 45 uur (ii)
Wanbedrijf
- Gevangenisstraf 8 dagen - 5 jaar - Geldboete min. 26 € - Werkstraf 45 - 300 uur (iii) Misdaad 2.3.
Indeling van de misdrijven volgens hun inhoud (i)
Misdrijven van gemeen recht
Alle misdrijven die geen politieke of drukpersmisdrijven zijn (ii)
Drukpersmisdrijven
Strafbare meningsuitingen die met behulp van een drukpers openbaar worden gemaakt (iii) Politieke misdrijven Misdrijven waaraan de wetgever zelf een politiek karakter heeft gegeven of die uit hun aard, of gegeven omstandigheden, een politiek karakter hebben
!
Rémy Bonnaffé
Motivering 1. Definitie feitelijke en juridische redenen die de basis vormen voor: - rechterlijke uitspraak - administratieve rechtshandeling 2. Toelichting 2.1.
Administratieve rechtshandelingen (i)
Materiële motivering
- beslissing moet steunen op redenen die rechtens en feitelijk aanvaardbaar zijn - alle administratieve rechtshandelingen moeten materiaal gemotiveerd zijn (ii)
Formele motivering
- redenen worden veruitwendigd door ze uitdrukkelijk in de akte op te nemen - beschikkende administratieve rechtshandelingen moet formeel (+ materieel) gemotiveerd zijn → indien niet (afdoende gebeurd): - Annulatieberoep Raad van Staten - Art. 159 G.W. 2.2.
Rechterlijke uitspraken
- art. 149 G.W.: elk vonnis moet met redenen omkleed zijn • van toepassing op alle rechtscolleges, inclusief administratieve • partijen moeten kunnen nagaan: ‣ of alle door hen opgeworpen middelen onderzocht zijn ‣ welke de redenen van de rechter zijn om tot een bepaalde uitspraak te komen • doel: ‣ nagaan of de rechter niet arbitrair tot een beslissing komen is ‣ betere overweging maken om verdere rechtsmiddelen uit te putten
!
Rémy Bonnaffé
Ombudsman 1. Definitie - onafhankelijke instelling - hoofdzakelijke taak klachten over onbehoorlijk overheidsfunctioneren onderzoeken - tracht standpunten overheid en klager te verzoenen - kan algemene aanbevelingen formuleren over het overheidsfunctioneren 2. Toelichting 2.1.
Formele vs. informele rechtsbescherming
- formele rechtbescherming: nadat een geschil is ontstaan wordt een oplossing geboden via jurisdictionele procedures - informele rechtsbescherming: preventieve mechanismen • uitdrukkelijke motivering van bestuurshandelingen • openbaarheid van bestuur • ombudsman 2.2.
Ombudsdiensten actief in België
- federale ombudsmannen - ombudsman van de Vlaamse Gemeenschapen en die van het Waalse Gewest - ombudsmannen voor de federale overheidsbedrijven - Vlaamse Kinderrechtencommisaris en zijn Franse tegenhanger - ombudsmannen in gemeenten 2.3.
Taak
- willen hoofdzakelijk het onbehoorlijk overheidsoptreden verhelpen, niet het onwettelijk optreden - in hoofdzaak een bemiddelingsfunctie • niet afdwingbare aanbeveling aan de overheid (wel publiceerbaar in verslagen)
!
Rémy Bonnaffé
Openbaar ministerie (O.M., Parket) 1. Definitie - korps van magistraten bij de hoven en rechtbanken - hoofdzakelijk belast met het vorderen van de toepassing van de strafwet tijdens het strafproces (verantwoordelijk voor opsporing en vervolging van misdrijven) - nog enkele taken in burgerlijke zaken 2. Toelichting - leden behoren tot de staande magistratuur - hebben niet de bevoegdheid om geschillen te beslechten via vonnissen (komt toe aan zittende magistratuur) - discussie omtrent onafhankelijkheid: • afzetbaar door de Koning (art. 153 G.W.) • opsporen en vervolgen van misdrijven is een uitvoerende taak waarvoor het parket onder het gezag van de minister van Justitie valt • vordering ter terechtzitting is een rechterlijke taak (volledig onafhankelijk v. UM) - uit Grondwet blijkt dat het O.M. niet tot Rechterlijke macht sensu stricto behoort en niet dezelfde onafhankelijkheid geniet - zowel zittende als staande magistratuur behoren tot de rechterlijke orde 2.1.
Leden van het openbaar ministerie (i)
Procureur des Konings
- verbonden aan een arrondissement - staat aan het hoofd van een parket - bijgestaan door substituten - oefent binnen zijn arrondissement het ambt van O.M. uit bij: • Arrondissementsrechtbank • rechtbank van eerste aanleg • rechtbank van koophandel • politierechtbank - bij de arbeidsrechtbanken wordt het ambt van O.M. uitgeoefend door een arbeidsauditeur bijgestaan door subtituut-arbeidsauditeurs (ii)
Procureur-generaal
- Aan het hoofd van een parket-generaal - bijgestaan door advocaten-generaal en substituut-procureurs-generaal - oefent binnen zijn rechtsgebied zijn ambt uit bij: • hof van beroep • Arbeidshof • hoven van assisen
!
Rémy Bonnaffé
- procureur-generaal bij het hof van beroep staat in voor de coherente uitvoering en coördinatie van het strafrechtelijk beleid binnen zijn rechtsgebied • kan dwingende algemene onderrichten geven aan alle leden van het O.M. binnen zijn rechtsgebied, ook wat betreft uitoefening van strafvordering - procureur-generaal bij HvC oefent in principe de strafvordering niet uit, waakt enkel over de juiste toepassing van de wet 2.2.
Federaal procureur
- aan het hoofd van het federaal parket - bijgestaan door federale magistraten - voornamelijk bevoegd voor de uitoefening van de strafvordering m.b.t. misdrijven • die verschillende rechtsgebieden treffen of • een internationale dimensie hebben • die te maken hebben georganiseerde criminaliteit of terrorisme
!
Rémy Bonnaffé
Parlement 1. Definitie - Hoogst verkozen beraadslagend orgaan van een democratische rechtsstaat - Bestaande uit verkozen vertegenwoordigers van het volk dat: • Een essentiële rol speelt in totstandkoming van wetgevende akten • In zijn totaliteit of in zijn onderdelen controle uitoefent op de uitvoerende macht 2. Toelichting ‘alle macht gaat uit van de natie, en worden zij uitgeoefend op de wijze bij de Grondwet bepaald’ (art. 33 G.W.) - Leden van beide kamers vertegenwoordigen de Natie België = parlementaire, constitutionele monarchie: - Staatshoofd onverantwoordelijk is - Bestaan van regering afhankelijk is van steeds herroepbaar vertrouwen van het parlement tegenover wie zij verantwoordelijk is 2.1. (i)
Het federale parlement
Tweekamerstelsel
= Stelsel waarbij twee onafhankelijke en onderscheiden verkozen en beraadslagende organen samen op hetzelfde niveau deel uitmaken van de wetgevende macht Grondwetsherziening 1993: bevoegdheid Senaat beperkt - Kamer exclusief bevoegd voor parlementaire controle op regering (ontslag dwingen) - Rol van Senaat bij totstandkoming formele wetten gereduceerd Sindsdien spreekt men van: - Monocameraal: art. 47 G.W. - Bicomeraal: art. 77 G.W. - Optioneel bicameraal: art. 78 G.W (residuair) Belet niet dat beiden over het recht van onderzoek beschikken, en alternerend kandidaten voor RvS en GwH voordragen Senaat exclusief bevoegd voor belangenconflicten tussen verschillende wetgevende vergaderingen (ii)
Samenstelling
Kamer van volksvertegenwoordigers: - 150 leden - Rechtstreeks - door meerderjarige Belgen - volgens het systeem van evenredige vertegenwoordiging - Legislatuur van 4 jaar, tenzij voortijdig ontbonden
!
Rémy Bonnaffé
Senaat: - 71 leden, 4 categorieën: • Rechtstreeks verkozen (40): zie door wie en hoe ze worden verkozen hierboven • Gemeenschapssenatoren: aangeduid uit en door de drie gemeenschapsparlementen • Gecoöpteerde senatoren: door rechtstreeks verkozen senatoren en gemeenschapssenatoren fekozen • Senatoren van rechtswege: kinderen van de koning, of, indien er geen zijn, de Belgische nakomelingen van de tot regeren gerechtigde tak van het koninklijke stamhuis, vanaf 18, na eed. 2.2. (i)
De gemeenschaps- en gewestparlementen
Eenkamerstelsel
Deze parlementen vormen samen met regering de wetgevende macht (ii)
Samenstelling
- Volgens het systeem van evenredige vertegenwoordiging - Legislatuur van 5 jaar Verschillende parlementen: - Vlaams parlement • Grootse deel rechtstreeks verkozen in Vlaamse kieskringen • 6 Rechtstreeks verkozen door Brusselse kiezers die stem uitbrengen op lijst van kandidaten die behoren tot de Nederlandse taalgroep voor de verkiezingen van het Brussel Hoofdstedelijk Parlemtn - Waals Gewestparlement - Frans Gemeenschapsparlement • Grootste deel samengesteld uit de leden van het Waals Gewestparlement • 19 aangeduid door en uit de Franse taalgroep van het Brussel Hoofdstedelijk parlement - Brussels Hoofdstedelijk Parlement • Brusselaars moeten stem uitbrengen op Franstalige of Nederlandstalige lijst - Parlement van de Duitstalige Gemeenschap 2.3. (i)
Parlementaire immuniteiten
Parlementaire onverantwoordelijkheid - geen vervolging of onderzoek n.a.v. een mening of stem in uitoefening van zijn functie gebracht - Gaat verder dan vrijheid van meningsuiting - Absoluut: iedere onderzoeks- of informatieregel, inbeslagname, tuchtmaatregelen naar aanleiding van de geuite mening - Gewelddaden of feitelijkheden vallen echter niet onder de bescharming
!
Rémy Bonnaffé
(ii)
Parlementaire onschendbaarheid
- tijdelijke en voorwaardelijke onmogelijkheid een lid van het Parlement in strafzaken aan te houden, te verwijzen naar of te dagvaarden voor een rechtbank - uitzonderingen: • intrekking onschendbaarheid door betrokken kamer • betrapping op heterdaad - onschendbaarheid vervalt wanneer: • de zitting gesloten is • het parlementslid zijn mandaat verliest - indien de aanhouding, dagvaarding of verwijzen begonnen is vóór de zitting kan (maar moet niet) de betrokken kamer de betrokken handelingen schorsen - andere vervolgingsdaden zijn sinds 1997 mogelijk zonder opheffing (vb. huiszoeking, ondervraging, confrontatie met getuigen, ...) • voor sommige bepaalde waarborgen, vb. huiszoeking kan slechts plaatsvinden wanneer de voorzitter van de Kamer (of een door hem aangewezen lid) de huiszoeking bijwoont • Geplande vervolgingsdaden kunnen worden geschorst als betrokken kamer 2/3 stemt daartoe beslist
!
Rémy Bonnaffé
(Pre)constituante 1. Definitie 1.1.
Preconstituante
Het orgaan - samengesteld uit de drie takken van de wetgevende macht - dat over de bevoegdheid beschikt om d.m.v. drie afzonderlijke verklaringen tot herziening van de Grondwet de procedure tot grondwetsherziening te starten - waardoor een ander orgaan (constituante) de bevoegdheid krijgt de herziening van de Grondwet door te voeren 1.2.
Constituante
Het orgaan - samengesteld uit de drie takken van de wetgevende macht - dat over de bevoegdheid beschikt om de grondwetsbepalingen die door de preconstituante werden aangeduid te wijzigen 2. Toelichting - art. 195 G.W.: bevoegdheid om G.W. in herziening te stellen bij wetgevende macht - art. 196 G.W.: inherzieningstelling is niet mogelijk: • in oorlogstijd • indien de Kamers verhinderd zijn vrij bijeen te komen op nationaal grondgebied • tijdens een regentschap wat betreft: ‣ de grondwettelijke macht van de Koning ‣ art. 85 – 88, art. 91 – 95, art. 106 & art. 197 G.W. - inherzieningstelling houdt geen verplichting in om te herzien • constituante kan enkel die artikelen herzien die in herziening gesteld werden maar bij een wijziging van deze artikelen heeft de constituante volledige vrijheid omtrent de inhoud van de wijziging • indien preconstituante een artikel laat toevoegen bepaalt ze het doel ervan • indien preconstituante een artikel laat opheffen kan ze niet gewijzigd worden
!
Rémy Bonnaffé
Prejudiciële vraag 1. Definitie Een vraag - M.b.t een juridisch twistpunt in een rechtszaak - Gesteld door een rechtscollege dat niet bevoegd is om dit juridisch twistpunt te beslechten - Aan een ander rechtscollege, dat wel over die bevoegdheid beschikt - Vooraleer het deze rechtszaak ten gronde beslecht 2. Toelichting 2.1.
Algemeen
- interpretatie van bepaalde juridische normen wordt door de nationale of internationale (grond)wetgever toevertrouwd aan een specifieke rechtbank: • om een eenheid van rechtspraak te bereiken • omdat ze beter geschikt geacht wordt om bepaalde rechtsvragen op te lossen - enkel het rechtsprobleem vormt het voorwerp van de vraag - vraagstellende rechter (bodemrechter) is gebonden door het antwoord 2.2.
Belangrijkste categorieën van vragen
- Europese Hof van Justitie: doet bij prejudiciële beslissing uitspraak over: • de uitlegging van de E.G.-verdragen • de geldigheid en de uitlegging van de door de instellingen van de Europese Gemeenschappen en de Europese Centrale Bank verrichte handelingen - Benelux-Gerechtshof: gelijkheid te bevorderen bij de toepassing van de rechtsregels die gemeen zijn aan de Benelux-landen - Grondwettelijk Hof: uitspraak over de overeenstemming van w/d/o met: • Titel II van de Grondwet • Art. 170, 172, 191 • Regels die de onderscheiden bevoegdheden van de federale Staat, Gemeenschappen en de Gewesten bepalen
!
Rémy Bonnaffé
Raad van State 1. Definitie Een rechtscollege sui generis bestaande uit: - Afdeling bestuursrechtspraak: treed op als hoogste administratief rechtscollege - Afdeling wetgeving: geeft advies aan de regeringen en parlementen 2. Toelichting 2.1.
Samenstelling (i)
Zetel
44 leden - Eerste voorzitter - Voorzitter
- 14 kamervoorzitters - 28 ‘gewone’ staatsraden
Geven adviezen en vellen de arresten (ii)
Auditoraat
80 leden - auditeur-generaal - adjunct-auditeur-generaal
- 14 eerste auditeursafdelingshoofden - 64 eerste auditeurs, auditeurs en adjunct-auditeurs
binnen afdeling wetgeving: - onderzoekt de aan advies onderworpen tekst en brengt verslag uit - neemt deel aan de zitting van de kamer waarop over de te adviseren tekst beraadslaagd wordt - zorgen voor de nadere uitwerking en de verspreiding van de beginselen van de wetgevingstechniek binnen afdeling administratie - controleert de naleving van de maatregelen die het onderzoek voorafgaan - legt een verslag over de zaak neer - geeft advies inzake de wijze van beslechting op de terechtzitting - → dus niet betrokken bij de deliberatie zelf - documentatie betreffende de rechtspraak en de adviezen bijhouden, bewaren en ter beschikking stellen (iii) Coördinatiebureau 4 leden - 2 eerste referendarissen-afdelingshoofden - 2 eerste referendarissen, referendarissen en adjunct-referendarissen
!
Rémy Bonnaffé
taken: - stand van de wetgeving bijhouden - documentatie van het bureau ter beschikking te stellen - coördinatie, codificatie en vereenvoudiging van wetgeving voorbereiden (iv) Griffie samenstelling: - 1 hoofdgriffier - 25 griffier taak: controletoren van de RvS: - regelt het praktische verloop van de procedures - vervult de intermediaire rol tussen de Raad en de partijen (v)
Andere
- 10 assessoren/bijzitters (enkel in afdeling wetgeving omwille van deskundigheid) - een aantal gespecialiseerde diensten: • Bibliotheek • dienst informatica • algemene diensten die administratief, technisch of dienstpersoneel bevatten 2.2.
Afdeling wetgeving
Verleent advies over voorontwerpen en voorstellen van wet, decreet of ordonnantie en ver reglementaire besluiten aan de parlementen en de regering. (i)
Wanneer kan/moet ze geraadpleegd worden?
Facultatieve raadpleging: - voorzitter van een wetgevende vergadering → advies - leden van de uitvoerende macht → advies - eerste minister of de voorzitter van een gemeenschaps- of gewestregering kan de RvS belasten met het opmaken van de tekst van voorontwerpen/amendementen Verplichte raadpleging: - voorzitter van een wetgevende vergadering indien hij daartoe verzocht wordt door ten minste 1/3 van de leden van zijn vergadering - voorzitter van de Senaat, Kamer, Brussels Hoofdstelijk Parlement of van de Verenigde Vergadering van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie indien hij daartoe wordt verzocht door een meerderheid van de leden van de taalgroep - Voorzitter kamer/senaat indien 12 leden van parlementaire overlegcommissie - ministers van de federale/gemeenschaps-/gewestregeringen • uitz.: hoogdringendheid → beperkte advisering • uitz.: ‣ voorontwerpen van louter formele wetten (begrotingswetten, ...) • tenzij ze internationale verdragen en samenwerkingsakkoord goedkeuren
!
Rémy Bonnaffé
‣ ontwerpen van reglementaire besluiten (verordeningen) in geval van gemotiveerde hoogdringendheid • tenzij ze op basis van een opdrachtwet bestaande wettelijke bepalingen kunnen opheffen, aanvullen, wijzigen of vervangen • hoogdringendheid kan hiervoor nooit ingeroepen worden (ii)
Wat?
- Het advies is louter adviserend maar heeft wel een groot moreel gezag. - Beoordeelt enkel legaliteit (juridisch-technisch aspect), niet de opportuniteit. - Indien het advies stelt dat het voorstel/ontwerp in strijd is met de bevoegdheidsverdeling tussen de Staat, de gemeenschappen en de gewesten wordt de tekst overgemaakt aan het Overlegcomité. - Wanneer het gaat om een akte van de federale wetgever bepaalt de RvS de procedure die gevolgd dient te worden (mono-, bi- of gedeeltelijk bicameralisme) (iii) Sanctie in geval van niet-nakoming van de adviesverplichting - over voorontwerp van wet/decreet/ordonnantie: geen sanctie (enkel politieke) - over reglementaire besluiten & ongemotiveerde of ongegronde hoogdringheid → onwettigheid van het besluit→ kan aanleiding geven tot: • annulatieberoep bij de RvS, afdeling bestuursrechtspraak • toepassing van art. 159 G.W. (exceptie van onwettigheid) 2.3.
Afdeling bestuursrechtspraak (i)
Annulatiebevoegdheid
Uitspreken over annulatieberoep gericht tegen beslissing van: - Administratieve overheid - Akten/reglementen vd wetgevende vergaderingen of hun organen (bv ombudsman) - Rekenhof - Grondwettelijk Hof - Raad van State - Administratieve rechtscolleges, organen van de rechterlijke macht, Hoge Raad van Justitie met betrekking tot overheidsopdrachten en leden van hun personeel Deze handelingen vernietigen omwille van reden van: - Externe wettigheid: wettigheid die te maken heeft met de wijze waarop een beslissing tot stand is gekomen. • Onbevoegdheid van betrokken bestuur om die administratieve rechtshandeling te stellen • Schending van substantiële of op straffe van nietigheid voorgeschreven vormvereisten - Interne wettigheid: de wettigheid die te maken heeft met de inhoud van de beslissing • Schending van de wet
!
Rémy Bonnaffé
• Machtsafwending: onwettigheid waarbij een bestuursorgaan de bevoegdheid die hem bij de wet tot het bereiken van een bepaald oogmerk van algemeen belang is gegeven, gebruikt voor het nastreven van een ander doel Annulatieberoep moet ingediend worden binnen de 60 dagen na bekendmaking/ betekening - retroactieve werking - Gezag van gewijsde werkt erga omnes Beschikt ook over de bevoegdheid de tenuitvoerlegging te schorsen - Is accessorium van annulatiebevoegdheid; slechts schorsen indien ook (gelijktijdig) annulatieberoep wordt ingediend - Twee cumulatieve voorwaarde: • verzoeker moet ernstige middelen aanvoeren die dit verantwoorden - onmiddellijke tenuitvoerlegging moet een moeilijk te herstellen ernstig nadeel berokkenen - kan alle maatregelen bevelen die nodig zijn ter bescherming van de belangen (voorlopige maatregelen): • van de partijen • van de personen die belang hebben bij de oplossing van de zaak Bevoegd om dwangsom uit te spreken (ii)
De Raad van State als administratief cassatierechter
- Tenzij wetgever uitdrukkelijk hierover anders beslist heeft - RvS bevoegd om als cassatierechter kennis te nemen van alle beslissingen in laatste aanleg door administratieve rechtscolleges worden genomen. - Oordeelt in die hoedanigheid enkel in rechte - Verwijst zaak daarna naar ander/zelfde administratief rechtscollege - Dergelijke procedure → onderworpen aan procedure van toelating = filter voor: • Beroep waarvan RvS niet bevoegd is • Zonder rechtsmacht • Zonder voorwerp • Kennelijk onontvankelijk (iii) De Raad van State als rechter in laatste aanleg - RvS onderzoekt het geschil helemaal opnieuw, zowel in feite als in rechte - Beroepen voorzien in gemeentekieswet, wet tot regeling van de provincieraadsverkiezingen en in de OCMW-wet (OCMW’s onderling) - Vlaams Gewest betreft het voornamelijk verkiezingsbetwistingen (iv) Overige bevoegdheden Bv bevoegdheid om te oordelen over geschillen aangaande de dotaties aan politieke partijen
!
Rémy Bonnaffé
Rechtscollege 1. Definitie Een overheidsorgaan dat beslissingen kan nemen die gezag van gewijsde hebben 2. Toelichting 2.1.
Soorten rechtscolleges
- Hoven en rechtbanken die behoren tot rechterlijke macht (vrederechters, HvC, …) • Beslechting van geschillen over burgerlijke & politieke rechten • Deze politieke rechten kunen door wetgever toegewezen w’ aan andere organen - Administratieve rechtscolleges (eigenlijke rechtspraak) • Niet bevoegd voor geschillen van burgerlijke rechten - Vormen samen de rechterlijke macht in functionele zin van het woord - =/= adm. overheden → nagenoeg altijd bekleed met gezag van gewijsde 2.2.
Subjectieve/objectieve rechten
Subjectieve rechten: - Geschillen over burgerlijke en politieke rechten - = rechten die een persoon put uit (op een gegeven situatie) van toepassing zijnde rechtsregels, die een ander persoon of instantie verplichten tot een welbepaalde gedraging of onthouding. Objectieve rechten: - = geschillen die betrekking hebben op rechten waarvan het al dan niet bestaan en de toekenning zelf afhangen van een beslissing waarbij de overheid gebruikmaakt van een discretionair appreciatierecht
!
Rémy Bonnaffé
Rechtsstaat 1. Definitie - staat waarin de gezagsdragers gehouden zijn door het objectieve – democratisch tot stand gekomen – recht - gezagsdragers verzekeren de toepassing van het recht - bevoegdheid van de gezagsdragers wordt beperkt door de fundamentele rechten en vrijheden van de burgers - de rechtsregels zijn afdwingbaar voor een onafhankelijke rechtbank 2. Toelichting - machtshebbers genieten geen ongebreidelde macht • halen hun macht uit een democratische aanduiding (dus altijd democratisch) - regels regelen verhouding burger/overheid - overheid moet zich houden aan de regels die het zelf opstelde - maar: een minimum moet steeds gerespecteerd worden • vb. democratische meerderheid van vrijheid van meningsuiting niet afschaffen • democratische meerderheid moet fundamentele rechten/vrijheden respecteren - effectieve rechtsbescherming nodig door onafhankelijke rechtbank - afwezigheid van de mogelijkheid om ongrondwettelijke regels te laten vernietigen lijkt geen beletsel te zijn om van een rechtsstaat te spreken
!
Rémy Bonnaffé
Referendum – volksraadpleging 1. Definitie - vorm van directe democratie - alle burgers kunnen zich via een stemming uitspreken over een genomen of voorgnomen overheidsbelissing - overheid is gebonden door de uitslag • indien niet: volksraadpleging 2. Toelichting 2.1.
Directe democratie in principe niet te verzoenen met Grondwet
Reden: - oorspronkelijke grondwetgever ging uit van de leer van de nationale soevereiniteit • → soevereiniteit berust bij de natie (= vorige, huidige en toekomstige generaties), niet bij het volk • alle machten moeten worden uitgevoerd bij wijze in de Grondwet bepaald • Belgische grondwettelijk bestel is gebaseerd op representatieve democratie In een moderne opvatting wordt minstens een volksraadpleging aanvaard. 2.2.
Referenda/volksraadplegingen in de wet
- 1950: ongrondwettelijke wet om op nationaal niveau een volksraadpleging te organiseren i.v.m. de Koningskwestie - 1995: mogelijkheid om onder bepaalde voorwaarden een gemeentelijke volksraadpleging te houden - 1997: idem op provinciaal niveau - 1999: grondwettelijke basis voor volksraadplegingen op gemeent./prov. niveau 2.3.
Overheveling naar de gewesten
- Lambertmontakkoord (2001) hevelde de bevoegdheid inzake de ondergeschikte besturen over naar de gewesten - in 2005 werd deze effectief bevoegd
!
Rémy Bonnaffé
Regering 1. Definitie - Centrale orgaan van de uitvoerende macht • Federale staat • Gemeenschappen en de gewesten - Bestaat uit ministers (en eventueel staatssecretarissen) - Worden aangeduid door de Koning of door gemeenschaps- en gewestparlementen 2. Toelichting 2.1.
De federale regering
Samenstelling - Bestaat uit max. 15 ministers - Benoemd en ontslagen door Koning en doorgaans belast met één of meerdere deelaspecten van het beleidsterrein • Kan ook ministers zonder portefeuille benoemen - Zijn volwaardige leden vd regering, maar zijn niet met de leiding van een departement noch met een bepaalde staatstaak belast - Geleid door Eerste Minister - Evenveel Franstalige als Nederlandstalige (uitgezonderd eerste minister) Ministerraad: - Ministers + eerste minister - Beslist bij consensus: elk minister moet akkoord gaan Staatssecretaris: - Onbeperkt - Taalpariteit telt niet - W’ toegevoegd aan federale minister en wiens bevoegdheid wordt begrensd door die minister - Vormt samen met ministers de regeringsraad Politiek verantwoordelijk tegenover Kamer, die regering via aanname van constructieve motie van wantrouwen tot ontslag kan dwingen. Functie is onverenigbaar met mandaat als Kamerlid/Senator Minister van staat kan ook = eretitel
!
Rémy Bonnaffé
2.2.
Gemeenschaps- en gewestregeringen
- door de parlementen verkozen (ze hebben een “government making power”) - op basis van de constitutieve autonomie bepalen de parlementen zelf het maximaal aantal regeringsleden (11 in Vl) - lidmaatschap van de Parlementen is onverenigbaar met dat van een Regering - na de verkiezing van de ministers door de Parlementen leggen ze de eed af in handen van de voorzitter van het Parlement - ministers duiden in hun midden een voorzitter aan die de eed aflegt voor de Koning - gemeenschaps- en gewestsregering kunnen tot ontslag gedwongen worden door een constructieve motie van wantrouwen - indien de regering zelf een de vertrouwenskwestie stellen en die wordt hen geweigerd, zijn ze van rechtswege ontslagnemend 2.3. (i)
Ministeriële immuniteiten
Ministeriële onverantwoordelijkheid - Minister kan nooit worden vervolg (noch strafr. als burgerr.) of aan enig onderzoek kan worden onderworpen naar aanleiding van een mening uitgeoefend in ambt - Handelingen worden dus hier niet beschermd, net zo min als meningen buiten uitoefening van ambt
(ii)
Ministeriële onschendbaarheid
- Misdrijven gepleegd door ministers met dezelfde straffen worden bestraft als misdrijven gepleegd door om het even welke andere burger, maar dat bij onderzoek en vervolging andere procedure wordt gevolgd: - Wanneer: • Misdrijven gepleegd binnen ambt, ongeacht berecht tijdens/na ambt • Misdrijven buiten ambt, maar berecht tijdens ambt • Wat: ‣ Kamer van volksvertegenwoordigers verlof verlenen ‣ Vervolging enkel door Procureur-generaal bij het bevoegde hof van beroep
!
Rémy Bonnaffé
Residuaire/toegewezen bevoegdheid 1. Definitie 1.1.
Toegewezen bevoegdheid
- bevoegdheid uitdrukkelijk toegewezen door (een wet krachtens) de Grondwet • aan één van de drie machten • aan de gemeenschappen, gewesten of de federale staat 1.2.
Residuaire bevoegdheid
Bevoegdheid om alle aangelegenheden te regelen die niet toegewezen zijn. 2. Toelichting 2.1.
Verticaal
- art. 105 G.W.: federale uitvoerende macht heeft enkel toegewezen bevoegdheden - Residuaire bevoegdheid voor de federale wetgevende overheid - Rechterlijke macht heeft enkel toegewezen bevoegdheden - art. 78 Bijzondere Wet Hervorming Instellingen → gelijkaardige regeling gemeenschappen en gewesten Voorbehouden bevoegdheden: - indien een aangelegenheid ‘bij’ of ‘door’ wet geregeld moeten worden is uitsluitend de wetgevende macht bevoegd • Kan van worden afgeweken (bijzondere machtenwet) indien: ‣ De dan door de UM uitgevaardigde normen door WM w’ onderzocht en bekrachtigd ‣ Voor zever de machtiging aan de UM uitdrukkelijk/ondubbelzinnig is - ‘krachtens’ een wet → voorbehouden maar overdraagbaar (opdrachtwet) 2.2. (i)
Horizontaal
Huidige regeling - federale staat: normaal deelstaten residuaire bevoegdheid - art. 35 G.W.: residuaire bevoegdheid voor deelstaten, maar overgangsbepaling: • lijst van exclusieve bevoegdheden federale overheid in Grondwet • bijzondere wet met voorwaarden van de uitoefening van bevoegdheden door de gemeenschappen en gewesten - tot die overgangsbepaling voltooid is heeft federale overheid residuaire bevoegdh. b. Types toegewezen bevoegdheden - exclusieve bevoegdheden: op een bepaald grondgebied is slechts één overheid bevoegd (vb. Vlaams gewest is exclusief bevoegd voor ruimtelijke ordening) - concurrerende bevoegdheden: zowel federale als deelgebied zijn in principe bevoegd, maar deelgebied mag pas regelend optreden als federaal dat niet doet • wanneer federaal optreedt → normering deelgebied van rechtswege opgeheven • vb.: belastingsbevoegdheid van de deelgebieden
!
Rémy Bonnaffé
- parallelle bevoegdheden: zowel deelgebied als federale overheid zijn gelijktijdig en cumulatief bevoegd zonder hiërarchie tussen de rechtsnormen • vb.: wetenschappelijk onderzoek
!
Rémy Bonnaffé
Richtlijn 1. Definitie - Een wetgevende handeling van de Europese Unie - Verbindend ten aanzien van het te bereiken resultaat - Voor elke lidstaat waarvoor zij bestemd is - Maar waarbij aan de nationale instanties de bevoegdheid wordt gelaten vorm en middelen te kiezen 2. Toelichting EU kent volgende wetgevende handelingen: - De constituerende verdragen - De verordeningen - De richtlijnen - De kaderbesluiten - De beschikkingen - De aanbevelingen en adviezen I.t.t tot verordening is een richtlijn niet rechtstreeks toepasselijk in interne rechtsorde - Pas nadat richtlijn door lidstaat in de interne rechtsorde w’ omgezet - → volwaardig normatieve status verkrijgt Bevat datum, tegen dewelke de omzetting ervan moet zijn gebeurd - Indien niet tijdig • In hoofde van staat een verplichting en in hoofde van burger een recht ° • In die situatie → toch rechtstreekse werking ‣ enkel burger/staat ‣ Enkel ten voordele van burger Nationale rechter moet aan richtlijnconforme interpretatie doen
!
Rémy Bonnaffé
Scheiding der machten Een ongeschreven contitutionele regel, volgens dewelke de macht verdeeld is tussen de wetgevende, de uitvoerende en de rechterlijke macht en elke macht gecontroleerd wordt door een tegenmacht. 1. Toelichting 1.1.
Algemeen
- oorsprong: “De l’esprit des lois” van Montesquieu • Montesquieu : kwaliteit van een staatsvorm wordt bepaald door een verdeling van macht ‣ elke mens misbruikt zijn macht ‣ macht moet macht tegenhouden - impliciet verankerd in de Grondwet (= ongeschreven constitutionele regel) • geschreven regels hebben dus voorrang op de ongeschreven constitutionele regel 1.2. (i)
Bevoegdheden van de drie machten
Wetgevende macht - taak: algemene juridische normen uitvaardigen • bepaalt de regels die onze samenleving ordenen in overeenstemming met de Grondwet en de internationale verdragen - ook juridische afspraken tussen landen onderling moeten door WM goedgekeurd - controleert de UM en veel minder direct de RM: • regering ter verantwoording roepen • ontzegging vertrouwen in de regering • goedkeuring begroting die UM en RM toelaten te werken • vaststelling aantal militairen in dienst
(ii)
Uitvoerende macht
- art. 37 G.W.: UM berust bij de Koning - uitvoerende bevoegdheid is een toegewezen bevoegdheid ‘zoals door de G.W. geregeld’ (bevestigd in art. 105 G.W.) • residuaire bevoegdheid voor de wetgever • besluiten van de UM moeten steeds een grondslag in G.W./wet vinden - bevoegdheid kan algemeen omschreven worden als: • bevoegdheid om wetten uit te voeren • algemeen beleid van het land te voeren ‣ begroting opstellen en aan het Parlement voorleggen ‣ muntbeleid uitstippelen ‣ veiligheidsmaatregelen treffen ‣ buitenlands beleid sturen (iii) Rechterlijke macht - uitgeoefend door de hoven en de rechtbanken
!
Rémy Bonnaffé
- taak: vellen van uitspraken over geschillen die bij hen aanhangig worden gemaakt • dus niet de bevoegdheid om rechtsregels uit te vaardigen • lossen juridische geschillen op a.d.h.v. door WM&UM uitgevaardigde regels - geschillen: • burgerlijke aard • strafrechtelijke aard • tussen burger en overheid - rechtscolleges: cf. 0. Rechtscollege (p. 21) 1.3.
Schematisch overzicht bevoegdheden en samenstelling machten Macht
Instelling
Samenstelling
Bevoegdheid
Wetgevende macht
Parlement en koning
Parlement = de Kamer/Senaat
Maken wetten en controleren van UM
Uitvoerende macht
Koning en regering
Regering = ministers + staatssecretarissen
Effectieve leiding van het land en voert de wetten uit
Rechterlijke macht
Hoven en rechtbanken
O.a. Vrederechter, Uitspraak doen over rechtbank van eerste juridische geschillen aanleg, HvA, …
1.4.
Geen dogmatische interpretatie van de scheiding der machten
Geen strikte scheiding: ook controle en gewilde samenwerking. - Wetgevende/uitvoerende macht werken samen doordat zij beiden dienen op te treden voor de totstandkoming van wetten - Uitvoerende macht wordt gerechtelijk gecontroleerd op de wettelijkheid van haar daden en parlementair op de politieke opportuniteit - Wetgever wordt gerechtelijk gecontroleerd op de verenigbaarheid met internationale normen en wordt door de uitvoerende macht onder druk gezet in regeringsontwerpen of -amendementen, met ultieme dreiging het vallen van de regering en mogelijks nieuwe verkiezingen - Rechterlijke macht moet via de openbaarheid en de motiveringsplicht verantwoording afleggen, wordt benoemd door de uitvoerende macht en moet middelen krijgen van de wetgevende macht - Rechterlijke macht ook t.a.v wetgevende macht verantwoording zou moeten afleggen, wordt bediscussieerd 1.5.
Gemeenschappen en gewesten en de scheiding der machten
gelden ook voor de gemeenschappen & gewesten, nuances: - geen afzonderlijke rechterlijke macht - verhouding WM/UM qua uitwerking afwijkend van federale overheid
!
Rémy Bonnaffé
Smeerkaasarrest (arrest-Le Ski) Arrest van het hof van Cassatie van 27 mei 1971 dat stelt dat “wanneer er een conflict bestaat tussen een internrechtelijke norm en een internationaalrechtelijke norm die rechtstreeks gevolgen heeft in de interne rechtsorde, de door het verdrag bepaalde regel moet voorgaan” en dat “deze voorrang volgt uit de aard zelf van het bij het verdrag bepaald internationaal recht”. 2. Toelichting 2.1.
Feiten
- 1958: regering voerde een tekst in op de invoer van bepaalde zuivelproducten - EG was van oordeel dat deze heffing tegen de stand-still-bepaling van art. 12 EG was - N.V. Franco-Suisse (Belgische kaasimporteur) leed grote financiële verliezen door deze taks → wilde terugvorderen van Belgische Staat → wet belette dit - firma ondernam gerechtelijke stappen: • 1ste aanleg: ongelijk • Hof van Beroep Brussel: gelijk gekregen ‣ weigerde de nationale wet toe te passen → internationaal recht (met directe werking) primeert • Cassatie bevestigde uitspraak Hof van Beroep 3. Weerslag - elke rechter moet zelf in de voor hem gebrachte zaken voorrang verlenen aan de internationale verdragen en aan alle andere internationale of supranationale normen met directe werking - de rechter moet elke nationale wet die hiermee in strijd is buiten toepassing laten in de desbetreffende zaak - arrest wijzigt fundamenteel het principe van onschendbaarheid van de wet
!
Rémy Bonnaffé
Taalgebied 1. Definitie - Grondwettelijke onderverdeling van het Belgische grondgebied in een • Tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad • Nederlands, een Frans en een Duits taalgebied - Bepaalt welke taal bij voorrang moet worden gebruikt in aangelegenheden waarin het taalgebruik kan worden geregeld 2. Toelichting 2.1.
Indeling in taalgebieden
- Elke gemeente maakt deel uit van deze 4 taalgebieden - Grenzen worden slecht gewijzigd door bijzondere wet 2.2.
Functie
- Houdt een beperking in van de bevoegdheden van de verschillende wetgevers inzake taalgebruik - Vormt de grondwettelijke waarborg van ofwel • de voorrang van de taal van het eentalig gebied op alle andere talen • ofwel van het tweetalig karakter van het gebied (Brussel-Hoofdstad) 2.3.
Regeling van het taalgebruik
- In beginsel gebruik van talen vrij (art. 30 G.W.) - Sterk genuanceerd voor het gebruik der talen in de ‘publieke sfeer’: Wet kan taalgebruik regelen voor (art. 30/129 G.W.): • De handelingen van het openbaar gezag • Gerechtszaken • Bestuurszaken • Onderwijs in de door de overheid opgerichte, gesubsidieerde of erkende instellingen • Sociale betrekkingen tussen de werkgevers en hun personeel • De door de wet en verordeningen voorgeschreven akten en bescheiden van de ondernemingen 2.4.
Verticale en horizontale bevoegdheidsverdeling
Art. 30, 129, 130 G.W. → met elkaar gemeen → regeling taalgebruik voorbehouden WM Federale parlement is bevoegd voor de regeling van het taalgebruik: - In het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad - In het Duitse taalgebied - In de faciliteitengemeenten - Voor de diensten waarvan de werking verder reikt dan het taalgebied waarin zij zijn gevestigd, in de door de wet aangewezen federale en internationale instellingen
!
Rémy Bonnaffé
waarvan de werking gemeen is aan meer dan één gemeenschap en voor de handelingen van het openbaar gezag die buiten het begrip ‘bestuurzaken’ vallen Parlement en de Vlaamse/Franse Gemeenschap zijn bevoegd voor de regeling van: - Het taalgebruik in bestuurszaken - Onderwijszaken - Sociale betrekkingen in de gemeenten zonder specifieke taalregeling in het Nederlands/Frans taalgebied Duitstalige Gemeenschap enkel bevoegd taalgebruik in onderwijszaken
!
Rémy Bonnaffé
Taalgroep De groep leden van - De kamer - De senaat - Het Brussel Hoofdstedelijk parlement - Verenigde Vergadering van de Gemeenschappelijk Gemeenschapscommissie Die op basis van de - Grondwet - De Bijzondere Wet Hervorming Instellingen - Bijzondere Wet Brusselse Instellingen Tot een bepaalde taalaanhorigheid behoren 1. Toelichting - Federale parlementsleden w’ ingedeeld in een Nl en Fr taalgroep • Uitzondering senatoren van rechtswege en door het Parlement van Duitstalige Gemeenschap aangewezen senator - Indeling van de senatoren in taalgroepen = art. 43 G.W. Nederlands taalgroep van de Senaat: - senatoren rechtstreeks gekozen door het Nederlandse kiescollege - senatoren aangewezen door en uit het Vlaamse Parlement - door deze senatoren gecoöpteerde senatoren Nederlandse taalgroep in de Kamer: - indien de kieskring waarin men verkozen is behoort tot Nederlandse taalgebied - Duitse taalgebied behoort van rechtswege tot Franse taalgroep Kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde: afhankelijk van taal waarin men de eed eerst aflegt 1.1.
Belang
- aanneming van communautaire wetten - adviesverlening van de RvS - toepassing alarmbelprocedure - de facto van belang voor de samenstelling van de Ministerraad
!
Rémy Bonnaffé
Territorialiteitsbeginsel 1. Definitie - Het grondwettelijk principe dat de voorrang van de streektaal van • een eentalig gebied • de tweetaligheid van een tweetalig gebied - Garandeert - Heeft tot gevolg dat de bestuurstaal wordt bepaald door het gebied waar een bestuurshandeling of de mededeling ervan plaatsvindt 2. Toelichting - Sinds grondwetsherziening 1970: België ingedeeld in 4 taalgebieden (art. 4 G.W.) - Elke gemeente behoort tot een van deze taalgebieden (incl. faciliteitengemeente) - Art. 4 G.W. Duidt de officiële talen per taalgebied aan en vormt een grondwettelijke waarborg voor de voorrang van een taal in de eentalige gebieden en voor de gelijkwaardigheid van twee talen in Brussel-Hoofdstad • Overheid kan andere taal gebruiken in FG maar mag niet dominant worden - = een van de grondslagen van Belgisch staatsinrichting, wordt ook gebruikt voor: • Bevoegdheidsverdeling in het federale België • De verkiezingen van de gemeenschaps- en gewestparlementen vs. Personaliteitsbeginsel - Bestuurstaal bepaald door de burger
!
Rémy Bonnaffé
Verdrag De internationale overeenkomst die, - met het oog op: • de regeling van hun onderlinge verhoudingen en • eventueel deze van hun respectievelijke rechtsonderhorigen, - door twee of meer volkenrechtelijke subjecten wordt gesloten - en wordt beheerst door het volkenrecht. 1. Toelichting 1.1.
Totstandkoming
- 1ste fase: voorafgaande onderhandelingen via gevolmachtigde vertegenwoordigers - 2de fase: de tekst wordt namens de Koning ondertekend • sinds grondwetsherziening 1993 zijn ook de Gemeenschaps- en Gewestsregeringen bevoegd voor het sluiten van verdragen voor zover de betrokken materie tot hun bevoegdheid behoort • in sommige gevallen is er een mededelingsplicht van ontwerpverdragen aan het Parlement voor de ondertekening (art. 168 G.W.) - 3de fase: na ondertekening → verplichte mededeling aan het Parlement door Koning - 4de fase: goedkeuring door bevoegd parlementair orgaan • federaal: Kamer & Senaat • goedkeuring gebeurt bij wet, decreet of ordonnantie → verklaring volledige uitwerking • goedkeuring is een algemene verplichting - 5de fase: ratificatie: rechtshandeling waarbij het bevoegd intern orgaan (Koning of Gewest- of Gemeenschapsregering) een internationale overeenkomst bevestigt die door zijn lasthebbers gesloten werd • gebeurt pas na goedkeuring door het bevoegde Parlement • niet verplicht door de Grondwet - - 6de fase: bekendmaking • niet verplicht door de Grondwet • HvC bepaalt dat dit noodzakelijk is om Belgen persoonlijk te kunnen binden Ruime en voorafgaande informatieplicht ten voordele van de wetgevende organen. 1.2.
Direct werkende verdragen
Sinds Smeerkaasarrest: leer van het monisme: - recht vormt een eenheid - door WM goedgekeurde verdragen met DW maken deel uit van nationale rechtsorde zonder dat ze inhoudelijk in nationaal recht moeten worden omgezet - D.W.: uit internationale bepalingen vloeien rechten/plichten voort voor de rechtsonderhorige die voor een nationale rechtbank kunnen ingeroepen worden
!
Rémy Bonnaffé
Criteria voor directe werking: - objectief: de bepaling op zichzelf moet volstaan om toepasbaar te zijn in de nationale rechtsorde zonder dat verdere precisering/vervollediging noodzakelijk is - subjectief: bedoeling van verdragsluitende partijen (soms afgezwakt) 1.3.
Positie in de hiërarchie der rechtsnormen van verdragen met D.W.
- twee categorieën hebben hoogste positie • EVRM met zijn aanvullende protocollen • constituerende EU-verdragen - andere internationale verdragen met D.W.: net na Grondwet 1.4.
Toepassing
- nationale norm (met uitzondering van de G.W.) in strijd is met een internationale bepaling met D.W. → buiten beschouwing laten (Smeerkaasarrest) - Arbitragehof acht zich bevoegd ook aan internationale verdragen zonder directe werking te toetsen
!
Rémy Bonnaffé
Verkiezingen 1. Algemeen - verrichting waarbij de gerechtigde personen hun vertegenwoordigers in een orgaan aanduiden - België: 5 soorten rechtstreekse verkiezingen van politieke vertegenwoorigers: • verkiezingen van Kamer en Senaat • verkiezingen van de Gemeenschaps- en Gewestsparlementen • verkiezingen van het Europees Parlement • Provincieraadsverkiezingen • gemeenteraadsverkiezingen - verkiezingen die gelijktijdig plaatsvinden: • gemeente- en provincieraadsverkiezingen (om de zes jaar) • Kamer- en Senaat (principieel om de vier jaar) • Europees Parlement en de Gemeenschaps- en Gewestsparlementen (om de vijf jaar) 2. Kies- en verkiesbaarheidvoorwaarden 2.1.
2.1. Passieve kiesvoorwaarden
De voorwaarden waaraan iemand moet voldoen om verkozen te worden tot lid van een bepaald orgaan. (i)
Voor de Kamer van Volksvertegenwoordigers en voor de Senaat - Belg zijn - genot hebben van burgerlijke en politieke rechten - minimum 21 jaar zijn - woonplaats hebben in België of zich hebben ingeschreven in de bevolkingsregisters die worden bijgehouden in de diplomatieke of consulaire beroepsposten
(ii)
Voor de Gemeenschaps- en Gewestsparlementen
- Belg zijn - genot hebben van de burgerlijke en politieke rechten - minimum 18 jaar zijn - woonplaats hebben in België (iii) Voor het Europees Parlement - woonplaats hebben in één van de lidstaten van de Europese Gemeenschap en onderdaan zijn van een lidstaat van de Europese Gemeenschap - zich niet bevinden in één der gevallen van uitsluiting of schorsing bedoeld in art. 6 – 9bis van het Kieswetboek - niet ten gevolge van een individuele, civielrechtelijke of strafrechtelijke beslissing in zijn Staat van herkomst het stemrecht hebben verloren - zich geen kandidaat gesteld hebben bij dezelfde verkiezing in een andere lidstaat
!
Rémy Bonnaffé
- minimum 21 jaar zijn - taalvereiste per kiescollege (Nederlandse, Franse en Duitse kiescollege) (iv) Voor de Provincieraad - Belg zijn - minimum 18 jaar zijn - in het bevolkingsregister van de provincie ingeschreven zijn - zich niet bevinden in één van de gevallen van onverkiesbaarheid (v)
Voor de Gemeenteraad
- Belg zijn, of EU-burger zijn die aan de actieve kiesvoorwaarden voor de gemeenteraadsverkiezingen voldoet - minimum 18 jaar zijn - in het bevolkingsregister van de gemeenten ingeschreven zijn - zich niet bevinden in één van de gevallen van onverkiesbaarheid 2.2.
Actieve kiesvoorwaarden
Voorwaarden waaraan men moet voldoen om stemgerechtigd te zijn (gelijk voor alle verkiezingen) - minimum 18 jaar zijn - niet verkeren in één der gevallen van uitsluiting bij wet bepaald • vb. personen die tot een criminele straf werden veroordeeld • vb. gerechtelijk onbekwaamverklaarden Men moet Belg zijn voor de parlementsverkiezingen, verkiezingen voor de gemeenschaps- en gewestsparlementen en de provincieraadsverkiezingen. Gemeentelijk stemrecht voor niet-Belgen: - EU-onderdanen: indien ze ingeschreven in het bevolkingsregister van een Belgische gemeente en ze hun wil te kennen gegeven hebben om dit stemrecht in België uit te oefenen - niet-EU-onderdanen: indien ze: • in de gemeente waar ze hun hoofdverblijfplaats hebben een schriftelijke aanvraag indienen met vermelding van hun nationaliteit en het adres van hun hoofdverblijfplaats • een verklaring ondertekenen waarin ze zich ertoe verbinden de Grondwet, de wetten van het Belgische volk en het EVRM na te leven • gedurende minstens vijf jaar ononderbroken hun hoofdverblijfplaats in België te hebben
!
Rémy Bonnaffé
Verordening - geschreven regel - wet in de materiële zin • met een abstract, algemeen en onpersoonlijk karakter • voor de duur van zijn geldig op een onbepaald aantal gevallen van toepassing - geen wet in de formele zin of een daarmee gelijkwaardige of hogere rechtsnorm Een verordening is ook een norm van de EG die algemene regels bevat, die de burgers in de lidstaten rechtstreeks binden. 1. Toelichting 1.1.
Materiële wet die geen formele wet is
Administratieve rechtshandelingen kunnen verordenend of beschikkend zijn. Verschillende elementen in de definitie: - geschreven rechtsregel (i.t.t. ongeschreven regels zoals algemeen rechtsbeginsel) - rechtsregels = juridisch afdwingbare norm - abstract, algemeen en onpersoonlijk karakter (= onderscheid beschikking) - uitgevaardigd door de uitvoerende macht of de gedecentraliseerde besturen → geen wet in de formele zin Verordeningen moeten hun bevoegdheid vinden in de Grondwet of een wet. Zijn ondergeschikt aan: - Grondwet - internationale normen met D.W. - algemene rechtsbeginselen - wetgevende akten Afdwingbaarheid: - exceptie van onwettigheid (art. 159 G.W.): rechter verplicht verordening buiten beschouwing te laten indien strijdig met hogere rechtsnormen - Raad van State, afdeling bestuursrechtspraak 1.2.
Normen van de Europese Gemeenschappen
- toepasselijk in de nationale rechtsorde zonder dat ze wordt omgezet in nat. Recht
!
Rémy Bonnaffé
Vonnis Uitspraak van een lager rechtscollege: - Eerste aanleg - Vredegerechten - Arbeidsrechtbanken - De rechtbanken van koophandel - De militaire rechtbanken - De politierechtbanken - Arrondissementsrechtbanken
!
Rémy Bonnaffé
Waleffe-arrest Arrest van het Hof van Cassatie van 20 april 1950: - indien betekenis wet onduidelijk → grondwetconforme interpretatie • wetgever kan niet de bedoeling hebben gehad ongrondwettelijke wet te maken - indien wel duidelijk → toepassen zelfs al is ze ongrondwettelijk 1. Toelichting 1.1.
Feiten
- Waleffe cumuleerde twee pensioenen, één als emeritus van het Hof van Cassatie en één als deel van de Kongolese magistratuur - een K.B. genomen op basis van een bijzondere machtenwet verbood dit - Waleffe meende dat de wet de Grondwet en het principe van de scheiding der machten schond door een aantasting van zijn emiraatsvergoeding mogelijk te maken 1.2.
Weeslag
- HvC blijft bij onschendbaarheid van de wet - maar: nuance: in geval van twijfel → vermoeden dat de wetgever niet de bedoeling kan hebben de Grondwet te schenden - machtigingswetten kunnen niet getoetst worden door de rechter • maar: indien het machtingsbesluit ongrondwettelijk blijkt past de rechter het niet toe omdat men vermoed dat de machtigingswet niet ongrondwettelijk bedoeld was, er is dan dus geen grond voor het machtingsbesluit - toont diffuus onderscheid toetsing van de wet aan de Grondwet en de grondwetsconforme interpretatie aan
!
Rémy Bonnaffé
Wet 1. Definitie 1.1.
Wet in de formele zin
Iedere handeling die door de federale, gewestelijke of gemeenschappelijke wetgevende macht wordt goedgekeurd. 1.2.
Wet in de materiële zin
Bevat rechtsregels met een abstract, algemeen en onpersoonlijk karakter, die voor de duur van hun geldig op een onbepaald aantal gevallen van toepassing zijn. Geschreven wet in de materiële zin die geen wet in de formele zin is, noemt men een verordening. 2. Toelichting Meeste wetten in formele zin zijn ook wetten in materiële zin, omgekeerd minder. Belang van onderscheid materieel/formeel o.a. voor bevoegdheid Arbitragehof. Voor wetten in formele zin geldt het volgende: - cassatieberoepen: enkel schending van een wet in materiële zin zijn ontvankelijk - wet in louter formele zin kan geen basis zijn voor het nemen van uitvoeringsbesluiten door de Koning - voor de meeste louter formele wetten is geen advies van de RvS afdeling wetgeving nodig, behalve instemmingswetten met internationale verdragen 2.1. (i)
Indeling formele federale wetten
Naar wijze van totstandkoming - gewone wet: goedgekeurd met een gewone/volstrekte meerderheid - communautaire of bijzondere wet: goedgekeurd met een communautaire of bijzondere meerderheid - besluitwet: een wet die, wegens materiële onmogelijkheid van alle takken van de wetgevende macht om vrij hun functie uit te oefen, • werd aangenomen door: ‣ de Koning (samen met de in raad verenigde ministers) of ‣ alleen door de in Raad verenigde ministers • waarvan het Hof van Cassatie achteraf de wetgevende aard heeft erkend
(ii)
Indeling naar de functie
- organieke wet: regelt een belangrijke sector van het openbare leven - interpretatieve wet: wetg. macht geeft zelf retroactieve interpretatie van een eerdere wet die voor iedereen bindend is - programma- of herstelwet: maatregelen die de federale regering nodig acht om haar economisch, sociaal en financieel beleid zoals dit uit de begroting blijkt te verwezenlijken
!
Rémy Bonnaffé
- opdrachtwet: elke wet waarbij de Koning op basis van art. 105 G.W. bijkomende normatieve bevoegdheden worden verleend • bovenop de normatieve bevoegdheid waarop Hij op grond van art. 108 reeds beschikt • facultatief: ‣ bevoegdheid om wetten te wijzigen, ‣ op te heffen, ‣ aan te vullen of ‣ te vervangen - kader- of raamwet: • opdrachtwet waarin de essentiële beginselen volgens welke een bepaalde materie zal worden geregeld, worden vastgelegd en • waarbij de Koning de bevoegdheid wordt gegeven om de complementaire regelen te bepalen die nodig zijn om de toepassing van die beginselen mogelijk te maken - bijzondere machtenwet (volmachtwet): • opdrachtwet waarin de Koning • voor een beperkte periode • met het oog op een bepaald (algemeen omschreven) doel • de bevoegdheid krijgt zonodig wetten te ‣ Wijzigen ‣ op te heffen ‣ aan te vullen of ‣ te vervangen • op zodanige wijze dat de Koning op een geheel van ruim geformuleerde beleidsdomeinen in de plaats van de wetgever de krachtlijnen kan bepalen waarop het regeerbeleid moet worden gestoeld • m.a.w. beschikt over een ruime mate van beleidsvrijheid
!
Rémy Bonnaffé
Zitting 1. Definitie Jaarlijks tijdperk waarin een verkozen orgaan haar vergaderingen houdt. 2. Toelichting Federaal parlement: - gewone zitting: • ieder jaar ten minste 40 dagen • neemt van rechtswege aanvang op de tweede dinsdag van oktober - buitengewone zitting: • zitting die niet op de tweede dinsdag van oktober begint • wanneer het Parlement is ontbonden en een volgende zitting nog niet is begonnen zitting loopt de facto het hele jaar door Koning sluit de zitting op de dag van het begin van de volgende zitting buitengewone zittingen komen uitsluitend nog voor na verkiezingen alleen tijdens de zitting genieten parlementsleden parlementaire onschendbaarheid