Achtergrondinformatie workshop EQUAL en gendermainstreaming Aan uw project is een voorbereidingssubsidie toegekend voor de tweede tranche van het Europese EQUAL programma. In het EQUAL programma wordt van alle projectaanvragers en –uitvoerders verwacht dat zij invulling geven aan gender mainstreaming in hun project. In paragraaf 8.2 van de toelichting bij het aanvraagformulier voor de vervolgaanvraag wordt aangegeven aan welke punten u hierbij aandacht moet besteden. Onderstaande informatie is bedoeld om u behulpzaam te zijn bij de invulling van gender mainstreaming in de planning en de vervolgaanvraag, en in de uitvoering en evaluatie van uw EQUAL project. Wat is gender mainstreaming? Het begrip ‘gender’ verwijst naar de sociale en culturele verschillen tussen mannen en vrouwen. Het gaat hierbij onder andere om de verschillen in de sociaal-economische en maatschappelijke rollen die mannen en vrouwen vervullen, en de beeldvorming die daarmee gepaard gaat. ‘Mainstreaming’ is ‘een continue, procesgeoriënteerde strategie om een bepaalde aanpak/werkwijze te integreren in het reguliere beleid van organisaties en instanties’ 1 . Gender mainstreaming is dan het integreren van een werkwijze die rekening houdt met de relevante sociale en culturele verschillen tussen mannen en vrouwen. In het kader van het EQUAL programma is de bedoeling van gender mainstreaming ‘om projecten die in principe gericht zijn op zowel mannen en vrouwen, zo in te richten dat beiden er optimaal gebruik van kunnen maken door alert te zijn op onbedoelde neveneffecten in de opzet van het project’ 2 . Waarom gender mainstreaming? Door rekening te houden met de verschillen tussen mensen (vrouwen en mannen), en de behoeften en mogelijkheden die hieruit voortvloeien, draagt een EQUAL project effectiever bij aan zijn doelstelling: de bestrijding van discriminatie en ongelijkheid op de arbeidsmarkt. Hiermee worden gelijke kansen binnen het project, op de arbeidsmarkt en in de maatschappij bevorderd. De toegevoegde waarde van gender mainstreaming: een voorbeeld uit de 1 e tranche Eén van de EQUAL projecten uit de eerste tranche richt zich op het bevorderen van de instroom en doorstroom van vrouwen in technische beroepen. Tijdens dit project bleek dat het aanpassen van de wervingsacties en het wervingsmateriaal om de opleidingen en beroepen aantrekkelijker te maken voor meisjes, ook tot gevolg had dat de instroom van mannen en jongens toenam. Doordat rekening werd gehouden met m/v verschillen, is het wervingsbeleid effectiever geworden. Het sluit nu beter aan op de behoeften van een grotere groep mensen, zowel mannen als vrouwen.
Bijlage 11 In bijlage 11 van de vervolgaanvraag wordt u gevraagd in te gaan op de volgende vier punten. Hieronder geven wij u enkele tips en suggesties om hiermee aan de slag te gaan. 1. Welke onderliggende problematiek speelt specifiek voor vrouwen die ervoor kan zorgen dat als u geen specifieke maatregelen treft vrouwen minder zouden instromen, minder zouden kunnen deelnemen en minder zouden kunnen profiteren van uw project dan mannen?
1 2
Subsidieregeling ESF-EQUAL 2004, Staatscourant. Subsidieregeling ESF-EQUAL 2004, Staatscourant.
Gender mainstreaming in uw project is het meest effectief als u dit baseert op een analyse van de voor project relevante sociaal-economische en maatschappelijke verschillen tussen mannen en vrouwen en de beeldvorming die daarmee gepaard gaat. Maar wat is hier relevant? Een aantal verschillen tussen mannen en vrouwen in Nederland, zoals de verschillen in arbeids(uren)participatie, economische zelfstandigheid, aandeel in onbetaalde arbeid en de mate van horizontale en verticale segregatie op de arbeidsmarkt zijn voor alle EQUAL projecten relevant. Alle projecten hebben immers direct of indirect betrekking op (een deel van) de arbeidsmarkt. Daarnaast zal meer specifieke informatie over verschillen, behoeften en beeldvorming per branche, functie of probleemgebied nodig zijn. Wij geven u hierbij een aantal aandachtspunten mee: • Het belang van specifieke informatie Let er hierbij op dat gemiddelde cijfers soms weinig inzicht geven in de m/v verschillen en verhullend kunnen zijn. Het is daarom van belang om naast algemene informatie gebruik te maken van branche-, probleem- of functiespecifieke informatie voor uw analyse. Voorbeeld: In de mediasector is de instroom van mannen en vrouwen vrijwel gelijk. Bij de doorstroom binnen de branche ontstaan echter aanzienlijke m/v verschillen waardoor het percentage vrouwen op hogere posities in de media sector een stuk lager ligt dan het percentage mannen. •
M/v verschillen binnen m.n. de finale doelgroepen van uw project Aangezien het EQUAL programma discriminatie en ongelijkheid op meerdere gronden bestrijdt, is het ook van belang om te kijken naar de verschillen tussen mannen en vrouwen binnen de finale doelgroepen van uw project, zoals bijvoorbeeld etnische minderheden, arbeidsgehandicapten, oudere werknemers, etc. Voorbeeld: Er bestaan aanzienlijke verschillen tussen de arbeidsparticipatie van vrouwen uit verschillende etnische minderheidsgroepen. Zo ligt de arbeidsparticipatie van Surinaamse vrouwen aanzienlijk hoger dan die van Turkse of Marokkaanse vrouwen.
•
De rol van beeldvorming Ook is het van belang om in deze analyse aandacht te besteden aan beeldvorming. Algemene cijfers over de meningen van mannen en vrouwen ten aanzien van taakverdeling, emancipatie, e.d. kunt u vinden in de Emancipatiemonitor va n het SCP (zie link hieronder). Vaak is beeldvorming echter niet te kwantificeren, en zult u dus voor uw branche of organisatie na moeten gaan welke beeldvorming er bestaat over (verschillende groepen) mannen en vrouwen. Voorbeeld: In Nederland anno 2002 is 50% van de mannen en 30% van de vrouwen van mening dat een vrouw geschikter is voor het opvoeden van kleine kinderen dan een man. Dit is een stijging ten opzichte van de situatie in de jaren negentig.
•
Gender mainstreaming gaat ook over mannen Gender mainstreaming gaat niet alleen over vrouwen, maar over de manier waarop mannen en vrouwen zich tot elkaar verhouden. De positie van vrouwen is mede afhankelijk van de houding en positie van mannen. Het is van belang om open te staan voor de mogelijkheid dat mannen met specifieke vraagstukken te maken hebben, die voor het project van belang zijn. Denk bijvoorbeeld aan de positie van mannen in ‘vrouwenberoepen’ en stereotype beeldvorming waar ook mannen last van kunnen hebben.
2
Voorbeeld: In een EQUAL project uit de eerste tranche dat zich oorspronkelijk alleen richtte op meisjes en vrouwen, bleek de houding van de mannelijke docenten en medeleerlingen van grote invloed op de instroom en doorstroom van meisjes. Het project heeft zich toen in de voorlichtings- en trainingsactiviteiten ook op mannelijke docenten en medeleerlingen gericht. Als u de relevante gegevens bij elkaar heeft gezocht, gaat u vervolgens na welke belangrijkste verschillen van invloed zijn op uw project en waar u door middel van uw project een bijdrage kan leveren aan het verkleinen van de verschillen. Als u de benodigde informatie niet kunt vinden, kunt u bij het Agentschap SZW of een van onderstaande instanties terecht voor hulp. Bronnen met informatie over m/v verschillen: Algemene gegevens: www.scp.nl (Emancipatiemonitor 2004, algmene cijfers) www.emancipatieweb.nl www.cbs.nl www.emancipatie.nl (nieuws op emancipatiegebied) www.e-quality.nl (informatie over over emancipatie in de multiculturele samenleving) www.iiav.nl (diverse literatuur op het gebied van emancipatie en vrouwenstudies)
Voorbeelden van bronnen over een specifiek thema: www.federatiezakenvrouwen.nl (vrouwelijk ondernemerschap) www.vhto.nl (vrouwen en techniek) Bureau Beeldvorming en Diversiteit, te bereiken via www.omroep.nl (vrouwen en media) www.waho.nl (vrouwen en arbeids(on)geschiktheid) www.div- management.nl (landelijk netwerk diversiteitsmanagement) 2. Welke concrete activiteiten gaat u ondernemen in uw project om de onderliggende problematiek, zoals geschetst onder punt 1, aan te pakken? en 3. Kunt u aangeven welke cruciale momenten in het project zijn vastgelegd ter beoordeling van de inspanningen met betrekking tot gender mainstreaming? U kunt hierbij denken aan momenten als de werving en selectie van deelnemers, het verloop van de deelnemerstrajecten zelf, monitoring en evaluatie van de deelnemerstrajecten, disseminatie en mainstreaming. Als u een analyse van de relevante verschillen tussen mannen en vrouwen heeft gemaakt, is het vervolgens de vraag hoe u uw project zo inricht dat u rekening houdt met deze verschillen. Onder punt 2 en 3 van bijlage 11 wordt u gevraagd voor een aantal cruciale momenten in uw project aan te geven welke concrete activiteiten u gaat ondernemen om invulling te geven aan gender mainstreaming. Hieronder geven we u per fase enkele aandachtspunten.
3
•
Zijn specifieke activiteiten de beste oplossing? Met specifieke activiteiten worden projectactiviteiten voor alleen vrouwen of alleen mannen bedoeld. Uit uw ervaring en analyse kan blijken dat de beste manier om rekening te houden met deze verschillen is om aparte activiteiten voor vrouwen of mannen te ontwikkelen. Als u voor aparte activiteiten of trajecten kiest, is het van belang dit goed te onderbouwen. Waarom is dit de beste manier om rekening te houden met de m/v verschillen? Wat is het perspectief om na verloop van tijd de opgedane ervaringen te integreren in regulier beleid? Bij specifieke activiteiten verdient het beeldvormingsaspect van gender mainstreaming ook aandacht. Wees voorzichtig in het maken van veronderstellingen over wat vrouwen/meisjes en mannen/jongens willen. Onderzoek of de deelnemers onder bepaalde omstandigheden (een andere manier van presentatie, een aparte training) wellicht ook interesse hebben het traject bedoeld voor de andere sekse.
•
Werving en selectie: de juiste mens op de juiste plaats?3 Bij de werving van deelnemers zijn verschillende aspecten van belang. Ten eerste: hoe is de werving georganiseerd? De werving is het meest effectief als is nagedacht over de manieren waarop u zowel vrouwen als mannen kunt bereiken. Waar worden de advertenties geplaatst en waar worden de flyers uitgedeeld? Daarnaast is de tekst en de uitstraling van het wervingsmateriaal van invloed. Zien we jongens en meisjes, vrouwen en mannen, van alle achtergronden, of zijn de plaatjes eenzijdig? Ook bij de selectie van deelnemers kan gender een rol spelen. In de toelatingseisen kunnen ongewild selectieve criteria zitten, die het voor bepaalde groepen erg moeilijk maken om mee te doen. Bijvoorbeeld een technische achtergrond of juist een achtergrond in de zorg. Het is goed om na te gaan of deze eisen echt hard zijn of dat ze kunnen worden vervangen door meer algemene eisen, zoals vermogen tot leren en motivatie. Voorbeeld: Bij een project uit de eerste tranche is door middel van een gemengd promotieteam, aanpassing van het wervingsmateriaal en aanpassing van de manier van werven (meer nadruk op communicatieaspecten, eerst positieve en dan pas negatieve aspecten belichten) een hogere instroom van vrouwen en mannen in de beoogde opleidingen en functies gerealiseerd.
•
Verloop van de deelnemerstrajecten: aandacht voor houding ten opzichte van de doelgroep 4 Tijdens de deelnemertrajecten blijft het rekening houden met m/v verschillen van belang. Dit betreft bijvoorbeeld de begin- en eindtijden waarop projectactiviteiten plaatsvinden . Is hier rekening gehouden met (mantel)zorgtaken van de deelnemers, zoals de noodzaak kinderen naar school/crèche te brengen? Is er een mogelijkheid voor kinderopvang? Ook de materialen zijn een aandachtspunt. Is het les- en werkmateriaal gericht op zowel vrouwen als mannen? Is het gereedschap niet te zwaar? Vaak is een dergelijke aanpassing een verbetering voor zowel vrouwen als mannen. Ten slotte is de houding van docenten en werkbegeleiders van invloed. Staan zij positief tegenover de deelname van zowel vrouwen als mannen? Hebben zij bepaalde vooroordelen? Met een gerichte training kan hier al veel gewonnen worden. Dit laatste aspect kan ook een aanknopingspunt zijn in de invulling van empowerment van de projectdeelnemers. Een van de mogelijkheden bij empowerment is immers ‘het
3 4
Gebaseerd op flyer ‘Gender mainstreaming’ van het Agentschap SZW. Gedeeltelijk gebaseerd op flyer ‘Gender mainstreaming’ van het Agentschap SZW.
4
bevorderen van houdings- en gedragsverandering bij de belangrijkste actoren ten opzichte van de doelgroep(en)’ (zie paragraaf 6.2 van het formulier voor de vervolgaanvraag). •
Monitoring en evaluatie: aandacht voor mogelijke m/v verschillen Het is van belang dat zowel mannelijke en vrouwelijke projectdeelnemers deelnemen aan de monitoring en evaluatie, en dat de resultaten naast een gezamenlijke analyse ook zoveel mogelijk apart worden geanalyseerd om te beoordelen of de gekozen methoden en activiteiten aansluiten op de behoeften van (verschillende groepen) mannen en vrouwen. Ook als een externe organisatie de monitoring en evaluatie verzorgt, is aandacht voor gender mainstreaming noodzakelijk.
•
Disseminatie en mainstreaming: óók voor de resultaten van de gender mainstreaming strategie Het is de bedoeling dat de ervaringen en de resultaten van gender mainstreaming worden meegenomen in de algehele disseminatie en mainstreaming. De manieren waarop tijdens het project rekening is gehouden met relevante m/v verschillen bevatten waardevolle lessen en nuttige informatie voor andere projecten en regulier beleid. Dit geldt ook voor tegenvallende resultaten of tussentijdse aanpassingen op het gebied van gender mainstreaming.
4. Is er expertise in uw OP aanwezig om gender mainstreaming te realiseren in uw project? Indien dit niet het geval is, adviseert het Agentschap SZW u om externe expertise hiervoor in te huren. Om gender mainstreaming te realiseren, is kennis en expertise over de voor uw project relevante m/v verschillen binnen het OP noodzakelijk. Hierbij gaat het om kennis over m/v verschillen bij de primaire doelgroepen van het project en de branche waarin het project opereert. Daarnaast is het ook van belang dat gender mainstreaming wordt gezien als een gedeelde verantwoordelijkheid binnen het OP, en niet slechts als de verantwoordelijkheid van één van de partners. Ook is het voor de uitstraling van het OP naar de deelnemers en naar overige belanghebbenden van belang dat zowel mannen als vrouwen vanuit de verschillende partners zitting hebben in de stuurgroep van het OP. Overigens garandeert de m/v verhouding in de stuurgroep niet dat er sprake is van gender mainstreaming – hier is immers een concrete analyse en invulling van gender mainstreaming in de verschillende projectfasen voor nodig. Als er geen of weinig gender expertise binnen het OP aanwezig is, zijn er verschillende manieren om deze op te bouwen: door het zoeken van een ontwikkelingspartne r met deze kennis en expertise; door zelf deze kennis en expertise op te bouwen (eventueel met behulp van training of scholing op dit gebied) of door externe expertise in te huren. Bij deze laatste optie bestaat het risico dat aandacht voor gender mainstreaming niet doorlopend is, en tijdens de latere fasen van het project verslapt. Als u externe expertise op het gebied van gender mainstreaming in wilt huren, kan het Agentschap u hierbij ook van advies voorzien. Ten slotte is het voor een goede uitvoering van gender mainstreaming van belang om hier in de verschillende fasen van het project voldoende budget voor te reserveren, zoals ook in de toelichting bij het formulier van de vervolgaanvraag tweede tranche wordt bepleit. Het benodigde budget is mede afhankelijk van de problematiek en het niveau van gender expertise binnen het OP.
5
Vragen of meer informatie nodig? Als u na afloop van deze workshop vragen heeft of aanvullende informatie wenst om gender mainstreaming in uw project(aanvraag) te realiseren, kunt u terecht op de inloopspreekuren die het Agentschap SZW voor deze en andere vragen over het opstellen van de vervolgaanvraag organiseert. Deze vinden waarschijnlijk plaats in week 7 en week 9. Meer informatie hierover verschijnt binnenkort op de website van het Agentschap. Ook tijdens de uitvoering en evaluatie van het project kunt u met verdere vragen over gender mainstreaming ook terecht bij het Agentschap SZW.
6