In samenwerkingen met
datac e nte rwo r ks | ma a rt 2 0 0 9
energievoorziening
Aardingssystemen voor computerruimten management
Standaardisatie is niet altijd goed Bekabeling
Connex maakt kabelgoot uit aardappelschillen
en verder i bm pakt datacenter holistisch aan | exertherm maakt problemen voorspelbaar | dikke of dunne kabels? | rittal haalt bij vu maximale uit kleine ruimte | essent voegt drie computerruimten samen
LIEBERT HPM Designed for top level performance and reliability • Directe expansie • Chilled water * Dual fluid * Freecooling
COOL FLEX The Smart Way • Cold Aisle Containment • Verhoogde koelcapaciteit • Verlaagde energiekosten • Verbeterde efficiëntie
iCom CONTROL • Multifunctioneel, grafisch display • Geïntegreerde Web communicatie • Preventief onderhoud door geavanceerde troubleshooting • Uitgebreide logfiles met opslag van 400 events en 16 temperatuur/humidity-waarden per dag
Liebert Adaptive Architecture Solutions for Datacenter and Computers Room Op het gebied van innovatie en energie-efficiëntie voor bedrijfskritische toepassingen loopt Emerson Network Power vooraan met haar Liebert koeloplossingen en noodstroomsystemen. Emerson Network Power staat als wereldwijd marktleider ook aan de basis van nieuwe ontwikkelingen voor koeloplossingen voor high density servers en switches. De Liebert XD productlijn introduceert een ongeëvenaarde flexibiliteit en schaalbaarheid voor datacenterkoeling. Deze oplossingen, zeker in combinatie met de Knürr rackinfrastructuur, kunnen in datacenters als complementaire koeling worden toegepast met daarbij optimaal gebruik van de bestaande ruimte en energievoorziening. Tevens wordt hiermee de totale beschikbaarheid van het datacenter verhoogt door het nauwkeurige regelen van niet alleen de totale ruimtetemperatuur, maar ook die van specifieke zones en zelfs individuele racks.
Contact: Emerson Network Power Rooseindsestraat 29, Postbus 184, 5700 AD Helmond The Netherlands Phone: +31 (0)492 508 523 Fax: +31 (0)492 508 525 Emerson, Business-Critical Continuity and Liebert are trademarks of Emerson Electric Co. or one of its affiliated companies. ©2009 Emerson Electric Co.
i n d it n um m e r
datac e nte rwo r ks
In dit nummer
energievoorziening 04 aardingssystemen voor computerruimten
Unified computing Het grote datacenternieuws de afgelopen weken was ongetwijfeld de unified computingaankondiging van Cisco, die via een live IPtv-stream de wereld in werd gestuurd.Voor een directe concurrent was de aankondiging in elk geval belangrijk en bedreigend genoeg om op het moment van deze uitzending een persbriefing in te plannen, waarin duidelijk moest worden gemaakt dat deze concurrent in het datacenter al lang aan ‘unified computing’ doet. Centraal in het concept staat het ‘unified computing system’: Cisco’s allereerste serverproduct dat de ‘silo’s in het datacenter’ tot één geheel moet verbinden (zie ook pagina 40). De netwerkreus doelt dan op de silo’s virtualisatie, storage, netwerk en rekenkracht. Voor de Cisco-beheerder zal het concreet betekenen dat hij vanuit een centraal punt en met de bekende Cisco-tools de policies kan bepalen voor bijvoorbeeld de virtuele omgeving. Unified computing zou ook gevolgen hebben voor de fysieke infrastructuur en het ontwerp van datacenters, al werd me niet direct duidelijk wat die gevolgen dan precies zijn. In het persbericht van Cisco waren hierover slechts twee zinnetjes te vinden: “Deze netwerkfundering consolideert drie aparte netwerken: local area networks (LAN’s), storage area networks (SAN’s) en hpc-netwerken (high-performance computing). Dit zorgt voor een daling van de kosten doordat minder netwerkadapters, switches, kabels, stroom en koeling nodig zijn.” In het volgende nummer van DatacenterWorks leest u meer over dit aspect van Cisco’s unified computing-concept. De reacties na de aankondiging waren op zijn minst ‘lauw’ te noemen. Zo waren verschillende analisten het erover eens dat Cisco zich nog moet bewijzen als nieuweling op de servermarkt en dat het onderhoud van zijn serverparken nog een hele kluif wordt.Volgens concurrenten zorgt Cisco voor een vendor lock-in door het eigen ‘datacenter ethernet’ naar voren te drukken. Vast staat in elk geval dat Cisco voor een verandering gaat zorgen. Zoals CEO John Chambers het zelf verwoordde tijdens de aankondiging: “Cisco brengt bijna altijd innovaties tot leven vanuit een nummer 1-positie.” Voor meer informatie over unified computing verwijs ik u graag naar onze gloednieuwe site www.datacenterworks.nl en naar ons YouTube-videokanaal: www.youtube.com/user/DatacenterWorks! Ferry Waterkamp
[email protected]
management 08 standaardisatie niet altijd goed 16 ibm pakt datacenter holistisch aan 30 exertherm maakt problemen
voorspelbaar
bekabeling 13 connex maakt kabelgoot uit aardappelschillen
24 cybercenter almere klaar voor
10 gig-tijdperk
27 interxion met lanmark-6a naar 10 gig 38 dikke of dunne kabels? praktijk 18 rittal haalt bij vu maximale uit kleine ruimte
21 essent voegt drie computerruimten samen 36 datacentergeweld tijdens rustige cebit gebouwtechniek 32 brandwerendheid voor bedrijfskritische it-faciliteiten
koeling 34 k abelexplosie zorgt voor warmte in het datacenter
en verder 39 it room infra 40 productnieuws 45 bicsi 46 column
Coverfoto Strato
|3
E n e rg i evo o rz i e n i n g
Aardingssystemen voor computerruimten
Voorkom spanningen in het datacenter 4|
datac e nte rwo r ks
Alle engineers zijn zich ervan bewust dat blootgestelde metalen met de aarde moeten worden verbonden om te voorkomen dat voltages voor gevaarlijke situaties zorgen. Een geleider die op 50 Hz zorgt voor een lage weerstand kan namelijk voor veel hogere weerstand zorgen bij hogere frequenties. Een aardingssysteem heeft op dit vlak drie hoofdtaken te vervullen: • Zorgen voor een verbinding met de aarde om te voorkomen dat blootgestelde materialen onder stroom komen te staan. • Voorkomen dat er aardlussen ontstaan tussen apparaten als gevolg van verschillende ondergronden. • Helpen bij het af breken van elektromagnetische interferenties die zich buiten het pand opbouwen.
standaarden
Elk land heeft zijn eigen elektrische veiligheidsnormen, zoals de 8012:2003.nl van de NTA in Nederland. In een bredere Europese context hebben we een hele reeks IEC- en Cenelec-standaarden om ons te helpen: • N EN-EN 50310:2006: Toepassingen van equipotentiale verbindingen en aarding in gebouwen met computerapparatuur. • I EC 60364-1 (2005-11) Low-voltage elektrische installaties - Deel 1: Basisprincipes, beoordeling van algemene karakteristieken, definities.
• I EC 60364-4-41 (2005-12) Low-voltage elektrische installaties - Deel 4-41: Bescherming voor veiligheid – bescherming tegen elektrische schokken. • I EC 60364-5-548 Elektrische installaties van gebouwen – Deel 5: Selectie en opbouwen van elektrische apparatuur – Sectie 548: Aardingsmaatregelen en equipotentiale verbindingen voor computerinstallaties.
Nog een nuttige toevoeging om de kwaliteit van de aardeverbinding te verbeteren, is het gebruik van de ‘TN-S’-methode. De problemen in computerruimten ontstaan op het moment dat mensen racks voor apparatuur kopen, deze aansluiten op het hoofdnet en de databekabeling, maar niet zorgen voor een verbinding met de grond. Door een rack via stekker en stopcontact aan te sluiten op het hoofdnet ontstaat er via de aardepin van de connector al een verbinding met de aarde. Volgens de eerder genoemde standaarden is dit echter niet voldoende en wordt deze methode gezien als een tijdelijke
verbinding en niet als een permanente. Een geleider van minimaal 16 mm² moet worden gebruikt om de rekken te verbinden met de aarde. Elk rack moet beschikken over een eigen, dedicated verbinding terug naar de aardeterminal wat wil zeggen dat de rekken niet in een keten mogen worden aangesloten. Aarding voor de veiligheid en geleiding is één ding, maar hoe zit het met het hoogfrequente ‘lawaai’ dat wordt opgepikt door de tientallen of honderden voedingen aan alle servers en switches. Al deze voedingen proberen deze ruis naar de aarde te dumpen nog voordat de DC-aanbodzijde van de voedingseenheid wordt bereikt. Probleem is dat er bij 50 Hz sprake kan zijn van een goede aarding, terwijl bij hogere frequenties de impedantie kan oplopen tot 300 Ohm of meer waardoor de energie niet meer goed wegvloeit naar de aarde. In computerruimten zijn we gewend geraakt aan grote, koperen buizen aan de muur die dienst doen als het belangrijkste aardingspunt in de ruimte. Maar hoe worden die dingen eigenlijk genoemd? In de Engelse taal zijn er al namen bedacht als ‘technical earth’, ‘telecommunications earth’, ‘functional earth’, ‘main earth terminal’ en ‘ground window bar’. Ook worden Amerikaanse termen gebruikt als TGB (telecommunications ground busbar) en TMGB (telecommunications main ground busbar).
Barry Elliott (RCDD) is werkzaam bij het Britse adviesbureau Capitoline
Verschillende zaken in het datacenter zorgen ervoor dat geleiders worden belast met hogere frequenties. Dan valt te denken aan geschakelde stroomvoorzieningen, microprocessors met gigahertz-snelheden, Gigabit-LAN’s en zelfs de invloed van tl-verlichting en mobiele telefoons. Als deze ‘lawaaifrequenties’ worden gemengd met de gelijkstroom voor de elektronische apparatuur, dan zal corruptie van data uiteindelijk het gevolg zijn. Een goed aardingssysteem is dan ook niet weg te denken uit het datacenter. |5
signal reference grid
We moeten een equipotentiale verbinding voor alle belangrijke frequenties realiseren om hoogfrequente interferentie af te kunnen voeren naar de aarde. Een eenvoudige
Het SRG treedt tot op zekere hoogte ook op als een kooi van Faraday om ongewenste signalen buiten te houden. groen/gele draad is niet goed genoeg. Een equipotentiale verbinding is meer dan alleen maar aarding. De impedantie naar de aarde moet zo laag zijn (bij alle belangrijke frequenties) dat er geen aanzienlijke spanning kan ontstaan van het ene uiteinde naar het andere. Onder ‘aanzienlijk’ wordt meestal verstaan minder dan een volt RMS (root mean square- vergelijkbaar met een ‘gemiddeld’). Een populaire methode om dit in compu-
TMGB in de Telecommunication Entrance Room.
terruimten te bereiken, is een rooster van kopertape vastgelegd op de vloer van de computerruimte. Dit heet een SRG (signal reference grid). Dit principe is in detail uitgelegd in IEEE 1100 Recommended Practice for Powering and Grounding Electronic Equipment. Het SRG biedt de vereiste lage impedantie bij hoge frequenties. Wel geldt dat het grid met hogere frequenties kan omgaan naarmate de lijnen dichter op elkaar zitten. Het SRG treedt tot op zekere hoogte ook op als een kooi van Faraday, door een EMC-scherm te bieden om ongewenste signalen buiten te houden. De afstanden in het grid houden verband met de signaalgolflengte; een fijner opgezet grid komt overeen met een hogere frequentie. Een gebruikelijk SRG-rooster is 600x 600 mm wat overeenkomt met de vloertegel en voetstuk waar het SRG onder ligt. Maar dit geeft een beperkte bescherming van enkele tientallen megahertz en zou niet goed zijn voor signalen in het gigahertz-bereik (kijk maar eens naar de afmetingen van het ‘SRG’ in de deur van uw magnetron!). Er is geen enkele standaard gevonden die
het gebruik van een SRG aanbeveelt. Onze eigen Europese EN 50310 Application of equipotential bonding and earthing in buildings with information technology equipment noemt het een ‘...ideale doelstelling...’ en verheft het SRG tot een system reference potential plane: “…system reference potential plane (SRPP) conductive solid plane, as an ideal goal in potential equalising, is approached in practice by horizontal or vertical meshes. The mesh width thereof is adapted to the frequency range to be considered. Horizontal and vertical meshes may be interconnected to form a grid structure approximating to a Faraday cage.” In installatiegidsen en best practices voor computerruimten houden leveranciers het er meestal op dat een SRG op zijn minst zeer is aanbevolen.
aarding zonder srg
Bij gebrek aan een SRG moeten verschillende voorzieningen worden getroffen voor een goede aarding. De items die moeten worden aangesloten zijn: • elk apparatuurrack, het frame en de behuizing; • op zijn minst elk zesde voetstuk van een verhoogde vloer; • elke sectie van metalen kabellades, conduits; • alle metalen leidingen en buizen; • a lle belangrijke objecten, zoals airconditioners, UPS’en, batterijracks, et cetera; • het blootgestelde staal van het gebouw; • het pantser van de stroom- en telecomkabels. Een manier om dit te doen, en om gebruik te maken van de Amerikaanse terminologie, is het plaatsen van talloze TGB’s rondom de computerruimte, en vooral onder alle rijen apparatuurracks. Elke TGB wordt dan via allerlei routes weer aangesloten op de TMGB dat voor de gehele ruimte het contact met de grond verzorgt. De omvang van de kabels die teruggaan naar de TGB’s moet zo groot mogelijk zijn. De Amerikaanse normen adviseren doorgaans een 6 AWG-kabel die ongeveer overeen-
6|
TGB onder de verhoogde vloer.
komt met 14 mm². Europese normen zijn op dit onderwerp iets minder duidelijk. BS 7671 zou deze items waarschijnlijk classificeren als ‘high integrity circuit protective conductors’ die dus niet minder dan 10 mm² mogen zijn. EN 50310 vereist 10 mm²-kabels vanaf elk derde vloervoetstuk en een 16 mm²-kabel vanaf elk kabinet. De langste kabel terug naar de TGB mag niet langer zijn dan 10 m. De kabels terug naar de TMGB moeten veel langer zijn en zijn normaal gesproken in de orde van 95 mm². Nog een nuttige toevoeging om de kwaliteit van de aardeverbinding te verbeteren, is het gebruik van de ‘TN-S’-methode van de verbinding. Dit betekent dat je naast de neutrale geleider ook nog een ‘protective earth’-geleider hebt. In een driefasecircuit zou dit leiden tot een vijf-wirecircuit, namelijk drie-fasegeleiders, een neutrale en de beschermende aardleiding. Het uitgangspunt hiervan is dat ruis die op de aardleiding zal optreden, helemaal moet terugreizen naar
de belangrijkste aardeterminal voordat deze verschijnt op de neutrale verbinding van de stroomvoorziening. Als u last heeft van schermjitter, gegevensfouten, onverklaarbare log-offs of een trage gegevensdoorgifte, dan wordt het tijd om na te denken over de toestand van het ITaardingssysteem.
Een ‘mesh earth bonding’netwerk op basis van EN 50310.
advertentie
All IT Rooms is een computerruimte System Integrator. Wij ontwerpen en bouwen nieuwe computerruimtes maar ook de herinrichting, verbouwing of verhuizing van uw huidige computerruimte is bij ons in goede handen. Onze dienstverlening op een rij: Consultancy Ontwerp Project management Realisatie Service
www.allitrooms.com Lange Kleiweg 50B ● 2288 GK Rijswijk ● Tel 070 31 98 999 ●
[email protected]
|7
Ma n ag e m e nt
Een van de vele serverracks die Leaseweb in beheer heeft.
Henk Groenendijk is freelance journalist.
“Uiteraard gaat het altijd fout op de warmste dag van het jaar.” 8|
datac e nte rwo r ks
Hostingprovider Leaseweb over datacenters
Standaardisatie niet altijd goed
Leaseweb is de grootste hostingprovider van ons land en in die hoedanigheid een grootverbruiker van datacentercapaciteit. DatacenterWorks sprak met Con Zwinkels, managing director en medeoprichter van Leaseweb, over de eisen die zijn bedrijf aan datacenters stelt en vooral hoe die eisen zich verhouden tot de alledaagse praktijk in de datacenterwereld. De regio Amsterdam voorziet op het gebied van hosting in alle behoeften van Leaseweb. Vier verschillende leveranciers tekenen voor de dienstverlening aan de hostingprovider: Easynet, Evoswitch (evenals Leaseweb onderdeel van Ocom Group), Schuberg Philis en TelecityRedbus.
specs
Overbekend zijn de technische specificaties voor datacenters van de Telecommunica tions Industry Association (TIA). Ook Con Zwinkels, managing director en medeoprichter van Leaseweb, kent deze uiteraard en geeft aan dat Leaseweb deze hanteert. “De TIA-standaarden definiëren bijvoorbeeld eisen aan de ruimte en de indeling van een datacenter. Hierbij plaats ik dan de kanttekening dat veel datacenters al een tijdje meegaan en je dan te maken hebt met legacy. Toen Leaseweb elf jaar geleden begon, keken we nog niet zo krap als nu. Een rack was voor ons een rack en we waren gewoonweg gecharmeerd van alle mooie, glimmende apparatuur. Onze eerste con-
tracten sloten we dan ook af met datacenters die inmiddels als verouderd zijn te typeren. Je moet het ermee doen, want ombouwen is simpelweg te duur.” De bekabeling is een ander thema dat door de TIA wordt geadresseerd. Ook hier is volgens Zwinkels sprake van voortschrijdend inzicht in de branche. “In het verleden zag je dat iedereen toch vooral productie wilde draaien en de bekabeling in een zo hoog mogelijk tempo wilde aanleggen. Later loop je daar onvermijdelijk tegenaan. In ons eigen datacenter profiteerden we van de wet van de remmende voorsprong: daar hebben we besloten de normen voor bekabeling te volgen en het beheer en onderhoud van de kabels als een doorlopende taak te beschouwen. Soms loopt er 100 Gb over een kabel, dan moet je wel weten wat je doet…”
beschikbaarheid
En dan zijn we meteen bij het belangrijke onderwerp availability. Ten aanzien van de beschikbaarheid definieert de TIA vier niveaus (tiers). Zwinkels hierover: “Je wilt tier
3 of hoger. Veel leveranciers claimen dat ze zich in tier 4 bevinden, maar vergeten dat je volgens de regels van de standaard direct terugvalt naar een lagere tier als er ook maar één aspect niet klopt. Hierover zwijgen ze dan maar. Wij hebben gemerkt dat het energiegebruik en dus de temperatuur in het datacenter een belangrijke spelbreker kan zijn. Uiteraard gaat het altijd fout op de warmste dag van het jaar; een duidelijke aanwijzing dat een datacenter op de grens zit van wat verantwoord is. In zulke gevallen gaan wij steevast met de datacenteroperator om de tafel zitten om te bekijken wat de oorzaken kunnen zijn. Daarbij praten we niet alleen over de apparatuur, maar willen we samen met de operator de complete infrastructuur onder de loep nemen.” Hij nuanceert: “Je moet er wel rekening mee houden dat er altijd wat misgaat als je met mensen en techniek te maken hebt. Zelf hebben we in ons beginjaar ook besloten een oude UPS die nog in de datacenterruimte stond, in gebruik te nemen. Dat leidde al na een paar maanden tot problemen. Fouten |9
worden altijd gemaakt, maar het gaat erom hoe je daarmee omgaat.” Energiegebruik, dan wel het milieu, is de vierde dimensie binnen de TIA-standaarden. Zwinkels pakt het onderwerp direct op. Voor hem is dit duidelijk een belangrijk aspect. “We dringen bij operators altijd aan op verbetering van de effectiviteit van het energiegebruik, ofwel de EUE (energy usage effectiveness). We hebben de ervaring om te weten hoe het beter kan. De business case is ook nog eens duidelijk, want maat regelen op dit gebied verdienen zich meestal snel terug.” Zwinkels plaatst ook een kritische noot: “Er worden nog te veel datacenters gebouwd op basis van techniek uit het jaar 2000 en dat terwijl er inmiddels veel betere techniek beschikbaar is. Laatst hoorde ik van de bouw van een datacenter geheel zonder free cooling. In ons land is dat dom, verspilling van energie en het leidt tot te hoge operationele kosten. Ik begrijp wel”, voegt hij eraan toe, “dat operators met veel datacenters naar standaardisatie streven, maar ze zouden zich toch eens moeten afvragen of het standaardontwerp dat ze hanteren wel zo goed is.”
ligging
Iedereen kan begrijpen dat een datacenter bij voorkeur niet naast een vliegveld of een kerncentrale wordt gesitueerd. Toch is de praktijk weerbarstiger dan de logica doet vermoeden. “In de regio Amsterdam is het moeilijk voor 100 % aan dit soort eisen te voldoen”, beaamt Zwinkels, “Je wilt geen vliegtuig op je datacenter, maar Schiphol is wel dichtbij, zoals we onlangs nog hebben gemerkt. En dat geldt ook voor snelwegen, spoorlijnen en chemische bedrijven, die in de omgeving van Amsterdam nooit ver weg zijn. De regels over locatie zijn heel mooi, maar vaak een illusie. In de praktijk kies je de minst erge van de ‘erge locaties’…” Toch wil hij wel een paar praktische vuistregels noemen: “Een goede stroomvoorziening vergt dat het datacenter niet te ver van een verdeelstation afzit. Hoe groter de afstand, hoe groter de kans dat op een dag een graafmachine de stroomkabel te pakken neemt. Ook moet je zorgen voor goed hekwerk. Er zijn datacenters waar voorbijgangers tot aan de gevel kunnen doorlopen. Dat is echt niet de bedoeling. Klanten stellen op dit gebied over het algemeen terecht hoge
Con Zwinkels, managing director en medeoprichter van hostingprovider Leaseweb
over leaseweb Leaseweb is met zo’n 15.000 servers, ruim 500 Gbps aan netwerkcapaciteit en meer dan twee miljoen websites in het netwerk de grootste hostingprovider van Nederland. 70 % van de activiteiten van dit bedrijf speelt zich af op het internationale toneel. Leaseweb vervult min of meer een groothandelsfunctie binnen de hostingwereld door vooral aan resellers, zoals webintegrators en webdesigners, te leveren, maar ook aan grotere eind gebruikers. www.leaseweb.com
10 |
eisen”, besluit Zwinkels, “En daarom is het voor een operator verstandig ISO27001-gecertificeerd te zijn. Let wel, daarbij hoeft de operator die alleen de locatie biedt, niet aan het gehele eisenpakket te voldoen. Idealiter voldoen hostingprovider en datacenteroperator als tandem wel aan de eisen van deze ISO-standaard.” Zwinkels heeft een duidelijke mening over toegangsbeveiliging, die uit drie elementen zou moeten bestaan, namelijk een toegangspas, een pincode en biometrische beveiliging. Hij treft deze drie elementen in de praktijk lang niet overal aan. “Biometrische beveiliging ontbreekt vaak, maar gelukkig kent elk datacenter nog menselijke bewaking die de meeste inbreuken wel onderschept. In de praktijk gaat het meestal om personen die per abuis in de verkeerde ruimte zijn gekomen. Een belangrijke oorzaak daarvan is naar onze ervaring het fenomeen onderhuur. Een huurder van datacentercapaciteit wil wel eens onderverhuren, wat tot misverstanden over de toegangsrechten van de huurder en zijn onderhuurders kan leiden.”
servers
Leaseweb is een grote afnemer van serversystemen, voornamelijk van de leveranciers HP en Dell. Op zich genomen is de inzet van servers geen taak van de datacenteroperator, maar interessant om te vermelden is wel dat Leaseweb ook zogenoemde white-labelsystemen inkoopt. Deze worden ingezet voor klanten uit het mkb, die geïnteresseerd zijn in een lage prijs. Zwinkels zegt hierover: “We laten dergelijke systemen assembleren op basis van onze wensen en eisen, waarbij we laptop-moederborden in de serverkasten monteren. Dat scheelt veel energie!” Hij voegt er in één adem aan toe: “Bij grote klanten gaat het om heel andere aspecten, zoals schaalbaarheid en uptime. Hier komt virtualisatie om de hoek kijken.”
virtualisatie
Bij het virtualiseren van servers en systemen is het altijd de vraag of klanten ervoor voelen capaciteit of hardware te delen met anderen. Leaseweb hanteert twee varianten: één grote pool van processor- en opslagcapaciteit, of per klant een reeks dedicated
datac e nte rwo r ks
servers, waarbinnen alsnog virtualisatie kan worden toegepast. Volgens Zwinkels valt het wel mee met de bezwaren die klanten zouden hebben. “Storage is vaak gemeenschappelijk. Dat betekent niet dat partijen elkaars data kunnen zien, maar wel dat die data zich op dezelfde opslagsystemen kunnen bevinden.” Zwinkels stelt dat vooral grotere klanten veel meer geïnteresseerd zijn in de bijdrage die virtualisatietools kunnen leveren aan beschikbaarheid en schaalbaarheid. “Een product als VMotion van WMware kan veel bijdragen in dit opzicht. Het is in staat virtuele servers zonder inbreuk op de werking ervan over te zetten op andere fysieke systemen. VMware is echt het product voor het enter-
datacenter niet meer inhoudt dan een loods huren, die volzetten met apparatuur – en draaien maar. Zo werkt het niet. We hebben het over een operatie op basis van 24 uur per dag, 7 dagen per week. Vergelijk het maar met de luchtvaart. Support kan geen nevenactiviteit zijn.” De oorzaak van de vaak zo slechte support kent hij ook niet. “Het kan zijn dat sommige organisaties er te weinig budget voor uittrekken.”
datacenters en de kredietcrisis
Hoe zit het met de pecunia? Heeft het huidige crisisklimaat al geleid tot de ontwikkeling van aantrekkelijke financiële arrangementen? Integendeel, meent Con Zwinkels.
“Er worden nog te veel datacenters gebouwd op basis van techniek uit het jaar 2000.” priseniveau. Concurrerende producten als Xen – dat we momenteel testen voor onze ‘instapklanten’ - en Microsoft Hyper-V zijn nog niet zo ver, al volgen we de ontwikkeling daarvan ook op de voet en zullen we deze in 2009 in productie nemen.”
support
Voor een onderwerp als support gaan de wetten van de economie volledig op: de behoefte eraan is bij wijze van spreken oneindig, maar de inhoud van de portemonnee kent grenzen. “Het liefst heb je tien engineers klaar staan, wachtend op jouw supportcall”, beaamt Zwinkels, “maar in de praktijk zul je moeten kijken naar een optimale inzet van de beschikbare middelen. Op welke tijden is er behoefte aan support? Hebben we onze processen goed in kaart gebracht, zodat we weten waar we actie moeten nemen? Leaseweb gaat ook meer op die manier werken, door Itil-achtige servicemanagementprocessen in te voeren.” Sommige datacenters doen het op het gebied van support bepaald niet goed, vindt hij. “Elke supportaanvraag lijkt bij zulke operators wel tot een soort paniek te leiden. Ze hebben hun processen niet op orde. Blijkbaar denken ze dat het runnen van een
“Wat we merken is dat er wat minder mogelijkheden zijn voor ‘financial lease’ van apparatuur, maar dat er nog genoeg opties zijn. Sommige partijen kunnen financial lease nu niet meer aanbieden, doordat de banken, die zelf nota bene overheidssteun ontvangen, op hun geld blijven zitten. Erg lastig, als je bedenkt dat de internetsector gewoon doorgroeit, ook nu.” Op datacentergebied heeft Zwinkels daarentegen geen financiële koerswijzigingen opgemerkt en hij heeft daar alle begrip voor. “Leaseweb ziet nog niet dat datacenteroperators concessies doen op het gebied van finance. Sinds ongeveer 2001 is er een tekort aan datacentercapaciteit; hooguit zal dit tekort de komende tijd wat minder worden. Er wordt dan ook zeker niet met prijzen gestunt. Er zit bij datacenters veel kapitaal in koeling en stroomvoorziening, dat nu eenmaal moet worden terugverdiend. Inspelen op de conjunctuur is voor operators sowieso moeilijk. Het bouwen van een datacenter duurt één à twee jaar en wie kan voorspellen hoe de markt er dan uitziet? Wijzelf, via Evoswitch, en andere operators zoeken het wel in zo efficiënt mogelijk omgaan met energie. We houden daar rekening mee bij het ontwerp van datacenterfaciliteiten.” |11
STOP TALKING
INNOVATION.
START DOING IT.
WE HELP ORGANIZATIONS AROUND THE WORLD ACTUALLY GET THINGS DONE.
START PROVIDING
IBM helps major insurance companies develop flexible operations so they can offer their clients personalized, dynamic services.
START STREAMLINING
IBM works with major automotive companies to create flexible new processes and systems that can help reduce operational costs.
START CONNECTING
On every continent, in practically every industry, IBM is helping our customers rethink the way the world works. From intelligent power networks and advanced water modeling to smart vaccines and green data centers, we are applying innovative thinking to help solve real-world problems.
IBM helped Staples create a better, more efficient web experience, increasing their online conversion rate by 60%.
STOP TALKING START DOING
START COLLABORATING
START SOLVING
IBM helps healthcare organizations share critical medical information in real time.
Start transforming your business at ibm.com/do/innovation
IBM is helping cities around the world implement smart traffic systems that can actually help reduce gridlock.
IBM, the IBM logo and ibm.com are registered trademarks or trademarks of International Business Machines Corporation in the United States and/or other countries. Other company, product and service names may be trademarks or service marks of others. ©Copyright IBM Corporation 2008. All rights reserved.
B e ka b e l i n g
datac e nte rwo r ks
“Van saaie dingen iets moois maken”
Connex maakt kabelgoot uit aardappelschillen Teus Molenaar is freelance journalist
Een duurzaam rekencentrum en een bijbehorend kantoor gaan niet alleen om een zo gering mogelijk energiegebruik, maar ook om materialen die geen restafval opleveren. Zoals de ChipChain van Connex Cablemanagement: een kabelslurf die is gemaakt van zetmeel uit aardappelschillen.
|13
Bas Luiting van Connex Cablemanagement.
De vakbeurs Facilitair in Den Bosch, half januari 2009, had in elk geval één stand waar alle aandacht naar toeging. Daar presenteerde Bas Luiting van Connex Cablemanagement zijn ChipChain: een flexibele kabelgoot die is gemaakt uit agrarisch afval. Het voordeel is evident: aan het einde van zijn levensduur kan het product gewoon de composthoop op (of veilig de verbrandingsoven in om er elektriciteit mee op te wekken). Bioplastics, zoals dergelijke materialen worden genoemd, vormen een belangrijke vervanger van kunststof. Enerzijds om de afhankelijkheid van aardolie (de grondstof voor kunststoffen) te verminderen, anderzijds om de afvalberg in te tomen. Een bijkomend voordeel - en dat wordt binnen de Europese Gemeenschap als zwaarwegend aangemerkt - is dat bioplastics weer nieuwe perspectieven aan akkerbouwers bieden. Ook de kleuren hebben een plantaardige oorsprong. “Zo moeilijk is dat niet”, vertelt Luiting. “Bietjes zorgen voor een rode kleurstof, spinazie voor groen en koolstof voor zwart. Intussen heb ik gezien dat er wel vijftig tot zestig verschillende biokleuren beschikbaar zijn.” Over het algemeen beschikken bioplastics over dezelfde functionele eigenschappen als hun kunstmatige broertjes. De grondstof die Luiting gebruikt voor zijn kabelslurven en kabelgoten is zetmeel van aardappelschillen. Ook maïs wordt vaak benut als grondstof. “Wij zijn nu bezig na te gaan of houtafval een grondstof kan zijn voor het maken van kabelgoten. Dan heb ik ook een houtversie van de biologisch af breekbare kabelslurf in het portfolio”, zegt hij. In Delft is het Treeplast-consortium gevestigd dat, met subsidie van de Europese Commissie, dit onderwerp onder de aandacht wil brengen van potentiële gebruikers. Treeplast is de naam van de bioplastic die is gemaakt uit houtafval.
van kratje naar kabelgoot
Voordat hij een eigen bedrijfje begon (om vaker bij vrouw en kinderen te kunnen zijn) werkte Luiting in de kabelgotenindustrie. Een bedrijfstak die in zijn ogen niet tot nauwelijks innoveert. Een taak die hij zichzelf dan maar heeft opgelegd. “Ik wil van die saaie dingen ook nog iets moois maken, een leuk inrichtingsproduct. Niet voor niets is het motto van ons bedrijf: ‘de kunst van de kabelfcamouflage’. Ik ben bijvoorbeeld bezig omhulsels te maken voor kabelgoten van duurzaam textiel. In heel veel bedrijven worden kabelgoten vervangen, omdat er een verf kleur op zit die niet meer past in de omgeving, of iets dergelijks. Dat wordt dan allemaal gesloopt en afgevoerd naar de 14 |
afvalverwerker. Dat is een kostbare operatie. Als je er duurzaam textiel omheen doet, ben je in één keer klaar. Dat is een veel goedkopere oplossing en levert geen afval op.” Hij kwam op het idee van de bioplastics bij Pavari in Huissen: de fabrikant van zijn kunststofproducten. “Daar zag ik een kratje staan dat helemaal was gemaakt van maïszetmeel. Dat maakte hij in opdracht van een andere klant. Pavari is trouwens altijd heel behulpzaam bij de ontwikkeling van nieuwe producten. Zijn kennis en ervaring zijn onontbeerlijk.” De Medewerkers van de fabrikant hebben met volle inzet meegewerkt om de ChipChain te maken. “Het mooie is dat ik de bestaande matrijzen niet hoefde aan te passen. De zetmeelkorreltjes worden op 120 °C gesmolten. Dan wordt de massa in matrijzen geperst, waarna het geheel moet af koelen. Het is wel wat oefenen en stoeien geweest om het juiste procedé te vinden.” Ook voor de vervaardiging van kabelslurven en -goten van houtafval heeft Luiting geen nieuwe matrijzen hoeven te ontwerpen.“ Veel mensen denken dat duurzame producten veel duurder zijn, maar dat is niet het geval. ‘Gewone’ kunststof smelt pas bij 240 à 250 °C en de biologische korrels al op 120 °C, waardoor het verhitten en af koelen tijdens het maakproces van de ChipChain minder energie kost. De bioplastic goten hebben een zelfde prijs als kunststof kabelgoten en zijn minstens drie kwart goedkoper dan metalen exemplaren.”
vloeren
Sinds 2001 maakt Connex Cablemanagement ook computervloeren. Niet de vloeren met 40 cm onderruimte die gewoonlijk in rekencentra worden toegepast, maar verhoogde vloeren met een onderruimte van 4,5 cm voor kantoren. Die maakt hij van gerecycled plastic. “Als wij ergens werken waar een kantoor wordt gerenoveerd, dan zie je dat de stekkerdozen en dergelijke worden weggegooid. Die nemen
aan de keukentafel Zo’n tien jaar geleden is de 51-jarige Bas Luiting met zijn bedrijf Connex Cablemanagement begonnen. “Aan de keukentafel in het gemoedelijke, Brabantse Oirschot”, zoals hij het uitdrukt. Later werkte hij vanuit het schuurtje in de tuin. Tegenwoordig heeft het bedrijf een eigen kantoor in Moergestel en werkt Luiting samen met compagnon Dirk van der Ven, en nog zes andere medewerkers. “Er komen er binnenkort nog twee bij. Ondanks de tegenvallende economie verwacht ik dat we dit jaar meer winst gaan draaien”, zegt Luiting. Zijn compagnon heeft hij destijds leren kennen bij de inrichting van het Kantoor van de Toekomst in Rosmalen waar Van der Ven stage liep. “Dirk doet de bedrijfsvoering en ik kan me geheel wijden aan het creatieve deel van onze onderneming.” Luiting ontwerpt onder meer kabelgoten en bekleding van kabelgoten, stekkerdozen en computervloertegels. Meer informatie is te vinden op www.connexcablemanagement.nl.
datac e nte rwo r ks
wij mee, we gooien het spul in de shredder en het gemalen materiaal is de grondstof voor de vloertegels die wij laten maken.” Dit regranulaat (kunststof korrels die gemaakt zijn van afgedankt kunststofmateriaal) wordt in grote hoeveelheden op de markt aangeboden. Luiting is niet afhankelijk van afval dat hij op projecten tegenkomt. De vorm van de tegels heeft hij te danken aan zijn destijds bijna driejarig zoontje. “Als ik hem dan naar de peuterspeelzaal bracht, gingen we altijd even puzzelen. Ik was toen net bezig met die vloertegels en dat zit dan in je hoofd als je aan het puzzelen bent. Waarom zorg ik niet voor verband door ze als puzzelstukjes te maken? Dat bleek een gouden greep. Wij zeggen altijd voor de grap dat kleuters onze vloeren kunnen leggen.”
“Wij zijn nu bezig om na te gaan of houtafval een grondstof kan zijn voor het maken van kabelgoten.” De Cablefloor-tegels hebben uitsparingen waaronder de kabels kunnen lopen. Volgens Luiting is het ideaal voor flexwerkplekken waar in een kantoor de ‘laptopgeneratie’ een plaats zoekt om te werken. “Als de opstelling wijzigt, kunnen we luikjes in een andere tegel maken. Alles is eigenlijk maatwerk. We hebben ook speciale stekkerdozen ontwikkeld die je op een tafel kunt klemmen om de computernomade van dienst te kunnen zijn. Daar is veel belangstelling voor.” In rekencentra zelf zijn deze Cablefloors niet te gebruiken, omdat de afstand tussen ondervloer en computervloer te laag is. “Maar elk rekencentrum heeft natuurlijk ook een bijbehorende kantoorruimte waar deze tegels wel toepasbaar zijn. En natuurlijk in elk ander kantoor”, vertelt Luiting. Als de levensduur van de Cablefloor ten einde is, kan deze op zijn beurt weer worden vermalen tot regranulaat en worden toegepast in producten die op dat moment actueel zijn. “Door deze manier van ontwikkeling, gebruik en hergebruik van grondstoffen voorkomen we dat Cablefloor een onderdeel wordt van onze afvalberg.”
duurzaam
Wie een duurzaam rekencentrum voor ogen heeft, zal zich over deze ontwikkelingen moeten buigen. Het drastisch terugdringen van het energiegebruik is een belangrijke eerste stap, maar niet voldoende. Duurzaam is het pas als de energie die dan toch nog nodig is, duurzaam is opgewekt (bijvoorbeeld met windmolens of zonne-energie). De blik moet zich echter ook richten op de materialen waarvan alle spullen in het rekencentrum zijn gemaakt. Het gebruik van bioplastic kabelgoten en -slurven is een goede stap voorwaarts en wint het van staal en vooral van aluminium. Dat geldt natuurlijk ook voor de behuizing van apparatuur. Biologisch af breekbare of composteerbare producten krijgen een duurzaamheidstempel. Daarbij moet je er wel
bioplastics Gemodificeerd zetmeel (van aardappelen, maïs, palmbladeren of andere akkerbouwproducten) is de grondstof om biopolymeren te maken. Daarmee ontstaan composteerbare plastics. Ze zijn op tal van manieren toepasbaar, maar het ‘publiek’ kent ze nog niet. De Belangenvereniging Composteerbare Producten Nederland (BCPN) probeert hier verandering in te brengen. Met succes, zo blijkt uit de congressen en seminars die over dit onderwerp worden georganiseerd. Zo had in november 2008 de derde Europese Bioplastics Conferentie plaats in Berlijn met een steeds groeiend aantal exposanten en bezoekers. Het Microcentrum houdt in juni te Eindhoven een themadag over hoogwaardige biopolymeren voor verpakkingen, behuizingen en technische onderdelen. De Nederlandse overheid begint het gebruik van bioplastics enigszins te bevorderen. Onder andere door (ingaande per 1 januari 2009) de verpakkingsbelasting voor biokunststoffen te verlagen naar het niveau van papier en karton. Vanaf 1 mei speelt Connex een belangrijke rol in het kenniscentrum ICDE (International Center for Sustainable Excellence) in de voormalige lichttoren van Philips te Eindhoven. Connex gaat daar de nieuwste duurzame kabelgootsystemen aanbrengen en toont het proces van duurzaam innoveren met een creatieve showcase. Meer informatie op www.icse.nl.
op letten dat ze niet zijn gemaakt van producten die concurreren met voeding, maar juist zijn gemaakt van agrarisch afval. Duurzaamheid wordt gewoonlijk gevat in de drie P’s. Het gebruik van duurzaam materieel valt onder de P van Planet. Daarbij komt de P van People: let erop dat die producten niet zijn gemaakt door (meestal getinte) kinderhandjes en dat de producenten een eerlijke prijs krijgen. Ten slotte is er de P van Profit: het gebruik van duurzame producten moet bijdragen aan de winstgevendheid van een onderneming. Dat geldt dus ook voor de afnemers van dergelijke producten.
|15
Ma n ag e m e nt
Teus Molenaar is freelance journalist
De inrichting van een rekencentrum vereist een totaalaanpak. IBM heeft een holistische kijk op de huidige IT-infrastructuur in het datacentrum. Daarbij zorgt de dynamische infrastructuur ervoor dat een organisatie sneller, kosteneffectiever en doelmatiger kan reageren op wisselende omstandigheden.
IBM’s holistische aanpak voor het datacenter
‘Think big, start small’ Als je een extra kamer wilt plaatsen op jouw huis, kun je een aannemer aan het werk zetten die een stukje van de woning optrekt. Snel klaar en niet te duur. Maar het risico bestaat dat na een jaar of langer scheuren in de wanden komen en het huis op instorten staat. De belasting van het extra verdiepin kje blijkt te veel voor de fundering met desastreuze gevolgen. Beter is het een aannemer in de arm te nemen die eerst gaat uitrekenen hoe zwaar de bovenbouw gaat worden en die onderzoekt of de fundering daarop is berekend. Een aannemer die eventueel die fundering aanpast, mocht dat nodig zijn. Dat is in het begin duurder, maar het eindresultaat is veel goedkoper. Remco Kroes, technical manager Systems and Technology Group bij IBM Nederland, geeft dit voorbeeld om duidelijk te maken dat alles met elkaar samenhangt. Zo ook in het rekencentrum. Daarom doet hij niet alleen het verhaal. Hij weet zich gesecondeerd door zijn collega’s Maris van Sprang, IT-architect, en Gert-Jan van Dommelen, consulting manager Global Technology Services. Kroes haakt in op het jongste IBM-thema: ‘Smarter Planet’. “Vanwege de uitdagingen waarvoor de wereldbevolking tegenwoordig staat, moeten we toe naar een slimmere aanpak. Op talloze terreinen. Van energiegebruik tot gezondheidszorg. Van waterbeheer tot aan slimmer gebruik van het rekencentrum. Onze aanpak van een dynamische Infrastructuur past binnen de overkoepe16 |
lende strategie om tot een slimmere planeet te komen.” Een holistische aanpak pur sang!
kruisverbanden
Het drietal zet de doelstellingen op een rij: verbetering van de dienstverlening door de IT-organisatie aan de business, vermindering van de kosten, en beheersing van risico’s. “Er spelen veel zaken wanneer je het rekencentrum zo gaat aanpassen dat je aan die doelstelling gaat voldoen. Daarbij moet je ervoor zorgen dat hard- en software op elkaar zijn afgestemd en dat techniek, processen en mensen op elkaar zijn afgestemd. Dan zie je dat er verschillende, nieuwe thema’s een rol spelen: energiezuinigheid, terugdringing van milieubelasting, virtualisatie en consolidatie. En dat wordt gekoppeld aan de bedrijfsprocessen en -doelstellingen. Er ontstaan tal van kruisverbanden”, zegt Kroes. Op tafel ligt een tekening waarop die verbanden staan weergegeven. Bovenaan staat ‘enterprise’. Direct daaronder de ‘applicatiestructuur’ en het nieuwe datacentrum met zijn dynamische infrastructuur. Vanuit ‘dynamic infrastructure’ lopen lijnen naar ‘energie-efficiëntie’, ‘veerkrachtige bedrijfsvoering’, ‘virtualisatie- en consolidatie’, ‘informatie-infrastructuur’ en ‘beheer van dienstverlening’. Deze vijf blokken hebben elk weer hun specifieke relaties met hardware, software en diensten. “Je moet integraal denken over alle aspecten”, benadrukt Van Dommelen. “Virtuali-
satie moet je bijvoorbeeld niet apart aanpakken, want de kans bestaat dat er wildgroei ontstaat en dat heeft dan weer gevolgen voor de gebruikersgemeenschap. Sommige applicaties kunnen ineens veel trager gaan werken, omdat een integraal plan ontbreekt.”
stappenplan
“Heel vaak worden we bij een klant geroepen, omdat er een probleem is ontstaan. Vaak heeft dat met een gebrek aan opslagcapaciteit te maken. Of het rekencentrum kan niet uitbreiden, vanwege gebrek aan elektriciteit of koeling. Met het oplossen van dat ene probleem ben je er niet. Wij zoeken naar de samenhang om tot een totaalplaatje te komen”, licht Van Dommelen toe. IBM begint met een analyse van de bestaande situatie. In veel bedrijven is bijvoorbeeld niet eens bekend hoe het zit met het stroomverbruik van en binnen het rekencentrum, noch is bekend wat het belang is van de applicaties voor de bedrijfsvoering. “Een onderzoek naar een specifiek probleem is meestal snel gedaan. Een volledige analyse, inclusief een geprioriteerd stappenplan duurt meestal drie maanden. We werken met heel veel workshops om iedereen er zo veel mogelijk bij te betrekken. We willen draagvlak creëren voor de veelal ingrijpende aanpassingen die nodig zijn. Uiteindelijk moet een organisatie het zelf willen en het zelf doen. Wij komen alleen om weer te gaan”, zegt Kroes.
datac e nte rwo r ks
“Als je weet wat eraan schort, en waar je naartoe wilt, kun je een stappenplan maken. Daarbij hanteren we het principe ‘think big, start small’. We beginnen met kleine projecten, maar die moeten dan wel op de lijn liggen van de weg naar het uiteindelijke doel. Heel vaak zien we dat die kleine projecten al besparingen opleveren, waarmee er een financiële dekking ontstaat voor vervolgprojecten. Wij hebben wereldwijd inmiddels zoveel ervaring opgebouwd dat we vrij gedetailleerd weten hoeveel de verschillende werkzaamheden en aanpassingen kosten. Uiteindelijk zien we dat de investeringen zich meestal binnen één tot anderhalf jaar terugbetalen”, vertelt Van Sprang.
guiding principles
Er is regelgeving op komst van de Europese Commissie over het energiegebruik van rekencentra, zoals de Code of Conduct. “Daar moet je dus als onderneming op inspelen. Zoiets noemen we een ‘guiding principle’; een norm die de bedrijfsvoering zich ten doel stelt. Er kunnen er meer zijn, zoals het willen voldoen aan Cobit-regels of, in het geval van een ziekenhuis een goed
beheerd informatiesysteem. Die guiding principles zijn het uitgangspunt om een plan voor de dynamische infrastructuur op te stellen en uit te werken. De normen kunnen per jaar veranderen. De regelgeving wijzigt immers. En dan moet je een infrastructuur hebben die zo lenig is dat je met de minste inspanning en zo snel mogelijk aan de nieuwe wensen kunt voldoen.” Is het niet slikken voor een klant als hij IBM erbij haalt om bijvoorbeeld een storageprobleem op te lossen, en dat hij dan te horen krijgt dat de hele boel overhoop moet? “Dat valt wel mee”, stelt Kroes. “De meeste mensen realiseren zich terdege dat er iets moet gebeuren om het rekencentrum op orde te krijgen. Iedereen weet ook wel dat alles met alles samenhangt. Daarom is er begrip voor dat wij met een gestructureerde aanpak komen, dat wij een uitgebalanceerd plan willen neerleggen.” “Wel willen mensen nu vrij gedetailleerd weten hoeveel alles gaat kosten. Maar er is nog zoveel te winnen in het rekencentrum dat we vrij makkelijk kunnen aantonen dat de investeringen dubbel en dwars worden terugverdiend”, valt Van Sprang hem bij.
componenten
De flexibiliteit bouwt IBM in door met gestandaardiseerde componenten te werken, met bouwblokken die als vanzelf passen binnen de structuur van het nieuwe dynamische rekencentrum. Kroes komt met het voorbeeld van de System x iDataPlex-server die IBM een klein jaartje geleden onthulde. “Die server is speciaal ontwikkeld om het sterk wisselende internetverkeer af te handelen. Wij hebben daarbij een 19 inch-rack gekanteld, zodat de koeling veel efficiënter gebeurt. Dit soort bouwblokken kunnen wij moeiteloos in de nieuwe infrastructuur plaatsen om bijvoorbeeld een koelingsprobleem op te lossen.” Op grond van beschikbare componenten heeft IBM een tool ontwikkeld om de roadmap te schetsen voor de nieuwe infrastructuur. “Daarbij hanteren wij een horizon van drie jaar”, zegt Kroes. “Je ziet nu bijvoorbeeld veel belangstelling voor de virtualisering van de desktop. Daar moet je het rekencentrum op inrichten. Door onze holistische aanpak krijg je dan een compleet plaatje, en een stappenplan om daar met de minste risico’s op uit te komen.” |17
P ra kti j k
Rittal haalt bij VU het maximale uit een kleine ruimte
“Ruimtekoeling was geen optie” “Er komt hier elke week wel een omgeving bij”, vertelt Céjé Barning, bij de VU IT-coördinator Concernsystemen. Later dit jaar moet er een e-mailomgeving voor 22.000 studenten live gaan. “Als je dan uitgaat van gemiddeld 1 GB per mailbox, dan heb je het over ruim 44 TB aan data (22 TB in mirror).”
bijvoorbeeld iemand een schakelaar omzet, heb je daar geen controle meer over.” Daar komt volgens Barning bij dat de VU met een eigen energiecentrum op de campus zelf goede voorzieningen heeft.
stille oplossing te hebben en bood bovendien de mogelijkheid om het modulaire UPSsysteem in de serverruimte te plaatsen, waarbij de minimaal gegenereerde warmte niet in de serverruimte vrijkomt.”
uitbreiding
de opstelling
In 2007 startte de VU een onderzoek naar de inrichting van een tweede serverruimte; de tweede aan de Amsterdamse Boelelaan waar de campus is gevestigd.Van Hattem: “We waren bezig met het vervangen van UPS’en en toen ontstond er een ruimte waar we ook nog wel wat serverracks konden neerzetten.” “Maar het is eigenlijk maar een beperkte ruimte waar we heel veel in kwijt willen”, vervolgt Barning. “De koeling en de UPS’en moesten in dezelfde ruimte komen. Ruimtekoeling was bovendien geen optie, want dan word je uit zo’n kleine ruimte geblazen.
Gekozen is voor vier RimatriX5-serverracks en per rack gaat de VU vier ‘blade enclosures’ capaciteitsproblemen plaatsen. Barning met een lach: “In één rack De VU bouwde zes jaar geleden haar eerste kun je 64 HP-blades kwijt en als je gaat vircentrale serverruimte. “Die ruimte was voor tualiseren zelfs 250 servers in één rack. Dat die tijd best wel uniek te noemen”, zegt Jobetekent dat er in één serverrack meer past han van Hattem, bij de VU serverruimtebedan in heel onze oude computerruimte!” heerder. Toch kreeg de universiteit al snel te De vier gesloten racks worden in rij gekoeld maken met capaciteitsproblemen. “De racks door vijf LPC-units (liquid cooling package) zitten nog niet halfvol, maar toch kan er niets die tussen en naast de racks worden geplaatst. meer bij, want dan krijgt de ruimtekoeling Deze units bieden zijdelings (horizontaal) het niet meer gekoeld”, stelt Barning. “Dat is koude lucht aan vóór de servers en de onttoch wel jammer.” stane warme lucht achter de servers wordt Om de capaciteit van de oude ruimte op te direct aangezogen door de toerenrekken, heeft de VU nog even gegeregelde ventilatoren in elke ëxperimenteerd met de luchtstro“Ruimtekoeling was geen optie, want dan LPC-unit. Hoe dichter bij de men, maar zonder bevredigend rewarmtebron te koelen, des te effisultaat. Van Hattem: “Een extra word je uit zo’n kleine ruimte geblazen.” ciënter het is. Met andere woorkoude en warme gang was alleen den: waarom de gehele ruimte koelen als de mogelijk door een ingrijpende verbouwing. Daarom waren we op zoek naar rackkoeling warmtebron in het rack zit? Het vermogen Uiteindelijk werd ervoor gekozen om een dichtbij de apparatuur.” dat in élk serverrack mag worden gedissipeerd aantal servers te verhuizen naar het Sara-reTer oriëntatie bracht Barning een bezoek aan is 30 kW en de efficiëntie van het koelsysteem kencentrum tien kilometer verderop. In totaal een datacenter in Delft waar ook rackkoeling wordt verder verhoogd door het gekoelde gaat het om vijf 19-inch racks en nog een wordt toegepast. “In dit grote datacenter, opwater op een zo hoog mogelijke temperatuur aantal losse systemen die uit huis zijn gegebouwd uit open racks, is echter wel veel aan te bieden. plaatst.” geluidsoverlast. Dat stond mij tegen en was Daarnaast bevinden zich in de nieuwe serverDe VU werkt al jaren samen met Sara. Op dit voor mij niet acceptabel om langere tijd in te ruimte een modulair UPS-rack met bijbehomoment worden echter eisen gesteld aan de werken. Daarna kwamen we in contact met rende batterijracks, die ook door een LPCinfrastructuur waarbij de VU minder afhanRittal en hebben we een referentiebezoek unit op rackniveau worden gekoeld, een kelijk moet zijn van een derde partij. “Dit is gebracht aan het Leids Universitair Medisch modulair PDR-unit (power distribution rack) soms een probleem”, stelt Van Hattem. “Als Centrum (LUMC). Rittal bleek een mooie 18 |
datac e nte rwo r ks
Ferry Waterkamp is hoofdredacteur van DatacenterWorks
De Vrije Universiteit (VU) in Amsterdam is met potentieel 27.000 netwerkgebruikers en 400 TB aan data in mirror een omgeving van de grote getallen. In mei neemt de universiteit haar tweede centrale serverruimte in gebruik. “Het is eigenlijk maar een kleine ruimte waar we heel veel in kwijt willen”, zegt IT-coördinator Céjé Barning. Rittal kreeg de opdracht om in samenwerking met VU Huisvesting de ruimte zo efficiënt mogelijk in te richten.
|19
P ra kti j k
“Rittal bleek een mooie stille oplossing te hebben en bood de mogelijkheid om de UPS’en in de serverruimte te plaatsen.”
Céjé Barning, bij de VU IT-coördinator Concernsystemen
voor de onderverdeling achter het UPS sys teem naar alle spanningssloffen in de serverracks door plug&play-bekabeling. Zowel in het UPS-rack als in het PDR-rack is nog voldoende plaats vrij voor toekomstige uitbreidingen. Rittal hanteert het ‘pay-as-you-grow’ model voor het gehele RimatriX5-systeem. Voor brandbeveiliging heeft Rittal gebruikgemaakt van aspiratiedetectie- en blussingssystemen van Wagner die bovenin de RimatriX5-racks zijn gemonteerd en op rackniveau blussen. “Het voordeel is dat je geen blusinstallatie aan het plafond hoeft te monteren en veel minder blusgas nodig hebt”, verduidelijkt Van Hattem. “En als er in een rack brand uitbreekt, kun je in de serverruimte gewoon blijven werken, het blusgas Noveq 1230 is niet schadelijk voor mens of apparatuur.”
De gehele installatie is geplaatst op een verhoogde vloer waar bekabeling, stroom en water onderdoor lopen. Van Hattem: “Water en stroom hou je eigenlijk liever gescheiden, maar door het verlaagde plafond was er geen ruimte om bijvoorbeeld het water over de racks te laten lopen. Dan ga je een risicoanalyse maken, maar door de plaats van de ruimte in de kelder loop je sowieso al een verhoogd risico. Bovendien is deze serverruimte een tijdelijke oplossing. Over twee tot zes jaar gaan we nieuwbouw plegen en ga je ook weer kijken naar de nieuwste technieken. Rittal gaf aan dat de LCP koelunits vast aan de racks makkelijk zijn mee te nemen.”
racks vullen
Na een officiële opening van de nieuwe serverruimte is beheerder Van Hattem nog druk
rittal bij de vu Een schaalbaar en modulair RimatriX5 systeem bestaande uit (leveringsomvang): • 4 watergekoelde (gesloten) serverracks met afmeting 800x2200x1200 (bxhxd) –[mm]. • Modulair UPS-systeem voorzien van drie UPS-modules van elk 40 kVA/32 kW voor 120kVA/96kW, waarbij er de mogelijkheid bestaat te groeien naar 200 kW of naar 160 kW N+1. • Autonomietijd is 28 minuten bij een belasting van 80 kW. • Het UPS-systeem en de batterijen worden tevens op rackniveau gekoeld en worden op rackniveau gedetecteerd. • Power distributie rack (PDR) voor de spanningsverdeling vanuit UPS naar de serverracks. • 8 spanningsrails (2x per serverrack) die elk voorzien is van 2x 3-fase x 16 A-aansluiting. • Aspiratiedetectie en blussingssysteem op rackniveau met blusgas Noveq 1230. • Remote monitoringssysteem dat gekoppeld is aan het bestaande GBS-systeem van de VU. 20 |
bezig met het testen. “Het is belangrijk om een goed testplan te hebben waarin alles terugkomt, van de koeling en de waterdruk tot aan de noodstroom.” In mei worden de racks gevuld waarna de e-mailomgeving voor de 22.000 studenten kan worden opgetuigd. In een later stadium worden ook nog de file servers voor de VU-studenten en -medewerkers bijgeplaatst.Verwacht wordt dat de nieuwe serverruimte eind 2010 helemaal vol zit.
volgens planning
Van Hattem en Barning kijken met tevredenheid terug op de bouw van de nieuwe serverruimte. Barning: “De omgeving moet zich nog bewijzen, maar het opbouwen is in elk geval mooi volgens planning verlopen. In vijf maanden tijd was de ruimte helemaal opgebouwd. Bij de vorige ruimte duurde dat twee jaar. Maar van elke ruimte leer je weer.”
Ma n ag e m e nt
datac e nte rwo r ks
PlateSpin helpt energiebedrijf bij migratie Essent voegt drie computerruimten samen Ferry Waterkamp is hoofdredacteur van DatacenterWorks
Energiemaatschappij Essent verhuisde in 2007 drie computerruimten naar één centrale locatie. Voor het verplaatsen van de applicaties was oorspronkelijk anderhalf jaar uitgetrokken. Met Novells PlateSpin – een migratietool die na onvoorziene problemen in beeld kwam – werd de klus uiteindelijk in twee maanden geklaard.
|21
ma n ag e m e nt
keten
Spoel werd verantwoordelijk voor de bouw van de nieuwe datacenters, of zoals hij het zelf zegt “de regie voeren met inhoudelijke kennis”. Volgens hem ontbrak die regie in het verleden nog wel eens. “Als niemand kijkt naar de hele keten, krijg je te maken met capaciteitsproblemen. Dan heb je bijvoorbeeld wel voldoende vloeroppervlakte, maar onvoldoende koeling, of wel voldoende vloeroppervlakte en koeling, maar onvoldoende stroom.” Vanaf het begin was duidelijk dat het datacenter in Tilburg maar enkele jaren in bedrijf zou blijven. Het was voor Essent in die tijd niet duidelijk welke datacenterstrategie het best bij de ontwikkelingen van Essent in de markt zou passen. De mogelijkheid in plaats van eigen computerruimten infrastructuurdiensten af te nemen moest een optie zijn. “Dan moet je ervoor zorgen dat je er geen ‘gebouwsysteem’ van maakt maar een ‘datacentersysteem’ dat je eenvoudig kunt meenemen of overdragen aan een dienstenpartner”, zegt Spoel. “Je moet zo min mogelijk aan het gebouw vastmaken. Ga dus bijvoorbeeld geen kabelgoten aan het plafond hangen.”
modulair bouwen
Marco Spoel, projectmanager IT infrastructure bij Essent:
“Als niemand kijkt naar de hele keten, krijg je te maken met capaciteitsproblemen.”
Essent nam in 2006 het besluit drie kleinere computerruimten onder te gaan brengen op één centrale locatie. De stap maakte deel uit van een ‘professionaliseringsslag’. “Voor die tijd was het voor Essent Trading erg belangrijk dat systemen snel en tijdig operationeel werden. Dit was veelal strijdig met de processen en mentaliteit die nodig zijn om een computerruimte te beheren”, zegt Marco Spoel, bij Essent projectmanager IT infrastructure. “Dat zag je ook terug in de datacenters. In 2006 drong het besef door dat je met dergelijke datacenters risico loopt. We moesten gaan professionaliseren om een disaster recovery met een gegarandeerde kwaliteit te kunnen bieden.” Het Nederlandse energiebedrijf koos ervoor het bestaande datacenter ‘Riva’ in Den Bosch te verhuizen naar een nieuwe locatie in Tilburg. Ook de systemen van Essent Trading die stonden opgesteld in Zwolle en Geertruidenberg, werden verhuisd naar Tilburg. In Landgraaf kwam bovendien een secundair datacenter voor de uitwijk en disaster recovery. 22 |
Gekozen is voor het modulaire datacentersysteem van APC dat is opgebouwd uit wat Spoel ‘cubes’ noemt die je ‘op een steekwagen’ kunt verplaatsen. “Ook het opbouwen van datacenters gaat met een dergelijk modulair systeem steeds sneller. Voor het datacenter in Tilburg hadden we vier maanden nodig, terwijl het datacenter in Landgraaf in twee maanden tijd was opgebouwd.” Het tijdelijke karakter van Tilburg had ook consequenties voor de bekabeling. “We hebben ervoor gekozen om hier geen glaspatch infrastructuur te gebruiken, maar lange patchkabels die alles pointto-point met elkaar verbinden. Dat leverde een besparing op van meer dan 150.000 euro”, zegt Spoel. Landgraaf bleek wel geschikt voor een modulaire glasvezelgebaseerde oplossing, in dit geval geleverd door Panduit. De koeling is ‘ín-row’ geplaatst wat inhoudt dat de aanvoer van koele lucht dicht bij de apparatuur wordt geplaatst en dat de opgewarmde lucht direct achter de servers weer wordt afgezogen. “Dat blijkt onverwacht erg energiezuinig te zijn”, zegt Spoel. “Je verbruikt veel minder stroom als je dicht bij de warmtebron koelt. Consequentie is wel dat er water onder de vloer door moet lopen en dat de stroom dus van boven moet komen.”
migratie
Na de bouw van de datacenters in Tilburg en Landgraaf kon worden begonnen met de verhuizing van de applicaties. In totaal zijn de werklasten van 260 HP-servers verhuisd naar gestandaardiseerde IBM System x-servers. Vijftig fysieke machines zijn bovendien omgezet in virtuele machines die draaien op VMware ESX-server, waardoor in het nieuwe datacenter 8 % minder vloeroppervlak in gebruik is genomen. Al met al een ingrijpende operatie waar Spoel anderhalf jaar voor had uitgetrokken. Complicerende factor daarbij was dat de servers van Essent Trading absoluut niet offline mochten. Al snel bleek het project echter niet helemaal naar wens te verlopen. “De kosten liepen al snel op”, vertelt Spoel. “Toen hebben we de uit-
datac e nte rwo r ks
essent in cijfers dijing van de scope ook moeten aanpakken, en minder wensen kunnen honoreren. Wel leuk hoor, overal 10 Gb en overal SAN’s, maar dat ging met het projectbudget niet lukken.” Ook meldden collega’s van hem risico’s die niet waren voorzien. “Zo bleek dat sommige applicatiestacks niet meer waren op te bouwen.”
platespin
Ondertussen nam ook de tijdsdruk toe, omdat de huur van het pand in Den Bosch aan het eind van 2006 ten einde liep. “Toen ben ik op Google op zoek gegaan naar een oplossing, want het kon niet zijn dat wij de eerste waren met deze problemen”, vervolgt Spoel. De zoektocht was gericht op een tool waarmee de HP-servers niet alleen konden worden omgezet naar de fysieke IBM-servers (P2P), maar ook naar virtuele hosts (P2V). “Al snel kwam ik bij PlateSpin
“Als je een applicatie verhuist van oude hardware van een andere vendor naar een spiksplinternieuwe IBM-server, trekt PlateSpin die werklast over.” uit: PlateSpin Recon om te meten wat je hebt en PlateSpin Migrate om de migraties uit te voeren. Met de pdf ben ik naar onze techneuten gelopen en die riepen al snel dat dergelijke software niet bestaat, ‘vaporware!’.” Na een ‘proof-of-concept’ bleek deze oplossing van Novell echter perfect te werken. “Als je een applicatie verhuist van een verouderde server van een ander vendor, in ons geval van een HP-server naar een spiksplinternieuwe IBM-server, dan trekt PlateSpin die werklast
Essent is het grootste energiebedrijf van Nederland en levert elektriciteit, gas en warmte aan particuliere en zakelijke klanten in Nederland, Duitsland en België. Ook is Essent internationaal actief met Essent Trading dat handelt in energie. Het bedrijf realiseerde in 2008 een netto-omzet van 9 miljard euro. In dat jaar had Essent ongeveer 7.800 medewerkers in dienst. Het hoofdkantoor van het energiebedrijf staat in Arnhem.
over. Maar je kunt met de werklast ook nog een heleboel doen, zoals uitschakelen van softwareonderdelen of aanpassen van serverproporties. Je wilt bijvoorbeeld niet dat Compaq Insight manager gaat kijken of de nieuwe hardware werkt, want je weet van tevoren dat Insight manager op IBM-hardware met een foutmelding komt.” Volgens Spoel heeft PlateSpin Essent alleen al voor het datacenterconsolidatieproject een besparing van 2 miljoen euro opgeleverd. “Zonder de tool was een team van 25 mensen zes maanden bezig geweest met de opbouw van de applicaties in het geconsolideerde datacenter. Met de tool zijn we in staat gebleken met een team met minder dan acht mensen al onze servers in een maand tijd te migreren.”
advertentie
platespin PlatSpin is in 2003 opgericht en kwam in februari 2008 in handen van Novell. De tool wordt door de leverancier omschreven als een ‘workload management’-oplossing. “PlateSpin Workload management stelt organisaties in staat hun IT-omgeving om te vormen tot een datacenter dat efficiënt gebruikmaakt van de beschikbare fysieke en virtuele capaciteit en beschikt over krachtige recoverymogelijkheden bij eventuele calamiteiten”, stelt Mark-Peter Mansveld van Novell. De complete oplossing bestaat uit vijf producten: Recon voor het profileren, analyseren en toewijzen van virtualisatiekandidaten, Migrate voor ‘anywhere to anywhere’-migraties, Protect voor de beveiliging van workloads, Forge als appliance voor back-up & recovery tot 25 fysieke servers en Orchestrate voor het heterogene management en de automatisering van virtuele en fysieke workloads. Deze laatste oplossing is pas vanaf het eerste kwartaal van 2009 op de markt en automatiseert de workloads in het datacenter op basis van policies. Orchestrate beheert ook fysieke en virtuele resources en bestuurt de volledige levenscyclus van elke workload.
brengt ideeën tot leven Deerns Green Data Center bespaart 80% op koelingskosten Het Green Cooling Data Center Design (GC-DC ©) Voordelen: beproefde technieken, 80% reductie op koelkosten, lagere investering en volledig gefaseerd met energievraag tijdens gebruiksfase, geen watervoerende leidingen in het datacenter, lagere onderhoudskosten en eenvoudiger beheer.
www.deerns.com/datacenters
|23
B e ka b e l i n g
Eind 2008 opende Getronics in Almere de deuren van het nieuw CyberCenter Flevoland dat volledig is gericht op housing. Voor de bekabeling werd rigoureus gekozen voor Cat 6A UTP, oftewel10 Gb over afstanden van 100 m. “Voor onze klanten is er nog niet echt direct een noodzaak voor 10 Gig, maar dat is over twee tot drie jaar wel anders”, voorspelt Jaap van Vliet, operationeel manager van het nieuwe datacenter.
Ferry Waterkamp is hoofdredacteur van DatacenterWorks
CyberCenter Flevoland klaar voor 10 Gig-tijdperk
“Vermogen per vierkante meter niet standaard”
“Het is een groot voordeel dat wij op de hoogte zijn van een losgeraakte kabel nog voordat de klant er iets van merkt’” 24 |
datac e nte rwo r ks
Getronics heeft de zaken in Almere groots aangepakt. Het zwaar beveiligde datacenter heeft een totale vloeroppervlakte van 5.000 m2 verdeeld over twee verdiepingen. En er is nog ruimte voor forse uitbreiding: momenteel is pas de eerste ‘kubus’ in gebruik genomen terwijl er in totaal vier op de planning staan. Het vermogen van het nieuwe CyberCenter in Almere is 2.000 W/m2, “en dat is absoluut niet standaard”, zegt operationeel manager Jaap van Vliet stellig. “In oudere datacenters blijft het vermogen al snel steken op zo’n 700 tot 800 W.” Per serverkast kan nu al in specifieke gevallen een vermogen van meer dan 20.000 W worden geleverd.Voor het hele datacenter is het maximale vermogen 20 MVA. De reeds bestaande uitbreidingsplannen laten nog veel hogere vermogens zien.
roterende ups
Getronics heeft in Almere duidelijk niet voor de standaardopties gekozen. In plaats van traditionele UPS-systemen met batterijen is in het nieuwe CyberCenter gekozen voor roterende UPS’en die gebruikmaken van een vliegwiel voor kinetische energie. In het geval van een stroomstoring gedragen de roterende UPS’en zich als het ware als een dynamo voor de dieselgeneratoren die vervolgens weer energie teruggeven. Het grote voordeel volgens Van Vliet is de ruimtebesparing. “Je hoeft geen gigantische ruimte te bouwen voor de batterijen.”
free cooling
Voor de koeling is gebruik gemaakt van een intelligent klimaatsysteem dat zijn koelgedrag aanpast aan de buitentemperatuur en dat gebruik maakt van onder meer het ‘free cooling’-principe.. Als Getronics ook de tweede kubus – die inmiddels al casco is opgeleverd – in gebruik gaat nemen, dan zal daar gebruik worden gemaakt van KyotoCooling waarbij gedurende bijna het hele jaar wordt gekoeld met de buitenlucht. Een groot, langzaam ronddraaiend ‘warmtewiel’ bestaande uit aluminium lamellen draait voor de helft door de buitenlucht en voor de andere helft in de warme lucht van het datacenter. Buiten nemen de lamellen de temperatuur van de buitenlucht aan. Vervolgens draaien ze de binnenruimte in, waar ze de warmte van de serverruimte opnemen. Zo koelt het wiel de serverruimte af. Volgens Getronics levert deze aanpak een potentiële energiebesparing van circa 30 % op ten opzichte van conventionele koeling. Van Vliet: “We experimenteren al met KyotoCooling in een testcenter in Amersfoort en daar zijn de ervaringen erg positief.”
10gig bekabeling
De bekabeling in het CyberCenter in Almere is van het type Cat 6A UTP, oftewel 10 Gb over afstanden van 100 m. Volgens Van Vliet heeft Getronics daarmee een keuze gemaakt voor de toekomst. “Onze klanten vragen nu nog niet naar 10 Gig, maar dat is over twee tot drie jaar zeker anders.” De keuze had overigens wel gevolgen voor de rest van de infrastructuur. “Als je 10 Gig gaat uitrollen, moeten de actieve componenten, zoals de switches, daar wel ge-
schikt voor zijn. Ook kunnen niet alle netwerkcomponenten 10 Gig aan; bijvoorbeeld wel de core-switches maar dan heb je het wel over een forse investering.”
gigaspeed
Voor de bekabeling is gebruikgemaakt van CommScope’s Systimax GigaSpeed X10D-oplossing dat naast de kabels bestaat uit een UMP-paneel (universal modular patching), outlets en patchcords. Het systeem werd al in 2004 geïntroduceerd en voldoet aan de IEEE 802.3an-task force-richtlijnen voor 10GBASE-T. |25
WIJ ZIJN KLAAR VOOR DE ZOMER...
Tijdens de warmere maanden van het jaar is het koelen van uw computer- of serverruimte een uitdaging. Het is daarom goed om nu alvast uw ruimte kritisch onder de loep te nemen. Vaultex biedt u daarom nu een gratis serverruimte “Quick Scan” aan t.w.v. 750,-. Eventuele problemen kunnen met een Quick Scan voortijdig
he sc ri latie l a t
gedetecteerd worden, zodat
bezetting
de gratis Quick Scan met de actiecode DCWzomer09.
eventuele actie- en
d de
volgt een rapport met
an Br
in kunt. Uit de Quick Scan
Bluss i ng
Dankzij de ‘state-of-the-art’ inrichting is er veel belangstelling voor het nieuwe CyberCenter, maar het is nog lang niet vol. Van Vliet: “Ik verwacht dat de eerste kubus nog dit jaar redelijk gevuld zal zijn. ”Volgens de operationeel manager ligt de bezetting daarmee volledig op planning en is er zeker geen sprake van economische tegenwind. “Op het moment dat het bouwen van een eigen datacenter te duur wordt, wordt housing juist een aantrekkelijke optie. Het beheer gebeurt dan gewoon op afstand en dat is tegenwoordig geen enkel probleem meer. Bij heel veel Nederlanders leeft nog de gedachte dat de auto precies voor de deur moet staan, maar zo werkt het niet meer.”
u straks zorgeloos de zomer
tectie
Van Vliet noemt met name het kabelbeheersysteem iPatch een ‘kwalitatieve verbetering’. Dit systeem zorgt voor het geautomatiseerd (administratief) toevoegen en wijzigen van verbindingen en kijkt of de actieve kabels goed functioneren. Om de patches uit te voeren wordt er op een display van de rackmanager aangegeven welke outlets moeten worden gepatchd. “Maar ook de dode lijnen worden bewaakt. Het is een groot voordeel dat wij op de hoogte zijn van een losgeraakte kabel nog voordat de klant er iets van merkt.”
Ko el i ng
ipatch
UW SERVERRUIMTE OOK?
Ele In kt s
Het onder controle krijgen van de elektrische interactie tussen de verschillende componenten in het bekabelingsnetwerk is vooral bij snelheden van 10 Gbps een enorme uitdaging. Bij de ontwikkeling van GigaSpeed X10D heeft Systimax in totaal 1.024 verschillende inter acties in kaart gebracht en gekarakteriseerd met behulp van zijn eigen MDM-systeem (modal decomposition modeling). Dit heeft geleid tot een reductie in overspraak (Anext) tussen de verschillende componenten.
verbeterpunten.
Ve
ront g reinigin
Op www.vaultex.eu/quickscan kunt u zich aanmelden voor
Vaultex neemt u alle zorg uit handen: Ontwerp, bouw en renovatie van computer- en serverruimtes Audit en analyse Installatie en projectbeheer Onderhoud en service www.vaultex.eu •
[email protected] • Tel. 0413-311 111
26 |
AN AEGIDE COMPANY
B e ka b e l i n g
datac e nte rwo r ks
“Inzet koperbekabeling neemt toe” Interxion met LANmark-6A naar 10 Gig Hans Vandam is freelance journalist
Het Nederlandse Interxion is met 24 datacenters in 11 Europese landen een van de grootste datacenteroperators in Europa. Eind 2008 opende het zijn vijfde Amsterdamse datacenter (AMS5) dat in totaal 7.000 m2 beslaat en geheel wordt gevoed door groene energie. Voor de connectiviteit werd gekozen voor een Cat 6A-oplossing die eerder dat jaar op de markt was gekomen.
|27
B e ka b e l i n g
Interxion al zo’n twee jaar zaken doet. Deze leverancier heeft ook gezorgd voor de infrastructuur van de BMS-monitoring (building management systems). De bekabeling is van het type Cat 6A (500 MHz) voor de ondersteuning van 10 GB-applicaties. Een voordeel van LANmark-6A is dat het naast normale lengtes die tot 100 m overbruggen ook kortere kabellengtes mogelijk maakt waardoor onnodige overlengtes worden voorkomen. Zo is in één verbinding met drie aansluitpunten de kortste lengte 12 m. Een 360° screening moet de kabel volledig ongevoelig maken voor ‘alien crosstalk’.
“Voor onze klanten ligt de nadruk op beschikbaarheid, brandbeveiliging, security, Interxion omarmt al vanaf 1999 het principe van modulair bouwen wat inhoudt dat een nieuw datacenter in fases in gebruik wordt genomen. Zo ook met het nieuwe datacenter in Amsterdam waarvan nu in de eerste fase (AMS5.1) 1.200 m² is opengesteld. Als alles volgens planning verloopt, komt daar in mei nog eens 1.100 m² bij. De nieuwe faciliteit is volgens Interxion volledig groen wat inhoudt dat de stroom wordt geleverd door onuitputbare bronnen, zoals wind, biomassa en hydrogeneratie. Daarnaast wordt bewust met energie omgesprongen met concepten, zoals vrije koeling. Twee volledig redundant uitgevoerde 10 MVA gridverbindingen maken het mogelijk om te voldoen aan de grote vraag naar stroom.
koperkabels
Voor de bekabelingsinfrastructuur werd gekozen voor het redelijk nieuwe LANmark-6A koperkabelsysteem van Nexans, waarmee 28 |
een ononderbroken stroomvoorzien en kostenefficiëntie.” Naast koperbekabeling is in AMS5 ook gebruikgemaakt van glasvezel. Volgens projectmanager Robbie McGhie van Interxion zullen de twee typen bekabeling nog lang naast elkaar blijven bestaan en zijn de dagen van koper zeker niet geteld. “Ik denk dat in onze business steeds meer koperbekabeling zal worden ingezet. Wij worden niet zo sterk gedreven door de vraag naar meer bandbreedte; wij moeten zorgen voor vierkante meters om tegemoet te kunnen komen aan de toenemende vraag van onze klanten naar privéracks en de security die nodig is om de data te beschermen. Voor onze klanten ligt de nadruk op beschikbaarheid, brandbeveiliging, security, een ononderbroken stroomvoorzien en kostenefficiëntie.”
datac e nte rwo r ks
uitbreidingen
Toen de eerste fase van ‘AMS5’ in november 2008 werd geopend was 70 % van de ruimte al verkocht. Interxion merkt dan ook weinig van de economische tegenwind en ziet de vraag naar datacenterruimte zelfs sneller groeien. De aanbieder heeft dan ook nog grootse plannen voor 2009: AMS5.2 , uitbreidingen in Londen en de opening van volledig nieuwe datacenters. Volgens McGhie is het voor een niet-IT-bedrijf dan ook zelden kosteneffectief om eigen datacenters te bouwen. “Zelfs storagefaciliteiten van 50 m² zijn dusdanig onbetaalbaar dat specialisten, zoals Interxion, deze diensten kunnen leveren voor een fractie van de kosten.”
40 Gigabit Nexans bracht gelijktijdig met zijn LANmark Cat 6A-oplossing LANmark-7A op de markt. Zoals de productnaam het al aangeeft, is dit een Cat 7A-oplossing (1.000 MHz) ontworpen voor 40 Gb. Een dergelijk oplossing zou vooral geschikt zijn voor datacenters die ‘Video on Demand’-diensten willen gaan leveren. Nexans verwacht dat de vraag naar 40 Gig ‘waarschijnlijk vanaf 2015 sterk zal toenemen’. De kabelfabrikant was er met LANmark-7A met een capaciteit van hoge frequenties tot 50 Gbps dan ook snel bij. Dankzij de in 2003 geïntroduceerde GG45-connector kan ook oudere apparatuur op basis van RJ45 (100BaseT, 1GbaseT, 10GBaseT) worden aangesloten.
advertentie
interxion Interxion is in 1998 opgericht in Nederland. Inmiddels heeft het bedrijf 24 carrierneutrale datacenters die staan verspreid over 13 steden in 11 Europese landen. De datacenter zijn samen goed voor een vloeroppervlak van meer dan 40.000 m². Interxion levert zijn datacenterdiensten, co-locatie en managed services aan meer dan 1.100 klanten. De klantondersteuning vindt in meerdere talen plaats vanuit het Interxion European Customer Service Center (ECSC) in Londen. Dit centrum ziet ook toe op de performance van de datacenters. Interxion heeft 220 werknemers in dienst.
STULZ the natural choice
Energiebesparing in Datacentra Airconditioning in datacentra gebruikt veel electriciteit. Daarom komen de specialisten van STULZ met ‘Mission Energy’. Dat houdt in: adviezen van vakexperts, gebruik van intelligente producten en levering van hoge kwaliteitservice. Dit kan tot wel 60% minder electriciteitsverbruik opleveren. Wilt u ook een meer energie-efficiënt datacenter? Gebruik STULZ airconditioning technologie. Vraag naar onze brochure via
[email protected]. De winst zit in de besparing.
Stulz Groep BV is importeur van: Stulz precisie airconditioning Stulz Ultrasonic® bevochtiging CAREL bevochtigingsytemen McQuay waterkoelmachines
www.stulz.nl
Weverij 7-9 Postbus 75 Telefoon Fax E-Mail
1185 ZE Amstelveen 1180 AB Amstelveen 020 – 545 11 11 020 – 645 87 64
[email protected]
|29
Ma n ag e m e nt
Continu thermisch monitoren
Exertherm maakt pro blemen voorspelbaar Hans Vandam is freelance journalist
Directeur Ross Kennedy van QHi Systems
Het voorkomen van elektrische storingen of uitval van zeer kritische systemen wordt vaak volledig toevertrouwd aan periodieke thermische inspecties, die één tot twee keer per jaar worden uitgevoerd. We spraken met QHi-systems over een systeem, dat is opgebouwd uit infrarood-temperatuursensoren en dat 24 uur per dag, 7 dagen per week een elektrotechnische installatie, thermisch continu kan monitoren. Zoals elke facility manager weet, worden de eisen van de commerciële bedrijven vandaag de dag zo aangescherpt, dat onverwachte downtime in kritieke systemen niet meer acceptabel is. Zelfs geplande downtime, serviceonderhoud, moet tot een minimum beperkt blijven. Datacenters, financiële instellingen en continu productiebedrijven hebben alle zeer hoge downtimekosten als ze worden stilgelegd door een stroomstoring in de schakelkasten. De meest voorkomende storingen zijn
“Als alle gegevens worden gelogd en er een goed thermisch overzicht (thermal map) is, kun je zeggen dat alles in orde is.” 30 |
slechte koperrailverbindingen en slechte aansluitingen van schakelmateriaal, zekeringen et cetera. Deze storingen kunnen niet worden ontdekt door bijvoorbeeld stroom, spanning of vermogen te meten. Ook de hedendaagse thermografische mogelijkheden, met volledige diagnostische techniek, zijn niet in staat om een 100 % garantie af te geven. QHi-systems is een bedrijf dat een alternatief heeft voor alle bestaande technieken. Ross Kennedy, directeur van dit Britse bedrijf, is van mening dat de voordelen van het gepatenteerde systeem het beste naar voren komen, door deze te vergelijken met de andere op de markt te verkrijgen systemen.
Fingerspitzengefühl
“Ik zal een korte uitleg geven over de vier technische mogelijkheden om thermische problemen op te sporen, die kunnen leiden tot een stroomstoring”, zegt hij. “In het verleden was warmte de meest herkenbare indi-
cator bij mogelijke stroomstoringen. Mensen voelden met de hand of er in de panelen problemen waren. Dat werkte alleen maar, omdat de mensen vroeger lang bij één en dezelfde werkgever werkten en daardoor installaties van binnen en buiten kenden (het zogenoemde Fingerspitzengefühl). Daarbij komt ook nog dat de downtimekosten in die tijd niet zo hoog waren dan vandaag de dag in onze commerciële wereld.” “Daarna kwamen de thermografische camera’s op de markt, wat een zeer grote stap vooruit was, omdat je met een objectieve inspectie eventuele problemen op een foto
datac e nte rwo r ks
kon vastleggen”, vervolgt Kennedy. “Dit is al meer dan twintig jaar geleden begonnen. Een nadeel is dat de kosten van een goede camera al gauw e 50.000,= bedragen, en daarbij zijn twee kwesties nog steeds niet opgelost. Ten eerste is het een momentopname: één of twee keer per jaar thermografie, terwijl er de overige 364 dagen geen controle is. Ten tweede het feit dat infrarood niet door massieve objecten heen kan kijken. De temperatuur van een object is niet vast te leggen als er iets voor is gemonteerd, bijvoorbeeld een afschermplaat.” “De derde technologiestap was de introductie van de infraroodvensters (windows), die het mogelijk maakten eenvoudiger inspecties uit te voeren zonder dat de schakelkasten hoefden te worden geopend, en dus niet hoefden te worden afgeschakeld.” Maar, zoals Kennedy erop wijst, laten zelfs de beste vensters slechts 70 % van de infraroodstralingen door. Daarbij wordt nog steeds periodiek gemeten.
exertherm
Met deze achtergrond heeft QHi de vierde stap ontwikkeld: het Exertherm continu thermisch monitoring-systeem met de ‘infrarood electrical monitoring’-sensor (IRt/c.EM) die, in tegenstelling tot alle andere thermische controlesystemen, binnenin de schakelkast wordt bevestigd. Montage binnenin de schakelkast is ook alleen mogelijk met infraroodsensoren die geen voedingsspanning nodig hebben. Een groot voordeel is nu, dat elk kritisch punt 24 uur per dag, 7 dagen in de week kan worden gemonitord. Hierdoor is het mogelijk trends in het gedrag van de elektrische installatie te ontdekken, waardoor potentiële problemen kunnen worden voorspeld (voorspelbaar in plaats van preventief). Bovenop het verstrekken van meer informatie, ten opzichte van periodieke thermografische inspectie, heeft Exertherm ook het voordeel dat onnodige onderhoudswerkzaamheden worden vermeden. “In de praktijk is dit een jaarlijks of halfjaarlijks routineonderhoud, waar iemand de verbindingen gaat aandraaien nadat de spanning is uitgeschakeld”, verklaart Kennedy. “Maar als alle gegevens worden gelogd en er een goed thermisch overzicht (thermal map) is, kun je zeggen dat alles in orde is, en als er niks aan de hand is, blijf er dan van af!” Het is algemeen bekend dat veel problemen ontstaan nadat service is uitgevoerd.
De IRt/c.EM-sensoren worden aangesloten op een datakaart, die de temperatuurgegevens verzamelt en doorstuurt naar een bovenliggend systeem. Deze kaart kan communiceren via Modbus, Profibus Canopen en ethernet en dat maakt een eenvoudige integratie mogelijk. Het bewaken van installaties op afstand is ook eenvoudig uit te voeren via intranet of draadloze netwerken. De Exertherm-techniek is geschikt voor zowel nieuwe als bestaande installaties.
Het Exertherm continu thermisch monitoring-systeem wordt in tegenstelling tot alle andere thermische controlesystemen binnenin de schakelkast bevestigd. De mogelijke toepassingen voor het Exertherm continu thermisch monitoring-systeem zijn niet alleen beperkt tot datacenters. Alle industrieën waarbij de kosten van een downtime hoog zijn, komen in aanmerking. Denk hierbij aan telecombedrijven, banken, verzekeringsmaatschappijen, cruiseschepen en dergelijke. Een groeiende vraag is er ook al vanuit de OEM-markt (paneelbouwers).
advertentie
Klimaatbeheersing in datacentra zonder Freon? Kijk op www.vaclimate.nl of bel 0347 - 345425
HET
KAN |31
g e b o uw te c h n i e k
Brandwerendheid voor bedrijfskritische IT-faciliteiten
Bouwvoorschriften geven vals gevoel van veiligheid Jan Peter Bekkering is directeur van AST Benelux, een onderdeel van de APAC Groep
Volgens de wereldwijd opererende herverzekeraar Swiss Re maakt ten minste een op elke honderd IT-faciliteiten een brandincident mee tijdens de operationele periode (tien jaar). 80 % van de brandincidenten ontstaat in een ernaast gelegen ruimte. Wat zijn de zwakke plekken in de traditionele bouwmethoden van datacentra? En hoe zien de eisen voor een moderne ITinfrastructuur eruit?
In het geval van brand gaan mensenlevens altijd vóór. Het is van het grootste belang, als het al niet wettelijk is voorgeschreven, dat mensen in gebouwen tegen brandgevaar zijn beschermd. Bouwvoorschriften en -regels zijn er dan ook om ervoor te zorgen dat in geval van brand mensen gedurende een bepaalde periode beschermd zijn tegen directe hitte en vlammen, meestal met een minimum van 60 min. Deze voorschriften en standaarden die van toepassing zijn op mensen, bieden echter weinig of geen bescherming aan IT- of aanverwante infrastructuren. Dat wil niet zeggen dat de vernietiging van IT-apparatuur en de bijbehorende infrastructuur onderdeel moeten zijn van dat ‘levensreddende’ proces.
traditionele bouwmethoden
Om bescherming tegen directe hitte en vlammen te garanderen worden beton, baksteen, en dikke platen gips (of een combinatie ervan) gebruikt om de hoofdtoegangswegen en ontsnappingsroutes te beveiligen. Er wordt een RF-waarde (resistance to fire, brandwerendheid) toegekend die afhankelijk is van de plaatselijke bouwvoorschriften, bijvoorbeeld RF60 = 60 min. brandwerendheid. Brandwerendheid in bouwmaterialen wordt getest volgens de EN 23093-standaard, afgeleid van ISO 834, die bepaalt dat bouwmaterialen die voor brandwering worden gebruikt, bij een brand hun fysieke integriteit gedurende een specifiek vastgestelde periode moeten behouden. Deze standaard 32 |
geeft ook aan dat de gebruikte materialen niet mogen bijdragen aan de brand tijdens de genoemde periode. Dezelfde voorschriften en principes worden toegepast bij de bouw van IT-faciliteiten, maar over het algemeen met verhoogde RFtijden (RF90 en RF120). IT-faciliteiten worden wederom met gebruikmaking van beton, baksteen en gips gebouwd om een langere bescherming tegen directe hitte en vlammen te bieden en te zorgen dat de structurele integriteit van muren, plafond en dergelijke behouden blijft.
beschadiging elektronische apparatuur
Het is algemeen geaccepteerd dat hoge temperaturen en een hoge relatieve vochtigheid, of zelfs vloeistofvorming, elektronische apparatuur niet alleen kunnen, maar ook zúllen beschadigen. Apparatuur reageert op verhoogde temperaturen en zal zichzelf eenvoudigweg uitschakelen om de schade te beperken en de gegevens te beschermen. Zeer hoge temperaturen leiden tot permanente schade en volledig gegevensverlies. Hoge relatieve vochtigheid en vloeistoffen (water of chemicaliën) veroorzaken druppels in de elektronica. De schade kan uiteenlopen van kortgesloten onderdelen tot een volledig verlies van de apparatuur. In tabel 1 zijn de maximale limieten weergegeven waarbij ‘normale’ werking nog mogelijk is.
datac e nte rwo r ks
en 1047-2 maximale maximale relatieve temperatuur vochtigheid (RV%) Hardware, servers, routers, switches etc.
70 oC
85 – 90 %
Banden, schijfjes en magnetische onder steuning
50 oC
85 – 90 %
Tabel 1. Maximale waarden waarbij IT-apparatuur en onderdelen nog kunnen functioneren. Denk eraan dat langdurige blootstelling aan hoge temperaturen en vochtigheid de prestaties vermindert en de levensduur van sommige apparatuur verkort. Raadpleeg de handleiding van de fabrikant voor de aanbevolen normale bedrijfstemperaturen en relatieve vochtigheid.
natte materialen
Beton, baksteen en gips worden ingedeeld bij de natte materialen. Dat wil zeggen dat bij het productieproces water wordt gebruikt en in het materiaal achterblijft. Er blijft ook water in het materiaal achter als de productie al achter de rug is en het product ‘droog’ lijkt. Wanneer natte materialen worden blootgesteld aan hoge temperaturen, vermindert de hoeveelheid water. Bij normale (kamer)temperaturen is de hoeveelheid verplaatst water minimaal, de effecten zijn zelden zichtbaar en het water ontsnapt als waterdamp. In sommige gevallen, wanneer de waterdamp niet kan ontsnappen, treedt er condens- en schimmelvorming op. Alleen wanneer er een zeer snelle temperatuurtoename in korte tijd (>100 °C) plaatsheeft, bijvoorbeeld wanneer er brand is, worden de effecten van achtergebleven water in natte materialen pijnlijk duidelijk.
Niets blijft bespaard in het datacenter
een standaardoplossing
Het ideaal is om IT-faciliteiten te bouwen die bestand zijn tegen brand, terwijl ze tegelijkertijd ervoor zorgen dat de interne temperaturen en relatieve vochtigheid niet boven de waarden in tabel 1 uitkomen, en ze ook de veiligheid van mensen garanderen. Er is een nieuwe en nog vrij onbekende Europese norm (EN) die een ‘veilig gegevenscentrum’ zodanig omschrijft dat het een brand gedurende een vastgestelde periode kan weerstaan (60 min.) terwijl de interne temperatuur en relatieve vochtigheid respectievelijk de 70 °C en de 85 % niet mogen overschrijden. Verder onderscheidt de norm twee soorten categorieën: A. gegevensopslag (ruimte-in-een-ruimte): stootbestendigheidstest; B. zelfstandige ruimte: een klap van 200 kg weerstaan na een brandtest. Vanwege de hoge eisen van deze tests zijn de traditionele, natte constructies niet in staat te voldoen aan de strikte criteria die in af beelding 2 worden uiteengezet. 1100°C 900°C
kcal-blootstelling
600°C 300°C 0
Temperatuur stijgt > 300 °C Relatieve vochtigheid tot 100 %
heid (>85 %) te voorkomen, moeten bij de bouw van ‘brandvrije’ of brandwerende faciliteiten materialen worden gebruikt die geen water bevatten of tegen veel hogere temperaturen bestand zijn.
(hardware, tapes, ...) vlammen > 1.100 °C
1. Verdwijnen van vocht uit beton bij blootstelling aan hoge temperaturen. In af beelding 1 is te zien dat in geval van brand traditionele, natte materialen water in grote hoeveelheden verplaatsen. Dit water kan de relatieve vochtigheid met 100 % verhogen en plassen water veroorzaken onder de vloer van het gebouw. Alle IT-apparatuur en andere installaties in die ruimte worden beschadigd, niet alleen door het vocht in de lucht en het water op de vloer, maar ook door de toename in temperatuur. Schade kan ook optreden door het smelten van kunststof en andere temperatuurgevoelige materialen. Om hoge temperaturen (>100 °C) en een hoge relatieve vochtig-
15’
30’
45’
60’
90’
2. EN 1047-2 brandtest voor beveiligde IT-ruimte.
conclusies
Uit de gepresenteerde informatie blijkt dat IT- en facility-managers een vals gevoel van veiligheid hebben gekregen. De eisen die bouwvoorschriften aan een ‘brandwerende’ ruimte stellen, komen niet eens in de buurt van de hoge eisen voor een bedrijfskritieke IT-infrastructuur. Traditionele, natte RF-constructiematerialen zijn op geen enkele wijze geschikt voor de bescherming van elektronische apparatuur en gegevens. Alle partijen die betrokken zijn bij een project om een werkelijk veilige en brandwerende omgeving te ontwerpen en te bouwen, zouden de EN-standaarden grondig moeten bestuderen en kijken hoe ze de op de markt verkrijgbare bouwmethoden daarbij kunnen toepassen.
|33
Ko e l i n g
Optimalisatie oplossing voor koelingsprobleem
Kabelexplosie zorgt voor warmte in het datacenter Carrie Higbie is global director datacenter solutions van The Siemon Company
Door de overdrachtssnelheden van 10 Gbps in netwerken en binnenkort naar desktops worden bestaande infrastructuren tot het uiterste gedreven. De toename van de kabeldichtheid brengt echter een potentieel ernstig probleem met zich mee: warmte. De snelle opmars van datacommunicatie in alle geledingen van het bedrijfsleven heeft een ware explosie aan bekabeling tot gevolg gehad in data- en IT-centers, en zelfs in speciaal ontworpen moderne kantoorgebouwen. Waar voorheen de aanleg van netvoeding en basisbekabeling voldoende werd geacht voor een datacenter, is er nu een dringende behoefte aan allerlei soorten bekabeling, kabelgoten onder de vloer, kabelladders in plafonds en uiteraard feeds voor draadloze communicatiesystemen. Het enige probleem met deze overvloed aan kabels is dat ze maar al te vaak door dezelfde ruimten lopen als de luchtkanalen die de veilige werktemperatuur van de computers en bijbehorende systemen moeten waarborgen.
verstoring warmteafgifte
Eenvoudig gesteld: tenzij uw datacenter in de afgelopen vijf jaar is ontworpen en gebouwd, bestaat de kans dat de bekabeling zal moeten worden aangepast om te kunnen voldoen aan toekomstige datacommunicatiebehoeften en om de efficiëntie van het koelsysteem onder de vloer en binnen de kasten te vergroten. Bij geleidingssystemen in het plafond moet worden voorkomen dat de kabelladders de werking van eventueel aanwezige voorzieningen voor de afgifte van warmte verstoren. De vraag naar een grotere koelefficiëntie is uiterst relevant, niet alleen door de sterke stijging van de energieprijzen in de afgelopen jaren, maar ook door het streven naar een grotere energiezuinigheid en milieuvriendelijkheid. In veel gebieden over de hele wereld spelen de kosten van de nutsvoorzieningen een belangrijke rol bij de besluitvorming over de locatie van een datacenter. Grote ondernemingen hebben aangekondigd dat ze hun datacenters zullen verhuizen naar gebieden waar de stroom het voordeligst is. 34 |
Aanpassing van de bekabeling van een datacenter leidt niet alleen tot energiebesparing en verbetering van de koelefficiëntie, maar maakt ook toekomstige uitbreiding en implementatie van nieuwere en snellere datacommunicatietechnieken mogelijk. Veel landen hebben bovendien wetgeving ingevoerd die bedrijven ertoe verplicht afgedankte bekabeling uit hun gebouwen te verwijderen vanwege brandveiligheid en milieubescherming. Dit kan zoveel problemen opleveren dat sommige bedrijven ondanks de hoge kosten kiezen voor de bouw van een nieuw, speciaal ontworpen centrum dat aan alle eisen voldoet. Vervolgens wordt de bestaande locatie helemaal leeggehaald en kan daarna volledig worden gerenoveerd voor een nieuwe toepassing of worden ingezet voor noodgevallen. Zoals ter zake kundige managers al weten, zijn bekabelingsdiensten gelukkig een stuk goedkoper geworden doordat de installatiebedrijven door de verdrievoudigde koperprijs meer kunnen verdienen aan de afgedankte bekabeling.
tia 942
Ander goed nieuws voor IT-managers is dat TIA 942, een nieuwe kabelnorm van de Telecommunications Industry Association, een aantal richtlijnen geeft voor de planning en bouw van datacenters, vooral op het gebied van kabelsystemen en netwerkontwerp. Met de norm, die betrekking heeft op koper- en op glasvezelkabels, kunnen IT-managers hun datacenters zodanig ontwerpen dat een breed scala aan essentiële of zelfs gewoon aardige functies wordt ondersteund. Hier vallen storingsbeveiliging onder, een gedegen bescherming tegen natuurrampen en menselijke fouten, en de betrouwbaarheid, uitbreidbaarheid en schaalbaarheid van het centrum zelf. TIA 942 stipuleert dat horizontale en verticale kabels zodanig moeten
datac e nte rwo r ks
worden aangelegd dat uitbreiding mogelijk is zonder dat op de betreffende locaties nieuwe werkzaamheden moeten worden verricht. Hoewel hiervoor enige planning nodig is, zijn aanzienlijke kostenbesparingen te realiseren door projectmatig te werk te gaan. De aanleg van een enkele kabel achteraf is verhoudingsgewijs veel duurder. Overeenstemming met TIA 942 is meer dan een formaliteit, omdat de norm is gebaseerd op de reële behoeftes van organisaties aan zorgvuldige documentatie van hun netwerkinfrastructuur en aan noodplannen voor de nachtmerrie van iedere IT-manager – uitval van het netwerk en het datacenter.
logistieke valkuil?
Maar wat kunnen oudere datacenters doen met bestaande kabel systemen? Is tijdige en kostenefficiënte vervanging van de bekabeling niet gewoonweg een logistieke valkuil? Niet als het management van het centrum en het installatiebedrijf nauw samenwerken om alle aspecten van de renovatie te optimaliseren. Dit omvat vrijwel zeker ‘warme’ en ‘koude’ kanalen aanleggen, redundantie in de systemen inbouwen, documentatie van alle kanalen bijwerken en controleren, paden, goten en ruimten optimaliseren, en eventueel apparatuur moderniseren. Bij Siemon is dit probleem aangepakt met de ontwikkeling van MapIT, een combinatie van geavanceerde software en koper- en glasvezelkabelhardware met sensoropties. Met MapIT kan het personeel van datacenters de IT-infrastructuur beter beheren en beschermen door de wijzigingen, aangebracht in de fysieke laag van het systeem, te volgen en locatie-informatie te bekijken voor elk apparaat op het netwerk dat geschikt is voor IP. Veel sectorexperts hebben opgemerkt dat grote datacommunicatiecenters, zoals Global Switch 1 en 2 in Londen, zijn gevestigd op
plaatsen waar netvoeding en krachtige communicatieverbindingen direct voorhanden zijn. Maar zelfs van de energiezuinigste plannen zal weinig terechtkomen als het kabelsysteem van het datacenter de optimale werking van de apparatuur verstoort.
trunksystemen
Bij Siemon zijn ze ervan overtuigd dat planning essentieel is voor elke modernisering of nieuwbouw. Trunksystemen bieden aanzienlijke voordelen bij modernisering, omdat de bekabeling in bundels loopt. De bundels hebben specifieke lengten en zijn in de fabriek afgesloten en getest. Bij trunkkabels worden koperen en glasvezelkabels samengebracht in een enkele ommanteling die compleet geconfigureerd wordt geleverd. Dit brengt een maximale efficiëntie met zich mee en minimale kosten bij de ingebruikname. Nadat de bundels zijn aangelegd, worden ze aangesloten op afsluitkasten of schakelpanelen. Als alle systemen actief zijn, kan makkelijker worden bepaald wat veilig kan worden losgehaald, omdat de betreffende kanalen niet in de bundelhulzen zitten. Dit lost het probleem van complexe kabelidentificatie en -labeling op en waarborgt een maximale efficiëntie, zowel wat betreft de aanlegkosten als de minimalisering van de uitval van het datacenter gedurende de kabelombouw. Ook moeten managers van datacenters overwegen met de trunkkabels over te gaan tot implementatie van intelligent infrastructuurbeheer of IIM (intelligent infrastructure management). Hiermee kunnen technici snel gegevens verzamelen voor een documentatiesysteem waarin alle verplaatsingen, uitbreidingen en aanpassingen van het kabelsysteem gedurende de levensduur van het centrum worden vastgelegd.
|35
P ra kti j k
Hoewel de jongste CeBIT met een kwart minder standhouders dan in 2008 weer een heel stuk kleiner was, is een wandeling over het beursterrein in Hannover nog altijd een hele onderneming. DatacenterWorks richtte zich begin maart op hal 12 waar het datacentergeweld zich concentreerde. Een kleine greep uit het aanbod.
Datacentergeweld tijdens rustige CeBIT Hans Vandam is freelance journalist
Rittal en APC gokken op Microsoft Veel belangstelling voor het ‘Live Data Center’.
Een veelgehoorde kritiek op de CeBIT is dat ’s werelds grootste ict-beurs steeds Duitser wordt. Ook in hal 12 was de voertaal vooral Duits, maar dat is misschien niet geheel vreemd in de ‘datacenterhal’. Een flink aantal Duitse bedrijven waaronder Schäfer, Stulz en Schroff hadden hier dan ook flink uitgepakt.
‘live data center’
Rittal nam 1.700 m2 in beslag met een ‘Live Data Center’, oftewel 1.700 m2 met producten, systemen en diensten die computerruimten efficiënter moeten maken. Een hoogtepunt is het softwaresysteem RiZone voor een volledige bewaking van computerruimten (zie ook DatacenterWorks 1, 2009). Het systeem is in samenwerking met Microsoft ontwikkeld en integreert de beheersoftware voor de IT-infrastructuur van Rittal met de System center operations manager (Scom) voor servers van Microsoft. Door monitoring van bijvoorbeeld de serverkasten, de airconditioning 36 |
en de stroomverdeling te integreren met het beheer van de servers zelf, hopen de twee bedrijven de fysieke en de IT-omgeving beter op elkaar af te kunnen stemmen om zo de koeling te optimaliseren. Overigens timmert Microsoft druk aan de weg in het datacenter. Tijdens de CeBIT kondigde APC eveneens aan dat zijn Data center physical infrastructure management suite voortaan zal samenwerken met de serverbeheeroplossing van Microsoft. Naast RiZone demonstreerde Rittal een aantal nieuwe en soms nog in ontwikkeling zijn de energie- en koelingsoplossingen voor computerruimten en datacenters. Interessant hierbij is onder andere het gebruik van zonne -energie. Zonnecellen zorgen hierbij voor de elektrische energie waarmee absorptiekoelmachines worden gevoed. Of, zoals het bedrijf het stelt, de oplossing maakt het mogelijk zonne-energie om te zetten in koud water. Wordt er bovendien een combinatie
gezocht met vrije koeling, dan zal het energiegebruik en de uitstoot van CO2 nog verder worden teruggedrongen. CO2 speelde sowieso een belangrijke rol op de stand van Rittal. Het bedrijf toonde ook een geheel CO2-vrije energievoorziening. Hierbij gaat het weliswaar nog om een concept en geen commercieel verkrijgbaar systeem, maar het geeft wel aan in welke richting de ontwikkelingsafdelingen van aanbieders als Rittal werken. Het bedrijf geeft bij deze aanpak een hoofdrol aan brandstofcellen, fotovoltaïsche oplossingen, windenergie en elektrolytische systemen. Bij brandstofcellen wordt steeds vaker gedacht aan het gebruik van zogeheten supercaps: condensatoren met een zeer hoge energiedichtheid. Deze zijn echter nog niet gereed voor massaproductie. Tot het zover is, wordt daarom vaak gekozen voor loodaccumulatie als alternatief. Rittal experimenteert inmiddels al wel met supercaps en toonde dan ook een 300 W
datac e nte rwo r ks
Ricell-systeem. Rittals dochteronderneming, Lampertz, had haar nieuwe Lampertz efficiency room (LER) meegenomen naar Hannover. De nieuwe veiligheidsruimte van Lampertz is beschikbaar in een basic- en een extend-uitvoering en beschermt computerapparatuur tegen brand (F 90 volgens EN 1363), water en stof (IP 56, volgens EN 605 29), EMC (tests zijn uitgevoerd door RWTH Aken) en inbraak (WK 11 volgens EN 1627/1630). De LER Extend kan bovendien de IT-kritische maximumwaarden van T 50 K en een relatieve luchtvochtigheid van maximaal 85 % aan.
fuell cell
De naam van APC is al eerder gevallen: zeker niet Duits maar wel groot aanwezig in hal 12. Naast de samenwerking met Microsoft onthulde APC in Duitsland een nieuwe versie van zijn Capacity en change manager InfraStruXure central. Versie 5.1 moet in het tweede kwartaal beschikbaar komen en kan
door de open architectuur beter samenwerken met andere IT- en gebouwbeheerpakketten. Ook demonstreerde het bedrijf voor het eerst een geïnstalleerde en werkende fuel cell.
10 gb-switches
Extreme Networks presenteerde onder het motto ‘Be extreme’ onder andere de BlackDiamond 20808, een Metro ethernet-switch met maximaal 64 10 GE-poorten per chassis en 192 10 GE-poorten per rack.Voor het datacenter had Extreme de Summit X650 in petto, waarmee de leverancier naar eigen zeggen als ‘eerste en enige’ kan voorzien in een complete reeks van fixed switches, van 10/100 fixed switches tot 10 Gb fixed switches voor het datacenter.
0 w-computer
Een opvallende ontwikkeling kwam echter uit hal 8. Fujitsu Siemens lijkt een nieuw hulpmiddel te hebben gevonden om tot een
lager energiegebruik in computerruimten te komen. Het bedrijf lanceerde op de CeBIT computersystemen die onder bepaalde omstandigheden 0 W gebruiken. De systemen gebruiken in slaapstand en als zij compleet zijn uitgeschakeld geen energie, claimt het bedrijf. Ook als de voedingskabel is aangesloten op het lichtnet. Voor ontwerpers en beheerders van datacenters en computerruimten is dit een interessante ontwikkeling. Weliswaar zijn de nieuwe systemen van Fujitsu Siemens bedoeld voor gebruik in kantooromgevingen, maar het ligt voor de hand dat deze energiebesparende technieken ook in servers en op termijn wellicht in storagesystemen en dergelijke zullen worden toegepast. De 0 W-computers maken deel uit van een breder pakket aan maatregelen, waarmee het Duitse ict-bedrijf probeert een bijdrage te leveren aan Green IT. Ook het uitschakelen van systemen via software en het virtualiseren van servers en applicaties horen hiertoe.
Lampertz efficiency room (LER).
|37
B e ka b e l i n g
Dikke of dunne kabels?
Met Cat 6 naar 10 Gb In 2006 is de 10 Gb-ethernetstandaard vastgelegd door de werkgroep IEEE 802.3an die verantwoordelijk is voor de ontwikkeling van actieve netwerkapparatuur voor ethernet-toepassingen. Behalve de apparatuur heeft deze werkgroep ook de noodzakelijke bekabeling bepaald om 10 Gb-ethernet (10 GbE) op bestaande databekabeling te kunnen laten functioneren. Gert-Jan Roozeboom (RCDD) is sales consultant engineer bij Reichle & De-Massari
10 Gb-ethernet werkt met een ingewikkeld PAM16-coderingsysteem om hoge datavolumes over een twisted-pairkabel te kunnen transporteren. Het signaal is opgedeeld in zestien verschillende spanningsniveaus waarbij elk spanningsniveau een vertaling is van een hoeveelheid ‘nullen’ en ‘enen’. Een nadeel van een dergelijk complex coderingsysteem is dat de bekabeling een grotere rol speelt in het oppikken van stoorsignalen van datakabels uit dezelfde kabelgoot.
categorie 6a
Zowel categorie 6-bekabeling met een RJ45-interface als categorie 7-bekabeling is in principe geschikt voor 10 GbE. Hierbij wordt een kanttekening gemaakt dat een categorie 7-connectoraansluiting niet wereldwijd genormaliseerd is. Voor 10 GbE over categorie 6-bekabeling zijn de volgende kabelafstanden door de IEEE 802.3an-werkgroep gegarandeerd: * 55 m over onafgeschermde (unshielded) categorie 6-kabel; * 100 m over afgeschermde (shielded) categorie 6-kabel.
38 |
Met de komst van 10 GbE blijken voor onafgeschermde twisted-pairkabel verregaande verbeteringen noodzakelijk te zijn om toch een afstand van maximaal 100 m te kunnen overbruggen. In de standaard is hiervoor een nieuwe bekabeling gedefinieerd: categorie 6A, waarbij A staat voor ‘augmented’, dat verbeterd betekent. Onafgeschermde categorie 6A-kabels moeten een grotere onderlinge kabelafstand aanhouden om beïnvloeding van stoorsignalen te voorkomen. Door deze kabels inwendig extra ruimte te geven, ontstaat een veilige afstand ten opzichte van andere parallellopende datakabels. Een direct gevolg is dat deze kabels veel dikker zijn dan hun afgeschermde soortgenoten. Afgeschermde bekabeling was al geschikt voor 10 GbE over 100 m en voldoet met geringe aanpassingen ook aan het hogere predicaat categorie 6A.
ruimtebesparing
De grootste dichtheid aan bekabeling in een datacenter zijn de lange rijen met kasten, gevuld met storagemachines en applicatieservers. Deze ruimte staat bekend als EDA (equipment distribution area) en bevat veelal grote hoeveelheden twisted-pairbekabeling. In deze omgeving zijn de grootste datavolumes te verwachten en zal 10 GbE het eerst volledig tot zijn recht komen. Het gebruik van afgeschermde twisted-pairkabel in een EDA-ruimte heeft een reeks voordelen: • de kabel is dunner en neemt minder goot- en kastruimte in; • de kabel heeft een kleinere buigradius en is daardoor makkelijker af te monteren; • de toegestane kabelafstand tussen 230 V-voedingkabels en datakabels is ruim 50 % kleiner dan bij een situatie met onafgeschermde datakabels; • afgeschermde categorie 6A-bekabeling is veelal goedkoper.
IT Ro om I n f ra
datac e nte rwo r ks
Professionaliteit in computerruimte verzekerd Paul Petersen, IT Room Infra
Als lezer van DatacenterWorks besef je je terdege dat systeembeheerders, IT-managers en facilitaire managers heel goed weten wat er nodig is om een computerruimte goed te laten functioneren. Of zoals onze systeembeheerder zegt: “Het loopt toch perfect de laatste acht jaar?” Hij heeft gelijk en hij beheerst zijn vak. Dat geldt ook voor de leden van IT Room Infra. De bedrijven in deze branchegroep leveren en integreren producten voor computerruimten of datacenters. Dat deze bedrijven professioneel moeten zijn, spreekt voor zich. De veiligheid en betrouwbaarheid van de informatievoorziening zijn immers cruciaal geworden voor menig bedrijf. En dan nog kun je niet alles ondervangen. In mijn studietijd (en dat was niet vijf jaar geleden) kreeg ik het verhaal te horen van een bedrijf dat zijn back-ups perfect had geregeld. De server stond in een brandveilige omgeving. De ruimte was toen al goed afgezonderd van de werkplekken … maar het noodlot voor dit bedrijf was, dat het naast een vliegveld lag. Een ongeluk waarbij een vliegtuig het hele pand doorboorde had de perfecte zorg voor de data overbodig gemaakt. By the way: er was geen persoonlijk leed te betreuren. Dat de zorg voor veiligheid, betrouwbaarheid en beschikbaarheid van data niet alleen bij leveranciers en beheerders van een computerruimte ligt, is relativerend, maar alles wat professionals kunnen doen wordt tegenwoordig meegenomen. De branchegroep IT Room Infra heeft daarom in de ledenbijeenkomst van 6 februari 2009 besloten geheel 2009 te benutten om beslissers, facilitaire managers, technische managers en systeembeheerders goed te informeren over de diverse aspecten van professionaliteit. Behalve de genoemde aspecten van veiligheid, beschikbaarheid en betrouwbaarheid zullen duurzaamheid, energiegebruik, rendement en de directe link naar het werk met de informatie aan de orde komen.
Als branchegroep zullen we zoveel mogelijk met voorbeelden uit de praktijk komen, die van belang zijn voor de professionele gebruikers. Daarbij werken wij nauw samen met het vakblad DatacenterWorks en de website DatacenterWorks.nl. Nieuwe ontwikkelingen, nieuwe events, nieuwe initiatieven ... u leest het op de website en maandelijks in DatacenterWorks. Paul Petersen van IT Room Infra:
“Zoveel mogelijk voorbeelden uit de praktijk.”
|39
p ro d u c tn i e uws
Cisco lanceert nieuwe architectuur voor datacenters
Cisco heeft onder de noemer van ‘unified computing’ zijn eerste bladeserversysteem met ingebouwde switches en interconnects aangekondigd. Met het unified computing system hoopt Cisco de ‘silo’s in het datacenter’ te verbinden tot één geheel. De netwerkreus doelt dan op virtualisatie, storage, netwerk en rekenkracht.
Belden bestrijdt overkoeling Volgens Belden wordt er nog te veel energie verspild met het ‘overkoelen’ van computerruimten. Het Amerikaanse bedrijf heeft hierop een antwoord ontwikkeld in de vorm van het AEHC-systeem (adaptive enclosure heat containment) voor datacenters. Volgens de leverancier normaliseert dit systeem de ruimte door ‘precies de juiste hoeveelheid koele lucht’ af te geven. Ook zorgt AEHC voor een groter temperatuursverschil tussen ingaande en uitgaande lucht. Omdat koele en warme lucht niet worden gemengd, kan de gekoelde lucht op een hogere temperatuur worden aangeboden en dat maakt het weer makkelijker om de ASHRAE-richtlijnen op te volgen. Meer informatie: www.belden.com
40 |
Door uniformiteit aan te brengen moet het mogelijk zijn om tot 320 servers met duizenden virtuele machines als één enkel systeem te beheren. Bovendien is met het Cisco unified computing system fors te besparen op elektra- en koelingskosten. “Virtuele machines maken inmiddels een belangrijk deel uit van het datacenter en hebben de potentie de totale serveromgeving te veranderen en aanzienlijke voordelen te bieden”, zegt algemeen directeur Coks Stoffer van Cisco Nederland. “Cisco speelt in op deze verschuiving in de datacenterarchitectuur door met unified computing het datacenter te veranderen in een dynamische IT-omgeving. Deze omgeving zorgt vervolgens voor een productiviteitsverbetering en tilt de voordelen van virtualisatie naar een hoger plan.” De aankondiging is volgens de top van
Cisco meer een aankondiging van een strategie dan een productaankondiging. Bij het bladechassis horen dan ook diensten en een zogenaamd ‘open eco-systeem’ van partners. Om het unified computing system te ontwikkelen is Cisco samenwerkingen aangegaan met diverse grote spelers in de IT-industrie, waaronder BMC Software, EMC, Emulex, Intel, Microsoft, NetApp, Novell, Oracle, QLogic, RedHat, SAP en VMware. Het nieuwe systeem moet in mei op de Nederlandse markt komen met aan boord de Nexus 1000v gedistribueerde virtuele switch. Meer informatie: www.cisco.com/go/unifiedcomputing
extreme brengt 10gbase-t naar datacenter Extreme Networks introduceert naar eigen zeggen als eerste leverancier een ‘kosteneffectieve 10 Gb-kopernetwerkoplossing voor het datacenter’. Het gaat om de ‘Summit X650 top-of-rack’-datacenterswitch met de bijbehorende 10GBase-T-serveradapters van Intel waarmee Extreme een compleet ‘10GBase-T-ecosysteem’ op de markt brengt. Ondanks de groeiende vraag naar bandbreedte, heeft de implementatie van 10GBase-T door een slechte ondersteuning van de infrastructuur volgens Extreme lang geduurd. Met de high performance ethernet-switches van Extreme Networks en de serveradapters van Intel die nu goedgekeurd en beschikbaar zijn, kunnen IT-afdelingen 10 GE-techniek toepassen in hun datacenternetwerk. “Datacenters worden omgezet naar 10 GE-techiek om zo te voldoen aan de explosieve groei van dataverkeer op de huidige netwerken”, zegt Steve Schultz, directeur marketing voor Intels LAN Access Division. “Dankzij de lage kosten en de snelle ontwikkeling van koper in het datacenter, zal 10GBase-T de adoptie en implementatie van 10 GE versnellen. 10GBase-T is al beschikbaar in adapters en zal snel worden gemigreerd om zo de standaardconnectie voor het moederboard te zijn.” Meer informatie: www.extremenetworks.com
datac e nte rwo r ks
siemon introduceert
netwerkbekabelingsysteem Z-Max Siemon belooft in één klap alle beperkingen van de RJ45-interface op te heffen met ZMax. Dit nieuw Cat. 6A twisted pair koperkabelsysteem is verkrijgbaar in een Cat. 6A UTP-configuratie en een shielded-uitvoering. Alle Z-Max-kabels zijn uitgerust met de exclusieve RJ45 smart-plugconnector, die volgens de leverancier een zeer nauwkeurig afgestelde printplaat (PCB) bevat. De smart plug maakt bovendien een zogeheten zero-crossinstallatie mogelijk, waarmee Siemon alle problemen vermijdt die gesplitste en gekruiste paren met zich meebrengen.
De Z-Max-outlet is bovendien uitgerust met diagonaal geplaatste IDC-contactpunten. In vergelijking met traditionele systemen, waarbij de contactpunten in een rechthoekige configuratie zijn aangebracht, wordt met de diagonale configuratie de afstand tussen twee contactpunten geoptimaliseerd bij outlets die zich naast elkaar bevinden. Het ZMax-systeem slaagt er zo in de kabelparen tussen de verschillende outlets te ordenen en uit elkaar te houden. Hierdoor wordt alien crosstalk tot een minimum beperkt. Meer informatie: www.siemon.com/nl/
emc maakt gevirtualiseerde datacenters inzichtelijk Opslagreus EMC schiet beheerders van gevirtualiseerde datacenters te hulp met de Smart-servermanager. De beheertool biedt een geautomatiseerde root-cause analyse voor gevirtualiseerde infrastructuren. Virtuele machines kunnen met tools als VMware’s Vmotion eenvoudig worden verplaatst naar andere servers. Daardoor wordt het voor de beheerder wel lastig vast te stellen wat de oorzaak van een probleem is. Met de Smart-servermanager kunnen beheerders op een geautomatiseerde manier de locatie van VM’s vastleggen en bepalen wat de relatie is met andere netwerkcomponenten en IT-diensten. Meer informatie: www.emcitmanagement.com.
advertentie
ACG klimaattechniek: dé specialist in het creëren van het juiste klimaat in datacenters.
ACG klimaattechniek adviseert, ontwerpt en installeert bedrijfszekere en energiezuinige klimaatoplossingen. Ook in úw computerruimte of datacenter. Kijk op: www.acgklimaat.nl
-
klimaatadvies ontwerp realisatie onderhoud 24-uurs service energiezuinige klimaatoplossingen
Westbaan 280 - 2841 MC Moordrecht 0182 395388 -
[email protected] - www.acgklimaat.nl
p ro d u c tn i e uws
Raritan zet datacenters in ‘neighborhoods’ Raritan voegt een ‘neighborhood’-configuratie en andere functionaliteit toe aan zijn Commandcenter securegateway (CC-SG) voor het beheer van IT-apparatuur in datacenters en filialen. Met de nieuwe functionaliteit kunnen verscheidene CC-SG-units en de apparatuur die erop is aangesloten, via één portal worden beheerd. Dit biedt mogelijkheden voor het beheer van diverse lokale of externe datacenters.
CC-SG beheert virtuele en fysieke servers, bladesystemen, netwerkapparatuur en apparatuur voor intelligent energiebeheer, zoals de Raritan dominion PX PDU. Deze verzamelt gedetailleerde informatie over het energiegebruik van de servers die op de voedingsuitgangen zijn aangesloten. Met de nieuwe CC-SG release 4.1-software is het mogelijk neighborhoods tot 10 CCSG-units te vormen die onderling communiceren, zodat verscheidene datacenters vanuit één portal kunnen worden beheerd. De indeling in neighborhoods leidt tevens tot hogere toegangssnelheden. Toegang tot apparaten en nodes kan namelijk worden verdeeld over diverse CC-SG-units binnen de datacenters van een organisatie, zowel
bekabelingsspecialist dätwyler levert wifi-arrays
Dätwyer Cables vult zijn Unilan-bekabelingsystemen aan met Wlan-componenten van Xirrus die is gespecialiseerd is draadloze infrastructuren. Xirrus noemt zijn Wlan-componenten ‘Wifi-arrays’, waarmee de leverancier een compleet systeem biedt om beveiligde draadloze verbindingen op te zetten. Een enkel kastje biedt sectorantennes, een GE-switch, een Wificontroller en een ‘dreigingssensor’ en een firewall voor de beveiliging. Een array kan naar keuze 4, 8, 12 of 16 ‘zelfinstellende’ access points integreren en aansturen. Daarbij worden de draadloze netwerkstandaarden 802.11a, b, g en n ondersteund. N is de 42 |
snelste variant met theoretische snelheden tot zo’n 300 Mbps. Volgens Dätwyler Cables zijn de Wifiarrays vooral geschikt voor omgevingen, zoals de productie, logistiek, hotels en luchthavens. Om een veilige gegevensoverdracht en energievoorziening van het apparaat te garanderen, adviseert Dätwyler de apparaten aan te sluiten met een beschermde datakabel met een hoge kabeldoorsnede, ‘zo ongeveer van de AWG23-datakabel uninet 7150 4P’. Via de GE-bekabeling biedt Dätwyler ‘PoGEinjectors’ om de apparaten te voeden. Meer informatie: www.daetwyler-cables.com
lokaal als off-site. Een neighborhood vereist geen ‘super-unit’, ‘hub’ of ander kritiek knooppunt in het systeembeheer. Een lokale storing heeft daarom geen gevolgen voor de gehele neighborhood. Een andere belangrijke vernieuwing in CC-SG 4.1 is ondersteuning voor toegang tot bladeservers bij gebruik in combinatie met Raritan dominion KX-II KVM-overIP. Toegang tot bladeserveroplossingen van Dell, IBM en HP wordt ondersteund. In CC-SG kunnen bladeservers op verschillende manieren in beeld worden gebracht, bijvoorbeeld in een weergave waarin de bladeservers per chassis worden getoond. Meer informatie: www.raritan.nl/cc-sg
Ubuntu wil bijdrage leveren aan energiebesparing in datacenter Mark Shuttleworth – oprichter en topman van Ubuntu – heeft op de website van zijn bedrijf plannen aangekondigd om vanuit deze Linux-distributie een bijdrage te leveren aan Green IT. De komende severversie van het steeds populairder wordende Ubuntu gaat Karmic Koala heten. Deze versie zal de mogelijkheid hebben servers tijdelijk ‘uit’ te zetten. Het idee is dat servers vaak energie gebruiken, terwijl zij nauwelijks nuttige taken verrichten. Denk aan een mailserver die ’s nachts ‘aan’ staat, terwijl er geen gebruik van wordt gemaakt. Zo gebruiken zij niet alleen elektriciteit, maar is ook meer koeling nodig dan strikt noodzakelijk is. De nieuwe Ubuntu-versie zal het mogelijk maken servers in dit soort situaties softwarematig ‘uit’ te zetten. Of beter gezegd: in slaapstand te brengen. Dient zich echter weer een taak aan, dan haalt de server zichzelf automatisch weer uit de slaapstand. Meer informatie: www.ubuntu.com
datac e nte rwo r ks
Juniper breidt EX-series uit
Juniper Networks heeft zijn portfolio van ethernet-switches uitgebreid met de EX2500-lijn van 10 GE-switches. Juniper richt zich met deze nieuwe lijn op datacenternetwerken waar zware eisen gelden op het gebied van snelheid, hoge beschikbaarheid en efficiënt energiegebruik. De apparaten bieden 24 10 GE SFP+-poorten die volgens de leverancier ‘wire-speed’ prestaties leveren en slechts 700 nanoseconden vertraging opleveren. Ook ondersteunt de EX2500-serie een doorvoer van 480 Gbps (full duplex) in een enkelvoudige rackunit. Terwijl tevens aan een eenvoudige installa-
tie is gedacht. Zo zijn de apparaten in twee richtingen te koelen en kunnen de poorten zowel voor als achter worden geplaatst waardoor de kabels kort kunnen blijven. De voeding en koeling zijn redundant uitgevoerd. De EX-series zijn naar verwachting in het tweede kwartaal van 2009 leverbaar. Meer informatie: www.juniper.net
advertentie
21, 22 en 23 april 2009
Data Centre Design Engineering Seminar Intelligent Infrastructure Management Solutions Data Centre Solutions Security Solutions Networking Solutions
In drie dagen alle ins en outs van een data centre leren? Ook dit jaar organiseert Kannegieter College het Data Centre Design Engineering Seminar. Dit hoog gewaardeerde driedaagse internationale seminar trok vorig jaar veel professionals uit de Data Centre wereld. Ontwerpers, consultants, managers, beheerders, bouwers en installateurs namen kennis van de laatste ontwikkelingen en wisselde persoonlijke ervaringen met elkaar uit. Bent u betrokken bij het advies, het ontwerp, de planning, de bouw of het beheer van een data centre? Dan weet u hoeveel aspecten een rol spelen en invloed op elkaar hebben. Voeding, koeling, beveiliging, netwerkbekabeling zijn enkele aspecten die tijdens dit design engineering seminar uitgebreid aan bod komen. Voor inschrijving of voor meer informatie, neemt u contact op met Kannegieter College. Telefonisch met 033-4508686 of per mail naar
[email protected]
duceert o r t in n o s r e em bert psi-xr ie l e ig in u z ie energ de Lieber t oduceert met tr in er w Po k or Emerson Net w er supply) die er ruptable pow nt ni (u S P U e’. Deze PSI-X R een ieve technologi ct ra te in jn ‘li de ier voor een is gebaseerd op s de leveranc en lg vo t rg zo technologie ef ficiënt ie. hoge energieer een vermot PSI-X R ov er eb Li de kt ogen met Ook beschi hij meer verm rt ve le en 9 0, gensfactor van andere interesenergie. Een e rd ee rb so ab gu lation) dezelfde ge at ic voltage re om ut (a R V A de t sante functie is AV R voorkom opvang t. De n ge lin se is le w wat de die voltage van de accu’s, k ui br ge f ie ns bovend ien inte gt. en rl en towervensduur ve leverd in rackge dt or w R -X de De Lieber t PSI d-scherm dat kt over een le hi sc be en r aardoo de uitvoering kan draa ien, w en ad gr ig nt gebr uiker nege is. De PSI-X R hoek leesbaar ke el it nu va ten: serial, in format ie mun icat iepoor m co al nt aa ordt heef t een ruim De PSI-X R w ntact closure. co en P e M at isch afUSB, SN are voor autom w ft so et m rd ve standaard gele steem. t best ur ingssy he n sluit ing va son.com ie: w w w.emer Meer in format
Kannegieter College Astronaut 28 3824 MJ AMERSFOORT Tel. 033-4508686 www kannegieter.nl
|43
p ro d u c tn i e uws
VMware beveiligt datacenter met VShield zones
Virtualisatiereus VMware kondigde eind februari tijdens VMworld in Cannes een beveiligingsoplossing aan voor het datacenter. vShield zones stelt klanten in staat beveiligingszones binnen organisaties te creëren of binnen cloud-computinginfrastructuren waarvan meerdere klanten gebruikmaken. Hierbij kan het beveiligingsbeleid zelfs worden afgedwongen, terwijl virtuele machines op dynamische wijze tussen hardwarevoorzieningen worden gemigreerd. “De virtualisatieoplossingen van VMware stellen bedrijven in staat hun automatiseringsbronnen in een pool onder te brengen en deze
pool aan interne of externe klanten aan te bieden in de vorm van een dynamische, gedeelde service”, zegt Raghu Raghuram, de vicepresident van de Serverbusinessunit van VMware. “VMware vShield zones verbetert deze architectuur door klanten de mogelijkheid te bieden hun toepassingsverkeer binnen een gedeelde omgeving te segmenteren en isoleren. Dit biedt nieuwe voordelen op het gebied van beveiliging. De prijzen en edities van VMware vShield zones zullen later in 2009 worden aangekondigd. Meer informatie: www.vmware.com
advertentie
Kosten Besparen en de BetrouwBaarheid verhogen
u kunt per direct energie kosten besparen door het installeren van de upsite technologies KoldLok producten, de marktleider in luchtstroom oplossingen binnen uw data Center Fortune 100 bedrijven optimaliseren hun koel capaciteit met behulp van de Upsite Technologies KoldLok® producten. De producten zijn al in meer dan 2,5 miljoen m2 verhoogde werkvloeren van data centers wereldwijd geinstalleerd. De hoogwaardige ontwikkelde KoldLok producten familie hebben na installatie een direct koel effect en verhogen daardoor het data center betrouwbaarheid. Door vandaag nog de producten te installeren, merk je meteen de verandering van temperatuur in de ruimte, en de kosten besparing binnen maanden na installatie. Heeft u intresse voor directe lagere operationele kosten door het uitvoeren van de 4 best-practice stappen? Download dan nu het whitepaper Cool IT Equipment Efficiently to Lower Energy Use via onze website. www.upsite.com/BestPracticesGuideNL
upsite.com upsite corporate headquarters santa fe, new mexico usa 505.982.7800
upsite europe utrecht, netherlands +31 (0)30 7523670
All rights reserved. © Upsite Technologies, Inc. 2009
bicsi
datac e nte rwo r ks
bicsi test installatiekennis en -vaardigheden Tijdens de BICSI-voorjaarsconferentie in mei kunnen installateurs van datacenter- en netwerkbekabeling hun installatiekennis en -vaardigheden met elkaar meten tijdens de BICSI Cabling Skills Challenge. De winnaar van die test staat een jaar lang in de spotlights als ‘Installer of the Year’. Een spanningsverhogend initiatief dat ook op een Benelux-conferentie of installatiebeurs niet zou misstaan. Verder in deze BICSI-bijdrage nog een blik op de planning van een draadloze netwerkstandaard.
BICSI Cabling Skills Challenge
De missie van BICSI is informatie en kennis over te dragen aan personen en bedrijven die actief zijn in de wereld van ITS (information transport systems). Op de aankomende voorjaarsconferentie van 10 tot 13 mei in Baltimore, kunnen installateurs voor de tweede keer hun installatievaardigheden en praktijkkennis met elkaar vergelijken tijdens de BICSI Cabling Skills Challenge. Deze wedstrijd bestaat uit het afmonteren van koper- en glasvezelbekabeling in een patchkast, het analyseren en oplossen van typische kabelproblemen en uit een theoretisch examen. De winnaar krijgt een aardige geldprijs en wordt bekroond tot ‘Installer of the Year’. Deze prijs en titel leveren veel aandacht op in de markt. Kortom, een spanningsverhogend initiatief dat ook op een vakbeurs voor installateurs in de Benelux niet zou misstaan. Of durven we hier zo’n onderlinge strijd niet aan?
Kennismaken
Lezers van DatacenterWorks die geïnteresseerd zijn in de activiteiten van BICSI en die graag van dichtbij kennismaken willen met deze vereniging, kunnen van 22 tot 24 juni terecht in Dublin, of nog eerder van 3 tot 5 mei in het zonnige Dubai! Behalve om bij te blijven in het vakgebied zijn de BICSI Breakfast Clubs en Conferenties ook interessante netwerkgelegenheden. De bekende jaarlijkse winterconferentie in Orlando afgelopen januari is door bijna 4.900 professionals bezocht, terwijl zo’n 175 leveranciers daar hun nieuws en producten presenteerden. Wanneer u op de hoogte wilt blijven van BICSI’s Benelux-activiteiten, stuur dan via
[email protected] een bericht naar de Benelux Country Chair Joop Ierschot RCDD van Deerns Raadgevende Ingenieurs, of volg zijn persoonlijke blog op www.datacenterworks.nl
Planning IEEE 802.11n
De activiteiten van BICSI zijn erop gericht de industriestandaarden op het gebied van ITS te interpreteren en te verduidelijken naar de praktijk van adviseurs, installateurs en leveranciers. Daarom is in de vorige DatacenterWorks aandacht besteed aan de binnenkort goed te keuren ANSI/BICSI-002 standaard voor het ontwerp van datacenters. Andere standaarden waaraan BICSI werkt en die binnenkort beschikbaar komen, zijn gericht op het correct aarden van installaties en het ontwerpen van infrastructuren voor de industrie, scholen en zorginstellingen. Hoewel BICSI vanuit de bekabelingwereld is ontstaan, worden er tegenwoordig ook steeds meer draadloze netwerken gebruikt. Niet zozeer in datacenters, maar wel voor een groot aantal Wlan’s die daarvan het verlengstuk zijn. Zeker in scholen en ziekenhuizen. Voor draadloze netwerken verschijnt binnenkort de IEEE 802.11n. Organisaties die via een draadloos netwerk overal willen kunnen werken, moeten nu nog kiezen uit 802.11a/b/g- of 802.11n-apparatuur. 802.11g-apparatuur heeft een bruto snelheid van 54 Mbps, terwijl 802.11n tot maximaal zo’n 600 Mbps gaat. Daarmee wordt Wifi veel beter geschikt voor spraak en video en een Installateurs kunnen hun vaardig serieuze concurrent voor bekabeling. Hoeheden en kennis met elkaar vergelijken. wel momenteel al veel fabrikanten 802.11n-apparatuur leveren, is deze standaard nog niet officieel goedgekeurd. De stuurgroep hiervan staat onder leiding van Matthew Gast van Trapeze Networks, die ook de auteur is van de bestseller: 802.11 Wireless Networks: The Definitive Guide. Volgens hem worden nu de laatste opmerkingen over de voorgaande drafts verwerkt en staat de stemming over de goedkeuring gepland voor november 2009 in Atlanta. Na die goedkeuring heeft de IEEE nog twee of drie maanden nodig, zodat de publicatiedatum momenteel op januari 2010 staat. Peter Gloudemans is directeur/eigenaar van AddIT Benelux en nauw betrokken bij de ontwikkeling van BICSI.
|45
co lum n
Colofon datac e nte rwo r ks is hét vakblad over de technische infrastructuur van datacenters.
jaargang 2, maart 2009, nummer 2 datacenterworks verschijnt negenmaal per jaar. toezending geschiedt op abonne mentbasis en controlled circulation. u itg e v e r robbert hoeffnagel
investeer in beheer
[email protected]
H o o f d r e dacti e
ferry waterkamp
[email protected] e i n d r e dacte u r m. rubel p o sta d r e s r e dacti e
De kosten gaan voor de baten uit. Een oude wijsheid, die we allemaal begrijpen. De uitvoering ervan laat nog wel eens te wensen over. Een gemiste kans? Het is een bekend gegeven dat operationele kostenreductie een terugkerende besparing oplevert. Om te kunnen bezuinigen op operationele kosten zijn extra initiële investeringen nodig. In de praktijk zien we dat niet altijd terug. Oorzaak? Scherpe scheidingen tussen budgetten. De bouwer heeft een budget om een project te realiseren. De beheerder heeft een budget om een systeem te onderhouden en te beheren. Het budget van de bouwer is meestal niet toereikend om extra’s in te bouwen, waarmee het beheer van het datacenter beter en goedkoper kan. Het is dan ook aan te raden het financiële aspect van een project over een langere periode te bekijken. Op basis van deze beschouwing kan blijken dat het slim is als de beheerder een deel van zijn budget overhevelt naar de bouwer. Met dit extra budget kan de bouwer een beheervriendelijk project realiseren. De investering van de beheerder in de bouw van een project, wordt terugverdiend door de terugkerende operationele besparingen. Door extra te investeren in bijvoorbeeld een intelligent infrastructuurmanagementsysteem, bestaande uit software en intelligente patchsystemen, bespaart de beheerder veel tijd - en dus geld - bij het uitvoeren van dagelijkse mutaties in de netwerkinfrastructuur. Niet alleen bespaart de beheerder tijd en geld tijdens de reguliere werkzaamheden, ook in geval van een storing kan hij sneller reageren en adequater handelen, om de ontstane problemen het hoofd te bieden. Dit biedt de beheerder extra kansen. Zo kan hij eenvoudiger aan in service- en onderhoudscontracten gestelde eisen voldoen. Hiermee verbeteren de beschikbaarheid en de flexibiliteit van een datacenter. Een dergelijk ingericht en beheerd datacenter is door de hogere betrouwbaarheid en flexibiliteit interessanter voor klanten. Zowel intern als extern. De extra investeringen tijdens de realisatie van het project betalen zich terug.
postbus 82, 2460 ab ter aar te l e f o o n 079 341 66 32 e - m a i l
[email protected] a dv e rte nti e - e xp lo itati e
bureau van vliet bv, ruud van viersen postbus 20, 2040 aa zandvoort te l e f o o n 023 571 47 45 e m a i l
[email protected] i n d it n u m m e r b i j d r ag e n va n
jan peter bekkering, barry elliott, peter gloudemans, huib van der heijden, henk groenendijk, carrie higbie, teus molenaar, paul petersen, gert-jan roozeboom, hans vandam, ferry waterkamp vo r m g e v i n g laura willemsen
gra sch ontwerp
druk
jb&a, gra sche communicatie, rotterdam kopij kan worden ingezonden in overleg met de redactie. geplaatste artikelen vertegenwoordigen niet noodzakelijk de mening van de redactie. de redactie noch de uitgever aanvaarden enige aansprakelijkheid voor de inhoud van artikelen van derden, ingezonden mededelingen, advertenties en de juistheid van genoemde data en prijzen. fotokopie en overname van artikelen, geheel of gedeeltelijk op welke wijze dan ook, is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van de redactie en onder vermelding van: ‘overgenomen uit datacenterworks, vakblad over de
Huib van der Heijden (RCDD) is Trainer/Training Developer bij Kannegieter Fotografie: Sanneke Scheepers
technische infrastructuur van datacenters’, met vermelding van de jaargang en het nummer. datacenterworks is een uitgave van fenceworks bv
46 |
datac e nte rwo r ks
DatacenterWorks nu ook online
Kijk voor alle artikelen en het laatste nieuws op www.datacenterworks.nl (En voor datacentervideo’s op www.youtube.com/user/DatacenterWorks)
Nu kunt u datacenters efficiënt ontwerpen op basis van ¤70 miljoen aan onderzoek cture
y nerg s ng E re enti ta Cent m e l Imp ient Da Effic
ite d Arch prove , An Im -Efficiency h ig H for y it s en High-D ntres e Data C
Deployi n Zones g High-Densi in ty Data C a Low-Densi entre ty
Row The Advantages of and Rack-Oriented es Cooling Architectur for Data Centres
White
Paper
#130
White Paper #130
White
ite Wh
r Pape
Pow Cap er an d for acity M Cool in Dat a C anag g e ent res ment
#130
Paper
#130
Wh
ite
“Implementing Energy Efficient Data Centres” White Paper nr. 114 ¤ 00
51
GRATIS!
“An Improved Architecture for High-Efficiency, High-Density Data Centres”
“The Advantages of Row and Rack-Oriented Cooling Architectures for Data Centres”
White Paper nr. 126
White Paper nr. 130 00 ¤
94 GRATIS!
¤
00
67
GRATIS!
Pap
er #
150
“Deploying High-Density Zones in a Low-Density Data Centre”
“Power and Cooling Capacity Management for Data Centres”
White Paper nr. 134
White Paper nr. 150
90 GRATIS!
¤
00
17700 GRATIS!
¤
Download GRATIS whitepapers van APC om de meest voorkomende fouten bij het plannen van IT-stroomvoorziening en –koeling te voorkomen Zorg dat u beschikt over een plan voor uw datacenter. We hebben duizenden klanten gesproken, van Baltimore tot Beijing, en hebben de goede, minder goede en ook slechte maatregelen gezien die klanten troffen bij de planning van hun datacenter. In veel gevallen was er door omzetvermindering en bezuinigingen helemaal geen plan.
Krijg antwoorden op uw vragen en voorkom toekomstige problemen. Weten u en uw personeel wat de tien belangrijkste fouten zijn die u moet vermijden? De gemakkelijkste manier om koeling te verbeteren zonder dat het u iets kost? U vindt deze antwoorden en meer in onze nieuwste verzameling whitepapers. Profiteer vandaag van onze waardevolle onderzoeken en bespaar uzelf onkosten en problemen in de toekomst. Ga naar www.apc.com voor meer informatie over de beschikbaarheidsoplossingen van APC.
De moeite Download GRATIS uw white paper(s) binnen de komende 30 dagen en maak kans om waard... een iPod classic* te winnen!
The Advantages of Row Power and Cooling Capacity Management for Data Centres and Rack-Oriented Five Basic Steps for Efficient Cooling Architectures Space Organization within forEnclosures Data Centres High-Density
White Paper #130
Kijk op onze website op http://promo.apc.com en gebruik toegangscode 72098v Tel +31 (0)800 0203244 • Fax +31 (0) 347 325 225
©2009 American Power Conversion Corporation. Alle handelsmerken zijn eigendom van Schneider Electric Industries S.A.S., American Power Conversion Corporation, of zijn dochterondernemingen. 998-1765_NL Alle andere handelsmerken zijn eigendom van de respectievelijke eigenaren. *Apple is not a participant in or sponsor of this promotion APC Benelux - Postbus 219 - 4130 EE Vianen - Nederland