aanvullend welstandskader k
e
r
n
h
e
m
v
l
e
k
b
Colofon
SAB Arnhem B.V.
bezoekadres: Frombergdwarsstraat 54 6814 DZ Arnhem correspondentieadres:
Aanvullend welstandskader Kernhem Vlek B
postbus 479
projectnummer: 80243
6800 AL Arnhem
opdrachtgever: Gemeente Ede versie juli 2009
T (026) 3576911 F (026) 3576611 I www.sab.nl E
[email protected]
SAB Arnhem B.V.
Peter Abels Erik Mekelenkamp
I
N
1) Inleiding
H
O 5
2) Plangebied
7
3) Structuur
9
4) Deelgebieden
13
–
Scherven
15
–
Wonen in het groen
21
–
Wonen aan het water
25
–
Lage Buurtschap
29
–
Rand N224
33
–
Rand A30
37
–
Laan van Kernhem
41
U
D
1
I
N
L
E
I
D
I
N
G
De wijk kernhem is de noordelijke uitbreiding van Ede. Een groot
ontwerp van de bebouwing in vlek B. Deze ontwerpen bepalen voor
deel van de wijk (vlek A) is inmiddels gerealiseerd. De planvorming
een belangrijk deel de beeldkwaliteit van Kernhem.
voor het westelijk deel van de wijk (vlek B) zijn vergevorderd. Dit
Het voorliggend aanvullend welstandskader beschrijft de gewenste
heeft geresulteerd in verschillende plandocumenten met richtlijnen
verschijningsvorm van de bebouwing. Het vormt als zodanig een
voor de opzet van het woongebied van circa 1920 woningen. Deze
richtlijn en inspiratiekader voor de architecten en hun opdrachtge-
plandocumenten zijn:
vers. Daarnaast zal het door de welstandscommissie als toetsings-
• Structuurvisie Doesburg, Gemeente Ede, 1995;
kader worden gehanteerd bij de beoordeling van de verschillende
• Beeldkwaliteitsplan Ede Doesburg, Gemeente Ede & West 8,
bouwplannen.
1996; • Het Ontwikkelingsplan Vlek B – Kernhem, Gemeente Ede & KuiperCompagnons, april 2003, vastgesteld 3 juli 2003; • Nota van Randvoorwaarden Kernhem vlek B, Gemeente Ede, april 2003, vastgesteld 3 juli 2003; • Bestemmingsplan Woongebied Kernhem, Gemeente Ede & KuiperCompagnons, vastgesteld april 2007.
In dit aanvullend welstandskader is een doorvertaling van de reeds vastgelegde hoofdstructuur van de wijk gemaakt naar criteria voor de architectuur van bebouwing. Het gaat dan specifiek om de uitwerking van de in het bestemmingsplan en ontwikkelingsplan genoemde buurtschappen en scherven (woonvlakken), waarbij aspecten als massa en vorm, kleur en materiaalgebruik, detaillering en de overgangen van privé naar openbaar nader zijn omschreven en verbeeld.
Inmiddels is het Ontwikkelingsplan uitgewerkt in een stedenbouw-
Als partijen gezamenlijk hiertoe aanleiding zien, is het mogelijk om
kundig ontwerp. Dit stedenbouwkundig ontwerp vormt - samen met
dit aanvullend welstandskader voor fase 2, 3 en 4 te herzien.
de genoemde plandocumenten - de basis voor het architectonisch
2
Vlek B
Vlek A
P
L
A
N
G
E
B
I
E
D
De wijk Kernhem is in Ede de grote woonuitbreiding aan de noordzijde van de stad. In de afgelopen jaren is het oostelijk deel van de wijk, vlek A, gerealiseerd. Dit aanvullend welstandskader beschrijft de gewenste uitstraling van vlek B. Vlek B wordt aan de oostzijde begrensd door een brede houtwal die de overgang vormt tussen Vlek A en Vlek B. Verder wordt het gebied grofweg omsloten door de N224 (Laan van Kernhem) aan de zuidzijde, de A30 aan de westzijde en de Doesburgerdijk aan de noordzijde. Aan de noordzijde wordt de wijk van de Doesburgerdijk gescheiden door een brede ecologische zone.
3
S
T
R
U
C
T
U
U
R
In het ontwikkelingsplan Vlek B - Kernhem is de structuur van het
De aanwezige noord-zuidrichting van houtwallen en bomenrijen
plan uiteengezet. Met dit plan als kader is door de gemeente Ede
vormt de onderlegger voor de structuur van de wijk. Binnen vlek B
het verkavelingsplan verder uitgewerkt. De kenmerkende (groene)
zijn drie noord-zuid lopende houtwallen gelegen. Langs de centrale
hoofdstructuur van Kernhem is daarbij gehandhaafd. Op bepaalde
dreef, in het midden van de wijk, loopt een brede houtwal. In het
delen is de structuur zoals beschreven in het ontwikkelingsplan aan-
middendeel van het gebied heeft deze houtwal een natuurlijk knik.
gepast.
In deze knik is een grotere groene ruimte gesitueerd die een oriënterende betekenis heeft. Aan de oostrand van het gebied scheidt een
Voor de wijk Kernhem is gestreefd naar een samenhangende ruim-
brede houtwal Vlek B van het reeds ontwikkelde Vlek A.
telijke structuur die de basis vormt voor zowel vlek A als vlek B. Deze
De oost-west lopende structuur ligt met name aan de randen van de
hoofdstructuur wordt bepaald door drie elementen:
wijk: de ecologische zone langs de Doesburgerdijk aan de noord-
• Het groene kader;
zijde en de Laan van Kernhem aan de zuidzijde. Midden in de wijk
• De woonvelden (scherven) met bijzondere bebouwing daarbin-
loopt een watergang die uitmondt in een centrale slenk, die dient
nen (buurtschappen); • De verkeersontsluiting.
voor de afwatering van Kernhem. De ecologische zone langs de Doesburgerdijk, die tevens de overgang vormt naar het landelijk gebied, is minimaal 50 meter breed.
Het groene kader
In deze zone zijn enkele bestaande woningen opgenomen.
De bestaande landschappelijke structuren en elementen hebben als onderlegger voor de ruimtelijke structuur in het gebied gediend. Deze oost-west en noord-zuid lopende groene zones vormen het ruimtelijk kader van Vlek B. De bestaande bomen, landschappelijke elementen en ecologische verbindingen zijn een integraal onderdeel van deze structuur.
De scherven en buurtschappen
• Rand N224;
Het woongebied onderscheidt twee woonmilieus: de scherven en de
• Rand A30;
buurtschappen. Daarbij zijn de scherven de wijkdelen met de meer
• Laan van Kernhem.
traditionele verkaveling en woningtypes in de kenmerkende verschij-
Deze gebieden worden ook onder de buurtschappen gerekend. De
ningsvorm zoals die in vlek A reeds gerealiseerd is.
buurtschappen onderscheiden zich van de scherven door hun bij-
De scherven vormen het continue beeld binnen de ruimtelijke struc-
zondere ligging, bijzondere ruimtelijke structuur en de daaraan ge-
tuur van Vlek B. Ze vormen qua oppervlakte het grootste deel van
koppelde woonvormen. Ook onderling mogen de buurtschappen
het woongebied en zijn karakteristiek voor en beeldbepalend in de
verschillen om ze te laten functioneren als bakens in de huizenzee
wijk Kernhem. In de scherven kunnen circa 1309 woningen worden
en zich los te maken van de hoofdstructuur.
gerealiseerd, per scherf circa 40 woningen.
De gewenste differentiatie ten opzichte van de scherven uit zich onder andere in:
In het verkavelingsplan voor Vlek B zijn oorspronkelijk drie buurt-
• Afwijkende ruimtelijke structuur en verkavelingsrichting;
schappen opgenomen:
• Andere woningtypologieën dan in de scherven (minder traditio-
• Wonen in het groen;
neel van karakter);
• Wonen aan het water;
• Afwijkend materiaalgebruik en afwijkende kapvorm;
• Lage buurtschap.
• Bijzonder of ander karakter openbare ruimte;
Daarnaast onderscheiden de randen langs de A30 en N224 zich als
• Afwijkend parkeerregime ten opzichte van de scherven, waarbij
bijzondere woonmilieus in de wijk. Er wordt onderscheid gemaakt
het parkeren bij voorkeur geïntegreerd wordt in de bebouwing;
in drie gebieden:
de parkeeroplossing mag geen afbreuk doen aan de gewenste beeldkwaliteit.
10
De verkeersstructuur Uitgangspunt bij de opzet van de wijk Kernhem was een autoluwe woonwijk waarbij de fietser ruim baan krijgt. Ook in vlek B zijn deze uitgangspunten gehanteerd. Dit betekent dat vlek B onafhankelijk van vlek A is ontsloten op de N224. De hoofdontsluiting wordt gevormd door noord-zuid lopende dreven. Vanuit deze dreven zijn de woongebieden ontsloten door smalle oost-west lopende woonstraten. Deze woonstraten zijn enkel bedoeld voor bestemmingsverkeer. Er is ruimte voor parkeren in de parkeerhoven, zodat de woonstraten niet vol staan met auto’s. Evenals in vlek A kan daarom ook een minimale wegbreedte worden gehanteerd bij de profielen van de woonstraten. Door vlek B loopt een aantal vrijliggende fietsroutes. Het belangrijkst zijn de route langs de centrale dreef en de route langs de oost-west lopende watergang. Deze routes sluiten aan op fietspaden langs de Laan van Kernhem en de fietsroute over de Doesburgerdijk. De busroute door vlek B sluit aan op de reeds bestaande busroute in vlek A, zodat ook in dit plandeel sprake is van een optimale ontsluiting per openbaar vervoer.
11
A3 0
12
Wonen in het groen R a nd
4
Wonen in het groen
Scherven Scherven
Wonen aan het water
Scherven Scherven
L ag e R a nd
B uu
ap r t sch
N2 2 4
e rn h van K n a La
em
D E E L G E B I E D E N In het voorgaande hoofdstuk zijn de kenmerken van de structuur van Kernhem Vlek B uiteengezet. In dit hoofdstuk wordt per deelgebied een algemeen streefbeeld geschetst, gevolgd door de meer specifieke randvoorwaarden voor de beeldkwaliteit.
De volgende deelgebieden worden onderscheiden: • Scherven • Wonen in het groen • Wonen aan het water • Lage buurtschap • Rand N224 • Rand A30 • Laan van Kernhem
Op de kaart hiernaast is aangegeven waar de scherven en de verschillende buurtschappen zich bevinden in het plangebied.
13
14
Scherven Het deelgebied de Scherven sluit qua beeld en karakter aan op
is mogelijk; dakpannen hebben de kleur natuurrood speciaal
vlek A. In dit deelgebied zijn de volgende elementen structuur- en
(conform vlek A), waarbij een lichte nuancering in kleur mogelijk
beeldbepalend en vormen tevens het richtinggevende kader voor de
is;
verdere uitwerking: • De bebouwingsrichting in de scherven is uniform en volgt met een maximale afwijking van 10 graden de richting van de Laan van Kernhem (N224); • De richting van de straten wijkt daarvan af, waardoor zogenaamde scherven ontstaan met woningen die grotendeels niet evenwijdig aan de straat staan; het stedenbouwkundig plan geeft aan waar de woningen wel evenwijdig aan de straat mogen staan; • De scherven worden omzoomd door hagen (voor verdere uitwerking zie volgende pagina’s); • Baksteen en dakpannen worden uniform toegepast in de scher-
• Afwisseling met andere materialen (bijvoorbeeld houten panelen) is mogelijk, mits deze delen ondergeschikt zijn aan het totale gevelbeeld van baksteen; • Naast de hagen worden de singels, houtwallen en nieuw te planten verspreide eiken en elzen de dragers van de openbare ruimte; • Naast uniformiteit in de architectuur wordt ook gestreefd naar een uniform straatbeeld; • Het parkeren wordt grotendeels binnen de scherven opgelost. Het is mogelijk differentiatie aan te brengen binnen de scherven door accenten en verbijzonderingen van bebouwing en openbare ruimte, mits de hoofdstructuur niet wordt aangetast.
ven, conform vlek A; nuancering in de kleur van de bakstenen
15
S C HER V EN
16
stedenbouw • Kap: zadeldak met dakhelling tussen 30 en 60 graden; een an-
• Aangebouwde garages op de hoeken zijn toegestaan, mits
dere kapconstructie is incidenteel toegestaan;
daardoor geen blinde gevel ontstaat; de garage moet minimaal
• Incidenteel kan de kaprichting gedraaid worden;
3 meter terugliggen ten opzichte van de voorgevelrooilijn; dit
• Bloklengte maximaal 12 woningen;
geldt ook voor de (geschakelde) vrijstaande woningen; daar
• Bij woonblokken met meer dan 8 woningen moet er een ver-
mag de garage, bij voorkeur, niet grenzen aan de garage van
springing ingepast worden; • Woonstraten eindigen op een houtwal, dreef of geluidswal; • Woningen en woonblokken hebben een verspringende rooilijn
de naastgelegen woning; • De bijgebouwen en uitbouwen worden uitgevoerd met kapconstructie of plat dak.
(staffelen), behalve grenzend aan de lage buurtschap of aan de centrale watergang; • De bebouwing (vrijstaand/tweekapper) in noord-zuid richting is incidenteel toegestaan.
principe differentiatie van de woonstraat
17
SCHERVEN
18
architectuur
aanwezig in de gevel maar kan ondergeschikt zijn. Ook een
• De woningblokken vertonen een gevarieerd gevelbeeld; dit be-
andere dakafdekking bij hellende daken is toegestaan evenals
tekent dat maximaal 4 woningen met hetzelfde gevelbeeld in
een andere kapvorm. De scholen dienen zich te onderscheiden
één blok aanwezig zijn;
als bijzondere elementen binnen de scherven.
• Maximaal 3 tweekappers naast elkaar van hetzelfde type, waar-
• Geen dichte gevels op de kopse kanten van de bouwblokken.
bij per tweekapper twee verschillende gevelbeelden gewenst zijn; maximaal 4 vrijstaande woningen naast elkaar van het-
erf en parkeren
zelfde type, ook hierbij is variatie in gevelbeeld gewenst (bijv.
• Parkeren: straatbeeld is zoveel mogelijk autovrij behalve bij de
door toepassing van erkers of afwijkende raamvorm);
vrijstaande woningen, tweekappers en hoekwoningen. Daar
• Voor bijzondere wooncomplexen, zoals appartementengebou-
worden bij voorkeur 2 opstelplekken per woning aangelegd.
wen binnen de scherven geldt: kenmerkende Kernhem-bak-
Voor rijwoningen zijn parkeerplaatsen in parkeerhoven en ach-
steen bepaalt het beeld van de gevel; platte dakafdekking is
tertuinen gesitueerd;
toegestaan; kleur van pannen komt evereen met rest van de
• Alle voortuinen worden afgeschermd met hagen; als de zijtuin
scherven; hout aan gevel is toegestaan, mits ondergeschikt aan
grenst aan een dreef of woonstraat wordt de haag doorgetrok-
gevelbeeld van baksteen.
ken tot de achtergrens van het perceel; als de woning grenst aan
• Voor scholen geldt een grotere vrijheid in materiaal en vormgeving. Andere materialen kunnen het gevelbeeld bepalen; de
principe woningen aan de dreef
een parkeerhof wordt de haag, langs de zijgevelgrens doorgetrokken tot aan de voorgevelrooilijn.
Kernhem-baksteen, of een lichte nuancering daarvan, is wel
19
20
Wonen in het groen Langs de ecologische zone aan de Doesburgerdijk zullen op enkele plekken bijzondere woonmilieus gesitueerd worden. Deze gebieden kunnen een bijzondere buurtschap tussen de scherven en het ecologische gebied vormen, voorzien van een eenduidige ruimtelijke structuur. De woningen worden geclusterd in blokken, die parallel gesitueerd zijn aan de dreven en afwijkend ten opzichte van de verkavelingsrichting van de scherven. De buitenruimtes van de woningen zijn beperkt tot een balkon, patio, (dak)terras of kleine tuin. In het geval van een terras of tuin heeft de erfafscheiding een natuurlijk karakter. De specifieke ligging aan een ecologisch gebied wordt met bijzondere woonmilieus en woonvormen versterkt. De toegankelijkheid van deze buurtschap is beperkt en parkeren wordt gemeenschappelijk opgelost.
21
WONEN IN HET GROEN
22
stedenbouw
verdiepte aanleg) uitgangspunt is, bijvoorbeeld door drive-in of gemeen-
• Kenmerkend voor de verkaveling zijn de stroken in noord-zuidrich-
schappelijk parkeren onder het woonblok;
ting;
• De buitenruimte van de woningen is beperkt tot balkon, patio, (dak)terras
• In tegenstelling tot de woonblokken in de scherven wordt het beeld
of kleine tuin (maximaal 6 meter diep); de erfafscheiding met het aan-
niet bepaald door gevarieerde gevelbeelden per blok maar is de
grenzende groen heeft een natuurlijk karakter (schuttingen en hoge
vormgeving van het woonblok als geheel prevalerend;
muren niet toegestaan); bij een aantal woonblokken is sprake van een
• De woningen zijn voorzien van lessenaarskap of zadeldak.
collectieve gemeenschappelijke buitenruimte in de vorm van semi-open-
• Bij de appartementengebouwen zijn ook platte daken toegestaan
baar groen; • De openbare boszone grenzend aan de woningen is minimaal 15 meter
architectuur • De dakafdekking is afwijkend van de scherven en heeft een natuurlijke uitstraling; die de ligging in de ecologische zone bena-
breed; • De boszone loopt tot aan de ontsluitende oost-weststraat, zodat het groen duidelijk zichtbaar is vanuit de wijk.
drukt; de daken hebben bij voorkeur een ruime overstek; • Het gevelbeeld wordt bepaald door materialen met een natuurlijke uitstraling (bijvoorbeeld hout), met accenten in de Kernhem-baksteen.
erf en parkeren • Afwijkend parkeerregime ten opzichte van de scherven waarbij
integratie met de ecozone
gewenste beeldkwaliteit (parkeren zoveel mogelijk uit het zicht/
23
24
Wonen aan het water In het midden van het plangebied wordt een bijzonder woonmilieu gesitueerd: Wonen aan het water. Dit buurtschap ligt in de breukzone van de scherven en vormt een bijzonder accent in de oost-west structuur van Vlek B. De eenduidige opzet van woningen aan het water vormt het beeld van deze buurtschap. De bijzondere kwaliteit van het gebied wordt ontleend aan de natte en groene omgeving. De buurtschap ligt als een eiland, los van de structuur van de omgeving, in het watergebied. De toegankelijkheid van deze buurtschap is beperkt, alleen enkele verbindingen zorgen voor verweving met de wijk.
25
WONEN A AN HET WATER
26
stedenbouw
erf en parkeren
• Beeld wordt bepaald door éénheid in verscheidenheid; aan-
• Parkeren bij voorkeur in garages, ondergronds of inpandig; be-
dacht voor de vormgeving van de woonblokken in zijn geheel waarbij de individuele uitstraling per woning kan variëren; • De woningen zijn voorzien van een afwijkende kapvorm ten op-
zoekersparkeren op maaiveld is toegestaan; • De binnenpleinen hebben een duidelijke verblijfsfunctie en worden niet gedomineerd door auto’s.
zichte van de scherven.
architectuur • Gevelbeeld wordt bepaald door afwijkend kleur- en materiaalgebruik (bijvoorbeeld hout) ten opzichte van de scherven, eventueel met accenten in de Kernhem-baksteen; • De dakafdekking is afwijkend ten opzichte van de scherven; dakpannen zijn in een andere kleur en vorm wél toegestaan; • Geen tuinen, maar vlonders en balkons.
principe bijzondere woonmilieus in de Slenk
27
28
Lage buurtschap Langs de randbebouwing aan de Laan van Kernhem (N224) wordt een bijzonder woonmilieu geschapen, de Lage Buurtschap. De eenduidige ruimtelijke structuur met lage bebouwing en smalle, steegachtige straten vormt het beeld van deze buurtschap. De specifieke randvoorwaarden die de sfeer en het beeld bepalen van de Lage Buurtschap zijn het gevolg van de nabije ligging aan de N224. De bebouwing kan in principe maximaal twee verdiepingen hoog zijn, met enkele accenten in maximaal vier lagen. De smalle strook tussen de scherven en de rand van de wijk leent zich voor een bijzondere ruimtelijke structuur en bebouwing.
29
L AGE BUURTSCHAP
30
stedenbouw • Algemeen: lage bebouwing aan besloten openbaar gebied
met een moderne uitstraling;
• Platte daken of hellende daken; • Gevarieerd gevelbeeld door verspringen van de tweede laag; enkele accenten in maximaal 4 lagen zijn toegestaan.
architectuur • De Kernhem-baksteen bepaald het beeld, waarbij betonnen
geveldelen, metaal, glas of kunststof het moderne karakter van
de woningen benadrukt.
erf en parkeren
principe integratie met de zuidrand
• Gezien het karakter van het openbaar gebied dienen bij voorkeur twee parkeerplaatsen op eigen terrein/inpandig gerealiseerd te worden.
31
32
Rand N224 Langs de N224 zijn bijzondere woonvormen gesitueerd die een
Door de tweezijdige oriëntatie bestaan er verschillen in de gevel-
geluidwerende functie voor de achterliggende woningen hebben.
beelden tussen de noord- en zuidzijde van het bouwblok. Aan de
Een volledige geluidswal of muur levert aan deze kenmerkende laan
noordzijde sluit het beeld aan bij de gevelkenmerken van de wonin-
geen aantrekkelijk beeld op. Daarom is het gewenst om de wo-
gen in het deelgebied Lage Buurtschap. De zuidelijke gevel bevat
ningen een presentatie te geven aan de N224. Gekozen is voor
veel kenmerken van de woningen die in vlek A aan de N224 (Laan
woningen die tweezijdig georiënteerd zijn, doch zijn voorzien van
van Kernhem) staan.
een geluidsdichte (dove) gevel aan de zuidkant. Het zijn bijzon-
Er wordt gestreefd de bebouwing zoveel mogelijk op te nemen in de
dere woonblokken die vanaf de noordzijde ontsloten worden. Bij
groene ruimte langs de N224. Hierbij kan gedacht worden aan een
de entrees/ontsluitingspunten hebben hogere bebouwingsaccenten
licht glooiend terrein dat tegen de bebouwing loopt.
een oriënterende betekenis. Ook in de rest van het bouwblok zijn hoogtewisselingen gewenst, qua beeld aansluitend op het principe van de hoogtewisselingen zoals die zijn toegepast bij de bestaande bebouwing aan de N224 (Laan van Kernhem). De totale bebouwingshoogte verschilt echter.
33
RAND N224
34
stedenbouw
ding wordt aansluiting gezocht bij de geleding van de bebou-
• Algemeen: de verschijningsvorm sluit met name aan de noord-
wing aan de Laan van Kernhem;
zijde van het bouwblok aan op het beeld in de lage buurtschap,
• De Kernhem-baksteen en de witte (of nuances van wit) raamko-
maar de bebouwingswand is hoger; in de variatie van de bouw-
zijnen en geveldelen bepalen het beeld aan de Laan van Kern-
hoogte wordt aangesloten op het principe van de hoogtewis-
hem; hierbij wordt in tegenstelling tot het deelgebied Laan van
selingen zoals die zijn toegepast bij de bestaande bebouwing
Kernhem het moderne karakter van de woningen benadrukt;
aan de N224 (Laan van Kernhem). De totale bebouwingshoogte
• Daken antracietkleurig, bestaand uit leien of strakke en vlakke
verschilt echter.
pannen (beeld moet strakker zijn dan in scherven).
• In tegenstelling tot de woonblokken in de scherven wordt het beeld niet bepaald door gevarieerde woningtypes per blok,
erf en parkeren
maar is de vormgeving van het woonblok als geheel prevale-
• Gezien het karakter van het openbaar gebied dienen bij voor-
rend (compositie van de wand is belangrijk om een eenduidig
keur twee parkeerplaatsen op eigen terrein/inpandig gereali-
en evenwichtig beeld te krijgen);
seerd te worden.
• Lessenaarskap of plat dak zijn uitgangspunt.
architectuur • Vanaf de N224 is de enigszins gelede wand prominent zichtbaar; in de wand zijn kleine ramen aangebracht; in deze gele-
35
36
Rand A30 Langs de A30 is een geluidsscherm gerealiseerd. Ondanks dit scherm is het noodzakelijk de woningen op een relatief grote afstand van de A30 te situeren. Daarom wordt langs de A30 een langgerekte bebouwingsstrook gerealiseerd, waarbij in het ontwerp van de woningen rekening wordt gehouden met de geluidsbelasting. De woonwand dient tevens als begrenzing van het westelijke woongebied van Kernhem. De bebouwing is minimaal 8,5 meter hoog en is voorzien van een dove gevel en deels van een hoge tuinmuur. In het noordelijk gedeelte zijn de woningen afgekeerd van de A30, waarbij zowel de entree als de buitenruimte van de woningen gelegen zijn aan de oostzijde. De woningen zijn deels ingebouwd in de geluidswal. Richting het zuiden wordt de rand A30 steniger en zijn de woningen voorzien van een geluidsdichte muur in de tuin.
37
RAND A30
38
stedenbouw
architectuur
• Algemeen: beeld verschilt van de bebouwing van de rand N224,
• De verschillende te onderscheiden delen van de wand langs de
omdat de muur of woonwand meer verscholen ligt en er weinig
A30, dienen in vorm en materialisering op elkaar afgestemd.
tot geen raamopeningen gesitueerd zijn aan de zijde van de
De kenmerkende Kernhem-baksteen bepaalt hoofdzakelijk het
A30. Niettemin is er sprake van een beeldbepalende wand als
gevelbeeld; glas, staal en hout kunnen worden toegevoegd als
afronding van de woonwijk;
beeldbepalende elementen;
• De woningen zijn georiënteerd op het oosten; dat wil zeggen
• Een plat dak of een lessenaarsdak is uitgangspunt; de daken zijn antracietkleurig;
naar de woonwijk toe en hebben een open karakter met veel raamopeningen en terassen/balkons. Naar de A30 toe kunnen
• Dakterassen zijn toegestaan;
functies als bergingen en hobbyruimtes gesitueerd worden. Een pad zal hiertoe worden aangelegd in de zone langs de A30;
erf en parkeren • Parkeren voor bewoners vindt plaats op eigen terrein, wel of
niet inpandig;
• De erven worden, voor zover grenzend aan de openbare ruimte, in tegenstelling tot de rest van de wijk, niet afgescheiden door hagen.
39
40
Laan van Kernhem In de richting van het oosten wordt de rand langs de N224 steniger. In het meest zuidwestelijke deel van Vlek B wordt daarom qua bebouwingskarakteristiek aangesloten bij de gerealiseerde bebouwingswand langs de Laan van Kernhem in Vlek A. Ook hier is de bebouwing, die bestaat uit zowel grondgebonden woningen als appartementen, voorzien van een dove gevel.
41
L A AN VAN K ERNHE M
42
stedenbouw • Algemeen: bebouwing sluit qua beeldvorming aan op de aangrenzende bebouwing van de Laan van Kernhem vlek A; de entrees van de woningen zijn in tegenstelling tot de buurtschap Rand N 224, gesitueerd aan de laan van Kernhem; • Maximaal 6 woningen van hetzelfde type aaneengesloten; • Wisselende daklijsthoogtes zijn verplicht, differentiatie in bebouwingshoogtes is gewenst, waarbij maximaal 5 woonlagen zijn toegestaan.
architectuur • Platte daken moeten voorzien zijn van daklijsten; • Toepassen van verticale accenten in de gevelopbouw.
erf en parkeren • Privéstoep met hekwerk toepassen (conform Vlek A).
43