Visiedocument
Aantrekkelijk dwaalmilieu in de binnenstad van Breda
Visiedocument
Aantrekkelijk dwaalmilieu in de binnenstad van Breda
januari 2006 OntwikkelingsDienst Breda Afdeling Economische Zaken In samenwerking met LAgroup leisure & Arts Consulting, Amsterdam
Inhoud 0 | Inleiding: Dwalen in een ‘dwaalmilieu’
5
1 | Aanleiding en vraagstelling
7
1 | 1 Waarom een dwaalmilieu ontwikkelen?
7
1 | 2 De vraagstelling
8
1 | 3 Werkwijze en begeleidingsgroep
8
2 | Een ‘overall’ visie en vijf domeinen
10
2 | 1 Huidige situatie: straten, ‘inlopers’ en bezienswaardigheden
10
2 | 2 Naar een ‘overall’ visie voor het dwaalmilieu
14
2 | 3 Toekomstige situatie: vijf onderscheidende dwaaldomeinen
17
Bijlagen b | 1 Betrokken partijen en geraadpleegde informatie
31
b | 2 Geschiedenis van de verschillende straten
34
b | 3 Fact sheets referenties
38
V i s i e d o c u m e n t d w a a l m i l i e u / p 0 01 / G e m e e n t e B r e d a
0 |
Inleiding: Dwalen in een ‘dwaalmilieu’ Dwalen...? In een ´dwaalmilieu´...? Om verdere verwarring te voorkomen, wordt op deze pagina geschetst wat in de Bredase context onder deze termen wordt verstaan. Dwalen... ‘…zonder doel rondlopen’
Wolters Handwoordenboek
‘…ongemerkt, langs omwegen zich ergens heen begeven’
Van Dale
‘…(van blikken en gedachten) van het een op het ander springen, weiden’
Van Dale
Dwaalmilieu... Het dwaalmilieu in Breda is een alternatief gebied dat: •
zich onderscheidt in verrassing, verlokking, rust en historische context;
•
zich kenmerkt door een combinatie van winkels, horeca, monumenten, tuinen en hofjes
•
een kleinschalig en gespecialiseerd karakter heeft;
•
beschikt over voldoende rustpunten en verblijfsmogelijkheden;
• complementair is aan het kernwinkelgebied (met primair de grotere winkelketens) en voldoende contact heeft met en aansluiting op dit A-milieu (met grote concentratie van (toeristische) bezoekers).
V i s i e d o c u m e n t d w a a l m i l i e u / p 0 03 / G e m e e n t e B r e d a
1 |
Aanleiding en vraagstelling De gemeente Breda wil het karakter van het dwaalmilieu in haar binnenstad verder versterken. Zij heeft daartoe in samenwerking met betrokken partijen en daarbij ondersteund door lagroup Leisure & Arts Consulting uit Amsterdam een visie ontwikkeld voor de toekomst. In dit hoofdstuk worden aanleiding, vraagstelling en aanpak geschetst. De tekst wordt gelardeerd met ‘dwaalvoorbeelden’ uit steden in binnen- en buitenland.
‘Dit is een heerlijk wijkje om zo maar door te dwalen. De straatjes zijn smal, de huizen hoog, dus we hebben redelijk wat schaduw. De winkeltjes zijn duidelijk anders dan we in de rest van Lissabon aantreffen en leuk om te zien of om naar binnen te gaan. Bairro Alto staat vooral bekend om zijn vele restaurants en bars. Al lopende kunnen we dus vast beslissen waar we vanavond naar toe gaan.’
1 | 1
www.postcardsfrom.nl
Waarom een dwaalmilieu ontwikkelen? Een complete binnenstad die met name aantrekkelijk is voor ‘recreatief winkelen’ Breda werd in 2003 door ruim 1,2 miljoen Nederlandse bezoekers bezocht die ruim 4 miljoen dagtoeristische bezoeken aan Breda brachten, die ‘winkelen voor het plezier’ als belangrijkste reden voor een bezoek aan Breda noemden1 en die een economisch belang vertegenwoordigen van circa € 265 miljoen2. De gemeente Breda biedt de bezoekers en inwoners van de stad daarbij een complete binnenstad met een ruim en onderscheidend aanbod aan winkels, uitgaansvoorzieningen, vermaak en cultuur en rust- en verblijfsmogelijkheden. Naar een toeristisch-recreatief onderscheidende binnenstad door een versterkt product De binnenstad van Breda heeft echter de potentie om zich kwalitatief en qua attrac tiviteit verder te ontwikkelen. Daarbij wordt onder andere gedacht aan de mogelijk heden tot opwaardering van een ‘alternatief circuit’ met een sterk (toeristisch-recreatief) onderscheidend karakter in vergelijking met andere binnensteden. Dit alternatieve circuit (ook wel dwaalmilieu genoemd) is een route die in de Bredase binnenstad kan worden afgelegd, overwegend buiten het kernwinkelgebied, maar wel met raakvlakken daaraan. In het dwaalmilieu bevindt zich een variatie aan kleinschalige, kwalitatief hoogwaardige elementen, zoals winkels, horeca, cultuur en vermaak die elk een eigen specifieke waarde hebben. ‘Je kunt er eindeloos dwalen, de mooiste plekjes kom je er tegen en… rust in de grote stad’
1]
Bron: ‘Beleef Breda’, toeristisch-recreatief actieplan 2004-2005
2]
Bron: ‘Projectdefinitie Dwaalmilieu Binnenstad Breda’
www. globereisburo.nl (over Wenen)
Visiedocument dwaalmilieu / p 005 /Gemeente Breda
1 | 2
De vraagstelling De vraagstelling voor het verder versterken van het daalmilieu is als volgt verwoord: Formuleer een parapluvisie voor de ontwikkeling van het dwaalmilieu met bijzondere aandacht voor de toeristische potenties van het gebied. Beschrijf in de visie de gewenste ontwikkelingsrichting als geheel en per straat en zet deze ontwikkelingsrichting vervolgens af tegen de huidige sterke en zwakke punten van het gebied. Werk in een vervolgfase per straat de reeds geïdentificeerde thema’s, identiteiten, markante plekken, verknopingen en routes nader uit in woord en beeld en vertaal de visie naar concrete projecten die kans van slagen hebben vanuit het oogpunt van zowel tijd als budget. Dit rapport beschrijft de gewenste visie op de toekomstige ontwikkeling van het dwaalmilieu in de binnenstad van Breda ‘Ook om te wonen is Leiden een levendige stad. De oude binnenstad is heerlijk om in rond te dwalen. Overal treft u fraai gerestaureerde 17de eeuwse panden aan, ingeni eus gecombineerd met locaties die worden gekenmerkt door moderne architectuur. Ook de pittoreske grachten, gezellige winkelpromenades, leuke parken dragen bij aan een aangenaam stadsgevoel’.
1 | 3
www.groenoordplaza.nl
Werkwijze en begeleidingsgroep De visie voor het dwaalmilieu is tot stand gekomen in samenspraak met een begeleidingsgroep bestaande uit enkele beleidsambtenaren van de gemeente Breda en de retailmanager namens het Retail Platform Breda. Tevens heeft een tweetal bijeenkomsten plaatsgevonden met betrokkenen uit het gebied en marktpartijen. In bijlage 1 zijn de namen opgenomen van leden van de begeleidingsgroep en van de deelnemers aan de twee bijeenkomsten. De begeleidingsgroep is inhoudelijk en redactioneel ondersteund door Karin Swart en Arma Kleinepier van lagroup Leisure & Arts Consulting in samenwerking met Liesbeth van der Pol van Atelier Zeinstra / Van der Pol. ‘Steegjes, hofjes en kronkeligheid zijn zowel onoverzichtelijk als aantrekkelijk. Enerzijds wordt de binnenstad van Utrecht aantrekkelijke gevonden. Toeristen en winkelend publiek worden aangetrokken door een middeleeuwse binnenstad, een stad waarin je kunt dwalen. De tevredenheid van de bewoners van de binnenstad over hun woon locatie is ook hoger dan bij de overige bewoners van de stad.’
Visiedocument dwaalmilieu / p 006 /Gemeente Breda
www.archined.nl
2 |
Een ‘overall’ visie en vijf domeinen In dit hoofdstuk staat de overkoepelende visie voor de (toeristische) ontwikkeling van het dwaalmilieu centraal. Deze visie geeft in kwalitatieve termen richting en sturing aan het gewenste toekomstbeeld van het dwaalmilieu, maar laat tegelijkertijd voldoende ruimte voor initiatieven en ideeën van andere betrokken partijen in het gebied. Het dwaalmilieu wordt gekenmerkt door verschillende deelgebieden met ieder een specifieke sfeer en uniek karakter. Het gewenste sfeerbeeld en de verbeterpunten in de huidige situatie komen aan de orde. Gestart wordt met een korte schets van de ligging van het dwaalmilieu binnen Breda. In de tekst zijn hier en daar passages uit toeristische gidsen opgenomen die de specifieke kwaliteiten van de Bredase binnenstad (en het dwaalmilieu) beschrijven.
2 | 1
Huidige situatie: straten, ‘inlopers’ en bezienswaardigheden Het dwaalmilieu ligt als een ring om het kernwinkelgebied van Breda heen en bestaat uit de volgende straten (met oranje aangegeven op Kaart 1): •
Reigerstraat
•
Kasteelplein
•
Catharinastraat
•
Annastraat
•
(deel van) Veemarktstraat
•
St. Janstraat
•
Ridderstraat
•
Nieuwstraat
•
Visserstraat
•
Havermarkt Om het dwaalmilieu heen ligt vervolgens een grotere ring (Gedempte Haven, Nieuweweg, Markendaalseweg, Karnemelkstraat, Houtmarkt, Oude Vest, Vlaszak). Deze ring vormt een belangrijke ontsluitingsroute voor het centrum inclusief het dwaalmilieu. Eenzelfde functie wordt vervuld door de ‘inlopers’ Boschstraat, Haagdijk en Nieuwe Ginnekenstraat. Naast een mix van woningen, winkels en horecavoorzieningen, bevinden zich in (en in de nabije omgeving van) het gebied verschillende culturele en toeristische bezienswaardigheden:
• musea en overige culturele voorzieningen: Museum de Beyerd, Breda’s Museum, Centrum voor de Kunsten De Nieuwe Veste en het Chassé Theater; •
tuinen en hofjes: Begijnhof, Merkxtuin, Kapucijnenhof, Valkenbergpark;
• kerken en overige religieuze bezienswaardigheden: Grote Kerk/O.L.V.-kerk, Catharinakerk, Waalse Kerk, Lutherse Kerk, St. Anthoniuskerk, Bisschopshuis; •
overige: Holland Casino. ‘Though it doesn’t boast an awful lot to see, Breda, the prettiest town of North Bra bant, is a pleasant, easy-going place. The centre is compact and eminently strollable, with a magnificant church, a reasonable art gallery and a new cultural centre; there’s a range of well-priced accommodation, inexpensive restaurants and lively bars; and it’s a good springboard for exploring central North Brabant. In short, it’s a fine target, whether you ‘re visiting for the day or looking for a base from which to branch out to Zeeland, Dordrecht, ‘s-Hertogenbosch or even Antwerp.’
V i s i e d o c u m e n t d w a a l m i l i e u / p 0 07 / G e m e e n t e B r e d a
Rough Guide
AT
STR A
IJN
AR
RO ZEM
KA
DE
EN
DIE
ST
INS
T
ST
DE
HA
DIJ
K
WE
G
AAT
NIEU
MA
RK
EN
DA
AL
SEW
K AR R ES
NIEUWSTRAAT
WEW
EG
EG
RA
AT
Visiedocument dwaalmilieu / p 008 /Gemeente Breda TR A AT STRAAT
HA
KARNEMELK
HA LST
EIND
PASSA TOR EN G E
UW ST AT
RA
ool
OET
sch
KOEV
Breda museum
AR IN AS T RA AT
Bisschopshuis
AT
A TR TS RK
A EM VE
De Nieuwe Veste
St. Antoniuskerk
T
AA
TR
NS
.JA
ST
AAT
T
T
T AA
kerk
SERF
STAD
STR
NIEUWSTRAA
ARK TR
RS
DE
RID
TR AAT
Stadhuis
CA TH
Waalse Kerk
Merkxtuin
CATHAR IN ASTRAAT
kerk
.K J.F
EN
NE
D
A YL
AN
Kapucijnenhof
St. Catherinakerk
Begijnhof
kerk
BOSC
T RAA
N AA N
De Beyerd
PA SB
LAA EDY ENN J.F.K
Holland cacino
HST
H SC BO
A RA ST
Chassé theater
T
Voormalig Klooster
E IN
B R UG S
KP L
AAT
INASTR
AR CATH
AAT
AA
ool
RAA
de Barones
KO R TE
KE R
kerk
Grote Kerk
kerk
KAATSBAAN
CIN GE L S T R
K
sch
NSTR
DA AL S E
TR AAT
LAN GE BR UG STRA AT
ENST
EN
SC HO OLS
't Sas
R EIG ER STR AAT
TOR
LANG E BR UGSTRAA T
RA AT
ST
KT RMAR HAVE
AT
TE M
MA RK
AN
TK
NSTRA
KRAA
T
GRO
TRAA
PO
TRA AT
KTS
AR
VIS M
T
RAA
ANST
AA
R ST EL
G CIN
e gem
RUGS
TO LB
N
EN
KRA
TORE
PR
KA
EN
INS
PR
VE
AV
EH
PT
M
DE
KASTEELPLEIN
GE
N
Kasteel
NNA
AG
ST.A
HA
VE
TR
HA
IJS
AT
ER
STRA
OE
VISSER
SH
AAT
EL
R S TR
IV
WAT E
DU
kerk
T
T RAA ENST VALK
Straten, ‘inlopers’ en bestaande bezienswaardigheden in en rond het Bredase
Kaart 1 dwaalmilieu
BO UW
T
LS A TRA RA AT
en te huis
STRA AT
T
NIE
2 | 2
Naar een ‘overall’ visie voor het dwaalmilieu Voor het formuleren van een richtinggevende en sturende visie voor het dwaalmilieu in Breda zijn verschillende deelvragen beantwoord: ‘waarom’, ‘wat’ en ‘voor/met wie’. Vanuit deze ‘overall’ visie wordt ingezoomd op het dwaalmilieu ‘en detail’: de deel gebieden, straten en gebouwen.
2 | 2 | 1
Waarom zou Breda het dwaalmilieu (toeristisch) moeten ontwikkelen? De (toeristische) ontwikkeling van het dwaalmilieu staat niet op zichzelf, maar vertoont raakvlakken met doelstellingen die in andere gemeentelijke beleidsterreinen zijn geformuleerd: • De (toeristische) ontwikkeling van het dwaalmilieu sluit aan op de in de ontwikkelingsvisie Breda 2020 geformuleerde ambitie de positie van de binnenstad op het gebied van winkelaanbod en winkelomgeving verder te versterken. • De (toeristische) ontwikkeling van het dwaalmilieu is een uitwerking van het kernprofiel ‘hospitality’ uit de economische impulsnota. • De (toeristische) ontwikkeling van het dwaalmilieu sluit aan bij de toeristisch-recreatieve kernkwaliteiten uit het Toeristisch-Recreatief Actieplan ‘Beleef Breda’. Alle vijf de kern-kwaliteiten - ‘cultuur en historie’, ‘recreatief winkelen’, ‘uitgaan en vermaak’, ‘stedelijke evenementen’ en ‘natuur en water’ - zijn reeds in het gebied aanwezig en kunnen verder worden versterkt. • De (toeristische) ontwikkeling van het dwaalmilieu kan een bijdrage leveren aan een van de doelstellingen van het Horecabeleid, namelijk het stimuleren van kwalitatieve versterking van de horecastructuur en het versterken van de bovenregionale functie van de horeca in Breda. • De (toeristische) ontwikkeling van het dwaalmilieu past binnen de beleidslijnen die zijn uitgezet in de Detailhandelsnota en die zijn gericht op de kwaliteitsversterking van de binnenstad als regionaal koopcentrum, als uitgaans- en ontmoetingsgebied en als podium voor cultuur. De nota ziet een belangrijke rol weggelegd voor het dwaalmilieu in het bereiken van de genoemde doelstelling tot kwaliteitsverbetering. • De (toeristische) ontwikkeling van het dwaalmilieu volgt de uitgangspunten van Visie Actualisering Structuurplan Binnenstad, waarin wordt gesproken over het zogenaamde ‘Goud van Breda’: het samenhangende complex van monumenten, straten, pleinen en parken dat de drager is van de eigen stedelijke identiteit van Breda. De gemeente Breda wil het bijzondere karakter en de unieke kwaliteit van het dwaalmilieu behouden en versterken. Er zijn verschillende redenen te benoemen om dit streven naar behoud en versterking juist vanuit een toeristisch perspectief op te pakken: • Toerisme kan een positieve bijdrage leveren aan het versterken en het kwalitatief verbeteren van de cultuurhistorische identiteit van het gebied (gebouwen en openbare ruimte). • Toerisme kan levendigheid en sociale veiligheid van het gebied (met name in de avonduren) versterken. • Toeristen zijn - naast de inwoners van het gebied - dragers voor de instandhouding van voorzieningen in het gebied. • Toerisme kan zorgen voor een economische spin-off door het verlengen van de verblijfsduur en (daarmee) het verhogen van de bestedingen en het creëren van werkgelegenheid. • Toerisme kan een bijdrage leveren aan de trots en het bewustzijn van bewoners ten opzichte van hun leefomgeving. • Toerisme kan helpen bij het op de kaart zetten en het versterken van het onderscheidende imago van Breda als een complete binnenstad. Onderscheidend, ten opzichte van zowel perifere winkelcentra in Breda, als andere binnensteden in Nederland. Compleet, door aanvullend aan het ‘ketenaanbod’ in het kernwinkelgebied een alternatief toeristisch en detailhandelsaanbod te ontwikkelen.
Visiedocument dwaalmilieu / p 009 /Gemeente Breda
2 | 2 | 2
Waarin liggen de toeristische potenties van het dwaalmilieu? In het algemeen worden de toeristische potenties van een gebied bepaald door een combinatie van de volgende aspecten: •
de mate van aantrekkelijkheid en onderscheidenheid van een gebied;
•
de aanwezigheid van toeristisch/cultureel aanbod;
•
de mate van onderling versterkend aanbod;
•
de ligging ten opzichte van grote concentraties bezoekers. In het Bredase dwaalmilieu zijn al deze aspecten in voldoende mate aanwezig:
• Het dwaalmilieu heeft een gevarieerd (toeristisch) aanbod door de combinatie van winkels, horeca, monumentale gebouwen, hofjes en tuinen. • Het dwaalmilieu krijgt in de komende jaren een verdere impuls door ontwikkelingen in de directe omgeving (zoals de aanleg van de haven in de Westflank, de ontwikkeling van de Vlaszak en de komst van het Nationaal Museum voor Grafische Vormgeving). • Het dwaalmilieu ligt rondom het kernwinkelgebied waar de concentratie van toeris tische bezoekers het grootst is. In paragraaf 2.3 wordt uitgebreider ingegaan op de specifieke karakteristieken (zowel de reeds bestaande als de in potentie aanwezige) van de verschillende onderdelen van het dwaalmilieu. 2 | 2 | 3
Voor wie en met wie wordt het dwaalmilieu ontwikkeld? De primaire doelgroep waarvoor het dwaalmilieu in Breda wordt ontwikkeld, is de toeristisch-recreatieve bezoeker in de stad, die reeds in groten getale aanwezig is. Deze bezoekers kunnen afkomstig zijn uit Breda of uit de regio (recreatieve bezoekers) of vanuit een ruimere kring rondom de regio Breda (toeristische bezoekers). Het is de bedoeling om deze bezoekers - door het bieden van een complete binnenstad - langer te laten verblijven en vaker te laten terugkomen om op die manier een economische spin-off te genereren. Een dergelijke groei van het aantal toeristen is uiteraard prachtig, maar heeft ook een keerzijde. Té grote bezoekersstromen kunnen er namelijk voor zorgen dat de sfeer in het gebied verdwijnt. Daarmee raakt het kwetsbare en nood zakelijke evenwicht tussen bezoekers, bewoners in brede zin (zowel de mensen die in de binnenstad wonen als zij die in de binnenstad werken als horecaondernemer of detaillist) en de fysiek-stedelijke omgeving uit balans. Daarom is het van belang dat de plannen voor het dwaalmilieu niet worden ontwikkeld vóór de bewoners, detaillisten en horecaondernemers, maar juist in nauwe samenwerking mét deze partijen. Het is belangrijk deze partijen in een zo vroeg mogelijk stadium te betrekken bij de planontwikkeling. Niet alleen om draagvlak te creëren maar juist ook om zoveel mogelijk ruimte te geven voor inhoudelijke ideeën vanuit het particuliere initiatief. De reikwijdte van hetgeen de gemeente kan en mag is beperkt. Zo kan de gemeente een ‘overall’ visie neerleggen en bij de uitvoering van de plannen een rol spelen als ‘aanjager’ en als ‘facilitator’ (bijvoorbeeld in het wijzigen van bestemmingsplannen, het afgeven van vergunningen, het verstrekken van subsidies, het ingrijpen in de openbare ruimte). Maar voor de realisatie heeft de gemeente juist ook andere betrokkenen nodig, ieder met een eigen belang, ieder met een eigen expertise: naast bewoners, detaillisten en horecaondernemers ook vastgoedeigenaren of de VVV Breda.
2 | 2 | 4
Overige uitgangspunten en randvoorwaarden Naast de bovengenoemde doelstellingen, toeristische potenties, doelgroepen en betrokken partijen zijn ook de volgende overwegingen van belang bij de ontwikkeling van het Bredase dwaalmilieu. De ontwikkeling van het dwaalmilieu is een kwestie van een lange adem De verdere invulling en opwaardering van het dwaalmilieu vergt consistentie en consequente keuzes voor een langere termijn (bijvoorbeeld minimaal vijf jaar). Het is van
V i s i e d o c u m e n t d w a a l m i l i e u / p 010 / G e m e e n t e B r e d a
belang dat de gemeente achter het gewenste toekomstbeeld voor het dwaalmilieu staat en dit beeld ook naar buiten toe uitdraagt. Tegelijkertijd moet men zich niet blindstaren op dit langere termijn-perspectief, omdat het ook verlammend kan werken. Daarom is het belangrijk dat het toekomstbeeld in een vervolg wordt vertaald naar concrete acties met een bijbehorende prioritering en planning. Overkoepelend thema niet nodig, denk vanuit eigenheid van deelgebieden Voor het profileren van Breda op het niveau van de stad als geheel bestaan reeds diverse overkoepelende thema’s. In het Toeristisch-Recreatief Actieplan ‘Beleef Breda’ worden de vijf kernkwaliteiten ‘cultuur en historie’, ‘recreatief winkelen’, ‘uitgaan en vermaak’, ‘stedelijke evenementen’ en ‘natuur en water’ benoemd. De VVV Breda gebruikt een stadsbrede slogan ‘Breda, Stad met karakter’, waarin de focus ligt op de combinatie van het rijke verleden en het bruisende heden. Het is niet zinvol - naast deze bestaande thema’s - een apart overkoepelend thema voor de profilering van het dwaalmilieu te formuleren. Het dwaalmilieu onderscheidt zich juist door een aantal deelgebieden die gekenmerkt worden door ieder hun eigen sfeer en karakter. Deze deelgebieden kunnen dan als onderdeel van het totaalproduct Breda ‘lading’ geven aan en aanhaken bij de stadsbrede profilering. ‘… But the province also offers some gems, most notably the towns of Breda and Den Bosch. (…) Breda’s skyline is dominated by a gigantic, ash-white Gothic cathedral. Two- and three-storey houses huddle closely around its walls like toddlers on the skirts of a Victorian nanny. In the city centre, most of the stone-paved streets are for pedestrians only, and this helps give Breda a cosy village-like atmosphere. But that doesn’t mean it is dull.’
2 | 3
Cardogan
Toekomstige situatie: vijf onderscheidende domeinen Het dwaalmilieu is te verdelen in vijf onderscheidende ‘domeinen’ met ieder een eigen sfeer en karakteristiek: (zie Kaart 2): • Het domein dat gekenmerkt wordt door historische en monumentale gebouwen: Reigerstraat - Kasteelplein - Catharinastraat. •
Het domein met de hofjes, tuinen en park: Catharinastraat - Annastraat.
• Het domein met kleinschalige, gespecialiseerde, hoogwaardige detailhandel: Veemarkt straat. • Het domein met restanten uit het roomse verleden: Bisschopshuis - St. Janstraat Nieuwstraat. •
Het domein aan de haven: Visserstraat - Havermarkt. In de volgende paragrafen worden per domein het gewenste toekomstbeeld in woord en (sfeer)beeld geformuleerd en de belangrijkste verbeterpunten uit de huidige situatie benoemd. In bijlage 2 is een historische beschrijving per straat opgenomen die als achtergrond kan dienen voor de toekomstige ontwikkeling van de domeinen.
V i s i e d o c u m e n t d w a a l m i l i e u / p 011 / G e m e e n t e B r e d a
T
AA
STR
IJN
AR
ZEM
RO
KA
DE
EN
DIE
ST
INS
T
EN
DE
HA
DIJ
K
ST
WE
G
G E l
PASSA TOR EN sch oo
E IN
B R UG S
KP L
ARK
en te huis
K AR
NIEU
MA
RK
EN
DA
AL
SEW
R ES
NIEUWSTRAAT
WEW
EG
EG
RA
AT
V i s i e d o c u m e n t d w a a l m i l i e u / p 012 / G e m e e n t e B r e d a TR A AT
RAA T
UW ST AT
RA STRAAT
EIND
KARNEMELK
HA
Rooms verleden
T
T AA
TR
RS
DE
RID
TR AAT
AAT
INASTR
AR CATH
AAT
kerk
SERF
STAD
LST
ool
T
KE R
kerk
KO R TE
kerk
KAATSBAAN
CIN GE L S T R
HA
sch
AAT
AA LS E
NSTR
ND
TR AAT
NIEUWSTRAA
ENST
KE
R EIG ER STR AAT
TOR
MA R
SC HO OLS
LAN GE BR UG STRA AT
AT
TE M
LANG E BR UGSTRAA T
RA AT
ST
KT RMAR HAVE
NSTRA
KRAA
CIN
Historisch monumentaal
GRO
TRAA
TK
AN
N
Haven
PO
T
RA A
TST
MA RK
VIS
T
RAA
ANST
AT
e gem
RUGS
TO LB
N
KRA
TORE
PR
KA
EN
INS
PR
VE
AV
EH
PT
M
DE
KASTEELPLEIN
GE
A TR LS GE
T
AA
TR
NS
.JA
ST
kerk
CATHAR IN ASTR AAT
kerk
AT
AR IN AS T RA AT
A EM VE
A TR TS RK
Specialisten
CA TH
Hofjes, tuinen en parken
NNA
AG
ST.A
HA
VE
.K J.F
EN
NE
D
A YL
AN
BOSC
HST
T RAA
ENN
N EDY
LAA PA SB
AA N
TR
HA
IJS
AT
ER
STRA
OE
VISSER
SH
AAT
EL
R S TR
IV
WAT E
DU
kerk
H SC BO
A RA ST
T
T RAA ENST VALK
Kaart 2
Het dwaalmilieu is te verdelen in vijf onderscheidende ‘domeinen’ met ieder een eigen sfeer en karakteristiek.
K
BO UW AA T
KOEV OET
STR AAT
T
LS A TRA RA AT
STRA AT
NIE
J.F.K
2 | 3 | 1
Het domein met historische en monumentale gebouwen (Reigerstraat, Kasteel plein, Catharinastraat) Dit domein sluit aan op een belangrijke periode uit de geschiedenis van Breda, namelijk de tijd van de Nassau’s, het Kasteel van Breda en de hofhuizen in de Catharinastraat. Gewenst toekomstbeeld •
stijlvol
•
statig
•
deftig
•
rustig
•
historisch
•
monumentaal Dit domein ademt de sfeer van lang vervlogen tijden. De straten, pleinen en gebouwen bevatten alle (on)zichtbare getuigenissen uit een belangrijke periode uit de geschiedenis van Breda, namelijk de tijd van de Nassau’s. De Catharinastraat met de hofhuizen uit deze episode heeft een rustig, stijlvol en statig karakter. Eenzelfde sfeer is reeds zichtbaar aan de zuidzijde van de Reigerstraat, waar identieke huizen staan - ooit bewoond door ‘deftige bewoners’ die zich wilden onttrekken aan het stads gewoel. Het hoogtepunt van dit domein wordt gevormd door het Kasteel van Breda, de voormalige residentie van de Nassau’s, en het voorliggende Kasteelplein met het beeld van Willem III. Dit domein is vanwege zijn ligging een belangrijke schakel op de route van het station (via het Valkenbergpark) naar het kernwinkelgebied (en de Grote Markt). Verbeterpunten in de huidige situatie
• het verhogen van de lage architectonische kwaliteit van het Prins Bernhardpaviljoen (de ‘kadettenflat’) aan de oostzijde van het Kasteelplein; • het vergroten van de toegankelijkheid van het Kasteel van Breda dat met zijn huidige functie als Koninklijke Militaire Academie (KMA) slechts drie weekenden per jaar is geopend, en daarnaast op aanvraag open is via VVV-rondleidingen; • het verhogen van de gebruikswaarde van het Kasteelplein, bijvoorbeeld door het (met mate) organiseren van bij het toekomstbeeld passende evenementen; • het verbeteren van de doorgang vanuit het Valkenbergpark via het Kasteelplein naar de Grote Markt.
V i s i e d o c u m e n t d w a a l m i l i e u / p 013 / G e m e e n t e B r e d a
2 | 3 | 2
Het domein met hofjes, tuinen en park (Catharinastraat, Annastraat) Dit domein kenmerkt zich door hofjes, tuinen en park, zoals het Begijnhof, de Merkxtuin, de Kapucijnenhof, het Valkenbergpark. Gewenst toekomstbeeld •
romantisch
•
verpozen
•
besloten intimiteit
•
retraite
•
horticultuur
•
groen
•
ingetogen In dit domein bevinden zich de buitenruimten van de stad: een verzameling van min of meer besloten tuinen en hofjes waar een verstilde sfeer hangt. Bijvoorbeeld de Merkxtuin, die zowel vanuit de Catharinastraat als vanuit de Annastraat toegankelijk is, het Begijnhof en de Kapucijnenhof (beide aan de Catharinastraat). In deze prachtige ‘huiskamers’ kan de bezoeker zich even terugtrekken uit de hectiek van het dagelijkse leven en de drukte van het kernwinkelgebied. De tuinen en hoven vormen een rustige en groene tegenhanger voor het ‘rode’ stedelijke gebied waarvan zij deel uitmaken. De stilte en ingetogenheid passen bij de voorzieningen van dit domein: de stijlvolle, statige en klassieke hofhuizen in de Catharinastraat en het Begijnhof met haar twee kerken (Waalse Kerk en Catharinakerk). Het groene karakter van dit domein wordt verder versterkt door het aangrenzende Valkenbergpark. Ook de romantische straatverlichting draagt bij aan dit sfeerbeeld. Verbeterpunten in de huidige situatie
• het (voor zover mogelijk) vergroten van het openbare en open karakter van de hoven en tuinen, die nu nog (deels) gesloten zijn door de aanwezigheid van hekken bij de toegangspoorten en door de lange, blinde muur die de Merkxtuin van de Annastraat scheidt; • het verbeteren van de kwaliteit en de ‘doorgangsfunctie’ van het Stadserf dat het stadhuis met de Annastraat verbindt. In de huidige situatie wordt dit erf ontsierd door de wildgroei aan bebording en door de aanwezigheid van geparkeerde auto’s; • het verbeteren van de kwaliteit van de nieuwbouwgevels (onder andere naast de Waalse Kerk aan de Catharinastraat); • het slopen (meubelzaak en gebouw Sociale Dienst met een doorgang van slechte kwaliteit richting Vlaszak) en het plegen van nieuwbouw (in het karakter van dit domein) op de hoek van de Catharinastraat en de Veemarktstraat aan beide zijden van de Gasthuispoort; •
het autoluw of -vrij maken van de Catharinastraat.
V i s i e d o c u m e n t d w a a l m i l i e u / p 014 / G e m e e n t e B r e d a
2 | 3 | 3
Het domein met kleinschalige, gespecialiseerde, hoogwaardige detailhandel (Veemarktstraat) Dit domein wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van couleure locale: zelfstandig ondernemerschap met een bijzonder tintje. Gewenst toekomstbeeld •
kunst(zinnig)
•
cultuur (cultureel)
•
sobere eenheid
•
deftig
•
kleinschalig
•
hoogwaardig
•
gespecialiseerd
•
zwart
•
modern Dit is het domein waar de bezoeker voor bijzondere aankopen en aankopen voor speciale gelegenheden terecht kan: bijzondere kleding, aparte woonaccessoires of speciale kunst- of kitschobjecten. Het moderne en deftige karakter wordt versterkt door de sobere eenheid van de zwarte accenten die zijn aangebracht aan de gevels en puien en door de moderne straatverlichting. In de toekomst is er een logische looproute vanuit de Veemarktstraat via galeries, antiquairs en ateliers naar De Beyerd en het Museum voor Grafische Vormgeving in de Boschstraat. Verbeterpunten in de huidige situatie
• het verbeteren van de doorgang van de Veemarktstraat naar de ‘inloper’ Boschstraat, die nu nog een rommelig karakter heeft. Het gebouw van de Sociale Dienst zorgt voor een ‘doodlopend’ gevoel van de Veemarktstraat richting Catharinastraat. • het voorkómen van een ‘dwingende looprichting’ vanuit de Veemarktstraat naar het kernwinkelgebied (in plaats van naar de St. Janstraat).
V i s i e d o c u m e n t d w a a l m i l i e u / p 015 / G e m e e n t e B r e d a
2 | 3 | 4
Het domein met restanten uit het roomse verleden (Bisschopshuis, St. Janstraat, Nieuwstraat) Dit domein sluit aan bij de aanwezigheid van de Bisschop van Breda (en zijn huis/plein), de Antoniuskerk en de pastorie (St. Janstraat) en het voormalige klooster en de kapel (Nieuwstraat 21-29). Gewenst toekomstbeeld •
restanten uit het Roomse verleden
•
combinatie oud en nieuw
•
(maagdelijk) wit Dit domein begint bij het gerenoveerde Bisschopshuis en -plein - de residentie van de Bisschop van Breda - en voert de bezoeker via het beeld van St. Ivo op het pleintje bij de ingang van de St. Janstraat langs de ‘high lights’ uit het roomse verleden van Breda. Langs de St. Anthoniuskerk en de naastgelegen pastorie in de St. Janstraat tot aan het voormalige klooster en de bijbehorende kapel aan de Nieuwsstraat. De witte gevels van de panden staan symbool voor de maagdelijkheid en vroomheid die dit domein eigen zijn. Verbeterpunten in de huidige situatie
• het aanpakken van het rommelige karakter van dit domein (door het verwijderen van de graffiti en aanplakbiljetten op diverse plekken in de St. Janstraat en door het bebouwen van het braakliggende terrein tussen de kapel en de Albert Heijn in de Nieuwstraat); • het opknappen van de binnenplaats naast de pastorie in de St. Janstraat (wordt meegenomen bij de renovatie van de St. Anthoniuskerk); • het versoberen van de reclame-uitingen in de Ridderstraat (onderdeel van het kernwinkelgebied); • het verlevendigen van het gebied (met name ter hoogte van de lange monumentale gevel in de St. Janstraat, de ‘achterkant’ van de Barones aan het begin van de Nieuwstraat en door de herontwikkeling van het voormalige klooster aan de Nieuwstraat 21-29).
V i s i e d o c u m e n t d w a a l m i l i e u / p 016 / G e m e e n t e B r e d a
2 | 3 | 5
Het domein aan de haven (Visserstraat, Havermarkt) Dit domein sluit aan op de sfeer van de aanwezige horeca en (in de toekomst) de relatie met de achterliggende haven. Gewenst toekomstbeeld •
horeca
•
uitgaan
•
nachtleven
•
stegen
•
water In dit domein waant de bezoeker zich in het vroegere domein van Breda’s brouwerijen. Knipperende uithangborden van de diverse horecavoorzieningen schreeuwen alle even hard om de bezoeker te verleiden bij hen een hapje te eten of een drankje te drinken, zowel overdag als ’s nachts. Via nauwe stegen (de Potkansteeg en de Enge Steeg) - met kleine terrassen en mooie lantaarns - kan de bezoeker zich een weg banen naar de nieuwe Haven van Breda. Langs de Haven ligt een wandelpromenade waar de bezoeker naar hartelust kan flaneren en kan neerstrijken op een van de terrassen van de grand café’s en de restaurants die zich hier bevinden. Verbeterpunten in de huidige situatie
• het verbeteren van de gesloten en dode sfeer van dit domein, die ontstaat doordat de horecagelegenheden bijna uitsluitend ’s avonds en ’s nachts hun deuren openen; • het verhogen van de gebruikskwaliteit en de belevingswaarde van de stegen, zodat op verschillende punten een relatie ontstaat met de in de toekomst achtergelegen Haven. Daarbij is de afstemming tussen de sfeer aan de Havenzijde en die aan de Visser straatzijde een aandachtspunt. ‘One of the chief towns in the province of Noord-Brabant, Breda’s extensive pedestrian precincts make it a popular shopping centre, but the town’s main feature - and its main interest for the sightseer - is likely to be the Grote Kerk with its many elaborate monuments.’
V i s i e d o c u m e n t d w a a l m i l i e u / p 017 / G e m e e n t e B r e d a
Blue Guide
b |
Bijlagen
b | 1
Betrokken partijen en geraadpleegde informatie
b | 1 | 1
Begeleidingsgroep gemeente Breda • Mayke van Haaren-Stoks, beleidsmedewerker detailhandel en horeca, afdeling Economische Zaken, OntwikkelingsDienst Breda • Maurice van de Heuvel, vastgoedspecialist, vakdirectie Grondbedrijf, Economische Zaken en Projectmanagement, OntwikkelingsDienst Breda • Patricia Hoving, beleids- en projectmedewerker, directie Buitenruimte, dienst Stadsbeheer •
Harrie Verhallen, stedenbouw en ruimtelijke ontwikkeling, OntwikkelingsDienst Breda
• Dirk Oudshoorn, districtsmanager Binnenstad, afdeling Projectmanagement, OntwikkelingsDienst Breda • b | 1 | 2
Jac Trum, retailmanager, Retail Platform Breda Betrokkenen uit het veld Eerste bijeenkomst (18 januari 2005)
•
De heer L. Siebers, Stichting Bewoners Stadshart/Klankbordgroep Monumenten
•
De heer G. Welten, Klankbordgroep Monumenten
•
De heer E. Koreman, Klankbordgroep Monumenten
•
De heer J. Trum, retailmanager Kamer van Koophandel
•
De heer A. Heemskerk, manager De Barones
•
De heer R. Maas, Maas - Jacobs B.V.
•
De heer S. de Vries, Woningbouwvereniging Laurentius
•
De heer W. Jonkmans, DTZ Zadelhoff
•
Mevrouw O. Brise, Lágo B
•
De heer J. van Vlimmeren, Kaas- en Wijnkoperij Latour
• Mevrouw G. Steketee en mevrouw S. Veldt, Interieurzaak ‘Flamant’ •
De heer S. van Aalst en mevrouw T. van Aalst, P.J. van Aalst Perzische - Oosterse Tapijten
•
De heer M. Rasenberg, beheerder Begijnhof
•
De heer B. Rensen, Edelsmederij St. Annastraat
•
De heer T. Segers, bestuurslid V.C.O.B.
•
De heer M. Dalinghaus, Stichting Bewoners Stadshart/Parochie Breda Centrum
•
De heer T. Snijder, Tijdelijk Tijdloos
•
De heer S. van Nugteren, voorzitter Stichting Historische Verzameling KMA
•
Mevrouw M. Dreessen, VVV Breda
•
De heer G. de Ritter, OBB
•
De heer Fikken, Antiquariaat/Boekhandel ’t Ezelsoor
•
De heer J. van Opstal, VCOB
•
De heer M. van Oene, Edelsmederij ’t Begijntje
•
De heer Sijberden, Arttechniek
•
De heer J. Uithof, Gemeente Breda ODB/Projectmanagement
•
De heer D. Oudshoorn, Gemeente Breda ODB/Projectmanagement
•
Mevrouw M. van Haaren-Stoks, Gemeente Breda ODB/Economische Zaken
V i s i e d o c u m e n t d w a a l m i l i e u / p 018 / G e m e e n t e B r e d a
Tweede bijeenkomst (6 april 2005) •
De heer L. Siebers, Stichting Bewoners Stadshart/Klankbordgroep Monumenten
•
De heer E. Koreman, Klankbordgroep Monumenten
•
De heer J. Trum, retailmanager Kamer van Koophandel
•
De heer S. de Vries, Woningbouwvereniging Laurentius
•
De heer S. van Aalst, P.J. van Aalst Perzische - Oosterse Tapijten
•
De heer T. Segers, bestuurslid V.C.O.B.
•
De heer S. van Nugteren, voorzitter Stichting Historische Verzameling KMA
•
Mevrouw M. Dreessen, VVV Breda
•
De heer G. de Ritter, OBB
•
De heer Fikken, Antiquariaat/Boekhandel ’t Ezelsoor
•
De heer Sijberden, Arttechniek
•
De heer J. Grosfeld, Breda’s Museum
•
De heer A. Bodar
•
De heer A. de Kock, V.C.O.B.
•
De heer D. Oudshoorn, Gemeente Breda ODB/Projectmanagement
•
Mevrouw P. Hoving, Gemeente Breda Dienst Stadsbeheer/Buitenruimte
•
De heer M. van de Heuvel, Gemeente Breda ODB/Grondbedrijf
•
Mevrouw M. van Haaren-Stoks, Gemeente Breda ODB/Economische zaken
b | 1 | 3
Adviseurs •
Karin Swart, lagroup Leisure & Arts Consulting
•
Arma Kleinepier, lagroup Leisure & Arts Consulting
•
Liesbeth van der Pol, Atelier Zeinstra/Van der Pol BV
•
René van Gool, Van Gool Stedelijk Advies
b | 1 | 4
Geraadpleegde informatie •
Projectdefinitie dwaalmilieu binnenstad Breda, gemeente Breda
•
Gebiedsplan Historisch Stadshart. Beheerdocument, gemeente Breda
•
Structuurplan Binnenstad Breda 1992-2007, gemeente Breda
• Distributie Planologisch Onderzoek binnenstad Breda, gemeente Breda
(november 1995)
• Het Goud van Breda. Visie op actualisering structuurplan binnenstad, AME
(november 2001)
•
Detailhandelsnota, gemeente Breda (februari 2002)
•
Beleef Breda. Toeristisch-recreatief actieplan 2004-2005, gemeente Breda (mei 2004)
• Bredase Kroonjuwelen. Een toekomstvisie op stedelijke evenementen, gemeente Breda (voorlopig concept, mei 2004) •
Concept Actualisatie Horecabeleid, gemeente Breda (juni 2004)
•
Toeristische gids van Breda, VVV Breda (2004)
•
Concept Ontwikkelingsvisie Breda 2020. gemeente Breda (november 2005)
•
Concept Economische Impulsnota, gemeente Breda (november 2005)
V i s i e d o c u m e n t d w a a l m i l i e u / p 019 / G e m e e n t e B r e d a
b | 2
Geschiedenis van de verschillende straten Reigerstraat Voorheen Varkenstraat, Achter het Kerkhof, Achter Onze Lieve Vrouwekerkhof, Onder de Reigersbomen, Kerkenhuisjes. In 1415 komt de straat al voor in registers onder de naam Achter Kerckhof. Toen de kardinaal van Aragon in 1570 op zijn reis door Europa ook Breda aandeed, noteerde zijn secretaris in zijn verslag dat bij de kerk dertien grote dorre bomen stonden met elk vijf tot zes reigersnesten. Ook op de nokken van de daken van huizen tegenover de kerk bevonden zich reigersnesten. Nog in 1566 werd het verboden om stenen te werpen naar de reigers op de kerkhoven. De reigersbomen verdwenen echter vóór de bouw van de kerkenhuisjes in 1640. Deze zijn op hun beurt weer vervangen in 1850 en 1854 door de huidige bebouwing aan de zuidzijde van de Reigerstraat. Archeologisch onderzoek leert ons dat het smalle straatje in de veertiende eeuw met bakstenen werd aangelegd op een gedempte sloot. De huizen in de steeg werden gebouwd rond 1350 en 1450. In de straatjes woonden, afgezonderd van het stadsgewoel, deftige bewoners. De steeg heeft echter nooit een echte naam gehad anders dan het Klijne Straatje. Kasteelplein Voorheen Borchstraat of Beghinenstrate (afgeleid van het Begijnhof dat zich van 1267 tot 1535 aan de oostzijde van het Kasteelplein bevond). Oorkonde uit 1391 zegt ‘daer men gaet ter borghwaert’. In 1500 spreekt men van Plaetse voor de Burcht. De Borchstraat ontleent haar naam aan de burcht (het kasteel). Bij uitzondering wordt het plein aangeduid als de Paradeplaats. Ook wordt het wel de Botermarkt genoemd (tot 1839 was de boter- en eier-markt nog op de Havermarkt. Op de plek van de kadettenflat stond oorspronkelijk een manege. Het standbeeld is van Willem III. Pleinen en straten op het KMA terrein hebben eigen namen, aangegeven door donkerblauwe naambordjes met gele letters en zijn genoemd naar vroegere bewoners van het kasteel. Rond het terrein loopt een bomenlaan, het zogenaamde Walletje. Na 1870 werden de wallen van Breda geslecht en waren er plannen om de wallen van het kasteel ook te slechten. Daardoor zouden de kadetten hun wandelgebied verliezen (‘een walletje maken’ was een vaste uitdrukking). Een deel is daarom niet geslecht. Catharinastraat In deze straat staan hofhuizen uit de tijd van de Nassau’s, 600 jaar geleden; de huizen waar de hofhouding van de Nassau’s woonden. De Nassau’s hebben grote invloed gehad op de stadsontwikkeling van Breda. Dit gebied heeft duidelijke tegenstelling met het kernwinkelgebied. In het kernwinkelgebied waren van oudsher ambachtelijke bedrijfjes gevestigd. De panden waren in het kernwinkelgebied klein en duurder dan in straten van het dwaalmilieu waar de huizen en kavels veel breder en dieper waren. Nadat de Nassau’s uit Breda zijn vertrokken en naar Delft zijn gegaan (16de eeuw/voor de 80 jarige oorlog?), stond de ontwikkeling van de stad Breda stil. Pas in de 18de eeuw leefde deze weer op met de teelt van groente en fruit. Uit die tijd dateren de huizen met de lijstgevels. De panden zijn ouder dan de gevels doen vermoeden. Oorspronkelijke naam is Katerstraat, dat afgeleid zou zijn van katers of keuters (keuter boeren die hier gewoond zouden hebben). Kater houdt verband met kouter dat is afgeleid van cultura, dat is de door de heer van een domein zelf geëxploiteerde grond rondom diens hof. In 1812 is naam in het Frans vertaald als Rue St. Cathérine. Anderen beweren dat de naam is ontleend aan het Begijnhof dat voorheen Katharine-Begijnhof genoemd werd. Begijnhof, Waalse Kerk en Catharinakerk Er zijn twee Begijnhoven in Nederland (één in Breda en één in Amsterdam). Het Begijnhof heeft bijzondere banden met Nassau’s gehad. De oprichtingsakte dateert van 1267. Het eerste Begijnhof stond op huidige Kasteelplein. Graaf Hendrik III van Nassau wilde het kasteel uitbreiden en sloot een overeenkomst over verplaatsing van het Begijnhof, welke werd uitgevoerd in 1535.
V i s i e d o c u m e n t d w a a l m i l i e u / p 02 0 / G e m e e n t e B r e d a
Sinds 1535 op deze plek (voorheen Wendelinussteeg). Het Begijnhof bestaat uit twee hofjes. Het achterste hofje is gebouwd in 1860-1863 en werd in die tijd het Buitenhof of Nieuwe hof genoemd. St. Annastraat Voorheen Korte Nieuwstraat, ook wel Hoendermarktstraat. In 1518 werd de straat opgemeten, uitgezet en aangelegd. De St. Annastraat in Bergen op Zoom vertoont stedenbouwkundig en historisch nogal wat overeenkomsten met haar Bredase naamgenoot. Sint Anna is de moeder van Maria en de grootmoeder van Christus. In 1661 werd de hoendermarkt van de Reigerstraat overgeplaatst naar de St. Annastraat. Veemarktstraat Oorspronkelijke naam is Gasthuisstraat, zo genoemd naar het gasthuis dat stond op de plaats van het huidige cultureel centrum De Beyerd. Het is een van de vroegst vermelde straten in Breda. De naam Veemarkt en Veemarktstraat zal op den duur de oorspronkelijke naam geheel verdringen. Uit latere bronnen blijkt dat de veemarkt in de vijftiende eeuw gehouden werd op het brede gedeelte van de Veemarkt dat grenst aan de Grote Markt. Bij de aanleg van het Nonnenveld (nieuwe Veemarkt) in 1536 werd de veemarkt daarheen verplaatst. Aan de noordzijde van de Veemarkt bevindt zich een poort, waarachter in 1786 de Lutherse Kerk werd gebouwd. Het pleintje voor het bisschoppelijke paleis wordt in de volksmond het Pleintje van de Bisschop genoemd. St. Janstraat De oorspronkelijk naam van deze straat is de Veterstraat (en is weer identiek met Santstrate, welke naam ook gebruikt wordt voor de huidige Ridderstraat). Veter is het Middelnederlandse woord voor ketting, keten, boei, riem of band. De Veterstraat zou dus een straat kunnen zijn die door een ketting was afgesloten en heeft niets te maken met huidevetters of leerlooiers. De naam St. Janstraat is afgeleid van de St. Janskapel die stond op de hoek van de St. Janstraat en de Halstraat. Wanneer de kapel is gebouwd is, is niet bekend. Zij is in ieder geval vernieuwd in 1424. Bij de kapel hoorde de hofstad, een gebouwencomplex van de Ridders van St. Jan. De Ridderstraat ontleent hieraan haar naam. De grote stadsbrand van 1534 ontstond in deze kapel. Na de brand werd de kapel herbouwd. Sinds 1594 werd ze gebruikt als militaire hoofdwacht. In 1766 werd het gebouw afgebroken en werd de huidige hoofdwacht gebouwd. In 1977 werd de straat voetgangers- en fietsdomein. Naast de St. Antoniuskerk geeft een poort toegang tot de voormalige St. Antoniusschool. In 1956 bevond zich hier nog een oude rondboogpoortje, dat in de volksmond de Poort van St. Antoine werd genoemd. In een vestbrief uit 1644 wordt een huis aan de steeg aangeduid als in de St. Jans oft Veterstraete achter de huijsinge den Silverenberch, in 1698 aan de St. Jans ofte Veterstraete in den ganck agter de Koeijvoet. De Koevoet was het huis op de westhoek van de steeg. Met koevoet kan hier een ijzeren hefboom of handspaak bedoeld zijn, dus het woord in de betekenis zoals wij die nog steeds gebruiken. In het Middeleeuws kan koevoet ook koeienklauw betekenen. De steeg is tegenwoordig nog maar 20 meter lang. Ridderstraat Voorheen Zandstraat. De straat ontleent haar naam aan de ridders van St. Jan, die een vestiging hadden aan de St. Janstraat. Bij de naam Zandstraat moeten we niet denken aan een onverharde straat maar veeleer aan een straat die loopt langs of door een gebied dat het Zand heet. Dat klopt in ieder geval met de hoge ligging van de Ridderstraat en de Grote Markt. Nieuwstraat Voorheen Steenbrugstraat. Een straat die de Nieuwstraat heet, is meestal een van de oudste straten van een stad. Zo ook in Breda. Het was oorspronkelijk een doodlopende straat. Omstreeks dezelfde tijd dat de Nieuwstraat is aangelegd, is er ook een vaart
V i s i e d o c u m e n t d w a a l m i l i e u / p 021 / G e m e e n t e B r e d a
gegraven achter de Brugstraat. Deze werd waterschap genoemd en stond later bekend als de Mosselkreek. Er was een brug in de Nieuwstraat over de Mosselkreek. De Steenbrugstraat is genoemd naar de Steenbrugpoort en niet naar de brug. De brug verdween met de demping van het open riool in 1868. Aan de zuidwestzijde van de Nieuwstraat was een binnenhofje, het Burgerhof genoemd. Deze naam komt voor het laatst voor in het adresboekje van 1905. Visserstraat Deze straat staat het eerst vermeld in de oorkonde uit 1365. Het Houten Boeckxke, dat dateert uit begin van de vijftiende eeuw, noemt een dijk langs de Mark. Deze zou best identiek kunnen zijn met de Visserstraat. De straat zal zo zijn genoemd omdat hier vissers woonden. Reeds in de veertiende eeuw was de Visserstraat een deftige woonstraat; dit karakter zou tot de twintigste eeuw worden behouden. Aan de westzijde geeft een rondboogpoort toegang tot een binnenpleintje, waar een aantal woningen op uitkomt. Deze nieuwbouw dateert van 1982, maar staat op de plaats waar zich tot de jaren zestig het Vissershof bevindt (en waarvan de eerste steen in 1887 werd gelegd). Havermarkt Voorheen Korenmarkt, Nieuw Korenmarkt, Botermarkt Groenmarkt. Voor de grote stadsbrand van 1490 was de Havermarkt onderdeel van de Visserstraat. Na de brand is een deel van de straat verbreed tot een marktplein. In 1515 is de korenmarkt blijkbaar verplaatst. In 1556 waren deze marktactiviteiten blijkbaar verplaatst naar het zuidelijke deel van de Grote Markt. In 1578 werd verordonneerd dat de markt van haver en gerst voortaan zou zijn op de Oude veste. In de zeventiende eeuw stonden er banken op de Havermarkt voor groente, eieren en boter. Daarom werd de Havermarkt ook wel Botermarkt genoemd. Tijdens de Belgische onafhankelijkheidsoorlog (1830-1839) diende de Havermarkt ook als boter- en eiermarkt. Nadien werd deze verplaatst naar het Kasteelplein. Op een foto’s van rond 1870 kunnen we zien dat de Havermarkt beplant was met lindebomen, vandaar de bijnaam Groenmarkt. De Haven is gedempt in 1965, nadat ze al een stilstaand water was geworden na demping van de Mark in 1941. De Haven is haar geschiedenis bescheiden begonnen, namelijk als steeg aan de binnenzijde van de stadsmuur. Havenactiviteiten vonden alleen plaats rond de huidige Vismarkt. De steeg aan de binnenzijde van de stadsmuur van de Vismarkt tot aan de Tolbrugpoort werd Achter de Vest genoemd. Onder het begrip Achter de Vest worden meestal ook de drie stegen gevat (Enge, Wijde Steeg en de Potkanstraat en een verdwenen steeg).
V i s i e d o c u m e n t d w a a l m i l i e u / p 02 2 / G e m e e n t e B r e d a
b | 3
Fact sheets referenties Om te leren van ervaringen uit vergelijkbare straten of gebieden in Nederlandse binnen steden hebben de adviseurs van LAgroup, Leisure & Arts Consulting gesproken met de volgende ervaringsdeskundigen: •
Haarlemmerdijk/-straat in Amsterdam: Nel de Jager (straatmanager)
• Hofkwartier en Voorstraat-Noord in Dordrecht: Marina Slijkerman (projectleider van het Hofkwartier bij de gemeente Dordrecht) en Marianne de Nooij (Ondernemersloket van de gemeente Dordrecht) • b | 3 | 1
Dwaalgebied in Tilburg: Margo Strik (Team Binnenstad van de gemeente Tilburg) Haarlemmerdijk/-straat in Amsterdam
Vraag
Antwoord
Kunt u een korte omschrijving
Haarlemmerdijk en -straat in Amsterdam, twee in elkaars verlengde liggende winkelstraten die een
geven van het ‘dwaalmilieu’
praktisch volledig segment bevatten (hoog, midden en laag). In de Haarlemmerstraat zijn relatief veel
in uw stad (onder andere welk
eetwinkels en horeca te vinden. Het betreft een kleinschalig aanbod en winkels die nauwelijks elders in
gebied, welke straten, welke
Amsterdam te vinden zijn. Al met al, een gebied waar men boodschappen kan doen, kan winkelen en
primaire functies)?
recreëren. Daarnaast is in de straat een aantal grote trekkers te vinden zoals de Albert Heijn, het
Wat zijn de belangrijkste
Eigenlijk zat er achter de ontwikkeling van de Haarlemmerdijk/-straat geen visie of ontwikkelingsrichting,
doelstellingen die u met de
behalve het keren van de verdere verloedering en verpaupering van de straat. De winkeliers/ondernemers
ontwikkeling van het dwaal
hebben destijds zelf het heft in eigen handen genomen, omdat na de grootschalige stadsvernieuwings-
postkantoor, de Etos, de Blokker.
milieu wilt bereiken?
ingrepen in de directe omgeving er behoorlijk veel last werd ondervonden van koopkrachtdaling. Winkelstraten zouden volgens de destijds opererende politiek geen bestaansrecht meer hebben. De politiek stond op het standpunt de winkelstraten eerder te ´ontwinkelen´ dan te stimuleren. Een aantal winkeliers waren ook eigenaar en zagen dus hun oudedagsreserve verdwijnen. Juist de kleinschaligheid zou kansen kunnen bieden.
Met behulp van welke acties
• hardware: aankleding van de straat (zoals bijvoorbeeld in de decembermaand), collectief ‘buren bel
heeft u het dwaalmilieu in de
alarmsysteem’, project ‘kunst - licht - veiligheid’ (aanlichten gevels, kunst in de openbare ruimte); • software: organiseren van activiteiten zoals de Food Fair (presentatie van bijzondere food), de Kermis,
loop der jaren ontwikkeld? • hardware (ruimtelijke kwaliteit/ functionele invulling)
de Braderie, de intocht van Sinterklaas en de Nieuwjaarsborrel (zowel voor leden van de winkeliersvereniging, als voor niet-leden). Het doel is kennismaking op een leuke en gemakkelijke manier. Juist door
• software (product
ook de niet-leden te betrekken, laat je zien wat je wil en kan en bereik je dat mensen er graag bij
ontwikkeling)
willen horen;
• orgware
• orgware: sinds 1987 is Nel de Jager voor 20 uur in de week de (onbetaalde!) straatmanager of ‘spin in
• promotie en informatie
het web’ van de Haarlemmerdijk/straat. Zij kent Amsterdam goed, kent de ondernemers goed en heeft
voorziening
een goed netwerk. Haar werk bestaat met name uit ‘beheer’ in de breedste zin van het woord: het volgen, snel inspelen op en sturen van ontwikkelingen in de kwaliteit en branchering van het aanbod (‘huiswerk goed doen’ en ‘kandidaten achter de hand houden’), het contact onderhouden met de ondernemers om te voelen wat er leeft en het ‘voet tussen de deur’-principe om zaken met de verschillende betrokken partijen te regelen. Dit vereist kennis van onder andere het MKB-veld, van ontwikkelingen in winkelland en de vastgoedwereld en juridische kennis; • promotie en informatievoorziening: genereren van free publicity, uitbrengen van een nieuwsbrief (4x per jaar) voor winkeliers/ondernemers en alle relevante partijen. In deze nieuwsbrief wordt melding gemaakt van nieuwelingen, regelgeving, interessante weetjes (compact nieuws). Op die manier wordt iedereen bij de les gehouden. Daarnaast vindt apart overleg plaats met de horeca.
Voor welke doelgroepen heeft
Voor en door de buurt (bewoners en ondernemers).
u het dwaalmilieu ontwikkeld (specifieke aandacht voor toeristen)?
V i s i e d o c u m e n t d w a a l m i l i e u / p 02 3 / G e m e e n t e B r e d a
Vraag
Antwoord
Wat zijn de belangrijkste partijen • gemeente: de gemeente zag in de jaren tachtig geen bestaansrecht meer voor die bij de ontwikkeling van het
de straat. Het was een verpauperde straat met coffeeshops, krakers, drugs en criminaliteit, veel
dwaalmilieu zijn betrokken (en
achterstallig onderhoud. De gemeente wilde de straat ‘ontwinkelen’ en bestemmen voor woningbouw
wie heeft welke rol)?
en zag slechts bestaansrecht in een klein winkellint met aan beide zijden een supermarkt, maar dat
• gemeente
leverde protest op van met name de winkeliers uit de buurt. In samenwerking met het gemeentelijk
• toeristische promotieorganisatie
grondbedrijf (dat veel panden in bezit had of heeft aangekocht) is er ruimte gecreëerd voor startende
• ondernemers (winkeliers/ horeca) • bewoners • vastgoedeigenaren
ondernemers. Nu is de rol van de overheid veranderd in een meer faciliterende rol (regelgeving, bestemmingsplan, subsidie); • toeristische promotieorganisatie: de buurt is van oudsher een buurt met een relatie met de scheepvaart. Door terugloop van de scheepvaart is het meer een woon-werkbuurt geworden. Het gebied ligt als het ware langs de Rode Loper (centrum van Amsterdam). De buurt heeft veel monumentale panden. De winkeliers hebben in de jaren negentig in eigen beheer een wandelroute uitgegeven en in samenwerking met andere kleinschalige winkelgebieden in Amsterdam is een plattegrond van Amsterdam uitgegeven (The Map). De Haarlemmerbuurt is een buurt die echt ontdekt moet worden. Probeer unieke en onderscheidende elementen te gebruiken, maar tegelijkertijd de eigen zwakheden te onderkennen; • ondernemers (winkeliers/horeca): van de circa 225 winkels en bedrijven in de straat zijn er 80% lid van de winkeliersvereniging. Het bestuur brengt ieder jaar een ‘jaarverslag’ uit, waarin de doelen voor het volgende jaar worden geformuleerd (om de buurt ‘collectief op de kaart te houden’); • bewoners: van oudsher heeft Amsterdam WijkOpbouwOrganen (WOO) die het belang van bewoners onder-steunen. De winkeliersvereniging heeft een werkrelatie met WOO de Gouden Reaal. In de loop der jaren is de groep bewoners veranderd. De buurt kent nu veel koopwoningen, die net als de winkelbuurt een kleinschalig karakter hebben. Door toename van de populariteit van het winkelgebied is de woonbuurt een gewild milieu voor starters op de woningmarkt. Het bewonersaanbod is gevarieerd en nog steeds een redelijke afspiegeling van Amsterdam. Bewoners ervaren de Haarlemmer buurt als zeer aangenaam, het heeft iets dorps; • vastgoedeigenaren: met deze partijen (woningcorporaties en ontwikkelaars) is het soms lastig samenwerken, vanwege de veranderde structuur in de loop der jaren (privatisering). Deze partijen denken vanuit een korte termijn/commercieel belang en willen vaak in zee met de grotere ketens (= minder risico). De winkelstraatmanager brengt vaak de kandidaten aan. Gevaar op dit moment is dat door de gestegen populariteit eigenaren snel geneigd zijn de huurprijzen flink te laten stijgen. Vastgoedeigenaren werken te vaak vanuit het ‘marktconforme’ principe, niet vanuit een redenatie van maatschappelijk belang.
Wat zijn de belangrijkste leerpunten?
• creëer ‘voor elk wat wils’: dit betekent dat er aanbod moet zijn zowel in het lage, midden als hoge segment en variëteit in de segmenten(dagelijkse boodschappen, food, non-food, horeca/uitgaan); • zorg voor goede parkeermogelijkheden/bereikbaarheid; • creëer eigenaarschap bij de ondernemers (en geef ze complimenten voor de dingen die ze doen). Hou de wisselingen in de gaten en betrek nieuwe ondernemers/winkeliers (dit is een blijvende activiteit!). Dit betekent bijvoorbeeld bij start een welkomstbloemetje en uitleg over reilen en zeilen in de buurt. Ga voortdurend ‘buurten’ bij de nieuwelingen, maar vergeet de ‘oude garde’ niet; • zorg voor een lange termijn-doelstelling zonder dat je jezelf ‘overschreeuwt’ (een te hoge ambitie werkt demotiverend). Maak waar wat je zegt; • creëer een ‘startersmilieu’ met kleinschalige units (niet groter dan 400 m2) en met flexibele bestemmingsplannen en regelgeving, zodat ‘mengformules’ (detailhandel/horeca) mogelijk zijn; • zorg voor de noodzakelijke basisvoorzieningen/trekkers. Immers, de buurt kent een hoge bewonersdichtheid (praktisch boven elk winkelpand wordt gewoond). Hierdoor hou je je bewoners sowieso binnen. Bied daarnaast extra’s. Het behoud van variatie is zeer belangrijk; • werk samen met ondernemers (wat vraag je van ze? wat hebben ze nodig?); • zorg voor een goede afstemming met het parkeerbeleid, terrassenbeleid, reclamebeleid, etalagebeleid, enzovoort. Het dagelijks beheer is zeer belangrijk. Niet te schreeuwende reclameborden, geen gesloten rolluiken, schoon, heel en veilig. Zorg voor een aangename sfeer, ook in de avonduren; • (samenwerking) probeer bij de ontwikkeling van specifieke zaken stagiaires te betrekken. Geeft vaak veel leuke en nieuwe initiatieven en inzichten.
V i s i e d o c u m e n t d w a a l m i l i e u / p 024 / G e m e e n t e B r e d a
b | 3 | 2
Voorstraat-Noord in Dordrecht
Vraag
Antwoord
Kunt u een korte omschrijving
Voorstraat-Noord (ten noorden van het centrum van Dordrecht). De primaire functies bestaan met name
geven van het ‘dwaalmilieu’ in
uit historische gebouwen en monumenten (onder andere de Munt van Dordrecht, Kunstuitleen in
uw stad (onder andere welk
Jugendstil-pand,
gebied, welke straten, welke
het oudste kinderdagverblijf van Nederland), detailhandel (onder andere speciaalzaken voor duurzame
primaire functies)?
artikelen, winkels op het gebied van curiosa, kunst en antiek) en horeca. Ook heeft de straat een woonfunctie. Ten slotte is de Voorstraat-Noord een aanloopstraat voor mensen die van de Waterbus komen.
Wat zijn de belangrijkste
Belangrijkste doelstelling was het tegengaan van de verpaupering van panden in de straat. Daarnaast
doelstellingen die u met de
vormt het gebied een aanvulling op het kernwinkelapparaat, dat zich kenmerkt door grootwinkel- en
ontwikkeling van het dwaalmi-
filiaalbedrijven. In de Voorstraat-Noord is juist een specifieke ‘couleur locale’ te vinden.
lieu wilt bereiken? Met behulp van welke acties
• hardware: verbetering en restauratie panden, komst nieuwe speciaalzaken (winkels, met name curiosa,
heeft u het dwaalmilieu in de
kunst en antiek), stimulering ‘wonen boven winkels’ (middels subsidie); • software: gemeentelijke investering in banieren en in het organiseren van evenementen in de straat
loop der jaren ontwikkeld? • hardware (ruimtelijke kwaliteit/ functionele invulling)
(indertijd onderdeel van Dordt IN Stoom in die straat), dit om toeristen te helpen deze straat te ontdekken/loop te stimuleren;
• software (productontwikkeling) • orgware: een deel van de ondernemers heeft zich aangesloten als deelnemer in ‘Kunstrondje Dordt’ • orgware
(zie verder). Verder was er voorheen ook een winkeliersvereniging, maar die is helaas ter ziele. Nu pakt
• promotie en informatievoor-
de Stichting Centrummanagement Dordrecht de organisatie van de winkeliers weer op; • promotie en informatievoorziening: Voorstraat-Noord is opgenomen in de toeristische wandelroute
ziening
‘Rondje Dordt’ en in ‘Kunstrondje Dordt’, een route langs kunst- en antiekwinkels, die ook met vlaggen wordt aangegeven. Voor welke doelgroepen heeft u
Voor zowel bezoekers uit Dordrecht en de regio als bezoekers die vanuit een grotere cirkel rondom
het dwaalmilieu ontwikkeld
Dordrecht de stad komen bezoeken. De bezoekers worden naar Voorstraat-Noord getrokken, doordat (1)
(specifieke aandacht voor
de straat onderdeel is van Rondje Dordt en Kunstrondje Dordt en daarmee van de toeristische
toeristen)?
wandelroute en (2) de straat onderscheidend is ten opzichte van het kernwinkelgebied.
Wat zijn de belangrijkste partijen • gemeente: de gemeente heeft met name panden aangekocht en vervolgens met een ‘verbeteringsdie bij de ontwikkeling van het
plicht’ verkocht. Ook heeft de gemeente ‘wonen boven winkels’ gestimuleerd middels een subsidie en
dwaalmilieu zijn betrokken (en
de winkeliers ondersteund/gestimuleerd (onder andere in Kunstrondje Dordt);
wie heeft welke rol)? • gemeente • toeristische promotie organisatie • ondernemers (winkeliers/ horeca) • bewoners
• toeristische promotieorganisatie: de VVV is betrokken in de ontwikkeling van de toeristische wandelroutes door de Voorstraat-Noord; • ondernemers (winkeliers/horeca): de ondernemers zijn betrokken als deelnemer in Kunstrondje Dordt en hebben vanuit de winkeliersvereniging activiteiten in de straat georganiseerd; • bewoners: de bewoners hebben deelgenomen aan een projectgroep of een ander inspraak-/ meedenkmoment indertijd; • vastgoedeigenaren: de eigenaren hebben een rol gehad in het verbeteren van de panden.
• vastgoedeigenaren Wat zijn de belangrijkste leerpunten?
• blijvend investeren in vastgoed, openbaar gebied en de organisatie van de ondernemers (dus tegelijkertijd in hardware, software en orgware) is een noodzakelijke voorwaarde voor succes; • trekkracht is sterk afhankelijk van specifieke personen. Zo is de winkeliersvereniging indertijd onderuit gegaan door het overlijden van de voorzitter. Daarom is het van belang om de ‘orgware’ vast te leggen in structuren.
V i s i e d o c u m e n t d w a a l m i l i e u / p 025 / G e m e e n t e B r e d a
b | 3 | 3
Hofkwartier in Dordrecht
Vraag
Antwoord
Kunt u een korte omschrijving
Het Hofkwartier is het gebied rondom Het Hof en heeft binnen zijn grenzen onder andere het Dordrechts
geven van het ‘dwaalmilieu’ in
Museum, de Kloostertuin en de Kunstkerk. In de komende jaren worden hieraan het Archief en de
uw stad (onder andere welk
afdelingen Monumentenzorg en Archeologie toegevoegd. Het gebied wordt ontwikkeld rondom de
gebied, welke straten, welke
thema’s Geschiedenis, Maatschappij en Kunsten. Er is sprake van een gefaseerde aanpak, namelijk in vier
primaire functies)?
zogenaamde Kwartieren. Bij de verdere uitwerking is het niet exact mogelijk gebleken om de diverse functies in de specifieke kwartieren te huisvesten. Het concept blijft overeind, maar de uitwerking ervan zal minder zichtbaar zijn.
Wat zijn de belangrijkste
Voor de binnenstad in zijn totaliteit:
doelstellingen die u met de
• regionaal niveau: kwaliteitsslag op het gebied van winkelen, horeca en cultuur
ontwikkeling van het dwaal
• nationaal niveau: uniciteitslag om te groeien tot een erkende historische bestemming
milieu wilt bereiken?
• 200.000 bezoekers per jaar aan het Hofkwartier. Door te investeren in kunst en cultuur (in het bijzonder in een onderscheidende invulling van inhoud en functie van musea en monumenten in het Hofkwartier) wil Dordrecht een impuls geven aan de kwaliteitsontwikkeling van de binnenstad en historisch Dordrecht op de nationale kaart zetten. In de toekomstvisie ‘Het Hofkwartier Dordrecht maakt geschiedenis!’ worden de ambitie en de kwalitatieve en kwantitatieve doelstellingen weergegeven. Kwalitatief:
Kwantitatief:
• verbeteren nationaal imago Dordrecht als
• 500 tot 1.000 bezoekers per dag (verblijfsduur
levende historische stad • aantrekken cultureel kapitaal/talent en deze
minimaal 2 uur), zo gelijkmatig mogelijk verdeeld over het jaar
binden aan de stad met als resultante duurzame
• minimaal 200.000 bezoekers per jaar (vanaf 2007)
culturele ontwikkeling Dordrecht
• herkomst bezoekers: Dordrecht, regio en de rest
• groei in bewustzijn inwoners/bezoekers (jong/ oud) van geschiedenis/cultuur van de stad • genereren van directe inkomsten t.b.v. exploitatie
van Nederland • herkomst studenten/jonge ondernemers: Nederland (Breda, Rotterdam, Utrecht, Arnhem),
Hofkwartier en creëren economische spin-off
Belgie (Gent, Antwerpen, Brussel), Duitsland
voor rest Dordrecht
(Keulen)
• bijdrage leveren aan verbetering vestigings- en investeringsklimaat, werkgelegenheid en leefbaarheid van de stad Met behulp van welke acties
• Visie-ontwikkeling met betrekking tot hardware:
heeft u het dwaalmilieu in de
- in het Eerste Kwartier het Archief/de Archeologische Werkplaats (educatie, studiezaal, historische
loop der jaren ontwikkeld?
exposities, rondleidingen depot/atelier), Grand café De Verwennerij, Het Magazijn/Expoplein (winkel
• hardware (ruimtelijke kwaliteit/
en tijdelijke tentoonstellingen), De Kloostertuin, De Fascinatie (ontmoetingsruimten), De Kunstkerk en
functionele invulling) • software (product ontwikkeling)
-passage (tentoonstellingen, veilingen, muziek en theater, detailhandel) - in het Tweede Kwartier het Dordrechts Museum (+ publieksvoorzieningen) - in het Derde Kwartier de Hof als Academie (post-academisch onderwijs, lectoraat, Dordrecht
• orgware
Summerschool), als ruimte voor debat/lezing/conferentie, als podium/atelier/marktplaats/balzaal,
• promotie en informatie
de Augustijnenkerk
voorziening
- in het Vierde Kwartier een horecafunctie in gebouw de Berckepoort - in de afgelopen periode is gestart met het maken van een masterplan en een stedenbouwkundig plan; • software (zie boven): op diverse plaatsen in het Hofkwartier is ruimte voor culturele activiteiten en evenementen. Voorbeelden hiervan zijn de activiteiten in de Kunstkerk, de Hofdagen en Hofconcerten; • orgware: in de fase van visieontwikkeling hebben een veelheid aan betrokkenen zitting genomen in de projectgroep of meegedacht in een van de drie denktanks (Kunsten, Maatschappij en Marketing). Nu wordt er een dynamische netwerkorganisatie opgericht die meegroeit met de ontwikkeling van het Hofkwartier. Deze organisatie bestaat uit verschillende poten, zoals een Regiegroep, Projectteams en Marketing en Communicatie; • promotie en informatievoorziening: Marketing en Communicatie vormt een apart aandachtsgebied binnen de organisatie van het Hofwartier.
V i s i e d o c u m e n t d w a a l m i l i e u / p 02 6 / G e m e e n t e B r e d a
Vraag
Antwoord
Voor welke doelgroepen heeft u
Volgens de Toekomstvisie:
het dwaalmilieu ontwikkeld
• bezoekers geïnteresseerd in (cultuur-)geschiedenis, kunst en maatschappij
(specifieke aandacht voor
• bewoners Dordrecht, Drechtsteden op zoek naar hun ‘roots’, inspiratie en bezinning
toeristen)?
• studenten en jonge ondernemers op zoek naar een inspirerende werk- en leeromgeving • scholieren op zoek naar inspirerende educatie waar jongeren deelnemer zijn • professionals die zich voeden met culturele bagage • bedrijven op zoek naar jong talent en hun klanten
Wat zijn de belangrijkste partijen • gemeente: de gemeente Dordrecht ‘zet de toon’ en neemt de lead in de visieontwikkeling die bij de ontwikkeling van het dwaalmilieu zijn betrokken (en wie heeft welke rol)? • gemeente • toeristische promotieo rganisatie • ondernemers (winkeliers/ horeca)
• toeristische promotieorganisatie: dachten mee in de denktank Marketing (in de fase van visie ontwikkeling). Nu denken zij mee op het niveau van de promotie van de binnenstad in zijn totaliteit. • ondernemers (winkeliers/horeca): zowel horeca-ondernemers als -productleveranciers zijn nodig voor de exploitatie van enkele bijzondere ontmoetingsplekken in het Hofkwartier. Ook wordt gezocht naar ondernemers in woord, beeld en geluid, samenwerking met de onderwijs- en wetenschapswereld. • bewoners: een deel van de bewoners participeert in de activiteiten van het Hofkwartier (muurkrant, avondprogramma’s, denktanks tbv ontwikkeling, blootleggen eigen netwerk tbv ontwikkeling) • vastgoedeigenaren: (nog) niet bekend
• bewoners • vastgoedeigenaren Wat zijn de belangrijkste leerpunten?
• een visie is prachtig als streefbeeld, maar wordt in de uitvoering soms beperkt door de dagelijkse praktijk (bijvoorbeeld ontwikkelingen die geen doorgang kunnen vinden door moeilijk te verwerven locaties) • het is lastig om de geschiedenis van de plek zichtbaar te maken. Daartoe zijn nu audioguides in ontwikkeling. • gemeente kan visie helpen ontwikkelen door het acquireren van panden op strategische locaties in het Hofkwartier (zoals de Kunstkerk). Echter, daarvoor is een groot budget nodig, dat in Dordrecht beschikbaar is door de prioriteit van de binnenstad. • de ruimtebehoefte van twee grote culturele instellingen in het Hofkwartier (Archief en Dordrechts Museum) vormt een belangrijke aanleiding voor de plannen met het Hofkwartier. • het aantal winkeliers en horecaondernemers kan worden gestuurd door aan te geven dat in een bepaald straatdeel een minimum en maximum aantal mag worden gevestigd. • het is zeer wenselijk om de realisatie in een behoorlijk tempo te doen, anders haken de participanten van het visietraject af. • extra aandacht voor de openbare ruimte is zeer gewenst om zo de optimale aansluiting te hebben tussen functie en gebied en daarmee de totale belevingswaarde te verhogen.
V i s i e d o c u m e n t d w a a l m i l i e u / p 027 / G e m e e n t e B r e d a
b | 3 | 4
Dwaalgebied in Tilburg
Vraag
Antwoord
Kunt u een korte omschrijving
Het gebied tussen Stationsstraat, Willem II-straat, de Heuvel, Noordstraat en Nieuwlandstraat, dat nu met
geven van het ‘dwaalmilieu’ in
name een woonfunctie heeft en waar monumentale 19e eeuwse panden en kleinschalige, gespeciali-
uw stad (onder andere welk
seerde detailhandel te vinden is.
gebied, welke straten, welke primaire functies)? • het als contrast en als aanvulling op het kernwinkelgebied benutten van de eigen identiteit van het
Wat zijn de belangrijkste doelstellingen die u met de
gebied en het versterken van de eigen positie van Binnenstad-West (door speciale winkels, horeca,
ontwikkeling van het dwaalmi-
cultuur, architectuur, openbare ruimte (panden, straten en hoekjes)); • het accent ligt op de economische functie (versterken van een kwalitatief en specifiek winkelmilieu aan
lieu wilt bereiken?
de westzijde van de stad, in aanloop naar het kernwinkelgebied) en daarnaast op het verbeteren van gebouwen en openbare ruimte (door herinrichten straten en door voor te sorteren op BinnenstadWest als beschermd stadsgezicht). Een toeristische doelstelling is in een stad als Tilburg (zonder historische binnenstad) minder aan de orde; toeristische acties zijn dan ook volgend aan de andere acties en moeten echt vanuit het particuliere initiatief zelf komen. Met behulp van welke acties
Verschillende stappen, namelijk (1) inspirerende en samenhangende concepten, (2) aantrekken van
heeft u het dwaalmilieu in de
winkels kwantitatief en kwalitatief passend binnen deze (deel)concepten, (3) ondersteunende
loop der jaren ontwikkeld?
maatregelen.
• hardware (ruimtelijke kwaliteit/ • hardware: herinrichting openbare ruimte, herstellen muurschilderingen, uitlichten van historische functionele invulling)
gebouwen. In de Stationsstraat - waar de herinrichting reeds is uitgevoerd - volgen de ontwikkelingen
• software (product
elkaar nu in rap tempo op. Eigenaren willen graag participeren in het ‘mooi maken’ van de straat en
ontwikkeling)
starten op sommige plekken zelf detailhandelsinitiatieven op de begane grond van hun pand op;
• orgware
• software: er leven ideeën om routes te ontwikkelen (zoals een designroute of een woonroute);
• promotie en informatie
• orgware: allereerst is een algemene informatieavond voor inwoners en ondernemers in het gehele
voorziening
gebied georganiseerd, daarnaast zijn avonden per straat georganiseerd, waarin een specifieke agenda per straat is geformuleerd. Bewoners en/of ondernemers hebben zich nu in Verenigingen van Eigenaren verenigd. Een keer per drie maanden wordt nu structureel overleg per straat georganiseerd. Inmiddels is ook een winkeliersvereniging opgericht en worden er door de ondernemers structureel evenementen in het gebied georganiseerd. Daarnaast is binnen het Projectbureau Binnenstad van de gemeente een gemeentelijk aanspreekpunt gekomen. De belangrijkste taken zijn ‘aanjagen’ en ‘netwerken’ (weet hebben van vraag naar en aanbod van leegkomende panden); • promotie en informatievoorziening: algemene nieuwsbrief (vanuit gemeente) en nieuwsbrieven per straat. De visie dient als een soort van ‘promotiemateriaal’ naar geïnteresseerden in het dwaalgebied.
Voor welke doelgroepen heeft u
Niet zozeer voor toeristen, wel voor inwoners van Tilburg en andere consumenten die stad bezoeken.
het dwaalmilieu ontwikkeld
De bedoeling is dat er meer loop komt in de straten van het dwaalgebied.
(specifieke aandacht voor toeristen)? Wat zijn de belangrijkste partijen • gemeente: de gemeente regisseert, stimuleert en schept voorwaarden (‘aanjaagfunctie’ en dus niet die bij de ontwikkeling van het
‘doodregelen’). Gemeentelijke investeringen richten zich met name op verbetering van kwaliteit van de
dwaalmilieu zijn betrokken (en
openbare ruimte en behoud en verbetering van de monumentale panden (niet: subsidies, verplaatsingen,
wie heeft welke rol)?
wel bestrating en communicatie);
• gemeente
• toeristische promotieorganisatie: niet bekend;
• toeristische promotie
• ondernemers (winkeliers/horeca)/bewoners: kenmerkend voor de ontwikkelingen is de noodzakelijke
organisatie • ondernemers (winkeliers/ horeca) • bewoners • vastgoedeigenaren
inbreng van ‘kleine’ ondernemers en vastgoedeigenaren. Zij moeten zelf het voortouw nemen om de dwaalzone verder van de grond te tillen. Nu is reeds een omwenteling zichtbaar van een afwachtende/ negatieve houding naar een meer actieve/positieve houding; • vastgoedeigenaren: vastgoedeigenaren zijn verenigd in de Stichting Stadskern (ook bewoners, ondernemers, horeca, kunst en cultuur). De stichting is partner in de ontwikkelingen. Vastgoed eigenaren zijn dus goed op de hoogte. Daarnaast wordt bij zwakke functionele invulling en/of slecht onderhoud van een pand met de eigenaar in gesprek getreden. Tot nu toe werpt dit vruchten af.
V i s i e d o c u m e n t d w a a l m i l i e u / p 02 8 / G e m e e n t e B r e d a
Vraag
Antwoord
Wat zijn de belangrijkste
• begin klein en breid stapsgewijs uit;
leerpunten?
• zorg voor een goede communicatie en leg de nadruk op beeldkwaliteit en sfeer/positionering (kwalitatief) in plaats van op kwantitatieve termen (zoals branchering, vierkante meters en huurprijzen); • geef ruimte aan het particuliere initiatief; • bied ondersteuning ‘op maat’ (dus niet steeds gebiedsgericht, maar veel meer straatgericht); • gebruik LT-visie (drie jaar) als ‘acquisitieboek’ richting makelaars en individuele exploitanten.
V i s i e d o c u m e n t d w a a l m i l i e u / p 02 9 / G e m e e n t e B r e d a