o
o
[p[r©vDöi]€De
/& groningen Aan de leden van Provinciale Staten, de heren Luitjens en Blom.
Martinikerkhof 12 Postbus 610 9700 AP Groningen
050 316 49 33
Datum Briefnummer Zaaknummer Behandeld door Telefoonnummer Antwoord op Bijlage Onderwerp
aC/)
3 Q NOV. 2010 2010-62.458/48/A.20, LGW 284674 Galen Last L.J. van (050)316 4193 1 Brief staatssecretaris ELI van 20 oktober jl. inzake Budget Landelijke gebied
Geachte heren Luitjens en Blom, Op 22 oktober jl. ontvingen wij schriftelijke vragen van het statenlid de heer Luitjens en op 26 oktober jl. van het statenlid de heer Blom over de brief van Staatssecretaris Bleker van Economie, Landbouw & Innovatie (EL&I) van 20 oktober jl. betreffende het aangaan van nieuwe verplichtingen binnen de Bestuursovereenkomst tussen Rijk en provincie. Hierbij beantwoorden wij, gelet op de samenhang, uw vragen in één brief. Vragen van de heer Luitjens: Vraag 1: Wilt u de bedoelde brief op korte temiijn aan de leden van Provinciale Staten toesturen? Antwoord: zie bijgevoegde brief.
UJ
Vraag 2: Kunt u aangeven wat de gevolgen van de nieuwe koers van het Rijk zijn voor de provincie Groningen? Antwoord: deze vraag is beantwoord in onze brief aan Provinciale Staten over dit onderwerp. Vragen van de heer Blom: Vraag 1: Bent u het met mij eens dat met een dergelijk beleid eerdere afspraken tussen rijk en provincie, en daarmee ook afspraken met de met dit beleid betrokken partijen geschonden worden? Antwoord: ja. Dit standpunt vindt u ook terug in de reactie van het IPO
O 06-HB-SG-001
Vraag 2: Bent u het met mij eens dat dit zou neerkomen op het plegen van onbehooriijk bestuur?
DG provincie Groninge.n vv^erkt voigens normen die Zi^n vastgelegd in eBn handvest voor dienstverlening. Dit handvest vindt u op onze website of kunt u opvragen bij de afdeling Communicatie en Kabinet, Publieksvoorlichting; 050 3164160
Antwoord: wij hebben op krachtige wijze in IPO-verband aangegeven dat wij ons niet gebonden achten aan de brief die de Staatssecretaris heeft geschreven. Op 15 november jl. heefteen eerste overieg plaatsgevonden, waarin een gezamenlijk traject is afgesproken van een herijking van de EHS en de wijze waarop een en ander tot een decentralisatie kan leiden. Wij hebben geen behoefte om verdere kwalificaties te geven over de door de Staatssecretaris gekozen werkwijze. Vraag 3: Bent u het met mij eens dat bijvoorbeeld het niet aanleggen van een robuuste verbindingszones de principes en de werking van de Ecologische Hoofdstructuur te niet zouden doen, en daamnee ook kapitaalvernietiging op de reeds eerder aan EHS besteedde gelden gepleegd zou worden? Antwoord: Wij hechten aan de uitvoering van de Bestuursovereenkomst en het Programma Landelijk Gebied, waarbij de realisering van de EHS hand in hand gaat met agrarische structuurversterking. Daarbij hechten wij ook sterk aan robuuste verbindingen tussen natuurgebieden. Wij wensen zelf te bepalen waar de EHS (incl. robuuste verbindingen) ligt en welke onderdelen/gebieden prioriteit in de uitvoering hebben. Decentralisatie betekent dat de provincie zelf afwegingen maakt. Het is te absoluut gesteld dat het niet realiseren van onderdelen van de EHS gelijkgesteld kan worden met kapitaalsvernietiging. Wel zijn wij van mening dat zorgvuldig met ingezet beleid omgegaan moet worden en dat inhoudelijke ovenvegingen daarin centraal moeten staan. Voorts kunnen wij ons moeilijk voorstellen dat op locaties waar al veel investeringen zijn gedaan, niet ook de laatste stappen worden gezet. Vraag 4 en 5: Bent u het met mij eens dat stoppen met natuurontwikkeling op het platteland de economische belangen van natuur gerelateerde branches als recreatie geschaad zullen worden? Bent u het met mij eens dat met dit nieuwe beleid de leefbaarheid op het platteland negatief beïnvloed zal worden? Antwoord: stoppen met natuurontwikkeling heeft naast gevolgen voorde biodiversiteit, ook ongewenste gevolgen voor andere sectoren en aspecten, zoals recreatie, toerisme en kan ook negatieve effecten hebben voor de leefbaarheid. Tevens zijn wij van mening dat de koppeling van natuurontwikkeling en versterking van de agrarische structuur hand in hand gaan. Vraag 6: Bent u bereid om naar het rijk toe stappen te ondernemen om het aan zijn eerdere afspraken omtrent de totstandkoming van de EHS te houden, en zo ja, welke? Antwoord: Wij hebben reeds in IPO-verband stappen gezet en afspraken gemaakt met het Rijk over een gezamenlijke aanpak voor de komende maanden. Voor de inhoud hien/an venwijzen wij naar onze brief aan uw Staten van 30 november 2010.
Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Hoogachtend, Gedeputeerde Staten van Groningen:
, voorzitter.
, secretaris.
Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie
> Retouradres Postbus 20401 2500 EK DEN HAAG
College van Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen De heer D. Hollenga Postbus 610 9700 AP GRONINGEN
^«ff5^?^p|'ovinde ^ ^ ^ groningen
Natuur, Landschap en Platteland Team Gebieden
GT
Prins Clauslaan 8 2595 AJ DEN HAAG Postbus 20401 2500 EK DEN HAAG www.minlnv.nl
2 2 OKT 2010
Ing. d.d.:
Zaaknr.:
Corr.nr.:
Afd.: m
^
, Y
m
[^!^=—
Datum 20 oktober 2010 Betreft Rapportage Midterm Review
Contactpersoon dr.ir. E.P. Theune Programmaleider MTR T 070 3785050 M 06 18307093 e.p.theunecamininv.nl Onze referentie NLP 2010-3065
Geachte heer Hollenga, Uw rapportage van de Midterm Review (MTR) van het Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG) is in goede orde ontvangen. De rapportage geeft een helder inzicht in de stand van zaken in uw provincie. Ik wil u bedanken voor uw bijdrage aan de landelijke rapportage MTR. De toenmalige minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft deze rapportage op 24 septe.mber j l . aangeboden aan de Tweede Kamer. In het licht van het regeerakkoord is nu een ingrijpende wijziging aan de orde. Het gaat daarbij om bezuinigingen in verband met een herijking van de EHS, de beëindiging van een aantal investeringen, in het bijzonder voor Robuuste Verbindingszones (RVZ) en Recreatie om de Stad (RodS), en om een algemene korting op de budgetten. Ik meld u in dat kader dat uitgaven gedaan voor verwerving in RVZ's en RodS na de datum van deze brief niet meer voor financiering uit het aan u verieende budget in aanmerking komen. Ik kan daarnaast niet verzekeren dat de verplichtingen die u nog aangaat, uitgezonderd die voor continuïteit van beheer, daadwerkelijk uit het aan u verieende budget zullen kunnen worden gefinancierd. Ik behoud mij het recht voor om nieuwe uitgaven voor RVZ's en RodS en overige verplichtingen die na de datum van deze brief zijn aangegaan niet voor financiering uit het ILG of andere rijksmiddelen in aanmerking te brengen, en zal dit ook betrekken bij het overgangsregime van het wetsvoorstel waarmee vorm zal worden gegeven aan de decentralisatie van het ILG. Als uw provincie nieuwe verplichtingen aangaat, loopt de provincie daardoor een reëel risico dat deze uit eigen provinciale middelen zullen moeten worden gefinancierd. Van een aantal provincies heb ik het verzoek gekregen om de aankooplicht van grond op te schorten. In het licht van het bovenstaande zal ik, indien u verzoekt om opschorting van de aankoopplicht, deze in principe honoreren.
Pagina 1 van 2
Ik verwacht dat ten aanzien van de afhandeling van de aangegane verplichtingen onder de thans geldende ILG-bestuursovereenkomst en de aanpassing van de in die overeenkomst opgenomen afspraken overeenstemming te bereiken in het kader van het nieuwe Bestuursakkoord Rijk-provincies. DE STAATSSECRETARIS ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE,
Natuur, Landschap en Platteland Team Gebieden
Datum 20 oktober 2010 Onze referentie NLP 2010-3065
Pagina 2 van 2