Gegevens verwijderen Arbeidsreglement
ARBEIDSREGLEMENT VOOR ARBEIDERS EN BEDIENDEN
WERKGEVER
................................................................................................ : ...........................................
................................................................................................ (HOOFDZETEL) : ...........................................
................................................................................................ (Naam en adres) : ........ ................................. Telefoon
................................................................................................ : ...............
.................................................. AFDELINGS- OF EXPLOITATIEZETEL(S) : ...........................................
AARD VAN DE BEDRIJVIGHEID - Hoofdactiviteit
: ................................................................................................ ...........................................
- Bijkomende activiteit : ................................................................................................ ........................................... PARITAIR COMITE
:
- Arbeiders
: ............................................... ...........................................
nr. .......... ........
- Bedienden
............................................... : ...........................................
........ nr. ..........
RIJKSDIENST VOOR SOCIALE ZEKERHEID
VERZEKERINGSMAATSCHAPPIJ
(RSZ)
ARBEIDSONGEVALLEN
Victor Hortaplein 11, 1060 BRUSSEL
- Arbeiders :
Tel. 02/509 31 11 en Fax 02/509 30 19
............................................... ...........................................
................................ Tel. ............... Aansluitingsnummer : ........................................... .........................
............................................... Polisnummer : ...........................................
Ondernemingsnummer: ........................................... .........................
- Bedienden :
KAS VOOR KINDERBIJSLAGEN
............................................... ...........................................
............................................... ...........................................
................................ Tel. ...............
............................................... ...........................................
............................................... Polisnummer ...........................................
............................................... .......... ...............................
................................ Tel. ...............
EXTERNE DIENST VOOR PREVENTIE EN
......................... Aansluitingsnummer : ......................
BESCHERMING OP HET WERK
............................................... ........................................... KAS VOOR JAARLIJKSE VAKANTIE
............................................... ...........................................
............................................... ...........................................
............................................... .......... ...............................
............................................... ........................................... ............................................... .......... ...............................
................................ Tel. ................
................................ Tel. ................
........................................... Aansluitingsnummer : ...........................................
.......................................... Aansluitingsnummer : ...........................................
II.01 versie 03/2012
p. 1
Arbeidsreglement
INHOUD HOOFDSTUK I. ALGEMENE VOORWAARDEN
3
HOOFDSTUK II. TEWERKSTELLING
4
HOOFDSTUK III. DE BELONING
8
HOOFDSTUK IV. RECHTEN EN PLICHTEN VAN HET TOEZICHTHOUDEND PERSONEEL 10 HOOFDSTUK V. WERKONBEKWAAMHEID
11
HOOFDSTUK VI. BEEINDIGING VAN DE ARBEIDSOVEREENKOMST
13
HOOFDSTUK VII. BEEINDIGING OM DRINGENDE REDENEN
18
HOOFDSTUK VIII. AANSPRAKELIJKHEID
19
HOOFDSTUK IX. WELZIJN
20
HOOFDSTUK X. STRAFFEN
23
HOOFDSTUK XI. BIJLAGEN
24
De bijlagen die u achteraan terugvindt, maken eveneens deel uit van dit arbeidsreglement. Gelieve deze bijlagen – indien nodig – in te vullen.
II.01 versie 03/2012
p. 2
Arbeidsreglement
HOOFDSTUK I. ALGEMENE VOORWAARDEN Art. 1 : Toepassingsgebied Dit reglement regelt de arbeidsvoorwaarden van zowel het arbeiders 1 als bediendepersoneel van de onderneming of instelling waarvan de benaming op de eerste bladzijde van dit reglement werd vermeld, ongeacht hun leeftijd, geslacht of nationaliteit.
Art. 2 : Verbintenis Zowel werkgever als werknemer worden vanaf de afgifte van dit arbeidsreglement aan de werknemer geacht dit reglement te kennen en alle voorwaarden ervan te aanvaarden en na te komen, uitgezonderd deze die onwettig zouden worden krachtens bindende wettelijke bepalingen.
Art. 3 : Afwijkingen In individuele gevallen kan van dit reglement afgeweken worden hetzij tijdelijk, hetzij definitief, zonder evenwel de bestaande wettelijke of reglementaire voorschriften te overtreden. Deze afwijkingen, waarover de werkgever en werknemer schriftelijk hun akkoord moeten geven, worden in 2 exemplaren opgesteld.
Art. 4 : Kennisgeving door de werknemer Met het oog op de toepassing van de sociale wetgeving moet de werknemer bij de indiensttreding alle inlichtingen verschaffen omtrent zijn identiteit, woonplaats, de samenstelling van het gezin en alle andere gegevens die nodig zijn voor de toepassing van de sociale en fiscale wetgeving die verband houden met het tewerkstellen van personeel. Alle wijzigingen die zich hieraan in de loop van de arbeidsovereenkomst zouden voordoen, deelt hij zonder uitstel mee aan de werkgever of zijn aangestelde.
1
arbeiders = arbeiders en arbeidsters
II.01 versie 03/2012
p. 3
Arbeidsreglement
HOOFDSTUK II. TEWERKSTELLING Art. 5 : Aanwerving Iedere arbeider wordt in dienst genomen met een proeftijd van 14 dagen. Iedere bediende wordt in dienst genomen met een proeftijd van 6 of 12 maanden naargelang zijn brutojaarloon lager of respectievelijk hoger is dan 37.721 EUR2. Het proefbeding wordt opgenomen in een individuele overeenkomst die uiterlijk bij de indiensttreding schriftelijk wordt opgesteld. Art. 6 : Vervangingswerk De werknemer dient het werk uit te voeren zoals is overeengekomen bij de aanwerving. Hij verklaart zich daarenboven bereid tijdelijk andere arbeid te verrichten wanneer de werkgever of zijn aangestelde hem dit vraagt met het oog op de goede gang van zaken en voor zover dit in overeenstemming is met zijn lichamelijke of geestelijke geschiktheden. Voor dit vervangingswerk zal geen lager loon worden betaald dan het loon dat de werknemer voor zijn gewoon werk ontvangt; indien in de loonschalen een hoger loon voor het vervangingswerk is vastgesteld dan zal dit hogere loon worden toegekend zonder dat dit echter voor de toekomst als een verworven recht zou kunnen worden beschouwd. Art. 7 : Uurschema De werknemers moeten aanwezig zijn op de plaats waar hun werk moet worden verricht. Zij leveren effectieve arbeidsprestaties tijdens de uren zoals aangeduid in BIJLAGE II van dit reglement.
2
Het hier genoemde bedrag is geldig op 01.01.2012. Het moet jaarlijks worden aangepast. Dit gebeurt volgens artikel 131 van de wet van 3 juli 1978 en/of eventueel andere wettelijke bepalingen.
II.01 versie 03/2012
p. 4
Arbeidsreglement
Art. 8 : Overuren Buiten de in dit reglement vastgestelde arbeidsuren kan de werkgever binnen de door de arbeidswet toegestane perken op elk ogenblik werknemers oproepen om arbeidsprestaties te verrichten aan : − werken aan inventarissen en balansen; − werken nodig om het hoofd te bieden aan een voorgekomen of dreigend ongeval; − dringend werk aan machines of materiaal voor zover dit nodig is om een ernstige belemmering van de normale werking van het bedrijf te voorkomen; − arbeid vereist door een onvoorziene noodzakelijkheid. − werken die noodzakelijk zijn om het hoofd te bieden aan een buitengewone vermeerdering van het werk. Voor zover een koninklijk besluit het toelaat, en onder de voorwaarden hierin voorzien, kan de werkgever buiten de in dit reglement vastgestelde arbeidsuren prestaties laten verrichten aan : − werken in verband met stoffen die snel ontaarden; − werken, waarvoor de tijd nodig voor het verrichten van de arbeid wegens de aard van het werk niet nauwkeurig kan worden bepaald. De werkgever bepaalt wanneer de compensatierust wordt opgenomen.
Art. 9: Controle op de arbeid met het oog op het bepalen van het loon De wijze waarop de controle op de aanwezigheid van de werknemer en op de arbeidsuren die hij presteert, gebeurt, is terug te vinden in BIJLAGE II van dit arbeidsreglement.
Art. 10 : Rustdagen De normale rustdagen zijn : − de zondagen; − de wettelijke feestdagen; − de vakantiedagen. a) de zondagen De werknemers die 's zondags tewerkgesteld worden, met toepassing van de bepalingen van de arbeidswet, hebben recht op onbetaalde inhaalrust. De inhaalrust wordt verleend binnen de 6 dagen die volgen op de zondag waarop gewerkt wordt, tenzij er een afwijking voorzien is in het bevoegd Paritair Comité. (Zie bijlage III) In geval de arbeid in de 5 dagenweek wordt georganiseerd, kan de inhaalrustdag op de gewone dag van inactiviteit toegekend worden. b) wettelijke feestdagen De werknemers ontvangen voor de 10 wettelijke feestdagen hun loon overeenkomstig de wettelijke en reglementaire bepalingen. De wettelijke feestdagen zijn : 1 januari, paasmaandag, 1 mei, O.L.H.Hemelvaart, pinkstermaandag, 21 juli, 15 augustus, 1 november, 11 november en 25 december. De data van de bijkomende feestdagen vastgelegd bij koninklijk besluit zijn terug te vinden in bijlage III. Indien een feestdag op een zondag of op een gewone inactiviteitsdag van de onderneming of instelling valt, wordt hij overeenkomstig de bepalingen van de wet van 4 januari 1974 vervangen door een andere dag. In geval van tewerkstelling op een wettelijke feestdag of op zijn vervangingsdag wordt betaalde inhaalrust toegekend binnen de 6 weken welke op de feestdag volgen, tenzij anders voorzien in het Paritair Comité.
II.01 versie 03/2012
p. 5
Arbeidsreglement
c) vakantiedagen
Wettelijke vakantie De duur van de wettelijke vakantie van arbeiders en bedienden wordt bepaald in functie van de effectief gewerkte en gelijkgestelde dagen in het vakantiedienstjaar.
Voor de arbeiders De vakantieduur voor arbeiders wordt in twee stappen berekend. 1.
Eerst wordt het totaal aantal dagen effectief gepresteerde en gelijkgestelde dagen in het vakantiedienstjaar berekend aan de hand van volgende formule: A x 5/R x Q/S -
A = het aantal effectief gepresteerde en gelijkgestelde dagen in het vakantiedienstjaar; R = het aantal werkdagen per week dat de werknemer geacht wordt te werken; Q = aantal effectief door de werknemer per week te presteren uren; S = voltijdse arbeidsduur van de maatman in de onderneming.
Op deze manier wordt een gewogen aantal arbeidsdagen in het vakantiedienstjaar bekomen. 2.
Vervolgens wordt het bekomen resultaat vergeleken met onderstaande tabel. Het uiteindelijk bekomen aantal wettelijke vakantiedagen wordt standaard uitgedrukt in het voltijdse vijfdagenweekstelsel.
Totaal aantal normale werkelijke arbeidsdagen en gelijkgestelde dagen 231 en meer van 221 tot 230 van 212 tot 220 van 202 tot 211 van 192 tot 201 van 182 tot 191 van 163 tot 181 van 154 tot 162 van 144 tot 153 van 135 tot 143 van 125 tot 134 van 106 tot 124 van 97 tot 105 van 87 tot 96 van 77 tot 86 van 67 tot 76 van 48 tot 66 van 39 tot 47 van 20 tot 38 van 10 tot 19 van 0 tot 9
II.01 versie 03/2012
Aantal wettelijke vakantiedagen 20 19 18 17 16 15 14 13 12 11 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0
p. 6
Arbeidsreglement
Voor de bedienden
Aantal gewerkte en daarmee gelijkgestelde maanden, eventueel bij verschillende werkgevers
aantal verlofdagen
Zesdagenweekstelsel 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
2 4 6 8 10 12 14 16 18 20 22 24
Vijfdagenstelsel 2 4 5 7 9 10 12 14 15 17 19 20
Extra - legale vakantiedagen 3 De bijkomende vakantiedagen zijn terug te vinden in bijlage III van het arbeidsreglement. Opname jaarlijkse vakantie De jaarlijkse vakantie dient overeenkomstig de wettelijke (Art. 63 e.v. K.B. 30 maart 1967, K.B. 28 juni 1971) en reglementaire bepalingen ter zake genomen te worden. Dit houdt ondermeer in : − dat het verlof moet worden genomen en toegekend binnen de 12 maanden die op het vakantiedienstjaar volgen; − dat voor gezinshoofden de vakantie bij voorkeur zal toegekend worden tijdens de schoolvakantie; − dat werknemers van minder dan 18 jaar oud recht hebben op 3 opeenvolgende weken, en de oudere werknemers op 2 opeenvolgende weken gedurende de periode tussen 1 mei en 31 oktober; Op andersluidend verzoek van de betrokken werknemer kan zowel van de duur als van het tijdstip der vakantie worden afgeweken; − dat minstens 1 volledige week aaneengesloten vakantie moet genomen en toegekend worden. In geval van individueel verlof moet de datum van het hoofdverlof zo vlug mogelijk aangevraagd of bekendgemaakt worden aan de werkgever of zijn aangestelde. De snipperdagen, d.w.z. een verlofperiode van minder dan 5 opeenvolgende dagen, moeten minstens 3 werkdagen op voorhand worden aangevraagd. Wanneer de werkorganisatie door het verlof te zeer zou verstoord worden, behoudt de werkgever of zijn aangestelde zich het recht voor niet op de verlofaanvraag in te gaan. Indien in één en dezelfde periode te veel werknemers vakantie hebben aangevraagd, zal bij de toekenning ervan voorrang gegeven worden rekening houdend met volgende criteria : − − −
datum van aanvraag; familiale en sociale omstandigheden; anciënniteit.
Afwijkende bepalingen inzake de opname van de individuele jaarlijkse vakantie, zijn terug te vinden in bijlage III van het arbeidsreglement. De data van collectief verlof zijn opgenomen in bijlage III van dit arbeidsreglement. 3
Extra – legale vakantie is de bijkomende vakantie die bepaald is in de sector of in de onderneming, vb. anciënniteitsvakantie. De regels met betrekking tot de duur en de toekenning van deze vakantie moeten in het arbeidsreglement worden opgenomen.
II.01 versie 03/2012
p. 7
Arbeidsreglement
HOOFDSTUK III. DE BELONING Art. 11 : De bezoldiging Het bedrag en de aard van het loon worden bij individuele overeenkomst vastgesteld. Het loon wordt verminderd met de wettelijke en conventionele afhoudingen (bv. natura voordelen)
Art. 12 : Uitbetaling 1. Uitbetalingswijze van het loon: De uitbetaling van het loon in geld kan gebeuren hetzij van hand tot hand, hetzij in giraal geld. De beslissing omtrent de uitbetalingswijze van het loon kan als volgt genomen worden : 1. 2. 3. 4.
door de ondernemingsraad bij een eenparige beslissing; bij ontstentenis van een ondernemingsraad of een eenparige beslissing, ingevolge een akkoord afgesloten tussen de werkgever enerzijds en de syndicale afvaardiging anderzijds of, bij ontstentenis van deze laatste, de meerderheid van de werknemers. bij ontstentenis van een beslissing in toepassing van de nrs 1 en 2, gebeurt de uitbetaling van het loon in giraal geld mits de schriftelijke toestemming van de werknemers. bij ontstentenis van elk akkoord, gebeurt de betaling van hand tot hand.
De volgende betalingswijzen van het loon in giraal geld zijn mogelijk : 1. 2. 3.
postassignatie; de circulaire cheque; een overschrijving op een bank- of postchequerekening.
Deze derde mogelijkheid kan door de werknemer steeds geweigerd worden. De wijze van uitbetaling wordt voorzien in bijlage IV. 2. Tijdstip van de uitbetaling van het loon: De uitbetaling van het loon heeft plaats op de datum zoals voorzien in bijlage IV. Wanneer het loon in giraal geld uitbetaald wordt op één van de wijzen bedoeld onder 1 hierboven, dan wordt het loon geacht aan de werknemer uitbetaald te zijn : 1. 2. 3. 4.
de derde werkdag volgend op de datum die op de postassignatie vermeld is; de dag waarop de bankrekening of de postchequerekening van de werknemer gecrediteerd is; de derde werkdag volgend op de datum die op de circulaire cheque vermeld is wanneer hij per post aan de werknemer wordt gezonden. de eerste werkdag volgend op de datum waarop de circulaire cheque aan de werknemer overhandigd is.
Indien de betaling van hand tot hand gebeurt zal geen intrest kunnen geëist worden indien de niet-tijdige betaling te wijten is aan een afwezigheid van de werknemer. Indien de arbeidsovereenkomst een einde neemt, heeft de uitbetaling plaats op de eerstvolgende normale betaaldag na de beëindiging, en dit onafgezien van de betalingswijze waarvoor de werknemer heeft gekozen. 3. Plaats van uitbetaling van het loon: Ingeval de uitbetaling van het loon van hand tot hand gebeurt, heeft de betaling plaats op het adres van de onderneming of instelling op de daartoe aangeduide plaats. Vooraleer de plaats van uitbetaling te verlaten, moet de werknemer nagaan of de betaalde som overeenstemt met de vermelding op de loonbon. Elke latere betwisting zal onontvankelijk zijn.
II.01 versie 03/2012
p. 8
Arbeidsreglement
4.Uitbetaling aan derden De betaling aan derden wordt slechts toegestaan binnen de door de wet op de bescherming van het loon gestelde grenzen en voor zover de aangeduide persoon in het bezit is van een geschreven volmacht.
Art. 13 : Klachten Indien bij de berekening of bij de vaststelling der maatstaven die aan de grondslag liggen van de berekening van het salaris een vergissing werd begaan, zal de partij die deze vergissing opmerkt onmiddellijk de tegenpartij hiervan in kennis stellen. Indien na onderzoek een vergissing werd vastgesteld, verbinden de partijen er zich toe om ter gelegenheid van de eerstvolgende loonsuitkering een regularisatie door te voeren. De werknemer verbindt er zich toe om onmiddellijk het teveel betaalde loon aan de werkgever terug te betalen. In geval van uitdiensttreding stelt de werkgever een eindafrekening op. Naar aanleiding hiervan vordert hij het eventueel teveel betaalde loon terug van de werknemer.
Art. 14 : Inhoudingen Op het loon van de werknemer mogen alleen in mindering worden gebracht : 1. de inhoudingen krachtens de fiscale wetgeving, de wetgeving op de sociale zekerheid en krachtens particuliere of collectieve overeenkomsten betreffende bijkomende voordelen inzake sociale zekerheid; 2. de krachtens dit arbeidsreglement opgelegde geldboeten; 3. de vergoedingen en schadeloosstellingen verschuldigd krachtens de arbeidsovereenkomst, behalve deze uit hoofde van de verbreking van de overeenkomst; 4. de voorschotten in geld verstrekt door de werkgever; 5. de gestelde borgtocht om het nakomen van de verplichtingen van de werknemer te waarborgen; 6. de vastgestelde voordelen in natura, door de werknemers verkregen of genoten in de onderneming en bij de invoegetreding vastgesteld, geschat en vastgelegd in de overeenkomst. Het in natura betaalbare gedeelte van het loon mag niet worden aangerekend voor meer dan : − 1/5 van het totale brutoloon, d.w.z. het globale loon met inbegrip van de uitbetaling in natura; − 2/5 van dat loon, als de werkgever een huis of een appartement te zijner beschikking stelt; − 1/2 van dat loon voor werknemers die volledig bij de werkgever gehuisvest en gevoed worden, te weten huispersoneel, huisbewaarders, enz. De waarde van deze voordelen wordt door de werkgever vastgesteld en schriftelijk ter kennis gebracht van de werknemer bij de invoegetreding.
II.01 versie 03/2012
p. 9
Arbeidsreglement
HOOFDSTUK IV. RECHTEN EN PLICHTEN VAN HET TOEZICHTHOUDEND PERSONEEL Art. 15 : Toezichthoudend personeel Het personeel belast met de leiding en het toezicht over het werk vertegenwoordigt in deze de werkgever overeenkomstig en binnen de perken van de gegeven bevoegdheid. Dit personeel is verantwoordelijk voor de goede gang van zaken en voor de naleving van de geldende arbeidsvoorwaarden. Ze zijn belast met ondermeer : − de controle op de aanwezigheid; − de werkverdeling; − de controle op het geleverde werk; − het behoud van orde, tucht en goede zeden; − het doen naleven van alle maatregelen die getroffen zijn of zich zouden opdringen voor de veiligheid en de hygiëne van het personeel.
II.01 versie 03/2012
p. 10
Arbeidsreglement
HOOFDSTUK V. WERKONBEKWAAMHEID Art. 16 : Verwittiging In geval van arbeidsongeschiktheid ten gevolge van ziekte of ongeval, zal de werknemer de werkgever of zijn aangestelde onmiddellijk (zo nodig per telefoon) hiervan in kennis stellen.
Art. 17 : Medisch attest De werknemer moet binnen de 2 werkdagen na het begin van de arbeidsongeschiktheid een medisch attest overmaken aan de werkgever. De zwangere werkneemster moet binnen de twee werkdagen, nadat ze een prenataal zwangerschapsonderzoek heeft ondergaan dat noodzakelijkerwijze tijdens de arbeidsuren moet doorgaan, een medisch attest overmaken aan de werkgever. Indien het medisch attest wordt verstuurd, wordt de datumstempel van het bestuur der posterijen in aanmerking genomen voor het bepalen van de hierboven vermelde grens van 2 werkdagen. Wordt het geneeskundig getuigschrift niet tijdig overgemaakt, dan heeft de werknemer geen recht op loon voor de dagen van ongeschiktheid die de dag van afgifte of verzending van het getuigschrift voorafgaan. Dit geneeskundig attest dient te vermelden : a) de naam, voornaam en adres van de werknemer; b) de naam, voornaam, adres, telefoonnummer en ordenummer van diegene die het getuigschrift aflevert; c) de datum en de handtekening van degene die het getuigschrift aflevert; d) de oorzaak van de reden waarom niet kan gewerkt worden : zoals bv. ziekte, vermoedelijke beroepsziekte, ongeval van gemeen recht, hospitalisatie, prenataal zwangerschapsonderzoek, enz... De aard zelf van de ziekte moet niet vermeld worden. e) de vermoedelijke duur van de ongeschiktheid; f) of de werknemer al dan niet de woning mag verlaten; g) of het gaat om een eerste getuigschrift dan wel over een verlenging. Het geneeskundig attest in geval van prenataal zwangerschapsonderzoek moet naast bovenstaande elementen (a - d) het volgende vermelden : datum en uur van het zwangerschapsonderzoek; bevestiging van de noodzakelijkheid van het onderzoek tijdens de arbeidsuren. Wanneer de arbeidsongeschiktheid langer duurt dan aanvankelijk bepaald werd, dan moet de werknemer daarvan de werkgever onmiddellijk in kennis stellen zoals bij de aanvang van de ongeschiktheid. Bovendien zal hij binnen de twee werkdagen een nieuw medisch attest laten geworden. ELKE AFWEZIGHEID ZONDER VERWITTIGING EN NIET GEDEKT DOOR EEN MEDISCH ATTEST, WORDT ALS EEN ONGERECHTVAARDIGDE AFWEZIGHEID BESCHOUWD.
Art. 18 : Hervalling Bij een nieuwe arbeidsongeschiktheid binnen de eerste veertien dagen die volgen op het einde van een vorige arbeidsongeschiktheid wordt de werknemer ertoe verzocht het medisch attest te laten vermelden of de nieuwe arbeidsongeschiktheid al dan niet te wijten is aan een andere oorzaak. Komt deze vermelding niet voor dan zal vermoed worden dat beide ongeschiktheden aan dezelfde ziekte of hetzelfde ongeval te wijten zijn.
II.01 versie 03/2012
p. 11
Arbeidsreglement
Art. 19 : Controle Elke arbeidsongeschikte werknemer is verplicht zich aan de controle van een door de werkgever gemachtigd en betaald geneesheer te onderwerpen. Behalve indien het medisch attest vermeldt dat men het huis niet mag verlaten, zal de werknemer zich op eenvoudig verzoek op vastgestelde dag en uur aanmelden ten huize van de door de werkgever aangeduide geneesheer. De reiskosten worden door de werkgever ten laste genomen. Art. 20 : Expertise Verschillen de door de werkgever aangeduide en de behandelende geneesheer van mening omtrent het bestaan van een arbeidsongeschiktheid, dan aanvaarden zowel de werkgever als de werknemer dat een definitieve uitspraak wordt gedaan door een onafhankelijke geneesheer aangeduid in gemeenschappelijk overleg tussen de voormelde geneesheren of tussen werkgever en werknemer; − beide partijen zullen zich onherroepelijk naar de beslissing van de expert schikken; − de kosten van de scheidsrechterlijke procedure worden gedragen door de verliezende partij. Dit artikel doet geen afbreuk aan het recht der partijen het geschil door de arbeidsrechtbank te laten beslechten.
Art. 21 : Werkhervatting
De werknemer tewerkgesteld aan een veiligheidsfunctie, functie met verhoogde waakzaamheid, een activiteit met welbepaald risico, of een activiteit verbonden aan voedingswaren, wordt na minstens vier weken afwezigheid voor om het even welke ziekte, aandoening of ongeval of wegens bevalling, verplicht aan een onderzoek bij werkhervatting onderworpen door de arbeidsgeneesheer.4 Wanneer de arbeidsgeneesheer het nodig acht omwille van de aard van de ziekte, de aandoening of het ongeval, kan het onderzoek plaatsvinden na een afwezigheid van kortere duur. Het onderzoek gebeurt ten vroegste op de dag waarop het werk of de dienst wordt hernomen en ten laatste op de achtste werkdag daarna. In geval van arbeidsongeschiktheid van vier weken of meer, heeft elke werknemer recht op een bezoek bij de arbeidsgeneesheer voorafgaand aan de werkhervatting. Tijdens dit bezoek kan een aanpassing van de werkpost of van de arbeidsomstandigheden van de werknemer geëvalueerd worden. De werknemer die van dit recht gebruik wenst te maken, vraagt dit schriftelijk aan bij de werkgever, ten minste acht kalenderdagen voor de datum van werkhervatting. De werknemer geeft zijn akkoord opdat de arbeidsgeneesheer het medisch dossier van de werknemer bij de behandelende geneesheer kan raadplegen en kan overleggen met deze laatste. Het bezoek voorafgaand aan de werkhervatting vindt plaats binnen een termijn van acht kalenderdagen volgend op de ontvangst van de aanvraag. De werkgever neemt de verplaatsingskosten van de werknemer voor het bezoek voorafgaand aan de werkhervatting voor zijn rekening. Art. 22 : Werkverlating Indien de werknemer in de loop van zijn dagtaak het werk niet kan verderzetten omwille van ziekte of ongeval, moet hij de werkgever of zijn aangestelde hiervan onmiddellijk in kennis stellen. Na van laatstgenoemde de toestemming gekregen te hebben om het werk te verlaten, moet de werknemer zich nog dezelfde dag tot een geneesheer wenden om zijn afwezigheid te kunnen rechtvaardigen.
4
Het gaat om de functies gedefinieerd in artikel 2 van het Koninklijk Besluit van 28 mei 2003 betreffende het gezondheidstoezicht op de werknemers, B.S. 16 juni 2003.
II.01 versie 03/2012
p. 12
Arbeidsreglement
HOOFDSTUK VI. BEEINDIGING VAN DE ARBEIDSOVEREENKOMST Art. 23 : Opzegging De opzegging gebeurt op straf van nietigheid op één van de hiernavolgende wijzen : Indien de opzegging uitgaat van de werkgever : 1. Door een aangetekende brief 2. Bij deurwaardersexploot 3. Begin en duur van de opzegging dienen uitdrukkelijk vermeld te worden. Indien de opzegging uitgaat van de werknemer : 1. Door een aangetekende brief 2. Bij deurwaardersexploot 3. Door overhandiging van een geschrift dat voor ontvangst getekend wordt. 4. Begin en duur van de opzegging dienen uitdrukkelijk vermeld te worden. Art. 24 : De Wet van 12 april 2011 (B.S. 28 april 2011) betekent een eerste toenadering tussen de opzeggingstermijnen van arbeiders en bedienden. Deze wet voorziet niet alleen in een verlenging van de opzeggingstermijnen van de arbeiders, maar ook in een beperking van de opzeggingstermijnen van de bedienden, voor zover die arbeiders en bedienden in dienst zijn gekomen vanaf 1 januari 2012. A. Bedienden 5 -
Vanaf 2012 gelden andere opzeggingstermijnen voor bedienden die in dienst zijn gekomen vóór 1 januari 2012 als voor diegenen die vanaf deze datum in dienst zijn gekomen.
-
Tijdens de proeftijd kunnen beide partijen, na afloop van de eerste maand, de overeenkomst beëindigen mits in acht name van een opzeggingstermijn van 7 dagen. Na verloop van de proeftijd gelden volgende termijnen.
-
1. Bedienden in dienst vóór 1 januari 2012 1.1. Jaarloon niet hoger dan 31.467 EUR
Anciënniteit in de onderneming op het ogenblik dat de opzegging ingaat
minder dan 5 jaar van 5 jaar tot 9 jaar van 10 jaar tot 14 jaar van 15 jaar tot 19 jaar van 20 jaar tot 24 jaar van 25 jaar tot 29 jaar van 30 jaar tot 34 jaar van 35 jaar tot 39 jaar van 40 jaar tot 44 jaar
Duur van de opzeggingstermijn
Werkgever 3 maanden 6 maanden 9 maanden 12 maanden 15 maanden 18 maanden 21 maanden 24 maanden 27 maanden
Werknemer 1,5 maanden 3 maanden 3 maanden 3 maanden 3 maanden 3 maanden 3 maanden 3 maanden 3 maanden
1.2. Jaarloon hoger dan 31.467 EUR doch niet hoger dan 62.934 EUR De opzeggingstermijn moet worden overeengekomen tussen de partijen op het ogenblik waarop de opzegging gegeven wordt, hetzij door de rechter. De werkgever moet minimum de onder 1 hierboven vermelde opzeggingstermijn naleven en de opzeggingstermijn door de bediende na te leven mag in dit geval niet meer dan 4,5 maanden bedragen. 5
De genoemde bedragen zijn geldig op 01.01.2012. Ze moeten jaarlijks worden aangepast. Dit gebeurt volgens art. 131 van de wet van 3 juli 1978 en/of eventuele andere wettelijke bepalingen.
II.01 versie 03/2012
p. 13
Arbeidsreglement
1.3. Jaarloon hoger dan 62.934 EUR De opzeggingstermijn moet worden overeengekomen tussen de partijen op het ogenblik waarop de opzegging gegeven wordt, hetzij door de rechter. De werkgever moet minimum de onder 1 hierboven vermelde opzeggingstermijn naleven en de opzeggingstermijn door de bediende na te leven mag in dit geval niet meer dan 6 maanden bedragen. Wanneer het jaarloon hoger is dan 62.934 EUR op het ogenblik van de indiensttreding, mogen de door de werkgever in acht te nemen opzeggingstermijnen ook vastgesteld worden bij overeenkomst, gesloten ten laatste op dat ogenblik. Als minima gelden de onder 1 hierboven vermelde opzeggingstermijnen. 2. Bedienden in dienst vanaf 1 januari 2012 2.1. Jaarloon niet hoger dan 31.467 EUR
Anciënniteit in de onderneming op het ogenblik dat de opzegging ingaat
minder dan 5 jaar van 5 jaar tot 9 jaar van 10 jaar tot 14 jaar van 15 jaar tot 19 jaar van 20 jaar tot 24 jaar van 25 jaar tot 29 jaar van 30 jaar tot 34 jaar van 35 jaar tot 39 jaar van 40 jaar tot 44 jaar
Duur van de opzeggingstermijn
Werkgever 3 maanden 6 maanden 9 maanden 12 maanden 15 maanden 18 maanden 21 maanden 24 maanden 27 maanden
Werknemer 1,5 maanden 3 maanden 3 maanden 3 maanden 3 maanden 3 maanden 3 maanden 3 maanden 3 maanden
2.2. Jaarloon hoger dan 31.467 EUR doch niet hoger dan 62.934 EUR Opzegging vanaf 1 januari 2012:
Anciënniteit in de onderneming op het ogenblik dat de opzegging ingaat
minder dan 3 jaar van 3 jaar tot 4 jaar van 4 jaar tot 5 jaar van 5 jaar tot 6 jaar 6 jaar en meer Meer dan 10 jaar
Duur van de opzeggingstermijn
Werkgever 91 dagen 120 dagen 150 dagen 182 dagen 30 dagen per begonnen jaar anciënniteit
Werknemer 45 dagen 45 dagen 45 dagen 90 dagen 90 dagen 135 dagen
Opzegging vanaf 1 januari 2014:
Anciënniteit in de onderneming op het ogenblik dat de opzegging ingaat
minder dan 3 jaar van 3 jaar tot 4 jaar van 4 jaar tot 5 jaar van 5 jaar tot 6 jaar 6 jaar en meer Meer dan 10 jaar
II.01 versie 03/2012
Duur van de opzeggingstermijn
Werkgever 91 dagen 116 dagen 145 dagen 182 dagen 29 dagen per begonnen jaar anciënniteit
Werknemer 45 dagen 45 dagen 45 dagen 90 dagen 90 dagen 135 dagen
p. 14
Arbeidsreglement
2.3. Jaarloon hoger dan 62.934 EUR Opzegging vanaf 1 januari 2012
Anciënniteit in de onderneming op het ogenblik dat de opzegging ingaat minder dan 3 jaar van 3 jaar tot 4 jaar van 4 jaar tot 5 jaar van 5 jaar tot 6 jaar 6 jaar en meer van 10 jaar tot 15 jaar meer dan 15 jaar
Duur van de opzeggingstermijn Werkgever 91 dagen 120 dagen 150 dagen 182 dagen 30 dagen per begonnen jaar anciënniteit
werknemer 45 dagen 45 dagen 45 dagen 90 dagen 90 dagen 135 dagen 180 dagen
Opzegging vanaf 1 januari 2014
Anciënniteit in de onderneming op het ogenblik dat de opzegging ingaat minder dan 3 jaar van 3 jaar tot 4 jaar van 4 jaar tot 5 jaar van 5 jaar tot 6 jaar 6 jaar en meer van 10 jaar tot 15 jaar meer dan 15 jaar
Duur van de opzeggingstermijn Werkgever 91 dagen 116 dagen 145 dagen 182 dagen 29 dagen per begonnen jaar anciënniteit
werknemer 45 dagen 45 dagen 45 dagen 90 dagen 90 dagen 135 dagen 180 dagen
Wanneer het jaarloon hoger is dan 62.934 EUR op het ogenblik van de indiensttreding, mogen de door de werkgever in acht te nemen opzeggingstermijnen ook vastgesteld worden bij overeenkomst, gesloten ten laatste op dat ogenblik. Als minima gelden de onder 2.1 hierboven vermelde opzeggingstermijnen. 3. Tegenopzegging Indien de bediende opgezegd werd door de werkgever kan de bediende, indien deze een nieuwe dienstbetrekking gevonden heeft, een einde stellen aan de overeenkomst mits een verkorte opzeggingstermijn (tegenopzegging). Deze opzeggingstermijn bedraagt : − 1 maand voor de bediende met een jaarwedde niet hoger dan 31.467 EUR; − 2 maanden voor de bedienden met een jaarwedde hoger dan 31.467 EUR doch niet hoger dan 62.934 EUR; − 4 maanden maximaal, doch te bepalen bij overeenkomst op het ogenblik van de beëindiging van de overeenkomst voor de bedienden met een jaarwedde hoger dan 62.934 EUR. 4. Opzegging bij het bereiken van de pensioenleeftijd. Om de arbeidsovereenkomst gesloten voor onbepaalde duur te beëindigen vanaf de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin de bediende de leeftijd van vijfenzestig jaar bereikt, dan wordt de opzegtermijn vastgesteld op zes maanden wanneer het ontslag van de werkgever uitgaat. De leeftijd wordt tot zestig jaar teruggebracht en drie maanden wanneer de opzeg van de bediende uitgaat. De opzegtermijn die de werkgever of de bediende moet eerbiedigen, wordt tot de helft teruggebracht wanneer de bediende minder dan vijf jaar dienst heeft in de onderneming. DE OPZEGGINGSTERMIJN GAAT IN NA AFLOOP VAN DE KALENDERMAAND WAARIN ZE BETEKEND WERD.
II.01 versie 03/2012
p. 15
Arbeidsreglement
B. Arbeiders 1. Arbeiders in dienst vóór 1 januari 2012 −
Tijdens de eerste 7 dagen van de proeftijd kan de arbeidsovereenkomst niet eenzijdig beëindigd worden zonder dringende reden. Na afloop van de 7de tot en met de laatste dag van de proefperiode mag de arbeidsovereenkomst op het einde van elke werkdag zonder opzegging noch vergoeding beëindigd worden.
−
Na afloop van de proeftijd gelden volgende termijnen: 1.
Indien een K.B. of C.A.O. in afwijkende opzeggingstermijnen voorziet voor (een deel van) de arbeiders van de onderneming: − gelden afwijkende opzeggingstermijnen voor de arbeiders die onder de afwijking vallen (zie bijlage V) − gelden voor de andere arbeiders volgende opzeggingstermijnen:
Anciënniteit in de onderneming op het ogenblik dat de opzegging ingaat
minder dan 6 maanden minder dan 20 jaar ten minste 20 jaar 2.
Duur van de opzeggingstermijn
Werkgever 7 dagen 28 dagen 56 dagen
Werknemer 3 dagen 14 dagen 28 dagen
Indien in de (sub)sector waaronder de onderneming voor haar arbeiders ressorteert een collectief akkoord voorziet in een eigen stelsel van verruimde stabiliteit van werkgelegenheid of inkomen via aanvullende bestaanszekerheidsregelingen of equivalente regelingen, gelden volgende opzeggingstermijnen:
Anciënniteit in de onderneming op het ogenblik dat de opzegging ingaat
minder dan 6 maanden minder dan 20 jaar ten minste 20 jaar
Duur van de opzeggingstermijn
Werkgever 7 dagen 28 dagen 56 dagen
Werknemer 3 dagen 14 dagen 28 dagen
Indien 1. en 2. niet van toepassing zijn, gelden volgende opzeggingstermijnen:
Anciënniteit in de onderneming op het ogenblik dat de opzegging ingaat
minder dan 6 maanden van 6 maanden tot minder dan 5 jaar van 5 jaar tot minder dan 10 jaar van 10 jaar tot minder dan 15 jaar van 15 jaar tot minder dan 20 jaar 20 jaar en meer
Duur van de opzeggingstermijn
Werkgever 7 dagen 35 dagen 42 dagen 56 dagen 84 dagen 112 dagen
Werknemer 3 dagen 14 dagen 14 dagen 14 dagen 14 dagen 28 dagen
De opzeggingstermijn gaat onmiddellijk in voor de arbeiders met minder dan 6 maanden anciënniteit in de onderneming. DE OPZEGGINGSTERMIJN GAAT IN DE MAANDAG VOLGEND OP DE WEEK WAARIN ZE BETEKEND WERD VOOR DE ARBEIDERS MET MEER DAN 6 MAANDEN DIENST IN DE ONDERNEMING.
II.01 versie 03/2012
p. 16
Arbeidsreglement
2. Arbeiders in dienst vanaf 1 januari 2012 −
Tijdens de eerste 7 dagen van de proeftijd kan de arbeidsovereenkomst niet eenzijdig beëindigd worden zonder dringende reden. Na afloop van de 7de tot en met de laatste dag van de proefperiode mag de arbeidsovereenkomst op het einde van elke werkdag zonder opzegging noch vergoeding beëindigd worden.
−
Na afloop van de proeftijd gelden volgende termijnen:
2.1. Wettelijke regeling De wettelijke regeling geldt voor alle sectoren die geen afwijkende opzeggingstermijnen of een stelsel van verruimde stabiliteit hebben. De opzeggingstermijnen uit CAO nr. 75 worden verlengd met coëfficiënt 1,15. De nieuwe termijnen zien er bijgevolg als volgt uit:
Anciënniteit in de onderneming op het ogenblik dat de opzegging ingaat
minder dan 6 maanden 6 maand tot 5 jaar 5 jaar tot 10 jaar 10 jaar tot 15 jaar 15 jaar tot 20 jaar Meer dan 20 jaar
Duur van de opzeggingstermijn
Werkgever 7 kalenderdagen 40 kalenderdagen 48 kalenderdagen 64 kalenderdagen 97 kalenderdagen 129 kalenderdagen
Werknemer 3 kalenderdagen 14 kalenderdagen 14 kalenderdagen 14 kalenderdagen 14 kalenderdagen 28 kalenderdagen
3. Afwijkingen per Paritair Comité Sectorale afwijkingen blijven bestaan en zijn van toepassing op zowel de arbeiders die vóór als de arbeiders die vanaf 2012 in dienst zijn gekomen. De wettelijke termijnen uit art. 65/2 (zie punt 1) zijn hier dus niet van toepassing. Er zijn twee situaties van sectorale afwijkingen mogelijk: -
het paritair comité heeft een eigen K.B. met afwijkende opzeggingstermijnen; het paritair comité kent een stelsel van verruimde stabiliteit, d.w.z. het heeft een stelsel van grotere werkzekerheid, bv. via een aanvullende bestaanszekerheidsuitkering in geval van ontslag.
In deze hypotheses wordt aan de sectoren gevraagd om vóór 1 januari 2013 te onderzoeken of deze opzeggingstermijnen niet moeten worden aangepast in dezelfde verhouding als bij de wettelijke termijnen (1,15). Art. 25 : Afwezigheid Tijdens de opzeggingstermijn mag de werknemer 1 of 2 maal per week afwezig zijn om een ander werk te zoeken, zonder dat de totale duur van de afwezigheid één werkdag per week mag overschrijden. Als de opzeggingstermijn korter is dan zeven dagen, bij toepassing van artikel 60 van de wet op de arbeidsovereenkomsten, mag slechts een halve arbeidsdag verlet worden. Indien het jaarloon van een bediende meer dan 31.467 EUR(6) bedraagt, mag de bediende afwezig zijn binnen de in het eerste lid bepaalde perken gedurende de laatste 6 maanden van de opzeggingstermijn; tijdens de vorige periode mag hij slechts één halve dag per week afwezig zijn. Om de organisatie van de arbeid niet te schaden, moet de werknemer de werkgever van zijn afwezigheid in kennis stellen. 5
Dit bedrag is geldig op 01.01.2012. Het moet jaarlijks worden aangepast. Dit gebeurt volgens art. 131 van de wet van 3 juli 1978 en/of eventuele andere wettelijke bepalingen.
II.01 versie 03/2012
p. 17
Arbeidsreglement
HOOFDSTUK VII. BEEINDIGING OM DRINGENDE REDENEN Art. 26 Fouten die het onderling vertrouwen tussen werkgever en werknemer zo ernstig schokken dat alle verdere professionele samenwerking onmiddellijk onmogelijk wordt, zijn dringende redenen die de verbreking van de overeenkomst rechtvaardigen. Onder voorbehoud van de beoordelingsbevoegdheid van de arbeidsrechtbank, worden als zware fouten aanzien die een ontslag op staande voet om dringende redenen rechtvaardigen : − een langdurige of een herhaalde ongerechtvaardigde afwezigheid; − het bekendmaken door de werknemer van fabricagegeheimen, procédé's, namen van klanten of andere vertrouwelijke informatie over de bedrijvigheid van de firma of instelling aan derden; − het in gevaar brengen van de veiligheid van zichzelf of van collega's door een grove onvoorzichtigheid of nalatigheid; − het voorleggen van opzettelijke vervalste of onjuiste getuigschriften, attesten, aanwezigheidskaarten, reis- of onkostenstaten aan de werkgever, met het oog op bedrog; − diefstal, ongeacht de waarde van het gestolen goed − weigering van een werk dat tot de uitgeoefende taak behoort
II.01 versie 03/2012
p. 18
Arbeidsreglement
HOOFDSTUK VIII. AANSPRAKELIJKHEID Art. 27 Iedere werknemer is verantwoordelijk voor het goed gebruik en het onderhoud van de hem ter beschikking gestelde goederen, gereedschappen of materiaal. Persoonlijke voorwerpen moeten op de daarvoor aangewezen plaatsen worden bewaard. Deze plaatsen laten de werkgever toe om als een goed huisvader voor de persoonlijke voorwerpen te zorgen. De werkgever kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor de beschadiging of diefstal van voorwerpen die de werknemers toebehoren.
II.01 versie 03/2012
p. 19
Arbeidsreglement
HOOFDSTUK IX. WELZIJN A. Bescherming tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk Art. 28 De werkgever, de werknemers en de daarmee gelijkgestelde personen7 moeten zich onthouden van iedere daad van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk. Deze verplichting is eveneens van toepassing op andere personen die in contact komen met de werknemers bij de uitvoering van hun werk.8 Onder geweld op het werk wordt verstaan elke feitelijkheid waarbij een werknemer of een andere persoon psychisch of fysiek wordt lastiggevallen, bedreigd of aangevallen bij de uitvoering van het werk. Onder pesterijen op het werk wordt verstaan elk onrechtmatig en terugkerend gedrag, buiten of binnen de onderneming of instelling, dat zich inzonderheid kan uiten in gedragingen, woorden, bedreigingen, handelingen, gebaren en eenzijdige geschriften en dat tot doel of gevolg heeft dat de persoonlijkheid, de waardigheid of de fysieke of psychische integriteit van een werknemer of een andere persoon bij de uitvoering van het werk wordt aangetast, dat zijn betrekking in gevaar wordt gebracht of dat een bedreigende, vijandige, beledigende, vernederende of kwetsende omgeving wordt gecreëerd. Onder ongewenst seksueel gedrag op het werk wordt verstaan elke vorm van verbaal, non-verbaal of lichamelijk gedrag van seksuele aard waarvan degene die zich er schuldig aan maakt, weet of zou moeten weten, dat het afbreuk doet aan de waardigheid van vrouwen en mannen op het werk.
Art. 29 De maatregelen die getroffen zijn om de werknemers en de daarmee gelijkgestelde personen te beschermen tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk zijn terug te vinden in bijlage VI van dit arbeidsreglement. De maatregelen zijn aangepast aan de activiteiten en de grootte van de onderneming. Iedere werknemer en de daarmee gelijkgestelde personen moeten op positieve wijze bijdragen tot het preventiebeleid.
Art. 30 De werknemer en de daarmee gelijkgestelde persoon die meent het slachtoffer te zijn van feiten van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk kan zich in de onderneming richten tot de preventieadviseur9 en de eventueel één of meerdere aangestelde vertrouwenspersonen. Het slachtoffer heeft het recht om bij hen in voorkomend geval een gemotiveerde klacht in te dienen. Elke werknemer of een daarmee gelijkgestelde persoon mag de klachtenprocedure echter niet wederrechterlijk gebruiken. Werknemers die in contact komen met het publiek kunnen, indien zij menen dat zij het slachtoffer zijn van een daad van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk een verklaring afleggen bij de werkgever. De werkgever is ertoe gehouden systematisch de verklaring van de werknemer te noteren in een register over feiten van geweld op het werk. De werkgever waakt erover dat de verklaringen meegedeeld worden aan de bevoegde preventieadviseur. De namen van de preventieadviseur en/of de één of meerdere aangestelde vertrouwenspersonen zijn terug te vinden in bijlage VI van dit arbeidsreglement.
7
8 9
Vb. de personen die anders dan krachtens een arbeidsovereenkomst arbeid verrichten onder het gezag van een andere persoon; de personen die een beroepsopleiding volgen, de leerlingen en de studenten waarvan het studieprogramma voorziet in een vorm van arbeid die al dan niet in de opleidingsinstelling wordt verricht, de personen verbonden door een leerovereenkomst Vb. klanten, patiënten, leveranciers… De preventieadviseur mag niet tegelijkertijd arbeidsgeneesheer zijn.
II.01 versie 03/2012
p. 20
Arbeidsreglement
Art. 31 Wanneer de werkgever, de preventieadviseur en/of de vertrouwenspersoon in kennis worden gesteld van de daden van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk, verbinden zij zich ertoe absolute discretie in acht te nemen betreffende de persoon van het slachtoffer, de feiten en de omstandigheden waarin de feiten zich hebben voorgedaan, tenzij de wetgeving terzake hen de mogelijkheid biedt om onder bepaalde voorwaarden de informatie kenbaar te maken.
Art.32 De werkgever waakt er over dat de werknemers en de daarmee gelijkgestelde personen die het slachtoffer zijn van een daad van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk, een passende psychologische ondersteuning krijgen van gespecialiseerde diensten of instellingen. De desbetreffende gespecialiseerde diensten of instellingen zijn terug te vinden in bijlage VI. van dit arbeidsreglement.
Art. 33 Diegene die zich schuldig heeft gemaakt aan geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk en degene die wederrechtelijk gebruik heeft gemaakt van de in art. 30 vermelde klachtenprocedure kan gestraft worden - na de nodige onderzoeksmaatregelen en nadat betrokkene is gehoord - met de straffen voorzien in het arbeidsreglement. De straffen en de procedure die moet worden nageleefd, zijn terug te vinden in bijlage VI van dit arbeidsreglement.
Art. 34 Dit alles onverminderd de mogelijkheid om bij de arbeidsgerechten een vordering in te stellen om de stopzetting van de feiten en/of een schadevergoeding te bekomen en de bepalingen op basis waarvan de dader strafrechtelijk kan vervolgd worden.
II.01 versie 03/2012
p. 21
Arbeidsreglement
B. Veiligheid en gezondheid
Art. 35 : Roken De bepalingen die in de onderneming gelden met betrekking tot roken zijn opgenomen in bijlage VII van dit arbeidsreglement.
Art. 36 : Alcohol en drugs Binnen de onderneming wordt een preventief alcohol- en drugsbeleid gevoerd. De beleidsverklaring is terug te vinden in bijlage VIII van dit arbeidsreglement10.
Art. 37 : Veiligheidsmaatregelen De werknemers zijn verplicht het hen opgedragen werk met zorg en nauwgezetheid uit te voeren. Zij onthouden zich van alles wat hun persoonlijke veiligheid of die van anderen in gevaar kan brengen. Zij gebruiken de voorgeschreven werkkledij en beschermingsmiddelen volgens de gegeven richtlijnen en leven de veiligheidsmaatregelen na.
Art. 38 : Maatregelen in geval van staande activiteiten Wanneer een risicoanalyse de noodzaak ervan uitwijst, treft de werkgever maatregelen ten gunste van werknemers die hun activiteiten aanhoudend of doorgaans staande uitoefenen in toepassing van het Koninklijk Besluit van 27 april 2004 betreffende de werkzitplaatsen en rustzitplaatsen (B.S. 24 juni 2004). De betrokken werknemer beschikt in elk geval over een rustzitplaats waarop hij bij tussenpozen of na bepaalde tijdruimten kan gaan zitten. Wanneer de aard van de activiteiten niet toelaat een rustzitplaats te gebruiken, organiseert de werkgever de activiteiten op dergelijke wijze dat deze werknemer bij tussenpozen of na bepaalde tijdruimten zittend kan werken op een werkzitplaats. De rusttijden of de zittende werktijden bedragen ten minste een kwartier tijdens de eerste helft en ten minste een kwartier tijdens de tweede helft van de arbeidsdag. Zij moeten genomen worden ten vroegste na anderhalf uur en ten laatste na twee en een half uur prestaties. Eventuele bijkomende maatregelen worden opgesomd in bijlage IX bij dit arbeidsreglement.
10
Het beleid dient aangepast te zijn aan de grootte van de onderneming, de aard van de activiteiten en de specifieke risico’s eigen aan de activiteiten/bepaalde groepen van personen. Er wordt overleg gepleegd met het Comité voor preventie en bescherming op het werk (bij afwezigheid vakbondsafvaardiging, of bij afwezigheid de werknemers), met als doel een consensus te bereiken. II.01 versie 03/2012
p. 22
Arbeidsreglement
HOOFDSTUK X. STRAFFEN Art. 39 Zonder afbreuk te doen aan artikel 33 van dit arbeidsreglement kan elkeen die de bepalingen van dit arbeidsreglement overtreedt, of de wettelijke verplichtingen van de werknemer niet respecteert worden gestraft op de wijze voorzien in bijlage X van dit arbeidsreglement. De opgelegde sancties worden, op straffe van nietigheid, uiterlijk de eerste werkdag na die waarop een tekortkoming is vastgesteld, door de werkgever of zijn aangestelde, ter kennis gebracht van diegenen die de sancties hebben opgelopen. In geval van ontslag om een dringende reden geldt de vorige regel niet. In dit geval moet het ontslag worden gegeven binnen een termijn van drie werkdagen na de kennisname van de feiten. Voor de datum van de eerstvolgende uitbetaling van het loon wordt de opgelegde straf ingeschreven in een register waarin tegenover de namen van de betrokken werknemers, de datum, de reden, alsmede de aard van de straf worden vermeld. Het register moet telkens worden voorgelegd wanneer de bevoegde ambtenaren en beambten daarom verzoeken.
II.01 versie 03/2012
p. 23
Arbeidsreglement
HOOFDSTUK XI. BIJLAGEN Art. 40 De bij dit reglement gevoegde bijlagen maken integraal deel uit van het arbeidsreglement.
BIJLAGE I COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 25 BETREFFENDE DE GELIJKE BELONING VOOR MANNELIJKE EN VROUWELIJKE WERKNEMERS. HOOFDSTUK I - Voorwerp en toepassingsgebied Art. 1 Onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst heeft ten doel het beginsel van gelijke beloning voor mannelijke en vrouwelijke werknemers, dat is neergelegd in artikel 141, §1 en §2 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, te verwezenlijken. De gelijkheid van beloning houdt in dat voor gelijke arbeid of voor arbeid van gelijke waarde ieder onderscheid op basis van geslacht wordt afgeschaft.
Art. 2 De overeenkomst is van toepassing op de werknemers en op de werkgevers bedoeld in artikel 2 van de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités.
HOOFDSTUK II - Tenuitvoerlegging Art. 3 De gelijke beloning voor mannelijke en vrouwelijke werknemers moet verzekerd worden voor alle elementen en voorwaarden van het loon, met inbegrip van de systemen van functiewaardering. De systemen van functiewaardering moeten de gelijke behandeling verzekeren in de keuze van de criteria, in de weging van die criteria en in het systeem van omzetting van de functiepunten in loonpunten. De sectoren en ondernemingen die dit nog niet hebben gedaan, toetsen hun systemen van functiewaardering en hun loonclassificaties aan de verplichting tot genderneutraliteit en brengen in voorkomend geval de nodige correcties aan.
Art. 4 Onder loon wordt verstaan : 1.
het loon in geld waarop de werknemer ingevolge zijn dienstbetrekking recht heeft ten laste van de werkgever;
2.
de fooien of het bedieningsgeld waarop de werknemer recht heeft ingevolge zijn dienstbetrekking of krachtens het gebruik;
3.
de in geld waardeerbare voordelen waarop de werknemer ingevolge zijn dienstbetrekking recht heeft ten laste van de werkgever.
II.01 versie 03/2012
p. 24
Arbeidsreglement
4.
de vergoedingen die krachtens een collectieve arbeidsovereenkomst en ter aanvulling van het wettelijk vakantiegeld door de werkgever als vakantiegeld worden betaald;
5.
de vergoedingen die voortvloeien uit de aanvullende niet-wettelijke socialezekerheidsregelingen.
Art. 5 Elke werknemer die zich benadeeld acht of de representatieve werknemersorganisatie waarbij de werknemer is aangesloten kan bij het bevoegde rechtscollege een rechtsvordering instellen om het beginsel van gelijke beloning voor mannelijke en vrouwelijke werknemers te doen toepassen.
Art. 6 Een gespecialiseerde paritair samengestelde commissie zal op initiatief van de organisaties, die onderhavige overeenkomst hebben ondertekend, worden opgericht. Zij zal tot taak hebben het bevoegde rechtscollege van advies te dienen, indien het erom verzoekt, omtrent geschillen over de toepassing van het beginsel van gelijke beloning. Bovendien zal zij de sociale partners informeren en sensibiliseren met betrekking tot initiatieven inzake sekseneutrale functiewaarderingssystemen en op verzoek van de paritaire comités dienaangaande advies en bijstand verlenen.
Art. 7 Par.1. De werkgever die een werknemer tewerkstelt, die hetzij op ondernemingsniveau, overeenkomstig de op afspraak berustende procedures die in de onderneming van kracht zijn, hetzij bij de sociale inspectie een met redenen omklede klacht heeft ingediend of die een rechtsvordering instelt of voor wie een rechtsvordering wordt ingesteld tot herziening van het loon op basis van onderhavige overeenkomst, mag de arbeidsbetrekking niet beëindigen, noch de arbeidsvoorwaarden eenzijdig wijzigen, behalve om redenen die vreemd zijn aan die klacht of aan de rechtsvordering; De bewijslast van deze redenen rust op de werkgever, indien de werknemer wordt ontslagen of de arbeidsvoorwaarden eenzijdig worden gewijzigd binnen de 12 maanden volgend op het indienen van een klacht zoals bedoeld in het vorig lid. Deze bewijslast rust eveneens op de werkgever in geval van ontslag of eenzijdige wijziging van de arbeidsvoorwaarden nadat een rechtsvordering werd ingesteld, zoals bedoeld in het vorige lid en dit tot 3 maanden na het in kracht van gewijsde gaan van het vonnis. Par.2. Wanneer de werkgever de arbeidsovereenkomst beëindigt of de arbeidsvoorwaarden eenzijdig wijzigt in strijd met de bepalingen van par.1, lid 1 van dit artikel, verzoekt de werknemer of de vakbondsorganisatie waarbij hij is aangesloten hem opnieuw in de onderneming op te nemen of hem te herplaatsen in de arbeidspost onder de voorwaarden vastgesteld in de arbeidsovereenkomst. Het verzoek moet worden gedaan binnen de dertig dagen die volgen op de datum van de betekening van de opzegging, van de beëindiging zonder opzegging of van de eenzijdige wijziging van de arbeidsvoorwaarden. De werkgever moet binnen de dertig dagen volgend op de betekening zich over de aanvraag uitspreken. De werkgever die de werknemer opnieuw in de onderneming opneemt of hem opnieuw aan zijn vroegere arbeidspost tewerkstelt, moet het door de werknemer wegens ontslag of wijziging van de arbeidsvoorwaarden gederfde loon betalen alsmede de werkgevers- en werknemersbijdragen op dat loon storten. Par.3. Wanneer de werknemer ingevolge het in par.2, lid 1 bedoelde verzoek niet opnieuw wordt opgenomen of niet wordt herplaatst in zijn arbeidspost en er geoordeeld werd dat het ontslag of de eenzijdige wijziging van de arbeidsvoorwaarden indruist tegen de beschikkingen van par.1, lid 1, zal de werkgever aan de werknemer een vergoeding betalen die, naargelang van de keuze van de werknemer, gelijk is hetzij aan een forfaitair bedrag dat overeenstemt met het brutoloon voor zes maanden, hetzij aan de werkelijk door de werknemer geleden schade; in laatstgenoemd geval zal de werknemer de omvang van de geleden schade moeten bewijzen.
II.01 versie 03/2012
p. 25
Arbeidsreglement
Par.4. De werkgever is verplicht dezelfde vergoeding uit te betalen, zonder dat de werknemer het in par. 2, lid 1 bedoelde verzoek om opnieuw te worden opgenomen of in de arbeidspost te worden herplaatst, moet indienen : 1. wanneer de werknemer de arbeidsovereenkomst verbreekt, omdat het gedrag van de werkgever in strijd is met de beschikkingen van par. 1, lid 1, wat in hoofde van de werknemer een dringende reden is om de arbeidsovereenkomst te verbreken; 2. wanneer de werkgever de werknemer heeft ontslagen om een dringende reden, op voorwaarde dat het bevoegde rechtsorgaan dit ontslag voor ongegrond houdt en in strijd acht met de beschikkingen van par.1, lid 1.
HOOFDSTUK III - Bekendmaking Art. 8 De tekst van onderhavige overeenkomst wordt in bijlage bij het arbeidsreglement van de onderneming gevoegd.
HOOFDSTUK IV - Slotbepalingen Art. 9 Deze overeenkomst is gesloten voor een onbepaalde looptijd; zij wordt van kracht op de datum van ondertekening ervan. Zij kan op verzoek van de meeste gerede ondertekenende partij worden herzien of opgezegd met een opzeggingstermijn van zes maanden. De organisatie die het initiatief tot herziening of opzegging neemt, moet de redenen aangeven en amendementsvoorstellen indienen; de andere organisaties gaan de verbintenis aan deze binnen de termijn van een maand na ontvangst, in de Nationale Arbeidsraad te bespreken. Art. 10 De ondertekenende partijen gaan de verbintenis aan de nodige maatregelen te treffen opdat de sociale rechters en raadsheren, die in de arbeidsrechtbanken en –hoven als werknemers of als werkgevers zetelen, zouden worden ingelicht over het bestaan van de bij artikel 6 van onderhavige overeenkomst voorziene gespecialiseerde commissie. Tevens verbinden zij zich ertoe aan hun organisaties, die in rechte zouden optreden ter verdediging van de uit onderhavige overeenkomst voortvloeiende rechten, aan te bevelen dat zij het bevoegde rechtscollege zouden vragen genoemde commissie te raadplegen. Bovendien zal zij de sociale partners informeren en sensibiliseren met betrekking tot initiatieven inzake sekseneutrale functiewaarderingssystemen en op verzoek van de paritaire comités dienaangaande advies en bijstand verlenen.
II.01 versie 03/2012
p. 26
Arbeidsreglement
BIJLAGE II (bijlage bij artikel 7 en 9) I. CONTROLE OP DE ARBEID MET HET OOG OP HET BEPALEN VAN HET LOON In de onderneming gebeurt de controle op de aanwezigheid van de werknemer en op de arbeidsuren die hij presteert op de volgende manier:11
................................................................................................................................ .......................................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................................... ................................................................................................................................ .......................................................................................................................................................................... ................................................................................................................................
................................................................................................................................ ..........................................................................................................................................................................
II. INHAALRUSTDAGEN INGEVOLGE ARBEIDSDUURVERMINDERING12 De maximale arbeidsduur in de sector, vastgelegd bij CAO, is gelijk aan gemiddeld .......... ........ uur per week.
........ uur per week, Deze arbeidsduur wordt in de onderneming omgezet in een effectieve arbeidsduur van .......... ........ inhaalrustdagen per jaar. met toekenning van .......... Voor de deeltijdse werknemers
worden geen dagen inhaalrust voor arbeidsduurvermindering toegekend
worden eveneens dagen inhaalrust toegekend volgens de tewerkstellingsbreuk (uren deeltijdse per week / wekelijkse arbeidsduur voltijds)
Bij collectieve vastlegging van deze dagen, bevinden deze zich op de volgende dagen: .......................................................................................................................................................................... ................................................................................................................................
................................................................................................................................ ..........................................................................................................................................................................
III. INDELING VAN HET VOLTIJDSE WERKROOSTER A. ARBEIDERS De rusttijden worden niet in aanmerking genomen voor de berekening van de arbeidsduur en bijgevolg niet betaald. a)
Wanneer de arbeid in één ploeg georganiseerd is :
........... maandag van .......... ........... dinsdag van .......... ........... woensdag van .......... donderdag van .......... ........... vrijdag van .......... ........... zaterdag van .......... ........... ........... zondag van ..........
11 12
........... tot .......... ........... tot .......... ........... tot .......... ........... tot .......... ........... tot .......... tot .......... ........... ........... tot ..........
........... en van .......... ........... en van .......... ........... en van .......... en van .......... ........... en van .......... ........... en van .......... ........... ........... en van ..........
........... tot .......... ........... tot .......... tot .......... ........... tot .......... ........... ........... tot .......... tot .......... ........... ........... tot .......... TOTAAL
Aantal uren .......... ........... .......... ........... .......... ........... .......... ........... .......... ........... ........... .......... ........... .......... ........... ..........
Vb. een prikklok, prestatiestaat … Deze alinea moet enkel ingevuld worden, indien dit van toepassing is in de onderneming. Schrap deze alinea, indien dit niet van toepassing is in de onderneming.
II.01 versie 03/2012
p. 27
Arbeidsreglement
b) Het
Wanneer de arbeid in ploegen of per beurtrol wordt georganiseerd : ogenblik
en
de
wijze
waarop
de
ploegen
elkaar
afwisselen,
zijn
de
volgende:
................................................................................................................................ .......................................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................................... ................................................................................................................................ .......................................................................................................................................................................... ................................................................................................................................
1° ploeg of 1° week ........... maandag van .......... ........... dinsdag van .......... ........... woensdag van .......... donderdag van .......... ........... vrijdag van .......... ........... ........... zaterdag van .......... ........... zondag van ..........
........... tot .......... ........... tot .......... ........... tot .......... ........... tot .......... ........... tot .......... ........... tot .......... ........... tot ..........
........... en van .......... ........... en van .......... ........... en van .......... en van .......... ........... ........... en van .......... ........... en van .......... ........... en van ..........
........... tot .......... ........... tot .......... ........... tot .......... ........... tot .......... ........... tot .......... ........... tot .......... ........... tot .......... TOTAAL
Aantal uren ........... .......... .......... ........... .......... ........... .......... ........... .......... ........... .......... ........... .......... ........... .......... ...........
2° ploeg of 2° week ........... maandag van .......... ........... dinsdag van .......... ........... woensdag van .......... donderdag van .......... ........... vrijdag van .......... ........... zaterdag van .......... ........... ........... zondag van ..........
........... tot .......... ........... tot .......... ........... tot .......... ........... tot .......... ........... tot .......... ........... tot .......... ........... tot ..........
........... en van .......... ........... en van .......... ........... en van .......... en van .......... ........... ........... en van .......... en van .......... ........... en van .......... ...........
........... tot .......... ........... tot .......... ........... tot .......... ........... tot .......... ........... tot .......... ........... tot .......... tot .......... ........... TOTAAL
Aantal uren ........... .......... .......... ........... .......... ........... .......... ........... .......... ........... .......... ........... .......... ........... .......... ...........
3° ploeg of 3° week ........... maandag van .......... ........... dinsdag van .......... ........... woensdag van .......... ........... donderdag van .......... vrijdag van .......... ........... zaterdag van .......... ........... ........... zondag van ..........
........... tot .......... ........... tot .......... ........... tot .......... ........... tot .......... ........... tot .......... ........... tot .......... ........... tot ..........
........... en van .......... ........... en van .......... ........... en van .......... ........... en van .......... ........... en van .......... ........... en van .......... en van .......... ...........
........... tot .......... ........... tot .......... ........... tot .......... ........... tot .......... ........... tot .......... ........... tot .......... ........... tot .......... TOTAAL
Aantal uren ........... .......... .......... ........... .......... ........... .......... ........... .......... ........... .......... ........... .......... ........... .......... ...........
4° ploeg of 4° week ........... maandag van .......... ........... dinsdag van .......... ........... woensdag van .......... donderdag van .......... ........... vrijdag van .......... ........... zaterdag van .......... ........... ........... zondag van ..........
........... tot .......... ........... tot .......... ........... tot .......... ........... tot .......... ........... tot .......... ........... tot .......... ........... tot ..........
........... en van .......... ........... en van .......... ........... en van .......... en van .......... ........... ........... en van .......... ........... en van .......... ........... en van ..........
........... tot .......... ........... tot .......... ........... tot .......... ........... tot .......... ........... tot .......... ........... tot .......... ........... tot .......... TOTAAL
Aantal uren ........... .......... ........... .......... .......... ........... .......... ........... .......... ........... .......... ........... .......... ........... .......... ...........
II.01 versie 03/2012
p. 28
Arbeidsreglement
B. BEDIENDEN Het normale werkrooster omvat ........ ...... uren per week en is als volgt samengesteld : Groep 1 ........... maandag van .......... ........... dinsdag van .......... ........... woensdag van .......... ........... donderdag van .......... ........... vrijdag van .......... ........... zaterdag van .......... ........... zondag van ..........
........... tot .......... ........... tot .......... ........... tot .......... ........... tot .......... ........... tot .......... ........... tot .......... tot .......... ...........
........... en van .......... ........... en van .......... ........... en van .......... ........... en van .......... ........... en van .......... ........... en van .......... ........... en van ..........
........... tot .......... ........... tot .......... ........... tot .......... ........... tot .......... ........... tot .......... ........... tot .......... ........... tot .......... TOTAAL
Aantal uren .......... ........... .......... ........... .......... ........... .......... ........... .......... ........... ........... .......... ........... .......... .......... ...........
Groep 2 ........... maandag van .......... ........... dinsdag van .......... ........... woensdag van .......... donderdag van .......... ........... vrijdag van .......... ........... zaterdag van .......... ........... ........... zondag van ..........
........... tot .......... ........... tot .......... ........... tot .......... ........... tot .......... ........... tot .......... ........... tot .......... tot .......... ...........
........... en van .......... ........... en van .......... ........... en van .......... en van .......... ........... ........... en van .......... ........... en van .......... en van .......... ...........
........... tot .......... ........... tot .......... ........... tot .......... ........... tot .......... ........... tot .......... ........... tot .......... ........... tot .......... TOTAAL
Aantal uren ........... .......... .......... ........... .......... ........... .......... ........... .......... ........... .......... ........... .......... ........... .......... ...........
IV. INDELING VAN HET DEELTIJDSE WERKROOSTER Groep 1 ........... maandag van .......... ........... dinsdag van .......... ........... woensdag van .......... donderdag van .......... ........... vrijdag van .......... ........... zaterdag van .......... ........... ........... zondag van ..........
........... tot .......... ........... tot .......... ........... tot .......... ........... tot .......... ........... tot .......... tot .......... ........... tot .......... ...........
........... en van .......... ........... en van .......... ........... en van .......... en van .......... ........... en van .......... ........... en van .......... ........... en van .......... ...........
........... tot .......... ........... tot .......... tot .......... ........... ........... tot .......... ........... tot .......... ........... tot .......... ........... tot .......... TOTAAL
Aantal uren ........... .......... ........... .......... .......... ........... ........... .......... .......... ........... .......... ........... .......... ........... .......... ...........
Groep 2 ........... maandag van .......... ........... dinsdag van .......... ........... woensdag van .......... donderdag van .......... ........... vrijdag van .......... ........... zaterdag van .......... ........... zondag van .......... ...........
........... tot .......... ........... tot .......... ........... tot .......... ........... tot .......... ........... tot .......... tot .......... ........... tot .......... ...........
........... en van .......... ........... en van .......... ........... en van .......... en van .......... ........... en van .......... ........... ........... en van .......... en van .......... ...........
........... tot .......... tot .......... ........... tot .......... ........... tot .......... ........... tot .......... ........... tot .......... ........... ........... tot .......... TOTAAL
Aantal uren ........... .......... ........... .......... ........... .......... ........... .......... .......... ........... ........... .......... .......... ........... ........... ..........
Groep 3 ........... maandag van .......... ........... dinsdag van .......... woensdag van .......... ........... donderdag van .......... ........... vrijdag van .......... ........... zaterdag van .......... ........... zondag van .......... ...........
........... tot .......... ........... tot .......... tot .......... ........... tot .......... ........... tot .......... ........... tot .......... ........... tot .......... ...........
........... en van .......... ........... en van .......... en van .......... ........... en van .......... ........... en van .......... ........... en van .......... ........... en van .......... ...........
........... tot .......... ........... tot .......... tot .......... ........... tot .......... ........... tot .......... ........... tot .......... ........... tot .......... ........... TOTAAL
Aantal uren .......... ........... .......... ........... .......... ........... .......... ........... .......... ........... .......... ........... .......... ........... .......... ...........
II.01 versie 03/2012
p. 29
Arbeidsreglement
Groep 4 ........... maandag van .......... ........... dinsdag van .......... ........... woensdag van .......... donderdag van .......... ........... vrijdag van .......... ........... zaterdag van .......... ........... ........... zondag van ..........
........... tot .......... ........... tot .......... ........... tot .......... ........... tot .......... ........... tot .......... ........... tot .......... tot .......... ...........
........... en van .......... ........... en van .......... ........... en van .......... en van .......... ........... ........... en van .......... ........... en van .......... en van .......... ...........
........... tot .......... ........... tot .......... ........... tot .......... ........... tot .......... ........... tot .......... ........... tot .......... ........... tot .......... TOTAAL
Aantal uren ........... .......... .......... ........... .......... ........... .......... ........... .......... ........... .......... ........... .......... ........... .......... ...........
V. DEELTIJDSE ARBEID VOLGENS EEN CYCLUS Week 1 Deze cyclus start op maandag ........... ........... tot .......... maandag van .......... ........... ........... tot .......... dinsdag van .......... ........... ........... tot .......... woensdag van .......... ........... ........... tot .......... donderdag van .......... ........... tot .......... vrijdag van .......... ........... ........... tot .......... zaterdag van .......... ........... ........... tot .......... zondag van .......... ...........
Aantal uren ........... en van .......... ........... en van .......... ........... en van .......... en van .......... ........... ........... en van .......... ........... en van .......... en van .......... ...........
........... tot .......... ........... tot .......... ........... tot .......... ........... tot .......... ........... tot .......... ........... tot .......... ........... tot .......... TOTAAL
Week 2 ........... maandag van .......... ........... dinsdag van .......... woensdag van .......... ........... donderdag van .......... ........... vrijdag van .......... ........... zaterdag van .......... ........... zondag van .......... ...........
Aantal uren ........... tot .......... ........... tot .......... tot .......... ........... tot .......... ........... tot .......... ........... tot .......... ........... tot .......... ...........
en van .......... ........... en van .......... ........... en van .......... ........... en van .......... ........... en van .......... ........... en van .......... ........... en van .......... ...........
........... tot .......... tot .......... ........... tot .......... ........... tot .......... ........... tot .......... ........... tot .......... ........... tot .......... ........... TOTAAL
Week 3 ........... maandag van .......... ........... dinsdag van .......... ........... woensdag van .......... donderdag van .......... ........... vrijdag van .......... ........... zaterdag van .......... ........... zondag van .......... ...........
........... .......... ........... .......... ........... .......... ........... .......... ........... .......... .......... ........... ........... .......... ........... ..........
.......... ........... .......... ........... .......... ........... .......... ........... .......... ........... .......... ........... .......... ........... .......... ...........
Aantal uren ........... tot .......... ........... tot .......... ........... tot .......... ........... tot .......... ........... tot .......... tot .......... ........... tot .......... ...........
........... en van .......... ........... en van .......... ........... en van .......... en van .......... ........... en van .......... ........... ........... en van .......... en van .......... ...........
........... tot .......... ........... tot .......... tot .......... ........... ........... tot .......... ........... tot .......... ........... tot .......... ........... tot .......... TOTAAL
........... .......... ........... .......... .......... ........... ........... .......... .......... ........... .......... ........... .......... ........... ........... ..........
De arbeidstijdregeling zoals hierboven voorzien is niet van toepassing op de personen die met een vertrouwenspost of leidinggevende functie zijn bekleed zoals voorzien in het K.B. van 10 februari 1965. De rusttijden worden niet in aanmerking genomen voor de berekening van de arbeidsduur en bijgevolg niet betaald.
II.01 versie 03/2012
p. 30
Arbeidsreglement
VI. FLEXIBELE WERKROOSTERS
13
In geval van toepassing van flexibele werkroosters op basis van artikel 20bis van de Arbeidswet van 16 maart 1971 geldt het volgende: -
de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur bedraagt ......... uur en dient gerespecteerd te worden binnen een referteperiode die loopt van ......... tot ......... (maximum 1 jaar);
-
het aantal te presteren uren tijdens de referteperiode bedraagt ......... uur;
-
het aantal uur dat beneden of boven de dagelijkse grens van de arbeid mag gepresteerd worden bedraagt 2 uur (maximum 9 uur per dag).
-
het aantal uur dat beneden of boven de wekelijkse grens van de arbeid mag gepresteerd worden bedraagt 5 uur.
De aanvang en het einde van de arbeidsdag wordt vastgesteld volgens onderstaande roosters:14 Rooster 1 “piekrooster” ........... maandag van .......... ........... dinsdag van .......... ........... woensdag van .......... ........... donderdag van .......... ........... vrijdag van .......... zaterdag van .......... ........... zondag van .......... ...........
Totaal uren ........... tot .......... ........... tot .......... ........... tot .......... ........... tot .......... ........... tot .......... tot .......... ........... tot .......... ...........
........... en van .......... ........... en van .......... ........... en van .......... ........... en van .......... ........... en van .......... en van .......... ........... en van .......... ...........
........... tot .......... ........... tot .......... ........... tot .......... ........... tot .......... ........... tot .......... tot .......... ........... tot .......... ........... TOTAAL
........... .......... ........... .......... ........... .......... ........... .......... ........... .......... .......... ........... .......... ........... .......... ...........
Aantal plusuren ........... .......... ........... .......... ........... .......... ........... .......... .......... ........... .......... ........... .......... ........... .......... ...........
In rooster 1 worden rustpauzes toegekend: - in de voormiddag : van ......... tot ......... - in de namiddag: van ......... tot ......... Rooster 2 “dalrooster” ........... maandag van .......... ........... dinsdag van .......... woensdag van .......... ........... ........... donderdag van .......... vrijdag van .......... ........... zaterdag van .......... ........... zondag van .......... ...........
Totaal uren ........... tot .......... ........... tot .......... tot .......... ........... ........... tot .......... tot .......... ........... tot .......... ........... tot .......... ...........
........... en van .......... ........... en van .......... en van .......... ........... ........... en van .......... en van .......... ........... en van .......... ........... en van .......... ...........
........... tot .......... ........... tot .......... tot .......... ........... ........... tot .......... tot .......... ........... tot .......... ........... tot .......... ........... TOTAAL
........... .......... ........... .......... .......... ........... ........... .......... .......... ........... .......... ........... .......... ........... .......... ...........
Aantal plusuren ........... .......... ........... .......... .......... ........... ........... .......... .......... ........... .......... ........... .......... ........... .......... ...........
In rooster 2 worden rustpauzes toegekend: - in de voormiddag : van ......... tot ......... - in de namiddag: van ......... tot .........
13
14
Deze alinea moet enkel ingevuld worden voor zover van toepassing in de onderneming. Een collectieve arbeidsovereenkomst of, bij ontstentenis, het arbeidsreglement kan flexibele werkroosters toestaan met inachtname van de grenzen bepaald in artikel 20bis Arbeidswet. Verder moet u rekening houden met artikel 6, §1, 1°, vierde lid en artikel 12 ter Wet tot instelling van de arbeidsreglementen van 8 april 1965. Werknemers die in de lokalen van de onderneming slechts aanwezig zijn om er grondstoffen en alle andere voorwerpen of documenten betreffende hun arbeid te nemen of om er de opbrengst van hun arbeid of enig ander document dienaangaande te brengen wordt de vermelding van de aanvang en van het einde van de gewone arbeidsdag vervangen door de vermelding van de dag en uur waarop de lokalen toegankelijk zijn.
II.01 versie 03/2012
p. 31
Arbeidsreglement
Rooster 3 en volgende …
De vervanging van het normale werkrooster door het alternatieve werkrooster wordt aan de werknemers meegedeeld bij middel van een bericht dat minstens 7 dagen voor het in voege treden van het nieuwe werkrooster wordt aangeplakt. Dit bericht moet gedagtekend en ondertekend worden. Het moet de datum vermelden waarop het alternatieve rooster in voege treedt in de periode gedurende het van toepassing zal zijn. Dit bericht blijft uithangen zolang het alternatieve rooster geldt.
Bij opzeg worden de nog te recupereren overuren genomen in de opzegperiode, zonder deze te schorsen. Voor werknemers tewerkgesteld aan werken van vervoer, laden of lossen (artikel 38bis Arbeidswet) of met leidinggevende opdrachten (artikel 3, §3 Arbeidswet), kan worden afgeweken van de werkroosters zoals hierboven vermeld.
II.01 versie 03/2012
p. 32
Arbeidsreglement
BIJLAGE III (bijlage bij artikel 10) ZONDAGEN - AFWIJKENDE REGELING INZAKE INHAALRUST WEGENS ARBEID OP ZONDAG ................................................................................................ ..........................................................................................................................................................................
................................................................................................ .......................................................................................................................................................................... ................................................................................................ ..........................................................................................................................................................................
FEESTDAGEN - BIJKOMENDE FEESTDAGEN De data van de bijkomende feestdagen (buiten de 10 wettelijke) vastgelegd bij koninklijk besluit:
................................................................................................ ..........................................................................................................................................................................
VAKANTIE A. BIJKOMENDE VAKANTIEDAGEN BEPAALD IN DE SECTOR Anciënniteitsvakantie
Anciënniteit arbeider en/of bediende
Bijkomende vakantiedagen
………………………………………… ............................................... ………………………………………… ............................................... ………………………………………… ............................................... ………………………………………… ………………………………………… ............................................... ………………………………………… ............................................... …………………………………………
………………………………………… ............................................... ………………………………………… ............................................... ………………………………………… ............................................... ………………………………………… ………………………………………… ............................................... ………………………………………… ............................................... …………………………………………
Andere bijkomende vakantiedagen
................................................................................................ .......................................................................................................................................................................... ................................................................................................ ..........................................................................................................................................................................
B. BIJKOMENDE VAKANTIEDAGEN BEPAALD IN DE ONDERNEMING Anciënniteitsvakantie
Anciënniteit arbeider en/of bediende
Bijkomende vakantiedagen
………………………………………… ............................................... ………………………………………… ............................................... ………………………………………… ………………………………………… ............................................... ………………………………………… ............................................... ………………………………………… ............................................... …………………………………………
………………………………………… ............................................... ………………………………………… ............................................... ………………………………………… ………………………………………… ............................................... ………………………………………… ............................................... ………………………………………… ............................................... …………………………………………
Andere bijkomende vakantiedagen:
................................................................................................ ..........................................................................................................................................................................
II.01 versie 03/2012
p. 33
Arbeidsreglement
................................................................................................ .......................................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................................... ................................................................................................
C. AFWIJKINGEN OP DE BEPALINGEN INZAKE DE OPNAME VAN DE INDIVIDUELE JAARLIJKSE VAKANTIE In afwijking van artikel 10 van het arbeidsreglement, gelden de volgende regels inzake de opname van de individuele jaarlijkse vakantie. Zonder afbreuk te doen aan artikel 10 van het arbeidsreglement, gelden de volgende bijkomende 15 regels inzake de opname van de individuele jaarlijkse vakantie.
................................................................................................ ............................................................................................................................................................. ................................................................................................ ............................................................................................................................................................. ............................................................................................................................................................. ................................................................................................
D. DATA VAN DE COLLECTIEVE VAKANTIE De data waarop de onderneming of instelling wegens collectief verlof gesloten is:
........ tot .......... ........ van .......... ........ tot .......... ........ van .......... van .......... ........ tot .......... ........
15
Schrap de zin die niet van toepassing is. Wordt er gekozen voor de eerste zin dan betekent dit dat de bepalingen van artikel 10 die betrekking hebben op de opname van de individuele jaarlijkse vakantie, niet van toepassing worden verklaard.
II.01 versie 03/2012
p. 34
Arbeidsreglement
BIJLAGE IV (bijlage bij artikel 12) I. UITBETALINGSWIJZE VAN HET LOON Het loon wordt uitbetaald : in giraal geld; in giraal geld behoudens voor de werknemers waarvoor een afzonderlijk akkoord afgesloten werd; van hand tot hand.
II. TIJDSTIP VAN UITBETALING VAN HET LOON A. BEDIENDEN De uitbetaling heeft maandelijks plaats op de 7e werkdag na de periode waarop het loon betrekking heeft. B. ARBEIDERS De periode waarop het loon betrekking heeft, wordt als volgt vastgesteld : per week; om de 14 dagen; per halve maand; éénmaal per maand, mits een halfmaandelijks voorschot op de 7e werkdag na de 15e van iedere maand. De uitbetaling heeft ten laatste op de 7e werkdag plaats na de periode waarop het loon betrekking heeft. Ingeval de uitbetaling van het loon van hand tot hand gebeurt, heeft de betaling plaats op het bureel van de onderneming of instelling.
II.01 versie 03/2012
p. 35
Arbeidsreglement
BIJLAGE V (bijlage bij artikel 24) AFWIJKENDE OPZEGTERMIJNEN VOOR (EEN DEEL VAN) DE ARBEIDERS IN DE ONDERNEMING
Anciënniteit in de onderneming op het ogenblik dat de opzegging ingaat
Duur van de opzeggingstermijn
Werkgever
Werknemer
............................................... ……………………………………………
...................... ……………………
...................... ……………………
............................................... ……………………………………………
...................... ……………………
...................... ……………………
............................................... ……………………………………………
...................... ……………………
...................... ……………………
............................................... ……………………………………………
...................... ……………………
...................... ……………………
............................................... ……………………………………………
...................... ……………………
...................... ……………………
............................................... ……………………………………………
...................... ……………………
...................... ……………………
Zonder afbreuk te doen aan kortere opzegtermijnen die in de sector zijn vastgesteld bij K.B. of CAO, geldt voor arbeiders tot minder dan zes maanden ononderbroken dienst in de onderneming het volgende : − een opzeggingstermijn van 7 kalenderdagen voor de werkgever; − een opzeggingstermijn van 3 kalenderdagen voor de werknemer. Deze termijnen zijn vastgesteld in uitvoering van artikel 60 van de Wet van 3 juli 1978.
II.01 versie 03/2012
p. 36
Arbeidsreglement
BIJLAGE VI (bijlage bij de artikelen 29 tot 33) DE PREVENTIEMAATREGELEN GENOMEN TER BESCHERMING VAN DE WERKNEMERS TEGEN GEWELD, PESTERIJEN EN ONGEWENST SEKSUEEL GEDRAG OP HET WERK 1.
................................................................................................................................................................... ................................................................................................ ................................................................................................................................................................... ................................................................................................
2.
................................................................................................................................................................... ................................................................................................ ................................................................................................................................................................... ................................................................................................
3.
................................................................................................................................................................... ................................................................................................ ................................................................................................................................................................... ................................................................................................
4.
................................................................................................................................................................... ................................................................................................ ................................................................................................................................................................... ................................................................................................
5.
................................................................................................................................................................... ................................................................................................ ................................................................................................................................................................... ................................................................................................
6.
................................................................................................ ................................................................................................................................................................... ................................................................................................ ...................................................................................................................................................................
7.
................................................................................................ ................................................................................................................................................................... ................................................................................................................................................................... ................................................................................................
8.
................................................................................................ ................................................................................................................................................................... ................................................................................................ ...................................................................................................................................................................
9.
................................................................................................ ................................................................................................................................................................... ................................................................................................ ...................................................................................................................................................................
10. ................................................................................................ ...................................................................................................................................................................
................................................................................................ ................................................................................................................................................................... 11. ................................................................................................ ...................................................................................................................................................................
................................................................................................ ................................................................................................................................................................... 12. ................................................................................................ ...................................................................................................................................................................
................................................................................................ ................................................................................................................................................................... 13. ................................................................................................ ...................................................................................................................................................................
................................................................................................ ................................................................................................................................................................... De preventieadviseur die is aangesteld in het kader van de bescherming van de werknemers tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk is16:
................................................................................................ .......................................................................................................................................................................... 16
Deze preventieadviseur mag niet tegelijkertijd arbeidsgeneesheer zijn.
II.01 versie 03/2012
p. 37
Arbeidsreglement
De eventueel één of meerdere aangestelde vertrouwenspersonen zijn:
................................................................................................ ..........................................................................................................................................................................
De werknemer die het slachtoffer is van een daad van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag kan bij de volgende gespecialiseerde diensten of instellingen een passende psychologische ondersteuning krijgen:
................................................................................................ .......................................................................................................................................................................... Degene die zich schuldig heeft gemaakt aan geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk en degene die wederrechtelijk gebruik heeft gemaakt van de in art. 30 vermelde klachtenprocedure kan – na de nodige onderzoeksmaatregelen en nadat betrokkene is gehoord – op de volgende manier worden gestraft: 17 .......................................................................................................................................................................... ................................................................................................ .......................................................................................................................................................................... ................................................................................................
................................................................................................ ..........................................................................................................................................................................
De bestemming van de eventueel hoger vermelde geldboete is: 18
................................................................................................ ..........................................................................................................................................................................
De opgelegde sancties worden, op straffe van nietigheid, uiterlijk de eerste werkdag na die waarop een tekortkoming is vastgesteld, door de werkgever of zijn aangestelde, ter kennis gebracht van diegenen die de sancties hebben opgelopen. In geval van een ontslag om een dringende reden geldt de vorige regel niet. In dit geval moet het ontslag worden gegeven binnen een termijn van drie werkdagen na de kennisname van de feiten. Voor de datum van de eerstvolgende uitbetaling van het loon wordt de opgelegde straf ingeschreven in een register waarin tegenover de namen van de betrokken werknemers, de datum, de reden, alsmede de aard van de straf en indien het een boete betreft, het bedrag ervan worden vermeld. Het register moet telkens worden voorgelegd wanneer de bevoegde ambtenaren en beambten daarom verzoeken. De werknemer die wenst een klacht in te dienen of een opmerking te maken in verband met de hem/haar betekende straffen of die deze laatste wenst te betwisten, kan dit doen bij:
................................................................................................ ..........................................................................................................................................................................
17
18
Wanneer er een geldboete wordt opgelegd dan moet het bedrag ervan in het arbeidsreglement worden opgenomen. Het totaal van de per dag opgelegde boete mag 1/5 van het dagloon niet overschrijden. De boetes moeten ten voordele van alle werknemers worden aangewend. Waar er een ondernemingsraad bestaat, moet de bestemming van de opbrengst der geldboetes na overleg met deze worden vastgesteld.
II.01 versie 03/2012
p. 38
Arbeidsreglement
BIJLAGE VII (bijlage bij artikel 35) ROOKBELEID – ROOKVRIJ WERKEN Elke werknemer heeft het recht te beschikken over werkruimten en sociale voorzieningen, vrij van tabaksrook. ROOKVERBOD Derhalve geldt een absoluut rookverbod in: 1. de werkruimte: a. elke arbeids/werkplaats gesloten of in een open ruimte, binnen of buiten de onderneming of inrichting, t.t.z. vergaderzalen, cabines van een vrachtwagen, hangars, opslagplaatsen, garages van de onderneming (gesloten of open, binnen of buiten de onderneming), … b. en elke open of gesloten ruimte binnen in de onderneming of inrichting waar de werknemer toegang tot heeft, niet noodzakelijk bestemd om te werken, zoals bijvoorbeeld trappen, liften, gangen, inkomhal, ontspanningsruimten of plaatsen voor gezellige bijeenkomsten, … 2. sociale voorzieningen: de sanitaire installaties, t.t.z. de toiletten, kleedkamers, en douches evenals de refters en de lokalen bestemd voor rust of eerste hulp, of lokalen bestemd voor het onthaal van zwangere werkneemsters of werkneemsters die borstvoeding geven; 3. het vervoermiddel dat voor gemeenschappelijk vervoer van en naar het werk ter beschikking wordt gesteld van het personeel. Dit rookverbod is volledig, zelfs voor werknemers die over een individuele werkruimte beschikken. ROOKKAMER 19 Een rookkamer is wel/niet * voorzien. (*schrappen wat niet past) Deze rookkamer wordt afdoende verlucht. De rookkamer bevindt zich ...................... Roken in openlucht (geen werkruimte) is toegelaten op volgende plaats:
................................................................ Deze regeling mag geen ongelijke behandeling van de werknemers veroorzaken. De rookpauzes worden op hieronder beschreven wijze georganiseerd en toegelaten op bepaalde tijdstippen. ORGANISATIE ROOKPAUZES: ...................... TIJDSTIP/DUUR ROOKPAUZES: ...................... Indien deze rookpauzes de arbeidstijd verlengen (pauzes onbezoldigd), worden de nieuwe uurroosters opgenomen in het arbeidsreglement. NALEVING VAN HET VERBOD DOOR DERDEN Ook derden zoals leveranciers, bezoekers, tijdelijke werknemers, onderaannemers, …moeten zich houden aan de hierboven beschreven regels inzake roken en het rookverbod. Derhalve zorgt de werkgever voor de nodige signalisatie en informatie t.b.v. de bezoekers. SANCTIES Overtredingen van het rookbeleid worden gesanctioneerd volgens de sancties voorzien in het arbeidsreglement.
19
Het invoeren (niet verplicht) van een rookkamer en het gebruik hiervan tijdens de werkuren, gebeurt na voorafgaand advies van het Comité voor preventie en bescherming op het werk (bij afwezigheid vakbondsafvaardiging, of bij afwezigheid de werknemers).
II.01 versie 03/2012
p. 39
Arbeidsreglement
BIJLAGE VIII (Bijlage bij artikel 36) Beleidsverklaring preventief alcohol en drugsbeleid
Het voeren van een beleid om het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk te bevorderen is een geïntegreerd onderdeel van het algemene beleid van de onderneming. Een preventief alcohol- en drugsbeleid maakt hier deel van uit.
Dit is ingegeven door het feit dat werkgerelateerd gebruik van alcohol of drugs één van de factoren is die de veiligheid, de gezondheid en het welzijn van werknemers en hun omgeving negatief kunnen beïnvloeden. Daarnaast kan het ook een negatieve impact hebben op de productiviteit en de kwaliteit van het werk en kan het imago van de onderneming erdoor geschaad worden.
Met betrekking tot het preventief beleid inzake werkgerelateerd gebruik van alcohol en drugs wil de onderneming een beroep doen op het gezond verstand en een verantwoordelijk gedrag van al zijn medewerkers en eventuele andere op de werkplek aanwezige personen.
De onderneming verwacht van zijn werknemers en eventuele andere op de werkplek aanwezige personen dat zij op een verantwoorde wijze omgaan met het gebruik van alcohol en drugs om te voorkomen dat gebruik zou leiden tot problematische situaties voor zichzelf of voor hun collega’s. De onderneming verwacht van zijn leidinggevend personeel in deze een voorbeeldrol
en
een
passend
optreden
ten
aanzien
van
hun
medewerkers
in
probleemsituaties.
De onderneming is van oordeel dat in de huidige situatie en onderlinge verhoudingen er geen nood is aan het uitwerken van gedetailleerde regels en voorschriften. We rekenen erop dat de bestaande afspraken rond het functioneren van medewerkers en leidinggevend personeel voldoende mogelijkheden bieden om gepast op te treden voor zover dit nodig zou zijn.
II.01 versie 03/2012
p. 40
Arbeidsreglement
BIJLAGE IX (bijlage bij artikel 38) In uitvoering van artikel 5 van het K.B. 27 april 2004 betreffende de werkzitplaatsen en rustzitplaatsen (B.S. 24 juni 2004) neemt de werkgever volgende maatregelen: ................................................................................................ .............................................................. ................................................................................................ ..............................................................
II.01 versie 03/2012
p. 41
Arbeidsreglement
BIJLAGE X (bijlage bij artikel 39)
SANCTIES Zonder afbreuk te doen aan artikel 33 en de sancties vermeld in bijlage VI van dit arbeidsreglement, kan elkeen die de bepalingen van dit arbeidsreglement overtreedt, of de wettelijke verplichtingen van de werknemer niet respecteert – na de nodige onderzoeksmaatregelen en nadat betrokkene is gehoord – op de volgende manier worden gestraft: 20
................................................................................................ ................................................................................................ ................................................................................................ ................................................................................................ ................................................................................................ ................................................................................................
De werknemer kan tegen deze beslissing in beroep gaan bij :
................................................................................................ ................................................................................................
................................................................................................ De bestemming van de eventueel hoger vermelde geldboete is: 21
................................................................................................ ................................................................................................
................................................................................................
20
De meest gebruikelijke sancties zijn de schriftelijke ingebrekestelling, de wegzending zonder loon voor één of enkele dagen, het ontslag om dringende reden en de geldboete. Wanneer er een geldboete wordt opgelegd dan moet het bedrag ervan in het arbeidsreglement worden opgenomen. Het totaal van de per dag opgelegde boete mag 1/5 van het dagloon niet overschrijden. 21 De boetes moeten ten voordele van alle werknemers worden aangewend. Waar er een ondernemingsraad bestaat, moet de bestemming van de opbrengst van de geldboetes na overleg met de ondernemingsraad worden vastgesteld.
II.01 versie 03/2012
p. 42
Arbeidsreglement
BIJLAGE XI COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMSTEN EN/OF COLLECTIEVE AKKOORDEN GESLOTEN IN DE ONDERNEMING EN DIE VAN TOEPASSING ZIJN OP DE WERKOMSTANDIGHEDEN 22
1.
................................................................................................ ................................................................................................................................................................... ................................................................................................ ...................................................................................................................................................................
2.
................................................................................................ ................................................................................................................................................................... ................................................................................................ ...................................................................................................................................................................
3.
................................................................................................ ................................................................................................................................................................... ................................................................................................ ...................................................................................................................................................................
4.
................................................................................................ ................................................................................................................................................................... ................................................................................................ ...................................................................................................................................................................
5.
................................................................................................................................................................... ................................................................................................
................................................................................................ ................................................................................................................................................................... ................................................................................................ 6. ................................................................................................................................................................... ................................................................................................ ...................................................................................................................................................................
................................................................................................ 7. ................................................................................................................................................................... ................................................................................................ ................................................................................................................................................................... ................................................................................................ 8. ...................................................................................................................................................................
................................................................................................ ...................................................................................................................................................................
22
Hier moeten het onderwerp, de datum en eventueel het registratienummer van de collectieve arbeidsovereenkomsten en/of collectieve akkoorden die betrekking hebben op de werkomstandigheden, vermeld worden. De inhoud moet dus niet worden opgenomen.
II.01 versie 03/2012
p. 43
Arbeidsreglement
9. BIJLAGE XII De verbandkist, verplicht overeenkomstig het Algemeen Reglement op de Arbeidsbescherming, bevindt zich op de volgende plaats(en) : .......................................................................................................................................................................... ................................................................................................ .......................................................................................................................................................................... ................................................................................................ Bij een ongeval wordt eerste hulp verstrekt door : .......................................................................................................................................................................... ................................................................................................ De keuze van de behandelende geneesheer is vrij, tenzij de hier onder vermelde bepalingen zijn ingevuld. Plaats waar de medische, farmaceutische of verplegingsdienst gevestigd is: ..........................................................................................................................................................................of ................................................................................................
................................................................................................ de vast erkende dokter is: …………………………………………………………………………………………...... de vast erkende apotheker is: ……………………………………………………………………………………….... ................................................................................................ de vast erkende kliniek is: …………………………………………………………………………………………...... ................................................................................................
........................................... Deze dienst is bestemd voor de werknemers die verblijven in de gemeente(n): ……………………………….. Voor de werknemers die buiten deze gemeente(n) wonen, volgen hieronder de namen en adressen van de dokters tot wie ze zich bij een arbeidsongeval kunnen wenden: 1.
................................................................................................ …………………………………………………………………………………………………………………..
2.
................................................................................................ …………………………………………………………………………………………………………………..
3.
................................................................................................ …………………………………………………………………………………………………………………..
eventueel ook:
................................................................................................ apotheker: ……………………………………………………………………………………………………………..... ................................................................................................ kliniek: ….………………………………………………………………………………………………………………..
II.01 versie 03/2012
p. 44
Arbeidsreglement
BIJLAGE XIII I. SAMENSTELLING ONDERNEMINGSRAAD
Werkgeversafgevaardigden
Werknemersafgevaardigden + contactgegevens
............................................... ..................................................
............................................... ..................................................
............................................... ..................................................
............................................... ..................................................
............................................... ..................................................
............................................... ..................................................
............................................... ..................................................
............................................... ..................................................
............................................... ..................................................
............................................... ..................................................
............................................... ..................................................
............................................... ..................................................
............................................... ..................................................
............................................... ..................................................
............................................... ..................................................
............................................... ..................................................
............................................... ..................................................
............................................... ..................................................
II. SAMENSTELLING VAN HET COMITE VOOR PREVENTIE EN BESCHERMING OP HET WERK
Werkgeversafgevaardigden
Werknemersafgevaardigden + contactgegevens
............................................... ..................................................
............................................... ..................................................
............................................... ..................................................
............................................... ..................................................
............................................... ..................................................
............................................... ..................................................
............................................... ..................................................
............................................... ..................................................
............................................... ..................................................
............................................... ..................................................
............................................... ..................................................
............................................... ..................................................
............................................... ..................................................
............................................... ..................................................
............................................... ..................................................
III. DIENST VOOR PREVENTIE
Preventieadviseur(s)
Adjunct(en)
............................................... ..................................................
............................................... ..................................................
............................................... ..................................................
............................................... ..................................................
............................................... ..................................................
............................................... ..................................................
............................................... ..................................................
............................................... ..................................................
............................................... ..................................................
............................................... ..................................................
IV. SAMENSTELLING SYNDICALE AFVAARDIGING + CONTACTMOGELIJKHEDEN
Syndicale afvaardiging
Contactmogelijkheden
............................................... ................................................................................
............................................... ................................................................................
............................................... ................................................................................
............................................... ................................................................................
............................................... ................................................................................
............................................... ................................................................................
............................................... ................................................................................
............................................... ................................................................................
............................................... ................................................................................
............................................... ................................................................................
II.01 versie 03/2012
p. 45
Arbeidsreglement
BIJLAGE XIV DE KRUISPUNTBANK In toepassing van artikel 27 van de Wet van 15 januari 1990 houdende de oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid, kunnen de werknemers de tekst en de uitvoeringsbesluiten raadplegen via : http://www.ksz-bcss.fgov.be
BIJLAGE XV ADRESSEN DER INSPECTIEDIENSTEN I. INSPECTIE VAN DE SOCIALE WETTEN
PROVINCIE ANTWERPEN Theater Building, Italiëlei 124/56 Louizastraat 1 Warandestraat 49
03/213.78.10
Ernest Blerotstraat 1 Philipssite 3A bus 8 Aubreméstraat 16
02/235.54.01 016/31.88.00 02/257.87.30
0 3500 HASSELT
FAC Verwilghen Voorstraat 43 – 3500 Hasselt
011/22.14.17
0 3700 TONGEREN
E. Jaminéstraat 13
012/23.16.96
Graanmarkt 1 Savaanstraat 11/02 Kazernestraat 16 – blok c
053/75.13.33 09/265.41.11 03/760.01.90
FAC Kamgebouw Koning Albert I-laan 1/5 bus4 Ijzerkaai 26-27 Kleine Bassinstraat 16
050/44.20.30
0 2000 ANTWERPEN 0 2800 MECHELEN 0 2300 TURNHOUT
015/45.09.80 014/44 50 10
PROVINCIE BRABANT 0 1070 BRUSSEL 0 3001 LEUVEN 0 1800 VILVOORDE PROVINCIE LIMBURG
PROVINCIE OOST-VLAANDEREN 0 9300 AALST 0 9000 GENT 0 9100 ST.-NIKLAAS
PROVINCIE WEST-VLAANDEREN 0 8000 BRUGGE 0 8500 KORTRIJK 0 8800 ROESELARE
II.01 versie 03/2012
056/26.05.41 051/26.54.30
p. 46
Arbeidsreglement
II. HET TOEZICHT OP HET WELZIJN OP HET WERK
ANTWERPEN
Theater Building Italiëlei 124 Bus 77 2000 ANTWERPEN
Tel.03/232.79.05 Fax.03/226.02.53
BRUSSEL
Ernest Blerotstraat 1 1070 BRUSSEL
Tel.02/233.45.46 Fax.02/233.45.23
HENEGOUWEN
Rue du Chapitre 1 7000 MONS
Tel. 065/35.39.19 065/35.73.50 Fax.065/31.39.92
LIMBURG – VLAAMS BRABANT
Koning Albertstraat 16B 3290 DIEST
Tel.013/35.90.50 Fax.013/35.90.89
LUIK
Bd. de la Sauvenière 73 4000 LIEGE
Tel.04/250.95.11 Fax.04/250.95.29
NAMEN
Chaussée de Liège 622 5100 JAMBES
Tel.081/30.46.30 Fax.081/30.86.30
OOST-VLAANDEREN
Ketelvest 26/202 9000 GENT
Tel.09/265.78.60 Fax.09/265.78.61
WEST-VLAANDEREN
FAC Kamgebouw Koning Albert I-laan 1/5 bus 5 8200 BRUGGE
Tel.050/44.20.20 Fax.050/44.20.29
......................................... Arbeidsreglement opgesteld te ......................................................
............................................... , op ..................................
Handtekening werkgever
Uitgave :
Acerta - Buro & Design Center - Heizel Esplanade PB 65 - 1020 BRUSSEL
II.01 versie 03/2012
p. 47