Foto’s: leerkrachten basisschool ’t Opstapje, Driewegen
‘Ik wil lezen over
jsw
jaargang
93,
juni
2009
Interesse Verbredend Lezen
12
Interesse Verbredend Lezen biedt leesbevordering die aansluit bij de belangstelling van leerlingen en een werkwijze die bijdraagt aan het vergroten van hun achtergrondkennis. Iedereen leest mee, ook de juf.
I
nteresse Verbredend Lezen is een werkwijze voor kinderen in groep 1 t/m 8 van het (speciaal) basisonderwijs. Door het structureel inzetten van de werkwijze voor een periode langer dan één jaar, geeft deze aantoonbare resultaten op het gebied van vergroten van de achtergrondkennis. Met de werkwijze stimuleer je daarnaast de leesvaardigheid, het leesplezier en de actieve woordenschat van leerlingen. De werkwijze sluit aan bij de Kwaliteitsagenda Primair Onderwijs met de doelstelling het taal/leesonderwijs duurzaam te verbeteren. Achtergrondkennis vergroten Onderwijsadviesdiensten RPCZ/Bazalt, HCO en DOBA hebben zich verdiept in de meta-analyse van 35 jaar onderwijsresearch door Robert J. Marzano. De boeken Wat werkt op school en Wat werkt in de klas (Marzano, 2007; 2008) vormen een leidraad bij de advisering aan scholen in hun schoolontwikkeling en kwaliteitsverbetering. In deze publicaties beschreef Marzano welke veranderingen en aanpakken daadwerkelijk effect blijken te hebben op de leerprestaties van leerlingen. Van de elf factoren die de leerprestaties van leerlingen positief beïnvloeden, zijn er drie op leerlingniveau: thuissituatie, motivatie, en aangeleerde intelligentie en achtergrondkennis. Bij achtergrondkennis gaat het om de basis van ervaringen waar leerlingen over beschikken. Van hoeveel onderwerpen een leerling enige kennis heeft, verschilt per
Ellen Joosten en Carola Riemens
Op een geeltje noteren ze waar ze enthousiast over zijn heid om dit schoolbreed te doen. De werkwijze wil leerlingen een kans bieden en aanmoedigen informatie te verwerven over wat zij zelf ‘leuk’ vinden. Hoe beperkt of specifiek dit ook mag zijn. Op tenminste twee momenten in de week lezen alle leerlingen 15 á 20 minuten ongestoord. Ze ervaren de leestijd als een moment om zich te verdiepen in wat hen écht bezighoudt. Zij krijgen de gelegenheid informatie te verzamelen en te verwerken. Later zullen de leerlingen de ruimte krijgen om in interactie van en met elkaar te leren. Leerlingen ervaren zo dat het steeds leuker wordt om elkaar te vertellen over alle mogelijke onderwerpen.
2009
De kinderen schrijven en tekenen in een schriftje wat ze over hun favoriete onderwerp te weten zijn gekomen.
juni
VIjFstappenaanpaK De vijfstappenaanpak van Interesse Verbredend Lezen biedt scholen, die een impuls willen geven aan leesonderwijs en -bevordering, een mogelijk-
93,
Lees- en woordenschatprogramma’s kun je inzetten om de achtergrondkennis van leerlingen te vergroten. Marzano ontwikkelde de werkwijze Wide Reading. Deze werkwijze introduceren Bazalt, Doba en HCO nu in een Nederlandse bewerking als Interesse Verbredend Lezen. Door het structureel inzetten voor een periode langer dan één jaar geeft de werkwijze aantoonbare resultaten op het gebied van de achtergrondkennis. Met deze werkwijze stimuleert de leerkracht ook de leesvaardigheid, het leesplezier en de actieve woordenschat van de leerlingen.
Stap 3: ongestoord lezen. Leerlingen hebben tijd om ongestoord te lezen. In een uitnodigende leesomgeving lezen ze tenminste twee keer per week 20 minuten stil voor zichzelf. Iedereen leest, ook de juf. Leerlingen en leerkrachten gaan steeds meer van deze ‘lezen voor jezelf tijd’ genieten. Tijdens het lezen noteren de leerlingen waar ze enthousiast over zijn op een geeltje.
jaargang
leerling. Het is enerzijds afhankelijk van de directe ervaringen die ze hebben vanuit hun thuissituatie: uitstapjes, onderwerpen waarover wordt gesproken, reizen, voorlezen en dergelijke. Anderzijds is het afhankelijk van wat ‘indirecte ervaring’ wordt genoemd: lezen over onderwerpen. Hoe en in welke mate een kind gestimuleerd wordt allerlei interesses te hebben en erover te lezen, verschilt ook per kind.
Stap 2: zoek leesmateriaal. Leerlingen zoeken en vinden leesmateriaal dat aansluit bij hun interesse. De leerkracht maakt een lijst met categorieën op basis van de leeslijsten van de leerlingen en geeft deze door aan de bibliotheek. Als de boeken op school zijn, kiezen de leerlingen het genre of onderwerp van hun voorkeur.
13 jsw
prinsessen!’
Stap 1: wat heeft je interesse? Leerlingen realiseren zich welke onderwerpen hun interesse hebben. Ze stellen een lijst samen van onderwerpen of genres waar ze graag meer over willen lezen. Help als leerkracht de leerlingen op weg met hun onderwerpkeuze.
reerd laten plaatsvinden door gebruik te maken van didactische structuren van Structureel Coöperatief Leren (Kagan, 2007).
Juf is dol op taarten
jsw
jaargang
93,
juni
2009
Stap 4: schrijven en tekenen. Leerlingen schrijven over informatie die ze gelezen hebben of geven de informatie op andere wijze weer op basis van hun aantekeningen. Ze presenteren ook met tekeningen, symbolen en grafieken hun bevindingen. Iedere leerling kiest de presentatiewijze die het beste bij hem past. Stap 5: interactief aan de slag. Leerlingen gaan interactief aan de slag met de informatie. Ze zijn vaak verbaasd over de diversiteit aan onderwerpen die hun groepsgenoten leuk vinden. Niemand is verplicht om voor de groep een praatje te houden. De interactie tussen leerlingen onderling kun je gestructu-
Bij stap 4 en 5 hebben alle leerlingen een schrift of aantekenblok nodig. Door de gelezen onderwerpen op meerdere manieren en bij herhaling te verwerken, slaan ze achtergrondkennis in hun lange termijn geheugen op. oBs ’t opstapje Op openbare basisschool ’t Opstapje in Driewegen, Zuid-Beveland wordt door alle betrokkenen gewerkt aan een kwaliteitsimpuls van onderwijs en van het leesonderwijs in het bijzonder. De leesmethode is vernieuwd en er is voldoende tijd ingeruimd voor leesinstructie, oefening en extra leestijd voor de zwakke lezers. Het belang van belevend stil lezen om de leesvaardigheid en het leesplezier te bevorderen werd door de leerkrachten erkend. Tijdens de leesmomenten bleek dat nogal wat leerlingen niet tot lezen kwamen. De directie besloot Interesse Verbredend Lezen te introduceren. Dit bleek succesvol: de kinderen lazen meer en beter in stilte – en de juffen ook.
alt
200
7.
14
Hieronder lees je hoe r de vijf stapMa . J . R , l pen van Interesse hoo op sc t k r Verbredend Lezen in e w t Uit: Wa de verschillende klassen in de praktijk gebracht werden.
,B
az
o zan
Als het boek over hun favoriete onderwerp gevonden is, kan het lezen beginnen.
‘Ik wil boeken lezen over dolfijnen en ik over prinsessen, want ik word er eentje!’ Menno en Julia uit de kleutergroep van juf Vera, praten over wat ze leuk vinden en waarover ze boeken willen gaan lezen. De juf heeft eerst in de kring haar boeken laten zien over taarten. Zij heeft verteld dat ze dol is op taarten en er alles over te weten wil komen. Hoe je de lekkerste taarten kan leren bakken, waar je ze koopt en welke soorten taarten er allemaal zijn. Juf wil er ook wel een verhaal over lezen. Daarom heeft ze allerlei boeken meegebracht van de bibliotheek waarin ze iets over taarten kan
vinden. In die boeken gaat ze lezen om alles over taarten te weten te komen. Zo introduceert Juf Vera in groep 1-2 de eerste stap van de vijfstappenaanpak. De kleuters maken eerst een tekeningetje over iets wat ze heel leuk vinden, waarover ze graag zouden willen lezen. Daarna praten ze in tweetallen om de beurt over hun onderwerp met behulp van de tekening. De kinderen stempelen of schrijven een woord bij de tekening, soms schrijft juf Vera het onderwerp van hun keuze erbij. Ook in groep 3-4-5 hebben de kinderen het met elkaar over hun favoriete onderwerp. Juf Emma laat de kinderen in groepjes van 4 met elkaar praten over wat ze leuk vinden. Daarna maken ze er een eigen ‘Breinkaart’ over en hangen die op. Terwijl de anderen met taal aan de slag gaan, mogen één leerling uit groep 3, één uit groep 4 en één uit groep 5 samenwerken en kijken of ze groepjes kunnen maken van onderwerpen, die hetzelfde zijn of bij elkaar horen. Ze rubriceren en maken één lijst van onderwerpen. In groep 6, 7 en 8 (juf Davonne) wordt een kringgesprek gehouden, waarna iedereen op een eigen leeslijst schrijft waarover ze willen lezen. De leeslijst heeft als doel op de langere termijn dat kinderen kunnen ontdekken of hun interesses veranderen.
15
www.zwijsen.nl/kennisgebieden Breng leren tot leven
10034_ZWIJ_Adv JSW 83x61_beeld.indd 1
12-05-2009 09:38:19
2009
( Advertentie )
juni
De provincie Zeeland heeft opdracht gegeven voor een project om laaggeletterdheid in Zeeland te verminderen. De Zeeuwse Rabobanken, Rabobank Goeree Overflakkee, RPCZ en de Zeeuwse bibliotheken werken samen in het project ‘Interesse Verbredend Lezen’. Het is de bedoeling om basisschoolleer lingen in Zeeland te laten lezen, hun woordenschat te ver beteren en hun leesvaardigheid te vergroten. Het project gaat uit van de interesses van de individuele leerling. Meer dan 80 scholen (meer dan 7000 leerlingen) nemen deel. Zie ook: www.lezenenschrijven.nl/nl/nieuws/zeeland
93,
Alle kinderen hebben niet alleen een boekenbak, maar ook een schriftje gekregen. Hierin schrijven en tekenen ze wat ze over hun favoriete onderwerp te weten zijn gekomen (stap 4). Juf Emma merkt dat de kinderen het geweldig vinden om een geeltje bij een bladzijde in hun boek te plakken, omdat ze daar later iets over willen schrijven of tekenen. In het begin, geeft ze aan, is het heel belangrijk dat de kinderen gaan snappen waaróm ze lezen. ‘We hebben het er samen over gehad wat ze graag willen weten over hun onderwerp en vervolgens
Laaggeletterdheid Zeeland
jaargang
Twee keer per week staat aan het begin van de middag een leeskwartier ingepland (stap 3). Als de kinderen op school komen, zoeken ze een plekje om te gaan lezen. Juf Davonne maakt een ronde door haar klas om te zien of iedereen zijn materialen heeft gevonden en gaat dan zelf ook in een boek lezen over steppen en woestijnen: het onderwerp dat binnenkort aan de orde is bij de aardrijkskundeles. In de kleutergroep leest juf Vera voor over Doornroosje aan Julia en Sennah. In de leeshoek liggen twee kleuters languit op de bank in het prentenboek Kikker is verliefd te lezen. Aan haar tafel zit Marit de woorden uit Fen krijgt een poesje hardop te lezen. En waar is Menno? Ah, die staat met een groepje in de natuurhoek in boeken over dinosaurussen te bladeren. Ze hebben er speelgoeddino’s bijgepakt en zoeken naar dezelfde exemplaren in hun boek.
• K agan, S. (2007). Structureel Coöperatief Leren. Vlissingen: Bazalt. • Marzano, Robert J. (2007). Wat werkt op school. Vlissingen: Bazalt. • Marzano, Robert J., Debra Pickering & Jan E. Pollock (2008). Wat werkt in de klas. Vlissingen: Bazalt.
jsw
Vervolgens zegt de juf: ‘Nu bel ik met de bibliotheek.’ Daar gaan ze op zoek naar allerlei boeken over de verschillende onderwerpen (stap 2). Als die er zijn, kan het lezen beginnen. De groepen van ’t Opstapje hebben allemaal hun eigen manier gevonden waarop ze het leesmateriaal over hun favoriete onderwerpen bewaren. Soms zoeken de leerlingen ook materiaal uit de schoolbibliotheek of het documentatiecentrum. Kinderen die bezig zijn rondom eenzelfde onderwerp, wisselen soms ook boeken uit.
Literatuur
ga ik, terwijl ze lezen, bij een kind zitten en vraag hem of hij al antwoord heeft op z’n eigen vraag. Zo begint nu langzaam het besef te groeien dat ze hun aantekeningen gebruiken voor het verhaaltje of tekeningetje in hun schrift. Eerder zagen ze dat verband niet. Ik heb dat zelf ook steeds voorgedaan: terwijl ik aan het lezen ben, noteer ik iets op een geeltje. Die geeltjes plak ik later allemaal bij elkaar op één papier. Ik lees hardop wat ik heb genoteerd en maak daar een verhaaltje van. Een samenvatting dus. Ik merk dat dit voor de meeste leerlingen in groep 3 te hoog gegrepen is. Zij maken een tekening over het onderwerp en schrijven een woord erbij.’ Juf Vera stuurt de interactie (stap 5) door de kleuters in tweetallen met elkaar te laten praten over wat ze hebben gelezen. Ze geeft aan dat ze dit meteen na het leeskwartier organiseert omdat de meeste kleuters het heel leuk vinden om iets te vertellen. En wie niet wil, luistert gewoon. In groep 3-4-5 geven twee kinderen die dit willen voor de groep een korte presentatie over hun favoriete onderwerp. Eén van de kinderen vraagt of ze een stukje mag voorlezen. In de bovenbouw bouwt Davonne steeds een moment in voor interactie in teams van vier leerlingen. Het voordeel hiervan is dat het voor kinderen veiliger voelt in een klein groepje het woord te nemen dan meteen voor de hele groep. En er zijn tegelijkertijd meer kinderen bezig, zo’n klein groepje geeft meer betrokkenheid.
Interesse Verbredend Lezen bestaat uit een dvd (met pre sentatie van de werkwijze in de praktijk) en een begeleidend boekje. De dvd is een Nederlandse bewerking van Wide Reading. Het is een gezamenlijk product van Bazalt, DOBA en HCO. Doba, HCO, RPCZ/Bazalt, Timpaan Onderwijs en IJsselgroep verzorgen op verzoek informatie- en implementa tiebijeenkomsten voor scholen. Kijk ook op: www.bazalt.nl
werkwijze, het kan zeker nog wat uitgebreid worden geven de leerkrachten aan. Bijvoorbeeld als werkwijze in de wereldoriëntatievakken. Kinderen leren natuurlijk heel veel als je het lesonderwerp volgens deze aanpak behandelt. Ze leren veel meer hun eigen leervragen formuleren. Het leukst vinden de leerkrachten dat ze óók de kinderen die niet zo goed kunnen lezen nu écht gemotiveerd bezig zien met boeken.
De auteurs zijn onderwijsadviseurs en trainers bij RPCZ/Bazalt in Vlissingen.
17 jsw
Kinderen en leerkrachten van ’t Opstapje zijn enthousiast over de
Meer informatie?
jaargang
93, juni
2009