9. Masterclass: Voorwaarden voor een succesvolle carrière, welke zijn dat? Eigenlijk weten we weinig van de loopbanen van mensen op de arbeidsmarkt. De Rijksuniversiteit Groningen onderzoekt hoe het schoolverlaters vergaat. Komen ze goed terecht? Hoe ziet hun carrière pad eruit? Wat bepaalt een succesvolle carrière? In deze Masterclass worden de tussentijdse resultaten gepresenteerd in het licht van de huidige en toekomstige vraagstukken op het snijvlak onderwijs en de regionale arbeidsmarkt.
Gespreksleider
Henk van Andel, gemeente Den Haag
Spreker
Arjen Edzes, senior onderzoeker Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen, Economische Geografie Rijksuniversiteit Groningen
De heer Arjen Edzes stelt zich voor en licht toe dat de gemeente Den Haag mee doet aan een onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen naar de carrièrelijn. Hij is gevraagd tussentijdse bevindingen te presenteren. Helaas zijn ze met het onderzoek nog niet zover als ze zouden willen, maar zijn er wel tussentijdse resultaten te presenteren. Er kan geen antwoord gegeven worden op de vraag wat de voorwaarden zijn voor een succesvolle carrière. Wel zijn er initiatieven en blokjes bouwstenen die kunnen bijdragen aan succesvolle carrière. Sheet
Doel
Verkennen van voorwaarden voor een succesvolle carrière: Arbeidsmarkt (Mis)matching en vaardigheden (Regionaal) beleid Persoonskenmerken Werkwijze: Reflecteren op onszelf Presenteren Discussie Het gaat om 3 centrale boodschappen: 1. Een opleiding is geen graadmeter van wat iemand kan 2. Niet beroepsvaardigheden bepalen succesvolle arbeidsmarkt carrière, maar algemeen en werk gerelateerde vaardigheden 3. Regionaal beleid moet inzetten op stimuleren mobiliteit en veerkracht in plaats van MATCH op korte termijn. De deelnemers wordt vervolgens gevraagd: Wat is uw vooropleiding? Wie van u heeft een vooropleiding die past bij uw huidige functie? Wie van u heeft de vaardigheden die passen bij de meer zware taken in uw huidige functie? Wie van u heeft een succesvolle carrière? Wat beschouwt uzelf als belangrijkste succes kenmerk in uw carrière? Wie van u levert liever in op de baan dan te moeten verhuizen? Naar aanleiding van een reactie uit de zaal op de laatste vraag, licht de heer Edzes de achtergrond van deze vraag toe. Problemen op de arbeidsmarkt komen deels door verplaatsingsgedrag oftewel het niet willen verplaatsen (verhuizen).
Geslaagd in het vak
Inleiding De heer Edzes geeft aan dat er weinig bekend is van carrières van schoolverlaters. Voor het onderzoek is er gekeken naar iedere persoon die op 1 oktober 2006 15-30 jaar oud is en die in de voorgaande negen maanden 5 maanden op school heeft gezeten, maar in de drie maanden daarna niet. Hiervoor zijn bestanden van het CBS geraadpleegd. Eerste centrale vraag hierbij was ‘Hoe zijn ze hun carrière gestart?’ De heer Edzes laat een tabel zien waarin in kaart is gebracht hoe deze groep eruit ziet. Hierbij is er enerzijds gekeken naar man/vrouw, Nederlander/immigrant, 15-25/25-35, gezinssamenstelling en anderzijds naar werknemer, ondernemer, uitkeringsgerechtigde, gepensioneerde, overige inkomsten, en overigen. Sheet
Schoolverlaters die in hun startpositie blijven in de periode 1-10-2006 – 31.12.2010
Vervolgens toont de heer Edzes een sheet met het gemiddeld aantal transities van schoolverlaters in deze periode. Hierbij zijn alle soorten transities in beeld gebracht, van studie naar bijbaan, van studie naar studie en bijbaan, van baan naar studie, van baan naar baan etc. Gemiddeld vinden er 6,5 transities plaats en is er geen sprake van een eenduidige carrière. Een carrière bestaat dus uit veel verschillende stappen. De sociaaleconomische status van de schoolverlater is in de tijd redelijk constant gebleven. Sheet
Wat bepaalt de kans op succes?
Succes = 3 maanden werk aan het einde van periode Startpositie carrière is zeer bepalend Hoe langer de tijd tot eerste baan, hoe minder kans Vrouwen betere kans, allochtonen minder Hoe hoger opgeleid, hoe meer kans, maar lager opgeleiden hebben meer kans dan middelbaar opgeleiden Van alle huishoudens hebben alleenstaanden minste kans Meeste kans in provincie in westen en midden van het land ….maar ook weinig tot niet in stedelijke gemeenten. De arbeidsmarkt De heer Edzes laat een sheet zien met een grafiek waarin te zien is wat het verloop is van het aantal vacatures en de werkloosheid vanaf 2002. Er heerst op dit moment een hoge werkloosheid en er zijn weinig vacatures. Voor een geschikte studiekeuze is de arbeidsmarkt van belang, maakt het uit waar je geboren bent en wat de kans van slagen is. Sheet
….en het maakt uit waar je geboren bent 2
Geslaagd in het vak
bron: Louter 2011 Onderzocht is waar gemiddeld een hogere werkgelegenheidsgroei is. Hiervoor is een vergelijking gemaakt tussen de periode 1973-1995 en 1995-2010. De heer Edzes licht toe dat de gemiddelde groei eerst in de Radstad zat en vervolgens verschoven is richting Eindhoven. Daarnaast zijn er gebieden waar weinig groei blijft. Sheet
…wat de kans van slagen is.
Niet werkende werkzoekenden (bron: UWV 2013)
De heer Edzes laat vervolgens nog een sheet zien waarin de werkloosheid per provincie naar opleiding in 2012 in kaart is gebracht. Hier is onderscheidt gemaakt tussen de totale beroepsbevolking, gediplomeerden MBO-ers en afgestudeerden HBO-ers. En tot slot geeft de heer Edzes met behulp van een kaart ook een inzicht in de doelgroep participatiewet.
3
Geslaagd in het vak
(Mis)match en vaardigheden Mismatching kan op 2 niveaus plaatsvinden: 1. Verticale mismatch = niet op je niveau, te hoog of te laag opgeleid. 2. Horizontale mismatch = niet in je kerndomein, niet doen waar je voor bent opgeleid. Vervolgens is van belang helder te hebben waar het over gaat. Hebben we het over opleiding of vaardigheden/competentie/skills. Hebben we het over korte of lange termijn. Sheet
Veranderde competentie-eisen in beroepen.
De heer Edzes benadrukt dat in de afgelopen jaren heel veel veranderd is. Vooral de manuele vaardigheden zijn afgenomen (fabriek). Ook het routinematig werk als gevolg van informatie- en communicatietechnologie, met name in de financiële dienstverlening is dit terug te zien. De abstracte taken stijgen, hierbij valt te denken aan kenniswerkers, de analytische werkzaamheden Sheet
Benodigde vaardigheden 21 eeuw
Analytische vaardigheden Samenwerkingsvaardigheden Communicatieve vaardigheden Creatieve vaardigheden
Wanneer gekeken wordt naar de ontwikkeling van de werkgelegenheidsstructuur in 1996 en 2011 (Elementaire banen, lager, middelbaar, hoger, wetenschappelijk), is te zien dat de elementaire banen stabiel blijven. De banen voor lager en middelbaar geschoolden daalt en de banen voor hoger en wetenschappelijk geschoolden stijgt. Op Europees niveau is te zien dat hoog en laag stijgt en middelbaar daalt. De heer Edzes laat zien dat de verticale mismatch in kaart is gebracht met behulp van CBS data, statline/bewerking RUG. Meest opvallend hierin is dat het deel middelbaar opgeleiden dat elementair werk doet steeds groter wordt.
4
Geslaagd in het vak
Sheet
Internationaal onderzoek/OCD
Uit het internationaal onderzoek kan geconcludeerd worden dat opleiding volstrekt iets anders is dan vaardigheden. 5
Geslaagd in het vak
Uit het onderzoek is helder geworden hoeveel procent werkzaam is in het eigen kerndomein, dat er zowel sprake is van horizontale mismatch, verticale mismatch en dubbele mismatch. De heer Edzes vraagt zich af of dit een probleem is en wat dit nu eigenlijk zegt. Uit het onderzoek blijkt namelijk ook dat mismatch nauwelijks toeneemt, het is heel stabiel. Er vindt nu veel discussie plaats over onderwijsaansluiting op de arbeidsmarkt, maar de heer Edzes vraagt zich tevens af of dit noodzakelijk is. Werknemers zijn mobiel. Een groot deel blijft op hetzelfde niveau werkzaam. Mismatch zegt kennelijk alleen dat men zich beweegt. Beleid en regio De heer Edzes adviseert de regio om te kijken naar de elementen van een regionaal verhaal. Naar regionaal competentiemanagement bestaande uit 3 elementen: Locaties/gebiedseigen kenmerken: sectorstructuur, demografie, fysieke kenmerken Transities: sectorale mobiliteit, regionale mobiliteit, tussen leefdomeinen Skills/vaardigheden: algemene skills, werkgerelateerde skills, bedrijfs- en baanskills Daarnaast is het van belang rekening te houden met de mobiliteit en zoveel mogelijk te kijken naar de overdraagbare vaardigheden. Wanneer de regio zich richt op overdraagbare vaardigheden is dit goed voor de mobiliteit. Overdraagbaarheid zijn competenties die je in verschillende beroepen/branches kan gebruiken. Bedrijfs- en baanspecifieke vaardigheden zijn slecht voor de mobiliteit. Sheet
Beroepen en taken
Daarnaast vindt de heer Edzes dat regio’s zich kunnen optimaliseren wanneer: 1. voort wordt gebouwd op datgene waar de regio goed in is 2. weerbaarheid versterken door economische diversificatie 3. aanpassingsmechanismen door mobiliteit van mensen 4. versterking van aansluitingsmechanismen door bevordering algemene en werk gerelateerde skills Rol voor de regio: sluit aan bij gebiedseigen kenmerken en economische structuur investeer in ‘gerelateerde variëteit’ breng stromen en transities op de (regionale) arbeidsmarkt in beeld 6
Geslaagd in het vak
bevorder (intra- en inter)sectorale mobiliteit – weerbaarheid en aanpassingsvermogen regio denk na over publieke en private verantwoordelijkheden als het gaat om algemeen, beroeps- en bedrijfsonderwijs breng kwaliteit infrastructuur, uitvoering en professionaliteit in regio op orde Organiseer waterberging (WSW) Afsluiting Tot slot legt de heer Edzes wederom de 3 boodschappen/stellingen voor waar hij de presentatie mee gestart is: 1. Een opleiding is geen graadmeter van wat iemand kan 2. Niet beroepsvaardigheden bepalen succesvolle arbeidsmarkt carrière, maar algemeen en werk gerelateerde vaardigheden - implicaties voor (beroeps)onderwijs 3. Regionaal beleid moet inzetten op stimuleren op mobiliteit en veerkracht ipv MATCH op korte termijn. Reacties: Stelling 1: een opleiding is een basis Stelling 1: het opleidingsniveau is wel bepalend of iemand werk heeft. Stelling 1: alleen het feit dat iemand hoog opgeleid is, zegt niet dat hier werk in is. Algemeen: verticale mismatch door crisis? Algemeen: voor lager opgeleiden weten we dat het een lange termijn trend is.
7