HALLO STEDELIJK
Foto: Tomek Dersu Aaron
HANDLEIDING VOOR LEERKRACHTEN VAN HET PRIMAIR ONDERWIJS GROEP 3/4/5/6/7/8 Stedelijk Museum Amsterdam 2016
VOORWOORD Hallo Stedelijk is de perfecte eerste kennismaking met het Stedelijk Museum Amsterdam en de collectie. De museumdocent neemt de leerlingen mee en laat de leerlingen het gebouw en de collectie verkennen en de leerlingen spelen ook een rol! Want naar welke kunst er wordt gekeken en hoe ze daar moeten komen, bepalen ze helemaal zelf. Met behulp van een plattegrond stippelen de leerlingen hun eigen route uit, want zo doe je dat in een museum! Afsluitend vindt er een workshop plaats waarbij de leerlingen een eigen plattegrond maken waarin ze hun ervaringen verbeelden. Om het museumbezoek goed te verankeren in de lessen op school is er een les ter introductie en ter evaluatie, die ligt nu voor je. In de lessen vind je suggesties voor kleine werkvormen die de creativiteit en verbeeldingskracht van de leerlingen stimuleren en het museumbezoek nog waardevoller maken. Veel plezier! Opmerkingen of suggesties? Die horen wij graag. Stuur een mail naar:
[email protected]
2
INHOUD INTRODUCTIE .................................................................................................................... 4 VOORBEREIDENDE LES ..................................................................................................... 4 OPZET ........................................................................................................................... 4 DOELEN VOORBEREIDENDE LES ................................................................................... 4 INTRODUCTIE 10 MIN. .................................................................................................. 4 OPDRACHTEN ............................................................................................................... 5 EVALUATIE LES .............................................................................................................. 7 MUSEUMLES HALLO STEDELIJK ........................................................................................ 7 EVALUERENDE LES ............................................................................................................ 8 OPZET LES ..................................................................................................................... 8 DOELEN EVALUERENDE LES .......................................................................................... 8 BESPREKEN MUSEUMBEZOEK ...................................................................................... 8 OPDRACHT .................................................................................................................... 8 RONDLEIDINGEN .......................................................................................................... 9 AFSLUITING ................................................................................................................... 9
3
INTRODUCTIE In deze handleiding vind je lessuggesties voor een voorbereidende en een evaluerende les bij het programma Hallo Stedelijk. Leerlingen verkennen hiermee het museum en de collectie van moderne en hedendaagse kunst door hun ervaringen op een beeldende manier te verwerken in een plattegrond van het museum. VOORBEREIDENDE LES In het Stedelijk Museum vind je moderne en hedendaagse kunst. Je ziet er kunstwerken in de meest uiteenlopende materialen. Kunstenaars namen in de loop van de vorige eeuw steeds meer vrijheid in hun materiaalgebruik. Ze gebruikten niet langer alleen maar traditionele materialen als verf, brons of steen, maar ook ongewonere, als verroest ijzer, stukken afvalhout en alledaagse voorwerpen als bezems of stofzuigers. En dan zijn er nog kunstwerken van licht, of werken die gemaakt zijn met het lichaam van de kunstenaar. Dit experimenteren met materialen staat in deze les centraal. Geïnspireerd door werken uit de collectie van het Stedelijk gaan leerlingen zelf aan de slag met verschillende materialen en technieken. Hier kunt u de PowerPoint bij deze les downloaden. OPZET LESONDERDEEL INTRODUCTIE UITVOERING OPDRACHTEN AFSLUITING
TIJDSDUUR 10 min. 30 min.-1,5 uur 15 min.
DOELEN VOORBEREIDENDE LES - De leerling kan beschrijven hoe de kunstenaars Kandinsky, Matisse, Warhol, Lichtenstein en Calder experimenteren met materialen en technieken. - De leerling experimenteert zelf met het vormgeven van zijn of haar gevoelens, ervaringen en ideeën met verschillende materialen en technieken. - De leerling onderzoekt, experimenteert met, en reflecteert op zijn eigen werk en werkproces bij het maken van creatief werk. MATERIAAL - Wit A4 en A3 papier - Schoolverf - Scharen, Penselen, Lijm - IJzerdraad INTRODUCTIE 10 MIN. Laat dia nr. 3 zien met de foto van het museumgebouw uit de PowerPoint Presentatie en leid een klassikaal gesprek: Vandaag bereiden we ons voor op het bezoek aan het Stedelijk Museum Amsterdam. - Kent iemand het museum? Heeft iemand het gebouw wel eens in het echt gezien? Is iemand er wel eens geweest?
4
-
In het Stedelijk Museum vind je moderne en hedendaagse kunst. Kent iemand zo’n kunstenaar? En aan wat voor kunstwerken moet je dan denken? Veel kunstenaars waarvan je werken in dit museum kunt zien experimenteren met verschillende materialen en technieken. Wie weet wat experimenteren betekent? Ook de architecten van het nieuwe gedeelte van het gebouw experimenteerden met materiaal. Welk deel zou nieuw zijn? Hoe zie je dat? Waarvan zou het gebouw gemaakt kunnen zijn?
Het gebouw wordt ook wel de badkuip genoemd. Om deze witte kuip te maken hebben de architecten, Mels Crouwel en Jan Benhtem, een soort kunststof gebruikt, zogenaamde TwaronVezels. Dat wordt doorgaans gebruikt voor schepen, in de ruimtevaart en voor sportartikelen als hockeysticks en tennisrackets. Er is ook veel glas gebruikt zodat de badkuip wel haast lijkt te zweven. Hier vind je meer informatie. Ook de kunstenaars waarvan je werken kunt zien in het museum experimenteren vaak met materialen en technieken, dat gaan we nu ontdekken. OPDRACHTEN OPDRACHT 1 - GEVOELIGE CUT-OUTS 30 MIN. Bekijk het werk Improvisation 33 (Orient I) van Wassily Kandinsky (dia nr. 4). Kandinsky vond het belangrijkste in een schilderij dat lijnen, kleuren en vormen laten zien hoe de maker zich voelt. Veel schilderijen van hem bestaan uit vormen, lijnen en kleuren en stellen vaak niks voor. Want een voorstelling, het herkenbare plaatje, zou alleen maar af kunnen leiden van het uitdrukken van gevoelens. Wat voor gevoel vind je dat dit schilderij uitdrukt? Hoe zie je dat? Kunnen jullie ook een gevoel uitdrukken met verf zonder iets herkenbaars te schilderen? Geef elke leerling een a4tje, een kwast en verschillende kleuren verf. - Teken eens een lijn die blij is. Teken nu eens een lijn die boos is. En kun je ook een verdrietige lijn tekenen? - Laat de leerlingen in de tekening van een medeleerling raden welke lijn bij welk gevoel hoort. - Denk eens aan een moment waarop je een heel sterk gevoel had. Kies nu een kleur die daarbij past en schilder het hele vel papier vol met die kleur. Laat dit filmpje zien over de Parkiet en de Zeemeermin (dia nr. 5) hierin ontdekken kinderen dat Matisse deze grote collage maakte door eerst vellen papier te beschilderen, daarna de vormen eruit te knippen en ze vervolgens samen te voegen op grote vellen wit papier. Voor bovenbouwklassen kun je eventueel ook dit filmpje laten zien. Voor meer achtergrond informatie over Matisse kun je zelf deze mini-documentaire bekijken. Laat leerlingen groepjes van vijf maken en geef ze een wit A3 papier en scharen. - Knip nu net als Matisse een vorm uit je gekleurde vel papier. Knip een vorm uit die uitdrukking geeft aan het gevoel waar je aan dacht toen je de kleur koos. 5
-
Laat leerlingen nu in groepjes samen de vormen op een wit A3 vel ordenen en vastplakken. Bespreek klassikaal de resultaten. Waarom hebben jullie de vormen zo bij elkaar gebracht? Kunnen we de gevoelens raden? Lijkt het ergens op of stelt het niks voor en is het net zo abstract als de Kandinsky? Wat zou een goede titel voor je werk zijn?
OPDRACHT 2 – DRUK HET GROOTS UIT 30 MIN. Laat dia 6 zien met het werk Bellevue II van Andy Warhol en vraag de leerlingen wat hen opvalt. Is het telkens hetzelfde beeld of toch anders? Waar zou het beeld vandaan kunnen komen? Andy Warhol wilde kunst maken die voor iedereen was en daarom koos hij om niet te werken met verf en kwast maar met druktechnieken, zodat hij een werk meerdere keren kon maken. Hij koos vervolgens vaak bestaande beelden uit die iedereen herkende, zoals krantenfoto’s, bloemen, de verpakking van een blik tomatensoep of gezichten van beroemde mensen. Druktechnieken worden vaak gebruikt om snel en goedkoop afbeeldingen te maken. Kan iemand een voorbeeld geven van een druktechniek? Zou het lastig zijn om met druktechnieken te werken? We beginnen eerst simpel. Geef alle leerlingen een A4-tje en een zacht potlood. - Zoek op het schoolplein of in de klas naar voorwerpen met een structuur, zoals herfstblaadjes, muntjes, een stukje kant of een stukje schuurpapier. - Leg dit onder je vel papier en kras met een potlood zachtjes over het papier heen. Er verschijnt dan een afdruk van het voorwerp dat onder het blaadje ligt. - Wissel nu het voorwerp met een medeleerling en maak hier ook weer een afdruk van. Dit kun je een paar keer herhalen. Dit is een vorm van een druktechniek die frottage wordt genoemd; een andere techniek is stempelen. Daar gaan nu we nu mee oefenen. Bekijk klassikaal het filmpje waarin kinderen het werk As I Opened Fire van Roy Lichtenstein bestuderen (dia nr. 7). Door de techniek van de zogenaamde rasterdots lijkt het alsof het schilderij net als een stripverhaal is gedrukt, alleen heeft Lichtenstein het juist met de hand geschilderd en enorm uitvergroot. Kun je ook bestaande beelden vergroten? - Zoek een voorwerp dat je kunt gebruiken als stempel. Dus iets waarmee je een druk kunt maken door het in verf te dompelen en op papier te drukken zoals een gum, achterkant van een potlood, een dop van een prittstift etc. Of deel aan elke leerling een kurk uit. - Deel A3 papier uit. Neem je favoriete stripfiguur in gedachten en probeer die eens heel precies en groot na te maken door alleen de stempel te gebruiken. - Laat leerlingen hun resultaten aan een medeleerling naast hem of haar zien. Herkent die de stripfiguur? OPDRACHT - BEWEGING IN 3D 30 MIN. In de vorige opdrachten hebben we geëxperimenteerd met knipsel- en druktechnieken en hebben we tweedimensionaal werk gemaakt. Dat betekent dat we iets plats gemaakt hebben, op een vlak stuk papier, met niets dat verder ruimte inneemt of uitsteekt. Wie kan een voorbeeld noemen van een 6
driedimensionaal kunstwerk? Ook deze driedimensionale kunstwerken vind je in het Stedelijk. Kijk maar eens naar het werk Vragende Kinderen van Karel Appel en Charlene van Robert Rauschenberg (dia nr. 8 en 9). Wie kan zien waar het werk van is gemaakt? Beide kunstenaars werkten met goedkope materialen die ze niet kochten maar vonden en die andere mensen waarschijnlijk als afval zouden zien. Zo vond Karel Appel stukjes hout in zijn tuin, waarin hij bijzondere vormen zag. Als hij goed keek werden de stukken hout vanzelf vogeltjes, kindertjes of gekke beesten. Hij beschilderde ze en hing ze op aan de muur. Robert Rauschenberg gebruikte interessante spullen die hij in New York, waar hij woonde, op straat vond. Zo gebruikte hij bijvoorbeeld een kapotte paraplu, een spiegeltje, oude stripboeken en een reflector van een fiets om allemaal in dit kunstwerk te stoppen. Meer informatie over dit werk vind je hier. Als je straks het museum binnenkomt zie je meteen een kunstwerk dat driedimensionaal is en bovendien beweegt als je goed kijkt. Het is een ‘mobile’ van Alexander Calder (dia 10). Laat eventueel dit filmpje zien (zonder geluid). Zouden wij ook een driedimensionaal en bewegend werk kunnen maken? -
Maak groepjes van drie en laat ze op zoek gaan naar ongeveer zes kleine ruimtelijke voorwerpen in de klas. Deel stukken ijzerdraad uit en daag de leerlingen uit een ‘mobile’ te maken met de gevonden voorwerpen die er van alle kanten boeiend uitziet, beweegt en in balans is. Hang de mobiles op. Bijvoorbeeld aan een waslijn ergens in de school. Kun je ze laten bewegen door er tegen te blazen?
EVALUATIE LES Houd een kringgesprek om de les af te sluiten door bijvoorbeeld de volgende vragen te stellen: -
Welke materialen hebben we allemaal gebruikt? En welke technieken? Wat vonden jullie het leukst om te doen? Wat was het meest lastig? Welk kunstwerk van het museum zou je nu wel in het echt willen zien?
Sluit af met het bespreken van de regels in het museum. MUSEUMLES HALLO STEDELIJK Als de leerlingen naar het museum komen, gaan ze in groepjes van 15 met een museumdocent het Stedelijk museum in. Alle leerlingen krijgen een klembord met een plattegrond van het museum erop en een potlood. Aan de hand van deze plattegrond met kunstwerken erin kijken ze samen of ze de weg kunnen vinden. Waar is de ingang? Waar zijn jullie binnen gekomen, in welke zaal staan we nu? Samen bezoeken we de topstukken van het museum, bekijken we het gebouw, en schrijven en tekenen de leerlingen op de plattegrond korte opdrachtjes. Ter afsluiting tekenen ze zelf een plattegrond van bijvoorbeeld hun eigen slaapkamer, of de weg van huis naar school. DOELEN MUSEUMLES 7
-
De leerling leert aandachtig naar kunst te kijken en kan benoemen wat hij/zij ziet en kan de beeldaspecten (zoals kleur, vorm, de structuur van verschillende materialen, compositie, ruimte) toepassen. De leerling kan vanuit zijn of haar waarneming verwoorden wat hij of zij ziet en kan daarbij verschillende emoties en sferen benoemen. De leerling maakt kennis met moderne en hedendaagse kunst en begrijpt dat een beeldend kunstenaar iemand is die beroepsmatig beeldend werkt.
EVALUERENDE LES De leerlingen reflecteren op de voorbereidende les en de museumles door een rondleiding te geven in een mini-museum dat ze in deze les maken. Ze gebruiken daarvoor onder andere de plattegrond die ze tijdens de museumles hebben gemaakt en de resultaten uit de voorbereidende les. OPZET LES LESONDERDEEL BESPREKEN MUSEUMBEZOEK OPDRACHT RONDLEIDINGEN AFSLUITING
TIJDSDUUR 10 min 40 min 30 min 10 min
DOELEN EVALUERENDE LES - De leerling reflecteert op eigen werk en dat van anderen. - De leerling kan reflecteren op zijn of haar eigen leerproces en dat omzetten in een beeldend werk. MATERIAAL - Plattegrond gekregen tijdens de museumles - Stedelijk Museum Bouwplaten: Hier te downloaden; print ze dubbelzijdig uit. - Scharen, lijm, kleurpotloden en papier BESPREKEN MUSEUMBEZOEK Deel de plattegronden uit. Kijk even naar je plattegrond. Wat herinneren jullie je nog van het museumbezoek? Wat heb je thuis over het museumbezoek verteld? Is er nog een kunstwerk dat je bij is gebleven? Weet je nog iets over wat er is verteld over de kunstwerken? OPDRACHT Je gaat in groepjes van vijf samen een mini-museum maken. Gebruik daarvoor de werken uit de voorbereidende les die jullie zelf hebben gemaakt en de werken uit het museum die je op de plattegrond kunt vinden die je in het museum hebt gekregen. -
Maak groepjes van ca. 5 leerlingen en deel per groep de bouwplaat uit van de museumzaal (zie bijlage). Bespreek samen welke werken jullie in de museumzaal willen hebben uit de plattegronden. Knip ze uit. Bepaal samen welke van de werken die jullie in de voorbereidende les hebben gemaakt je in het museum wilt hebben. Teken die na en knip ze uit. 8
-
Bedenk nu waar jullie welke werken willen hebben en plak ze vervolgens vast. Knip de muren in de hoeken los en zet ze overeind. Gebruik eventueel een plakbandje om de muren vast te zetten.
RONDLEIDINGEN Als de zaal af is, leiden de makers de rest van de klas ‘rond’ in hun museum. Vraag de leerlingen waarom ze welke werken hebben uitgekozen en waarom ze wat waar hebben neergezet in hun museum. Moedig leerlingen aan elkaar vragen stellen. AFSLUITING Wat vonden jullie het leukst aan het museumbezoek? En wat vond je het leukst aan de opdrachten in de klas? Heb je iets nieuws geleerd? Als jullie museumdirecteur waren, wat zou er dan zeker in jullie museum moeten zijn?
9
BIJLAGES
c/o Pictoright Amsterdam/Stedelijk Museum Amsterdam Wassily Kandinsky, Improvisation 33 (Orient I), 1913, olieverf op doek,
©Succession H. Matisse, c/o Pictoright Amsterdam 2014 Henri Matisse, La perruche et la sirène, 1952-53
Andy Warhol Bellevue II, 1963 © The Andy Warhol Foundation for the Visual Arts, Inc. c/o Pictoright Amsterdam/Stedelijk Museum Amsterdam
10
© Estate of Roy Lichtenstein, c/o Pictoright Amsterdam/Stedelijk Museum Amsterdam Roy Lichtenstein, As I opened fire, 1964
© Karel Appel Foundation, c/o Pictoright Amsterdam/Stedelijk Museum Amsterdam Karel Appel, Vragende kinderen, 1949
11
© Untitled Press Inc., 'Charlene', 1954, c/o Pictoright Amsterdam 2004 – Robert Rauschenberg, Charlene, 1954
Alexander Calder, Mobile XII.V - III.H, 1955, c/o Pictoright Amsterdam/Stedelijk Museum Amsterdam
12