7.1 Slavenhandel en abolitionisme. Hieronder treffen jullie een aantal bronnen aan die betrekking hebben op de kwestie van zwarte Piet. Lees en bekijk de bronnen goed en probeer een antwoord te geven op de gestelde vragen.
Dame, geflankeerd door een blanke bediende en een zwarte negerpage, geschilderd door Egion van der neer in 1680 Gravure uit 1700. Een ‘swarte moor’ wast de voeten van een vrouw.
Foto verhuurbedrijf kostuums voor Zwarte Piet met roe.
De negerpage in de 17e eeuwse schilderkunst.
Een schoorsteenveger
Zwarte Piet (foto 2015) met kroeshaar en creolen.
Vraag 1. In welke tijd en hoe ontstond de knecht van Sinterklaas, de Zwarte Piet die we tot voor kort kenden?
Vraag 2. De schrijver Jan Schenkman was een kind van zijn tijd. De tijd waarin hij leefde zal zeker van invloed zijn geweest op zijn verhaal over de goedheiligman en zijn knecht. Zoek in de bronnen naar zaken uit de 1e helft van de 19e eeuw die waarschijnlijk van invloed zijn geweest op zijn verhaal.
Vraag 3. Leef je in in de gedachten van de tegenstanders van Zwarte piet. Bedenk met behulp van de bronnen een aantal argumenten waarom zij vinden dat Zwarte Piet en racisme wel degelijk iets met elkaar gemeen hebben.
Vraag 4: Bekijk de krantenkoppen over ‘moderne slavernij’ hieronder. Welk motief kun je bedenken voor deze vorm van ‘moderne slavernij’?
Vraag 5. WAAROM? Welke overeenkomst zou je kunnen zien tussen het handelen van Jose Janssen en het ontstaan van de trans-atlantische slavenhandel?
Vraag 6. Bekijk de cijfers in de tabel hieronder. 6a. 6b. 6c. 6d. 6e. 6.a 6.b 6.c
6.d 6.e
Hoeveel slaven zijn er in de periode van de trans-atlantische slavenhandel (1500-1900) verscheept? Wanneer was het aandeel van de Nederlanders in de slavenhandel relatief het grootst? Kun je verklaren waarom dat in deze periode zo was? Welk woord zou je bij de letter X kunnen invullen? Welke conclusie zou je kunnen trekken uit kolom X?
Vraag 7. Lees de tekst ‘Informatie over abolitionisme in Engeland’ hieronder en maak de vragen. a. Waarom zou het logo in die tijd zo’n indruk hebben gemaakt? b. Welke cultureel-filosofische en intellectuele stroming in Europa uit de 18e eeuw zou de geesten bij de mensen rijp hebben gemaakt voor afschaffing van de slavernij? c. Waarom denk je dat er nog heel wat jaren zaten tussen de start van de beweging en de uiteindelijke afschaffing? 7a.
7b. 7c.
Informatie over abolitionisme in Engeland. In 1787 kwamen twaalf vastberaden mannen bijeen in Londen met een gemeenschappelijk einddoel: de afschaffing van de slavernij in Brits West-Indië. Belangrijke figuren in deze beweging: Thomas Clarkson, Olaudah Equiano en Lagerhuislid William Wilberforce. In een paar jaar tijd wisten deze abolitionisten de eerste mensenrechtenbeweging ter wereld vorm te geven en massale aanhang te winnen. Ze maakten gebruik van ooggetuigenverklaringen van o.a. scheepsartsen die op slavenschepen hadden gewerkt, en van een aangrijpend logo (Am I not a man and a brother?). Veel mensen lazen de autobiografie van Equiano, een zwarte ex-slaaf die zichzelf had vrijgekocht en veel indruk maakte met zijn beschrijving van de overtocht op een slavenschip. Deze beweging had uiteindelijk succes maar het lukte pas in 1807 om de slavenhandel en in 1833 om de slavernij verboden te krijgen in de Engelse overzeese gebieden? Einde slavernij in Nederland. In 1862 aanvaarden de Staten-Generaal in de Nederlanden het enigszins gewijzigde wetsvoorstel, waarmee de afschaffing van de slavernij wordt geregeld. In Suriname wordt voor per slaaf 300 gulden compensatie uitgekeerd. Op 1 juli 1863 was het feest in Paramaribo; de dag van de ‘gebroken ketenen’, of ‘Keti Koti’, was eindelijk aangebroken. De bevrijde slaven waren zo blij met hun ‘vrijheid’, dat ze voor even de werkelijke situatie vergaten. Ze hadden namelijk nog tien lange jaren voor de boeg waarin ze hetzelfde zware werk moesten verrichten. Vraag 8. a. Aan wie (en waarom) zou de compensatie van 300 gulden zijn uitgekeerd? b. Waarom zouden de slaven verplicht zijn om nog 10 jaren hetzefde werk te moeten doen? a.
b.