LET OP: de psycholoog en/of psychiater dienen ook de volledige geraadpleegde stukken op te sommen helemaal vooraan in het rapport. Je kunt hierbij gebruik maken van de opsomming van de milieu-onderzoeker, maar dat is meestal onvolledig, dus vul dit aan LET OP2: de psycholoog en/of psychiater dienen een toelichting te schrijven op de letterlijke tenlastelegging (aan het begin van het rapport). Hierbij kan gebruik gemaakt worden van het stuk dat de jurist schrijft, maar de verantwoordelijkheid voor dit stuk ligt bij de rapporterend psycholoog/psychiater.
7
PSYCHOLOGISCH ONDERZOEK
7.1 Onderzoekopzet data, locatie (en tijdsduur) gesprekken indien van toepassing: rolverdeling/overleg psychiater/psycholoog (bijvoorbeeld tav Savry) indien van toepassing: rolverdeling met supervisor referenten (toestemming vermelden) eventueel extra opgevraagde informatie (bijv. GGZ, huisarts, NIFP, reclassering, etc) gevoerd overleg (bijv.JJI, jeugdreclassering, Raad voor de Kinderbescherming, evt. gezinsvoogd, GGZ, NIFP,etc.)
7.2 Relevante informatie uit dossierstukken Vermelding van de voor de rapporteur relevante informatie uit de stukken (inclusief het juridisch dossier). Voorkom hierbij overlap met het milieuonderzoek en psychologisch onderzoek.
7.3 Onderzoek jongere a) Medewerking Indien aan de orde, vermelden van weigering, opgegeven redenen, onderbouwing eventuele ‘pathologische weigering’, standpunt onderzoeker en eventuele aanbeveling voor onderzoeksvorm die wel tot een rapportage zal kunnen leiden. Indien aan de orde vermelden eventuele bedreiging. b) Gespreksonderzoek Zelfbeschrijving en ontwikkelingsanamnese Beschrijving anderen Relatievorming en seksuele anamnese Psychopathologie Relevante somatische aspecten, aandoeningen, gebreken, handicaps Vrije tijd en hobby's School en werk / stage Gezondheid, middelengebruik, verslaving Justitiële voorgeschiedenis c) Onderzoek naar het tenlastegelegde
Tenlastegelegde Wat meldt verdachte over de aanloop tot, de totstandkoming van en het verdere beloop m.b.t. tot tenlastegelegde; Wat zijn betrokkenes gevoelen, denken en handelen t.a.v. het tenlastegelegde ten tijde van gebeuren en achteraf? Confronteer verdachte eventueel met informatie uit het dossier als dit afwijkt van wat verdachte over het tenlastegelegde vertelt. Relatie met mededaders
Dynamiek met medeverdachten, relatie met hen, rol betrokkene in groep of met mededader. Had het anders kunnen lopen? Hoe is het in toekomst te voorkomen? Relatie met slachtoffers Wat is verklaring en houding ten aanzien van eventuele slachtoffers. Kan verdachte zich inleven en zo ja, in hoeverre. Waarom heeft dit hem niet belet in het plegen van het tenlastegelegde. Let op achterhouden info en houding bij confrontatie. Toekomstvisie ten aanzien van recidive en motivatie voor behandeling/begeleiding Mening en verwachting over afdoening rechtbank. Wat vindt betrokkene zelf nodig? Mening en verwachting over toekomst (werk/school/vrienden/mededaders). Verblijf in hechtenis Hoe wordt de preventieve hechtenis ervaren? Aanwezigheid reactieve (depressieve) problemen dienaangaande? Justitiële voorgeschiedenis Mening over eerdere contacten met Justitie, politie en justitiële voorgeschiedenis d) Klinisch psychologisch onderzoek Eerste indrukken Houding t.a.v. onderzoek Verloop van onderzoek Contactkenmerken ‘Rapport'-kenmerken (wat roept de betrokkene op?) Functionele screening (bewustzijn, concentratie, geheugen, oriëntatie, waarneming, denken, stemming, affect) e) Samenvatting testonderzoek Indien het testmateriaal door een testassistent is verricht, dient de psycholoog de resultaten te interpreteren en een samenvatting te schrijven. Let op dat observaties van de testassistent alleen aanvullende informatie over het testonderzoek bevatten en niet een tweede klinisch psychologisch onderzoek wordt. Het is hier expliciet niet de bedoeling de gehele testbatterij te beschrijven en de uitslagen te bespreken. Houdt hierbij de volgende kopjes aan: Eerder onderzoek (voor zover bekend en relevant) Houding t.a.v. dit onderzoeksdeel Cognitief onderzoek (uitgangspunt is een volledig capaciteitenonderzoek) Neuropsychologisch screening Persoonlijkheidsonderzoek gestandaardiseerde middelen (welke vragenlijsten en korte toelichting waarom) projectieve technieken/indirecte methoden. Bijlage met uitwerkingen van de verschillende testonderdelen kan opgevraagd worden, indien gewenst. 7.4 Onderzoek gezinssysteem/ belangrijke anderen Pas op, voorkom herhalingen met het milieuonderzoek Informatie van ouders: ontwikkelingsanamnese, pedagogische anamnese, familieanamnese, justitiële voorgeschiedenis jeugdige) voor zover relevant en niet in het milieuonderzoek reeds vermeld). Informatie van anderen, bijvoorbeeld hulpverleningsinstellingen, behandelaren of jeugdinrichtingen
7.5 Differentiaal diagnostische overwegingen Dit is een samenvattend stuk over wat er met de jongere aan de hand is. Hierbij dient alle informatie van de andere disciplines samen te komen. Voorkom echter te lange herhalingen
(de lezer heeft immers het verslag van de andere disciplines ook al gelezen). Het gaat er om die observaties te benoemen die bijdragen aan de diagnostiek en daar dan ook een interpretatie of conclusie aan te verbinden. Er moet een beeld worden gegeven van wat voor jongen dit is. Hierbij gaat het zowel om de DSM-diagnoses, maar ook om een algemeen beeld hoe deze jongere functioneert op alle terreinen en de intrapsychische processen. Beschrijf kort belangrijkste punten van de levensgeschiedenis. Beschrijf welke diagnostiek en/of behandeling er in verleden hebben plaatsgevonden. Beschrijf het in deze observatieperiode geobserveerde gedrag met een interpretatie wat dat diagnostisch betekent. Beschrijf de diagnose en differentiaal diagnostische overwegingen. Indien DSMdiagnoses worden gegeven, leg uit in ‘lekentaal’ wat die diagnose inhoudt en welke kenmerken daar bij passen. Beschouwing over eventueel aan- of afwezige psychiatrische problematiek met etiologische overwegingen en het betrekken van de opvoeding door en eventuele pathologie van de ouders. Beschouw eventuele reactieve aspecten door detentie. Beschrijving van het ontwikkelingsniveau van de jongere (moreel, cognitief, sociaal, emotioneel) en ontwikkelings(on)mogelijkheden (visie op toekomst) in relatie tot functioneren in de drie leefdomeinen (thuis, school/werk, derde milieu, peers). Indien er psychiatrische stoornissen aanwezig zijn, vermeld dan welke behandelingen hiervoor nodig en mogelijk zijn. Beperking van onderzoek vermelden. Classificatie DSM-IV-TR (Classificatiesysteem psychische stoornissen) As I (Klinische stoornissen of reden van zorg) As II (Persoonlijkheidsstoornissen; verstandelijke handicaps) As III (Somatische aandoeningen) As IV (Psychosociale en omgevingsproblemen) As V (Algehele beoordeling van het functioneren) Huidig: Hoogste afgelopen jaar:
Over het algemeen zullen de volgende twee kopjes komen te vervallen en beschreven worden in hoofdstuk 9 en 10 7.6 Gestructureerde risicotaxatie Indien door psycholoog gedaan, hiernaar verwijzen + conclusie beschrijven. Indien samen gedaan en er ook een gezamenlijke forensische beschouwing volgt, moet de gestructureerde risicotaxatie onder hoofdstuk 9 worden geschreven. Zie hoofdstuk 9 voor een format van de SAVRY. 7.7 Forensisch psychiatrische beschouwing Let op: in het algemeen wordt er één forensische beschouwing geschreven door psychiater en psycholoog samen, tenzij in de EBO anders is besloten. Deze wordt in hoofdstuk 10 geschreven. Zie voor inhoudelijke beschrijving hoofdstuk 10.
8 PSYCHIATRISCH ONDERZOEK Dit wordt verzorgd door de psychiater
9 GESTRUCTUREERDE RISICOTAXATIE Let op: In principe is de SAVRY een gezamenlijke risicotaxatie van de psycholoog en de psychiater. Middels SAVRY. Algemeen format: De SAVRY is een gestructureerde klinische taxatie voor het inschatten van geweldsrisico bij adolescenten, waarbij gekeken wordt naar risicofactoren in de voorgeschiedenis van de jongere (historische risicofactoren), sociale/contextuele risicofactoren en individuele risicofactoren. Daarnaast worden beschermende factoren geïnventariseerd (protectieve factoren). In het totaal zijn er 36 items, die ‘laag’, ‘matig’ of ‘hoog’ gescoord worden. Van de
risicofactoren worden de meest belangrijke factoren gemarkeerd als ‘kritisch’ item, wat inhoudt dat het een zwaar wegende factor is in de risico-inschatting. De historische gegevens zijn gebaseerd op het gedrag of ervaringen in het verleden en betreffen feitelijke gegevens. Binnen de sociale/contextuele factoren wordt gekeken naar de invloed van interpersoonlijke relaties, van aansluiting bij maatschappelijke instellingen en van de ombeving. Individuele factoren zijn risicofactoren die de opvattingen van de jongere betreffen of essentiële aspecten van het psychologisch en gedragsmatig functioneren. Beschermende factoren kunnen het recidiverisico matigen, of kunnen in bepaalde omstandigheden in de behandeling of interventieplanning geïntegreerd worden om daarmee pogingen van risicoreductie te vergroten of vergemakkelijken. Er zijn bij XXX XXX items hoog gescoord, XXX matig gescoord en XXX protectieve factoren als positief aanwezig gescoord. Op grond van deze taxatie wordt het risico op toekomstig gewelddadig gedrag als XXX beoordeeld.
10 ALGEHELE FORENSISCHE BESCHOUWING De algemeen forensische beschouwing wordt geschreven door psychiater en psycholoog samen. Bij de forensische beschouwing is het de bedoeling dat alle informatie van de verschillende disciplines tot één compleet geheel wordt samengevat. Voorkom hierbij echter wel te lange herhalingen van door andere disciplines geschreven stukken. Hier wordt de samenhang beschreven: hoe leidt de stoornis en de bijbehorende context tot het tenlastegelegde en hoe is de reactie van betrokkene op de daad. Hier komt alles tezamen in relatie tot het tenlastegelegde. Verbinding van verklaringen, psychiatrische/psychologische diagnostiek en hetero-anamnestische gegevens. Met behulp van aanhalen van (pars pro toto) uitspraken moet dit logisch en vanzelfsprekend leiden naar de uiteindelijke mening van de onderzoeker. (Grenzen aan) de onderzoekbaarheid van verdachte Wie en wat is de verdachte voor een persoon, vanuit de aangetroffen bevindingen? Hoe reageerde hij op doorvragen en confrontatie? Is er een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van de geestvermogens? Was dit ten tijde van het tenlastegelegde het geval? Wat is het verband met het tenlastegelegde? Indien er een relatie bestaat, beschrijf deze begrijpelijk. Geef een gewogen oordeel over de toerekeningsvatbaarheid waar de ontwikkelingsniveaus en het functioneren van de jeugdige in worden betrokken (moreel, cognitief, sociaal, emotioneel). Meet dat af aan functioneren voorafgaand, ten tijde van en na het tenlastegelegde. Betrek besef, cognitieve en morele overwegingen en gevoelens. Had betr. weet van het maatschappelijk ontoelaatbare en kon hij er naar handelen? Beschouwde en beschouwt betrokkene wel of niet zijn daad of daden (ten dele) als verkeerd? Let hier ook goed op middelenmisbruik. Culpa in causa is bij jongeren vaak minder of niet aan de orde. Hoe is de prognose, met name ten aanzien van de risico-inschatting? Geef een gewogen inschatting van de kans op recidive (onderbouwing, ook met empirisch bekende factoren zoals uit SAVRY, PCL:YV of andere klinische risicotaxatie factoren) en beschrijf hoe de recidive verminderd kan worden (noem argumenten). Indien sprake is van meerdere tenlastegelegde feiten, maak een beschouwing over de verschillende feiten.
11 BEANTWOORDING VAN DE VRAAGSTELLING De beantwoording van de vragen wordt geschreven door psychiater en psycholoog samen. Herhaal de vragen van de rechtbank, waarbij in de beantwoording kort wordt ingegaan op de diagnostiek en de beschouwing van het tenlastegelegde. Verwijs naar voorgaande indien dit te lang wordt, aangezien herhalingen zoveel mogelijk vermeden dienen te worden. De beantwoording dient wel volledig te zijn, dit is de crux van het rapport.
VRAAGSTELLING 1.
Indien betrokkene weigert onderzocht te worden, tot welke overwegingen geeft die weigering aanleiding? Is betrokkene lijdende aan een ziekelijke stoornis en/of gebrekkige ontwikkeling van zijn geestvermogens en zo ja, hoe is dat in diagnostische zin te omschrijven? Hoe was dit ten tijde van het plegen van het tenlastegelegde? Beïnvloedde de eventuele ziekelijke stoornis of gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens betrokkenes gedragskeuzes, c.q. gedragingen, ten tijde van het tenlastegelegde (zodanig dat het tenlastegelegde daaruit (mede) verklaard kan worden)? Zo ja, kan de deskundige dan gemotiveerd aangeven: a. Op welke manier dat geschiedde? b. In welke mate het geschiedde? c. Welke conclusie met betrekking tot de toerekeningsvatbaarheid op grond hiervan te adviseren is? De toerekeningsvatbaarheid wordt gedifferentieerd en gewogen beantwoord. Let op bij meerdere tenlasteleg-gingen dient de toerekeningsvatbaarheid per tenlastegelegd feit te worden beantwoord. Welke factoren, voortkomend uit de eventuele stoornis of gebrekkige ontwikkeling van betrokkene, kunnen van belang zijn voor de kans op recidive? Duidelijk beantwoorden en beargumenteren ook met behulp van een gestructureerde taxatie. Denk ook om de bevindingen die niet aanwezig zijn te vermelden aangezien die prognostisch gunstig kunnen zijn. Welke andere factoren en condities dienen hierbij in ogenschouw te worden genomen? Valt bijvoorbeeld iets te zeggen over de invloed van de mededader(s) of de groep rondom de betrokkene en/of van de opvoedingsomstandigheden op diens handelen? Is iets te zeggen over eventuele onderlinge beïnvloeding van deze factoren en condities? Welke aanbevelingen zijn op basis van het voorgaande te doen ter preventie van recidive en ter bevordering van een zo gunstig mogelijke ontwikkeling van betrokkene en binnen welk juridisch kader zou dit gerealiseerd kunnen worden? Uitwerken. Simpelweg stellen dat behandeling of begeleiding nodig is, kan niet. Dat betekent: contact opnemen met eventuele begeleiders/behandelaars en de mogelijkheden en beperkingen peilen, afspreken en beschrijven. Motiveer de eventueel noodzakelijke behandeling of begeleiding. Beschrijf wenselijke en haalbare doelen. Het advies dient logisch voort te vloeien uit de diagnostiek. Pas op voor tegenstrijdigheden. Het advies dient ondubbelzinnig en duidelijk te zijn. Bij de beantwoording van vragen over interventies is de praktische haalbaarheid van de aanbevelingen van belang. Deze dienen getoetst te zijn bijvoorbeeld bij de jeugdreclassering of de mogelijke behandelaar. Dit dient beschreven te worden Indien u adviseert tot een gedragsbeïnvloedende maatregel, kunt u dan aangeven: a. Welke problematiek van de verdachte hiertoe aanleiding geeft? b. Waarom deze maatregel in het belang kan worden geacht van de verdere ontwikkeling van de verdachte? c. Welke vorm van zorg of hulpverlening aangewezen is? Indien u adviseert tot plaatsing in een inrichting voor jeugdigen, kunt u dan aangeven: a. Waarom deze maatregel in het belang geacht kan worden van een zo gunstig mogelijke ontwikkeling van de verdachte? b. Welke inrichting de voorkeur heeft? Zijn er argumenten gelegen in de persoonlijkheid van betrokkene, die aanleiding geven het meerderjarigenstrafrecht toe te passen? Geldt alleen voor de verdachte die ten tijde van het plegen van het strafbaar feit de leeftijd van 16 jaar heeft bereikt. Zie richtlijnen NIFP. Argumenten dienen voort te vloeien uit diagnostische bevindingen en forensische beschouwing en overwegingen over haalbaarheid advies. In hoeverre komen er uit het onderzoek bevindingen naar voren die niet aan de orde zijn gekomen in de onderzoeksvragen, maar wel van belang zijn met betrekking tot de ontwikkeling en opvoeding van de jeugdige en/of bij eventueel te nemen beslissingen?
2. 3. 4.
5a.
5b.
5c. 6.
7.
8.
9.
10.
12
BESPREKING ONDERZOEKSRESULTATEN EN ADVIES Betrokkene en ouder(s) Vermeld hier door wie, wanneer, waar en hoe het adviesgesprek heeft plaatsgevonden. Geef weer hoe dit gesprek is verlopen en kort wat de inhoud is. Geef aan of en waarom ouders wel/niet geïnformeerd zijn. Geef aan wat betrokkene en eventueel ouders vinden van de bevindingen en wat de reactie is op het advies. Raadsonderzoeker/JR/gezinsvoogd
Vermeld hier wanneer en hoe overleg is geweest met raadsonderzoeker, (jeugd)reclasseerder en/of gezinsvoogd en hoe zij staan ten opzichte van het advies. Verwijderd: ¶ LET OP: de psycholoog en/of psychiater dienen ook de volledige geraadpleegde stukken op te sommen helemaal vooraan in het rapport.