7
LIEDEREN OVER EN MET TIJD
7.1
Liederen van Jan Coeck
Uitvoeringstips bij ‘Ik heb geen tijd’ Bestaat uit rapteksten en gezongen gedeelten. Bedoeling is dat dit stuk wordt uitgevoerd door een groep. Begeleiding: een drummer die voortdurend met een stevige beat-achtergrond (6/8) vrij begeleidt. Een pianist (of keyboard) die alleen de ‘noten’ begeleidt aan de hand van gitaarakkoorden die boven de partituur staan. En eventueel een bassist die de pianist volgt. Begin: drummer die een intro geeft, het ‘koor’ scandeert de eerste strofe, gevolgd door het refrein ‘Ik heb geen tijd’, waar piano en bas meespelen. Tweede gesproken strofe (alleen drums). Refrein. Brug: ‘en wordt het eindelijk weekend’: liefst a capella, indien nodig met vrije akkoordondersteuning van de piano (zie gitaarakkoorden). Stop: ‘want…’ en dan weer: ‘van tante zus naar nonkel zo’ opnieuw scanderen met drums. Einde: ‘Ik heb geen tijd…’. Schoolbel Wijst zichzelf uit: gesproken en gezongen gedeelten wisselen elkaar af in de logische volgorde, van begin tot einde. Stad Is een volledige raptekst en wordt best uitgevoerd bij een stevige beat op drums Agenda Idem: stevige beatbegeleiding Beide laatste staan in liedbundel ‘Stemmig’, Wolters-Plantyn
ZIN IN KWALI-TIJD – Achtergronddossier
80
ZIN IN KWALI-TIJD – Achtergronddossier
81
Vergaderen vergaderen… Bespreken confereren… Opinies verzamelen… En interpelleren… Standpunten bepalen… En de waarheid achterhalen… En op het goeie ogenblik… De trein naar huis nog halen… Ik heb geen tijd, ik heb geen tijd, ik heb geen 5 minuten tijd, ik heb geen tijd. Ik heb geen tijd, ik heb geen tijd, ik heb helemaal geen tijd. Van maandagmorgen tot de vrijdagavond, geen vijf minuten tijd. Om negen uur vergadering… Een briefing met het kader… Daarna een follow-up waarin men zegt… ‘Verklaar je nader’… Bespreking met de chef… En een discussie op kantoor… De computer en de telex hoor ik ronken in mijn oor…
En wordt het eindelijk weekend, de zaterdag de zondag dan heb ik het gevoel dat al het andere toch ook mag: de vrienden, het gezin, een film, de hond en het biljart, bezoekjes en het gras gemaaid, en soms de supermarkt. Hoewel, als je er stil bij staat, van ’t ene komt het andere en ik denk dan wel eens bij mezelf “er moet toch wat veranderen, want… Van tante zus naar oma zo… De hond moet nog gaan plassen… En als de zon erdoor komt… Moet de auto nog gewassen… Receptie bij de vrienden… Een concertje met het koor… En voor ik het besef… Moet ik alweer naar het kantoor! … Ik heb geen tijd…
Ik heb geen tijd…
ZIN IN KWALI-TIJD – Achtergronddossier
82
ZIN IN KWALI-TIJD – Achtergronddossier
83
ZIN IN KWALI-TIJD – Achtergronddossier
84
ZIN IN KWALI-TIJD – Achtergronddossier
85
ZIN IN KWALI-TIJD – Achtergronddossier
86
7.2
Songs
•
'Is dit nou later' en 'Vroeger is voorbij' uit de cd 'Is dit nou later' van Stef Bos, KHM Records (1990), 2051668
•
'Witsand' uit de cd 'Van mpumalanga tot …' van Stef Bos, KKM Records (2001), 42132
•
'Onderweg' uit de cd 'De stilte voorbij' van Abel, Pias (2000), 949001020
•
'Tijd' uit de cd 'Heden' van Frank Boeijen, VV Records (2001), 10169852 Onderwerp: tijd en relatie. Met als item: het wordt tijd dat er gepraat wordt. Dit wachten duurt lang en mijn geduld geraakt op. Het is tijd nou: ofwel is het bij elkaar of uit elkaar of tegen elkaar. Maar het wordt tijd dat er een beslissing valt. Muzikaal een van de sterker ritmisch gezongen songs.
•
'Little more time with you' uit de cd 'James Taylor - Greatest Hits - Volume 2', Columbia 2000 (de song zelf is van 1997), 501072
•
'Mysterious Time' uit de cd 'Killing Time' van Tina Cousin, Jive Records, 0519182 Deze song gaat over het mysterie tijd en werd besproken in het tijdschrift Catechetische Service, jg. 27, nr. 1 (oktober 1999).
•
'Home' uit de cd 'Almost Happy' van K's Choice, Sony 49999 Deze song werd besproken in het tijdschrift Catechetische Service, jg. 28, nr. 2 (december 2000). De song schetst een soort levenslijn en blijft even stilstaan bij de grote fasen van het leven. Hoe wordt in deze fasen de liefde ervaren en beleefd?
•
'No time to waste' uit de cd 'Gratued Fool' van Anouk, Dino Music 5811702 Deze song werd besproken in het tijdschrift Catechetische Service, jg. 31, nr. 2 (maart 2004).
•
'7 seconds' uit de cd 'The Guide' van Youssou N'Dour, Columbia 4765082 (duet met Nenek Cherry).
Bijdrage van Roger Deberdt, Werkgroep Aggi vzw, Catechetische Pannenbakkerstraat 14, 8500 Kortrijk, 056 21 82 36;
[email protected]
8
TEKSTEN
8.1
Bezinningsteksten
Service,
Mijn tijd Er is geen zeker moment, er is alleen mijn eigen tijd die me met haar getik helpt herinneren dat het leven er is om geleefd te worden, dat er leven was dat niet geleefd werd. Of de weerbarstige radio nu wel of niet staat te loeien, het zijn altijd zoveel uren en zoveel minuten. Officiële uren. Wat is uiteindelijk officieel in mijn leven?
Alleen, als ik de afgepaste vrede van dit vertrek verbreek, als ik me zonder om te keren naar voren baan en mijn Ik-zal-zijn voor me uit tik-tak, is mijn tijd aangebroken. Die valse polsslag, dat verstandige gesprek met mijzelf, langzaam, zeker en dat zingt het gezang van de tijd die de mijne is.
Raghuvirsahay (India), in 'Zandlopers, Verhalen en gedichten over tijdsbeleving uit alle windstreken', Novib/Schuyt en Co, 1999
ZIN IN KWALI-TIJD – Achtergronddossier
87
Op de zesde dag schiep God de mens Op de zesde dag schiep God de mens. En de mens begon haastig te leven, want hij dacht: ik heb hooguit honderd jaar de tijd om te vinden en te zien. En hij keek wel uit voor een ander, want hij vreesde: die ligt me in de kortste keren vóór. En hij dacht maar weinig na, de mens, want hij meende: ik moet vooruit, de breedte af, de hoogte in. Uit andermans dood, bakte hij zijn brood om tijd te winnen, en zijn devies werd: komen, zien en overheersen.
En de mens draaide zich een rad voor de ogen. Dat schoof hij onder de tijd en noemde het 'vooruitgang'. Toen legde hij zijn vleugels aan, hij raasde door de lucht en noemde het 'welvaart' verheffing van de mens. Tenslotte zag hij geen kans meer om nog tijd te winnen, en uitgehold en moe gevlucht ging hij zitten en noodgedwongen dacht hij na. Broederlijk Delen, De aarde behoort aan allen
File… tijd om stil te staan Allemaal mensen onderweg waarvandaan waarheen allemaal op weg een doel voor ogen naar ’t werk naar huis naar de warmte van het gezin.
een kaarsje branden in de kapel, een korte wandeling door het park, een verhelderend gesprek, een kruisje mogen geven en er ook eentje krijgen.
Twee uur file rijden tijd om stil te staan bij de voorbije dag met zijn mooie en moeilijke momenten… Thuis kaarsen mogen gieten, een bezoek bij moeder aan zee met haar mogen rondrijden in een rolwagen wat ze thuis absoluut niet wil, genieten van het contact,
De file… geen lastige karwei maar een goed moment om stil te staan bij de kleine dingen van de voorbije dag genieten en danken om de mooie dingen van het leven de levengevende contacten de natuur de stilte de vriendschap. File… tijd om stil te staan én te danken. Chris Willockx
Tijd voor elkaar tijd leeft beweegt tikt loopt korrel na korrel een zandloper tijd
voor elkaar loopt door komt nooit terug tijd gratis gegeven een zandloper tijd
ZIN IN KWALI-TIJD – Achtergronddossier
88
Droom Met de bladeren dwarrelen de jaren één voor één voorbij vervlogen tijd vormt grond voor morgen
kijk dus niet achterom nee, voel en voedt geen spijt om wat niet is geweest of is of niet meer is nee, kijk vooruit en zie leef en beleef uw droom: een boom nog groener dan die groene boom van toen kloek en gezond geworteld in versterkte grond
ga voluit vooruit vol vertrouwen geloof en weet: uw droom is ook de onze is en blijft ook de Zijne Lieven
Maak tijd om te werken, het is de prijs die je voor resultaten betaalt.
Maak tijd om je vrienden te verblijden, het is een bron van vreugde.
Maak tijd om na te denken, het is de bron van je kracht.
Maak tijd om te beminnen, het maakt je leven tot een zegen.
Maak tijd om te spelen het is het geheim van je jeugd.
Maak tijd om te dromen, het tilt je op naar de sterren.
Maak tijd om te lezen, het is de basis van je kennis.
Maak tijd om te lachen, het is het lied dat lasten lichter maakt.
Maak tijd voor God, het is de weg die naar het geluk leidt.
Maak tijd om te bidden, het brengt je dichter bij de Heer en zuivert je ogen van het stof van de aarde.
Een mens is voortdurend onderweg tussen verleden en toekomst tussen gisteren en morgen. Gisteren is de tijd van het goede en de spijtige ervaringen de geschiedenis waaruit te leren valt de tijd van woorden en daden die beklijven die ons vrij maken tot wie we zijn. Morgen is de tijd van genade van kansen die gratis gegeven worden de tijd van moeilijkheden verwachting en hoop de tijd ook die ons opspant naar de toekomst en mede bepaalt wie wij willen worden en wie we zijn.
ZIN IN KWALI-TIJD – Achtergronddossier
Tussen gisteren en morgen ligt vandaag de tijd van het nu de tijd van beslissing van ja of neen zeggen op gisteren en morgen. Vandaag is de tijd om aan de roepstem van God doorheen de geschiedenis van tijd en mens gehoor te geven. Vandaag is het de gunstige tijd om te leven. Ward Bruyninckx
89
TIJD hebben is loskomen uit je dagelijkse tredmolen, het is je uurwerk vergeten. Veel mensen worden onrechtvaardig, ongeduldig, kortaf, als er tijd mee gemoeid is. ‘Alle uren zijn gelijk’, zegt de uurwerkmens. Dat is waar als je tijd tot een getal maakt, maar een uur bij de tandarts duurt langer dan een uur bij iemand die je liefhebt. Als je de tijd kunt vergeten proef je iets van de eeuwigheid. Afgewogen tijd is berekening, dan mis je de vreugde van het onverwachte. Als je de tijd meet, ben je niet gelukkig. Je leeft dan onverschillig, je wordt nooit warm in je binnenste, je hebt dan nooit zin om te zingen.
TIJD hebben is fantastisch. Tijd voor een vriend of vriendin, voor je vader of moeder, voor een mens die ziek is of voor iemand die verstoten wordt, voor een bejaarde of een gehandicapte. Tijd om na te denken, om zomaar eens niets te doen. Toch denken mensen dikwijls dat ze gauw tijd moeten bezetten zoals een vijand een land bezet. Je voelt je dan niet meer vrij. Tijd en macht hangen nauw samen. TIJD hebben is bouwen aan een wereld waarin de vogels nog zingen, de kinderen nog spelen, de bloemen nog bloeien. Erik Stynen, ‘Je kunt niet zonder de ander’, Altiora
Nauwelijks zeg ik nu en het is al toen In jongere jaren lijkt een mensenleven eindeloos maar met de tijd beseffen we hoe vluchtig ons verblijf op aarde is. De uren van de dag, de dagen van het jaar, de jaren van het leven, glijden door onze handen. Een verjaardag, de wisseling der seizoenen, het einde van het oude jaar, het verlies van een geliefd mens laten ons ervaren hoe vlug het uur nadert dat alles voorbij zal zijn.
ZIN IN KWALI-TIJD – Achtergronddossier
Het is goed om af en toe de deur achter ons te sluiten en tot onszelf te komen. Rustig vragen we ons af wat goed en minder goed was in de voorbije fasen van ons leven en hoe we het beste maken van wat aan jaren ons nog rest. Misschien besluiten we om een andere weg in te slaan of nieuwe accenten te leggen. We hebben geen tijd te verliezen want het verleden wordt alsmaar groter en de toekomst kleiner. Valeer Deschacht
90
Van geboorte tot de dood sluit de tijd ons in tussen zijn ontastbare muren. Wij vallen omlaag met de eeuwen, de jaren, de minuten. Is de tijd slechts een val, slechts een muur? Een oogwenk lang zien wij soms - niet met onze ogen, maar met ons denken dat in een pauze de tijd tot rust komt. De wereld gaat dan even open en vaag zien wij het onbevlekte rijk, de pure vormen, de voorstellingen die onbeweeglijk drijven op het uur, besluitloze stroom: de waarheid, de schoonheid, de getallen, het idee - en de goedheid, dat verbannen woord in onze eeuw. Octavio Paz, Verhaal van twee tuinen, Gedichten 1935-1996
Ik wens je… een beetje tijd midden in de drukte om even te gaan neerzitten en jezelf te worden, om dat hoopje verlangens bijeen te scharrelen en terug perspectief te zien in kleine dingen, om je liefde uit te zuiveren en het beste in jezelf te laten bovendrijven… Een beetje tijd midden in de drukte om te genieten van goede dingen, om je goed te voelen bij de mensen, om goed te willen zijn vanuit het diepste van je hart… Een beetje tijd midden in de drukte om diep te geloven in de mens-wording, dat grote avontuur van God in ieder van ons, om toch te hopen dwars door alles heen en zachtjes aan sterk en weerbaar te worden, want er is nog zoveel te doen… Ik wens je… een beetje tijd midden in de drukte om te doen wat je kan!
Een lied tegen de terreur Hoe lang nog gaan wij over straten die de dood heeft geplaveid hoe lang nog ademen wij gassen van hogerhand voor ons bereid hoe lang nog geven wij slechts wapens aan een kind dat vraagt om brood hoe lang nog is geweld ons heilig wanneer het onze macht vergroot. Wij willen zingen van Gods vrede de nieuwe stad Jeruzalem wij zullen zien hoe in uw straten de armen lachend gaan
Hoe lang marcheren wij op wegen die de dood heeft aangelegd hoe lang nog leren wij te haten een volk dat voor zijn vrijheid vecht hoe lang nog voeren wij een oorlog tegen boeren zonder land hoe lang nog plunderen wij de aarde vergiftigen wij dier en plant. Wij willen zingen van Gods vrede de nieuwe stad Jeruzalem wij zullen minnen in uw poorten de bomen langs de kant
Dorothee Sölle, 'Zeg mij de naam van je hoop', Ten Have/Baarn
ZIN IN KWALI-TIJD – Achtergronddossier
91
Vakantie is even bekomen van het harde dagelijkse werk genieten van wat rust, ontspanning en vrije tijd uitrusten van wat je moe maakte bekomen van al je inspanningen tijd maken waarvoor je anders geen tijd hebt geloven in een nieuw begin lang uitslapen of net vroeg opstaan bezoeken wie je vaak vergat energie opdoen om er weer tegenaan te kunnen een kaartje schrijven naar iemand die het niet zou verwachten gezond tijd maken voor jezelf, voor anderen en voor God…
Gods geest waait door de tijd, als we de minsten zoeken in de gesloten boeken van de vergetelheid.
Gods geest waait door de tijd, als we in blind vertrouwen het graan zullen verbouwen op grond, waar niets gedijt.
Gods geest waait door de tijd, als we uit het land van heden het pad zullen betreden, dat naar de toekomst leidt.
Gods geest waait door de tijd, als we in stilzwijgen, het woord geschonken krijgen, dat opricht en bevrijdt. Gods geest waait door de tijd. Als we het goede pogen, ontsluit Hij onze ogen voor zijn aanwezigheid. Welzijnszorg, 'Uit de schaduw', september 2000
En elke morgen Want elke morgen is de zon daar weer om alle krachten van de aarde van op verre afstand wakker te maken in een oeroude televerbinding.
En elke morgen zetten wij een stapje verder in de tijd die ons is toegemeten. Wij gaan speels en toch behoedzaam om met dat stukje vrijheid en dat stukje leven alsof er nooit een eind aan komt.
En elke morgen wrijven wij ons de ogen uit en maken ons klaar om mensen tegemoet te gaan vanuit een mysterieuze kracht: verlangen en verwachten, hopen en begeren.
En elke morgen spelen wij ons deel in dat klank- en lichtspel van het leven. Maar wij hebben geen benul van het geheel en van het unieke, onvervangbare aandeel van elkeen in het schouwspel van de eeuwen. Manu Verhulst
ZIN IN KWALI-TIJD – Achtergronddossier
92
Wie snel loopt, loopt aan alles voorbij. Wie snel leeft, leeft helemaal niet. Hij verslindt het leven, maar het leven verrijkt hem niet. Elk mensenleven is een reis, en reizen is een kunst. Men moet de dingen de tijd gunnen zich aan ons voor te stellen, en dingen zijn nooit gehaast. Wie veel wil zien op korte tijd, ziet niets meer;
alle dingen die te vlug bekeken worden, beginnen op elkaar te gelijken. Ze smelten in elkaar weg, zoals de struiken langs een sneltrein versmelten tot de eentonigheid van een groene streep. Wie zich de tijd gunt voor aandachtige beschouwing ontdekt tot zijn verwondering hoe het geringste “alles” bevatten kan, een wereld op zich. Libert Vander Kerken
Je hebt de tijd in handen, als je kunt leven, als je de uren niet verknoeit en doet wat je moet en wilt. De tijd is als een vrucht. Je kunt hem groen eten en er niet in slagen om het sap eruit te halen, je kunt hem ook smaken als het uur is aangebroken. Martin Gray
De tijd De tijd gunt zich de tijd niet even stil te staan. Hij vlucht aan mij voorbij Alleen het wachten duurt zo lang. De gulheid van een lach de glinster in je ogen een hand die streelt ’t is zo voorbij. Ik voel de broosheid van de tijd. Maar als een mond verbeten snedig staat een oog vol tranen welt een hand een vuist geworden is dan duurt de tijd te lang.
Tijdgenoten Een groep mensen langs de andere kant van de straat tijdgenoten – zoals gij en ik staan te wachten wachtend op het teken ‘groen’: gaan.
ZIN IN KWALI-TIJD – Achtergronddossier
Wat pijn voor mij is en voor jou blijft uren en uren van geluk van warme innigheid zijn vaak momenten die niet blijven duren. Ik weet ik mag gelukkig zijn omdat de tijd aan mij zo weinig tijd besteedt. Toon Becaus in Ben Wuyts, 'De geest rust nooit', Patmos
En dan gaan wij gaan elkaar voorbij onverschillig weg, zonder één blik tijdgenoten zoals gij - zoals ik. Beatrice Graff
93
Asdag Wat voorbij gaat is al het stof dat wij doen opwaaien: de show, de luchtverplaatsing het soortelijk gewicht van zaken doen de uitverkoop van de aarde en al wat zij bevat en draagt Wat voorbij gaat is de as van wat wij verbranden: onze schepen van vriendschap de boom van goed en kwaad het politiek bedrijf om ieders welzijn en al wat God ons leert
Wat voorbij gaat is het zand waarop wij bouwen: de eer, de roem de macht van het getal de kunst van het vernietigen een cultuur zonder ziel en al wat op het scherm komt Wat blijft is de Ene en Eeuwige oorsprong en bestemming Wat blijft is zijn liefde barmhartig en veelzijdig Wat blijft is Zijn Woord in ons midden zijn Geest in ons hart. Marcel Verhelst in februari 2002
Adem, Kerkplein,
Vakantie Vakantie is een tijd van wegdromen en vergeten. Bij het weer aanvatten van werk en school en normale doen is het even wennen. Je voelt je zoals de marathonloper die inlooptijd nodig heeft om de spieren warm te krijgen. Zo vraagt je geest om tijd (en gratie van de baas) om op temperatuur te komen. Het is goed af en toe afstand te nemen. Ons leven van alledag eens te doorbreken. Grote schoonmaak te houden in onze geest. Te weten waar we staan. God aanwezig te weten in die grootse schepping. De vruchten van rijke culturen te bewonderen. Automatismen worden erdoor in vraag gesteld. vaste patronen even doorbroken. En het resultaat mag er zijn! Opgeladen energie. Innerlijk alles op een rijtje. Inspiratie om er weer tegenaan te gaan. En vitaminen om het wel en wee van alledag goed te doorstaan. Hilde Van Putten in 'Van aarde en hemel thuis', KAV, Halewijn, Antwerpen, 2000
ZIN IN KWALI-TIJD – Achtergronddossier
94
De tijd De tijd hij laat je nog genieten van wat voorbij is hij laat je dromen van wat er nog niet is
De tijd hij is onze beste vriend hij doet vergeten hij helpt relativeren hij heelt de wonden hij schept de afstand om op dwaze stappen ongemerkt terug te keren
hij maakt je attent op wat meestal verkeerd uitloopt en op wat veelal lukt maar hij dringt zijn conclusies niet op
hij schaft raad
hij weet: het kan verkeren
Eugeen Laridon in 'Alles heeft zijn tijd', Uitgeverij Muurkranten
TIJD IS TE TRAAG voor wie hoopt TIJD IS TE SNEL voor wie vreest TIJD IS TE LANG voor wie treurt TIJD IS TE KORT voor wie lacht TIJD IS EEUWIGHEID voor wie liefheeft 'Alles heeft zijn tijd', Uitgeverij Muurkranten
Er is de tijd er is altijd de tijd die bijt, in elke zaligheid en elk en al verslijt. Jozef Van den Broeck
Heb je eventjes tijd Kijk maar niet naar je klok als iemand jou zegt: "Heb je eventjes tijd, één minuutje maar." Ja, het is juist één minuutje kloktijd klopt nooit met één minuutje mensentijd. Kijk dus niet naar je klok maar kijk elkaar recht in de ogen
ZIN IN KWALI-TIJD – Achtergronddossier
en luister naar de boodschap achter elk woord. In één minuutje mensentijd hoor en kijk je binnen in een leven waar de afgemeten kloktijd geen enkele toekomst in ziet. Dat ene minuutje vrij van de dwingelandij van de tijd is een nieuw begin van leven voor elk die loskomt van de afgemeten tijd. Antoon Vandeputte, in 'Op het ritme van de tijd', Uitgeverij Muurkranten
95
Tussentijd De tijd tussen zaaien en oogsten is de tijd die nodig is om levenskracht te ontwikkelen. De tijd tussen beluisteren en beslissen is de tijd die nodig is om eerlijkheid te ontwikkelen.
De tijd tussen nu en straks is de tijd die nodig is om inspiratie te ontwikkelen. De tijd tussen geboren worden en sterven is de tijd die nodig is om het waardevol menszijn te ontwikkelen. Antoon Vandeputte in ‘ Op het ritme van de tijd’, Uitgeverij Muurkranten
Luister Als ik je vraag naar mij te luisteren En je begint met me advies te geven Deed je niet wat ik je vroeg. Als ik je vraag naar me te luisteren En je begint me te zeggen waarom ik me zo niet mag voelen, Dan vertrappel je mijn gevoelens. Als ik je vraag naar me te luisteren En je hebt het gevoel dat je iets moet ondernemen om mijn probleem op te lossen dan stel je me teleur hoe vreemd dat ook moge klinken. Luister! Alles wat ik jou vroeg was luister… Niet praten of iets ondernemen, enkel mij horen. Doen kan ik best zelf. Ik ben niet hulpeloos. Misschien ontmoedigd en struikelend maar niet hulpeloos. Als jij iets doet wat ik zelf niet kan en nodig heb te doen lever je een bijdrage aan mijn angst en mijn zwakte. Maar als je simpelweg kunt aanvaarden dat ik voel wat ik voel, hoe onredelijk ook, dan kan ik je misschien overtuigen eens achter de feiten te kijken om te begrijpen wat achter dat onredelijke schuilt. Is dat duidelijk dan liggen de antwoorden voor de hand en heb ik geen raad vandoen. Zo, luister asjeblief en hoor mij. En als je wil praten… Wacht dan één ogenblik jouw beurt af, dan zal ik naar jou luisteren. Anoniem
Vermijd de tijd die je vastgrijpt, ze lijkt zo eindeloos. Verban de tijd die je dwingt, ze zuigt je uit. Koester de tijd die vervliegt, ze opent de eeuwigheid. Gebruik de tijd die je krijgt, ze is zo kostbaar. Geniet van de tijd die je nu beleeft, ze geeft je de levenskracht. Antoon Vandeputte in ’Op het ritme van de tijd’
ZIN IN KWALI-TIJD – Achtergronddossier
96
8.2
Gebeden
God, ik vraag u niet om tijd Heer, ik heb de tijd, ik heb al mijn tijd, al de tijd die Gij mij schenkt, al de jaren van mijn leven, al de dagen van mijn jaren, al de uren van mijn dagen, ze zijn alle van mij. Ik moet ze vullen, kalm, rustig aan, maar vullen heel en al tot aan de rand, om ze U terug te geven. Ik vraag U niet om tijd om nog dit of dat te doen. Ik vraag U de genade in de tijd die Gij mij schenkt, te doen wat Gij wilt dat ik doe. 52X Houvast
Gij hebt de tijd geschapen Eeuwige Vader, Gij hebt de tijd geschapen om met al uw kinderen in hun broos bestaan uw duurzaam geluk te delen Gij laat de tijd ontspringen als begin van leven, dat groeit en rijpt en zijn volheid zoekt te bereiken Gij gunt ons de tijd om uw roep te beantwoorden en U rustig en vrij te kiezen als doel van ons leven Gij schenkt ons de tijd om anderen steeds meer en meer lief te hebben en aldus onszelf tenvolle uit te verwezenlijken Gij houdt de tijd ter onzer beschikking om U telkens opnieuw vergiffenis te vragen en onze onwil weer te richten naar U Gij bergt de tijd in wisselende rijkdom van onvoorziene gebeurtenissen en laat ons de verrassende weg ontdekken waarvan Gij de ontwerper zijt Gij hebt de tijd geschapen om ons te doen hongeren naar een beter bestaan waar onvergankelijke vreugde ons wacht.
Heer van de tijd Waarom gaat de tijd zo vlug? Waarom ontsnapt hij ons? Waarom onttrekt Gij hem in diezelfde mate als Gij hem schenkt? Waarom hebt Gij hem zo vergankelijk gemaakt? We zouden hem zo graag vasthouden om langer te verwijlen bij uitverkoren momenten van ons intieme bestaan. Maar onverbiddelijk onderwerpt Gij de vluchtige tijd aan een reeds eendere cadans zonder rekening te houden met onze wisselende gevoelens.
ZIN IN KWALI-TIJD – Achtergronddossier
97
Wij fantaseren soms een andere wereld, met een andere tijd maar wij geloven toch, Heer, dat uw wereld zoals Gij hem gegeven hebt de beste is. Gij doet de tijd stromen, niet om ons aan het verleden te onttrekken maar om aan onze grenzeloze verlangens een steeds nieuwe toekomst te bieden. Door ons los te maken van ieder vergankelijk ogenblik richt Gij ons naar U zo spelen wij in op uw toekomst en brengt Gij ons tot een gelukkig einde.
Ik kan niet geloven in de eeuwigheid ik kan niet geloven in wat eindeloos is niet in de almacht niet in de onbegrensde in de alwetende de onveranderlijke niet in een god van altijd en overal. Geef mij handen om in te geloven en een gelaat met ogen die zien wat ze gisteren niet zagen en die morgen verbaasd zullen zijn ogen die kunnen lachen en wenen handen die de mijne grijpen en ogen die in mijn ogen kijken handen en ogen die thuis zijn in de tijd en waarvoor ik kan vrezen dat zij er straks niet meer zijn en die ik niet kan missen omdat ik zonder die handen geen handen heb en zonder die ogen niet kan zien. Frans Cromphout
God, onze Heer, leer ons de tijd van uw genade herkennen: deze dag die Gij ons geeft, om goed te maken wat wij verzuimd hebben, om naar elkaar terug te keren en naar U. Richt onze aandacht op uw uur dat altijd kort en kostbaar is en laat ons naar uw toekomst leven en uitzien naar wat nog groeien kan, als wij de goede tijd gebruiken die Gij ons geeft vandaag en alle dagen van ons leven. Frans Cromphout
ZIN IN KWALI-TIJD – Achtergronddossier
98
Psalm 90 God: onze toevlucht in ons kortstondig leven. Gij, Heer, zijt steeds onze toevlucht geweest. Wat sterfelijk is, vergaat weer tot stof. Voor U zijn duizend jaren één dag, een uur van slaap in de nacht. Ons leven breekt af als een droom in de ochtend, kortstondig is het als gras op het veld. ’s Morgens ontkiemt het en schiet het op, ’s avonds is het al verwelkt. Nu gaan onze dagen soms somber voorbij, en zuchtend verstrijken de jaren.
De lengte van ons leven is zeventig jaar, of als wij heel sterk zijn tachtig. Het meeste daarvan is nog kwelling en zorg, en snel komt het uur van vertrekken. Leer ons onze dagen naar waarde te schatten en zo te komen tot wijsheid van hart. Heer, hoe lang nog pijnigt ge ons? Wees toch uw dienaars genadig. Verleen ons van nu af uw rijkste zegen en laat heel ons leven gelukkig zijn. Vergeld nu met vreugde de dagen van leed, de jaren dat het ons slecht ging. Uw zegen, Heer God, moge over ons waken, bestuur onze handen bij al wat zij doen.
Bitter en hard, Heer, is het brood van de ouderdom Ik dacht dat ik rijk was, vroeger – nu ben ik arm, eenzaam en hulpeloos. Waarvoor deug ik nog? Dag en nacht heb ik pijn, eindeloos zijn de uren zonder slaap, ik ben nog maar een schaduw van wat ik was, voor anderen ben ik alleen een last. Moet dit zo nog langer? Wanneer loopt de nacht ten einde en gaat uw morgenlicht op? Als ik nog geduld moet oefenen, help me dan. Geef me iets meer van U te zien naarmate de rest mistiger wordt. Laat me alvast iets eeuwigs voelen naarmate de tijd zinlozer verstrijkt. Op u, Heer, heb ik altijd gehoopt, laat mij niet voor gek staan in de eeuwen der eeuwen. Amen. Michelangelo
Als het gras zijn de dagen van de mensen, ze bloeien als een bloem op het veld: waait er een wind overheen, ze is weg, en haar plaats kent men niet meer. Maar de goedheid van de Heer is van eeuwigheid en tot in eeuwigheid voor hen die Hem vrezen. En zijn gerechtigheid voor de kindskinderen, voor hen die zijn verbond onderhouden, zijn geboden gedenken en ze volbrengen. Psalm 103, 15-18
ZIN IN KWALI-TIJD – Achtergronddossier
99
God, geef me de tijd een stukje van uw eeuwigheid, een stukje leven verpakt in lucht die adem wordt, een stukje heimwee naar uw oneindigheid verpakt in alledaagse hunker die nooit vervuld die nooit voldragen wordt. God, geef me de tijd om naar U op weg te gaan in kleine stappen, elke dag opnieuw een stukje weg, met velen samen in een bonte groep en soms, geheel alleen op een veel te lange baan. God, geef me de tijd om telkens weer te keren als ik onderweg verdwaal
en zonder spoor in duisternis en nevel verloren loop. Geef me dan tijd om met het eerste morgenlicht U weer op het spoor te zijn. God, geef me de tijd om nog op deze wereld uw kind te mogen zijn en als een vrije vogel zwevend in de wind en tussen witte wolken niets anders dan uw beeld en uw gelijkenis te zijn. Manu Verhulst, in Catechetische Service, juni 2001
God, ik sta in de tijd en zie de wereld veranderen: de wegen en de mensen, de grenzen en de groepen. Ik hoor de slogans en zie de vuisten, en mensen, massa’s mensen in beweging. Ik hoor hoe de wetten veranderen en de zeden der mensen, hun smaak en hun begeren. God, ik sta in de tijd en voel hem door mijn eigen leven stromen, door mijn gedachten en door mijn gevoelens. De stroom van anders worden, van anders leven. Een stroom zonder genade, die verwoest en vergeet en een nieuwe bedding graaft. God, leer mij begrijpen dat Gij boetseert en vormt en de eeuwen kneedt. Leer mij begrijpen dat wij uw vingers niet kunnen voelen, maar enkel de klei zien bewegen. Leer me inzien dat niets op deze aarde zijn laatste vorm heeft, de rotsen niet en de mensen niet. Leer me eindelijk inzien dat Gij, God, leven zijt, explosie van leven, vulkaan van bestaan. En ik, een angstig stukje klei, vasthoudend aan hier en nu, bang om weggeslingerd te worden in uw geestdrift, bang om opnieuw gekneed en gevormd te worden. Een stukje klei dat klei wil blijven en schrik heeft voor de adem van het leven, siddert en beeft voor het blazen van uw mond. God, leer me leven. Leer me houden van het onbekende, me toevertrouwen aan morgen, aan wat nog niet is. Leer me groeien onder uw aandrift. Manu Verhulst Eer de bergen geboren waren, en Gij aarde en wereld had voortgebracht, ja, van eeuwigheid tot eeuwigheid zijt Gij God. Want duizend jaren zijn in uw ogen als de dag van gisteren, wanneer hij voorbijgegaan is, en als een nachtwake. Gij spoelt hen weg;
ZIN IN KWALI-TIJD – Achtergronddossier
zij zijn als een slaap in de morgen, als het gras dat opschiet. In de morgenstond bloeit het en het schiet op, des avonds verwelkt het en het verdort. Leer ons zo onze dagen te tellen, dat wij een wijs hart bekomen. Psalm 90, 2.4-6.12
100
God van elke morgen, God van elke avond, God van elke ademtocht en God van alle eeuwen. Mijn leven is een korte bloei in de tuin van uw oneindigheid: even mogen proeven van uw leven, even met de ogen knipperen naar uw licht en misschien één momentje dankbaar en gelukkig zijn. God van elke morgen en God van elke avond, God van alle mensen, allemaal exemplaren van uw grote droom… een stroom van gezichten die onophoudelijk voorbijtrekken aan uw gedachte. Zij lachen en wenen en huilen. Zij reikhalzen van verlangen of worden dof van begeerte. Zij zijn verkrampt van pijn of van haat. Zij bloeien open in tederheid en worden stil van geluk. God van elke morgen en God van elke avond, de stroom van mensen trekt aan mij voorbij, trekt in mij voorbij. Ik kan niet anders dan mens zijn, meespelen in de grote tragedie van het leven, in het openluchtspel van uw schepping en helemaal opgaan in de kleine rol die mij werd toebedeeld. God van elke morgen en van elke avond; mijn handen zijn te klein om de sterren te grijpen, mijn verstand te beperkt om uw grootheid te zien en mijn hart is te lelijk om U te beminnen. Laat me even bloeien in de tuin van uw oneindigheid, laat mij even ademhalen in uw eeuwigheid. Laat het morgen en avond worden en laat me elke dag van mijn korte bestaan, gewaarworden dat ik er ben door U en voor U. Manu Verhulst Tafelgebed “Wij nemen tijd en ruimte” Wij nemen tijd en ruimte, want dit is het uur om ons te scharen om de tafel. Schik bij ons aan, God, vreemdeling. Wij hebben hier voor jou en stoel gereserveerd en wij laten plaatsen open voor nog onbekenden, voor familie en voor vreemde gezichten. want wij vermoeden dat wij zo, ongemerkt, in deze medeburgers van de wereld aan engelen herbergzaamheid verlenen. Wij geven hen ruimte, ook in onze geest en hart. Wij geloven dat wij aldus gastrecht geven aan jou en ruimte en tijd aan jouw goddelijke Geest. Ga met ons mee aan tafel, gij God van vreemden, vreemde God. Want dit is het uur van samenzijn om te eten en te drinken met al jouw mensen. Wij nemen ruimte en tijd. Wij onttrekken ons alvast aan een leven van wikken en wegen van wat geen gewicht heeft, van zwoegen en slaven voor wat zijn tijd heeft gehad. Wij willen niet ondergaan in werken totterdood en ons niet verliezen aan wat geen stand houdt. Wij willen stilstaan en zien naar doel en zin van onze arbeid.
ZIN IN KWALI-TIJD – Achtergronddossier
Wij nemen tijd en ruimte voor brood en beker. Wij eten samen een gastmaal met en voor al die vele mensen, wij drinken wijn opdat onze harten warm worden voor onze buren van de toekomst. We doen dat in navolging van die onvergetelijke vriend en hardnekkige vreemde die tot ons sprak: “Dit brood deel ik met jullie en deze wijn drink ik met jullie… denk eraan dat wij zo ooit feest gaan houden met vriend en vreemde in Gods rijk op aarde.” Wij reiken aan elkaar wat we zo nodig hebben: ruimte om te leven en tijd om te vechten tegen alle ellende; voor wie nog geen korst, laat staan een brood hebben om dagelijks te bestaan, terwijl wij brood in overvloed hebben… Wij nemen tijd om te bidden: help Gij ons door deze wereld gaan met open oren, open ogen, warm hart, om al jouw tekens te verstaan, om jou te doen!
101
Heer God, we zijn zulke bedrijvige mensen. We menen dikwijls onophoudelijk bezig te moeten zijn. We denken er steeds aan, onze tijd nuttig te besteden en ons geld economisch verantwoord te beleggen. Als onze dagtaak is verricht, als een extra vrije dag ons toevalt, als we vakantie hebben, dan nog menen we zuinig met onze tijd te moeten omgaan.
Leer ons, Heer, in alle rust te genieten van de zon, de wind, de regen. Geef ons kalmte om onverplicht en zonder direct doen uw natuur in te gaan, uw schepping te bewonderen, naar het ritme van ons eigen lichaam te luisteren.
Voorbede (alle leeftijden)
Bidden wij voor alle jonge mensen, dat zij mild en eerlijk zijn tegenover hun ouders, dat zij het verleden eerbiedigen, hun voorgeslacht niet haten, een oudere generatie niet afschrijven; dat zij, voor alles, trouw zijn aan hun vrienden, onbaatzuchtig in hun liefde; dat zij zich niet overgeven aan wat vormeloos is en goedkoop dat zij het leven van anderen niet vernielen maar bereid zijn om deze aarde meer bewoonbaar te maken, dat vragen wij voor hen aan de Heer onze God.
Laat ons bidden voor alle mensen van alle leeftijden, voor allen die, jong of oud, bij elkaar horen en samen door het leven gaan. Laat ons bidden om zorg en eerbied voor elkander, dat wij niet van elkaar gescheiden raken, dat wij eensgezind proberen gelukkig te zijn. Laat ons bidden voor alle kinderen, voor hen die in ons midden klein en weerloos zijn: om een gelukkige jeugd, dat er niets ergs met hen gebeuren zal; dat zij niet scheef groeien en niet misvormd worden. Laat ons bidden dat wij hen geen ergernis geven, niet leren haten maar hen binnenvoeren in de waarheid; en dat wij de moed mogen vinden om op te komen voor alles wat kwetsbaar is, onzeker en onvolgroeid. Laat ons bidden voor hen die jong zijn en het leven nog voor zich hebben; dat zij open en ontvankelijk hun toekomst tegemoet gaan, dat zij durven leven met onzekerheden en opgewassen zijn tegen teleurstellingen, dat zij zichzelf leren aanvaarden en niet moedeloos worden.
Help ons er meer op gericht te raken bij onszelf en bij anderen aanwezig te zijn, dan altijd maar te presteren, te overtreffen. Joke Forceville-van Rossum
Laat ons bidden voor allen die in de kracht van hun leven zijn, dat zij vruchtbaar mogen worden, dat zij niet zichzelf zoeken maar het welzijn van anderen; bidden wij voor alle volwassen mensen, dat zij, gehuwd of ongehuwd, niet eenzaam zijn niet zelfvoldaan of gesloten, maar dat zij elkanders vriendschap blijven zoeken – en zo groeien in menselijkheid. Laat ons bidden voor hen die het niet kunnen vinden, voor hen die onvoldaan zijn, en voor allen die mislukken in hun werk of in hun levensstaat; dat zij hun hoop stellen op de toekomst, dat zij het geloof bewaren in God onze Vader die niet wil dat wij verloren gaan.
Vergeef me, God, dat ik zo dikwijls heb gezegd: “Ik heb geen tijd.” De tijd was uw eerste geschenk. Gij hebt er de wereld, de kosmos mee gevuld. Gij hebt er het mensenhart mee gemeten in een onstuitbaar ritme. “Ik heb geen tijd.” Natuurlijk niet, ik heb mijn tijd gedood, zoals een dier gedood wordt op het marmer van de vivisectietafel. Zo heb ik mijn tijd gedood met het scherpe lemmet van planning en organisatie, van efficiëntie en rendement: andere woorden voor eigenbelang en zelfvoldaanheid. ZIN IN KWALI-TIJD – Achtergronddossier
102
Zo heb ik het wonder van de tijd gedood. De tijd was een wonder, langzaam geproefd, elke zomeravond aan de hekkestaak, terwijl de zon onmerkbaar onderging. De tijd was een wonder bij winterdag, toen de voerman, op een eindeloze baan, zich liet verwarmen door de adem van zijn paard. De tijd was een wonder, als het deksel van de plattebuiskachel werd gelicht en in het rode schijnsel de paternoster werd gebeden. Is dit de echte armoe, God: geen tijd te hebben? De voeling te verliezen met de aarde en de lucht, geen weet meer te hebben van zijn eigen ademhaling en niet meer te kunnen kijken door de dingen heen, en niet meer te kunnen dromen en niet meer te kunnen bidden? Is dit de echte armoe, God: uw eerste geschenk te moeten missen? Manu Verhulst
Heer mijn God, ik dank U dat deze dag voorbij is. Ik dank U dat gij ziel en lichaam rusten laat. Uw hand heeft mij beschermd en bewaard. Vergeef mijn klein geloof en alle onrecht deze dag bedreven en help mij allen te vergeven die mij onrecht deden. Laat mij in vrede slapen onder uw bescherming en bewaar mij voor de dreiging van de duisternis. In uw handen leg ik allen die ik liefheb dit huis mijn eigen lichaam en ziel. God, uw heilige naam zij geprezen.
Op vele lege dagen heb ik spijt gehad van de verloren tijd. Maar hij is nooit verloren, Heer! Gij hebt elke seconde van mijn leven in uw eigen handen genomen. In het hart van de dingen verborgen, voedt gij zaden tot kiemen, knoppen tot bloesems, en bloemen tot vruchtbaarheid. Moe en werkeloos sliep ik op mijn bed en meende dat alle arbeid was gedaan. Toen ik ’s morgens ontwaakte vond ik mijn tuin vol bloemenwonderen. Rabindranath Tagore
Amen
God, als ik terugval op mezelf, na een party weer alleen ben en m’n sleutels zoek en me onwennig voel in de plotselinge stilte. Als het groeiende licht van de dag me zo vreemd aandoet: “Hoe laat is het nu?”. God, dat ellendig gevoel van onvoldaanheid in de overvloed: we durven mekaar niet meer in de ogen kijken om de leegte niet te zien en niet bang te worden. We hebben zoveel bijeengescharreld: verlof en vakantie, feestjes en fuifjes, de bioscoop en de bar en banaliteiten allerhande, disco en dure geschenken, seks en slippertjes, we hebben er een programma van gemaakt, een doel om voor te leven. God, als ik terugval op mezelf, weer alleen ben en mijn sleutels zoek, dan voel ik me berooid als een schooier. Want diep in mij is er honger. Een stuk van mij is ondervoed. Dan verlang ik naar de zuivere lucht en de verre einders. Dan verlang ik naar een woord met U, naar de stilte in U. Dan huiver ik bij het licht van de groeiende morgen en vraag ik mezelf: “Hoeveel tijd heb ik nog?”. Hoever is mijn leven gevorderd? Is het dat NU en anders niets? God, leg me weer in uw hand te rusten en dek mij toe in al mijn schamelheid. Stil mijn pijn en laat me blijven, laat me slapen, laat me wonen; bij U alleen is zaligheid. Manu Verhulst ZIN IN KWALI-TIJD – Achtergronddossier
103
De Heer gaat mij voor… ik werk niet gehaast. Hij laat mij zo nodig verpozen. Hij geeft mij visioenen van stilte, die me mijn rust laten terugvinden. Hij voert mij veilig naar de weg naar het doel door rust van de geest en zijn leiding is vrede. Al wacht mij dagelijks een zware taak, ik maak me geen zorgen, want Hij is bij mij. Zijn tijdloosheid en zijn grootheid laten me mijn evenwicht bewaren. Hij bereidt me versterking en laaft me met nieuwe kracht in de uren van mijn werk door mijn geest te vervullen van zijn rust. De beker van mijn opgetogenheid vloeit over. Ware harmonie en rijpheid zullen de vruchten zijn van mijn werkzaamheid, want ik ga in het voetspoor van mijn Heer en ik verblijf in zijn huis tot in lengte van dagen. Toko Miyashima
Elkander troosten als de avond valt Leg de warmte van uw genade over ons menselijk bestaan, dat wij gelukkig zijn met ebbe en vloed, met nachtvorst en met zomerzon, met rijkdom en gemis, met mensen en met eenzaamheid en alles wat ons leven is. Vul ons hart met olie van zachtmoedigheid, dat wij elkander troosten als de avond valt en vuur ontsteken voor wie in nacht verdwalen. Wij zullen de vermoeide zwervers lief onthalen en met hen delen onze overvloed aan brood, genegenheid en vrede. Wees Gij hun hoop die hen weer zingen doet. Wij danken voor wat wij zo vaak vergeten,
ZIN IN KWALI-TIJD – Achtergronddossier
dat wij als vogels mogen eten uit uw gevulde hand, dat Gij ons blijdschap gunt op aarde, ons voor de duisternis bewaarde en zon laat schijnen over ’t land. Gij die ons mateloos bemint, maak ons bereid als Gij zult roepen dat het feest begint. Met U zijn er geen verten meer en alles is nabij. Des levens aanvang glinstert weer, geen gisteren en geen morgen meer, geen tijd meer en geen uren, geen grenzen en geen muren; en alle angst voorbij, verlost van schaduw en van schijn, wordt pijn en smart tot vreugd verheven! Hoe kan het zo eenvoudig zijn! Hoe kan het leven Hemel zijn, met U, o kern van alle leven! Felix Timmermans, Adagio
104
Een God van woorden Jij bent een God van woorden en daden in de tijd, van al wat ons bekoorde op weg naar eeuwigheid.
Maar, nuchterder geworden, aanvaardde het jouw verbond. Voorbij was nu de horde die macht met weerwraak schond.
Jij hebt de zeven dagen tot een gedicht gemaakt. Al wat ontstond in vlagen werd door je woord geraakt.
De boodschap der profeten kon iedereen verstaan. Toen konden allen weten wat jij had voorgedaan.
De wezens, dood of levend, zijn woordelijk ontstaan. Zo heb jij zin gegeven aan wat voorbij zou gaan.
Tot de verwarring groeide in ’t land van Babylon en men met talen knoeide die niemand meer verstond.
Maar ook aan wat zou blijven gaf jij een zinsverband. Wat eeuwig kan beklijven vond weerklank door jouw hand.
Uit die woestijn van onzin heb jij toen weggeleid het volk dat, eens in onmin, je nu was toegewijd.
Gij hebt je wet geschonken aan Mozes op de berg, terwijl je volk brooddronken boog voor wat aardewerk.
En jij schonk het de psalmen waarmee het elke dag, de drukke en de kalme, jouw woordwerk loven mag. Piet Thomas
Herfstbeeld Ik ruik het ritselen van blaren al en knisperend vallen de kastanjes van takken, dommelend in de winternacht
hoever de tijd van weerzien is, omhelzen, harde kernen feilloos raken op het bot en onvergetelijk namen noemen, zwijgen
De echte kaalheid is nog toekomst, blozend als de avond; maar bomen lijken al te wachten onafwendbaar op verval
een uur van stil verwijlen altijd nu, zo pasgeboren ver nabij als eeuwigheid verwacht ik U…
De nieuwe tijden weten nog van niets, zo zachtjes sluimeren ze in sap en stam. Het maakt mij week te weten – of weer niet –
Heer, hoe dikwijls zeggen we: nu niet, ik heb geen tijd. Kinderen, jongeren, ouders en collega’s komen hoopvol met hun vragen en verwachtingen op ons af. En wij… wij hollen voorbij!
ZIN IN KWALI-TIJD – Achtergronddossier
Noëla Polet
Heer, leer mij tijd verliezen om te winnen, leer mij luisteren met oor en hart naar elk-een. Leer mij luisteren naar uw bevrijdend Woord. Maar vooral, leer mij echt ‘L’even, zodat ik ook anderen kan doen herleven.
105
Geen tijd Ik heb door het raam zitten kijken: wat flitst er allemaal voorbij! De fietsen hadden haast, de straat had haast, alles holde en raasde om geen tijd te verliezen. Iedereen joeg achter de tijd aan om tijd te winnen. We rennen over de aarde, gehaast, overladen en verdwaasd. We steken elkaar voorbij, verdringen elkaar,
8.3
overwerkt, en we komen er nooit. We hebben geen tijd meer over. Heer, Gij moet U in uw berekeningen van nu vergist hebben. De uren zijn te kort, de dagen niet lang genoeg, de nachten slapen te weinig, de tijd glijdt door onze vingers weg. Wij treuzelen als wij tijd moeten maken voor anderen en voor U. Theo Willemen
Verhalen
De jonge hertog Er was eens een jonge hertog die zo vroom en godvrezend was, dat hij het liefst meteen zou zijn gestorven en naar de hemel was gereisd. Zijn moeder wilde hem echter graag uithuwelijken aan een prinses en omdat hij een goede zoon was, willigde hij de wens van zijn moeder in en legde hij de dag van zijn huwelijk vast. Op de ochtend van het huwelijk verscheen er een goedgebouwde en knappe jongeling in het slot die hem zijn diensten als kok aanbood, maar slechts gedurende het huwelijksfeest. Hij viel bij de hertog in de smaak en alle mensen aan het hof verbaasden zich over zijn goede manieren. Toen hij een eerste proeve van zijn kookkunst had geleverd, wilde de hertog hem helemaal niet meer laten gaan. Maar in de namiddag zei de jongeling dat zijn tijd gekomen was en dat hij weer naar huis moest. Zou de hertog nog een stukje met hem mee willen wandelen? Toen zij ongemerkt door al hun gepraat verder en verder liepen, stonden ze plotseling midden op een groene heide die geheel met rozen en rozemarijn begroeid was. De lucht was vol heerlijke geuren. Onder een palmboom stond een wit muildier te grazen. De jongeling maakte het dier los en vroeg aan de hertog of hij op zijn rug wilde plaatsnemen. De hertog deed dit en de jongeling ging zelf achter hem zitten. Het kwam de hertog voor alsof ze door de lucht zweefden. Al snel zag hij in de verte een prachtige stad glinsteren. Toen ze bij de poort aankwamen, zag hij dat deze van boven tot onder met edelstenen was bezet. De poort opende zich vanzelf en toen zij de stad betraden, was het binnen zo licht en glanzend alsof er duizend zonnen schenen. Van alle kanten klonk gezang en muziek en door de straten, die met puur goud geplaveid waren, trokken in wit geklede maagden met bloemenkransen om hun hoofden die de hertog begroetten. Dit beviel hem zo goed dat hij niet meer weg wilde. Maar op de derde dag zei de jongeling tegen hem dat nu echt zijn tijd gekomen was en dat hij weer naar huis moest gaan. Hij zou echter spoedig mogen terugkomen. Het witte muildier droeg de hertog langs dezelfde weg terug en de jongeling begeleidde hem tot de palmboom in de groene heide. Toen de hertog van hier bedroefd de weg naar zijn slot insloeg, zag hij in de verte op de plek waar zijn slot gestaan had een oud klooster. Verbaasd liep hij erheen en hij trof een gesloten poort aan. Hij belde aan en een kloosterbroeder in een lang zwart gewaad verscheen. De hertog vroeg hem: 'Wat doen jullie hier, beste broeder? Ben ik niet op de juiste weg naar het slot? Ik ben drie dagen geleden vertrokken – waar nu is mijn slot, waarover ik toch heer en meester ben?' De kloosterbroeder keek hem verbaasd aan en zei: 'Er is hier in de verre omgeving ZIN IN KWALI-TIJD – Achtergronddossier
106
nergens een slot. Maar in ons klooster regeert de abt, kom binnen en vraag het hem.' De hertog volgde de broeder en toen de abt het verhaal van de hertog en diens vertrek uit het slot had gehoord, haalde hij een oude kroniek uit de bibliotheek van het klooster. Daarin sloeg hij een paar vergeelde bladzijden om en hij liet de hertog zien dat diens verhaal daar woord voor woord in stond beschreven en dat het nu driehonderd jaar geleden was dat hij met de jongeling was weggegaan. Zijn kasteel was reeds lang geleden met de aardbodem gelijkgemaakt en zijn echtgenote en moeder en alle andere bewoners van het slot waren al lang dood. Het hele klooster wilde nu de terugkeer van de hertog feestelijk vieren. Er werd een groot feestmaal aangericht, waarbij de hertog aan het hoofd van de tafel moest zitten. Maar nauwelijks had hij een stukje brood in zijn mond genomen, of hij schrompelde ineen tot een stokoud, grijs mannetje en op hetzelfde ogenblik was hij dood. Zwitsers sprookje (Uit: Zandlopers. Verhalen en gedichten over tijdsbeleving uit alle windstreken, Novib/Schuyt en Co, 1999, p 61.)
De verjaardag van de hagedis Op zijn verjaardag kreeg de hagedis van de slang tijd cadeau. "Alsjeblieft, hagedis," zei de slang. "Ach, wat aardig," zei de hagedis, "die wil ik heel graag hebben." Hij pakte de tijd uit en bekeek hem. Het was vroeg in de avond. De zon scheen tussen de onderste takken van de bomen door en de tijd glinsterde en fonkelde in de handen van de hagedis. "Wat een prachtige tijd!" zei hij. "Ja," zei de slang, "hij is net nieuw." De beer had lang staan wachten met zijn cadeau en zag achter de rug van de hagedis een taart staan. Hij snoof, schraapte zijn keel en zei: "Nu ik …" Hij duwde de slang opzij. De slang gleed tegen de hagedis aan en de hagedis liet de tijd vallen. "Nee!" riep hij nog. Toen viel de tijd in stukken op de grond. De zon ging vliegensvlug onder en de maan schoot de lucht in, tot boven het bos. De bomen ruisten met vlugge, hoge tonen, en voordat de beer één hap had kunnen nemen, hadden de andere dieren de taart al naar binnen geschrokt. Iedereen holde door elkaar, struikelde, viel en raakte buiten adem. Maar ze dachten ook dat ze daar al jaren waren en konden zich het begin van de verjaardag niet meer herinneren. Alleen de boktor verloor zijn kalmte niet. Hij raapte de stukken van de tijd en plakte ze aan elkaar. Iedereen ging weer zitten. "Hij is niet zo sterk meer, nu," zei de boktor. "Hij was al niet zo sterk!" zei de slang die droefgeestig tussen het gras lag. De hagedis bekeek zijn tijd. Hij voelde aan de aan elkaar gelijmde barsten en hij zag dat er een paar stukken ontbraken, die de boktor niet meer had kunnen vinden. Maar het was toch een mooie tijd, die hij goed zou kunnen gebruiken. "Ik weet niet hoe lang hij zal meegaan…" zei de boktor. "Lang genoeg!" zei de slang. De hagedis knikte, legde de tijd voorzichtig naast zich neer in het gras en vierde geduldig en behoedzaam – maar af en toe wel met horten en stoten – de rest van zijn verjaardag. Toon Telegen, Uit: 'De verjaardag van alle anderen.'
De vrek en de doodsengel Een vrek had met werken, handelen en geld uitlenen driehonderdduizend dinar bijeengebracht. Hij bezat landerijen en huizen en vele andere rijkdommen. Op een dag besloot hij om een jaar lang alleen voor zijn plezier te leven en zich daarna pas zorgen te maken over zijn verdere toekomst. Zodra hij echter gestopt was met geld verdienen, verscheen de doodsengel om zijn leven tot zich te nemen. Met al zijn overredingskracht trachtte de vrek de engel van zijn voornemen af
ZIN IN KWALI-TIJD – Achtergronddossier
107
te brengen, maar deze leek onverstoorbaar. Toen zei de vrek: 'Geef me nog drie dagen en ik zal je eenderde van mijn bezittingen geven.' De engel weigerde echter en wilde er met het leven van de man vandoor. Toen zei de man: 'Als je me nog twee dagen schenkt, zal ik je tweehonderdduizend dinar uit mijn bezittingen geven.' Maar ook daarop ging de engel niet in. Hij zwichtte niet eens toen de man hem voor één enkele dag al zijn driehonderdduizend dinar aanbood. Uiteindelijk vroeg de vrek: 'Geef me dan ten minste genoeg tijd om een paar zinnen op te schrijven.' Dat gunde de engel hem en de man schreef met zijn eigen bloed: 'Mens, maak wijs gebruik van je leven. Ik kon niet eens een uur kopen voor driehonderdduizend dinar. Onthoud dat je de tijd naar waarde moet schatten!' Fariduddin Attar (Iran), in Zandlopers, Verhalen en gedichten over tijdsbeleving uit alle windstreken, Novib/Schuyt en Co, 1999, p. 43
Geduld hebben en geloven in een betere toekomst Het was in de tijd dat het slecht ging in het land. Fabrieken werden gesloten, landerijen lagen er verlaten bij. In de steden en op het platteland heerste armoede. Mensen trokken van stad naar stad op zoek naar werk. Ook Chaim en Janusz, buren, de één Jood en de ander niet-Jood, zaten zonder werk. Ze besloten de stad waar ze woonden te verlaten en hun geluk elders te zoeken. Ze trokken van dorp naar dorp en van stad naar stad. Met klusjes verdienden ze een maaltijd hier of daar. Maar vaak zochten ze met een lege maag een plek op om de nacht door te brengen. Toen de tijd van Pesach naderde zei Chaim tegen Janusz: "Wat had je gedacht van een heerlijke maaltijd, met alles erop en eraan, van voorgerecht tot toetje?" Het water liep Janusz in de mond. "Hou op," kreunde hij, "ik wil er niet aan denken." Maar Chaim greep Janusz bij de arm. "Luister," zei hij, "het is bijna Pesachfeest, het feest dat wij Joden elk jaar rond deze tijd vieren. Aan het begin van het Pesachfeest wordt er een hele avond lang gegeten en gedronken. Voor die avond gaan wij onszelf een uitnodiging bezorgen." Janusz keek zijn buurman ongelovig aan. "Kom, jij spreekt toch Jiddisj," zei Chaim. "Je kunt dus gemakkelijk doen alsof je Jood bent. In het volgende dorp gaan we naar de synagoge. Aan het begin van de feestavond, wanneer de mensen na het avondgebed de synagoge verlaten, staan wij bij de uitgang. Het is gebruik om op deze feestavond gasten bij je thuis uit te nodigen. Wij krijgen zeker een uitnodiging, ook jij. Maak je niet druk. Volg het voorbeeld van de gastheer waarbij je aan tafel zit. Doe na wat hij je voordoet, dan komt het allemaal best in orde. Niemand zal weten dat jij geen Jood bent." Zo gebeurde het. Chaim en Janusz stonden aan het begin van de sederavond bij de uitgang van de synagoge. Allebei kregen ze een uitnodiging voor de seder. Terwijl Chaim met zijn gastheer wegliep gaf hij Janusz nog snel een knipoog. "Hou je taai, en eet smakelijk!" Janusz rook al bij het binnengaan van het huis van zijn gastheer de geuren van heerlijke gerechten. Hij kon bijna niet wachten, hoe lang was het geleden dat hem een echte maaltijd was voorgezet? Zijn magere lijf verried de honger, die hij de afgelopen tijd had gelden. Net als de andere gasten nam hij plaats aan tafel. Maar tot zijn verbazing en teleurstelling werd het eten niet opgediend. In plaats daarvan werd hem een glas wijn gegeven, wat zijn eetlust alleen maar groter maakte. Daar blijf het niet bij. Tot zijn ontzetting kreeg hij wat bittere kruiden te eten, gesopt in zout water. De bittere smaak deed zijn gezicht vertrekken. Aan alle gasten werden boekjes uitgedeeld en Janusz was gedwongen om te doen alsof hij de Haggada kon lezen. Hij kreeg bovendien nog meer wijn. Hij moest zich aan de tafelrand vastgrijpen om van honger en ellende niet om te vallen. Op het laatste gaf men hem een stukje droge matze. Nu zou de maaltijd toch wel gauw beginnen? Nee, in plaats daarvan kreeg hij een paar radijsjes. Janusz kon het niet langer verdragen. Hij verzamelde zijn laatste krachten bij elkaar. Toen stond hij op van de tafel. Mopperend op zijn gastheer verliet hij zo snel als zijn dunne benen hem konden dragen het huis. Net zo hongerig als hij er was binnengegaan. Een paar uur later kwam Chaim naar de slaapplaats, waar hij en Janusz hadden afgesproken. Tevreden en met een volle maag, ging hij naast zijn vriend liggen. "Lekker gegeten, Janusz?" ZIN IN KWALI-TIJD – Achtergronddossier
108
"Lekker gegeten?! ik heb niet meer gekregen dan wat bittere kruiden, droge matze en radijs. Gek werd ik van de geuren die uit de keuken kwamen. De heerlijkste gerechten maar niet voor de gasten bedoeld. "Chaim kijkt zijn vriend ongelovig aan. Hij schudt zijn hoofd. "Jij ongeduldige dwaas. Als je nog één ogenblik had gewacht, zouden de heerlijke gerechten vanzelf naar je toegekomen zijn. Ach, ik had je moeten waarschuwen. Wanneer je doet alsof je Jood bent, moet ook aan de eerste voorwaarden van het jood-zijn voldoen: "Geduld hebben en geloven in een betere toekomst." Uit: Hanna van Dorssen (red.), Als een lamp voor onze voeten: verhalen bij joodse feestdagen, Amsterdam, Nederlandsche Zondagsschool Vereniging, Zoetermeer, Boekencentrum, p. 90-91
Zet de 'L' steeds voor 'even' Er was eens een vrouwtje dat zichzelf voorbijliep. En dat is een heel erge ziekte. Als ze 's morgens opstond, dacht ze aan 's middags. En als ze 's middags aan tafel zat, was het weer: "Wat zal ik vanavond eten?" En als ze dan eindelijk 's avonds naar bed ging, lag ze weer te piekeren wat ze de volgende dag allemaal zou gaan doen. Telkens als ze op straat liep, rende ze zo hard dat de mensen zeiden: "Die loopt zichzelf voorbij… Die daar vergeet te leven!" Het vrouwtje sprak ook de hele tijd met zichzelf. Om met anderen te praten, daar had ze geen tijd voor. Ook dat hoorde bij haar ziekte. En weet je wat ze zei? "Ik moet nog even… Laat ik gauw eens even… Ik kan nog net even…". Nu was er in het land een dokter, die zeer wijs was. Toen hij dat vrouwtje zag en hoorde praten, zei hij: "Beste mevrouw, u bent heel erg ziek en ik weet wat u mankeert." "Zeg het dan maar eens gauw, dokter", zei ze, "ik moet vlug nog even…" "Zie je, daar heb je het weer", zei de dokter, "Jij bent zo haastig. Jij laat telkens de 'L' liggen." "Wat laat ik liggen?", vroeg ze. "De 'L'", zei de dokter. "Zet de 'L' steeds voor 'EVEN', en plotseling ga je anders leven." "Goed, dokter, ik zal het doen", antwoordde ze en weg was ze weer. Maar telkens ze de 'L' voor 'even' zette, schrok ze zich dood. Ik moet nog 'L'even… Laat ik gauw eens 'L'even… Ik kan nog net 'L'even. Ze plofte in een stoel en zei zacht… "Ik kan nog wel even… nog wel 'L'even." En vanaf dat moment liep ze zichzelf niet meer voorbij. Ze bleef gewoon zichzelf. Ze had een huis van binnen gevonden en wie dat vindt, wordt heel rustig. Uit Leeftocht, jg. 11 (1995-1996), nr. 5
Voorbij De mier en de eekhoorn kregen les van de zwaan. Het was aan de oever van de rivier, de zon scheen en zij zaten onder de wilg, in de schaduw van een laaghangende tak. Het was de tweede les, maar van de eerste les hadden ze niets onthouden. 'Vandaag,' zei de zwaan, 'zal ik het hebben over voorbij.' Dat vonden de mier en de eekhoorn een goed idee, want daar wisten zij niets van. De zwaan trok een ernstig gezicht en zei: 'Alles gaat voorbij.' Het was even stil onder de wilg. Het water in de rivier glinsterde en er was nauwelijks wind. 'Wisten jullie dat?' vroeg de zwaan. 'Nee,' zeiden de mier en de eekhoorn. 'Dat wisten wij niet.'
ZIN IN KWALI-TIJD – Achtergronddossier
109
'Ja,' zei de zwaan. 'Alles gaat voorbij. Noem maar iets op en dan zeg ik dat het voorbijgaat. Mier …' 'De wilg,' zei de mier. 'Ja,' zei de zwaan. 'Het is goed dat je dat zegt, mier. De wilg gaat voorbij.' 'De wilg??' vroeg de eekhoorn met grote ogen en wees omhoog. 'Waar gaat hij dan heen?' vroeg de mier. 'Ho, ho,' zei de zwaan. 'Daar hebben we het niet over. We hebben het over voorbij en niet over waarheen. Dat komt pas in de laatste les.' 'Hoeveel lessen zijn er eigenlijk?' vroeg de eekhoorn. 'Ik weet het niet,' zei de zwaan. 'Ik heb ze niet geteld.' De eekhoorn zuchtte en de mier zei: 'En als ik nou denk dat de wil nooit voorbijgaat?' 'Ja,' zei de zwaan. 'Dan moet je geen les bij mij nemen. Dan kun je beter naar de krekel gaan. Die geeft een heel ander soort les. Bij hem gaat niets voorbij.' 'Niets?' vroeg de eekhoorn. 'Niets,' zei de zwaan. 'Ook niet de ochtend?' vroeg de eekhoorn. 'Ook niet de ochtend. Volgens de krekel gaat er zelfs geen regenbui voorbij of hoofdpijn of een seconde.' 'Wat heb je nog meer voor lessen? vroeg de mier. 'Nou, bij de krab,' zei de zwaan. 'Daar gaat alles door elkaar.' 'Alles?' vroeg de mier. 'Alles' zei de zwaan. 'Volgens de krab kun je net zo goed met de nacht eten als met je vingers. Dat maakt geen verschil. Of …' De mier zuchtte eens diep en keek de andere kant op. De eekhoorn voelde dat er een dikke rimpel in zijn voorhoofd kwam. De zwaan maakte zijn zin niet af en zei: 'Het is tijd. De les is voorbij.' Zijn stem klonk onzeker. 'De volgende les is misschien morgen,' zei hij. Toen vloog hij op en verdween in de verte. Zwijgend zaten de mier en de eekhoorn naast elkaar aan de oever van de rivier. De zon stond hoog aan de hemel. Soms stak de karper even zijn hoofd boven water, zei: 'Pst' en verdween weer. De mier dacht aan de tijd, de zon, de lucht, de zomer, potten honing, verjaardagen, verdriet, mos, de geur van een den. Zou dat allemaal voorbijgaan? dacht hij. Of niets daarvan? 'En wij,' vroeg de eekhoorn opeens, 'zouden wij ook voorbijgaan?' De mier dacht even na. Toen stond hij op, maakte een rare sprong in de lucht boven het gras, kwam op zijn rug neer en zei, zwaaiend met zijn poten: 'Nee, wij gaan nooit voorbij. Wij niet!' Uit: Toon Tellegen, 'Misschien wisten zij alles, 313 verhalen van de eekhoorn en andere dieren', uitg. Querido, Antwerpen, 1999
Tijd "Jantje, noem eens zaken op die de tijd meten", vraagt de meester. "Zandlopers, zonnewijzers, koekoeksklokken, chronometers, het oude zakhorloge van grootvader, swatchuurwerken, klokradio's …" "Al genoeg", zegt de meester, "wat leren ze ons?" "Dat alles vooruit gaat", zegt Liesje. "Dat we goed moeten profiteren", zegt Bartje. "Dat we ons niet te veel mogen haasten", zucht dikke Dirk, "anders krijgen we een hartinfarct." Plots onderbreekt een jongetje die almaar grappiger opmerkingen. "We hebben de zon vergeten, meester! Die geeft ook de tijd aan." Een zachte kleine-meisjesstem voegt er zo mooi aan toe: "En God, die is toch het begin en einde van u en mij en alles wat leeft?" Zij had het begrepen, het uurwerk waarop alle leven is afgestemd is God! Michel Coune O.S.B., Zevenkerke, Loppem
De agenda Er was eens een man die een agenda had, waarin hij al zijn afspraken noteerde. Maar in zijn agenda stonden op elke bladzijde de weken aangegeven en omdat het de man voor de wind ging, had hij daar niet genoeg aan.
ZIN IN KWALI-TIJD – Achtergronddossier
110
Daarom kocht hij een agenda, waarin op elke bladzijde een dag stond. Zo kon hij nog meer afspraken maken en het ging de man steeds beter. Toen overlegde hij bij zichzelf en zei: ‘Laat ik nu een agenda kopen, waarin niet alleen de weken en de dagen, maar ook de uren een aparte bladzijde hebben. Dan kan ik mijn tijd nog beter besteden.’ Toen sprak de Dood tot de man en zei: ‘Jij, dwaas, morgen om acht uur sta je in mijn agenda.’ Uit: ‘Brood in overvloed, 24 gebedsdiensten’, Werkgroep gebedsdiensten van de Franciscaanse samenwerking, Utrecht, 1984, p. 27.
De grens Rabbi Pinchas zei: ‘de mensen komen op de sabbat om woorden uit de leer te horen en ze worden enthousiast, maar reeds op de eerste weekdag is alles weer teruggekeerd tot de vroegere stand van zaken. Want zoals de zintuigen stuit ook de herinnering op een grens. Zodra de heiligheid van de sabbat voorbij is, zijn ze er al duizend mijl vandaan, en ze staat niemand nog voor de geest. Het is ermee als met de genezing van een waanzinnige: hij kan zich niet meer herinneren wat voorgevallen is in de tijd toen hij waanzinnig was. Buber, Chassidische vertellingen, 166
De grens Rabbi Pinchas zei: ‘de mensen komen op de sabbat om woorden uit de leer te horen en ze worden enthousiast, maar reeds op de eerste weekdag is alles weer teruggekeerd tot de vroegere stand van zaken. Want zoals de zintuigen stuit ook de herinnering op een grens. Zodra de heiligheid van de sabbat voorbij is, zijn ze er al duizend mijl vandaan, en ze staat niemand nog voor de geest. Het is ermee als met de genezing van een waanzinnige: hij kan zich niet meer herinneren wat voorgevallen is in de tijd toen hij waanzinnig was. Buber, Chassidische vertellingen, 166
De volgende dag kwam het prinsje terug. - Je had beter op dezelfde tijd kunnen komen, zei de vos. Als je bijvoorbeeld om vier uur ’s middags komt, begin ik om drie uur al gelukkig te worden. Hoe later het wordt, des te gelukkiger voel ik me. En om vier uur wordt ik al onrustig; zo zal ik de waarde van het geluk leren kennen! Maar als je op een willekeurige tijd komt, dan weet ik nooit hoe laat ik mijn hart klaar moet maken… Riten moeten er zijn. - Wat is een rite? Zei de kleine prins. - Dat is ook een vergeten begrip, zei de vos. Een rite maakt dat de ene dag verschilt van alle andere dagen, het uur van alle andere uren. Mijn jagers hebben bijvoorbeeld een rite. Op donderdag dansen zij met de meisjes uit het dorp. Donderdag is een heerlijke dag! dan kan ik gaan wandelen tot aan de wijnbergen. Als de jagers op willekeurige dagen dansten, zouden alle dagen gelijk zijn en ik zou nooit vrij hebben. - A. de Saint-Exupéry, 'De kleine prins'
ZIN IN KWALI-TIJD – Achtergronddossier
111
Het mannetje Haastje-rep
Ssstt!! Ssstt!!
Op de piano, tussen de bloemen, zit een klein mannetje mee te zoemen, als je speelt van do-re-mi … dan zingt dat mannetje: "Sol-la-si…" en als jij speelt zoals het moet, als je 't voorzichtig en langzaam doet, dan schudt dat mannetje met zijn kop, dan roept dat mannetje: "Schiet toch op!" Dan ga je jakkeren, dan ga je jachten, zonder te rusten en zonder te wachten. Dan gaat het fout en dan gaat het mis! Weet je soms ook, wie dat mannetje is? Boven op die pianoklep? Dat is het mannetje Haastje-rep! En wanneer jij zit te breien zit dat mannetje altijd bij je. Denk erom, je kunt 'm niet zien, hij zit in de klok, misschien Als jij je draadje om wilt slaan - omslaan, doorhalen, al laten gaan – schudt dat mannetje met z'n kop, roept dat mannetje: "Schiet toch op!" Dan ga je jakkeren, dan ga je jachten, zonder te denken en zonder te wachten. Floep, daar valt alweer een steek, dan zeg je een beetje bleek: "Gek, ik weet niet wat ik heb…" 't Komt door het mannetje Haastje-rep. Zit jij met je schrift vol sommen, zit dat mannetje mee te brommen. Zit hij zonder dat je 't weet, boven op het schoorsteenkleed. Als jij je cijfertjes netjes tekent, als jij zonder fouten rekent, schudt dat mannetje met z'n kop, roept dat mannetje: "Schiet toch op!" Kijk, dan schrijf je haastig even weer een 8 in plaats van 7, altijd fout en altijd mis, als dat mannetje daar is. Pas toch op, Marietje en Bep, voor het mannetje Haastje-rep!!!
De burgemeester van Bellemansluis zat op een keer voor het raam van zijn huis en ergerde zich, en maakte zich kwaad en riep: "Goeie help, wat een herrie op straat. Getoeter, gerammel, gebrom en geronk, geblaf en gezoem en geschreeuw en gebonk! Maar nu is het uit! Het is helemaal uit! En nu wens ik voortaan geen enkel geluid! En wie nog het kleinste geluid durft te geven, die gaat in 't gevang voor de rest van zijn leven!" Nu zijn dus de auto's en fietsen verboden, de paarden zijn daar nu dus weer in de mode, maar aan ieder paard wordt ten strengste bevolen om zich voort te bewegen op rubber zolen. De mensen die sluipen daar zacht op hun tenen, op straat liggen dekentjes over de stenen, de radio's zijn in het water geworpen en niemand mag daar met z'n soep zitten slorpen en van alle katten en van alle honden zijn de bekken met lapjes en doeken omwonden. De torenklok is er omwoeld met katoen en niezen dat mag je volstrekt niet meer doen. Wie hoesten wil daar, moet dat zeventien dagen tevoren schriftelijk aan gaan vragen. De snavels van vogels, ook dat is verplicht, die zitten afdoende met leukoplast dicht. Dus als je nu voortaan heel rustig wilt leven, dan moet je je daar, naar dat stadje begeven, maar als je er komt, daar in Bellemansluis, doe alles heel zachtjes! Zo zacht als een muis! Want als je daar hardop de weg durft te vragen, dan word je direct in de boeien geslagen. Annie M.G. Schmidt
Annie M.G. Schmidt
“Goeiedag”, zei de kleine prins. “Goeiedag”, zei de koopman. Hij verkocht uitstekende dorstlessende pillen. Men slikt eens in de week een pil en voelt nooit meer behoefte aan drinken. “Waarom verkoop je die?” vroeg het prinsje. “Het is een grote tijdsbesparing,” zei de koopman. “De geleerden hebben het uitgerekend. Je spaart drieënvijftig minuten in de week.” “En wat doe je dan met die drieënvijftig minuten?”
ZIN IN KWALI-TIJD – Achtergronddossier
112
“Daar doe je dan mee wat je wil…” “Als ik drieënvijftig minuten over had,” dacht het prinsje bij zichzelf, “dan liep ik heel rustig naar een bron…” A. De Saint-Exupéry, 'De kleine prins'
Mijn vader liet zich niet opjagen. Hij deed alles op zijn eigen wijze. Langzaam. Hij stak zijn knokige hand in het vuur om een yam om te keren. Zijn hand was vuurvast. Toen hij de yam nar zijn tevredenheid omgekeerd had, trok hij zijn hand terug en veegde hij hem af aan zijn omslagdoek. Hij keek mij met glanzende ogen aan en kreunde. Ik wist wat er komen ging en stond op voor hij zijn mond kon opendoen. Toen ik door de kamer liep, zag ik dat hij knikte. Ik klom op het lemen bed in de hoek van de kamer; reikte naar boven en maakte zijn raffia tas los van de bamboe dakspanten. Er zat nog maar één colanoot in de tas. Ik haalde hem eruit, hing de tas weer op, stapte van het lemen bed en gaf de noot aan vader. Zonder een woord te spreken nam hij de noot aan en begon hem te pellen. Ik ging terug en nam plaats bij het vuur. Buiten ratelde nog steeds de regen en ook de kinderen joelden nog steeds de ziel uit hun lijf. Maar ik zat in deze kamer, alleen met mijn vader, afgesloten van de rest van de wereld. De tijd leek stil te staan. Plotseling begreep ik waarom vader zich nooit druk maakte. Er was altijd een volgende keer. Het zou altijd weer regenen en de kinderen zouden altijd weer in de regen spelen, terwijl de ouderen thuis zaten en yam roosterden. Zo was het leven. Zo zou het altijd zijn. Waarom zou men zich dan afmatten? Waar zou al dat gejakker trouwens toe leiden? Je bestaat tot je sterft. Geen dag minder. De goden en je voorouders beslissen wanneer je sterft. Daar heb je helemaal niets over te zeggen. Waarom dan dat gehaast? Je kunt toch niet sterven voor je tijd gekomen is? Uit: Kalu Okpi, 'Koning der worstelaars' (Nigeria), in 'Zandlopers. Verhalen en gedichten over tijdsbeleving uit alle windstreken', Novib/Schuyt en Co, 1999, p. 20
8.4 Citaten en gezegden
Zij die het slechtste gebruik maken van hun tijd, klagen het meest over de kortheid ervan. Jean de la Bruyère
Het is beter een minuut in het leven te verliezen dan het leven in een minuut. Uruguayaans spreekwoord
Een dag die nog komen moet, lijkt langer dan een jaar dat voorbij is. Thomas Fuller
Alles komt op tijd voor hem die wachten kan. François Rabelais
De tijd is de enige criticus die geen ambitie heeft. John Steinbeck
Zij die zich het verleden niet kunnen herinneren, zijn gedoemd het te herhalen. George Santayana
ZIN IN KWALI-TIJD – Achtergronddossier
113
Wat is de toekomst anders dan het verleden dat zich omdraait in zijn slaap? Eric van der Steen
Er is geen maandag of hij maakt wel plaats voor een dinsdag. Anton Tsjechov
Niemand is rijk genoeg om zijn verleden terug te kunnen kopen. Oscar Wilde
Ik denk nooit aan de toekomst. Zij komt gauw genoeg. Albert Einstein
Je kan tijd niet in dagen meten, zoals geld in dollars, omdat elke dag weer anders is. Jorge L. Borges
Heden: dat deel van de eeuwigheid dat het domein van de teleurstelling scheidt van het rijk van de hoop. Ambrose Pierce
Indien tijd geld is, leeft iedereen boven zijn stand. Ludwig Fulda
Het heden is even raadselachtig als de toekomst. Erst Hogenemser
Sommige mensen leven langer in een uur dan anderen in een week. William Dean Howells
Niets is meer waard dan de dag van vandaag. Johann W. von Goethe
Tijd heelt. Ze zeggen dat 'tijd heelt'. Tijd heeft nog nooit geheeld. Echt lijden wordt steeds sterker als pezen – mettertijd. Tijd toetst hoe zwaar het was, maar heling is het niet! Emily Dickinsons (1830-1886))
ZIN IN KWALI-TIJD – Achtergronddossier
114
Als toekomst heden is geworden, is verleden snel vergeten. Midas Dekkers
Het leven moet vooruitblikkend geleefd worden, maar het kan slechts terugblikkend begrepen worden. Sören Kierkegaard
Het beste dat je aan je kinderen kan geven, is het geschenk van je tijd. Een Engelse spreuk
De tijd is er voor het worden … Ik heb altijd geloofd in een rode draad van groei waarlangs de mens zich beweegt in de tijd. Catharina Visser, De geest over het water. Verhalen langs de tijdlijn
We moeten zien over te stappen van chronos, de tijd die ons verslindt (de tijd van de klok), op kairos, de tijd die ons inspireert (het moment, het gunstige moment). Marie De Hennezel & Jean-Yves Leloup, De kunst van het sterven
De tijd heelt alle wonden.
De tijd knaagt aan alle dingen Ovidius
Hij was niet alleen een man van zijn tijd, hij was van alle tijden. Ben Jonson (1573-1637) over William Shakespeare
Herinnering is een vorm van ontmoeting. Vergeetachtigheid is een vorm van vrijheid. Enkel langs het pad van de nacht kan men de morgenschemering bereiken. Wij allen zoeken de top van de heilige berg. Maar zal onze weg niet korter zijn, als we ons verleden beschouwen als een kaart en niet als een gids? Het bitterste deel van de pijn van het heden is de herinnering aan de vreugde van gisteren. Zand en schuim. Zinspreuken van Kahlil Gibran
Het beste van de tijd zijn de ogenblikken waarin hij stilstaat. J.W.F. Werumeus Buning Wat is dus de tijd? Wanneer niemand het mij vraagt, weet ik het; wil ik het echter uitleggen aan iemand die het vraagt, dan weet ik het niet. Augustinus in 'Belijdenissen' De tijd gaat voorbij, zeggen ze, maar we vergissen ons: de tijd blijft en wij zijn het, die voorbijgaan. Raspai ZIN IN KWALI-TIJD – Achtergronddossier
115
Wij lezen het verleden bij het licht van het heden, en de vormen veranderen naargelang de schaduwen vallen, of naargelang het gezichtspunt verandert. James Anthony Froude
Denk 's morgens Handel 's middags Eet 's avonds Slaap 's nachts William Blake
Wat is tijd? Een duizelingwekkende val in een bodemloze put. Geen geluid is hoorbaar.
Tijd: dat wat de mens altijd tracht te doden, maar wat uiteindelijk hem doodt. Herbert Spencer
Hij ging met zijn tijd mee en is nooit teruggezien. Dolf Verspoor
De verleden tijd is niets, de toekomst is onzeker, het heden onstandvastig. Zorg dat je dit moment niet vergooit: het is van jou. Inscriptie zonnewijzer Prinsenhoftuin Groningen, 1731
Ondanks alle arbeidsduurverkorting hebben mensen het drukker dan ooit.
Ook het zwaarste uur telt slechts zestig minuten.
Tijd is als een vijand waardoor we voortdurend worden opgejaagd.
Als je het op kosmische schaal bekijkt, is het leven van een mens maar een flits op de eeuwigheid.
Op sommige momenten heeft de tijd kwaliteit; tijd en eeuwigheid lijken elkaar dan te raken.
Onze tijd is niet beperkt tot de tijd van ons aardse leven; na onze dood leven wij immers voort in een eeuwig leven met God.
Leven is lijden. Ieder levend wezen is opgenomen in een pijnlijke kringloop van wedergeboorten, waaruit hij moet zien te ontsnappen. Boeddhistische gedachte
ZIN IN KWALI-TIJD – Achtergronddossier
116
De eeuwigheid is datgene waar de tijd geen vat op heeft, de plaats waar niets gebeurt, niets verandert en dus absolute rust heerst.
Het fenomeen muziek is ons enkel en alleen gegeven om een orde aan te brengen in zaken, speciaal in de relatie tussen mens en tijd. Igor Stravinsky
'God heeft de Afrikaan de tijd gegeven en de Europeaan het horloge'. Afrikaanse uitdrukking
Het beste aan de toekomst is, dat ze altijd maar met één dag tegelijk komt. anoniem
De juiste tijd kiezen is tijd besparen. Francis Bacon
Het verleden is niet achter ons, zoals men denkt, maar voor ons. De schaduw van wat was, werpt zich voor ons: wat dood is, bestaat nog en gaat voor ons uit. Henry Bataille
Het verleden groeit traag om me heen, als een placenta om te sterven. John Berger
De tijd is een groot leermeester, zegt men. Alleen jammer dat hij zijn leerlingen vermoordt. George Bernanos
Voorspellen is moeilijk, vooral als het om de toekomst gaat. Niels Bohr
Als verder alles verloren is, blijft de toekomst toch bestaan. Christian Nestell Bovee
Kijk om je heen, kijk om je heen. Zoals je de wereld nu ziet, zie je hem nooit meer. Cees Buddingh
Ik heb niet kunnen ontdekken waarom wij mensen denken dat de tijd een lijn is die van achter naar voor loopt, en dat terwijl ze, net zoals al het andere in het systeem van de wereld, in alle richtingen zou moeten lopen. Ferruccio Busoni De beste profeet van de toekomst is het verleden. Lord Byron
ZIN IN KWALI-TIJD – Achtergronddossier
117
Alles is verleden. Het heden is ons altijd een hartslag voor. De dood is ons heden. Als we onze hartslag hebben ingehaald. Remco Campert
De tijd rijpt alles. Niemand is wijs geboren. Cervantes
De tijd is een groot meester: hij brengt veel in orde. Pierre Corneille
Wat geen verleden heeft, heeft ook geen toekomst. Wat geen wortels heeft, krijgt ook geen kruin. Willy Courteaux
De klok is een mooie uitvinding om ons aan het etensuur te herinneren. Diogenes
De toekomst gebeurde nooit zomaar. Ze werd gecreëerd. Will en Ariel Durant
Het leven is een zinloze komma in de zin van de tijd. Chris Garratt and Mick Kidd
Ik hou van het verleden, maar ik verkies de toekomst. André Gide
Richt uw tijd efficiënt in: zoek niet te ver van huis om iets te begrijpen. Johann W.von Goethe
Wie de toekomst weinig aanlokkelijk vindt, moet zich maar eens in het verleden verdiepen. Johan Goudsblom
Het heden is wel aardig, maar het duurt zo kort. Jacob Israël de Haan
Waarom angst hebben voor de toekomst? Was het verleden dan soms zo mooi? Friederich Heer
Wie de toekomst als tegenwind ervaart, loopt in de verkeerde richting. M. Held
ZIN IN KWALI-TIJD – Achtergronddossier
118
Jaren weten meer dan boeken. George Herbert
Het heden is even raadselachtig als de toekomst. Ernst Hohenemser
De tijd is de bouwmeester, het volk de metselaar. Victor Hugo
De toekomst ziet men niet, wel het verleden. Dat is hoogst merkwaardig, want onze ogen zitten niet op onze rug. Eugène Ionesco
De mens meet de tijd en de tijd meet de mens. Italiaans spreekwoord
Wat is tijd dan? Als toekomst is hij mogelijkheid; als verleden is hij de verbintenis van trouw; als heden is hij beslissing. Karl Jaspers
Elke tijd is een raadsel, dat niet hijzelf oplost, doch de toekomst. Rudolf van Jehring
Als voor jou de tijd komt om van het leven te genieten, is het aantal jaren te gering. Jiddisch gezegde
De tijd, met al zijn snelheid, gaat langzaam voort voor hem die niets anders te doen heeft dan op het verlopen van de tijd te letten. Dr. Johnson
Omdat niets kostbaarder is dan de tijd, is er geen grotere spilzucht dan hem achteloos te verliezen. Marcel Jouhandeau
De tijd staat stil. Wij zijn het die bewegen – de verkeerde kant uit. Stanislaw Jerzy Lec
Een futuroloog is iemand die zich kan indenken hoe de toekomst er zal uitzien, maar zich niet kan indenken dat die toekomst het zonder hem kan klaarspelen. Stanislaw Jerzy Lec
ZIN IN KWALI-TIJD – Achtergronddossier
119
Niet iedereen slaagt erin te dansen op toekomstmuziek. Stanislaw Jerzy Lec
Iedereen, wat hij ook doet of wie hij ook is, bereikt de toekomst met een snelheid van zestig minuten per uur. C.S. Lewis
Veel mensen leven te zeer in het verleden. Het verleden moet een springplank zijn, geen sofa. Harold Mac Millan
Het verleden vergeten is totaal verkeerd. Als het kan dienen om het bewustzijn van velen te vergroten, moet het opgerakeld worden. Herbert Marcuse
Voor de primitieve mens was ruimte het oncontroleerbare mysterie. Voor de technologische mens heeft de tijd die plaats ingenomen. Marshall Mcluhan
Geen beter raadsman dan de tijd. Menander
Men moet zijn tijd zover vooruit zijn, dat men door zijn eigen tijd niet opgemerkt wordt. Robert Musil
De mens kan niet leren te vergeten, maar hangt aan het verleden vast: hoe ver of snel hij ook loopt, die ketting loopt met hem mee. Friedrich Nietzsche
Het leven is een operatie die in een voorwaartse richting wordt uitgevoerd. Men leeft naar de toekomst toe, want leven bestaat onverbiddelijk in doen, in elk individueel leven dat zichzelf maakt. José Ortega Y Gasset
We werken ons dood omdat we al geen tijd meer hebben om te sterven. Harry de Jong Er is een dief waar de wet geen vat op heeft en die het dierbaarste steelt wat een mens bezit: de tijd. Napoleon ZIN IN KWALI-TIJD – Achtergronddossier
120
Het leven van minuut tot minuut leven duizendvoudig leven en daarbij komt een plaats geven aan het leven. Etty Hillesum
Er zijn mensen die graag zeer lang leven maar niet eens weten hoe ze een regenachtige zondagmiddag moeten vullen. Susan Erzt
Als de dood komt en me toefluistert: “Je dagen zijn geteld”. Laat ik hem dan zeggen: “Ik heb geleefd in liefde en niet in tijd”. Rabindranath Tagore
De mensen zeggen: de tijden zijn slecht, wij leven in een moeilijke tijd. Leef goed en de tijd is goed: wij zijn de tijden; de tijden zijn wat wij er van maken. Augustinus
Niets verbijstert mij meer dan tijd en ruimte; en toch verbijstert ook niets mij minder, want ik denk er nooit aan. Charles Lamb
ZIN IN KWALI-TIJD – Achtergronddossier
121