5. WAT LEERT MIJN KIND OP DEZE SCHOOL? Op De Kerkewei proberen we een goed evenwicht te vinden in het aanleren van kennis, het stimuleren van de persoonlijke ontwikkeling en het aanleren van praktische vaardigheden; met name het zelfstandig werken. Daardoor zijn wij in staat beter om te gaan met de gegeven tijd, zodat wij in kunnen gaan op verschillen in aanleg en tempo. Dit is adaptief onderwijs. Maar ook samenwerken, samen leren vinden we belangrijk. We noemen dit coöperatief leren. Als basisschool willen we dat onze leerlingen zich zoveel mogelijk ontplooien en willen we ze voorbereiden op deelname aan onze samenleving. Daarom leren we ze vaardigheden die je nodig hebt om je in die samenleving staande te houden (denk aan goed lezen, schrijven en rekenen). Maar daarnaast willen we de leerlingen ook stimuleren om later actief aan onze democratische samenleving deel te nemen. Daar heb je kennis voor nodig (hoe zit de samenleving in elkaar?), maar ook vaardigheden (bijvoorbeeld hoe discussieer je respectvol met elkaar?) en is het bovendien van belang dat je leert handelen vanuit met elkaar gedeelde waarden en normen. Dit is de bedoeling van burgerschapsvorming. De vakken rekenen, taal en lezen vormen de kern van ons onderwijs. Hieraan wordt veel tijd besteed. Ze vormen de basis voor elke andere ontwikkeling.
5.1 Groep 1 en 2 Het uitgangspunt bij kleuters is de opvoeding en begeleiding van het kind in totaliteit. Vooral het emotionele en sociale aspect staan hierbij voorop. Intellectuele kennis en vaardigheden vinden hier plaats vanuit de totaalbeleving van het kind. We proberen zoveel mogelijk aan te sluiten bij de belevingswereld van de kinderen, bij hun nieuws- en leergierigheid. Door het observeren van en het praten met kinderen weten we wat hen bezighoudt. Hiermee houden we rekening bij het kiezen van de thema’s uit de methode “Schatkist”. Deze methode vormt de rode draad voor de eerste twee jaren onderwijs. Hierbij wisselen ook regelmatig de hoeken in de klassen. Door hoeken inhoudelijk te veranderen dagen we kinderen uit tot nieuwe activiteiten. Ook verdere activiteiten en situaties kiezen we zodanig, dat deze zoveel mogelijk aansluiten bij het reeds verworven en het naastliggende ontwikkelingsniveau en de beleving van het kind. De inrichting van het lokaal (maar ook de gangen) in diverse werkhoeken, de aanwezige materialen en het verloop van de dag geven ondersteuning om zinvolle activiteiten te verwezenlijken die echte ontwikkeling mogelijk maken. Daar waar een hoek of situatie geen uitdaging meer biedt, kan deze plaats maken voor een andere. De traditionele hoeken (bouwhoek, huishoek) zullen veelal aanwezig zijn. De kleuters kunnen zo elke dag opnieuw kiezen uit de vele uitnodigende situaties. De kinderen leren hun activiteiten te plannen met behulp van een planbord. Hiernaast bieden we als leerkracht natuurlijk ook geleide activiteiten aan waaronder verplichte opdrachten: zoals voorbereidende taal- en rekenactiviteiten, handenarbeid, ontwikkelingsmateriaal, bewegingslessen en muzikale vorming. Bij de jongste kleuters ligt de nadruk op schoolgewenning. Er is veel aandacht voor gewoontevorming en regelmaat. De kinderen leren al spelend. Dit gaat bij de oudste kleuters door, maar hier hebben de leerkrachten een meer sturende rol. We bieden alle kleuters speelse activiteiten aan die voorbereiden op het leren lezen (ontluikende geletterdheid), rekenen (ontluikende gecijferdheid vanuit Wereld in Getallen) en schrijven in groep 3. Er is veel aandacht voor taalvorming, omdat dit de basis is voor veel ander leren. Van 8.20 tot 8.30 uur en ’s middags van 13.20 tot 13.30 uur is de inlooptijd. Daarna wordt er gewerkt vanuit de grote kring. In de kring begint het thema. Daarnaast wordt gespeeld en gewerkt aan tafels, in de hoeken, in de kleine kring, in de speelzaal en op het schoolplein.
8
Een schooljaar telt effectief 10 maanden. Veel kinderen zitten twee en een half jaar in een kleutergroep. Het is afhankelijk van hun geboortedatum en hun aard en aanleg. We voeren regelmatig observaties uit o.a. door middel van toetsen voor kleuters om vroegtijdig eventuele problemen te signaleren. Succesvol groep 3 doorlopen lukt als een kind daaraan toe is. Mocht het nodig zijn, dan mag een kind een jaar langer in groep 1 of 2 blijven, met een extra programma gericht op voorbereidend lezen, rekenen en schrijven. Indien dit voor uw kind geldt, dan is er geregeld overleg. Want uw medewerking is beslissend voor het welslagen van een jaar verlengd kleuteronderwijs. Instroomkinderen, geboren in oktober en november gaan na 8 respectievelijk 9 maanden onderwijs door naar groep 2 als er geen belemmeringen zijn. Activiteiten in de kleuterbouw (groepen 1 en 2) Kleuters leren al doende. Daarom zorgen we ervoor, dat er veel materiaal is, waarvan de kleuters kunnen leren. We praten veel over allerlei onderwerpen, zodat ze veel woorden en begrippen leren en goed leren spreken. *
*
*
*
*
*
Taalactiviteiten/ontluikende geletterdheid. Hieronder verstaan we: interactief voorlezen uit prentenboeken en informatieve boeken, kring- en leergesprekken, dramatische vorming. In de dagelijkse kringgesprekken mogen kinderen vrij vertellen, spreken met elkaar over een bepaald thema, vertelt en/of leest de leerkracht voor. Prentenboeken (ook digitaal) en informatieve kijkdoosboeken spelen een belangrijke rol. In groep 2 wordt systematisch gewerkt aan voorbereidende leesoefeningen/leesvoorwaarden: beginnende=ontluikende geletterdheid. Kinderen, die spontaan leren lezen, worden daarin begeleid. Rekenen/ontluikende gecijferdheid. Ook in de groepen 1 en 2 is er aandacht voor rekenvaardigheid. Kinderen leren er tellen, maken verzamelingen, leren de getallen kennen. De leerkrachten maken daarbij gebruik van het materiaal uit Schatkist en de map van de Wereld in Getallen. Werken met ontwikkelingsmateriaal. Deze dagelijkse activiteit heeft tot doel: - het spelenderwijs aanleren van vaardigheden en technieken. - het vergroten van kennis en inzicht - de vorming van een eigen persoonlijkheid; respect en verantwoordelijkheidsgevoel aankweken; het zich leren uiten. Bewegingsactiviteiten. Door middel van gerichte bewegingslessen in de speelzaal, geleide spelen buiten en vrij spelen, werken we aan de lichamelijke ontwikkeling, ruimtelijke oriëntatie. Expressieactiviteiten. Poppenkast, verhalen naspelen, knutselen, tekenen en muziek zijn de meest voorkomende activiteiten. Opvoedkundig. Orde en regelmaat achten wij belangrijk bij de opvoeding: een gestructureerd dagprogramma, vaste afspraken, leren omgaan met elkaar.
5.2 Groep 3 t/m 8. Om het zelfstandig werken van de kinderen, als voorwaarde voor gedifferentieerd begeleiden, mogelijk te maken en te bevorderen, gaan we, de kinderen die daar aan toe zijn, 9
leren werken met dagtaken. In groep 3 is deze dagtaak eenvoudig van opzet. De overige groepen zetten de dag/weektaak op het bord. De kinderen uit groep 8 krijgen een agenda waarmee ze gemakkelijker leren plannen en studeren en hoe ze deze goed kunnen hanteren. Ook vinden we coöperatief leren belangrijk. Het gaat om het (bewust) samenwerken van leerlingen in tweetallen of kleine groepjes. De kinderen helpen elkaar en zoeken samen naar oplossingen voor problemen; leerlingen profiteren van de hulp van medeleerlingen. Het gaat dus om het leren van inhouden en het leren van het samenwerken: een cognitief en een sociaal doel. In de lessentabel wordt globaal weergegeven hoeveel tijd we per week aan de verschillende vakken besteden. Het gaat hier om gemiddelden die enigszins per leerjaar kunnen verschillen. We gaan uit van een lessentabel van 23 ¾ uur per week voor groep 1 t/m 4 en voor groep 5 t/m 8: 25 ¾ uur). U ziet hieronder, dat de nadruk valt op taal/lezen en rekenen. Daar zijn de kinderen de helft van de week mee bezig. Lessentabel groep 3 t/m/ 8 (globaal) Taal/lezen: 9 uur Rekenen: 5 uur Schrijven: 2 uur Expressievakken: 2 ½ uur Gym: 1 ½ uur Levensbeschouwelijke communicatie: ¾ uur
Engels (7/8): ¾ uur Wereldoriënterende vakken: 3 uur Verkeer: ½ uur SOVA (sociale vaardigheid): ½ uur Pauzes: 1 ¼ uur
5.3 De vakken beter bekeken Het onderwijs op onze school is erop gericht dat de leerlingen zoveel mogelijk een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doorlopen. Tevens hebben we als school te maken met de eisen die de overheid stelt aan elk leergebied met betrekking tot de aan te bieden leerstof. Dit noemen we: de kerndoelen. Bij de keuze van nieuwe methodes of bij aanvulling van reeds in gebruik zijnde methodes, houden we hiermee uiteraard rekening. Levensbeschouwelijke communicatie. Onze school biedt de mogelijkheid om de tradities waarin leerkrachten, kinderen en ouders staan en hun ervaringen als een belangrijke inspiratiebron te zien. Deze tradities en ervaringen geven belangrijke waarden mee van waaruit we kunnen communiceren en handelen. Deze waarden zijn: solidariteit, gelijkheid, vrijheid en gemeenschapszin. Vanuit die tradities en ervaringen stellen wij onszelf en elkaar deze zes levensvragen: 1. Wie is de mens? 2. Wat is goed en kwaad? 3. Hoe leven mensen samen? 4. Wat is de betekenis van lijden en dood? 5. Wat is ruimte? 6. Wat is tijd? Door te leren nadenken en communiceren vanuit deze vragen, onze ervaringen en tradities, kunnen we voor ieder van ons afzonderlijk en onze gemeenschap een eigen en gemeenschappelijke samenhang ontwikkelen. Deze werkwijze biedt een mogelijkheid tot perspectief in buitengewone omstandigheden, een kader tot het vertellen van verhalen en het hanteren van rituelen. Dit proberen we te realiseren door: 10
Rituelen: Het houden van dagopeningen. Het verzorgen van vieringen voor alle kinderen: opening schooljaar, Kerst, Goede Week en afsluiting schooljaar. We sluiten als school aan bij de voorbereiding van de kinderen op de sacramenten: Eerste H. Communie (groep 4) en het H. Vormsel (groep 8). De verantwoordelijkheid voor deelname ligt bij de ouders en de geloofsgemeenschap Gedenkhoek: in elke klas is een hoekje ingericht om een kaars te branden, om iemand te gedenken/herdenken. Dit schooljaar zal er ook een centrale gedenkhoek ingericht worden. Levensbeschouwelijke communicatie: Het vertellen van (bijbel)verhalen, aansluitend bij een thema; we kennen een jaarschema voor bijbelverhalen. De zes levensvragen. Betrokkenheid op de wereld: We doen mee aan verschillende acties en projecten. De laatste twee jaar hebben we geld ingezameld voor een Kinderhuis op de Filippijnen. We werken samen met maatschappelijke organisaties in het dorp en de gemeente Dinkelland. Burgerschapsvorming: Elke maand staat er een schoolregel centraal uit het project “Een school om in te wonen”. Iedere maand informeren we hierover in de nieuwsbrief. In de sova-lessen (sociale vaardigheid) uit de map “Beter omgaan met jezelf en anderen” besteden we aandacht aan hoe we met elkaar om moeten gaan, dat er niet gepest wordt. De wijzen alle kinderen er op zorg te hebben voor onze omgeving, voor onze wereld; de leerlingen uit de groepen 8 verzorgen mede de corvee. Ons motto is: de kinderen krijgen geen boodschap mee, maar ze leren zelf boodschappen doen. Rekenen en wiskunde. De Kerkewei maakt voor dit vak gebruik van de vernieuwe methode Wereld in Getallen. Uit de CITO-eindtoets voor groep 8 is gebleken dat de leerlingen met deze methode over het algemeen boven het landelijk gemiddelde scoren. In de rekenles leren we de kinderen praktische problemen uit het dagelijkse leven op te lossen. De manier waarop met name de kinderen in de bovenbouw tot een oplossing komen mag verschillen. Daarbij neemt vooral het overleg met elkaar een belangrijke rol in. De kinderen leren tabellen en grafieken te lezen en zelf te maken. We bieden kinderen oplossingsschema’s aan, waardoor ze een aantal rekensommen op een handige manier uit het hoofd kunnen oplossen. Als u met uw kind over rekenen praat, houd er dan rekening mee dat ze het vermenigvuldigen en delen tegenwoordig anders leren dan u vroeger geleerd hebt. Nederlandse taal. Voor dit vak werken we vanaf groep 4 met Taal actief. Groep 3 gebruikt Veilig Leren Lezen. Dit is een taalleesmethode. Taal is bij uitstek het instrument om met elkaar in contact te komen en een boodschap aan elkaar door te geven of van een ander te ontvangen. Natuurlijk proberen we de kinderen foutloos te leren schrijven (spelling), maar we besteden ook aandacht aan leren praten, luisteren naar wat anderen zeggen en daarop antwoorden. We leren kinderen om hun eigen mening onder woorden te brengen. Het taalonderwijs is mede op luisteren en spreken gericht. Ook creatief taalgebruik, zowel mondeling als schriftelijk, heeft onze aandacht. Dit schooljaar willen we onze aandacht vooral richten op het verbeteren van de woordenschat. 11
Lezen. In groep 3 beginnen de meeste kinderen “officieel” met het leren lezen. Er wordt gewerkt met Veilig leren lezen. In groep 3 is het leren lezen erg belangrijk. Meestal wordt er vanaf januari gestart met niveaulezen. Het leesonderwijs willen we in de komende jaren een extra impuls geven. Daarvoor zijn we een leesverbetertraject gestart. De groepen 4 t/m 8 maken gebruik van de methode voor voortgezet technisch lezen: “ESTAFETTE”. Dit is een nieuwe methode waarmee we het anderhalf jaar geleden zijn gestart. In de hogere groepen komt de nadruk steeds meer op het begrijpend en studerend lezen te liggen. Hiervoor wordt vanaf groep 5 de methode “Nieuwsbegrip” gebruikt. Op De Kerkewei leren de kinderen niet alleen technisch en begrijpend lezen, we proberen ze ook liefde, belangstelling en enthousiasme voor boeken bij te brengen: We brengen wekelijks bezoeken aan de bibliotheek in het Kulturhus. Daar worden we geholpen door de bibliothecaris; kinderen zoeken zelf boeken uit die ze daarna op school en thuis kunnen lezen). We besteden jaarlijks uitgebreide aandacht aan de Kinderboekenweek en brengen kinderen in contact met schrijvers. We bieden soms goede boeken via school te koop aan. Voor kinderen met ernstige leesproblemen maken we gebruik van het landelijk vastgestelde dyslexieprotocol. Schrijven. Kinderen leren op De Kerkewei schrijven met de methode “Pennenstreken”. Deze methode sluit goed aan op onze taalleesmethode van groep 3: Veilig Leren Lezen. Schrijfonderwijs draagt er toe bij dat leerlingen een duidelijk leesbaar, verzorgd en vlot handschrift krijgen, als middel om vast te leggen en te communiceren. Engels. In groep 7 en 8 wordt Engels gegeven met de methode “Take it easy”. Kinderen leren eenvoudige gesprekjes te voeren over allerlei dagelijkse onderwerpen. Engels horen spreken (digibord) en het praten met elkaar is het belangrijkste. Wereldverkenning en verkeer. Op De Kerkewei praten we op heel veel momenten met de kinderen over de wereld om ons heen en we brengen hun kennis bij over het heden en het verleden van de aarde. Het gaat hierbij niet alleen om feitenkennis maar veel meer om het aanleren van een goede mentaliteit ten opzichte van de natuur, volkeren in andere landen en onze voorouders. Soms gebeurt dit in aparte vakken aan de hand van een methodeboek, maar vaak ook door middel van klassengesprekken, spreekbeurten/presentaties, schooltelevisie, werkstukjes enzovoort. De computer (internet) speelt hierbij ook een belangrijke rol. De volgende methoden zijn op onze school in gebruik: - voor natuuronderwijs en techniek: Natuniek; leskisten van de Natuur en Milieu Federatie Overijssel en de GGD. - voor aardrijkskunde: Een wereld van verschil. - voor geschiedenis: Speurtocht. - voor verkeer: Op voeten en fietsen en de Jeugdverkeerskrant. Expressievakken. Wij gebruiken momenteel de methode “Moet je doen” voor tekenen, handvaardigheid, voor een deel muziek en dans en drama. Maar we maken ook gebruik van internetsites.
12
We hebben een vakleerkracht muziek die in de groepen 3 t/m 8 een keer per week les geeft. Regelmatig maakt de groepsleerkracht op andere tijden gebruik van het geleerde in deze lessen. Ook bij de expressievakken streven we op De Kerkewei kwaliteit na. Het eindproduct is hier echter minder belangrijk dan het proces; zeker als het om jongere kinderen gaat. We streven er naar dat kinderen verschillende technieken leren kennen en plezier hebben in deze activiteiten. Een aantal ouders helpt ons hierbij wekelijks. Voor de culturele educatie maken we o.a. gebruik van het aanbod voor de scholen in de gemeente Dinkelland. Dit aanbod behelst allerlei voorstellingen, bezoek van kunstenaars op school, bezoek aan musea, enz. voor de verschillende groepen. Dat doen we in nauwe samenwerking met Kunst op school Overijssel en instellingen voor cultureel erfgoed in de gemeente Dinkelland. Op school zijn twee coördinatoren cultuur (ICC). Jaarlijks evalueren we met hen het aanbod cultuur educatie en zij komen met nieuwe voorstellen voor het volgende schooljaar. Lichamelijke oefening. In de kleutergroepen staat beweging dagelijks op het rooster. De kleuters spelen op het schoolplein en krijgen daarnaast ook bewegingsonderwijs in de speelzaal. Vanaf groep 3 krijgen de kinderen twee keer per week gymles in sportzaal “Rossweide”. De methode die we daarbij gebruiken: “Basislessen Bewegingsonderwijs”, deel 1: Oefeningen, deel 2: Spel. Tevens wordt er twee keer per jaar een sportmiddag gehouden voor de groepen 7 en 8, waarin de kinderen hun eigen vaardigheid kunnen meten. Aan het eind van groep 8 gaan we naar het FBK-stadion in Hengelo om deel te nemen aan de “FBK-games”. 5.4 ICT. Computers en daaraan verwante media zijn in de praktijk van de huidige basisschool geïntegreerd. Op de Kerkewei geven we daar op de volgende wijze vorm aan: In de groepen 1 en 2 maken de leerlingen kennis met de computer, leren omgaan met de muis en krijgen programmatuur aangeboden waarbij visuele discriminatie de hoofdmoot vormt. Bovendien worden er programma’s gebruikt die een beroep doen op de ontluikende geletterdheid en gecijferdheid bij kinderen in deze leeftijd (Schatkist en Wereld in Getallen). De groepen 3 t/m 8 oefenen met al dan niet methodegebonden software. In het kader van zorgverbreding en individuele begeleiding zijn een aantal remediale pakketten aanwezig en worden ook als zodanig ingezet (Woordenhaai/Cijferhaai, Leesladder, Maatwerk). Bij de aanschaf van nieuwe software wordt rekening gehouden met interactieve elementen waarbij multimediale toepassingen hun intrede doen. We bieden de leerlingen een cursus Word (groep 5), Prachtig Power Point (groep 6), (Veilig) Internet en Mediawijsheid (groep 7 en 8) en Werkstukken maken in portfolio of Googledocs (groep 8) aan. Dit zijn programma’s waaraan de kinderen meestal zelfstandig kunnen werken. Enkele ouders helpen bij deze lessen. Elke leerling moet op het eind van de basisschool een Power Point presentatie kunnen houden. (individueel of samen met een medeleerling). Leerlingen kunnen werkstukken ook presenteren op onze eigen website.
13
Verder wordt gebruik gemaakt van Internet en e-mail waar het gaat om verwerven van informatie en het onderhouden van communicatie. In elk lokaal zijn twee computers beschikbaar, die in het netwerk functioneren. We beschikken over een aparte computerruimte waarin 21 computers staan. Er is een rooster opgesteld voor het gebruik van de computers in de andere lokalen bij afwezigheid van de groep. Alle groepen hebben de beschikking over een digitaal schoolbord. Het schoolbord en de krijtjes zijn als hulpmiddel bij het lesgeven uit de school verdwenen. 6. EEN FIJNE, VEILIGE SCHOOL.
6.1 Het schoolklimaat. In hoofdstuk 3 hebt u kunnen lezen dat één van onze doelstellingen is: de kinderen een houding bijbrengen waaruit verdraagzaamheid zorg en respect spreekt. In de praktijk betekent dit dat de school een plaats moet zijn waar de kinderen zich prettig voelen, waardoor er een sfeer ontstaat van wederzijds vertrouwen. Dit vinden we ook belangrijk voor u als ouders. De leerkrachten vinden het belangrijk dat de school een veilige en vertrouwde omgeving voor de kinderen is, want alleen in zo’n omgeving kunnen ze optimaal functioneren. Kinderen ontwikkelen zich beter als ze met plezier naar school gaan. Het leren gaat dan ook meer vanzelf. Een veilige, vertrouwde omgeving moet er niet alleen zijn binnen de muren van de klas, maar er ook buiten: in het schoolgebouw en op de speelplaats. We besteden hieraan regelmatig aandacht door thema’s uit het project “Beter omgaan met jezelf en de ander”. Maandelijks stellen we een regel centraal uit: “Een school om in te wonen”. We kennen 10 regels. Deze regels gelden voor leerlingen, leerkrachten, schoolleiding, ouders, onderwijs ondersteuners en stagiaires. Alle regels zijn terug te voeren op die ene regel: zorg, verdraagzaamheid en respect. In onze maandelijkse nieuwsbrief stellen we elke keer een nieuwe regel aan de orde.
6.2 Als uw kind niet graag naar school gaat Als uw kind niet graag naar school gaat, willen we graag met u praten om er achter te komen wat de reden daarvan is. Misschien kunnen wij op school maatregelen treffen ter verbetering. Hier boven hebt u kunnen lezen, dat met plezier naar school gaan, de basis is van al het leren. We proberen met gerichte projecten een veilig en fijn schoolklimaat te scheppen (zie 6.1) Preventie. Om te voorkomen dat problemen uit de hand lopen, vinden wij het als school belangrijk om aandacht te besteden aan preventie. We doen dat o.a. door het opstellen van gedrags/school-/groepsregels. Deze regels worden regelmatig met de kinderen en team doorgenomen, zo nodig bijgesteld. Om u als ouders ook op de hoogte te houden van onze omgangsregels kunt u van de schoolcontactpersoon nadere informatie krijgen op de jaarlijkse kennismakingsouderavond en/of via de nieuwsbrieven/schoolkrant. In de loop van het jaar behandelen we diverse onderwerpen in projectvorm (bijvoorbeeld uit: het anti-pest-project, “Beter omgaan met jezelf en anderen” en uit “Een school om in te wonen”). Pesten is een onderwerp dat in de media veel aandacht krijgt. Ook onze school probeert te voorkomen dat kinderen gepest worden. We besteden regelmatig aandacht aan dit fenomeen in alle klassen en kinderen kunnen ten allen tijde met klachten op dit gebied terecht bij de groepsleerkracht, de directie of bij de contactpersonen hiervoor op school. 14