1 4.
LSCI in Groenveld
5.1. Wat? Sinds mei 2009 begeleiden we onze leerlingen volgens de LSCI-methodiek. Life Space Crisis Intervention is een verbale interventiestrategie waarbij we met onze leerlingen streven naar zelfregulerend en op waarden gebaseerd gedrag. Tijdens een crisissituatie gaat de leerlingenbegeleidster samen met de leerling de gevoelens van de leerling trachten te verbinden met het gestelde gedrag. Vaak is het zo dat niet de concrete gebeurtenis de bron is van de stress of het extreem negatief gevoel bij de leerling, maar wel de manier waarop leerlingen naar gebeurtenissen kijken. Elkeen kijkt naar „de werkelijkheid‟ doorheen een eigen bril. Als de leerlingenbegeleidster samen met de leerling zijn of haar gevoel weet te verbinden met het gedrag, en als de leerling dit inzicht accepteert, dan zal hij/zij minder geneigd zijn om dit gevoel opnieuw te uiten in destructief gedrag. In LSCI vertrekken we vanuit de conflictcyclus. Dit wil zeggen: een gebeurtenis lokt stress uit bij een jongere, wat aanleiding geeft tot gevoelens en angst. Daarop volgt gedrag, vaak negatief gedrag wat op zijn beurt (negatieve) reacties van anderen uitlokt, die weer als een bron van stress kunnen worden ervaren. Als deze conflictcyclus verschillende keren na elkaar wordt doorlopen komt men in een crisis terecht. LSCI is een therapeutische, verbale strategie om te interveniëren bij jongeren in crisis. Het is een goed moment om tijdens de crisis aan de slag te gaan omdat:
een crisis betrekking heeft op hun onmiddellijke leefervaring hun persoonlijke betekenis hierbij van groot belang is hun gevoel van welzijn tijdens een crisis wordt geschaad
Omdat een crisis betrekking heeft op de onmiddellijke leefervaring van de jongeren en de jongeren hun eigen persoonlijke betekenis daarbij van belang is en hun gevoel van Visietekst Don Bosco Groenveld
2 welzijn wordt geschaad is het een goed moment om tijdens een crisis aan de slag te gaan. 5.2. Interventiestappen De begeleid(st)er neemt een neutrale en zorgende positie in, de basis voor de opbouw van een vertrouwensrelatie. Machtstrijd en tegenagressie worden vermeden. Tijdens een LSCI-gesprek worden zes verschillende interventiestappen doorwerkt.
Tijdens de eerste fase wordt er zorg opgenomen voor de leerling die op zo een moment overspoeld wordt door emoties. Deze emoties laten dalen, aangeven dat de begeleid(st)er steun en begrip kan bieden als de leerling onder stress staat, is de opdracht. Het starten van een gesprek over het gebeuren rondt deze eerste fase af. In de tweede fase bouwen we een tijdlijn op waarbij „wat‟-, „waar‟-, „met wie‟ -vragen moeten toelaten om voldoende details te verzamelen. De begeleid(st)er bevestigt de gevoelens, observeert de lichaamstaal, reflecteert, decodeert en is attent op toevallige commentaren. Tijdens de samenvatting worden de gedachten, gevoelens, het gedrag en de reacties op een rijtje gezet. In de derde fase maakt de begeleid(st)er onderscheid tussen het conflict op zich en de eventueel onderliggende vraag. De betekenis die de leerling hecht aan het gebeuren, zijn/haar inzicht en ook de motivatie om te veranderen zullen bepalend zijn voor de keuze die wordt gemaakt. In LSCI onderscheidt men volgende uit te werken doelen: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Red flag Reality rub Symptom estrangement Massaging numb values New tools salesmanship Manipulation of body boundaries Double struggle
Na overleg en samenspraak met de leerling wordt een voorstel tot oplossing van het probleem gekozen. De waarden en realiteitsconsequenties dienen in overweging te worden genomen en de leerling dient de oplossing als de zijne te ervaren. In de vijfde stap wordt een scenario voor het plan opgesteld, dat wordt geoefend en er wordt samen met de leerling geanticipeerd op eventuele reacties vanuit de klasgoep of vanuit de leerkrachten. De persoonlijke thema‟s worden afgesloten in de zesde fase en het terug aansluiten in de groep wordt voorbereid.
Visietekst Don Bosco Groenveld
3
Diagnostische fase
Nieuwe kansen fase
Bekoelen ontladen van de emotie
emoties drukken door gevoelens te (h)erkennen
Opbouwen van een tijdslijn
filmisch script – perspectief van de jongere verkennen
Centraal thema selecteren
centraal thema voor de jongere ontdekken
Komen tot inzicht
via een gesprekstechniek zal de jongere tot herkenning komen en het destructief patroon onderbreken
Verkennen van nieuwe leer wat nodig is om meer verantwoord vaardigheden gedrag te stellen Transfer van het geleerde
het geleerde genereren naar het leven
De contactpersoon en trainer voor onze school is: Dr. Franky D‟Oosterlinck: Orthopedagoog, Master trainer LSCI, opgeleid aan het LSCI training centrum, Washington USA. 5.
Anticiperen op dreigende conflictsituaties
Leerkrachten met enkele jaren ervaring hebben meestal een streepje voor als het gaat om het anticiperen op conflictsituaties. Ze kunnen situaties vaak iets beter inschatten, kunnen signalen opvangen en interpreteren. Ze kunnen vanuit hun ervaring het conflict soms bedwingen voor het echt uitbreekt. Dit vereist enige ervaring en inlevingsvermogen. Maar de belangrijkste factor in het anticiperen op conflictsituaties is ongetwijfeld niet de jarenlange ervaring, maar het feit of we al dan niet de tijd nemen om onze leerlingen echt te leren kennen. Met `kennen' bedoelen we uiteraard niet enkel bij naam, maar ook leren ontdekken wat de leefwereld is van onze jongeren en hoe we de signalen kunnen opvangen wanneer deze jongeren in de knoei zitten. Jongeren die in een moeilijke situatie terecht komen, zoeken zelf ook die leerkrachten op waar ze het goed mee kunnen vinden. Dankzij deze positieve relatie zullen jongeren een grote bereidheid aan de dag leggen om te groeien in positieve omgangsvormen en te zoeken naar herstelmogelijkheden.
Visietekst Don Bosco Groenveld
4 Bijlage 3
The Circle of Courage
De wijze waarop een cultuur een kind definieert, bepaalt in sterke mate hoe kinderen behandeld worden. In sommige culturen worden kinderen gedefinieerd als een soort van „eigendom‟, ze worden geboren met zonde en hebben nood aan dreiging en straf om uit te kunnen groeien tot een goede mensen. In andere culturen wordt een kind omschreven als een heilig wezen, een geschenk van God. Wanneer kinderen de kans krijgen om op te mogen opgroeien in een zorgende omgeving die kansen biedt om te leren, om eigen beslissingen te nemen en waarin het kind opgenomen wordt, dan zal dit kind uitgroeien tot een gemotiveerd, zorgend, gedisciplineerd en verantwoordelijk mens. De Circle of Courage is gebaseerd op het indiaans medicijnwiel. Het toont de cirkel van het leven, de vier richtingen van de windstreken en het heilig getal vier. De vier onderdelen zijn nauw met elkaar verbonden en hebben invloed op elkaar. Het versterken van één gebied heeft een positieve invloed op het andere. Wanneer we bijvoorbeeld groeien in meesterschap dan zal dit ons in staat stellen om sneller eigen keuzes te maken en om verantwoordelijkheid op te nemen. Het omgekeerde is ook waar. Wanneer we ons niet verbonden weten tot een gemeenschap of groep dan zal het moeilijk zijn om zorgend in het leven te staan, om te groeien in vrijgevigheid. Met een metafoor zouden we kunnen stellen dat veel van onze jongeren vandaag „gebroken kringen hebben‟. In plaats van zich thuis te voelen, erbij te horen, worden velen Visietekst Don Bosco Groenveld
5 geconfronteerd met onvriendelijke scholen, gebroken gezinnen, wat kan leiden tot een gevoel van vervreemding. In plaats van veel kansen te krijgen om te groeien in meesterschap, om zich te bekwamen, wordt geïnvesteerd in „winnaars‟ en ontdoet de samenleving zich van „verliezers‟. In plaats van onafhankelijkheid te bemoedigen worden jongeren vaak kansen ontnomen om zelfstandig beslissingen te nemen. In plaats van op te groeien in een cultuur van vrijgevigheid wordt rijkdom en het resultaat van zelfzucht gepromoot. 1. BELONGING – verbondenheid:
“Ik ben belangrijk voor iemand.” .
11
De waarde van „het erbij horen‟ Wanneer Belonging normaal ontwikkeld is, dan voelen we ons gehecht, zijn we liefdevol, vriendelijk, intiem, gezellig, coöperatief en vertrouwelijk. Wanneer dit verstoord is dan zien we vaak volgende eigenschappen: loyaliteit aan de bende, hunkerend naar aandacht, hunkerend naar aanvaarding, promiscu, vastklampend, kwetsbaar en overafhankelijk. Wanneer het gevoel van verbondenheid echter afwezig is, dan is men niet gehecht, gereserveerd, voelt men zich verworpen, alleen, geïsoleerd, houdt men zich afzijdig en is men vaak wantrouwig. Jonge kinderen die zich niet verbonden weten met zorgzame ouders, met een zorgzame omgeving maken vaak gebruik van vecht-, vlucht of misleidingsstrategieën om geen relatie te moeten aangaan. Deze ingesleten gedragspatronen worden in eerste instantie ook gegeneraliseerd naar de „zorgende en meelevende‟ personen (leerlingenbegeleiding) tot ook zij de „test‟ doorstaan hebben. Blijf dus bouwen aan kwaliteitsvolle relaties en verbondenheid, ook in de klasgroep. Dit vergt echter tijd. Het vertrouwen moet opgebouwd/verdiend worden en werderzijds respect in de dagelijkse omgang kan hier het sleutelwoord vormen. Belonging wordt bevorderd via kansen om vertrouwen te ervaren en zich ondersteund te weten
Visietekst Don Bosco Groenveld
6 2. MASTERY – meesterschap -beheersing:
„Ik ben in staat om problemen op te lossen‟ Wanneer „meesterschap‟ goed ontwikkeld is, dan ervaren we dat prestaties lukken, we succesvol, creatief, probleemoplossend, gemotiveerd, competent handelen en we vaak blijven doorzetten. Wanneer dit echter verstoord is, dan is men over-gericht op prestaties, workaholic, reageert men arrogant, gaat men risico‟s opzoeken, bedriegen, delinquente vaardigheden hanteren, Wanneer „mastery‟ afwezig is, gaat men risico‟s vermijden, is men bang voor uitdagingen, ongemotiveerd, geeft men gemakkelijk op, is men sterk georiënteerd op falen en is het handelen vaak inadequaat. Mastery wordt ontwikkeld door kansen te krijgen om problemen op te lossen en haalbare doelen te mogen nastreven. In onze school krijgen we dagelijkse massaal kansen om jongeren succeservaringen aan te bieden. Leerlingen komen op tijd, zijn rustig, reageren beleefd, realiseren deelopdrachten, kunnen een opdracht in groep afwerken... dit zijn slechts enkele van de vele mogelijkheden die we dagelijks kunnen aangrijpen om jongeren het gevoel mee te geven dat ze succesvol zijn, kundig zijn in deelaspecten en krijgen we kansen om hun zelfwaardegevoel te ondersteunen.
3. INDEPENDENCY – onafhankelijkheid – zelfstandigheid
“Ik ben verantwoordelijk voor mijn leven en kan goede keuzes maken” Wanneer independency goed ontwikkeld is, dan onderscheiden we volgende kenmerken in het functioneren: autonoom, zelfvertrouwen, assertief, verantwoordelijk, zelfcontrole, zelfdiscipline en leiderschap.
Visietekst Don Bosco Groenveld
7 Wanneer dit echter verstoord is, dan gaat men zich eerder dictatoriaal gedragen, stelt men makkelijk machogedrag, pest men anderen, stelt men risicogedrag, is men manipulatief, rebels en tart men gezag. Wanneer deze zelfstandigheid afwezig is, dan wordt het gedrag gekleurd door gebrek aan zelfvertrouwen, hulpeloosheid. Gedraagt men zich eerder onderdanig, onverantwoordelijk, inferieur en ongedisciplineerd. Independency wordt bevorderd door kansen te krijgen om verantwoordelijkheid op te nemen en keuzes te maken. Independency kan je bevorderen door enkel hulp aan leerlingen te bieden wanneer dit echt nodig is. Door leerlingen te ondersteunen bij het oplossen van problemen of tijdens het bereiken van het doel, maar niet door hen de zoektocht te ontnemen of hen te sterk te sturen. Het is van groot belang dat kinderen kansen krijgen om eigen keuzes te maken en verantwoordelijkheid op te nemen. 4. GENEROSITY – vrijgevigheid onbaatzuchtigheid
Wanneer generosity normaal ontwikkeld is, dan zien we dat mensen zeer zorgend, delend, loyaal, prosociaal, ondersteunend, empatisch en onbaatzuchtig zijn. Wanneer dit echter verstoord is, dan handelt men vaak overbetrokken, is men te dienstbaar, te slaafs of neemt men een martelaarshouding aan. “ Noblesse Oblige” Wanneer het kwadrant generosity afwezig is, dan wordt het gedrag van deze mensen gekenmerkt door egoïsme, gebrek aan affectie, narcisme. Het gedrag wordt ervaren als antisociaal, uitbuitend en hard. Generosity wordt bevorderd door jongeren de mogelijkheid te bieden om te helpen, om zich bekommerd te tonen, vriendelijkheid te ervaren en onbaatzuchtigheid te mogen tonen. Ook hier kunnen we een bijdrage leveren door onze leerlingen deze kansen aan te bieden en hen gericht te bevestigen bij het realiseren van deelaspecten van deze doelstelling. Besluit: De „circle of courage‟ of de kringloop van durf drukt absolute waarden uit. Elk mens streeft ernaar zich opgenomen te voelen, zich competent te weten, onafhankelijk beslissingen te nemen en te delen met anderen. Het geven van mogelijkheden tot ontplooiing betekent dat degenen die vervreemd zijn, worden uitgenodigd om erbij te horen; dat degenen die onvoldoende bedreven zijn tot bedrevenheid worden aangemoedigd, dat dwarsliggers leren op verantwoorde wijze onafhankelijk te zijn en dat zelfzuchtigheid wordt omgevormd tot onzelfzuchtigheid. Visietekst Don Bosco Groenveld
8
Visietekst Don Bosco Groenveld