A^é-^êo
t 9 JULI 2010
1©
»3 Veilighei sregi© teinfiiemariaind Holdingstaf Retouradres Postbus 5514 2000 GM Haarlem Aan de colleges van: Beverwijk, Bloemendaal, Haarlem, Haarlemmerliede en Spaarnwoude, Haarlemmermeer, Heemskerk, Heemstede, Uitgeest, Velsen en Zandvoort
Datum Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer E-mail Bijlage(n) Onderwerp
1 6 JULI 2010 MK/sb/HS 2010-280410 Mw. mr.drs, M.F. Kreuk 023-515741
[email protected] 4 Gemeenschappelijke regeling VRK
Geacht college, In februari 2010 boden wij uw college het ontwerpvoorstel voor de Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio Kennemerland aan, met het verzoek om uw commentaar voor 1 april 2010. Deze nieuwe Gemeenschappelijke Regeling zou de bestaande Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio Kennemerland i.o. opvolgen. Een nieuwe gemeenschappelijke regeling is nodig vanwege de inwerkingtreding van de Wet Veiligheidsregio's op 1 oktober aanstaande. Het ontwerpvoorstel omvatte onder andere de instelling van een bestuurscommissie publieke gezondheid en de vorming van een Dagelijks Bestuur van acht leden. Van de regiogemeenten zijn reacties ontvangen. Het bestuur van de VRK heeft geconcludeerd dat aan het in april jl. voorgelegde voorstel nog enkele bezwaren kleefden. Er werd niet geheel recht gedaan aan de behoefte bij alle gemeenten om op een evenwichtige wijze vertegenwoordigd te zijn in de organen van de VRK. Daarnaast was er een groot verschil in de wijze waarop de inhoudelijke inbreng van de portefeuillehouders Volksgezondheid en die van de portefeuillehouders Veiligheid werd vormgegeven. Ook werden onevenwichtigheden gezien in het geheel van regionale overleggen binnen Kennemerland op het gebied van veiligheid en gezondheid en enkele verwante terreinen. Het Algemeen Bestuur heeft daarop op 5 juli 2010 een nieuw ontwerp voorde Gemeenschappelijke Regeling vastgesteld. Daarbij is de tekst van het voorstel dat in april voorlag op een aantal punten gewijzigd. Naast een commissie Publieke Gezondheid en Maatschappelijke Zorg wordt ook een commissie Openbare Veiligheid voorzien. Alle gemeenten zijn in deze twee commissies vertegenwoordigd. Deze commissies zullen ook functioneren als overlegplatform voor onderwerpen op het gebied van gezondheid, veiligheid, maatschappelijke zorg en jeugd die regionale bespreking behoeven, los van de vraag of hiermee taken van de VRK als zodanig zijn gemoeid.
Brandweer Kennemerland en GGD Kennemerland maken deel uit van de Veiligheidsregio Kennemerland. De Veiligheidsregio Kennemerland omvat de gemeenten Bennebroek. Beverwijk, Bloemendaal, Haarlem, Haarlemmerliede en Spaarnwoude, Haarlemmermeer, Heemskerk, Heemstede, Uitgeest, Velsen en Zandvoort.
MK/sb/HS 2010-280410
Het Dagelijks Bestuur is teruggebracht naar vijf leden, en heeft een beperkt aantal taken. Hierbij leggen wij een definitief voorstel voor een nieuwe gemeenschappelijke regeling aan uw colleges voor. Het is aan de colleges om de nieuwe gemeenschappelijke regeling te treffen. De raden moeten hun toestemming verlenen aan de nieuwe gemeenschappelijke regeling. Voorts dienen de raden hun toestemming te verlenen aan het instellen van de bestuurscommissies. De Wet Veiligheidsregio's treedt op ) oktober 2010 in werking. Dit betekent dat de Gemeenschappelijke Regeling uiterlijk 1 januari 2011 getroffen moet zijn. Wij worden daarom graag geïnformeerd over de voortgang van het besluitvormingsproces binnen uw gemeente. Wij ontvangen uw reactie op de nieuwe regeling gaarne voor 1 november 2010.
Hoogachtend, Dagelijks Bestuur van de Veiligheidsregio Ken namens deze,
mg.WrKM. Schippers MPA de secretaris,
erland i.o,
ó p . Th.L.N. Weterings dt vice-voorzitter
Gemeenschappelijke Regeling
VeiligheidsRegio Kennemerland
***"-«•«-—-**—fc^™,,
Overzicht vaststelling * ? 2010
Vaststelling gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Kennemerland door de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Beverwijk, Bloemendaal, Haarlem, Haarlemmerliede en Spaarnwoude, Haarlemmermeer, Heemskerk, Heemstede, Uitgeest, Velsen en Zandvoort.
GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING VEILIGHEIDSREGIO KENNEMERLAND
De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Beverwijk, Bloemendaal, Haarlem, Haarlemmerliede en Spaarnwoude, Haarlemmermeer, Heemskerk, Heemstede, Uitgeest, Velsen en Zandvoort, na verkregen toestemming van de raden van deze gemeenten; overwegende dat: •
• •
• •
•
de Wet veiligheidsregio's op 1 oktober 2010 in werking is getreden onder gelijktijdige intrekking van de Brandweerwet 1985, de Wet rampen en zware ongevallen en de Wet geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen; de Wet veiligheidsregio's beoogt een slagvaardige organisatie tot stand te brengen op het terrein van de rampenbestrijding en crisisbeheersing; de artikelen 8 en 9 van de Wet veiligheidsregio's bepalen, dat de colleges van burgemeester en wethouders in de regio Kennemerland een gemeenschappelijke regeling treffen waarbij een openbaar lichaam wordt ingesteld met de aanduiding: veiligheidsregio; artikel 76 van de Wet veiligheidsregio's bepaalt, dat deze gemeenschappelijke regeling wordt getroffen uiterlijk drie maanden na de inwerkingtreding van deze wet; het aanbeveling verdient om vanuit een oogpunt van doelmatigheid en doeltreffendheid de behartiging van de gemeentelijke belangen op het gebied van de publieke gezondheidszorg, voor zover deze zijn neergelegd bij de gemeentelijke gezondheidsdiensten, onder te brengen bij de veiligheidsregio; het aanbeveling verdient om vanuit een oogpunt van doelmatigheid en doeltreffendheid in de gemeenschappelijke regeling op te nemen dat gemeenten desgewenst de uitvoering van andere gemeentelijke taken op het gebied van veiligheid, brandweer en gezondheid kunnen opdragen aan de veiligheidsregio, zoals bijvoorbeeld maatschappelijke zorg en jeugd.
gelet op: de Wet Veiligheidsregio's, de Wet publieke gezondheid, de Wet gemeenschappelijke regelingen en de Gemeentewet:
besluiten:
de volgende gemeenschappelijke regeling te treffen:
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN 1.1 BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN Artikel 1: Definities In deze regeling wordt verstaan onder: a. het algemeen bestuur: het algemeen bestuur van de veiligheidsregio; b. de bestuurscommissie openbare veiligheid: een bestuurscommissie zoals bedoeld in artikel 25 van de Wet gemeenschappelijke regelingen, ingesteld door het algemeen bestuur;
c. de bestuurscommissie publieke gezondheid en maatschappelijke zorg: een bestuurscommissie zoals bedoeld in artikel 25 van de Wet gemeenschappelijke regelingen, ingesteld door het algemeen bestuur; d. de brandweer: het onderdeel van de veiligheidsregio dat zich bezig houdt met de uitvoering van de brandweerzorg; e. de burgemeester(s): de burgemeester(s) van de deelnemende gemeente(n); f. de colleges: de colleges van burgemeester en wethouders van de deelnemende gemeenten; g. het dagelijks bestuur: het dagelijks bestuur van de veiligheidsregio; h. de directeur GGD: de functionaris, tevens directeur GHOR en directeur publieke gezondheid, die leiding geeft aan de ambtelijke organisatie van de GGD en de GHOR; i. de directie: de directeur GGD en de regionaal commandant van de brandweer gezamenlijk; j . gedeputeerde staten: het college van gedeputeerde staten van Noord-Holland, k. de gemeente(n): de aan deze regeling deelnemende gemeente(n); 1. de GGD: het onderdeel van de veiligheidsregio dat zich bezig houdt met de uitvoering van de publieke gezondheidszorg; m. GHOR: de geneeskundige hulpverleningsorganisatie in de regio; n. meldkamer: de gemeenschappelijke meldkamer zoals bedoeld in artikel 35 van de Wet veiligheidsregio's; o. de raden: de raden van de deelnemende gemeenten; p. de regeling: deze gemeenschappelijke regeling; q. de regionaal commandant van de brandweer: de functionaris die leiding geeft aan de ambtelijke organisatie van de brandweer; r. de veiligheidsregio: het openbaar lichaam als bedoeld in artikel 3 van deze regeling; s. de voorzitter: de voorzitter van de veiligheidsregio.
Artikel 2: Gemeentewet Waar in deze regeling artikelen van de Gemeentewet of van enige andere wet van overeenkomstige toepassing worden verklaard, wordt in die artikelen in de plaats van de raad, het college en de burgemeester onderscheidenlijk gelezen het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de voorzitter.
Artikel 3: Het openbaar lichaam 1. Er is een rechtspersoonlijkheid bezittend openbaar lichaam genaamd: Veiligheidsregio Kennemerland. 2. Het openbaar lichaam is gevestigd te Haarlem.
Artikel 4: Rechtsopvolging Het openbaar lichaam als bedoeld in artikel 3 treedt op als rechtsopvolger onder algemene titel van de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Kennemerland i.o.
1.2 VERZORGINGSGEBIED Artikel 5: Omvang Het verzorgingsgebied van de regeling omvat het grondgebied van de deelnemende gemeenten te weten: Beverwijk, Bloemendaal, Haarlem, Haarlemmerliede en Spaarnwoude, Haarlemmermeer, Heemskerk, Heemstede, Uitgeest, Velsen en Zandvoort.
1.3 DOELSTELLING Artikel 6: Doelstelling
De veiligheidsregio heeft tot doel om ter behartiging van de gemeentelijke belangen: a. uitvoering te geven aan de Wet veiligheidsregio's; b. uitvoering te geven aan de Wet publieke gezondheid; c. het fungeren als overlegplatform voor onderwerpen op het gebied van veiligheid, brandweer en gezondheid, maatschappelijke zorg en jeugd voor zover deze het verzorgingsgebied van de deelnemende gemeenten gezamenlijk betreffen; d. uitvoering te geven aan andere gemeentelijke taken op het terrein van veiligheid, brandweer en gezondheid, maatschappelijke zorg en jeugd.
1.4 INSTELLING EN TAKEN 1.4.1 BRANDWEER Artikel 7: Instelling brandweer Het algemeen bestuur van de veiligheidsregio stelt een brandweer in en houdt deze in stand.
Artikel 8: Taken brandweer 1. In aanvulling op artikel 25 van de Wet veiligheidsregio's voert de brandweer alle overige door de gemeenten aan de veiligheidsregio opgedragen taken uit op het gebied van de brandweerzorg. Hieronder vallen in elk geval: a. het voorbereiden van de organisatie op het optreden van de brandweer in buitengewone omstandigheden en het regelen van de operationele leiding bij de bestrijding van rampen en crises; b. het voorbereiden van de coördinatie bij de bestrijding van rampen en crises. 2. Het bestuur van de veiligheidsregio kan besluiten dat de brandweer, bij samenwerkingsovereenkomst onder door hem te stellen voorwaarden, een van de in het eerste lid genoemde taken verricht ten behoeve van andere instanties of ten behoeve van buiten het verzorgingsgebied van deze regeling gelegen gemeenten die daartoe een verzoek doen.
1.4.2 GGD Artikel 9: Instelling GGD Het algemeen bestuur van de veiligheidsregio stelt een GGD in en houdt deze in stand.
Artikel 10: Taken GGD 1. De GGD voert de volgende taken uit: a. de gemeentelijke taken zoals genoemd in de artikelen 2, 5 en 6 van de Wet publieke gezondheid, met uitzondering van artikel 5, lid 2 sub c en d van de Wet publieke gezondheid voor zover het betreft de 0- tot 4-jarigen; b. de taken zoals omschreven in wetgeving op het gebied van publieke gezondheidszorg en maatschappelijke ondersteuning, voor zover het desbetreffende bestuursorgaan de uitvoering van deze taken heeft opgedragen aan de GGD. 2. De GGD is daarnaast bevoegd om overige taken uit te voeren op het gebied van de publieke gezondheidszorg. Hieronder vallen in elk geval: a. de ambulancezorg; b. alle overige taken die de GGD bij overeenkomst uitvoert. 3. Het bestuur van de veiligheidsregio kan besluiten dat de GGD, bij overeenkomst onder door hem te stellen voorwaarden, een van de in het eerste tot en met tweede lid genoemde taken verricht ten behoeve van andere instanties of ten behoeve van buiten het verzorgingsgebied van deze regeling gelegen gemeenten die daartoe een verzoek doen.
1.4.3 GHOR Artikel 11: Instelling GHOR Het algemeen bestuur van de veiligheidsregio stelt een GHOR in.
1.4.4 MELDKAMER Artikel 12: Voorzien in meldkamerfunctie Het algemeen bestuur van de veiligheidsregio voorziet in de meldkamerfunctie.
HOOFDSTUK 2 HET BESTUUR VAN DE VEILIGHEIDSREGIO 2.1 INRICHTING Artikel 13: Organen Het bestuur van de veiligheidsregio bestaat uit de volgende bestuursorganen: a. het algemeen bestuur; b. de bestuurscommissie openbare veiligheid; c. de bestuurscommissie publieke gezondheid en maatschappelijke zorg; d. het dagelijks bestuur; e. de voorzitter.
2.2 HET ALGEMEEN BESTUUR Artikel 14: Samenstelling 1. Het algemeen bestuur bestaat uit tien leden. 2. De leden van het algemeen bestuur zijn de burgemeesters van de gemeenten. 3. De colleges wijzen uit hun midden voor elk lid een plaatsvervangend lid aan. 4. Het lidmaatschap van het algemeen bestuur eindigt op het moment dat het lid de hoedanigheid van burgemeester verliest.
Artikel 15: Bevoegdheden Het algemeen bestuur heeft in het kader van de uitvoering van deze regeling: a. de bevoegdheid tot het instellen van een commissie met het oog op de behartiging van bepaalde belangen zoals bedoeld in artikel 25 van de Wet gemeenschappelijke regelingen; b. bevoegdheden zoals omschreven in artikel 25, derde lid onder a. tot en met c. van de Wet gemeenschappelijke regelingen.
Artikel 16: Besluitvorming 1. Het algemeen bestuur vergadert tenminste tweemaal per jaar. 2. Het algemeen bestuur besluit bij meerderheid van stemmen. Bij het staken der stemmen geeft de stem van de voorzitter de doorslag. De voorzitter oefent zijn doorslaggevende stem alleen uit in een volgende vergadering wanneer in deze vergadering de stemmen over hetzelfde onderwerp opnieuw staken. 3. De verdeling van de stemmen is als volgt: a. twee stemmen voor het lid afkomstig van de gemeenten Haarlemmerliede en Spaarnwoude, Uitgeest en Zandvoort; b. vier stemmen voor het lid afkomstig van de gemeenten Beverwijk, Bloemendaal, Heemskerk en Heemstede; c. acht stemmen voor het lid afkomstig van de gemeente Velsen; d. vijftien stemmen voor het lid afkomstig van de gemeenten Haarlem en Haarlemmermeer.
4. De vergaderingen van het algemeen bestuur zijn openbaar. De deuren worden gesloten wanneer een vijfde van het aantal aanwezige leden dit verzoekt of de voorzitter dit nodig oordeelt. Het algemeen bestuur beslist vervolgens of met gesloten deuren zal worden vergaderd.
Artikel 17: Verantwoording 1. Het algemeen bestuur verschaft de raden van de gemeenten ongevraagd alle informatie die voor een juiste beoordeling van het door hem gevoerde en te voeren beleid nodig is. 2. Het algemeen bestuur verstrekt de raden desgevraagd schriftelijk binnen een maand de door een of meer leden van die raden verlangde inlichtingen. 3. Het algemeen bestuur verschaft de colleges en gedeputeerde staten desgevraagd alle informatie over alle zaken de veiligheidsregio betreffende.
Artikel 18: Advies en informatie 1. Het algemeen bestuur is bevoegd ongevraagd aan een of meer colleges advies te geven of voorstellen te doen, die in verband met deze regeling nodig worden geacht. 2. De desbetreffende colleges delen op zo kort mogelijke termijn aan het algemeen bestuur mee of een advies of voorstel aanleiding is geweest tot het treffen van maatregelen. 3. Het algemeen bestuur belegt tenminste eenmaal per jaar een informatieve bijeenkomst voor de raden.
Artikel 19: Reglement van Orde 1. Het algemeen bestuur stelt met inachtneming van de bepalingen van deze regeling een Reglement van Orde voor zijn vergaderingen vast. 2. Dit reglement wordt ter kennisneming gezonden aan de raden van de gemeenten en aan gedeputeerde staten.
2.3 DE BESTUURSCOMMISSIE OPENBARE VEILIGHEID Artikel 20: Instelling Het algemeen bestuur stelt een bestuurscommissie openbare veiligheid in zoals bedoeld in artikel 25 van de Wet gemeenschappelijke regelingen.
Artikel 21: Samenstelling 1. De bestuurscommissie openbare veiligheid bestaat uit tien leden. 2. De bestuurscommissie openbare veiligheid kiest uit haar midden een voorzitter. De voorzitter is geen lid van het dagelijks bestuur. 3. De leden van de bestuurscommissie openbare veiligheid zijn de burgemeesters van de gemeenten. 4. Het algemeen bestuur benoemt voor elk lid een plaatsvervangend lid op voordracht van de colleges van de gemeenten. Het plaatsvervangend lid is lid van hetzelfde college als het lid dat hij vervangt. 5. Het lidmaatschap en plaatsvervangend lidmaatschap van de bestuurscommissie openbare veiligheid eindigt op het moment dat het lid de hoedanigheid van burgemeester verliest of het plaatsvervangend lid geen lid meer is van het college.
Artikel 22: Bevoegdheden 1. De bestuurscommissie openbare veiligheid is bevoegd de belangen van de gemeenten te behartigen op het gebied van de brandweer zoals omschreven in artikel 8 van deze regeling.
2. De bestuurscommissie openbare veiligheid is bevoegd de belangen van de gemeenten te behartigen op het gebied van de GHOR. 3. De bestuurscommissie fungeert als overlegplatform voor onderwerpen op het gebied van veiligheid en brandweer voor zover deze het verzorgingsgebied van de deelnemende gemeenten gezamenlijk betreffen. Artikel 23: Besluitvorming 1. De bestuurscommissie openbare veiligheid vergadert zo dikwijls als zij dit nodig oordeelt. 2. De bestuurscommissie openbare veiligheid besluit bij meerderheid van stemmen. 3. De verdeling van de stemmen is als volgt: a. twee stemmen voor het lid afkomstig van de gemeenten Haarlemmerliede en Spaarnwoude, Uitgeest en Zandvoort; b. vier stemmen voor het lid afkomstig van de gemeenten Beverwijk, Bloemendaal, Heemskerk en Heemstede; c. acht stemmen van het lid afkomstig van de gemeente Velsen; d. vijftien stemmen voor het lid afkomstig van de gemeenten Haarlem en Haarlemmermeer. 4. De vergaderingen van de bestuurscommissie openbare veiligheid zijn openbaar. De deuren worden gesloten wanneer een vijfde van het aantal aanwezige leden dit verzoekt of de voorzitter dit nodig oordeelt. De bestuurscommissie openbare veiligheid beslist vervolgens of met gesloten deuren zal worden vergaderd.
Artikel 24: Reglement van Orde 1. Het algemeen bestuur stelt een reglement vast met nadere bepalingen ten aanzien van de taken en bevoegdheden alsmede de werkwijze van de bestuurscommissie openbare veiligheid. 2. Dit reglement wordt ter kennisneming gezonden aan de raden van de gemeenten en aan gedeputeerde staten.
2.4 DE BESTUURSCOMMISSIE PUBLIEKE GEZONDHEID EN MAATSCHAPPELIJKE ZORG Artikel 25: Instelling Het algemeen bestuur stelt een bestuurscommissie publieke gezondheid en maatschappelijke zorg in zoals bedoeld in artikel 25 van de Wet gemeenschappelijke regelingen.
Artikel 26: Samenstelling 1. De bestuurscommissie publieke gezondheid en maatschappelijke zorg bestaat uit tien leden. 2. De bestuurscommissie publieke gezondheid en maatschappelijke zorg kiest uit haar midden een voorzitter. De voorzitter is geen lid van het dagelijks bestuur. 3. De leden van de bestuurscommissie publieke gezondheid en maatschappelijke zorg zijn de wethouders van de gemeenten die publieke gezondheidszorg of maatschappelijke zorg in hun portefeuille hebben. 4. Het algemeen bestuur benoemt voor elk lid een plaatsvervangend lid op voordracht van de colleges van de gemeenten. Het plaatsvervangend lid is lid van hetzelfde college als het lid dat hij vervangt. 5. Het lidmaatschap en plaatsvervangend lidmaatschap van de bestuurscommissie publieke gezondheid en maatschappelijke zorg eindigt op het moment dat het lid de hoedanigheid van portefeuillehouder publieke gezondheidszorg of maatschappelijke zorg verliest of het plaatsvervangend lid geen lid meer is van het college.
Artikel 27: Bevoegdheden 1. De bestuurscommissie is bevoegd de belangen van de gemeenten te behartigen op het gebied van de taken van de GGD zoals omschreven in artikel 10 van deze regeling. 2. De bestuurscommissie fungeert als overlegplatform voor onderwerpen op het gebied van gezondheid, maatschappelijke zorg en jeugd voor zover deze het verzorgingsgebied van de deelnemende gemeenten gezamenlijk betreffen.
Artikel 28: Besluitvorming 1. De bestuurscommissie publieke gezondheid en maatschappelijke zorg vergadert zo dikwijls als zij dit nodig oordeelt. 2. De bestuurscommissie publieke gezondheid en maatschappelijke zorg besluit bij meerderheid van stemmen. 3. De verdeling van de stemmen is als volgt: a. twee stemmen voor het lid afkomstig van de gemeenten Haarlemmerliede en Spaarnwoude, Uitgeest en Zandvoort; b. vier stemmen voor het lid afkomstig van de gemeenten Beverwijk, Bloemendaal, Heemskerk en Heemstede; c. acht stemmen van het lid afkomstig van de gemeente Velsen; d. vijftien stemmen voor het lid afkomstig van de gemeenten Haarlem en Haarlemmermeer. 4. De vergaderingen van de bestuurscommissie publieke gezondheid en maatschappelijke zorg zijn openbaar. De deuren worden gesloten wanneer een vijfde van het aantal aanwezige leden dit verzoekt of de voorzitter dit nodig oordeelt. De bestuurscommissie publieke gezondheid en maatschappelijke zorg beslist vervolgens of met gesloten deuren zal worden vergaderd.
Artikel 29: Reglement van Orde 1. Het algemeen bestuur stelt een reglement vast met nadere bepalingen ten aanzien van de taken en bevoegdheden alsmede de werkwijze van de bestuurscommissie publieke gezondheid en maatschappelijke zorg. 2. Dit reglement wordt ter kennisneming gezonden aan de raden van de gemeenten en aan gedeputeerde staten.
2.5 HET DAGELIJKS BESTUUR Artikel 30: Samenstelling 1. Het dagelijks bestuur bestaat uit de voorzitter, zoals aangewezen in de Wet Veiligheidsregio's, de burgemeester van Haarlemmermeer, de burgemeester van Velsen en twee leden van de bestuurscommissie publieke gezondheid en maatschappelijke zorg, aan te wijzen door het algemeen bestuur binnen een maand na het aantreden van het algemeen bestuur. 2. De leden van het dagelijks bestuur zijn afkomstig uit vijf verschillende gemeenten. Artikel 31: Benoeming 1. De leden van het dagelijks bestuur worden aangewezen voor een periode van maximaal vier jaar. Een lid dat ophoudt deel uit te maken van het algemeen bestuur, van de bestuurscommissie openbare veiligheid of van de bestuurscommissie publieke gezondheid en maatschappelijke zorg, houdt tevens op lid te zijn van het dagelijks bestuur. 2. De leden van het dagelijks bestuur kunnen te allen tijde ontslag nemen. Van dit ontslag stellen zij de voorzitter terstond in kennis. Zij blijven hun functie vervullen totdat in hun opvolging is voorzien. 3. In vacatures wordt in de eerstvolgende vergadering van het algemeen bestuur voorzien.
10 4. Een lid dat het vertrouwen van het algemeen bestuur niet meer bezit, kan te allen tijde het lidmaatschap van het dagelijks bestuur worden ontzegd.
Artikel 32: Taken Het dagelijks bestuur heeft tot taak: a. De voorbereiding en uitvoering van de besluitvorming in het algemeen bestuur; b. de coördinatie van de agendering van de bestuurscommissie openbare veiligheid en de bestuurscommissie publieke gezondheid en maatschappelijke zorg; c. De externe representatie van de veiligheidsregio; d. Het beheer van de organisatie. In het kader hiervan is het dagelijks bestuur bevoegd alle beslissingen te nemen op het gebied van personeel en organisatie.
Artikel: 33 Vergaderingen 1. Het dagelijks bestuur vergadert zo dikwijls als de het dagelijks bestuur dit nodig oordeelt. 2. De vergaderingen van het dagelijks bestuur zijn niet openbaar.
Artikel 34: Aanwezigheid Het dagelijks bestuur nodigt de leden van het algemeen bestuur, de leden van de bestuurscommissie openbare veiligheid en de bestuurscommissie publieke gezondheid en maatschappelijke zorg uit om aanwezig te zijn bij de vergaderingen van het dagelijks bestuur. Artikel 35: Verantwoording De leden van het dagelijks bestuur verstrekken tezamen, dan wel ieder afzonderlijk aan het algemeen bestuur zo spoedig mogelijk in een vergadering van dat bestuur of schriftelijk binnen een maand alle inlichtingen die door een of meer leden van het algemeen bestuur worden verlangd. Artikel 36: Reglement van Orde Het dagelijks bestuur stelt met inachtneming van de bepalingen van deze regeling een Reglement van Orde voor zijn vergaderingen vast.
2.6 DE VOORZITTER Artikel 37: Taak 1. De voorzitter is belast met de leiding van de vergaderingen van het algemeen en het dagelijks bestuur. 2. De voorzitter ondertekent alle stukken die het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur doen uitgaan.
2.7 DE SECRETARIS Artikel 38: Algemeen 1. Het algemeen bestuur benoemt, schorst en ontslaat een secretaris op voordracht van het dagelijks bestuur en stelt een instructie voor hem vast. 2. De functie van secretaris is onverenigbaar met het lidmaatschap van het algemeen bestuur. 3. De secretaris is aanwezig bij de vergaderingen van het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur. 4. De secretaris ondertekent alle stukken die het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur doen uitgaan. 5. Bij afwezigheid wordt de secretaris vervangen op een door het algemeen bestuur bepaalde wijze.
11
HOOFDSTUK 3 DE AMBTELIJKE ORGANISATIE Artikel 39: Algemeen 1. De veiligheidsregio beschikt over een ambtelijke organisatie voor de uitvoering van zijn taken. 2. Het algemeen bestuur stelt de inrichting van de ambtelijke organisatie vast in een organisatieverordening. 3. De bezoldigings- en overige rechtspositieregelingen van de gemeente Haarlem zijn van toepassing op de medewerkers in dienst van de veiligheidsregio, tenzij het algemeen bestuur anders besluit.
Artikel 40: Directie en overige medewerkers 1. De regionaal commandant van de brandweer en de directeur GGD staan aan het hoofd van de brandweer respectievelijk de GGD en de GHOR. Zij vormen gezamenlijk de directie van de veiligheidsregio. 2. Het algemeen bestuur benoemt, schorst en ontslaat de regionaal commandant van de brandweer en de directeur GGD. 2. De taken en bevoegdheden van de regionaal commandant van de brandweer en de directeur GGD worden geregeld in de organisatieverordening. 4. Het algemeen bestuur benoemt, schorst en ontslaat de bedrij fscontroller. 5. Het dagelijks bestuur benoemt, schorst en ontslaat alle overige medewerkers van de veiligheidsregio.
HOOFDSTUK 4 FINANCIËLE BEPALINGEN 4.1 FINANCIEEL BEHEER Artikel 41: Financiële regels 1. Het algemeen bestuur stelt regels vast met betrekking tot de inrichting van de financiële organisatie, alsmede met betrekking tot de uitgangspunten van het financieel beleid, het financieel beheer, de financiële administratie en de controle. 2.Deze regels bevatten in elk geval een beschrijving van: a. het bestuurlijk begrotings- en verantwoordingsinstrumentarium; b. het begrotings- en budgetbeheer; c. de wijze waarop de financiering plaatsvindt; d. de wijze waarop de inwonerbijdrage van de gemeenten wordt berekend; e. het stelsel van kostentoerekeningen; f. het reservebeleid; g. de wijze waarop de waardering en afschrijving van activa plaatsvindt; h. de wijze waarop de controle plaatsvindt op de financiële organisatie, het financieel beheer en de financiële administratie.
5.2 BEGROTING Artikel 42: Begroting 1. Het dagelijks bestuur zendt, gehoord de bestuurscommissies, de ontwerpbegroting vóór 15 april van het jaar dat voorafgaat aan het kalenderjaar waarop de begroting betrekking heeft, toe aan de raden van de gemeenten. De ontwerpbegroting is voorzien van een behoorlijke toelichting. 2. De raden van de gemeenten kunnen binnen twee maanden na toezending hun zienswijzen op de ontwerpbegroting naar voren brengen bij het dagelijks bestuur.
12 3.
4. 5. 6.
Het dagelijks bestuur voegt de commentaren waarin deze zienwijze is vervat bij de ontwerpbegroting en biedt de ontwerpbegroting en de zienswijzen aan aan het algemeen bestuur. Het algemeen bestuur stelt de begroting vast vóór 10 juli van het jaar dat voorafgaat aan het kalenderjaar waarop de begroting betrekking heeft. Terstond na de vaststelling zendt het algemeen bestuur de begroting ter kennisneming aan de raden van de gemeenten. Het algemeen bestuur zendt de begroting binnen twee weken na de vaststelling, doch in ieder geval vóór 15 juli van het jaar voorafgaande aan dat waarvoor de begroting dient, aan gedeputeerde staten.
Artikel 43: Wijziging van de begroting Het bepaalde in artikel 42 is -met uitzondering van de genoemde data- van overeenkomstige toepassing op besluiten tot wijziging van de begroting indien een dergelijke wijziging van invloed is op de omvang van de inwonerbijdrage van de gemeenten.
5.3 KOSTENVERDELING Artikel 44: Inwonerbijdrage van de gemeenten 1. In de begroting kan worden aangegeven welke inwonerbijdrage de gemeenten verschuldigd zijn in het kalenderjaar waarop de begroting betrekking heeft. De omvang van de inwonerbijdrage wordt vastgesteld aan de hand van het aantal inwoners per gemeente, zoals gepubliceerd door het Centraal Bureau voor de Statistiek per 1 januari van het jaar dat vooraf gaat aan het jaar waarop de begroting betrekking heeft. 2. De gemeenten betalen in het kalenderjaar waarop de inwonerbijdrage betrekking heeft, bij wijze van voorschot viermaal 25% van deze bijdrage. Betaling vindt plaats voor 15 februari, 15 mei, 15 augustus en 15 november van dat jaar.
5.4 REKENING EN VERANTWOORDING Artikel 45: Jaarverslag 1. Het dagelijks bestuur zendt, gehoord de bestuurscommissies, het ontwerpjaarverslag over het afgelopen kalenderjaar voor 15 april van het daaropvolgende jaar aan het algemeen bestuur en de raden van de gemeenten. Het jaarverslag is vergezeld van een accountantsverklaring en een verslag van bevindingen, zoals bedoeld in artikel 213 van de Gemeentewet. 2. Bij het ontwerpjaarverslag is gevoegd een specificatie van de door elk van de gemeenten verschuldigde inwonerbijdrage. 3. De raden van de gemeenten kunnen binnen twee maanden na toezending hun zienswijzen op het ontwerpjaarverslag kenbaar maken bij het algemeen bestuur. 4. Het algemeen bestuur stelt het jaarverslag vast voor 10 juli van het jaar dat volgt op het jaar waarop de rekening betrekking heeft. 5. Vaststelling van het jaarverslag strekt het dagelijks bestuur tot décharge, behoudens later in rechte gebleken valsheid in geschrift of andere omstandigheden. 6. Terstond na de vaststelling zendt het algemeen bestuur het jaarverslag ter kennisneming aan de raden van de gemeenten. 7. Het algemeen bestuur zendt het jaarverslag binnen twee weken na de vaststelling, doch in ieder geval voor 15 juli van het jaar volgend op het jaar waarop het jaarverslag betrekking heeft, aan gedeputeerde staten.
13 Artikel 46: Verrekening van de voorschotten in wonerbijdrage Verrekening van het verschil tussen de betaalde voorschotten en de werkelijk verschuldigde inwonerbijdrage van de gemeenten vindt plaats onmiddellijk na de vaststelling van de rekening.
HOOFDSTUK 5
ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN
Artikel 47: bestuursrapportages Het dagelijks bestuur draagt, gehoord de bestuurscommissies, tweemaal per jaar zorg voor de samenstelling van bestuursrapportages waarin de activiteiten van het openbaar lichaam alsmede de voortgang daarvan zijn beschreven. Artikel 48: Archivering 1. Ten aanzien van de zorg en het beheer van de archiefbescheiden van de veiligheidsregio alsmede ten aanzien van het toezicht op het beheer, zijn de voorschriften van de gemeente Haarlem van overeenkomstige toepassing, tenzij het algemeen bestuur anders besluit. 2. De aan de uitvoering van het eerste lid verbonden kosten komen ten laste van de veiligheidsregio.
HOOFDSTUK 6 BIJZONDERE BEPALINGEN Artikel 49: Toetreding 1. Gemeenten die willen toetreden tot de regeling kunnen hiertoe een verzoek indienen. Daarbij worden in elk geval overgelegd de daartoe strekkende besluiten van de bestuursorganen van de desbetreffende gemeente(n). 2. Het algemeen bestuur beslist over de toetreding, gehoord hebbende de raden van alle gemeenten. 3. Aan de inwilliging van een verzoek tot toetreding kunnen voorwaarden worden verbonden. 4. Het algemeen bestuur regelt de gevolgen van toetreding, de financiële gevolgen daaronder begrepen. 5. De toetreding treedt in werking met ingang van de eerste dag van de maand volgend op die waarin het besluit tot toetreding door de veiligheidsregio bekend is gemaakt.
Artikel 50: Uittreding 1. Gemeenten die willen uittreden tot de regeling kunnen hiertoe een verzoek indienen. Daarbij worden in elk geval overhandigd de daartoe strekkende besluiten van de bestuursorganen van de desbetreffende gemeente(n). 2. Het algemeen bestuur regelt tenminste zes maanden voor het tijdstip van uittreding de gevolgen daarvan, waaronder de financiële gevolgen, gehoord hebbende de raden van alle gemeenten. 3. Indien in de genoemde periode geen overeenstemming kan worden bereikt, wordt er geacht een geschil te bestaan als bedoeld in artikel 28 van de Wet gemeenschappelijke regelingen. 4. De uittreding treedt in werking met ingang van de eerste dag van de maand volgend op die waarin het besluit tot uittreden door de veiligheidsregio bekend is gemaakt.
Artikel 51: Wijziging 1. Het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de bestuursorganen van de gemeenten kunnen voorstellen tot wijziging van de regeling doen. 2. De regeling wordt gewijzigd wanneer de bestuursorganen van de gemeenten daartoe eensluidend besluiten. 3. De wijziging treedt in werking met ingang van de eerste dag van de maand volgend op die waarin het besluit tot wijziging door de veiligheidsregio bekend is gemaakt.
14
Artikel 52: Opheffing 1. De bestuusorganen van de gemeenten kunnen bij eensluidend besluit besluiten tot de opheffing van de regeling indien dit noodzakelijk is. 2. In geval van opheffing van de regeling besluit het algemeen bestuur tot liquidatie en stelt daarvoor de nodige regels, waaronder het tijdstip van opheffing. 3. Het algemeen bestuur stelt, gehoord hebbende de bestuursorganen van de gemeenten, tenminste zes maanden voor het tijdstip van opheffing, een liquidatieplan en een sociaal plan voor het personeel vast. Het liquidatieplan voorziet in de financiële gevolgen van de opheffing.
Artikel 53: Geschillenregeling Ten aanzien van geschillen omtrent de toepassing van de regeling in de ruimste zin van het woord, geldt het gestelde in artikel 28 van de Wet gemeenschappelijke regelingen.
HOOFDSTUK 7 OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN Artikel 54: Bekendmaking 1. De colleges van de gemeenten dragen op de gebruikelijke wijze zorg voor de bekendmaking van de regeling. 2. Binnen een maand na vaststelling van de regeling dragen de colleges van de gemeenten zorg voor de opname van de regeling in het register als bedoeld in artikel 27 van de Wet gemeenschappelijke regelingen. 3. Het algemeen bestuur zendt de regeling aan gedeputeerde staten. 4. Het bepaalde in het eerste tot en met het derde lid is ook van toepassing op besluiten tot toetreding en uittreding tot de regeling alsmede tot wijziging en opheffing van de regeling. Artikel 55: Inwerkingtreding en duur 1. De regeling treedt in werking op ... 2. De regeling wordt aangegaan voor onbepaalde tijd.
Artikel 56: Titel De regeling wordt aangehaald als: gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Kennemerland.
15 Aldus vastgesteld door de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten: BEVERWIJK: Het college van burgemeester en wethouders van Beverwijk,
secretaris
burgemeester
BLOEMENDAAL: Het college van burgemeester en wethouders van Bloemendaal,
secretaris
burgemeester
HAARLEM: Het college van burgemeester en wethouders van Haarlem,
secretaris
burgemeester
HAARLEMMERLIEDE EN SPAARNWOUDE: Het college van burgemeester en wethouders van Haarlemmerliede en Spaarnwoude,
secretaris
burgemeester
HAARLEMMERMEER: Het college van burgemeester en wethouders van Haarlemmermeer,
secretaris
burgemeester
HEEMSKERK: Het college van burgemeester en wethouders van Heemskerk,
secretaris
burgemeester
16
HEEMSTEDE: Het college van burgemeester en wethouders van Heemstede,
secretaris
burgemeester
UITGEEST: Het college van burgemeester en wethouders van Uitgeest,
secretaris
burgemeester
VELSEN: Het college van burgemeester en wethouders van Velsen,
secretaris
burgemeester
ZANDVOORT: Het college van burgemeester en wethouders van Zandvoort,
secretaris
burgemeester
Gemeenschappelijke Regeling
VeiligheidsRegio Kennemerland Toelichting
TOELICHTING GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING VEILIGHEIDSREGIO KENNEMERLAND Algemeen Aanleiding tot het treffen van een nieuwe gemeenschappelijke regeling in de regio Kennemerland is de Wet veiligheidsregio's. Deze wet is op ... in werking getreden. De wet voorziet in de instelling van 25 veiligheidsregio's in Nederland die territoriaal congruent zijn met de politieregio's. Met de instelling van de veiligheidsregio Kennemerland (VRK) is de veiligheidsregio Kennemerland i.o. (VRK i.o.) opgehouden te bestaan. De Wet veiligheidsregio's draagt de organisatie van de brandweerzorg, de rampenbestrijding, de crisisbeheersing en de geneeskundige hulpverlening op aan de colleges van burgemeester en wethouders (artikel 2). De Wet veiligheidsregio's verplicht de gemeenten vervolgens om de organisatie van deze taken naar een hoger bestuurlijk niveau te tillen: het niveau van de veiligheidsregio. Deze organisatievorm vergroot de bestuurlijke en operationele slagkracht. Bovendien kan een breder beroep worden gedaan op de beschikbare deskundigheid, capaciteit en technische middelen in de regio, beter en meer multidisciplinair worden geoefend en een samenhangend beleid voor de hele regio worden ontwikkeld. Doordat veiligheid in de kern echter een lokale aangelegenheid blijft, stelt de Wet veiligheidsregio's als eis dat de veiligheidsregio's worden gevormd door de gemeenten op regionaal niveau een gemeenschappelijke regeling te laten treffen zoals bedoeld in de Wet gemeenschappelijke regelingen. In deze gemeenschappelijke regeling wordt een openbaar lichaam ingesteld met de naam 'veiligheidsregio'. De veiligheidsregio wordt ingesteld door de colleges van de deelnemende gemeenten, na verkregen toestemming van alle gemeenteraden. In de regio Kennemerland zijn dit de gemeenten Beverwijk, Bloemendaal, Haarlem, Haarlemmerliede en Spaarnwoude, Haarlemmermeer, Heemskerk, Heemstede, Uitgeest, Velsen en Zandvoort. De voorliggende gemeenschappelijke regeling VRK is de regeling die de gemeenten in Kennemerland op basis van de Wet veiligheidsregio's hebben getroffen. De VRK is tevens de rechtsopvolger onder algemene titel van de Veiligheidsregio Kennemerland i.o. De VRK neemt dus het vermogen en de daarbij behorende rechten en verplichtingen van zijn rechtsvoorganger over. Een bepaling van deze strekking is opgenomen in de regeling. In de regeling worden zo min mogelijk bepalingen uit de Wet veiligheidsregio's of andere wettelijke bepalingen herhaald. Deze bepalingen zijn van rechtswege van toepassing. Waar nodig, wordt in deze toelichting wél verwezen naar relevante artikelen uit de Wet veiligheidsregio's en andere wettelijke bepalingen. Zowel de geregionaliseerde brandweer als de gemeentelijke gezondheidsdiensten -onder de naam GGD Kennemerland- maken deel uit van de VRK, De deelnemende gemeenten hebben besloten om de brandweertaken die de Wet veiligheidsregio's in artikel 25 noemt over te dragen aan de VRK en om daarnaast een aantal overige taken op het gebied van de brandweerzorg aan de VRK over te dragen. Ook is besloten om het volledige takenpakket van de gemeentelijke gezondheidsdiensten bij de VRK neer te leggen. Een omschrijving van het takenpakket van de GGD Kennemerland staat in de regeling. Daarnaast bestaat bij de gemeenten de behoefte om de regionale samenwerking tussen de gemeenten op de terreinen van veiligheid, brandweer en gezondheid beter op elkaar af te stemmen. Dit om te komen tot een meer
samenhangende advisering en besluitvorming op deze terreinen. De VRK fungeert dan als overlegplatform. Tevens bestaat de behoefte om op termijn andere regionale taken van de gemeenten bij de VRK te kunnen onderbrengen. De voorliggende tekst creëert deze twee mogelijkheden. Aangezien de Wet veiligheidsregio's eist dat het algemeen bestuur bestaat uit de burgemeesters, kunnen de portefeuillehouders publieke gezondheid die bestuurlijk verantwoordelijk zijn voor de GGD Kennemerland geen deel uitmaken van het algemeen bestuur. De inwerkingtreding van de Wet veiligheidsregio's verandert echter niets aan hun verantwoordelijkheid. Daarom is ervoor gekozen om in de regeling op te nemen dat het algemeen bestuur van de VRK in de regeling een bestuurscommissie publieke gezondheid en maatschappelijke zorg instelt met de tien portefeuillehouders publieke gezondheid als leden. De bestuurscommissie krijgt de bevoegdheid om alle belangen op het gebied van de GGD te behartigen. Door deze bevoegdheid expliciet over te dragen, blijft de bestuurlijke verantwoordelijkheid van de portefeuillehouders publieke gezondheid gewaarborgd. De overige taken van de VRK zijn de brandweerzorg, de rampenbestrijding, de crisisbeheersing en de organisatie van de geneeskundige hulpverlening. De concrete taken en bevoegdheden op deze gebieden zijn uitgewerkt in artikel 10 van de Wet veiligheidsregio's. Dit artikel bepaalt dat het bestuur van de veiligheidsregio de volgende taken en verantwoordelijkheden heeft: a. het inventariseren van risico's van branden, rampen en crises; b. het adviseren van het bevoegd gezag over risico's van branden, rampen en crises in de bij of krachtens wet aangewezen gevallen alsmede in de gevallen die in het beleidsplan zijn bepaald; c. het adviseren van de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten over de brandweerzorg zoals bedoeld in artikel 3, eerste lid van de Wet veiligheidsregio's; d. het voorbereiden op de bestrijding van branden en het organiseren van de rampenbestrijding en de crisisbeheersing; e. het instellen en in stand houden van een brandweer; f. het instellen en in stand houden van een GHOR; g. het voorzien in de meldkamerfunctie; h. het aanschaffen en beheren van gemeenschappelijk materieel; i. het inrichten en in stand houden van de informatievoorziening binnen de diensten van de veiligheidsregio en tussen deze diensten en de andere diensten en organisaties die betrokken zijn bij de taken van de veiligheidsregio's. Er is voor gekozen om de behartiging van deze belangen onder te brengen in de bestuurscommissie Openbare Veiligheid, die wordt gevormd door de burgemeesters. Voor de goede orde wordt opgemerkt, dat de gemeenten hun verantwoordelijkheid op het gebied van de brandveiligheid en brandpreventie behouden. Deze verantwoordelijkheid heeft een directe relatie met de bevoegdheid van de gemeente om op diverse terreinen vergunningen te verlenen en raakt meer terreinen dan die van rampen en crises. Tevens behoudt de brandweer haar reguliere wettelijke adviestaak op dit terrein; deze staat verwoord in artikel 25 van de Wet veiligheidsregio's. De veiligheidsregio moet eenmaal in de vier jaar een beleidsplan en een crisisplan vaststellen. Het beleidsplan bevat het beleid ten aanzien van de taken van de veiligheidsregio. Het crisisplan regelt de organisatie van de rampenbestrijding en de crisisbeheersing. De veiligheidsregio moet ook een kwaliteitszorgsysteem hanteren. Waar nodig, moet de veiligheidsregio een rampbestrijdingsplan vaststellen voor specifieke gebieden, zoals luchthavens. De veiligheidsregio is tevens verplicht om convenanten te sluiten met het regionaal college van politie in Kennemerland, de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Minister van Defensie over de samenwerking met de politie bij branden, rampen en crises (artikel 19 Wet veiligheidsregio's). Voor meer informatie over deze verplichtingen wordt naar de tekst van de Wet veiligheidsregio's verwezen.
Ten tijde van het opstellen van deze regeling was een aantal wetten op het terrein van de rampenbestrijding en de crisisbeheersing nog niet in werking getreden. Voorbeelden hiervan zijn de Wet ambulancezorg en de Tweede tranche van de Wet publieke gezondheid. In de regeling is op de inwerkingtreding van deze wetten geanticipeerd door waar mogelijk de in deze wetgeving gebruikte terminologie te hanteren.
Artikelsgewijze toelichting Artikel 1: Definities In dit artikel wordt onder f. de regionaal commandant van de brandweer genoemd. Aangezien in de VRK geen gemeentelijke brandweer aanwezig is, komt het onderscheid regionale brandweer en gemeentelijke brandweer te vervallen. De Wet veiligheidsregio's spreekt echter op diverse plaatsen nog over de regionale brandweer, bijvoorbeeld in artikel 25, tweede en derde lid. Voorts is het zo, dat het Besluit personeel veiligheidsregio's alleen de functie van regionaal commandant kent en niet die van commandant. Om deze reden is in de tekst van de VRK de term regionaal commandant gehandhaafd. In dit artikel wordt onder h. de directeur GGD genoemd. De directeur GGD is bij de VRK de directeur GHOR. Voorts wordt in deze definitie van de directeur GGD geanticipeerd op de inwerkingtreding van de Tweede Tranche van de Wet publieke gezondheid die de functionaris 'directeur publieke gezondheid' introduceert. De functie van regionaal geneeskundig functionaris (RGF) komt hiermee te vervallen. Artikel 4: Rechtsopvolging De gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Kennemerland (hierna VRK) vervangt de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Kennemerland i.o. Er is dus sprake van een nieuwe gemeenschappelijke regeling die een nieuw openbaar lichaam instelt met een eigen rechtspersoonlijkheid. De nieuwe rechtspersoon neemt alle rechten en verplichtingen over van de oude. Om deze reden is in dit artikel de bepaling opgenomen dat de VRK optreedt als de rechtsopvolger onder algemene titel van de Veiligheidsregio Kennemerland i.o. Artikelen 7 en 8: Instelling brandweer en Taken brandweer De Wet veiligheidsregio's legt de verplichting om een brandweer in te stellen en in stand te houden neer bij de veiligheidsregio's. De taken die de brandweer in elk geval moet uitvoeren, zijn de volgende (artikel 25, eerste lid van de Wet veiligheidsregio's): a. het voorkomen, beperken en bestrijden van brand; b. het beperken en bestrijden van gevaar voor mensen en dieren bij ongevallen anders dan bij brand; c. het waarschuwen van de bevolking; d. het verkennen van gevaarlijke stoffen en het verrichten van ontsmetting; e. het adviseren van andere overheden en organisaties op het gebied van de brandpreventie, brandbestrijding en het voorkomen, beperken en bestrijden van ongevallen met gevaarlijke stoffen. De Brandweerwet 1985 is met de inwerkingtreding van de Wet veiligheidsregio's komen te vervallen. De brandweer van de VRK kan ook overige taken uitvoeren op het gebied van de brandweerzorg. De gemeenten dienen hiervoor dan wel opdracht te geven aan de brandweer. De opdrachten vinden plaats in de vorm van bestuursafspraken tussen de gemeenten en de VRK. Het eerste lid van artikel 8 in deze regeling bepaalt, dat de gemeenten bij het treffen van de regeling twee taken uit de vervallen Brandweerwet 1985 opdragen aan de brandweer. Het betreft de artikelen
4, eerste lid ten eerste onder e. en onder f. van de 'oude' Brandweerwet 1985. Waar in de Brandweerwet 1985 wordt gesproken over zware ongevallen, is in de regeling de term 'crises' gebruikt. Over deze twee taken hoeven dus geen bestuursafspraken meer te worden gemaakt. Met de vaststelling van deze GR is geen inhoudelijke wijziging beoogd ten aanzien van het feit dat de brandweer in Kennemerland sinds 1 juli 2008 geregionaliseerd is. De gemeentelijke brandweertaken worden sindsdien op basis van bestuursafspraken uitgevoerd. Deze gemeentelijke taken zijn opgedragen aan de rechtspersoon VRK; er is sprake van een opdrachtnemerschap door de VRK. De tien gemeenten zijn ieder voor zich (dus niet gezamenlijk) voor de gemeentelijke brandweertaken opdrachtgever richting de VRK. Na de inwerkingtreding van de Wet Veiligheidsregio's zal bezien worden of de bestuursafspraken aanpassing behoeven. De reden van de aanpassing is gelegen in het feit dat als de Wet veiligheidsregio's van rechtswege een taak bij de VRK neerlegt, deze niet meer door de gemeenten als gemeentelijke taak aan de VRK kan worden opgedragen. Artikel 9: Instelling GGD Artikel 14 van de Wet publieke gezondheid bepaalt, dat de colleges van burgemeester en wethouders zorgdragen voor de instelling en instandhouding van een gemeentelijke gezondheidsdienst (GGD). Het algemeen bestuur van de VRK kan derhalve alleen een GGD instellen en in standhouden wanneer de colleges van de deelnemende gemeenten deze bevoegdheden eerst hebben overgedragen aan het algemeen bestuur. Met dit artikel wordt daarin voorzien. Artikel 10: Taken GGD De wetgever in Nederland heeft geen taken direct bij de GGD neergelegd. Voor zover de GGD wettelijke taken uitvoert, is de basis hiervan -met uitzondering van de ambulancezorg- een door een ander bestuursorgaan aan de GGD gemandateerde bevoegdheid. In de meeste gevallen zal het bestuursorgaan een college van burgemeester en wethouders zijn. Dit is ook de reden waarom in dit artikel wordt gesproken over aan de GGD 'opgedragen' taken en niet over aan de GGD 'overgedragen' taken. In een gemeenschappelijke regeling leggen de tien colleges vast welke gemeentelijke taken zij aan de rechtspersoon - in dit geval de VRK - opdragen. In artikel 10 is daarom niet een opsomming te vinden van alle taken die GGD uitvoert, maar alleen die taken die van de colleges aan de GGD zijn opgedragen (zijnde: algemene taken op het gebied van publieke gezondheidszorg (art. 2 Wpg), jeugdgezondheidszorg (art. 5 Wpg) en infectieziektebestrijding (art. 6 Wpg)). Dit noemen we de basistaken. Naast de door de tien colleges opgedragen taken verricht de GGD ook taken van de centrumgemeente (bijvoorbeeld openbare geestelijke gezondheidszorg), ). Deze taken staan in lid 1 onder b. Daarnaast verricht de GGD taken op het gebied van ambulancezorg (zie hierna) en markttaken (bijvoorbeeld reizigersvaccinatie en uitvoering huisverbod). Dit zijn taken die geen wettelijke basis hebben maar door de GGD kunnen worden uitgevoerd. Ook andere partijen in de markt kunnen dit soort programma's uitvoeren. Een markttaak wordt altijd bij overeenkomst aangegaan. In de gemeenschappelijke regeling maken de colleges de GGD bevoegd om deze taken uit te voeren (lid 2). De VRK is sinds 1 januari 2008 één van de drie vergunninghouders voor ambulancevervoer in de regio Kennemerland. Het ambulancevervoer wordt feitelijk verricht door de GGD. Hier is dus sprake van een directe bevoegdheid van de GGD en niet van een door de gemeenten gemandateerde bevoegdheid. De vergunning is verstrekt op basis van de Wet ambulancevervoer uit 1971. Aangezien het hier een eigenstandige bevoegdheid betreft van de VRK is deze met zoveel worden in de voorliggende regeling opgenomen. De Wet ambulancevervoer wordt binnen afzienbare termijn
vervangen door de Wet ambulancezorg (WAZ). De WAZ voorziet in een vergunning voor ambulancezorg die slechts aan één regionale ambulancevoorziening kan worden verstrekt. De VRK heeft besloten deze vergunning aan te vragen indien dit juridisch haalbaar is. Ten tijde van het vaststellen van de onderhavige regeling was het antwoord op deze vraag nog niet bekend. Ook de datum van inwerkingtreding van de WAZ is nog niet duidelijk. Anticiperend op de inwerkingtreding van de WAZ wordt in de regeling de term 'ambulancezorg' in plaats van 'ambulancevervoer' gebruikt.
Artikel 11: Instelling GHOR In dit artikel is de verplichting uit de Wet veiligheidsregio's neergelegd dat de VRK een GHOR moet instellen en in stand houden. GHOR staat dan voor Geneeskundige hulpverleningsorganisatie in de regio. De GHOR heeft op basis van de Wet veiligheidsregio's tot taak om de geneeskundige hulpverlening te coördineren, aan te sturen en te regisseren en om andere overheden en organisaties te adviseren op dat gebied. Het algemeen bestuur is verplicht om de bestuurscommissie publieke gezondheid te informeren over alle zaken die de GHOR betreffen. De GHOR staat onder leiding van de directeur GHOR. Bij de VRK is de directeur GHOR de directeur GGD. Artikel 12: Voorzien in de meldkamerfunctie De meldkamer is belast met het ontvangen, registreren en beoordelen van alle acute hulpvragen ten behoeve van de brandweer, de geneeskundige hulpverlening, het ambulancevervoer en de politic, het bieden van een adequaat hulpaanbod, en het begeleiden en coördineren van de hulpdiensten. De meldkamer staat onder leiding van een directeur. Het bestuur van de veiligheidsregio benoemt de directeur meldkamer na overleg met het regionale college van politie. Aangezien deze onderdelen staan opgenomen in de Wet veiligheidsregio's, is in dit artikel slechts opgenomen dat het algemeen bestuur moet voorzien in de meldkamerfunctie. Artikel 13: Organen Alle onderdelen van de VRK die hier zijn genoemd, zijn een bestuursorgaan in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. Dit betekent, dat zij zelfstandig bevoegd zijn besluiten te nemen waartegen belanghebbenden bezwaar kunnen maken en beroep kunnen instellen. Artikel 16: Besluitvorming (algemeen bestuur) De Wet veiligheidsregio's bepaalt dat de stem van de voorzitter bij het staken der stemmen de doorslag geeft. Gelet op de stemverdeling uit het derde lid, betekent dit dat de burgemeesters van de twee grootste gemeenten bij de VRK de doorslag kunnen geven in de besluitvorming als zij het met elkaar eens zijn. Gezamenlijk beschikken zij immers over de helft van het aantal stemmen. Om recht te doen aan de collegialiteit in het AB is bepaald, dat de voorzitter zijn doorslaggevende stem alleen uitoefent in een volgende vergadering wanneer in deze vergadering de stemmen over hetzelfde onderwerp opnieuw staken.
Het algemeen bestuur is verplicht om de hoofdofficier van justitie, de voorzitter van het hoogheemraadschap van Rijnland en de voorzitter van het hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier uit te nodigen om deel te nemen aan zijn vergaderingen. De commissaris van de Koning in Noord-Holland wordt uitgenodigd om aanwezig te zijn bij de vergaderingen. Aangezien de vergaderingen van het algemeen bestuur openbaar zijn, kunnen de portefeuillehouders publieke gezondheid desgewenst aanwezig zijn bij de vergaderingen van het algemeen bestuur.
Artikel 22 en 27 Bevoegdheden bestuurscommissie Artikel 25 van de Wet gemeenschappelijke regelingen maakt het mogelijk om een bestuurscommissie in te stellen ter behartiging van bepaalde belangen. Aangezien de portefeuillehouders gezondheidszorg geen deel meer kunnen uitmaken van het algemeen bestuur, wordt in deze regeling een bestuurscommissie publieke gezondheid en maatschappelijke zorg ingesteld. Het algemeen bestuur draagt alle bevoegdheden die zij heeft op het gebied van de GGD, dus niet de GHOR, over aan deze bestuurscommissie. Dit betekent, dat het algemeen bestuur ten aanzien van de GGD-taken geen bevoegdheden meer heeft. Hetzelfde geldt voor de taken op het gebied van veiligheid en brandweer, die worden overgedragen aan de commissie Openbare Veiligheid. Artikel 25, derde lid van de Wet gemeenschappelijke regelingen bepaalt dat het algemeen bestuur een aantal bevoegdheden niet mag overdragen aan de bestuurscommissie. Voor zover hier relevant betreft dit de bevoegdheid tot het vaststellen van de begroting en de jaarrekening van de VRK. Artikel 30: Samenstelling (dagelijks bestuur) De Wet gemeenschappelijke regelingen maakt het mogelijk dat anderen dan leden van het algemeen bestuur zitting hebben in het dagelijks bestuur, mits deze leden nooit de meerderheid in het dagelijks bestuur vormen. Door twee leden van de bestuurscommissie publieke gezondheid zitting te laten nemen in het dagelijks bestuur, wordt gewaarborgd dat de portefeuillehouders gezondheidszorg op een actieve manier betrokken blijven bij het besturen van de VRK in de meest brede zin van het woord en dat hun inbreng niet beperkt wordt tot zaken die uitsluitend de GGD betreffen. Artikel 32: Taken van het algemeen bestuur Naast de voorbereiding en uitvoering van de besluitvorming in het algemeen bestuur heeft het Dagelijks Bestuur tot taak de coördinatie van de agendering van de bestuurscommissie openbare veiligheid en de bestuurscommissie publieke gezondheid en maatschappelijke zorg. Het Dagelijks Bestuur draagt er daarbij vooral zorg voor dat de besluitvorming van de commissies niet de uitgangspunten en prioriteiten van de VRK als geheel doorkruisen. Het Dagelijks Bestuur heeft verder tot taak de externe representatie van de veiligheidsregio.Ook het beheer van de organisatie is de taak van het Dagelijks Bestuur, waarbij mandatering van het overgrote deel van de besluiten aan de directie uiteraard aan de orde is. Binnen het Dagelijks Bestuur worden diverse portefeuilles onderkend waar het gaat om de beheersverantwoordelijkheid.
Artikel 37: Taak (voorzitter) De voorzitter van het algemeen bestuur is de burgemeester die ingevolge de Politiewet 1993 is benoemd als korpsbeheerder. De voorzitter kan geschorst en ontslagen worden met toepassing van artikel 23 van de Politiewet 1993. Het algemeen bestuur wijst een van zijn leden aan die de voorzitter bij afwezigheid vervangt. De plaatsvervangend voorzitter is dus altijd een burgemeester. De voorzitter van het algemeen bestuur is levens voorzitter van het dagelijks bestuur. De voorzitter vertegenwoordigt de veiligheidsregio in en buiten rechte.
Artikel 38: Algemeen (secretaris) Wanneer de secretaris is verhinderd de vergaderingen van het algemeen bestuur of het dagelijks bestuur bij te wonen of de stukken te ondertekenen, wordt hij vervangen door een loco-secretaris. Artikel 39: Algemeen (de ambtelijke organisatie) Het tweede lid van dit artikel geeft aan dat de inrichting van de ambtelijke organisatie wordt geregeld in een organisatieverordening. De verordening regelt de positie van alle medewerkers van de VRK, inclusief de medewerkers van de meldkamer. De Wet veiligheidsregio's bepaalt, dat de directeur van de meldkamer wordt benoemd door het (algemeen) bestuur na overleg met het regionale college van politie. Voorts is het zo, dat de 'blauwe' functionarissen in de meldkamer in dienst zijn van de regiopolitie Kennemerland en de 'witte' functionarissen na de inwerkingtreding
van de WAZ in dienst zullen treden bij de regionale ambulancevoorziening. Dit kan de VRK zijn, maar ook een andere organisatie. Deze medewerkers vallen dus niet zonder meer onder de ambtelijke organisatie van de VRK. Aan deze groepen moet in de verordening apart aandacht worden besteed. Artikel 40: Directie en overige medewerkers De bedrijfscontroller wordt -net als de regionaal commandant van de brandweer en de directeur GGD- door het algemeen bestuur benoemd, geschorst en ontslagen. Vanwege zijn onafhankelijke positie in de organisatie moet hij aan het hoogste orgaan binnen de VRK verantwoording afleggen. Artikelen 41 tot en met 47 Deze artikelen vormen een aanpassing van de oude financiële bepalingen. Het beoogde doel is om meer structuur in de onderlinge taakverdeling aan te brengen. In de gemeenschappelijke regeling staat alleen wat niet op een lager niveau kan worden geregeld. Zo hoeven de algemene overkoepelende financiële beleidsregels van de veiligheidsregio niet in de regeling zelf te worden vermeld. Er kan worden volstaan met de bepaling dat het algemeen bestuur deze beleidsregels vaststelt, met een opsomming van de punten die in elk geval geadresseerd moeten worden in de beleidsregels. In de artikelen 42 en 45 staat 15 april als uiterste datum voor de toezending van de begroting respectievelijk het jaarverslag (de jaarrekening). Dit is een latere datum dan de datum van 1 april die in de 'oude' regeling van de VRK i.o. stond. De datum van 1 april blijkt in de praktijk echter niet haalbaar te zijn. Met een verschuiving naar 15 april komt een tijdige besluitvorming van de gemeenten niet in gevaar. In artikel 45 wordt gesproken over het jaarverslag. Het jaarverslag is een inhoudelijke en financiële verantwoording van de werkzaamheden van de VRK in het verslagjaar. Het jaarverslag omvat de jaarrekening zoals bedoeld in de Gemeentewet met de verantwoording op de exploitatie en de balans. Artikel 55 Inwerkingtreding en duur De datum van inwerkingtreding van de gemeenschappelijke regeling is binnen maximaal drie maanden na de inwerkingtreding van de Wet Veiligheidsregio's (artikel 76 Wvr).
Reglement
Bestuurscommissie publieke gezondheid en maatschappelijke zorg
Haarlem 2010
Overzicht vaststelling * 5 juli 2010
Vaststelling reglement bestuurscommissie publieke gezondheid en maatschappelijke zorg door het algemeen bestuur van de Veiligheidsregio Kennemerland.
REGLEMENT BESTUURSCOMMISSIE PUBLIEKE GEZONDHEID en MAATSCHAPPELIJKE ZORG
Het algemeen bestuur van de veiligheidsregio Kennemerland in vergadering bijeen op ..., gelet op het voorstel van het dagelijks bestuur van ...
overwegende dat; • het algemeen bestuur op ... heeft besloten een bestuurscommissie publieke gezondheid en maatschappelijke zorg in te stellen; • het algemeen bestuur heeft besloten om aan de bestuurscommissie publieke gezondheid en maatschappelijke zorg alle taken over te dragen op het gebied van de GGD zoals omschreven in artikel 10 van de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Kennemerland; • de bestuurscommissie publieke gezondheid en maatschappelijke zorg deel uitmaakt van het bestuur van de veiligheidsregio; • artikel 29 van de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Kennemerland bepaalt, dat het algemeen bestuur een reglement vaststelt met nadere bepalingen ten aanzien van de taken en bevoegdheden, de samenstelling alsmede de werkwijze van de bestuurscommissie publieke gezondheid en maatschappelijke zorg ;
gelet op: de Wet gemeenschappelijke regelingen en de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Kennemerland:
besluit:
het volgende reglement vast te stellen:
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1: Begripsomschrü vingen In dit reglement wordt verstaan onder: a. het algemeen bestuur: het algemeen bestuur van de veiligheidsregio; b. de bestuurscommissie: de bestuurscommissie publieke gezondheid en maatschappelijke zorg, een bestuurscommissie zoals bedoeld in artikel 25 van de Wet gemeenschappelijke regelingen, ingesteld door het algemeen bestuur; c. de brandweer: het onderdeel van de veiligheidsregio dat zich bezig houdt met de uitvoering van de brandweerzorg; d. het dagelijks bestuur: het dagelijks bestuur van de veiligheidsregio; e. de directeur GGD: de functionaris, tevens directeur GHOR en directeur publieke gezondheid, die leiding geeft aan de ambtelijke organisatie van de GGD en de GHOR; f. de gemeente(n): de aan de regeling deelnemende gemeente(n); g. de GGD: het onderdeel van de veiligheidsregio dat zich bezig houdt met de uitvoering van de publieke gezondheidszorg; h. de regeling: de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Kennemerland;
i. j.
de regionaal commandant van de brandweer: de functionaris die leiding geeft aan de ambtelijke organisatie van de brandweer de veiligheidsregio: het openbaar lichaam Veiligheidsregio Kennemerland;
Artikel 2: Bevoegdheid 1. De bestuurscommissie is bevoegd de belangen van de gemeenten te behartigen op het gebied van de taken van de GGD zoals bedoeld in artikel 10 van de regeling. Tevens behartigt de commissie de belangen van de meldkamer Ambulancezorg. 2. De bestuurscommissie fungeert als overlegplatform voor onderwerpen op het gebied van gezondheid, maatschappelijke zorg en jeugd voor zover deze het verzorgingsgebied van de deelnemende gemeenten gezamenlijk betreffen.
Artikel 3 : Verantwoording 1. De bestuurscommissie verschaft de gemeenten ongevraagd alle informatie die voor een juiste beoordeling van het door haar gevoerde en te voeren beleid nodig is. 2. De bestuurscommissie verstrekt de gemeenten desgevraagd schriftelijk binnen een maand de door een of meer leden van die raden verlangde inlichtingen. 3. De bestuurscommissie informeert het algemeen bestuur over de in de vorige leden bedoelde informatie en inlichtingen.
Artikel 4: Advies en informatie 1. De bestuurscommissie is bevoegd om ongevraagd aan de gemeenten advies te geven of voorstellen te doen die zij in verband met de uitvoering van haar bevoegdheden nodig acht. 2. De desbetreffende gemeente(n) delen op zo kort mogelijke termijn aan de bestuurscommissie mee of een advies of voorstel aanleiding is geweest tot het treffen van maatregelen. 3. De bestuurscommissie belegt tenminste eenmaal per jaar een informatieve bijeenkomst voor de gemeenten. 4. De bestuurscommissie informeert het algemeen bestuur over de in de vorige leden bedoelde adviezen en informatieve bijeenkomsten.
HOOFDSTUK 2 SAMENSTELLING EN WERKWITZE Artikel 5: De voorzitter De voorzitter van de commissie ondertekent alle stukken die de bestuurscommissie doet uitgaan.
Artikel 6: Secretaris 1. De bestuurscommissie benoemt, schorst en ontslaat een secretaris en stelt een instructie voor hem vast. 2. De secretaris is belast met de voorbereiding van de vergaderingen en de uitvoering van de besluiten van de bestuurscommissie. 3. De functie van secretaris is onverenigbaar met het lidmaatschap van de bestuurscommissie. 4. De secretaris is aanwezig bij de vergaderingen van de bestuurscommissie. 5. De secretaris ondertekent alle stukken die de bestuurscommissie doet uitgaan.
Artikel 7: Verantwoording De bestuurscommissie is verantwoording schuldig aan het algemeen bestuur. Zij brengt daartoe tenminste eenmaal per jaar verslag uit van de uitvoering van haar taken. Voorts verstrekt zij het
algemeen bestuur alle inlichtingen die het algemeen bestuur haar in dit verband vraagt over de uitvoering van de aan haar overgedragen taken.
HOOFDSTUK 3 SLOTBEPALINGEN Artikel 8: Openbaarmaking De bestuurscommissie draagt zorg voor de openbaarmaking van haar besluiten door de toezending van haar besluiten aan het algemeen bestuur.
Artikel 9: Inwerkingtreding Dit reglement treedt in werking op ...
Artikel 10: Overige 1. In alle gevallen waarin het bepaalde in dit reglement niet voorziet, beslist de bestuurscommissie. 2. Dit reglement wordt aangehaald als: Reglement bestuurscommissie publieke gezondheid en maatschappelijke zorg.
Reglement
Bestuurscommissie openbare veiligheid
Haarlem 2010
Overzicht vaststelling * 5 juli 2010
Vaststelling reglement bestuurscommissie openbare veiligheid door het algemeen bestuur van de Veiligheidsregio Kennemerland.
REGLEMENT BESTUURSCOMMISSIE OPENBARE VEILIGHEID
Het algemeen bestuur van de veiligheidsregio Kennemerland in vergadering bijeen op ..., gelet op het voorstel van het dagelijks bestuur van ...
overwegende dat: • het algemeen bestuur op ... heeft besloten een bestuurscommissie openbare veiligheid in te stellen; • het algemeen bestuur heeft besloten om aan de bestuurscommissie openbare veiligheid alle taken over te dragen op het gebied van de brandweer zoals omschreven in artikel 8 van de gemeenschap-pelijke regeling Veiligheidsregio Kennemerland; • het algemeen bestuur heeft besloten om alle taken van de GHOR over te dragen aan de bestuurscommissie openbare veiligheid; • de bestuurscommissie openbare veiligheid deel uitmaakt van het bestuur van de veiligheidsregio; • artikel 24 van de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Kennemerland bepaalt, dat het algemeen bestuur een reglement vaststelt met nadere bepalingen ten aanzien van de taken en bevoegdheden alsmede de werkwijze van de bestuurscommissie openbare veiligheid;
gelet op:
de Wet gemeenschappelijke regelingen en de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Kennemerland:
besluit:
het volgende reglement vast te stellen:
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1: Begripsomschrijvingen In dit reglement wordt verstaan onder: a. het algemeen bestuur: het algemeen bestuur van de veiligheidsregio; b. de bestuurscommissie: de bestuurscommissie openbare veiligheid, een bestuurscommissie zoals bedoeld in artikel 25 van de Wet gemeenschappelijke regelingen, ingesteld door het algemeen bestuur; c. de brandweer: het onderdeel van de veiligheidsregio dat zich bezighoudt met de uitvoering van de brandweerzorg; d. het dagelijks bestuur: het dagelijks bestuur van de veiligheidsregio; e. de directeur GGD: de functionaris, tevens directeur GHOR en directeur publieke gezondheid, die leiding geeft aan de ambtelijke organisatie van de GGD en de GHOR de gemeente(n): de aan de regeling deelnemende gemeente(n); f. GHOR: de geneeskundige hulpverleningsorganisatie in de veiligheidsregio; g. de GGD: het onderdeel van de veiligheidsregio dat zich bezig houdt met de uitvoering van de publieke gezondheidszorg;
h. de regeling: de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Kennemerland; i. de regionaal commandant van de brandweer: de functionaris die leiding geeft aan de ambtelijke organisatie van de brandweer; j . de veiligheidsregio: het openbaar lichaam Veiligheidsregio Kennemerland; Artikel 2: Bevoegdheid De bestuurscommissie is bevoegd: a. de belangen van de gemeenten te behartigen op het gebied van de taken van de brandweer zoals bedoeld in artikel 8 van de regeling; b. de belangen van de gemeenten te behartigen op het gebied van de taken van de GHOR; c. de belangen te behartigen met betrekking tot de meldkamer, voor zover het betreft brandweer en GHOR. De bestuurscommissie fungeert als overlegplatform voor onderwerpen op het gebied van veiligheid en brandweer voor zover deze het verzorgingsgebied van de deelnemende gemeenten gezamenlijk betreffen. Artikel 3: Bestuurscommissie publieke gezondheid en maatschappelijke zorg De bestuurscommissie betrekt de bestuurscommissie publieke gezondheid en maatschappelijke zorg op een in onderling overleg af te spreken wijze bij de uitvoering van die taken van de GHOR die het takenpakket betreffen van de bestuurscommissie publieke gezondheid en maatschappelijke zorg.
Artikel 4: Verantwoording 1. De bestuurscommissie verschaft de gemeenten ongevraagd alle informatie die voor een juiste beoordeling van het door haar gevoerde en te voeren beleid nodig is. 2. De bestuurscommissie verstrekt de gemeenten desgevraagd schriftelijk binnen een maand de door een of meer leden van die raden verlangde inlichtingen. 3. De bestuurscommissie informeert het algemeen bestuur over de in de vorige leden bedoelde informatie en inlichtingen.
Artikel 5: Advies en informatie 1. De bestuurscommissie is bevoegd om ongevraagd aan de gemeenten advies te geven of voorstellen te doen die zij in verband met de uitvoering van haar bevoegdheden nodig acht. 2. De desbetreffende gemeente(n) delen op zo kort mogelijke termijn aan de bestuurscommissie mee of een advies of voorstel aanleiding is geweest tot het treffen van maatregelen. 3. De bestuurscommissie belegt tenminste eenmaal per jaar een informatieve bijeenkomst voor de gemeenten. 4. De bestuurscommissie informeert het algemeen bestuur over de in de vorige leden bedoelde adviezen en informatieve bijeenkomsten.
HOOFDSTUK 2 WERKWIJZE Artikel 6: De voorzitter 1. De voorzitter ondertekent alle stukken die de bestuurscommissie doet uitgaan.
Artikel 7: Secretaris 1. De bestuurscommissie benoemt, schorst en ontslaat een secretaris en stelt een instructie voor hem vast. 2. De secretaris is belast met de voorbereiding van de vergaderingen en de uitvoering van de besluiten van de bestuurscommissie. 3. De functie van secretaris is onverenigbaar met het lidmaatschap van de bestuurscommissie.
4. De secretaris is aanwezig bij de vergaderingen van de bestuurscommissie. 5. De secretaris ondertekent alle stukken die de bestuurscommissie doet uitgaan.
Artikel 8: Verantwoording De bestuurscommissie is verantwoording schuldig aan het algemeen bestuur. Zij brengt daartoe tenminste eenmaal per jaar verslag uit van de uitvoering van haar taken. Voorts verstrekt zij het algemeen bestuur alle inlichtingen die het algemeen bestuur haar in dit verband vraagt over de uitvoering van de aan haar overgedragen taken.
HOOFDSTUK 3 SLOTBEPALINGEN Artikel 9: Openbaarmaking De bestuurscommissie draagt zorg voor de openbaarmaking van haar besluiten door de toezending van haar besluiten aan het algemeen bestuur.
Artikel 10: Inwerkingtreding Dit reglement treedt in werking op ...
Artikel 11: Overige 1. In alle gevallen waarin het bepaalde in dit reglement niet voorziet, beslist de bestuurscommissie. 2. Dit reglement wordt aangehaald als: Reglement bestuurscommissie openbare veiligheid.