|1
NIET ALLE ONDERNEMINGEN ZIJN COÖPERATIES. MAAR ALLE COÖPERATIES ZIJN WEL DEGELIJK ONDERNEMINGEN.
Toch is het geen onderneming zoals alle andere. Het verschil heeft te maken met haar manier van werken, met hoe ze haar winst aanwendt, met haar beheersstructuur en vooral met de doelstellingen en de waarden die ze wil uitdragen. De coöperatieve onderneming is een vereniging van personen, en niet van kapitaal. Personen die samenwerken
op basis van zelfhulp, solidariteit en democratie met de bedoeling om samen meer te bereiken dan ze alleen zouden kunnen. Een kenmerk van het coöperatief model is dat het geen dominante aandeelhouder kent, maar altijd zorg draagt voor een harmonieuze en evenwichtige verhouding tussen alle belanghebbenden.
MONDIAAL De Internationale Coöperatieve Alliantie
265
ORGANISATIES IN 96 LANDEN
EEN MILJARD VENNOTEN
EUROPA Cooperatives Europe
160.000 ONDERNEMINGEN VENNOTEN 123 MILJOEN
2|
100 MILJOEN
BANEN
5,4
MILJOEN
BANEN
Voor meer informatie: www.febecoop.be
Coöperaties in de wereld Volgens de Internationale Coöperatieve Alliantie is een coöperatie
"een autonome vereniging van personen, die vrijwillig samenwerken om te voldoen aan hun gemeenschappelijke economische, sociale en culturele noden en verwachtingen, en dat door middel van een onderneming waarvan de eigendom collectief is en het bestuur op een democratische manier wordt uitgeoefend."
Fotolia©Sunnystudio
De coöperatieve onderneming bestaat in alle maten en vormen en is actief in de meest uiteenlopende domeinen. Ze kan lokaal enkele mensen aan de slag houden, maar net zo goed voor duizenden banen zorgen. Ze produceert goederen of diensten, bedient klanten en maakt winst. Ze werkt met kennis van zaken en ze is zoals alle ondernemingen onderworpen aan de wetten van de markt.
De economie is vandaag in de hele wereld volledig gericht op de eisen van de markt. Van belang zijn competitiviteit, snel rendement en meerwaarde voor de aandeelhouders. De crisis legde de zwakheden van dat systeem bloot. Ze toonde ook aan dat traditionele ondernemingen, noch overheden een uitweg vonden. De tijd is rijp voor een ander, milieubewust, sociaaleconomisch model.
De coöperatieve onderneming is sterk verankerd in de reële economie; ze staat dicht bij de mens en ze biedt een concrete en geloofwaardige oplossing. Sinds de coöperatieve idee in de 19e eeuw het licht zag, komt ze tegemoet aan de klassieke noden van de samenleving, zoals gezondheidszorg, voeding of bank- en verzekeringsdiensten. aar ze werkt net zo goed aan nieuwe noden en behoeften die te maken hebben M met welzijn, duurzame mobiliteit, energie of tewerkstelling. De coöperatieve onderneming heeft bewezen dat het mogelijk is om wat economisch nodig is te verzoenen met wat de gemeenschap wil.
MAAR OOK EEN PRIORITEIT? Het coöperatief model is al een jaar of tien opnieuw aan een sterke opmars bezig, in België en in de hele wereld. De Verenigde Naties riepen 2012 uit tot het Internationaal Jaar van de Coöperatie. Maar ook de Europese Commissie en de Internationale Arbeidsorganisatie erkennen dat de coöperatie van het grootste belang is voor de economische en sociale ontwikkeling.
BELGIË
In België leefde de Nationale Raad voor de Coöperatie (NRC) op. Het succes van coöperatieve projecten en hun vertegenwoordigende structuren bewijst dat het grote publiek gelooft in het nut van een economie die in de maatschappij is verankerd.
27.000 500 VENNOOTSCHAPPEN ZIJN COÖPERATIEF 600 GEORGANISEERD MEER DAN
Voor meer informatie: www.febecoop.be
VENNOOTSCHAPPEN ZIJN OOK DOOR DE NATIONALE RAAD VOOR DE COÖPERATIE ERKEND ANDERE HEBBEN ZICH GEORGANISEERD ALS VENNOOTSCHAPPEN MET SOCIAAL OOGMERK
|3
DE COÖPERATIE MOET OP DE POLITIEKE AGENDA Onze bevraging leert dat elke partij het coöperatief model op haar manier interessant vindt. Ze leggen andere accenten en ze hebben vanuit hun visie een eigen kijk. Belangrijk is dat het model in ieder geval als een betrouwbare ondernemingsvorm wordt gezien, dat zijn plaats in het economische leven verdient. Dat het coöperatief model de economie dicht bij de mens en zijn leefomgeving brengt, trekt het vaakst de aandacht. De lokale verankering wordt belangrijk bevonden, net als de natuurlijke relatie met de principes van duurzame ontwikkeling en de verantwoordelijke rol van bedrijven in de samenleving.
Hoe zien de politieke partijen de coöperatieve economie in een ruimere context? Socialisten beklemtonen dat ze het coöperatieve gedachtegoed in hun genen meedragen. Het is een deel van hun geschiedenis. Ze leggen de nadruk op de economische stabiliteit van het model en zijn kracht van sociale innovatie. Voor de SP.A is de coöperatie een volwaardige partner in de weg naar een duurzame economie. "Samen ondernemen, samen bouwen aan sociale welvaart is een wezenlijk deel van onze ideologie." De PS stelt vast dat het coöperatief model aantoont dat een andere economie mogelijk is, een duurzaam economisch model dat een waardig alternatief is voor het individualisme van de kapitalistische wereld. De groenen zoeken in de coöperatie een antwoord voor hun zorg om het milieu en een leefbare omgeving. 4|
ECOLO denkt aan de lokale verankering en de creatie van banen die niet gemakkelijk kunnen worden gedelokaliseerd. "De mens is belangrijker dan het kapitaal." Groen benadrukt het belang van het coöperatief model in de strijd tegen armoede en uitsluiting en in de zorg voor sociale cohesie. Ook de christendemocraten beklemtonen dat de coöperatie een instrument van sociale cohesie kan zijn, in dienst van een economie die oog heeft voor de echte bekommernissen van de mensen. Ze moedigt participatie aan en zorgt voor een evenwicht tussen collectieve behoeften en individuele verzuchtingen. CD&V pleit voor een overheid die alleen optreedt waar nodig en die terugtreedt waar de samenleving zelf initiatief kan nemen. "Coöperaties zijn ook vaak voorloper op het vlak van maatschappelijk verantwoord ondernemen."
Voor meer informatie: www.febecoop.be
CDH hecht belang aan de band tussen producent en consument. De coöperatie zorgt ervoor dat werknemers participeren in het leven van de onderneming. Het gaat niet alleen om winst, maar ook om welzijn en persoonlijke genoegdoening. Volgens het FDF biedt de coöperatie een antwoord op de nood aan collectieve behoeften waaraan de overheid maar ten dele tegemoet komt.
MR vraagt om aandacht voor de coöperatie omdat mensen niet alleen werken om geld te verdienen. Het gaat deze partij in de eerste plaats om tewerkstelling.
De liberalen van hun kant zijn van mening dat het coöperatief model dezelfde kansen moet krijgen als andere ondernemingsvormen.
De N-VA deelt die mening.
OPEN-VLD wil het ondernemerschap in het algemeen stimuleren, zonder maatregelen toe te spitsen op één bepaalde organisatievorm zoals het coöperatief model.
De coöperatie?
VOOR FEBECOOP
Van dezelfde voordelen genieten als andere types ondernemingen.
is dat vanzelfsprekend.
Fotolia©Robhainer
Maar wat denken de politieke partijen?
Voor meer informatie: www.febecoop.be
Na 25 mei 2014 krijgen verkozenen de gelegenheid om een coöperatief model een actieve rol te geven in de overgang naar een meer menselijke en duurzame economie, die tegelijk toch performant blijft. De PS, SP.A, CDH en GROEN zien de coöperatie als een volwaardig economisch instrument. Voor het FDF en ECOLO heeft ze eerder een plaats in de sociale economie. Voor CD&V, MR, OPENVLD en N-VA is het een ondernemingsvorm zoals een andere. Wat mogen we de komende jaren van al die partijen verwachten?
|5
EEN OMGEVING DIE DE COÖPERATIEVE ONDERNEMING EEN KANS GEEFT Het reglementaire kader waarbinnen ondernemingen zich bewegen, is geschreven op maat van de traditionele ondernemingsvormen. Dat remt de ontwikkeling van coöperatieve ondernemingen, die nu functioneren in een omgeving die hun eigenheid niet naar waarde schat. Het is daarom van het grootste belang dat coöperatieve vennootschappen worden erkend als volwaardige spelers in het economische veld.
Wat stelt FEBECOOP concreet voor?
“Coöperaties kunnen een cruciale rol spelen bij het realiseren van de EU2020 doelstellingen, als het gaat om het bestrijden van armoede, sociale uitsluiting, klimaatdoelstellingen en een omschakeling naar een duurzamere economie.”
Bovenal dat overheden rekening houden met de eigenheid van de coöperatieve onderneming.
Op Europees vlak: Een strategisch plan waarbij de actoren door middel van specifieke werkgroepen in de schoot van het Europese Parlement worden betrokken. Een erkenning van de principes en waarden van de coöperatieve onderneming in de wetgeving van de lidstaten. De opheffing van maatregelen die de werking van ondernemingen in bepaalde sectoren (zoals farmacie, de financiële sector, hernieuwbare energie) belemmeren vanwege het coöperatieve karakter van hun activiteit.
GROEN
Op federaal vlak:
Fotolia©Yuryimaging
Een aanpassing van de wet op de coöperatieve vennootschappen.
6|
Een wettelijk kader voor de werknemerscoöperaties, waaraan ook fiscale voordelen verbonden zijn die het mogelijk maken dat er voldoende eigen vermogen wordt opgebouwd om toe te laten dat de onderneming groeit zonder dat ze een beroep moet doen op kapitaal van buitenaf; een herziening van het systeem waarmee een deel van de opbrengst aan de werknemers kan worden uitgekeerd, in combinatie met belastingvoordelen om de financiële participatie van werknemers te bevorderen; een verduidelijking van de regelgeving in verband met het sociaal statuut van werknemers die een substantieel aandeel van de onderneming in handen hebben. Voor meer informatie: www.febecoop.be
Fotolia©Sundikova
Een versterking van de rol van de Nationale Raad voor de Coöperatie. De NRC is een adviesorgaan verbonden aan het federale ministerie van Economie, dat coöperatieve ondernemingen erkent die werken volgens de coöperatieve waarden en beginselen. Hij is nu onvoldoende uitgerust om zijn opdracht naar behoren te kunnen vervullen. Als een representatief platform van de sector en adviesraad moet de NRC voldoende middelen krijgen en moet hij ook systematischer worden geconsulteerd over alles wat met coöperaties te maken heeft en alle kwesties die invloed hebben op de coöperatieve ontwikkeling. De NRC moet ook een meer sturende functie krijgen als het om de erkenning en de opvolging gaat van vennootschappen die voor het coöperatieve statuut kiezen.
Op regionaal vlak: Een decretaal kader dat de eigenheid van de coöperatieve onderneming erkent en de verdere ontwikkeling mogelijk maakt en dit zowel in de breedte als in de diepte.
Een hervorming van de wet op de coöperatieve vennootschappen In België steunt het voornaamste van wat er op het vlak van coöperatieve ontwikkeling gebeurt op het statuut van de Coöperatieve Vennootschap met Beperkte Aansprakelijkheid (CVBA). Dit juridische vehikel garandeert echter niet dat de onderneming echt een coöperatief karakter heeft. Het statuut is wel soepel, maar legt geen voorwaarden op met betrekking tot de principes die het verondersteld wordt om uit te dragen. Het wordt meer om praktische redenen dan om zijn waarden gekozen: van alle 27.000 coöperatieve ondernemingen kunnen er maar 1.500 als "echte" coöperaties worden geïdentificeerd. De hervorming van dit regelgevende kader is een prioriteit, om het te laten samenvallen met het ondernemingsmodel dat het zou moeten uitdragen. Febecoop vraagt een wettelijk kader dat een basis moet zijn voor een ware coöperatieve identiteit: een nieuwe wet op de coöperatieve vennootschap die de beginselen van de Internationale Coöperatieve Alliantie en de waarden waarop het coöperatief model steunt, omarmt: zelfhulp, eigen verantwoordelijkheid, democratie, billijkheid, solidariteit,… die het collectieve karakter van het coöperatieve project bevestigt, die verzekert dat er geen meerderheidsaandeelhouder is, het stemrecht in de vennootschap en de kapitaalvergoeding beperkt en de winstuitkering regelt, die van toepassing is op alle vormen van coöperaties en rekening houdt met hun specifieke kenmerken: verbruikerscoöperaties, producentencoöperaties, gemengde coöperaties, werknemerscoöperaties van het "SCOP"type,… Voor meer informatie: www.febecoop.be
|7
Wat stellen partijen concreet voor? Op Europees vlak:
Op federaal vlak:
Alle partijen zijn het er om te beginnen over eens dat de coöperatie op gelijke voet met andere ondernemingen moet kunnen werken.
Wat de hervorming van de coöperatieve vennootschap betreft. De PS, SP.A, ECOLO, GROEN, CDH en het FDF zijn het met Febecoop eens dat de wetgeving moet aangepast worden. Er is in grote lijnen overeenstemming over een wettelijk kader dat coöperatieve principes integreert en de coöperatieve vennootschap op die manier onderscheidt van andere vormen van vennootschappen.
GROEN, ECOLO, de PS en SP.A gaan verder. GROEN verwijst naar het rapport van Sven Giegold in het Europees Parlement, dat voorstelt dat lidstaten een overzicht zouden maken van de best practices. Als het gaat om openbare aanbestedingen, staatssteun, belastingen en industrieel beleid moet het opereren van coöperaties worden vergemakkelijkt. De meeste partijen onderstrepen dat coöperatieve ondernemingen dezelfde toegang moeten hebben tot alle instrumenten, fondsen en programma’s voor steun aan het bedrijfsleven als andere vormen van ondernemerschap. Dat veronderstelt ook een erkenning van haar specifieke kenmerken. SP.A, GROEN en ECOLO stellen de oprichting van werkgroepen voor, die de Europese politiek moeten coördineren. ECOLO, GROEN en MR geloven dat de Europese coöperatieve vennootschap een nuttig instrument kan zijn. GROEN denkt aan het verbeteren en verstevigen van het Europees statuut voor coöperaties. MR wil het werk van Europese coöperatieve vennootschappen aanmoedigen.
8|
De SP.A en de PS herinneren eraan dat ze een wetsvoorstel indienden om de wet van 1991 op de coöperatieve vennootschappen te wijzigen. Zegt de PS: "Wij willen het respect voor de waarden en de normen, voor de individuele en collectieve verantwoordelijkheid, democratisch beheer, gelijkheid, billijkheid en solidariteit zoals gedefinieerd door de Internationale Coöperatieve Alliantie in de wet verankeren." De collectieve dimensie van het ondernemingsproject, het opzetten van een democratisch beheer, het uitklaren van de aanwending van winsten moeten versterkt worden. CDH pleit voor een juridisch statuut dat duidelijk maakt dat gebruikers en werknemers samen vorm en inhoud moeten kunnen geven aan de ontwikkeling van de coöperatie. Socialisten, groenen en CDH zien uit de hervorming van de NRC en de Vennootschappen met Sociaal Oogmerk een nieuw wettelijk kader ontstaan. SP.A: "Als de coöperatieve wetgeving wordt aangepast, krijgt de NRC een belangrijke ondersteunende functie te vervullen." CD&V wil er over waken dat het wetgevend werk trouw blijft aan de karakteristieken van de coöperaties en hen niet hindert in hun activiteiten. "Het is evident dat we de wetgeving op de coöperatieve vennootschappen moeten aanpassen waar dat nodig is."
Voor meer informatie: www.febecoop.be
Coöperaties helpen om een duurzame economie uit te bouwen die (sociale) welvaart met zich meebrengt en waar de samenleving opnieuw grip op krijgt. Als volwaardige partner in de economie moeten coöperaties de kansen krijgen die ze verdienen. Onze partij heeft dan ook duidelijke prioriteiten op Vlaams (onderwijs) en federaal (wetgeving) niveau." SP.A
"Ecolo verdedigt het principe van de overname van ondernemingen door hun werknemers in coöperatieve structuren; een ideaal scenario omdat werknemers hiervoor het best geplaatst zijn." ECOLO
Wat het model van de werknemerscoöperaties en de overname van ondernemingen door hun werknemers betreft. De christendemocraten waarschuwen dat deze oplossing geen wondermiddel is, maar een optie. De socialisten vinden dat werknemers de kans moeten hebben om een onderneming over te nemen onder de vorm van een coöperatie, zonder dat ze daarbij hun statuut van loontrekkende verliezen. MR stelt voor dat werknemers collectief hun onderneming kunnen overnemen met de inbreng van de ontslagvergoedingen, waarop ze recht zouden hebben als het bedrijf sluit. GROEN en ECOLO dachten recent al na over een wettelijk statuut naar het voorbeeld van een participatieve coöperatieve vennootschap voor bedrijfsovernames door werknemers, onder meer onder de vorm van een coöperatie. Dat statuut zou een specifiek regime kennen voor bestuurders van KMO’s die met pensioen gaan en die hun bedrijf overlaten aan hun werknemers.
Op regionaal vlak: SP.A in Vlaanderen en PS, ECOLO en CDH in Wallonië beloven dat ze aandacht zullen hebben voor de coöperaties in het kader van de regionale decreten met betrekking tot de sociale economie. CDH wil specifieke actie om de ontwikkeling van het coöperatief model binnen de sociale economie zelf te bevorderen.
Voor meer informatie: www.febecoop.be
|9
MAATREGELEN OM DE GROEI VAN DE COÖPERATIE TE ONDERSTEUNEN Wat stelt FEBECOOP concreet voor? Vennootschappen die voor een coöperatief model kiezen, verbinden er zich toe om de principes en waarden van dat model na te leven. Andere vennootschapsvormen hebben die verplichting niet. Febecoop vindt dat de keuze voor het coöperatief model moet worden aangemoedigd en ondersteund met aangepaste maatregelen. Die steun wordt zeker noodzakelijk indien een nieuw wettelijk kader van de coöperatieve vennootschap van kracht zou worden.
Het coöperatief model heeft een natuurlijke rol in sectoren die begaan zijn met maatschappelijke noden en duurzame ontwikkeling. Febecoop denkt daarom dat het beleid op elk niveau met dat potentieel rekening moet houden. Op Europees vlak: Een plaats geven aan het coöperatieve model in de sectoriële ontwikkelingsprogramma’s en een aanpassing van de financieringsinstrumenten.
Op federaal vlak: Parallel met het nieuwe wettelijke kader van de coöperatieve vennootschap denkt Febecoop aan fiscale maatregelen om de ontwikkeling van coöperatieve ondernemingen te stimuleren. Coöperaties die het principe van de ondeelbare reserve toepassen, moeten van een bijzonder fiscaal statuut kunnen genieten voor de niet-uitgekeerde winst die wordt ingeschreven bij de reserves.
Op regionaal vlak: Steun voor wetenschappelijk onderzoek dat innovatie en het lanceren van nieuwe projecten wil stimuleren. Coöperaties moeten toegang krijgen tot de bijzondere middelen die voor de sociale economie worden bestemd. En moeten kunnen beroep doen op speciale fondsen om nieuwe marktniches van groeikapitaal te kunnen voorzien. 10|
Voor meer informatie: www.febecoop.be
"We willen de ondersteuning aan coöperatieve niches zoals hernieuwbare energie, collectieve mobiliteit, welzijn, kinderopvang, wonen etc. in de volgende legislatuur verder uitbreiden."
Wat stellen de partijen concreet voor? SPECIFIEKE INSTRUMENTEN: ECOLO: Steun aan de adviesbureaus voor een stabiele en voldoende financiering PS: Toekennen van innovatiesteun ter ontwikkeling van de SCOP’s (werknemerscoöperaties).
SP.A
GROEN: Steun voor onderzoek en ontwikkeling
"Coöperaties en sociale economie worden door het beleid al te vaak verengt tot vehikels voor het creëren van tewerkstelling voor mensen uit de kansengroepen. Uiteraard zijn deze ondernemingen uitstekende instrumenten voor maatschappelijke integratie. Toch mogen ze niet vernauwd worden tot die ene activiteit." FDF
"Coöperaties zijn een volwaardig middel om economische ontwikkeling te stimuleren. Hun bestaan verdient een structurele en lineaire ondersteuning vanuit de overheid, overeenkomstig de overige legale instrumenten die bijdragen tot economische ontwikkeling."
SP.A: De oprichting van een kenniscentrum Coöperatief Ondernemen Vlaanderen
SECTOREN: De partijen erkennen dat coöperaties een rol kunnen spelen in sectoren zoals hernieuwbare energie, collectieve mobiliteit, welzijn, kinderopvang, wonen,... De SP.A steunt lokale coöperaties in deze sectoren waarin gemeenten en steden of inwoners van steden, wijken of dorpen als vennoten optreden. CDH onderstreept het belang van coöperaties in de landbouw.
FISCALE STIMULANSEN: ECOLO vraagt een significante verhoging van het belastingvrije dividend van erkende coöperatieve vennootschappen en Vennootschappen met Sociaal Oogmerk. OPEN-VLD, CD&V en N-VA willen geen enkele vennootschapsvorm bevoordelen tegenover de andere. Ze vinden dat de voordelen verbonden aan de erkenning door de NRC volstaan. ECOLO gaat resoluut vor de sociale economie en wil vooral fiscale maatregelen die Vennootschappen met Sociaal Oogmerk vooruit helpen.
NVA Voor meer informatie: www.febecoop.be
|11
"De coöperatie komt tegemoet aan de wens van velen om de band tussen initiatiefnemer en investeerder(s) te versterken, om projecten en ondernemingen lokaal te kunnen verankeren en de participatie van rechtstreeks betrokkenen te verhogen, alsook voor het opzetten van projecten met een horizon op lange termijn."
CDH gaat weliswaar niet zover, maar verdedigt wel een steun aan bedrijven in functie van hun finaliteit en hun sociale impact.
CD&V
TOEGANG TOT DE FINANCIËLE MARKT:
"Wij willen van crowdfunding een volwaardig alternatief financieringsmiddel maken voor ondernemingen."
De partijen zijn het erover eens dat deze factor cruciaal is voor elke onderneming. Door de lokale verankering en de nabijheidspolitiek van coöperaties leggen verschillende partijen een band met het lokale spaarwezen.
OPEN -VLD
"In het kader van het maatwerkdecreet willen we verder specifieke acties voorzien om de ontwikkeling van coöperaties verder te versterken." GROEN
12|
PS en SP.A spreken zich niet expliciet uit. N-VA wil alle KMO’s aanmoedigen om hun eigen vermogen te versterken. De partij stelt daarom voor om winst die in de vennootschap blijft deels vrij te stellen van belastingen, tot op het ogenblik dat de winst wordt uitgekeerd.
ECOLO meent dat coöperaties een rol kunnen spelen in het proces om spaargeld voor dat doel vrij te maken. Andere partijen denken aan het fenomeen crowdfunding als een geschikt instrument om coöperaties te financieren. De PS stelt voor om coöperaties te steunen door ze gemakkelijker toegang te geven tot het financieringskanaal van Sowecsom, de Waalse maatschappij voor sociale economie. En voor GROEN moeten, in Vlaanderen, de financierings- en innovatiemiddelen meer toegankelijk worden gemaakt voor coöperatieve ondernemingen. Het FDF vindt dat overheden een actieve rol moeten spelen om beginnende ondernemingen te helpen, dat ze de nodige diensten ter beschikking van de ondernemende burger moeten stellen.
Voor meer informatie: www.febecoop.be
PROMOTIE VAN HET ONDERNEMERSCHAP EN INTEGRATIE VAN HET COÖPERATIEF MODEL IN HET ONDERWIJS Op een moment dat de crisis hen hard treft, tonen jongere generaties een toenemende belangstelling voor alternatieve modellen van ondernemerschap zoals de coöperatie. Die belangstelling kregen ze zeker niet mee op school. Daar is alleen aandacht voor het traditionele ondernemingsmodel. De coöperatieve formule is weinig of niet gekend. Toekomstige ondernemers hebben daarom nood aan informatie, goede raad en aangepaste steun.
Wat stelt FEBECOOP concreet voor? Op Europees vlak: Dat de Europese Commissie erop moet toezien dat de lidstaten het coöperatieve ondernemersmodel aan bod laten komen in hun onderwijsprogramma’s. Dat er wordt voorzien in uitwisselingsprogramma’s en in vorming. Dat er in Brussel een Europese Business School wordt opgericht voor coöperatieve ondernemers.
Op vlak van gewest en gemeenschap: Oprichting van regionale kenniscentra om het coöperatief model te promoten en om notarissen, revisoren, advocaten, leerkrachten en onderzoekers alle technische en ethische informatie te verstrekken. Sensibilisering voor het model in het lager onderwijs. Lessen in het secundair en hoger onderwijs. Promotiecampagnes om de ondernemingsgeest te stimuleren, waarbij ook de nadruk wordt gelegd op de waarden van solidariteit, verantwoordelijkheid en democratie die de coöperatie hoog in het vaandel draagt.
Voor meer informatie: www.febecoop.be
|13
Wat stellen partijen concreet voor? Alle partijen zien de noodzaak om het ondernemerschap te bevorderen. Ze steunen het voorstel van Febecoop om het coöperatief model een plaats te geven in het onderwijs, zeker aan hogescholen en universiteiten en meer bepaald in het programma van de economische en commerciële richtingen. De meest overtuigde partijen willen in de eerste plaats actie ondernemen op het regionale niveau, dat hiervoor bevoegd is. Vooral de doordachte visie van de Vlaamse socialisten op dit punt valt op. Ze stellen in Vlaanderen de oprichting voor van een kenniscentrum om best practices uit te wisselen, promotie te voeren, raad te geven en te werken aan een toenadering tussen het onderwijs en het coöperatieve ondernemerschap. De SP.A pleit daarom ook voor de introductie van het coöperatief model vanaf het secundair onderwijs, het opzetten van een MBA-programma gewijd aan de coöperatieve onderneming en zelfs het toekennen van een specifiek label.
14|
Voor meer informatie: www.febecoop.be
Samen een project opzetten
De PS wil de coöperatieve dimensie opnemen in de bestaande middelen om het ondernemerschap te promoten, er over te informeren en mensen te vormen. Leerkrachten moeten een basiskennis hebben van wat een onderneming is en wat ondernemerschap voorstelt. Een concreet idee is om in het secundair onderwijs met groepsprojecten te werken, om zo de eerste coöperatieve reflexen aan te leren.
"Wij willen leerlingen sensibiliseren voor de verschillende vormen van coöperatief ondernemerschap en zijn waarden; wat ook hun studierichting is."
Fotolia©Yuryimaging
PS CD&V is voorstander van meer promotie, maar binnen een evenwichtig verhaal. CDH denkt aan één contactpunt voor alle ondernemingsvormen. In Wallonië zou de Agence de Stimulation Economique opgaan in een agentschap voor onderneming en innovatie, dat in zijn missie ook duidelijk steun aan het coöperatief model moet opnemen.
"Vaak is het niet alleen een theoretische onderbouw die onze jongeren nodig hebben maar ook praktische kennis om bijvoorbeeld een gezamenlijk project op te kunnen zetten." CDH
Voor meer informatie: www.febecoop.be
|15
ONS OPZET Febecoop heeft de opdracht om de coöperatieve onderneming te verdedigen, te promoten en te ontwikkelen.
De organisatie is nu 40 jaar actief in België en daarbuiten. Ze verzamelde in die tijd een schat aan ervaring en expertise, in dienst van de coöperatieve wereld en de sociale economie in de drie gewesten.
"We moeten er het publiek nog meer warm voor maken, dat de coöperatie een ondernemingsmodel is dat op waarden steunt en op grote schaal kan werken. We moeten er het publiek van overtuigen dat de coöperatie een ondernemingsvorm van deze tijd is, die een moderne samenleving vooruit kan helpen. We moeten wie politieke verantwoordelijkheid draagt daarvan overtuigen." Charles Gould, directeur van de Internationale Coöperatieve Alliantie - 2012.
Aan de vooravond van de verkiezingen wil Febecoop de aandacht van de politieke partijen op het coöperatief model trekken. Niet alleen door ze een memorandum aan te bieden, maar ook door ze te vragen naar hun visie op het coöperatieve ondernemerschap. De vragenlijst behandelde drie grote thema’s: de creatie van een omgeving die de specificiteit van het model erkent, de noodzaak aan bijzondere maatregelen om de ontwikkeling van het model te steunen en de plaats van het coöperatieve ondernemerschap in het onderwijs en in campagnes die ondernemerschap in het algemeen promoten. Van de partijen die begin maart werden gecontacteerd, verkoos alleen PVDA+ PTB om niet deel te nemen. De partij beriep zich daarvoor op een gebrek aan middelen en personeel. De grote lijnen van de rondvraag vindt u terug in deze brochure. Voor de meer volledige antwoorden op alle vragen, verwijzen we naar onze website: www.febecoop.be
VERANTWOORDELIJKE UITGEVER: William JANSSENS DESIGN: PHENYX43 OMSLAGFOTO: Fotolia©Sunnystudio Brussel, april 2014
16|
Barricadenplein 1 1000 Brussel 02 500 53 14
[email protected]