23-Oct-14
Vlak
As
Frontaal
Sagitale
Beweging
Gym
Ab-adductie Radslag Latero flexie Ulnair-radiaal deviatie Elevatie-depressie Sagitaal Frontale Flexie-extensie Salto Transversale Ante-retro flexie Dorsaal flexie Palmair-plantair flexie Protracie-retractie Anteversie-retroversie Transversaal Longitudinale Rotatie (torsie) Pirouette Endo-exorotatie
1) A) B) C) D)
Welke onderdelen doen mee aan de vorming van het kniegewricht? Femur, tibia, fibula Femur, tibia, patella, discus articularis Femur, tibia, patella, menisci articularis Femur, tibia, fibula, patella, menisci articularis
Vragen les 8
2) Welke kenmerken vertonen de laterale en mediale meniscus in het art genus? A) De laterale meniscus is vergroeid met het ligamentum collaterale fibulare B) De laterale meniscus maakt een grotere cirkelvorm dan de mediale meniscus C) De mediale meniscus is minder verplaatsbaar dan de laterale meniscus D) De mediale meniscus is van voren even breed als van achteren 3) Welke uitspraken ten aanzien van de menisci is juist? A) Beide menisci liggen los van het kapsel B) Beide menisci zijn vlakke kraakbeenschijven C) De laterale meniscus is kleiner dan de mediale D) De laterale meniscus is minder beweeglijk dan de mediale 4) Welke beenderen doen mee aan de vorming van het bovenste sprong gewricht A) Distale delen van tibia en fibula B) Malleolus medialis en lateralis C) Tibia, fibula, en talus D) Tibia, fibula en calcaneus
1
23-Oct-14
5) Het art Genus biedt door spieractiviteiten mogelijkheid tot: A) flexie/extensie en ab/adductie B) Flexie/extensie en rotatie C) Flexie/extensie, rotatie en ab/adductie D) Uitsluitend flexie/extensie
8
6) Waardoor wordt hyperextensie van het kniegewricht vooral beperkt? A) Banden B) Bot C) Menisci D) Spieren 7) De endorotatie van het onderbeen in het art Genus wordt geremd door: A) Ligamentum collaterale tibiale B) Ligamentum collaterale fibulare C) Ligamentum patellae D) Kruisbanden 8) De menisci uit het kniegewricht bestaan voornamelijk uit: A) Beenweefsel B) Hyalien kraakbeen C) Vezelig kraakbeen D) Vezelig bindweefsel
9) I Bij extensie knie worden de collaterale banden aangespannen II Bij flexie knie worden de collaterale banden aangespannen A) I en II zijn juist C) Alleen I is juist B) I en II zijn onjuist D) Alleen II is juist
8
10) Tot de functie van de menisci in het kniegewricht behoort: I Bescherming van de kraakbenige gewrichtsoppervlakken II Opheffen van de discongruentie A) I en II zijn juist C) Alleen I is juist B) I en II zijn onjuist D) Alleen II is juist 11) I De mediale meniscus zit vast aan het kapsel II De menisci zitten vast op het femur A) I en II zijn juist C) Alleen I is juist B) I en II zijn onjuist D) Alleen II is juist 12) I Het bovenste spronggewricht is een functioneel kogelgewricht II Dorsaal flexie in het bovenste sprong gewricht wordt benig geremd III Het ligamentum collaterale mediale is sterker dan het lig collaterale laterale A) I en II zijn juist C) Alleen II is juist B) I en III zijn onjuist D) Alleen II en III zijn juist
2
23-Oct-14
Rotatie Homo en hetero lateraal • HOMO- laterale rotatie: -Lichaam draait naar kant waar spier zelf ook zit: draait naar dezelfde kant -Spino-transversale systeem van erector trunci -Musculus Obliquus internus abdominis • HETERO- laterale rotatie: -Lichaam draait naar andere kant dan waar spier zit -Transverso-spinale systeem van erector trunci -Musculus Sternocleidomastoideus (linker SCM geeft rotatie hoofd naar rechts) -Musculus Obliquus externus abdominis
Dorsale spieren van de romp • M Erector trunci • M Quadratus Lumborum • M Sternocleidemastoideus Insertie; Craniaal Origo; Caudaal
Bewegen : Insertie naar Origo
3
23-Oct-14
Musculus Erector trunci/Erector spinae: 1 Aantal spieren samen M Erector spinae; allen samen in 1 fascie; de Fascia thoracolumbalis. Van Sacrum, crista iliaca tot achterhoofd linea nuchea Interspinale systeem Extensie wk, stabilisatie wk Kyfose-, Lordose+ Intertransversale systeem Extensie Lateroflexie (enkelzijdig) Stabilisatie (dubbelzijdig)
Musculus Erector trunci/Erector spinae: 2 Transverso- spinaal Hetero-laterale rotatie
Stabilisatie
Spino-transversaal Homo-laterale rotatie Lateroflexie, retroflexie, stabilisatie; hoofd + CWK Links rotatie; re trans-spinaal + li spin-transversaal
4
23-Oct-14
M Erector trunci/spinae: 3 • Extensie Retroflexie • Lateroflexie (1zijdig) • Stabilisatie(dubbelzijdig)
M Quadratus Lumborum O: Crista iliaca I: Costa XII (12) en Proc transversus van L1-L3 F: Vormt de achterste buikwand Lateroflexie bij enkelzijdige contractie Stabilisatie bij dubbelzijdige contractie
5
23-Oct-14
Musc Sterno-cleido-mastoideus O: Caput Mediale: voorzijde manibrum sterni Caput Laterale: Mediaal derde deel clavicula I: (Omgeving van) Processus mastoideus F: 1zijdig: Heterolaterale rotatie, latero flexie hoofd 2zijdig: Retroflexie hoofd, hulpademhalingsspier
Ventrale spieren van de romp -
M Scaleni M Intercostali externi M Intercostali interni M Diaphragma M Transversus Abdominis M Obliquus internus Abdominis M Obliquus externus Abdominis M Rectus Abdominis
O: Craniaal I: Caudaal
Caudale insertie beweegd naar craniale origo
6
23-Oct-14
M Scaleni • • •
Scalenus Anterior Scalenus Medius Scalenus Posterior
O: Processus transversus vertebrae cervicalis I: Costa I en Costa II F: 1zijdig; Lateroflexie CWK, elevatie costa 2zijdig; Stabilisatie, rustige inademing
M Intercostalis externus O: Onderrand rib I: Bovenrand van onderliggende rib
Vezelverloop van lateraal boven naar mediaal onder F: Elevatie ribben; vergroten van borstkasinhoud Inspiratie spieren: inademingsspieren
7
23-Oct-14
M Intercostalis internus O: Onderrand van de ribben I : Bovenrand van onderliggende rib
Vezelverloop van mediaal boven naar lateraal onder F: Depressie ribben: verkleinen borstkasinhoud Expiratie spieren: uitademingsspieren
M Diaphragma O: Sternum, ribben, Lumbale wervelkolom I: Centrum tendineum, pezig centrum F: Contractie geeft inademing, relaxatie uitademing Buikholte:diafragma bovenkant, bekkenbodem onderkant
8
23-Oct-14
Buikspieren 3
2
1
4
1:M Transversus Abdominis, diepste=dwars O: Kraakbeen rib 6-12, Fascia thoraco-lumbalis, crista iliaca, ligamentum inguinale (liesband) I : Linea alba F: Ondersteunen buikingewanden, expiratie
9
23-Oct-14
2:M obliquus internus abdominis O: Fascia thoracolumbalis, crista iliaca, Laterale deel ligamentum inguinale(lies) I : Schede (fascia) van rectus abdominis Binnenzijde onderste 3 ribben F: Anteflexie wervelkolom Homolaterale rotatie wervelkolom Retroversie van het bekken
3:M Obliquus externus abdominus O: Buitenvlak van de onderste 8 ribben I: Crista iliaca, Linea alba (pezig deel tussen 2 spieren) Ligamentum inguinale F: Flexie wervelkolom Heterolaterale rotatie wk
10
23-Oct-14
4: M Rectus abdominus O: Processus Xiphoideus, Kraakbeen rib 5-6-7 I : Bovenrand os pubis F: Flexie wervelkolom
11