2015

Basisschool St. Jozef 5854 ES Nieuw Bergen Tel: 0485-341248

Brinno. 05FX

Schoolplan 2011/2015 Vanuit de eigen kracht

Inhoudsopgave Hoofdstuk 1

Voorwoord...............................................................Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.

Hoofdstuk 2

De opdracht van de school. ............................................................................................ 1 Missie - visie SKBO Stichting Katholiek Basisonderwijs Bergen:.................................... 1 Een stichting in balans! .................................................................................................. 1 WSNS visie ..................................................................................................................... 2 Zorg in beeld SWV Bergen-Gennep-Mook..................................................................... 5 Project thuisnabij passend onderwijs voor hoogbegaafde kinderen 2011-2014.......... 5 Externe ontwikkelingen ................................................................................................. 7 Interne sterkte - zwakte analyse.................................................................................... 8 Kenmerken leerling-populatie en gevolgen voor de school........................................ 10 Beleidsvoornemens op hoofdlijnen............................................................................. 12

Hoofdstuk 3

Onderwijskundige vormgeving van ons onderwijs....................................................... 14 Huidige stand van zaken / Evaluatie schoolplan 2007-2011 ...................................... 14 Waar willen we naar toe, doelen................................................................................. 15

Hoofdstuk 4

Gevolgen voor de ontwikkeling van ons personeel...................................................... 19

Hoofdstuk 5

Gevolgen voor de overige beleidsterreinen ................................................................. 22 Financieel ..................................................................................................................... 22 Materieel ..................................................................................................................... 22 Relationeel ................................................................................................................... 23

Hoofdstuk 6

Onze zorg voor kwaliteit............................................................................................... 24 Kwaliteitszorg binnen de scholen van SKBO Bergen : ‘De cirkel rond’........................ 24 Hoe gaan we de gewenste situatie realiseren? ........................................................... 25

Hoofdstuk 7

Onze organisatie ........................................................................................................... 29 Intern ........................................................................................................................... 29 Extern........................................................................................................................... 30

Bijlage 1.

Strategisch beleidsplan.................................................................................................. 34

Bijlage 2.

Overzicht gebruikte methode’s ....................................................................................... 8

1

Voorwoord.

Hierbij treft u het door het bevoegd gezag van onze school vastgestelde schoolplan aan. De inhoud is gebaseerd op een analyse van een inschatting van de omgevingsfactoren die van invloed zijn op de school , analyses van ouder- en leerling-enquêtes en op een interne analyse waarin we de sterke en minder sterke punten van onze school beschreven hebben. Bij het maken van het schoolplan streefden wij naar het maken van een compact en doorzichtig managementinstrument; een instrument dat aan de ene kant duidelijkheid verschaft over de regels en afspraken die wij op onze school hanteren en aan de andere kant aangeeft waar onze verbeterpunten voor de komende vier jaar liggen. Het strategisch beleidsplan de SKBO 2010-2014 is hierbij uitgangspunt. Daarmee is het schoolplan een intern instrument in het kader van onze eigen schoolontwikkeling en extern (bevoegd gezag, inspectie) een verantwoordingsdocument. Het schoolplan in deelplannen Ons schoolplan bestaat uit de volgende deelplannen: •

Meerjarenbeleidsplan

•

Jaarplan

•

Jaarverslag

•

Organisatie

Ons schoolplan heeft de volgende functies: •

Kwaliteitsdocument

•

Planningsdocument

•

Verantwoordingsdocument

De functies zijn uitgewerkt in de deelplannen: •

Kwaliteitsdocument In het meerjarenbeleidsplan beschrijven we onze visie voor een periode van 4 jaar. Op hoofdlijnen geven we aan hoe we onze visie willen realiseren. Bovenschools is hiervoor ook een financiële onderbouwing neergelegd in de meerjarenbegroting. Het meerjarenbeleidsplan wordt voor advies / instemming voorgelegd aan de GMR.

•

Planning

In het jaarplan wordt het meerjarenbeleidsplan uitgewerkt in doelen, activiteiten, projecten. Dit plan heeft een looptijd van 1 schooljaar. •

Verantwoording Middels het jaarverslag leggen we verantwoording af aan elkaar en aan de overheid (de inspectie) over de bereikte resultaten en de doelmatigheid van de inzet van de middelen. De verantwoording vindt deels plaats op schoolniveau en deels bovenschools.

•

Organisatie Dit deel beschrijft de organisatie (structuur) van de school

Met bovenstaande plannen en de werkwijze die we volgen geven wij invulling aan de plan-do-check-act cyclus. Periode. Dit schoolplan geldt voor de periode 01-08-2011 tot 01-08-2015. Naast dit schoolplan geeft de school een schoolgids uit, waarin relevante informatie uit het schoolplan voor ouders nader wordt uitgewerkt.

Overzicht van het schoolplan in deelplannen Functies

Plan

Inhoud

Meerjaren-

•

Visie

beleidsplan

•

Realisatie op hoofdlijnen.

Looptijd

Tot stand koming en besluitvorming

4 jaar

Dialoog:

schoolplan Kwaliteitsdocument

•

Voorstel

Draagvlak:

directeur. initiatief directeur.

Financiële onderbouwing

Voorgenomen

Advies /

Vaststelling:

besluit:

instemming:

bestuur.

team.

GMR. Bestuur.

(meerjarenbegroting).

Betrokkenen: teams, bouwcoördinatoren, directie, ouders, kinderen.

Planning

Jaarplan

•

Doelen

•

Activiteiten

•

Projecten

•

Inzet middelen (begroting)

1 jaar

Dialoog:

Voorstel:

Draagvlak: team.

directeur.

Besluit door

Informatie: Mr

directie.

en ouders.

initiatief directeur. Betrokkenen: teams, bouwcoördinatoren, directie,

Verantwoording

Jaarverslag

•

Bereikte resultaten

Monitoring en check op

Bespreking

Voorstel door

Besluit door

•

Doelmatigheid inzet middelen

behaalde resultaten:

gegevens met

directeur.

directie.

(jaarrekening)

organisatie door directeur

team, bouwcoör-

•

Aanbevelingen

1 jaar

dinatoren, ouders

Organisatie

Organisatie

1.

Organisatie (structuur)

4 jaar

Organisatie en verantwoordelijkheid directeur

Hoofdstuk 2

De opdracht van de school.

Missie - visie SKBO Stichting Katholiek Basisonderwijs Bergen: Een stichting in balans!

Onze missie. SKBO Bergen heeft de maatschappelijke opdracht tot het bieden van kwalitatief goed en aantrekkelijk basisonderwijs. Hiermee leveren we een waardevolle bijdrage aan de ontwikkeling van elk kind als voorbereiding op de toekomst in een multiculturele samenleving. We gaan daarbij uit van de volgende kernwaarden: • • • •

Het ontwikkelen van talenten van alle kinderen, daarbij gebruik makend van de intrinsieke motivatie van elk mens om zich te ontwikkelen en te ontplooien. Welbevinden, veiligheid, samenwerking en respect voor elkaar zijn kenmerkend op elk niveau in de organisatie. Het tot stand brengen van de balans tussen welbevinden en prestatie. Bewust omgaan met algemeen geldende waarden en normen die hun basis hebben in de christelijke cultuur. Daarbij vormen de huidige verschillende culturen en geloofsovertuigingen een verrijking.

Onze visie SKBO Bergen is een stichting die op alle beleidsterreinen in balans is. Met elkaar werken wij aan aantrekkelijk basisonderwijs, waarin het verwerven van kennis en basisvaardigheden in balans is met de sociale ontwikkeling. De elementen welbevinden en prestatie staan centraal en versterken elkaar. De kracht ligt in de verbinding van beide elementen: prestaties zijn goed voor het welbevinden en welbevinden draagt bij aan goede prestaties. Rust en vertrouwen vormen de basis voor dynamisch onderwijs waarin kinderen enthousiast de wereld verkennen. Kinderen vormen zich een realistisch beeld van de werkelijkheid en weten onderscheid te maken tussen belangrijk en onbelangrijk, tussen waar en niet waar. Onze scholen geven nieuwe ontwikkelingen weloverwogen een plaats in het onderwijs naast de sterke elementen van de bestaande aanpak. Hierdoor ontstaan goed uitgebalanceerde, betekenisvolle onderwijssituaties voor kinderen en leerkrachten. Wij bieden een rijke leeromgeving, diversiteit in leerstrategieën en een passend aanbod voor minderen meerbegaafde kinderen. (alle kinderen)

Kinderen zijn, voor een deel, verantwoordelijk voor hun eigen ontwikkeling en worden daarbij door de leerkracht begeleid. Kenmerkend voor onze scholen is het leren van en met elkaar, op het niveau van leerling, leerkracht en leidinggevende. Ontwikkelingen als Brede School, BSO en Passend Onderwijs zijn zichtbaar aanwezig en versterken de ontwikkelingskansen van de kinderen. We maken in onze scholen veelvuldig gebruik van de mogelijkheden die nieuwe technologische ontwikkelingen ons bieden. Hierdoor creëren we een rijkere leeromgeving en meer diversiteit. Ouders zijn directe partners van onze organisatie. Enerzijds zijn zij direct betrokkene bij de opvoeding van het kind, anderzijds fungeren zij ook als klankbord voor leerkracht en schoolleiding. Op school- en bestuursniveau is er een goede balans tussen betrokkenheid en vertrouwen enerzijds en kwaliteit en professionaliteit anderzijds. SKBO Bergen is een transparante organisatie, waarin taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden duidelijk zijn verdeeld conform de policy governance gedachte. We beschikken over deskundig personeel met veel ontwikkelkracht. In een prettige werkomgeving wordt intensief samengewerkt en is veel aandacht voor elkaars welbevinden. Er is sprake van een gedifferentieerde personeelsopbouw. De vetgedrukte onderdelen in de missie en visie hebben een duidelijke link met de visie van WSNS.

WSNS visie Een passend aanbod voor alle kinderen binnen het samenwerkingsverband. De essentie van passend onderwijs is: goed onderwijs voor ieder kind binnen de regio één loket met korte lijnen naar alle instanties Passend onderwijs betekent voor het kind: • • • •

competent zijn en voelen aandacht voor het welbevinden optimale ontwikkelingskansen uitgaan van ontwikkelingsperspectief.

Passend onderwijs betekent voor de ouders: • •

vertrouwen hebben zorg vindt plaats vanuit één loket

L:\Directie\Beleid\Schoolplan\Schoolplan 2011-2015 definitief 1.doc

2

•

samenwerking met alle betrokkenen

Passend onderwijs betekent voor de leerkracht: • •

competent zijn en voelen samenwerking met alle betrokkenen

Passend onderwijs betekent voor de samenwerkingpartners: • •

professionele, toegankelijke overlegstructuur samenwerking met alle betrokkenen


3

Missie onze school Een uitnodiging tot ontwikkelen, vanuit de kracht van ieder, met respect voor elkaar. Deze missie zet ons aan ons onderwijs doorlopend te toetsen aan vernieuwde inzichten, uitdagend onderwijs te verzorgen, ruimte biedend aan onderlinge verscheidenheid, in een sfeer van betrokkenheid en respect.

Visie onze school. Wij willen een school zijn met een warme, persoonlijke sfeer, waar iedereen zich veilig en gewaardeerd weet. Als basis hiervoor bieden we structuur en hanteren we gezamenlijk met de kinderen opgestelde leefregels. Het zorgzaam zijn voor jezelf, de ander en de omgeving staat daarbij centraal. We willen recht doen aan de verschillen tussen kinderen en aansluiten bij wat het kind al kan en weet. Het kind wordt gestimuleerd om zich, binnen zijn/haar vermogen, zo veelzijdig en optimaal mogelijk te ontwikkelen. Door te leren in samenhang en het creëren van betekenisvolle situaties worden de kinderen uitgedaagd tot actief leren, gebruik makend van eigentijdse onderwijs- en leermiddelen. Als leerkracht willen we voor de kinderen een inspirerende begeleider zijn. We richten ons op het zelfstandig werken en leren door ruimte te scheppen voor eigen inbreng en het maken van eigen keuzes. Het samenwerken met anderen, op basis van wederzijdse afhankelijkheid, leert de kinderen respect te hebben voor onderlinge verschillen en deze te waarderen. De katholieke identiteit draagt bij aan de wijze waarop we binnen de school samenleven en samenwerken. Daarbij is er aandacht en respect voor andere geloofsovertuigingen. Om dit alles te realiseren hechten we veel belang aan een open communicatie en streven dit ook na in de samenwerking met de ouders.


4

Zorg in beeld SWV Bergen-Gennep-Mook Hiervoor verwijzen wij naar het op school aanwezige document “Zorg in Beeld” : Uitwerking onderwijszorgprofiel.

Project thuisnabij passend onderwijs voor hoogbegaafde kinderen 20112014

Doel project De opdracht om passend onderwijs te bieden betreft alle kinderen, uiteraard ook het bieden van passend onderwijs aan meer- en hoogbegaafde kinderen. In 2008-2009 heeft het samenwerkingsverband het initiatief genomen om samen met het voortgezet onderwijs in de regio een bovenschools aanbod te realiseren in het project Papillon. De ervaringen leidden tot de vraag ‘Hoe kunnen we met elkaar een visie ontwikkelen om onze hoogbegaafde kinderen een passend aanbod te bieden, allereerst op de eigen school, dan op WSNS scholen en indien nodig daarbuiten, binnen het kader van WSNS. Accent moet hierbij liggen op: ’Wat is mogelijk op schoolniveau.’ Deze vraag vormt het vertrekpunt voor dit project.

Resultaat De volgende resultaten / effecten wordt nagestreefd: * Herkenning en erkenning van het hoogbegaafde kind. • Kind voelt zich begrepen, competent en uitgedaagd. • Kinderen worden tijdig gesignaleerd. * Iedere school voelt zich competent om onderwijs te bieden aan cognitief hoogbegaafde kinderen. Elke school heeft daar beleid op geformuleerd en voert dit uit. Leraren kunnen het passend aanbod realiseren. Scholen dienen daarom de aanpak te kiezen die bij hen past. De aanpak moet realiseerbaar zijn. Kinderen krijgen een passend aanbod. Kinderen krijgen voldoende begeleidingstijd en adequate begeleiding. Op elke school in ons samenwerkingsverband kan een hoogbegaafd kind terecht. Genoeg faciliteiten binnen en buiten de school: er zijn materialen beschikbaar waardoor de hoogbegaafde kinderen zich kunnen ontwikkelen. De leeromgeving is rijk voor de hoogbegaafde kinderen. • Een ononderbroken ontwikkelingslijn voor hoogbegaafde kinderen. Schoolnabij en met een goede aansluiting naar V.O. * Ouders hebben vertrouwen in de school dat hun kind goed begeleid wordt. • • • •


5

Producten • •

• • • •

Achtergrondinformatie over de doelgroep: wanneer is er sprake van hoogbegaafdheid, welke mogelijkheden heeft de doelgroep. Manieren voor de scholen om te komen tot een structurele opzet van onderwijs aan cognitief hoogbegaafde kinderen. Gebruikmakend van de mogelijkheden op school en bovenschools. Kennis bij leraren van de achtergronden en leervragen van cognitief hoogbegaafde kinderen. Protocol voor cognitief hoogbegaafde kinderen om deze kinderen te signaleren en in hun ontwikkeling te volgen. Beleidsplan op WSNS niveau. Ingrediënten / kaders / richtlijnen voor beleidsplan op schoolniveau.

Globale jaarplanning: 2010- 2011: voorbereidend, inventariserend 2011-2012 : uitvoerend 2012-2013: implementatie en borging


6

Externe ontwikkelingen

Kansen: -

-

De onderwijsondersteuning door diverse instanties buiten de school is erg belangrijk. Dit geldt met name voor de samenwerking binnen SKBO en de ondersteuning door BCO, Centrum voor jeugd en gezin, ZAT en de ambulante begeleidingsdiensten. Passend onderwijs biedt kansen voor met name meer/minder begaafde kinderen, de aandacht voor Meervoudige Intelligentie en voor talentontwikkeling. De zorgplicht levert een bijdrage aan thuisnabij onderwijs voor alle kinderen. De invoering van de functiemix kan een belangrijke bijdrage leveren aan een uitdagender ontwikkelingsperspectief voor leraren. ICT - ontwikkelingen leveren een steeds grotere bijdrage aan effectief onderwijs in een uitdagende leeromgeving. De inspectie legt een groot accent op de cognitieve ontwikkeling. Door het stimuleren van opbrengstgericht werken worden m.n. bij taal en rekenen hogere resultaten bereikt. Mobiliteit leerkrachten Brede school: samen projecten opzetten Op zetten kweekvijver bovenkader

Bedreigingen: -

-

-

-

-

Door de invoering van Passend onderwijs zullen er meer kinderen met gedragsproblemen op de basisschool moeten worden opgevangen, terwijl de school hier nog onvoldoende op kan inspelen. Zeker indien er grote groepen ontstaan, o.a. als gevolg van de terugloop van het leerlingaantal. De zorgplicht kan voor de school een (te) grote last betekenen, indien bepaalde problematieken dermate zwaar of veel aanwezig zijn, dat de school deze onvoldoende kan begeleiden. De overheid en inspectie leggen een dermate groot accent op de cognitieve ontwikkeling, dat andere ontwikkelingsaspecten in de verdrukking dreigen te komen. Bovendien legt de maatschappij juist meer opvoedingstaken bij de school neer. De krimp (terugloop van het leerlingaantal) heeft grote gevolgen voor het personeel en het management van de school. Ook op materieel gebied ontstaan hierdoor steeds grotere problemen. Bezuinigingen bij de overheid zullen de kwaliteit van het basisonderwijs in gevaar gaan brengen. De grens van belastbaarheid van leraren wordt overschreden.


7

Interne sterkte - zwakte analyse

Waarin zijn wij sterk?

•

Wij hebben zicht op de resultaten van de kinderen, zowel individueel als per groep.

•

Wij zijn actief m.b.t. ontwikkeling van leerkrachtvaardigheden rond dyslexie en hoogbegaafdheid.

•

Als school hebben wij een sluitende procedure m.b.t. het analyseren van resultaten van de cursorische vakken en de sociaal-emotionele ontwikkeling van onze kinderen. Er is een goed samenspel tussen de coördinatoren leerlingenzorg en de leerkrachten. Wij kennen onze kinderen.

•

Wij hebben een sluitend systeem m.b.t. consultatieve hulpverlening.

•

Onze resultaten liggen over het algemeen op niveau. Het (cito-)eindresultaat ligt de laatste jaren boven het landelijk gemiddelde.

•

Wij bieden onze kinderen een, naar onze mening, gewenste structuur.

•

Wij hebben veel aandacht voor de sociale vaardigheid van kinderen.

•

Zelfstandig werken resulteert in groep 8 in “ Bewust Eigen Ontwikkeling”.

•

Wij hebben de kennis (geschoolde mensen) van “alle” nieuwe ontwikkelingen en aandachtsgebieden in huis. (dyslexie, hoogbegaafdheid, beeld en brein, sova-training, special needs.)

•

Wij hebben en gebruiken de computerprogramma’s die voor scholen beschikbaar zijn voor ondersteuning, zoals Kurzweil , Sprinto, Mindmap, etc.

•

Ouders spreken van een laagdrempelige school. Ouders worden steeds meer partners van de school.

Waarin is ontwikkeling gewenst/noodzakelijk? •

Wij willen graag een versterking van het pedagogisch klimaat door meer en beter gesprekken met kinderen te voeren over hun welbevinden en hun cognitieve ontwikkeling.

•

Uitbreiden van activiteiten en lijn brengen in de opbouw van sociale vaardigheden van kinderen is noodzakelijk. Adequate omgang met pestgedrag.


8

•

Differentiatie (DIM) gebaseerd op een systeem van groepsplannen op basis van data is om twee redenen gewenst: enerzijds verwachten wij van convergente differentiatie binnen dit systeem een hoger rendement; anderzijds verwachten wij dat het inspelen op de verschillen tussen kinderen voor leerkrachten beter beheersbaar wordt.

•

Verdere verdieping van mogelijkheden m.b.t. kinderen met dyslectische kenmerken en/of dyslexie.

•

Stappen zetten in het signaleren en afstemmen van het aanbod op de behoefte van snel lerende kinderen.

•

Het vastleggen en borgen van nieuwe en reeds beproefde werkwijzen in termen leerkrachtgedrag is van belang: zo doen wij dat!

•

De mogelijkheden van combinatiegroepen meer benutten.

•

De mogelijkheden van onze digiborden (nog) meer benutten binnen vakgebieden als begrijpend lezen en wereldoriëntatie.

•

Afstemming van beoordelingen op basis van objectieve normen.

•

De ouderbetrokkenheid onderhouden.

•

Meer duidelijkheid in de communicatie met ouders over vorderingen en het perspectief van kinderen.

•

Meer ruimte voor de creatieve ontwikkeling en voor beweging van kinderen. Hierbij zoeken naar mogelijkheden in combinatie met Buitenschoolse Opvang en het bieden van dagarrangementen. Indien mogelijk gebruik maken van de gemeentelijke combinatiefunctionaris.

•

De katholieke identiteit van de school bewuster afstemmen en presenteren.


9

Kenmerken leerling-populatie en gevolgen voor de school Kenmerken. Het gebied van Noord-Limburg, m.n. gemeente Bergen, is 30 jaren geleden al aangemerkt als taalstimuleringsgebied op grond van taalkenmerken zoals het spreken van dialect en een kleinere woordenschat, deels t.g.v. de geïsoleerde geografische positie van de grensdorpen. Op basis van gegevens van de scholen en een taalonderzoek in opdracht van gemeente Bergen (2007/2008) blijkt dat woordenschat en taalbegrip een bepalende factor zijn in de taalontwik-keling van de kinderen. Onze schoolbevolking scoort over het algemeen op deze gebieden relatief lager. De scholen constateren overigens dat het rekenniveau van de leerlingen over het algemeen hoger is dan het taalniveau. Sociale kenmerken.*1 De bevolking kenmerkt zich door een gemoedelijke, ons-kent-ons dorpscultuur. Er is veel sociale binding die wortelt in tradities en een sterke familieband. De bevolking is van oorsprong autochtoon en katholiek. De mensen hebben de neiging veelal intern gericht te zijn. Sociaal/economisch.*2 In de regio Bergen is nog steeds veel bedrijvigheid met een agrarische achtergrond, veehouderijen, tuinderijen, transport en bouw. Er is vooral “maak”-industrie/bedrijvigheid, minder een ontwerp- of innovatie-industrie. Relatief weinig hoogopgeleide mensen voelen binding met deze regio. Uit een scan van de achtergrondgegevens van de schoolbevolking van de SKBO-scholen blijkt dat 23,2 % van de beide ouders een LBO opleidingsniveau heeft, 52 % een Mavo/MBO opleiding, 24,7 % Havo of hoger. Statistische gegevens. Uit geraadpleegde bronnen *3 blijkt dat de leefomstandigheden voor de kinderen in gemeente Bergen goed zijn, maar opmerkelijk is het relatief hogere percentage jeugdwerkloosheid, kinderen in armoede, gewichtsleerlingen, voortijdige schoolverlaters en het relatief hoger percentage jongeren dat deelneemt aan Vmbo (minder aan Havo en Vwo) t.o.v. regio Noord- en Midden Limburg. Opdracht voor SKBO. •

• •

Optimaliseren van het onderwijs door een goed aanbod, zeker ook voor de achterstandsleerlingen (relatie met passend onderwijs) gericht op taalonderwijs, m.n. woordenschatontwikkeling en taalbegrip, maar zeker ook op de instrumentele vaardigheden zoals technisch lezen en spellen; het versterken van het competentiegevoel – het nog meer uitdagen van de kinderen om de talenten te ontwikkelen. Jongeren perspectief leren zien voor de toekomst, leren kansen te zien; Het bevorderen van een cultuur van “Wat kan ik leren van wat ik bij de ander zie”, kijk eens over de grens/kijk naar mogelijkheden buiten de eigen horizon.


10

Bronnen *1 Gegevens uit de administratie van de SKBO-scholen *2 Interviews met medewerkers van gemeente Bergen en BCO-onderwijsadvies Venlo *3 1. “Kinderen in Tel Databoek 2010”, Verwey Jonker Instituut februari 2010. (Een vergelijk van gegevens van de Nederlandse gemeenten). 2. “Jeugd en gezin databank: Jeugdrapport”: relevante gegevens onderdeel gemeente Bergen (L): http://www.jeugdengezin.databank.nl/quickstep/

Opleidingen ouders Jozefschool per 30 mei 2011 Totaal aantal leerlingen

233 Ouder 1 211

Lagere opleidingen

Ouder 2 208

46

22%

47

23%

118

56%

109

52%

47

22%

52

25%

211

100%

208

100%

Basisonderwijs LBO LTS etc. Middelbare opleidingen MAVO MBO MEAO etc. Hogere opleidingen HAVO HEAO VWO etc.

Totaal lager onderwijs: 419 ouders, waarvan 93 lager onderwijs is 22% Totaal middelbaar onderwijs: 419 ouders, waarvan 227 middelbaar onderwijs is 54% Totaal hoger onderwijs: 419 ouders, waarvan 99 hoger onderwijs is 24%


11

Beleidsvoornemens op hoofdlijnen

Bovenschools niveau •

Onderwijskundig o In ons onderwijsaanbod is een aantoonbaar evenwicht tussen cognitieve en sociale ontwikkeling o Ons onderwijs zo is ingericht dat de leerlingen een gevarieerd onderwijsaanbod krijgen o We hebben een gericht onderwijsaanbod waardoor onze leerlingen zich kunnen ontwikkelen tot enthousiaste, (zelf)kritische en gezonde (wereld)burgers o Kinderen kunnen meedenken en meebeslissen over hun eigen ontwikkeling (leren leren) o Kinderen met specifieke onderwijs- en opvoedingsbehoeften krijgen een, zoveel mogelijk thuisnabij, passend aanbod. Dit geldt met name ook voor meer- en hoogbegaafde kinderen

•

Personeel o Kwaliteiten van mensen worden optimaal benut en de personele bezetting is afgestemd op onze onderwijskundige ambitie o Onze leerkrachten beschikken over een breed handelingsrepertoire

•

Financieel / materieel o We verrijken het leren en de leeromgeving met nieuwe (technologische) mogelijkheden o We zijn materieel, financieel en personeel sterk genoeg om onze onderwijskundige ambitie te realiseren o We zijn in staat om de verdere krimp van het aantal leerlingen adequaat op te vangen, zonder dat de kwaliteit van ons onderwijs wordt aangetast

•

Relationeel o Er is een structurele samenwerking tussen school en educatieve partners tot stand gebracht

Schoolniveau •

Onderwijskundig o Onze school realiseert leerresultaten die tenminste passen bij onze schoolpopulatie en wij hebben daarbij een stevige ambitie. o Onze school realiseert een gedifferentieerd aanbod voor alle kinderen. Dit aanbod is gebaseerd op voor leerkrachten beschikbare data. Daarnaast wordt het gerealiseerd binnen voor leerkrachten werkbare groepsplannen.


12

o Binnen de zaakvakken zoeken wij steeds meer naar eigen ontwikkeling van het kind, de betrokkenheid en het plezier in het leren en werken. o Naast projecten rond sociale vaardigheden zal ook het aanspreken op de competenties van kinderen bijdragen aan een goed pedagogisch en leerklimaat. • • •

Personeel o Dit komt overeen met de bovenschoolse ambitie. Financieel / materieel o Dit komt overeen met de bovenschoolse ambitie. Relationeel o Dit komt overeen met de bovenschoolse ambitie.


13

Hoofdstuk 3

Onderwijskundige vormgeving van ons onderwijs.

Huidige stand van zaken Evaluatie schoolplan 2007-2011 Inleiding. In zijn algemeenheid kunnen wij stellen dat er, ondanks de (vele) wisselingen van leidinggevenden in deze periode, toch enige continuïteit in de ontwikkeling t.a.v. de speerpunten in het beleid gerealiseerd is. Omdat, met name de bouwcoördinatoren, “de lijn” zoveel mogelijk hebben vastgehouden zijn er zeker vorderingen gemaakt. Het vastleggen/borgen van werkwijzen en leerkrachtgedrag verdient echter vanaf nu extra aandacht. Behalve de (vele) wisselingen van leidinggevenden heeft de school, door krimp, ook m.b.t. teamvorming een moeilijke tijd doorgemaakt. Het (aanstaande) afscheid van betrekkelijk veel oudere leerkrachten en het onzekere perspectief voor de jongere leerkrachten heeft ook een stempel gedrukt op het wel en wee van de school. Ondanks alles heeft de school, vanuit de eigen kracht, goed gepresteerd. De gemiddelde score van de cito-eindtoets is de laatste paar jaren weer (ruim) boven het landelijk gemiddelde. Door interne mobiliteit van leidinggevenden en leerkrachten binnen het bestuur is er nu ook weer een goed perspectief voor een stabiel team van leerkrachten en een managementteam voor de Jozefschool. Evaluatie beleidsvoornemens 2007-2011 Taal/Leesonderwijs. De evaluatie van taal/lezen is grotendeels zichtbaar in de jaarverslagen van de afgelopen jaren. De afgelopen 4 jaren is taal/lezen steeds volop speerpunt gebleven. Activiteiten rond VVE en Rode Draad worden vervolgd. De geplande aanschaf van de nieuwe methode voor taal heeft plaatsgevonden. Verdere implementatie verdient meer aandacht en sturing. De nieuwe cito-toetsen zijn en worden volgens plan aangeschaft. Het protocol dyslexie is weer opgepakt en wordt vervolgd. Het technisch lezen en lezen met plezier heeft tot een aantal initiatieven geleid, waaronder extra leestijd en ook de hernieuwde inrichting van school-/klassenbibliotheek. Leerkrachten hebben duidelijke vorderingen gemaakt m.b.t. “Handelingsgerichte Procesdiagnostiek” binnen taal/lezen en andere ontwikkelingsgebieden. De school heeft deelgenomen aan de taalpilot van de PO-raad. De winst hiervan zit vooral in het gezamenlijk stellen van doelen en het bespreken van de resultaten en bevindingen. Het is een aanzet die verder gestuurd moet worden in het plegen van de juiste interventies. Coöperatieve werkvormen. Coöperatieve werkvormen hebben een vaste plek in ons onderwijs gekregen. De laatste jaren zijn ze vooral ook ingezet tijdens de instructie binnen het Directe Instructie Model. De winst zit vooral ook in de overtuiging bij de leerkrachten, dat het de betrokkenheid van kinderen vergroot en dat daardoor het effect van de instructie en verwerking toeneemt. Binnen de nieuwe teamsamenstelling liggen er


14

nu grote kansen en ook de motivatie om het handelingsrepertoire m.b.t. CW van de leerkrachten beduidend uit te gaan breiden en hierin de doorgaande lijn meer te realiseren. Wereldoriëntatie. Het leren in samenhang binnen thema’s en projecten waarbij nieuwe impulsen op het gebied van techniek en cultuureducatie een plek krijgen is een gedeeltelijk succes geworden. Er is gaande de rit een toevoeging gedaan in de vorm van “Het Experiment”. Daarbij hadden leerkrachten veel meer de vrijheid om hun eigen idee rond aantrekkelijk onderwijs te beproeven. De gestelde aandachtspunten rond het vergroten van de inbreng van het kind, zelfstandigheid en autonomie en het maken van eigen keuzes en een eigen planning waren daarbij leidraad. Leerkrachten hadden de ruimte om hun eigen vakmanschap binnen een niet gestuurde setting ruim baan te geven. Uitwisseling van ervaringen door leerkrachten heeft plaatsgevonden en gezorgd voor de keuze om hier volgende stappen in te zetten.

Waar willen we naar toe, doelen Onderstaande tabel is niet bedoeld als een vaste planning, maar geeft meer een perspectief op de middellange termijn. In onze jaarplannen worden doelen steeds concreter uitgewerkt. 2011-2012

2012-2013

2013-2014

2014-2015

Goede opbrengsten

Voortzetting doelen taalplan naar alle taalaspecten . De systematiek verder uitbouwen. Leren van elkaar m.b.t. het plegen van de juiste interventies

Voortzetting doelen taalplan naar alle taalaspecten . De systematiek verder uitbouwen. Leren van elkaar m.b.t. het plegen van de juiste interventies Ook rekendoelen op dezelfde wijze aanpakken.

Deze werkwijze implementeren.

Reflectie op werkwijze.

Leerkrachtvaardigheden: verdere scholing

DIM en Coöperatieve werkvormen implementeren. Doorgaande lijn t.a.v. routines en coöperatieve werkvormen.





15

Reflecteren op toepassing.

Reflecteren op toepassing. Leerkrachten kennen doelen / staan boven de methode.

Reflecteren op toepassing. Leerkrachten kennen doelen / staan boven de methode

Reflecteren op toepassing. Leerkrachten kennen doelen / staan boven de methode

Klassen-management: verdere scholing

Igdi en groepsplannen

Igdi en groepsplannen in combinatiegroep



Hoogbegaafdheid/ snellerende kinderen

WSNS passend onderwijs: signaleren hoogbegaafdheid

WSNS passend onderwijs: signaleren en begeleiden / gesprekken met kinderen

WSNS passend onderwijs: bewust eigen ontwikkeling / gesprekken met kinderen

Passend onderwijs is een schooleigen vaardigheid.

VVE

Kinderen met een taalachterstand een goede basis bieden, zodat zij het onderwijs in groep 3 goed kunnen volgen.



Werken aan pedagogisch klimaat. De attitudes van de sociale vaardigheidstrainingen worden schoolbreed aangeleerd. Pestgedrag. Betrokkenheid kinderraad. Een veilige school.


Zie hiervoor het gemeentelijk beleidsplan 2011-2014

Zie hiervoor projectplan 2011-2012 Burgerschap




16

Europees burgerschap: cursus Duits




Communicatie

Afstemmen van schriftelijke en mondelinge rapportage over kinderen. Duidelijkheid verschaffen over het perspectief van het kind. Ouders goed hierover informeren.

Afstemmen van schriftelijke en mondelinge rapportage over kinderen. Duidelijkheid verschaffen over het perspectief van het kind. Digitale mogelijkheden benutten.

Afstemmen van schriftelijke en mondelinge rapportage over kinderen. Digitale mogelijkheden benutten. Informatie over verwachtingen geven

Ouders en school hebben het partnerschap verstevigd.

Experiment: ontwikkeling talent

Ruimte om iets geheel eigens in te brengen in het onderwijs, waardoor betrokkenheid, ontwikkeling van talent en plezier toeneemt.




Rekenen

Oriëntatie op nieuwe methode

Invoering Implementatie nieuwe methode nieuwe methode

Overige (lopende) aandachtspunten/projecten: o

ICT / Eduscope / HGA / Digibord

o

Invoeren schrijfdans

o

Kennis delen over beelddenken

o

Hernieuwde aandacht voor de klassenmappen

o

Referentieniveaus

o

Oktober-december-kinderen in groep 2: structureel aanbod

o

Het beschrijven van een ontwikkelingsperspectief voor zorgkinderen

o

Cultuurinitiatieven: creatieve kant meer stimuleren


17

o

Verkeersconvenant

o

Cursus Duits groep 5 t/m 8

o

Luchtcirculatie

o

Overgang naar VO

o

De katholieke identiteit van de school bewuster afstemmen en presenteren.

Vormgeving katholieke identiteit. In onze missie staat, dat we ‘bewust omgaan met algemeen geldende waarden en normen die hun basis hebben in de christelijke cultuur. Daarbij vormen de huidige verschillende culturen en geloofsovertuigingen een verrijking.’ Op onze school geven we hieraan invulling door: -

-

Uitdragen van christelijke waarden, zoals naastenliefde en respect voor de ander. Aandacht voor kerkelijke feestdagen en vieringen, zoals kerstmis. Voorbereiding op sacramenten zoals 1e Communie en Vormsel. Kinderen die niet katholiek zijn, nemen in principe deel aan deze activiteiten, tenzij zij hiertegen principiële bezwaren hebben. In die situaties wordt hen vervangende activiteiten aangeboden. Binnen wereldoriëntatie is ook aandacht voor andere godsdiensten. Oriëntatie op het lesblad “Hemel en Aarde”.


18

Hoofdstuk 4

Gevolgen voor de ontwikkeling van ons personeel.

Goed en effectief onderwijs wordt gerealiseerd met goed functionerend, gemotiveerd en kwalitatief goed opgeleid personeel. We willen de onderwijskundige kwaliteit en deskundigheid binnen de school verhogen door ons gezamenlijk te scholen, (vooral) tijdens inhoudelijke vergaderingen. De persoonlijke ontwikkelingsplannen worden (vooral) tijdens (bouw)overleg onderling afgestemd. Teamleden krijgen de ruimte voor eigen invulling van de ontwikkelingen, waarbij de doelstellingen van de school en de belangen van het team op een evenwichtige manier op elkaar worden afgestemd. De leerkrachten, die zelf verantwoordelijk zijn voor hun ontwikkelingsproces, worden bij de ontplooiing van hun loopbaan gestimuleerd en ondersteund d.m.v. de gesprekscyclus. Het is belangrijk dat plannen niet (alleen) van bovenaf komen, maar vooral vanaf de werkvloer. Verder is het van belang dat iedereen (directeur, bouwcoördinator, leerkracht) weet wat zijn / haar verantwoordelijkheden zijn, dat men hierover met elkaar in gesprek gaat en dat men hierop aangesproken kan worden. Uitgangspunten voor het personeelsbeleid o o o o o

Kwaliteitsverhoging van het onderwijs is hét uitgangspunt. Het onderwijskundig primair proces staat voorop. Het voordeel moet dus uiteindelijk in de klas merkbaar zijn. Beheersbaarheid van de taken van zowel personeel als bestuur. Gezamenlijkheid behouden: het bestuur / directeurenberaad voelt zich mede verantwoordelijk voor alle scholen onder het bestuur. De eigenheid van elke school blijft gewaarborgd.

Speerpunten Integraal Personeelsbeleid (IPB) Op onze scholen: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.

is het handelen gebaseerd op vertrouwen in de ander; zijn we open en eerlijk naar elkaar; kunnen wij onze talenten ontwikkelen en inzetten voor het onderwijs; zetten we personeel flexibel in om de onderwijsdoelen te realiseren; voeren we leeftijdsbewust personeelsbeleid; is een adequaat management aanwezig; is voldoende en competent personeel aanwezig.

Uitwerkingen van het personeelsbeleid tot 2015 Ad 3 Op onze scholen kunnen wij onze talenten ontwikkelen en inzetten voor het onderwijs:


19

•

De kern wordt gevormd door het werken met persoonlijke ontwikkelplannen en met competenties (dat wat de leraar nodig heeft om het gewenste onderwijs succesvol te kunnen realiseren en de organisatie optimaal te laten functioneren). Hierbij dienen de competentie-eisen voor leerkrachten van SBL (Stichting Beroepskwaliteit Leraren) en voor directeuren van NSA (Nederlandse Schoolleiders Academie) als uitgangspunt.

•

Samenhang persoonlijke ontwikkeling en schoolontwikkeling

Doel van de organisatie

Talenten

Competenties

Persoonlijke ontwikkeling

•

Lerende organisatie als concept. Dit concept kent de volgende leerdisciplines: - persoonlijk meesterschap - mentale modellen - gemeenschappelijke visie - teamleren - systeemdenken

Ad 5. Op onze scholen voeren we leeftijdsbewust personeelsbeleid • • •

Er is aandacht voor de specifieke behoeften van de verschillende leeftijdsgroepen De gezondheid van alle leraren wordt regelmatig in kaart gebracht. Leraren van 45 jaar en ouder kunnen deelnemen aan specifieke acties om zicht te hebben op de eigen belastbaarheid.

Ad 6. Op onze scholen is een adequaat management aanwezig • • •

•

•

Op onze scholen liggen de verantwoordelijkheden bij een verbreed management. Op onze scholen is het management toegerust om antwoord te geven op de toekomstige ontwikkelingen. Op onze scholen staat de omvang van het management in een reële verhouding tot de grootte van de school. Als gevolg van de krimp van het leerlingaantal wordt de omvang jaarlijks geëvalueerd. Op onze scholen staat de omvang van het bovenschools management in een reële verhouding tot de grootte van de stichting. Als gevolg van de krimp van het leerlingaantal wordt de omvang jaarlijks geëvalueerd. Op onze scholen wordt gestreefd naar een evenredige vertegenwoordiging van vrouwen in de schoolleiding


20

Ad 7. Op onze scholen is voldoende en competent personeel aanwezig •

•

Als gevolg van pensionering zullen in de komende jaren meer leraren het onderwijs verlaten dan de dalende personeelsbehoefte o.i.v. de krimp. Bij de aanname van nieuw personeel zal vooral gelet worden op specifieke kwaliteiten, waar bij de scholen behoefte aan is. Met de invoering van de functiemix wordt leraren extra gewaardeerd vanwege een specialisatie of hun inzet m.b.t. tot de ontwikkeling en uitvoering het onderwijskundig beleid van de school. SKBO streeft naar het behalen van de invoeringspercentages, zoals die in de CAO zijn vastgelegd.

Taakbeleid Het doel van de normjaartaak en het taakbeleid is om de taak van de leerkracht bespreekbaar te maken en beheersbaar te houden. Het gaat om de verhouding tussen de lestaak en de overige taken/verplichtingen. Binnen S.K.B.O. Bergen wordt de omvang van de normjaartaak (1659 uur) globaal verdeeld over diverse taakgebieden. Dit betekent voor een voltijder: Lestaak Schooltaken, verdeeld in Opslag bij de lestaak (50%) Deskundigheidsbevordering (5%) Overige (buiten)schoolse taken Normjaartaak (uren)

930 465 83 181 1659

Van de 10 % deskundigheidsbevordering in de CAO is de afspraak binnen SKBO Bergen dat 5 % (83 u.) naar behoefte kan worden toegevoegd aan de opslag bij lestaken, dan wel aan de overige (buiten)schoolse taken. De overige 5 % ( 83 u.) worden aangemerkt als deskundigheidsbevordering. Naar analogie van de CAO verwacht SKBO Bergen dat 50% van 83 uur wordt ingezet voor persoonlijke scholing en ontwikkeling, De overige 50 % nascholing wordt ingezet voor schoolontwikkeling op gezamenlijk af te spreken momenten: studiedagen, of andere voor iedereen verplichte studiemomenten. Voor parttimers geldt (aantal uren) x (hun werktijdfactor). Bij de toedeling van de “overige (buiten)schoolse taken” kan rekening gehouden worden met extra verzwarende omstandigheden zoals een extra grote / bewerkelijke (zorg)groep, de startende leerkracht, of het mentorschap, enz.


21

Hoofdstuk 5

Gevolgen voor de overige beleidsterreinen

Financieel De kaders van het financiële beleid worden door het bestuur vastgesteld. Binnen deze kaders zijn de directies integraal verantwoordelijk voor de bedrijfsvoering van de school. Als gevolg van de krimp en de bezuinigingen van de overheid ontvangt de school steeds minder financiële middelen. Dit vraagt de komende jaren om de nodige creativiteit van bestuur en directie. De inzet van personele middelen is er op gericht om zoveel mogelijk de werkvloer in te richten en meer handen in de klas te realiseren. Teneinde een gezonde financiële organisatie te blijven worden de volgende doelen nagestreefd: -

-

Middels een gestructureerde financiële meerjarenplanning waarborgen we dat de stichting op langere termijn financieel gezond kan blijven. Financiële risico’s op zowel personeel als materieel gebied worden vroegtijdig zichtbaar en kunnen tijdig worden aangepakt. Op bestuurlijk niveau is een gedegen financieel beleid ontwikkeld t.a.v. ontwikkelingen binnen ICT. Indien mogelijk worden extra subsidies aangewend om nieuwe ontwikkelingen te realiseren, dan wel financiële middelen effectiever in te zetten. Voorbeelden hiervan: VTB subsidie voor invoering van techniek en subsidie binnenklimaat voor energiebesparing.

Materieel Er is gezorgd voor goede materiële voorzieningen wat betreft gebouwen, lesmethodes, meubilair en inventaris. Om dit in toekomst zo te houden worden onderstaande activiteiten uitgevoerd: a. De lesmethodes worden voortdurend geactualiseerd. Vóór de aanschaf van nieuwe methodes oriënteert de school zich op de best passende methode in samenspraak met andere scholen binnen SKBO. In de komende periode zullen de volgende methodes worden vervangen: -

Rekenen Geschiedenis* Kennis der natuur/biologie*

Via de meerjaren investeringsbegroting houden we zicht en grip op de noodzakelijke en tijdige vervanging van onze leermiddelen, ICT-hardware, meubilair en overige inventaris. Het gebruik van moderne ICT middelen neemt een steeds prominentere plaats in. * Hierbij wordt overwogen of dit door digitale content geheel of gedeeltelijk vervangen wordt.


22

b. Wat de gebouwen en terreinen betreft zijn meerjaren onderhoudsplannen opgesteld, waardoor de huidige goede staat van onderhoud gewaarborgd wordt en de gebouwen in goede conditie blijven. Deze plannen worden jaarlijks geactualiseerd in samenwerking met een gespecialiseerd bedrijf. Een probleem in het gebouwbeheer vormt de terugloop van het leerlingenaantal. Hierdoor ontstaat er in de komende jaren meer leegstand, waarvoor geen vergoeding wordt ontvangen. In nauw overleg met de gemeente wordt er naar gestreefd om deze leegstand zo beperkt mogelijk te houden. Daarom willen we in de komende jaren de vrijgekomen ruimte zoveel mogelijk verhuren aan onderwijsgerelateerde instellingen, zoals peuterspeelzaal, kinderdagverblijf en buitenschoolse opvang. Dit sluit prima aan bij ontwikkelingen die, in de nabije toekomst, leiden tot integrale kindcentra. Om dit te realiseren voeren we nauw overleg met ’t Kienderbènkske en Spring Kinderopvang, de aanbieders van PSZ, KDV en BSO in onze gemeente. Indien verhuur aan onderwijsgerelateerde instellingen niet mogelijk is, wordt gezocht naar andere commerciële huurders. Jozefschool: bij leegstand worden lokalen uit de verhuur genomen, waarna woningstichting Destion in overleg met de gemeente zoekt naar een passende invulling.

Relationeel Onze school wil een levendige en lerende organisatie blijven. Daarom worden op alle niveaus binnen de organisatie gesprekken gevoerd en worden contacten onderhouden. Gespreksmomenten die hieraan bijdragen zijn: Op school tussen leidinggevenden en leerkrachten, leerkrachten onderling, leerkrachten met kinderen en met ouders. - De gesprekscyclus met leraren, waarbij hun persoonlijke ontwikkeling onderwerp van gesprek is. - Bovenschools overleg van bestuur met de directeuren, het directeurenberaad WSNS, schoolraad en ouderwerkgroep, netwerken voor de interne begeleiders en cultuurcoördinatoren. - Contacten en overleg met de partners van de brede school, kinderopvang en peuterspeelzalen. - Externe contacten met het BCO, de gemeente, opleidingsscholen, etc. Zie ook hoofdstuk 7b. Onze school streeft naar een constructieve samenwerking met alle belanghebbenden. Door het uitwisselen van ervaringen en door samenwerking kunnen we als organisatie groeien, worden relaties versterkt en worden de omstandigheden, waarbinnen kinderen zich kunnen ontwikkelen, geoptimaliseerd. -


23

Hoofdstuk 6

Onze zorg voor kwaliteit

Kwaliteitszorg binnen de scholen van SKBO Bergen : ‘De cirkel rond’ Op alle niveaus wordt de cirkel rond gemaakt. Zowel op leerling-, leraar – als op leidinggevenden niveau wordt de plan – do –check – act cyclus als vanzelfsprekend toegepast. Deze cyclus heeft het karakter van steeds terugkerende leerlussen. Denken en handelen worden gestuurd door de vijf kwaliteitsvragen: 1. Doen we de goede dingen? (belangrijkste leidraad vormen de resultaatgebieden van INK : betekenis voor kinderen, ouders, medewerkers, samenleving) 2. Doen we die dingen ook goed? 3. Hoe weten we dat? 4. Vinden anderen dat ook? 5. Wat doen we met die wetenschap? We geven invulling aan horizontale en verticale verantwoording vanuit de governancefilosofie (meervoudige publieke verantwoording). Vooral het voeren van de dialoog met ouders en kinderen over verwachtingen en opbrengsten staat daarbij centraal. Over ‘De goede dingen’ voor de scholen van SKBO Bergen:

WAT: a. Eigen visie van de school b. Balans tussen welbevinden en prestatie (Strategisch beleidsplan SKBO 20102014) c. Betekenis van de school voor kinderen, ouders, medewerkers en samenleving (IPB uitspraken / INK resultaatvelden) d. Pedagogisch optimisme: uitgaan van de kracht van de kinderen (WSNS)

HOE: a. Uitgaan van de kracht van en de verschillen tussen de leraren b. Acceptatie van verschillen tussen leraren c. Oplossingsgericht denken en werken d. Lerende organisatie, leren van en met elkaar e.

Verantwoordelijkheid zo laag mogelijk in de organisatie


24

Hoe gaan we de gewenste situatie realiseren? Om de gewenste situatie te realiseren dienen alle medewerkers die hierbij betrokken zijn competent te zijn op onderstaande 10 punten. (Deze lijst is gebaseerd op ‘De tafel van 10’ van Q-primair). Competent zijn, wordt hier in de ruime zin opgevat als kennen, kunnen, willen en zijn. Daardoor geven de betrokkenen in denken en handelen invulling aan het onderstaande. Daarnaast zijn systemen en structuren ingericht om onderstaande mogelijk te maken. 1. We stellen de ontwikkeling van de kinderen steeds centraal:

Het primaire proces staat bij ons centraal. Het primaire proces geeft richting aan de ontwikkeling van de school.

Onze visie in het schoolplan wordt jaarlijks vertaald in ijkpunten voor de ontwikkeling van het primaire proces. Deze ijkpunten zijn de inhoudelijk hoofdpunten van onze kwaliteitszorg in dat jaar.

2. Goed onderwijs is leren van, aan en met elkaar

Samen kennis ontwikkelen

Oplossingsgericht denken : a. ‘Als iets werkt, doe er meer van’ b. ‘Als iets werkt, leer het (van / aan) anderen’ c. ‘Als iets niet werkt, stop ermee en doe wat anders’.

Oplossingsgericht denken is onze eerste en vanzelfsprekende manier van denken.

Opbrengst gericht werken geldt niet enkel voor taal en rekenen, maar voor alle vak- en vormingsgebieden.

3. Kennis is de bron van leren:

We zijn vooral gericht op het ontwikkelen van kennis over het primaire proces

We zijn vaardig in toepassen van methodieken en werkvormen, waarbij we van en met elkaar leren, zoals coöperatieve werkvormen

4. We houden ons venster op de buitenwereld open;

We blijven op de hoogte van wat in de omgeving van onze school gebeurt en leggen een relatie tussen deze ontwikkelingen en impulsen en onze visie.

We nemen structureel tijd voor ‘naar buiten kijken’, van buiten naar binnen kijken’ en ‘reflectie op deze ontwikkelingen en onze visie’

5. Schoolontwikkeling en professionele ontwikkeling gaan bij ons hand in hand:

De professionele ontwikkeling (met inzet van IPB instrumenten zoals de gesprekscyclus, competentieontwikkeling, etc.) draagt bij tot het realiseren van de visie.


25

Documenten als schoolplan, jaarplan, bouwontwikkelplan en persoonlijk ontwikkelplan zijn congruent en in balans met elkaar.

Competentieontwikkeling bestaat bij ons vooral uit het bekwaam worden in datgene dat vanuit onze visie op het primaire proces essentieel is.

De gesprekscyclus vormt een ‘natuurlijk’ onderdeel van professionele en schoolontwikkeling

Het bekwaamheidsdossier is een afspiegeling van de professionele en de schoolontwikkeling

6. Een goede visie is voor ons van grote praktische waarde:

Een goede visie leidt het handelen

Een gedeelde visie maakt het maken van keuzen gemakkelijker en bevordert communicatie en dialoog

De visie wordt vertaald in concrete ijkpunten voor ons handelen en vormt daarmee een ijkpunt voor de vraag ‘Doen we de goede dingen?’

7. We gaan verantwoord om met autonomie:

We mogen eigen doelen stellen en doen dat ook: o

Onze professionals krijgen de ruimte om eigen doelen te stellen

o

We kennen op alle niveaus vormen van zelfevaluatie

o

Beslissingen over professionele en schoolontwikkeling worden zo laag mogelijk in de organisatie gelegd:

Werken met persoonlijke ontwikkelplannen afgeleid van bouwontwikkelplannen (en die zijn weer afgeleid van schoolplan)

Door verbreding van het management zijn verantwoordelijkheden zo laag mogelijk in de organisatie gelegd.

We leggen rekenschap af over de behaalde resultaten (vooral over de ontwikkeling van het primaire proces) o.a. door een jaarverslag.

Het bestuur is ingericht uitgaande van ‘policy governance’ en ‘meervoudige publieke verantwoording’ (zie ook punt 9).

8. Onze kwaliteitszorg zien we als de motor voor ons leren:

De kwaliteitscirkel is een leerlus voor de school en de leraren

Onze kwaliteitszorg richt ons steeds op de kwaliteitsvragen: doen we de goede dingen, doen we de goede dingen goed en hoe kunnen we ons werk verbeteren?

9. Evalueren en borgen: omzien in verwondering

We evalueren regelmatig (de cirkel wordt steeds rond gemaakt)

We vieren successen


26

We evalueren systematisch: we hebben systemen ingericht voor: a. Het primair proces. Dit proces is opbrengstgericht en de resultaten worden zichtbaar gemaakt en bewaakt m.b.v. het CITO leerlingvolgsysteem en Werken met Kwaliteitskaarten (op school- en bovenschools niveau) b. De professionele ontwikkeling c. De schoolontwikkeling Hierbij onderscheiden we 4 niveaus: leerling-, leraar-, school- en bovenschools niveau.

We evalueren met kinderen en ouders (horizontale verantwoording vanuit governance / meervoudige publieke verantwoording): a. We voeren de dialoog met ouders en kinderen over de verwachtingen en de opbrengsten van ons onderwijs b. In evaluaties zijn de uitspraken over de betekenis van ons onderwijs voor kinderen, ouders, medewerkers en samenleving opgenomen.

In de evaluaties maken we gebruik van externe gegevens (verticale verantwoording vanuit governance / meervoudige publieke verantwoording):

10. Professioneel leiderschap is de basis van ons leiderschap:

Alle leidinggevenden binnen onze scholen zijn in staat: a. De dialoog vorm te geven b. De gesprekscyclus te hanteren c. De leerlussen toe te passen d. Te sturen op de ijkpunten uit de visie e.

Ruimte te geven aan professionele ontwikkeling


27

Indicatoren van de inspectie bij de zorg voor kwaliteit: •

De school / organisatie heeft zicht op de eigen uitgangssituatie;

•

De school / organisatie heeft haar doelen geformuleerd;

•

De kwaliteitszorgactiviteiten kenmerken zich door een systematische aanpak;

•

De school / organisatie evalueert systematisch de kwaliteit van haar opbrengsten en van het onderwijs en leren;

•

De school / organisatie werkt aan verbetering van de kwaliteit van haar onderwijs;

•

De school / organisatie legt verantwoording af (aan belanghebbenden) over de gerealiseerde onderwijskwaliteit;

•

Het schoolplan voldoet aan de wettelijke voorschriften;

•

De schoolgids voldoet aan de wettelijke voorschriften.

•

De klachtenregeling voldoet aan de wettelijke voorschriften.


28

Hoofdstuk 7

Onze organisatie

Intern

Organogram SKBO Bergen


29

De ouders De Schoolraad Op onze school functioneert een schoolraad, die is samengesteld uit ouders op persoonlijke titel, de leden van de M.R. en de directie. De schoolraad wordt voorzien van informatie door o.a. de directieleden van de school en heeft geen bestuurlijke verantwoordelijkheden. De schoolraad komt ca. 5 maal per schooljaar bij elkaar. Aan de orde komen bijvoorbeeld het schoolplan, de schoolgids, vakantierooster, onderwijskundige ontwikkelingen en groepsindeling. Op onze school neemt dus ook de MR deel aan de vergaderingen van de schoolraad. Indien de MR dit nodig acht, kan zij ook apart van de schoolraad vergaderen. De functie van de schoolraad is: o o o

fungeren als gesprekspartner en klankbord voor directie, team en de MR; doorgeven van signalen naar de school van wat leeft bij de ouders; op een positief kritische wijze meedenken over schoolaangelegenheden en daarbij adviseren naar de directie en/of het bestuur;

De GMR. Binnen SKBO functioneert een Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR). Een afgevaardigde van het ouderdeel en een afgevaardigde van het personeelsdeel van de MR van iedere betrokken school hebben hier zitting in. De individuele medezeggenschapsraden van de scholen hebben vrijwel al hun bevoegdheden overgedragen aan de GMR. De GMR heeft o.a. instemmingsrecht voor het formatieplan, het zorgplan WSNS en de vaststelling van regels op het gebied van veiligheid, gezondheid en welzijn. Adviesrecht geldt voor o.a. de begrotingen.

Werkgroep ouders / oudervereniging Binnen onze school functioneert een actieve ouderwerkgroep (OWG). Zij fungeert als een klankbordgroep en is in grote mate betrokken bij ondersteuning van praktische zaken en activiteiten. Voor een aantal zaken ligt het initiatief zelfs bij deze werkgroep.

Extern

Buitenschoolse opvang (B.S.O.). S.K.B.O. Bergen heeft met een tweetal kinderopvangorganisaties een convenant gesloten voor de voor- en naschoolse opvang. Dit betreft Spring Kinderopvang (t.b.v. de Jozefschool in Nieuw Bergen) en ´t Kienderbènkske in Well (t.b.v. de overige scholen) .


30

In regionaal verband wordt gewerkt aan een breed aanbod voor de naschoolse opvang.

Tussenschoolse opvang (T.S.O.). De tussenschoolse opvang (het overblijven) is op alle scholen op gelijke wijze georganiseerd. De TSO wordt op alle scholen uitgevoerd door vrijwilligers. Er is op bestuursniveau een bovenschoolse TSO-coördinator benoemd. Zij stuurt de activiteiten m.b.t. organisatie en registratie en de financiële afhandeling van zaken. De vrijwillige “overblijfmoeders” krijgen de wettelijke vrijwilligersvergoeding op uurbasis. Alle vrijwilligers hebben een door het bestuur georganiseerde basiscursus gevolgd. Het bestuur stimuleert verdere scholing.

Peuterspeelzaal Met de peuterspeelzaal zijn op gemeentelijk niveau afspraken gemaakt over het bevorderen van een doorgaande ontwikkeling. Dit gebeurt door onderling afstemming van methodieken en een warme overdracht bij de overgang naar de basisschool. Sinds 1-1- 2011 worden de peuterspeelzalen in de gemeente beheerd door kinderopvangorganisatie ´t Kienderbènkske. Samen met deze instelling wordt de komende periode gewerkt aan een doorlopende leerlijn voor alle kinderen van 2 tot 12 jaar.

Logopedie De logopediste ondersteunt met logopedie op medische gronden, maar ook op basis van taalachterstand. Zij verzorgt de screening van de peuters en kleuters en maakt gebruik van ruimtes binnen ons gebouw.

WSNS Het samenwerkingsverband WSNS Bergen Gennep Mook geeft een duidelijke invulling m.b.t. de gewenste inrichting en ontwikkeling van de scholen. Afstemming gebeurt in WSNS directieoverleg. De coördinatiegroep met afgevaardigden van de drie stichtingen geven invulling aan de koers. Twee keer per jaar is een directieoverleg WSNS, voor alle leidinggevenden is er tweemaal per jaar een overleg en een studietweedaagse. De coördinatoren leerlingenzorg hebben vier kennisbijeenkomsten, terwijl voor alle leraren jaarlijks 2 prikkelbijeenkomsten worden georganiseerd.

Voortgezet onderwijs Met de scholen voor voortgezet onderwijs onderhoudt de school via de leerkracht van groep 8 contacten over de vorderingen van de oud-leerlingen. De VO scholen geven de resultaten van alle kinderen door t/m het 3e leerjaar. Ontwikkelingen organisatorisch en/of inhoudelijk in het VO worden overlegd / gecommuniceerd met de directies van de scholen PO.


31

Opleidingsinstellingen Bij ons op school lopen studenten van de pabo stage in de diverse groepen. Verder zijn er stagiaires van diverse ROC’s en snuffelstages van het voortgezet onderwijs. Onze school beschikt over een OVDB certificaat.

Scholingsinstellingen (BCO / KPC / etc.) Het B.C.O. (Begeleidingscentrum voor Onderwijs en Opvoeding) staat de school met raad en daad terzijde. De leerkrachten krijgen tijdens een aantal teambijeenkomsten begeleiding van het B.C.O. Hierbij staat de schoolontwikkeling centraal. Daarnaast is er begeleiding/advies van het B.C.O. voor de leerkrachten en coördinatoren leerlingenzorg omtrent zorgleerlingen d.m.v. consultaties. Door de bouwcoördinatoren zijn middenmanagement studies gevolgd bij Magistrum. Via de lerarenbeurs volgen diverse leraren onderwijsinhoudelijke vervolgopleidingen bij verschillende instellingen (zoals Magistrum, Fontys, Interstudie)

JGZ/GGD De afdeling Jeugdgezondheidszorg (JGZ) van de GGD Noord-Limburg heeft als doel het bevorderen, bewaken en beschermen van de gezondheid van jongeren. Elke school heeft een vast JGZ-team, dat bestaat uit een jeugdarts, een jeugdverpleegkundige en een jeugdartsassistente. Indien nodig kan het JGZ-team een beroep doen op de gedragswetenschapper van de GGD. De GGD biedt schoolgaande jongeren in de leeftijd van 4 tot 19 jaar een individueel onderzoeksprogramma aan. Het is een vervolg op de onderzoeken bij het consultatiebureau. Daarnaast verzorgt de GGD activiteiten gericht op jongeren die extra zorg nodig hebben en op de hele groep jeugdigen.

Gemeente. Gemeentelijk Onderwijsachterstandenbeleid. (GOA) De meer specifieke taken en verantwoordelijkheden van de gemeenten binnen het G.O.A. worden toegespitst op de voor- en vroegschoolse educatie (VVE). Gemeenten voeren lokaal overleg met schoolbesturen over het onderwijsachterstandenbeleid, waaronder de doorlopende leerlijn van voorschoolse educatie naar basisonderwijs. Met de verstrekte middelen wordt uitvoering gegeven aan het lokaal VVE-beleid. Het Onderwijsplatform / OOGO. De gemeente wordt geacht vooral samenhang in de basisvoorzieningen en de verschillende functies van het jeugdbeleid aan te brengen. In de lokale samenwerking heeft de gemeente de regierol toebedeeld gekregen. Zij wordt geacht te sturen op samenwerking en afstemming. In de gemeente Bergen vindt het overleg met het onderwijs plaats in “het onderwijsplatform”. Integraal Onderwijs en Jeugdbeleid (I.O.J.B.) De doelstelling van het IOJB is te komen tot een integraal onderwijs- en jeugdbeleid. De behoefte en ontwikkelingsmogelijkheden van alle kinderen en jongeren uit de gemeente Bergen vormen daarbij het uitgangspunt. Daarnaast wordt gestreefd naar een leefbare gemeente. Het IOJB dient kansen te bieden aan kinderen en jongeren om zich te kunnen


32

ontwikkelen tot personen die zichzelf in de maatschappij kunnen “redden” (positief gericht, dynamisch). Het IOJB richt zich op de leeftijd van 0 tot 23 jaar. In de komende jaren wordt e.e.a. uitgewerkt binnen de Lokale Educatieve Agenda. Zoals VVE binnen het brede kader van het IOJB is opgenomen, zo is een van de projecten i.h.k.v. afstemming binnen het IOJB de vorming van een Zorg Advies Team 0-12 jaar (ZAT). Voor het verbeteren van de keten van zorg voor leerlingen in en om scholen wordt gewerkt met een ZAT-team. De ZAT-coördinator is tevens verbonden aan het Centrum voor Jeugd en Gezin. Het gaat om snellere en betere hulp voor kinderen bij problemen, zodat zij kunnen rekenen op een vangnet binnen de eigen schoolomgeving. In het zorgadviesteam werkt de school samen met de leerplichtambtenaar, het (school)-maatschappelijk werk, bureau jeugdzorg, de jeugdgezondheidszorg en de politie. Het Centrum voor Jeugd en Gezin, dat is gehuisvest in brede school “De Samensprong” in Nieuw Bergen heeft een verbindende rol tussen verschillende instellingen die met jeugd van 0 – 12 jaar werken en is tevens een laagdrempelig loket voor ouders, opvoeders en allen die met kinderen werken. Lokale Educatieve Agenda (L.E.A.) Binnen LEA overlegt de gemeente met besturen van de basisscholen, peuterspeelzalen, kinderdagverblijven en consultatiebureau over de uitvoering van diverse plannen welke met jeugd te maken hebben. Indien gewenst kunnen andere organisaties hierbij uitgenodigd worden, zoals het Centrum voor Jeugd en Gezin, politie, jongerenwerk, etc.


33

Bijlage 1.

Strategisch beleidsplan 2010-2014

SKBO

“Een stichting in balans”

Oktober 2009


34

Inleiding.

Dit is het strategisch beleidsplan van de SKBO Gemeente Bergen. Hiermee geven we richting aan de ontwikkeling van de stichting en onze scholen voor de periode 2010-2014. Na het vaststellen van onze missie en visie hebben we gekeken naar de interne en externe ontwikkelingen die op ons afkomen. Daarna hebben we ons de volgende vraag gesteld:

“Waar willen wij in 2014 staan met onze scholen?”

Het antwoord op deze vraag is uitgewerkt in drie relevante ontwikkelthema’s. 1. Dynamisch en evenwichtig 2. Kwaliteit in beeld 3. Jezelf en elkaar sterker maken

Deze thema’s zullen als uitgangspunt dienen voor de nieuwe schoolplancyclus 2011-2015.

In de schoolplannen geeft elke school, binnen de gekozen thema’s, op eigen wijze invulling aan de schoolontwikkeling voor de periode 2011-2015 en realiseert daarmee de gezamenlijke doelstelling van SKBO Bergen. Dit strategisch beleidsplan is opgesteld door het bovenschools managementteam in overleg met de directeuren. Planning en vaststelling:

•

Concept:

07-10-2009

•

Directeurenberaad:

22-10-2009

•

Bestuur:

17-11-2009

•

GMR:

15-12-2009


2

Onze missie.

SKBO Gemeente Bergen heeft de maatschappelijke opdracht tot het bieden van kwalitatief goed en aantrekkelijk basisonderwijs. Hiermee leveren we een waardevolle bijdrage aan de ontwikkeling van elk kind als voorbereiding op de toekomst in een multiculturele samenleving.

We gaan daarbij uit van de volgende kernwaarden: -

Het ontwikkelen van talenten van alle kinderen, daarbij gebruik makend van de intrinsieke motivatie van elk mens om zich te ontwikkelen en te ontplooien. Welbevinden, veiligheid, samenwerking en respect voor elkaar zijn kenmerkend op elk niveau in de organisatie. Het tot stand brengen van de balans tussen welbevinden en prestatie. Bewust omgaan met algemeen geldende waarden en normen die hun basis hebben in de christelijke cultuur. Daarbij vormen de huidige verschillende culturen en geloofsovertuigingen een verrijking.

Onze visie

S.K.B.O. Gemeente Bergen is een stichting die op alle beleidsterreinen in balans is. Met elkaar werken wij aan aantrekkelijk basisonderwijs, waarin het verwerven van kennis en basisvaardigheden in balans is met de sociale ontwikkeling. De elementen welbevinden en prestatie staan centraal en versterken elkaar. De kracht ligt in de verbinding van beide elementen: prestaties zijn goed voor het welbevinden en welbevinden draagt bij aan goede prestaties.

Rust en vertrouwen vormen de basis voor dynamisch onderwijs waarin kinderen enthousiast de wereld verkennen. Kinderen vormen zich een realistisch beeld van de werkelijkheid en weten onderscheid te maken tussen belangrijk en onbelangrijk, tussen waar en niet waar.

Onze scholen geven nieuwe ontwikkelingen weloverwogen een plaats in het onderwijs naast de sterke elementen van de bestaande aanpak. Hierdoor ontstaan goed uitgebalanceerde, betekenisvolle onderwijssituaties voor kinderen en leerkrachten. Wij bieden een rijke leeromgeving, diversiteit in leerstrategieën en een passend aanbod voor minderen meerbegaafde kinderen.


3

Kinderen zijn, voor een deel, verantwoordelijk voor hun eigen ontwikkeling en worden daarbij door de leerkracht begeleid.

Kenmerkend voor onze scholen is het leren van en met elkaar, op het niveau van leerling, leerkracht en leidinggevende.

Ontwikkelingen als Brede School, BSO en Passend Onderwijs zijn zichtbaar aanwezig en versterken de ontwikkelingskansen van de kinderen.

We maken in onze scholen veelvuldig gebruik van de mogelijkheden die nieuwe technologische ontwikkelingen ons bieden. Hierdoor creëren we een rijkere leeromgeving en meer diversiteit.

Ouders zijn directe partners van onze organisatie. Enerzijds zijn zij direct betrokkene bij de opvoeding van het kind, anderzijds fungeren zij ook als klankbord voor leerkracht en schoolleiding. Op school- en bestuursniveau is er een goede balans tussen betrokkenheid en vertrouwen enerzijds en kwaliteit en professionaliteit anderzijds.

SKBO Gemeente Bergen is een transparante organisatie, waarin taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden duidelijk zijn verdeeld conform de policy governance gedachte. We beschikken over deskundig personeel met veel ontwikkelkracht. In een prettige werkomgeving wordt intensief samengewerkt en is veel aandacht voor elkaars welbevinden. Er is sprake van een gedifferentieerde personeelsopbouw.


4

Ontwikkelthema’s en succesfactoren.

Dit is wat wij in 2014 bereikt willen hebben:

1.

Dynamisch en evenwichtig

In 2014 zien we kinderen zich zelfbewust in de school bewegen op zoek naar uitdagende leeropdrachten. Deze beperken zich niet tot boekenwijsheid, maar weerspiegelen juist de dynamiek van de samenleving. De multiculturele samenleving wordt gezien als uitdagend perspectief voor onze kinderen. De opdrachten sluiten aan bij en verbreden de belangstelling, ambitie en leefwereld van de kinderen. De kinderen maken kennis met andere culturen en leren die op waarde te schatten. Via diverse media worden opdrachten aangeboden en verwerkt. Kinderen nemen initiatieven, maar kunnen ook altijd terugvallen op de leerkracht. Hij / zij zorgt voor rust en vertrouwen. De leerkracht en de kinderen dagen elkaar uit om keuzes te onderzoeken en te onderbouwen. Kinderen leren te redeneren en kunnen daardoor bewust kiezen en handelen. Kinderen zoeken en vinden hun plaats in deze gevarieerde wereld.

We zijn succesvol in 2014 als: • • •

• •

2.

er in het onderwijsaanbod aantoonbaar evenwicht is tussen cognitieve en sociale ontwikkeling onze scholen leerresultaten hebben die passen bij de schoolpopulatie ons onderwijs zo is ingericht dat de leerlingen een gevarieerd onderwijsaanbod krijgen o meerdere intelligenties van kinderen worden aangesproken o meerdere bronnen voor leren worden gebruikt (binnen en buiten de school, leerkracht en niet leerkracht gebonden, de wereld wordt de school ingehaald en de school gaat de wereld in, etc.) we een gericht onderwijsaanbod hebben waardoor onze leerlingen zich kunnen ontwikkelen tot enthousiaste, (zelf)kritische en gezonde (wereld)burgers we het leren en de leeromgeving verrijken met nieuwe (technologische) mogelijkheden

Kwaliteit in beeld

Op alle niveaus is de kwaliteitscyclus ingevoerd, waarmee verantwoordelijkheid ook vertaald wordt naar rekenschap afleggen. In 2014 is er een keuze gemaakt voor een effectieve organisatie die, in alles, gericht is op versterking van het onderwijs. We zien dat vormen van teamonderwijs worden toegepast waarbij de verschillende kwaliteiten van leerkrachten ten goede komen aan de kinderen.


5

We zien voldoende en goed personeel, zowel in de leidinggevende als in de uitvoerende functie, dat nauw samenwerkt op basis van gezamenlijke waarden en normen.

We zijn succesvol in 2014 als: • •

• •

3.

Het kwaliteitszorgsysteem (zoals beschreven in de schoolplannen) is ingevoerd. Kwaliteiten van mensen worden optimaal benut en de personele bezetting is afgestemd op onze onderwijskundige ambitie o Kwaliteiten van mensen zijn in kaart gebracht en worden bewust ingezet o Kwaliteiten van teams zijn in kaart gebracht o Benodigde kwaliteit voor het gewenste onderwijs is in kaart gebracht o De gewenste kwaliteit op onze scholen wordt bewust ingezet Leeftijdsbewust personeelsbeleid is ingevoerd We materieel, financieel en personeel sterk genoeg zijn om onze onderwijskundige ambitie te realiseren

Jezelf en elkaar sterker maken

In 2014 zien we samenwerking tussen school, ouders en educatieve partners zoals Kinderopvang en Peuterspeelzaal, bij voorkeur in Brede School verband. Samen verzorgen zij een aanbod (bijvoorbeeld een dagarrangement) waardoor de kinderen al hun talenten kunnen ontwikkelen. We zien dat in o.a. de creatieve, kunstzinnige en sportieve ontwikkeling. Kinderen maken hier in ruime mate gebruik van. Ook de sociale contacten van de kinderen worden hierdoor versterkt. Er is een goede afstemming tussen de verschillende partners.

Kinderen met speciale onderwijs- en opvoedingsbehoeften krijgen een passend aanbod. Door de samenwerking van de school met andere partners hebben we mogelijkheden gecreëerd voor deze kinderen om zoveel mogelijk in hun eigen omgeving onderwijs te krijgen en op te groeien.

In 2014 zien we kinderen met elkaar leren. Leerkrachten zien we in gesprek gaan met kinderen over wat en hoe ze willen leren. De leerkrachten kunnen dit vertalen in een gevarieerd onderwijsaanbod dat zich kenmerkt door hoogwaardige instructie. De leerkracht kent het kind, weet hoe het kind leert en wat het kind boeit, kent de leerlijn en is in staat om dit te vertalen in een instructie waardoor het kind eigenaar wordt van het geleerde en het leerproces. We zien dat de leerkracht de verbinding legt tussen wat het kind graag wil en kan en de doelen die de samenleving voor de school heeft geformuleerd. Ook zien we dat de leerkracht het kind bewust maakt van de meest effectieve manier van leren voor hem/haar. We zien leerkrachten die samen vaardig zijn in het bieden van passend onderwijs.


6

We zijn succesvol in 2014 als: •

• • •

• •

er een structurele samenwerking is tussen school en educatieve partners o er afstemming is in aanbod en werkwijze tussen school en educatieve partners o we nieuwe activiteiten, zoals dagarrangementen, aanbieden waardoor kinderen zich breder ontwikkelen kinderen met specifieke onderwijs- en opvoedingsbehoeften een passend aanbod krijgen er op school- en stichtingsniveau diverse vormen van leren van en met elkaar plaatsvinden waaraan leerkrachten deelnemen de leerkracht beschikt over een breed handelingsrepertoire waaronder: o coöperatief leren o het geven van hoogwaardige instructie o het waarmaken van de rol als mediator de kinderen meedenken en meebeslissen over hun ontwikkeling (leren leren) ouders aangeven tevreden te zijn over de samenwerking met de school


7

Bijlage 2.

Overzicht gebruikte methode’s

Vakgebied

Methode

Uitgever

Nederlandse Taal/spelling

De Leessleutel

Malmberg, ‘s-Hertogenbosch

Taal Actief

Malmberg, ’s-Hertogenbosch

Spelling in de lift: ww-spelling (6-8)

Bekadidact, Baarn

De Leessleutel


Veilig Leren Lezen

Zwijsen, Tilburg

Goed Gelezen vtl


Lezen

AVI-lezen Begrijpend lezen

Goed Gelezen


CITO begrijpend lezen

CITO Arnhem

Engels

Hello World


Schrijven

Pennenstreken

Zwijsen, Tilburg

Rekenen en Wiskunde

Rekenwerk Rekenrijk

Wolters-Noordhoff, Groningen

Maatwerk


Aardrijkskunde

Wijzer door de wereld

Geschiedenis

Bij de Tijd nieuw

Natuur/biologie

In Vogelvlucht

Verkeer

Klaar Over


Proefexamens Jeugdverkeerskrant Sociaal-emotionele ontwikkeling

Ik, jij, wij

De Ruiter, Culemborg

Zint./lichamelijke oefening

Bewegingsonderwijs in het speellokaal

J. Geleijnse, C. Hazelebach, e.a.

Basislessen bewegingsonderwijs

Tekenen

Handvaardigheid

Muziek

Programma Groels en Borman

Acco, Amersfoort

Tekenvaardig

Bekadidact, Baarn

Moet je doen

Meulenhoff Educatief

Handvaardig

Bekadidact, Baarn

Moet je doen


Moet je doen


Vakleerkracht Drama

Moet je doen


Dans

Moet je doen



8

Godsdienst

Beloofd blijft beloofd Project H.Communie Project H.Vormsel

Nieuwe media

Basisbits 3.0

Thieme Meulenhoff

Onze methodes zijn van recente datum, voldoen aan de kerndoelen en sluiten aan bij de referentieniveaus, waarin is aangegeven wat leerlingen moeten beheersen.


9

2015

Recommend Documents