2015

Kwaliteitsdocument 2014-2015

Zelfevaluatie schooljaar 2014/2015

Versie maart 2015

1


Inhoud Het risicoprofiel (Movare Monitor) ......................................................................................................... 3 De Eindtoets ............................................................................................................................................ 5 LOVS: dwarsdoorsnede en trendanalyse ................................................................................................ 7 Kwaliteit Schooladvies ........................................................................................................................... 22 Kengetallen ouderpopulatie .................................................................................................................. 24 Veiligheid ............................................................................................................................................... 25 Concrete voornemens 2013-2014…………………………………………………………………………………………………….25 Gearceerde onderdelen worden gewijzigd einde schooljaar

2


Het risicoprofiel (Movare Monitor)

3

Kwaliteitsdocument 2014-2015 Eindtoets Deze indicatoren zal besproken worden in de zelfevaluatie van de eindopbrengsten. De eindtoets is namelijk landelijk verschoven. Monitorresultaten In de monitorresultaten is te zien dat de positieve lijn ingezet in groep 4 m.b.t. de ontwikkeling van lezen ook dit jaar op een positieve manier is terug te zien in de groene score van groep 5. Daarentegen scoort onze groep 3 een zeer lage score voor dit onderdeel. Wij denken dat wij de positieve invloeden van het doorlopen van het leesverbetertraject oftewel het vergroten van kennis bij collega’s terug kunnen zien in de resultaten. Echter de (structureel) achterblijvende resultaten in groep 3 dienen nader onderzocht te worden. Opvallende zijn de structureel goede en groene resultaten op het gebied van rekenen. De methode en aanpak schijnt goed aan te sluiten bij onze doelgroep-leerlingen De kernindicatoren zijn in april 2014 voor het laatst beoordeeld door de inspectie. De indicatoren zijn nog niet opgenomen in de monitor aangezien deze bovenschools verwerkt dienen te worden. Tijdens het laatste inspectiebezoek heeft de school een aantal concrete aandachtspunten gekregen: -

De zorg en de begeleiding moeten op een hoger niveau getild worden De signalering van zorgleerlingen is Ad Hoc en de signaleringscriteria zijn niet duidelijk De uitvoering van de zorg is van onvoldoende kwaliteit Kwaliteitszorg op vrijwel alle onderdelen op orde, de systematiek in de evaluatie van het onderwijsproces kan nog beter. Ouders, leerkrachten en kinderen voelen zich fijn en welkom op school Leerlingpopulatie verandert snel, de school probeert mee te gaan in deze verandering Onvoldoende inzicht in de route naar een uitstroomperspectief (OPP) De school hanteert een zelfontworpen registratiesysteem bij de kleuters. Welke koppeling naar een norm zit aan deze registratie? Welke diagnostische instrumenten worden er binnen de organisatie gebruikt? Uniforme documenten voor zorg Systematisch opzetten meerjarenplanning onderwijsleerproces De school verantwoordt zich op voldoende wijze over de gerealiseerde onderwijskwaliteit Leerpopulatie en hun onderwijsbehoeften zijn voldoende zichtbaar in de onderwijskundige keuzes die de school maakt.

In- een doorstroomgegevens De in- en doorstroomgegevens: We laten steeds meer kinderen doorstromen, waardoor de basisschool binnen acht jaar wordt doorlopen. Afgelopen jaar hebben we gekozen om 2 leerlingen te laten doubleren.

4

Kwaliteitsdocument 2014-2015 Ontwikkeling leerlingaantal De grafiek met leerlingaantal ontwikkeling laat een stagnerende tendens zien. Vanwege de grote uitstroom van groep 8 leerlingen heeft de school behoorlijke instroomaantallen nodig gehad om dit te compenseren. De tendens voor komende jaren is een stagnerend/licht dalend leerlingaantal. Vanaf schooljaar 2017/2018 verwachten we een stevige stijging van het leerlingaantal. Gewichtenleerlingen Het aantal gewichtenleerlingen daalt licht (15% naar 13%). De praktijk laat zien dat de gewichtenregeling niet de zwaarte van inschatting van de zorg bepaald. Het opleidingsniveau (als deze al waarheidsgetrouw te achterhalen valt) komt niet overeen met de zorg die wij hebben over een toenemende mate van onze leerlingen. Deze zorg zit vaak in omgevingsfactoren en al vroegtijdig bij instromers gesignaleerde achterstanden. De leerlingen komen vaker uit financiële overwegingen vanuit opvang van thuis of familie i.p.v. uit de dagverblijven of peuterspeelzalen. Over het algemeen zien wij achterstanden in spraak, basisvaardigheden en woordenschat bij deze leerlingen. Zij-instroom Ook kinderen die instromen vanuit een andere basisschool brengen vaker wel dan niet zorgsignalen met zich mee. We concluderen dat er in het geval van onze school weinig relatie is tussen het aantal kinderen met een extra ondersteuningsbehoefte en het aantal kinderen waarvan beide opvoeders een lager opleidingsniveau hebben bereikt dan weging 0. Actiepunten / bespreekpunten veranderende populatie vanuit schooljaar 2014/2015: -

-

-

-

Voorschoolse screening door de IB’er Deze ontwikkeling is ingezet bij de start van het schooljaar. De IB’er bezoekt de kinderen op de voorschoolse voorzieningen en heeft aansluitend een laatste kennismakingsgesprek met de ouder. Hieruit wordt de beginsituatie zo goed mogelijk ingeschat. Uitbreiding onderwijstijd in groep 1 en 2!? De formatieve ontwikkelingen laten het niet toe om de onderwijstijd in de kleuterbouw uit te breiden. Instroomgroep richt op het aanbieden van basisvaardigheden De instroomgroep richt zich sinds media 2013/2014 op het aanbieden van de basisvaardigheden. Opstarten verbeterplan Woordenschat De collega’s Jos en Svenja hebben een teamvergadering gehouden met concrete tips en aandachtspunten m.b.t. woordenschat.

5


De Eindtoets

Nog géén gegevens voorhanden!

6


LOVS-toetsen Normering CITO

CITO-VERDELING I 20% II 20% III 20% IV 20% V 20%

Vanaf schooljaar 2014/2015 hebben wij ervoor gekozen om zowel de nieuwe normen alsmede de cijferaanduiding van CITO LOVS te hanteren. We hanteren het bovenstaande model bij het streven naar onze resultaten n.a.v. de normen van CITO LOVS. Beoordelingscriteria de Diabolo Wij hanteren de volgende beoordelingscriteria voor onszelf. Goed -> Méér dan 40% van de leerlingen scoren minimaal een I of II Zorgmelding -> Méér dan 40% van de leerlingen scoren een IV of V Groepsanalyse In de groepsbespreking en de daarvoor ingerichte teammomenten (minimaal 2x per jaar) hebben we deze resultaten besproken. De leerkracht maakt op individueel niveau tweemaal per jaar een analyse van zijn of haar groep. Hiervoor gebruiken we de groepsanalyse en de vaardigheidsgroei.

7

Kwaliteitsdocument 2014-2015 Hier volgen de dwarsdoorsnedes van de verschillende toetsen. We bekijken ze per leerjaar, niet per groep!

Voor Rekenen-Wiskunde normeren we beide groepen met de indicator: Goed. 7% (2) van de leerlingen in groep 1 scoort een IV en in groep 2 scoort 12% van de leerlingen een IV (2) 0f V (2). Historisch overzicht

8


Voor Taal normeren we beide groepen met de indicator: Goed. 19% (5) van de leerlingen groep 1 scoort een IV of V en 12% (4) van de leerlingen groep 2 scoort een IV. Historisch overzicht

9


Rekenen en Wiskunde

Medio Voor Rekenen en Wiskunde behalen we voor de groepen 3,4,5,6 en 8 de indicator: Goed. Echter voor de groep 6 (40%),7 (41%) en 8 (45%) is er ook een zorgsignaal rondom het percentage IV en V (40%). Analyse groep 6 leerkracht Rekenen is zowel bij het signaal als ook bij het zorgsignaal net op het randje. Hierbij valt op dat er in verhouding een grote plusgroep en een grote bijwerkgroep is. De middengroep is niet zo heel groot. Vanuit de bijwerkgroep gaan CS en DV verder met een OPP rekenen. WS was al bezig op zijn eigen niveau. Het doel is om de leerlingen van de midden groep veel ondersteuning te bieden, zodat ze kunnen (blijven) functioneren op 1S niveau. Analyse groep 7 leerkracht Iets minder dan twee derde van de klas zit boven het gemiddelde of rond het gemiddelde. Er is sprake van een zorgsignaal bij niveau IV en V. Er wordt gewerkt met aanpak 1,2 en 3. Alle aanpakken doen mee met de instructie, opgave 1 en 2. Aanpak 2 en 3 mogen dan zelfstandig verder aan opgave 3 en de weektaak (staat in hun weekschema), aanpak 1 werkt in het bijwerkboek met de juf in verlengde instructie en daarna aan hun weektaak. Les 3 (projectles) wordt altijd klassikaal gedaan. Iedere vrijdag worden moeilijke zaken van die week herhaald. Iedere dag wordt het werk nagekeken en herhaald indien nodig. 1 x per week wordt op de computer geoefend met Ambrasoft rekenen. Tevens wordt 1x per week rekenhuiswerk mee naar huis gegeven.

10

Kwaliteitsdocument 2014-2015 Historisch overzicht

Historisch gezien liggen de resultaten van Rekenen-Wiskunde overal bovengemiddeld. De uitschieter van groep 8 afgelopen jaar heeft te maken met het aantal leerlingen die deze toets hebben gemaakt. (alleen de OPP-leerlingen)

11


Begrijpend Lezen

Medio Voor Begrijpend Lezen behalen we voor de groepen 4 en 5 de indicator: Goed. Er is ook een zorgmelding voor de groepen 6 (44%), 7 (56%) en 8 (63%). Analyse leerkracht groep 6 Begrijpend lezen is erg zwak. Het percentage van de leerlingen met een I-score is erg laag. De aandacht in deze groep, m.b.t. begrijpend lezen, zal vooral besteed moeten worden aan de leerlingen met een II en III-score. Op deze manier kunnen we o.a. de middengroep versterken/vergroten. Analyse leerkracht groep 7 Meer dan de helft van de groep heeft niveau IV of V. Getracht wordt via het Cito hulpboek Begrijpend Lezen het niveau omhoog te halen. Hier wordt klassikaal mee gewerkt, naast de methodes Nieuwsbegrip en Goed Gelezen. Tevens wordt er drie keer in de week begonnen met 10 minuten stillezen. Wanneer het boek uit is, wordt hiervan een samenvatting gemaakt.

12


De dalende lijn met name in de bovenbouw dient onderzocht te worden !

13


Technisch lezen

Medio Voor technisch lezen behalen we voor de groepen 4 t/m 8 de indicator: Goed. Er is een zorgmelding voor de groep 3 (69%), 4 (42%) en 6 (44%). Analyse leerkracht groep 3 Een zorgelijke uitslag. Tijdens de afname van cito waren we nog niet in kern 7. Normaliter sla ik dagen over (zie groepsplan) om in januari alle letters aangeboden te hebben. Dit jaar niet omdat de werkwijze nog helemaal nieuw was voor de nieuwe collega en omdat we bang waren dat (ook mede door de groepsgrootte en werkhouding van de groep) de leerstof niet voldoende aangeboden zou worden. Bij DMT moesten de kinderen woorden lezen die ze niet ingeoefend hadden (ng, nk, sch, mmkm woorden). Volgend jaar (als de groep het toelaat, slaan we de herhalingsdagen over). Analyse leerkracht groep 4 Zeer teleurstellende resultaten, ondanks alle inspanningen, (extra) oefeningen en (extra) tijd die aan het (technisch) lezen besteed zijn gedurende de afgelopen periode. Over het algemeen: nog meer leeskilometers maken, meer woordrijen oefenen, waar mogelijk nog meer extra individuele aandacht en het “thuis lezen” nog meer promoten.

Analyse leerkracht groep 6 Twee leerlingen hebben een dyslexieverklaring. Het leestempo op woordniveau van bij twee leerlingen kan nog veel meer verbeterd worden. Bij twee andere leerlingen is de inzet/motivatie een groot probleem.

14


Historisch gezien liggen de resultaten van Technisch Lezen onder de verwachting. De invloed van de nieuwe methode en gerichtere aanpak vanuit het leesverbetertraject is volgens ons nu wel merkbaar. Voor het tweede jaar op rij wordt er weer een bovengemiddeld resultaat geboekt in groep 4. Ook groep 5 is sinds twee jaar weer op bovengemiddeld niveau. Groep 3 is hopelijk een eenmalige uitschieter naar onderen. Het is positief om te constateren dat de huidige groep 6 wel nog achterstanden heeft maar dat deze langzaam worden ingelopen op dit gebied. Het is voor ons steeds een aparte constatering om te zien dat de leesresultaten in groep 7 en 8 boven een gemiddelde stijgen terwijl de aandacht en tijd voor het Technisch Lezen afneemt in deze groepen. Groep 8 laat wel een dalende ontwikkelingslijn zien!

15


Woordenschat

Medio Voor Woordenschat hebben de groepen 4 en 5 de indicator Goed. Er is een zorgmelding voor de groepen 3, 4, 7 en 8 Puur afgaande op deze resultaten vallen ons deze erg tegen. Als we de resultaten tegen het licht houden en kijken welke invloed de slechte omvang van woordenschat heeft op de indicator “Begrijpend Lezen”, zien we dat de leerlingen wellicht een belemmering hiervan ondervinden. Als leerlingen meer dan 5% van de woorden in een tekst niet kennen, hebben zij moeite om de tekst te begrijpen Een geringe woordenschat leidt tot vermijdingsgedrag bij lezen (Mattheüseffect). Minder kennis woorden-> minder zin in woordlezen en lezen -> dus minder kennis etc... Analyse leerkracht groep 3 Ondanks alle extra maatregelingen die we ieder jaar nemen bij woordenschat: Voorlezen, woordweb, betekenis van woorden uitleggen d.m.v. het maken van zinnen, synoniemen etc… blijven we ver onder het landelijk gemiddelde scoren. Concentratie en werkhouding speelt ook een rol bij de uiteindelijke score. Analyse leerkracht groep 4 Slechte resultaten. Toets scoort (zoals reeds eerder bekend) over het algemeen minder goed. De meeste van de (mogelijke) dyslecten scoren (erg) laag. Analyse leerkracht groep 7 Bijna de helft van de klas heeft niveau IV of V. Hier is sprake van een zorgsignaal. Getracht wordt de woordenschat te vergroten door 1x in de week woordenschat te oefenen op de computer op school.

16

Kwaliteitsdocument 2014-2015 Thuis kan woordenschat ook worden geoefend. Daarnaast lezen de kinderen nu 3x per week 10 minuten stil. Moeilijke woorden worden hierbij opgeschreven en opgezocht in het woordenboek. In het huiswerk wat 1 x per week wordt meegegeven, staat ook een onderdeel woordenschat. En in de klas wordt gewerkt met de woordenboom. Wanneer bij Taal in beeld een nieuw woord wordt aangeboden, komt deze in de boom te hangen. Ingezette ontwikkelingen Op bestuursniveau is deze opvallende trend ook terug te zien en daarom is besloten in samenwerking met het CPS om dit schooljaar 2013/2014 een bijeenkomst te organiseren. Collega Svenja en Jos hebben deze bezocht en een terugkoppeling gedaan naar het team over aandachtspunten m.b.t. het leesonderwijs. Tijdens de bijeenkomst is gesproken over de rol van inspectie rondom het beoordelen van de indicator Woordenschat. Inspectie zal deze niet meenemen in het toezichtskader, maar verwacht wel dat de toets wordt afgenomen. Werkgroep Woordenschat 2014 (Maikel van Kooten) Op basis van de analyse op de Cito gegevens, kunnen we voorzichtig de volgende conclusies trekken: -

-

Op het gebied van woordenschat zijn er de nodige (zorg)signalen. De Cito toets Woordenschat heeft weinig overlap met de aangeboden woorden in de groepen. De toets kan gezien worden als een steekproef. We zien, dat vanaf het schooljaar 2010-2011 de groep 3 langzaam aan in vaardigheidsscore gestegen is. Tot bóven het niveau van M3 dit schooljaar. Dit zou kunnen komen, door de gerichtere aandacht voor woordenschat/taalontwikkeling in groep 1 en 2 (op basis van het lees verbetertraject). Een andere conclusie zou kunnen zijn, dat de leerkracht van de huidige groep 3 nu een aantal jaar ervaring in groep 3 heeft. Zij is in het schooljaar 2009-2010 in groep 3 gestart. Zelf geeft ze hierover aan, dat ze op dit moment meer routine en vaardigheden ontwikkeld heeft, m.b.t. het taal/leesonderwijs in groep 3. De vraagstelling bij de toets is voor sommige kinderen onduidelijk. Er wordt veel afgewisseld in het soort vragen; er worden veel vergissingen gemaakt bij vragen zoals: “Wat hoort er niet bij?”

Het team van basisschool De Diabolo vraagt zich af, hoe het woordenschatonderwijs verbeterd kan worden met de methodes “Veilig Leren Lezen” en “Taal in Beeld” en daarnaast gebruik makend van methodieken zoals “Op woordenjacht”. We willen met ons taalbeleid op woordenschat onze onderwijspraktijk zó aanpassen aan de taalleerbehoeften van onze leerlingen, dat we hun algemene ontwikkeling bevorderen en hun onderwijsresultaten verbeteren. We zijn ons ervan bewust, dat het resultaat misschien niet is terug te zien in de scores van Cito Woordenschat. De overlap van de woorden, die de methode toetst in groep 4 en de woorden van Cito Woordenschat groep 4, is maar 3 woorden. Onze inzet om de woordenschat te vergroten, wordt waarschijnlijk wel gehaald. Maar dit zien we misschien niet vertaald in de uitslagen van de Cito toets Woordenschat. Deze toets is volgens het ministerie van onderwijs (2012) niet verplicht en er wordt op de school na afname vrijwel niets met de resultaten gedaan. Volgens Read (2000) meet de toets het woordkennisniveau van de leerlingen in zeer algemene zin. Brouwer (2011) noemt het een steekproef, die enkel iets zegt over het niveau van de leerling in vergelijking met voorgaande metingen of landelijke referentiegroepen.

17

Kwaliteitsdocument 2014-2015 Het zegt verder niets over de kwaliteit van het woordenschatonderwijs op een school. We kunnen ons als team dus afvragen wat de meerwaarde van de Cito toets Woordenschat is. Wat wordt volgens de literatuur verstaan onder goed woordenschatonderwijs? Een doorgaande lijn ligt besloten in het thematisch werken, de keuze van de woordlijsten samen met het gebruik van de didactiek van de viertakt. Goed woordenschatonderwijs wordt gedragen door de school, het team en de individuele leerkracht. Leerkrachten moeten ervoor zorgen dat zij kennis hebben van het woordleren en voor de didactiek moeten zij gebruik kunnen maken van de viertakt (zie verderop in dit verslag). Het team heeft elkaar nodig om goed woordenschatonderwijs vorm te geven binnen het eigen onderwijs. Teamleden kunnen elkaar ondersteunen, materialen uitwisselen en van gedachten wisselen over nut, frequentie en betekenisvolle context bij het kiezen van woorden uit de Basiswoordenlijst Amsterdamse Kleuters, de BAK lijst (Mulder e.a., 2009) en/of de woordlijsten van Schrooten en Vermeer (1994). Ook kan een keuze gemaakt worden uit kernwoorden van de WO vakken. Verder kiest elke leerkracht op basis van gezond verstand en intuïtie, welke woorden in zijn/haar groep aangeboden worden. De werkgroep “Woordenschat” ziet erop toe dat; doelen gesteld worden ten aanzien van woordenschatonderwijs; resultaten gemeten kunnen worden; leerkrachten die ondersteuning krijgen die zij nodig hebben. De kinderen op school moeten actief betrokken zijn bij het eigen woordleren, waarbij zij zich veilig genoeg voelen om nieuwe moeilijke woorden te leren.

1. Maak van je lokaal een rijke leeromgeving: een omgeving die aansluit bij wat de leerlingen bezig houdt, die herkenbaar is voor de kinderen en ze uitdaagt om te leren. 2. Wees consequent in het herhaald aanbieden van woorden in verschillende contexten: Een nieuw woord moet vaak en planmatig, bewust en in verschillende contexten aangeboden worden. 3. Benoem verschillende aspecten van een nieuw woord: bijvoorbeeld vorm, betekenis en gebruik van het woord. 4. Bied woorden aan in een sociale, interactieve context: door het werken met routines en coöperatieve werkvormen, probeer je dicht bij de beleving van de kinderen te blijven. 5. Maak relaties tussen woorden zichtbaar: gebruik schema’s zoals de woordentrap of woordenwolk. 6. Doe hardop denkend een aantal leerstrategieën voor: bijvoorbeeld het gebruik maken van woorddelen of hulp zoeken bij anderen of in woordenboeken.

18


Historisch gezien kunnen we concluderen dat de resultaten van Woordenschat beneden gemiddeld zijn. Vooral het laatste jaar geeft ons een negatief beeld over alle groepen. Het is het onderzoeken wederom waard welke conclusies we uit deze gegevens kunnen trekken. Welke relatie zit er tussen de lage Begrijpend Lezen-opbrengsten en deze?

19


Spelling

Medio Voor Spelling behalen we voor de groepen 4, 6 en 7 de indicator: Goed. Er is echter ook een zorgmelding voor de groep 5 (41%), 7 (41%) en 8 (52%). Opvallend bij deze resultaten is het relatief hoog aantal leerlingen in de V-score. Vooral in groep 8 zien we een te groot aantal leerlingen in III, IV en V. Hieruit concluderen we dat er grote hiaten zitten in de kennis en toepasbaarheid van de spellingregels. Analyse leerkracht groep 5

Uitgaande van het leerstofoverzicht groep 5 worden er nog teveel fouten gemaakt met de regels open en gesloten lettergrepen / samenstellingen/ woorden op d en t / meervouden op en en s / verkleinwoorden Er worden ook nog steeds fouten gemaakt met klankwoorden: eer-eur-oor / eeuw-ieuw-uw / ng-nk / ige-lijke / aai-ooi-oei / on-ont-ge-be-ver / woorden met stomme e / ing / er-aar / Er worden ook nog steeds fouten gemaakt met de weetwoorden: ei-ij / ou-au / f-v / s-z / cht - / sch-schr. Er zijn categorieën uit groep 4 die niet beheerst zijn. Vraag: Is het wel zo verstandig om altijd allerlei hulpmiddelen, geheugensteunen etc. aan de muur op te hangen? Hoe lang wordt dit gedaan? Lln zullen ook moeten verinnerlijken. Maken wij het op die manier de kinderen niet te gemakkelijk?

20

Kwaliteitsdocument 2014-2015 Analyse leerkracht groep 7 41% van de klas heeft niveau IV of V. Er is dus sprake van een zorgsignaal. Er wordt bij spelling gewerkt met aanpak 1,2 en 3. Aanpak 3 mag na instructie zelfstandig aan het werk. Aanpak 2 werkt nog samen t/m opdracht 2 en gaat dan zelfstandig aan de slag. Aanpak 1 maakt de hele les samen met de juf in verlengde instructie. Dit wordt altijd meteen nagekeken en verbeterd. 1 keer per week wordt op de computer geoefend met Spelling in Beeld. Tevens worden 1 keer in de drie weken herhalingstaken aangeboden. Voor niveau IV en V wordt 1x per week herhalingswerk van groep 6 als huiswerk meegegeven. Voor de hele klas wordt 1x per week taal- en spellinghuiswerk meegegeven.

Historisch overzicht

Ondanks de zorgmeldingen zien we dat de “sterke” groep leerlingen dusdanige resultaten behalen waardoor de groepsresultaten gemiddeld boven het afnamemoment-niveau zijn. De uitschieter in 2013-2014 is niet relevant aangezien dit maar een gedeelte van de leerlingen bevat (OPP). Het laatste resultaat van spelling groep 8 is niet in de lijn der verwachting.

21


Kwaliteit van het Schooladvies Bron: http://www.scholenopdekaart.nl/Basisscholen/6510/63/Basisschool-De-Diabolo/Schooladviesen-plaatsing-in-het-vervolgonderwijs?School=6510&presentatie=2

22


Kwaliteit adviezen De schooladviezen van 2012-2013 komen prima overeen met het niveau van de leerlingen in 20132014. Er is alleen bij de HAVO-adviezen een kleine afstroom richting het VMBO T (2,9%).

23


Kengetallen Ouderpopulatie 13 % van onze leerlingen heeft een weging. Dat betekent dat het opleidingsniveau van beide ouders niet verder reikt dan LBO/VBO, praktijkonderwijs, VMBO Basis/Kadergerichte leerweg of maximaal twee jaar op een hogere opleiding. Vanwege de leerplicht tot 16 jaar voor voltijdopleidingen komt het dus zelden voor dat een kind een weging krijgt. Vanuit een simpele rekenkundige benadering levert alleen deze 13% van onze populatie extra werk op, vertaald in aanvullende formatie op schoolniveau. Wij weten wel beter. In onze praktijk zijn er genoeg kinderen zonder weging met een instabiele thuissituatie of weinig aanleg voor schools leren zonder weging. In groep 3 t/m 8 zitten 20 leerlingen met een opleidingsgewicht. 22 lln 0,3/1,2 gewicht Begrijpend lezen Technisch Lezen DMT Woordenschat Rekenen en Wiskunde Spelling

V

IV

III

II

I 1 5

V % 47% 26%

IV % 16% 21%

III % 16% 10%

II % 16% 26%

I % 5% 26%

9 5

3 4

3 2

3 5

10 7

5 6

2 4

0 1

2 1

54% 37%

26% 31%

10% 21%

0% 5%

10% 5%

8

5

4

1

1

42%

26%

21%

5%

5%

1 leerling is niet meegenomen is het overzicht aangezien deze pas per 1-2-2015 is ingestroomd Op basis van de resultaten van bovenstaande tabel heeft het gewicht gemiddeld genomen effect op de tussenopbrengsten. De enorme percentages op IV en V niveau doet je bijna concluderen dat de leerlingen met een gewicht het eindniveau van de basisschool niet gaan behalen. Een enkeling laat een afwijkend beeld zien. Dit zijn vaak de leerlingen die een gewicht hebben gekregen vanuit een buitenlandse onderwijsindeling. Overige kengetallen Van onze huidige populatie van 220 leerlingen (1-3-2015) beschikken 6 leerlingen over en dyslexieverklaring

24

Kwaliteitsdocument 2014-2015 Voedingsgebieden De school ligt in de wijk Kerkrade Centrum. De school onderhoudt t.a.v. vieringen contacten met de parochie St-Lambertus.

Bron: www.scholenopdekaart.nl

Leerling mutaties

Astitel

Mutaties 2014 40 35 30 25 20 15 10 5 0 -5

Reeks1

VO

31

Verhu Naar Ander Totaal izing S(B)O s 6

1

2

40

Instro Verhu Vanui Ander Totaal Groei om izing t s school S(B)O 26 7 1 5 39 -1

Leerling mutaties over het kalenderjaar 2014

25

2015

Recommend Documents